NL2007846C2 - Oormerk. - Google Patents

Oormerk. Download PDF

Info

Publication number
NL2007846C2
NL2007846C2 NL2007846A NL2007846A NL2007846C2 NL 2007846 C2 NL2007846 C2 NL 2007846C2 NL 2007846 A NL2007846 A NL 2007846A NL 2007846 A NL2007846 A NL 2007846A NL 2007846 C2 NL2007846 C2 NL 2007846C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ear tag
pointed head
coupling
diameter
shaped
Prior art date
Application number
NL2007846A
Other languages
English (en)
Inventor
Henricus Petrus Maria Schippers
Original Assignee
Plastifran B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Plastifran B V filed Critical Plastifran B V
Priority to NL2007846A priority Critical patent/NL2007846C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2007846C2 publication Critical patent/NL2007846C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K11/00Marking of animals
    • A01K11/001Ear-tags

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Adornments (AREA)

Description

Korte aanduiding: Oormerk BESCHRIJVING
5 De uitvinding heeft betrekking op een oormerk omvattende een eerste oormerkdeel en een tweede oormerkdeel, waarbij het eerste oormerkdeel eerste koppelmiddelen omvat en het tweede oormerkdeel tweede koppelmiddelen omvat, welke eerste koppelmiddelen en tweede koppelmiddelen zijn ingericht voor onderlinge koppelende samenwerking voor het onontkoppelbaar koppelen van het 10 eerste oormerkdeel en het tweede oormerkdeel.
Een dergelijke oormerk is bekend uit EP 1 037 525 B1. De eerste koppelmiddelen omvatten een mannelijk deel, met een puntvormige kop, welke opneembaar is in het tweede oormerkdeel gevormde uitsparing. De uitsparing is voorzien van uitsteeksels waarachter het puntvormig deel van het mannelijk deel blijft 15 haken, althans in hun gekoppelde toestand. De uitsteeksels vormen als het ware weerhaken die voorkomen dat het mannelijk deel losneembaar is van het vrouwelijke deel. Hiermee kan fraude met oormerken worden tegengegaan.
Het is een nadeel van het bekende oormerk, dat deze complex is door het groot aantal onderdelen, waardoor het bekende oormerk moeilijk te 20 vervaardigen is en relatief duur is.
Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding om een verbeterd oormerk te verschaffen, dat ten minste een van de nadelen van het bekende oormerk oplost, of althans ten minste vermindert.
Daartoe verschaft de uitvinding een oormerk, dat een eerste 25 oormerkdeel en een tweede oormerkdeel omvat. Het eerste oormerkdeel is voorzien van eerste koppelmiddelen en het tweede oormerkdeel is voorzien van tweede koppelmiddelen. Deze eerste en tweede koppelmiddelen zijn ingericht voor onderlinge koppelende samenwerking voor het onontkoppelbaar koppelen van het eerste oormerkdeel en het tweede oormerkdeel. De eerste koppelmiddelen omvatten 30 hierbij een mannelijk deel met een langwerpig orgaan. Dit langwerpig orgaan is aan een eerste uiteinde verbonden met een eerste plaatvormig deel van het eerste oormerkdeel. Aan een daar tegenover gelegen tweede uiteinde is een puntvormige kop voorzien die een diameter heeft die groter is dan de diameter van het 2 langwerpige orgaan. Hierdoor is een eerste aanslagvlak aan de onderzijde van de puntvormige kop gevormd. De tweede koppelmiddelen omvatten een met een tweede plaatvormig deel van het tweede oormerkdeel verbonden, in hoofdzaak ringvormig, flensdeel van een veerkrachtig materiaal, zoals bijvoorbeeld een polyurethaan. De 5 tweede koppelmiddelen omvatten een door een binnenste omtreksrand van het in hoofdzaak ringvormige flensdeel begrensde koppelopening. Het ringvormige flensdeel bezit een relatief eenvoudige geometrische vorm, waardoor het tweede oormerkdeel relatief eenvoudig met bestaande technieken te vervaardigen is. De doorgaande opening van het ringvormige flensdeel vormt een doorvoeropening voor 10 de puntvormige kop, voor het in een gekoppelde toestand brengen van het eerste oormerkdeel en het tweede oormerkdeel. De koppelopening heeft in een onbelaste toestand een diameter die kleiner is dan de diameter van de basis van de puntvormige kop. De koppelopening kan in een belaste toestand een diameter aannemen die ten minste gelijk is aan de diameter van de basis van de puntvormige 15 kop. Door aandrukking van de puntvormige kop tegen de omtreksrand kan de belaste toestand bereikt worden. Het ringvormige flensdeel van een veerkrachtig materiaal zorgt op eenvoudige wijze ervoor dat de diameter van de doorvoeropening, door aandrukking van de puntvormige kop daarop, groter kan worden. Daarmee zijn het eerste oormerkdeel en het tweede oormerkdeel in een gekoppelde toestand te 20 brengen. Het ringvormige flensdeel omvat tevens een aanslagvlak waartegen het door een onderzijde van de basis van de puntvormige kop gevormde aanslagvlak kan rusten in een gekoppelde toestand. In de gekoppelde toestand wordt daarmee voorkomen dat een belaste toestand van de koppelopening kan optreden, doordat de puntvormige kop niet meer in radiale richting een kracht uit kan oefenen op de 25 omtreksrand. Een zodanige elastische vervorming van het ringvormig flensdeel, dat de puntvormige kop via de koppelopening weer naar buiten toe gedreven kan worden, wordt hiermee vermoeilijkt. Hierdoor wordt een relatief goede borging verkregen. Daarmee wordt een verbeterd oormerk verkregen.
Opgemerkt wordt dat de onderhavige uitvinding toestaat om het 30 tweede oormerkdeel uit één stuk te vervaardigen. Daartoe kan een op zich bekende spuitgietmethode gebruikt worden. Het ringvormig flensdeel zorgt voor een ondersnijding in het tweede oormerkdeel. Echter, doordat het ringvormig flensdeel flexibel is uitgevoerd, kan de gebruikte mal probleemloos verwijderd worden na het 3 spuitgietproces. Daarmee kan het tweede oormerkdeel in één spuitgiethandeling vervaardigd worden, waardoor dit efficiënter geproduceerd kan worden.
In een uitvoering, vormt een bovenzijde van het ringvormig flensdeel een aanslagvlak voor de basis van de puntvormige kop vormt. De bovenzijde van het 5 ringvormig flensdeel is aangrenzend aan de binnenste omtreksrand gelegen. De bovenzijde strekt zich in hoofdzaak loodrecht op de binnenste omtreksrand uit, zodat de puntvormige kop, in de gekoppelde toestand, de diameter van het flensvormig deel niet kan vergroten.
Om een goede weerstand tegen vervorming te krijgen, heeft het de 10 voorkeur dat in de gekoppelde toestand de basis van de puntvormige kop in hoofdzaak volledig aanligt tegen het aanslagvlak. Het relatief grote oppervlak voorkomt dat vervorming of translatie van het ringvormig flensdeel mogelijk is.
Bij voorkeur heeft het ringvormig flensdeel een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede. Dit zorgt er op doeltreffende wijze voor dat radiale 15 expansie (groter worden van de diameter van de doorvoeropening) mogelijk is door het aandrukken van de puntvormige kop tegen de omtreksrand, maar dat radiale expansie door uitoefening van een kracht evenwijdig aan de omtreksrand niet mogelijk is.
Bij voorkeur is de bovenzijde van het ringvormig flensdeel in 20 hoofdzaak in één vlak gelegen. De bovenzijde is daardoor vlak uitgevoerd. De bij voorkeur vlakke onderzijde van de basis van de flensvormige kop kan daar in zeer goede mate op aanliggen. Tevens voorkomt de vlakke uitvoering dat een translerende beweging van het ringvormig flensdeel mogelijk is. Ook is een dergelijke uitvoering eenvoudig te fabriceren.
25 Om een grotere weerstand tegen ontkoppeling te verkrijgen, heeft het de voorkeur wanneer de koppelopening in hoofdzaak cirkelvormig is.
In een de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm, is het langwerpig orgaan voorzien van een verzwakte zone voor ter plaatse van de verzwakte zone kunnen breken van het langwerpig orgaan. Deze verzwakte zone zorgt ervoor dat bij 30 het proberen te ontkoppelen van het eerste oormerkdeel en het tweede oormerkdeel, het langwerpig orgaan niet zonder meer, of althans bij voorkeur niet ongeschonden, losgenomen kan worden. Door de verzwakte zone zal het langwerpig orgaan breken, waardoor de puntvormige kop zal achterblijven in het tweede oormerkdeel. Hierdoor 4 wordt de opneemruimte van het tweede oormerkdeel bezet, waardoor een aanvullend eerste oormerkdeel niet meer plaatsbaar is in het tweede oormerkdeel. Daarbij wordt opgemerkt dat normaal gesproken zowel het eerste oormerkdeel als het tweede oormerkdeel is voorzien van het betreffende (unieke) identificatie-teken, zoals 5 bijvoorbeeld een registratienummer, alhoewel andere identificatie-tekens ook denkbaar zijn. Met andere woorden door het afbreken van de puntvormige kop op het eerste oormerkdeel, en het achterblijven van de puntvormige kop in het tweede oormerkdeel, kan het bijbehorende identificatie-teken niet nogmaals gebruikt worden.
Daarbij is het mogelijk dat de verzwakte zone wordt gevormd door 10 een deel van het langwerpig orgaan dat een verkleinde diameter heeft. Ter plaatse van de verkleinde diameter dient het materiaal een relatief kleiner doorsnede-oppervlak te bezitten. Hierdoor worden de optredende spanningen in het materiaal, ter plaatse van de verzwakte zone, groter. Dit leidt ertoe dat een eventuele breuk van het materiaal ter plaatse van de verzwakte zone zal optreden. De verzwakte zone is 15 daarbij bij voorkeur nabij de puntvormige kop gelegen, zodanig dat de opneemruimte van het tweede oormerkdeel althans nagenoeg volledig wordt opgevuld.
Alternatief, of aanvullend, is het mogelijk dat de verzwakte zone wordt gevormd door een deel van het langwerpig orgaan waarvan de materiaaleigenschappen lokaal zijn gewijzigd. Te denken valt bijvoorbeeld aan een 20 lokale behandeling van het materiaal, zodanig dat de materiaaleigenschappen veranderen, bijvoorbeeld door een hittebehandeling, of een lokale voor-deformatie.
Om het oormerk te vereenvoudigen, heeft het de voorkeur dat de combinatie van het eerste plaatvormige deel en het langwerpig orgaan deel uitmaken van een eerste enkelvoudig onderdeel. Het eerste plaatvormige deel en het 25 langwerpig orgaan zijn bij voorkeur integraal met elkaar verbonden. Het eerste enkelvoudig onderdeel kan gevormd zijn door middel van spuitgieten. Bij voorkeur wordt het eerste enkelvoudig onderdeel gevormd door middel van het onder hoge druk injecteren van een polyurethaan, of een soortgelijk materiaal, in een daartoe geschikte mal.
30 Bij nog meer voorkeur maken de combinatie van het eerste plaatvormige deel, het langwerpig orgaan en ten minste een deel van de puntvormige kop deel uit van het eerste enkelvoudig onderdeel. Dit vereenvoudigt de constructie van het oormerk.
5
De puntvormige kop van het eerste oormerkdeel is opneembaar in het tweede oormerkdeel. Bij voorkeur is het tweede oormerkdeel daartoe voorzien van een busvormig deel dat ter plaatse van de koppelopening is verbonden met het tweede plaatvormige deel, waarbij het inwendige van het busvormige deel een 5 grotere diameter heeft dan de diameter van de puntvormige kop en benaderbaar is via de koppelopening.
Volgens een belangrijk aspect van de uitvinding is ten minste het tweede oormerkdeel voorzien van een met de koppelopening verbonden wondvochtopening voor het daardoor laten ontwijken van wondvocht. Hierdoor kan 10 het wondvocht afgevoerd worden, waardoor de wond na het aanbrengen van het oormerk, minder kans heeft om te gaan ontsteken. De ten minste ene wondvochtopening voor het daardoor laten ontwijken van wondvocht is bij voorkeur voorzien tegenover de koppelopening. De ten minste ene wondvochtopening kan voorzien zijn in de wand of bodem van het busvormig deel. De wondvochtopeningen 15 kunnen daarbij bij voorkeur als doorgaande boringen in een wand of bodem van het busvormig deel voorzien zijn.
Het inwendige van het busvormig deel is daarbij bij voorkeur zodanig vorm gegeven dat het wondvocht eenvoudig is af te voeren, en/of dat het wondvocht eenvoudig kan opdrogen, met als doel dat de wond sneller kan genezen. Het is 20 daarbij denkbaar dat het inwendige een in hoofdzaak trapezium-vormige dwarsdoorsnede heeft. In samenwerking met de puntvormige kop van het eerste oormerkdeel wordt, in een gekoppelde toestand, aldus een wegvoerkanaal gevormd. Dit wegvoerkanaal is bepaald door een inwendig oppervlak van het busvormig deel en een uitwendig oppervlak van de puntvormige kop. Het wegvoerkanaal voert in de 25 richting van de wondvochtopeningen.
Het moge overigens duidelijk zijn voor de vakman dat de toepassing van een wondvochtopening niet beperkt is tot een specifieke uitvoeringsvorm van een oormerk, maar dat deze in principe bij elk oormerk toepasbaar is. De aanvrager behoudt zich derhalve het recht voor dit aspect van de uitvinding middels een of 30 meer afzonderlijke octrooiaanvrage(n) te beschermen.
Voor het verder vereenvoudigen van de constructie van het oormerk, heeft het de voorkeur dat de combinatie van het tweede plaatvormige deel en het busvormig deel deel uitmaken van een tweede enkelvoudig onderdeel. Dit tweede 6 enkelvoudig onderdeel kan een integraal onderdeel zijn, zoals hierboven reeds beschreven is voor het eerste enkelvoudig onderdeel.
Ook hier geldt dat het tweede enkelvoudige onderdeel een spuitgegoten product kan betreffen. Dit spuitgegoten product kan wederom een 5 spuitgegoten product van een polyurethaan zijn. Het tweede integraal onderdeel is eenvoudig te vervaardigen met behulp van een op zich bekende spuitgiettechniek. Daarmee kan het tweede oormerkdeel in één keer vervaardigd worden. Overigens kan ook het eerste deel een integraal onderdeel zijn, dat vervaardigd is door middel van een op zich bekende spuitgiettechniek.
10
Navolgend zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde figuurbeschrijving en de bijgevoegde figuren, waarin tonen: figuur 1 a tot 1 d: diverse aanzichten van het eerste oormerkdeel; figuur 2a tot 2f: aanzichten van het tweede oormerkdeel; 15 figuur 3 tot 3 c: aanzichten van het eerste oormerkdeel en het tweede oormerkdeel in een ontkoppelde toestand; figuur 4a tot 4c: aanzichten van het oormerk met het eerste oormerkdeel en het tweede oormerkdeel in een gekoppelde toestand; figuur 5a tot 5c: aanzichten van het oormerk met het tweede oormerkdeel en het 20 eerste oormerkdeel dat ter plaatse van de verzwakte zone is afgebroken.
Figuur 1a toont een aanzicht in perspectief van een eerste oormerkdeel 10 voor een oormerk 1 volgens de onderhavige uitvinding. Het eerste 25 oormerkdeel 10 omvat een eerste plaatvormig deel 15. Nabij een eerste zijde van dit eerste plaatvormige deel 15 is een koppelorgaan 11 in de vorm van een mannelijk deel 13 voorzien. Dit koppelorgaan 11 strekt zich uit vanaf de door de eerste plaatvormig deel 15 gevormde basis. Zoals te zien is in figuur 1a omvat dit mannelijk deel een langwerpig orgaan 14, dat aan de bovenzijde daarvan voorzien is van een 30 puntvormige kop 17. De onderzijde van de puntvormige kop 17 heeft een relatief grote diameter, die groter is dan de diameter van het langwerpig orgaan 14. De onderzijde vormt tevens een aanslagvlak 41, zoals verderop verder zal worden toegelicht. Figuur 1b toont ter verduidelijking een bovenaanzicht van dit eerste 7 oormerkdeel 10. Figuur 1c toont een zijaanzicht van het eerste oormerkdeel 10, waarbij figuur 1d een aanzicht in doorsnede volgens lijn ld van figuur 1c toont. Onder verwijzing naar deze figuren is te zien dat het mannelijk deel 13 van het koppelorgaan 11 zich in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van de basis 15 uitstrekt.
5 Nabij de puntvormige kop is, aan een onderzijde van de puntvormige kop 17, een verzwakte zone 19 voorzien. Onder verwijzing naar figuur 1 d, is te zien dat deze verzwakte zone in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld gevormd wordt door een gedeelte van het langwerpig orgaan 14 dat een verkleinde diameter heeft. Dit gedeelte 19a is op te vatten als een kunstmatig gevormde insnoering. Door het 10 relatief kleine materiaaloppervlak ter plaatse van dit verzwakte deel 19, zullen de optredende spanningen in het materiaal bij een belasting van het langwerpig orgaan 14, ter plaatse van de verzwakte zone, groter zijn dan de spanningen in het overig deel van het langwerpig orgaan. Het moge overigens duidelijk zijn dat de verzwakte zone ook weggelaten kan zijn, of dat deze op andere wijze vormgegeven kan zijn. Zo 15 is het bijvoorbeeld mogelijk dat het materiaaloppervlak ter plaatse van de verzwakte zone kleiner is dan het materiaaloppervlak in de overige delen van het langwerpig orgaan 14, zonder dat daarbij de diameter het kleinst is. Ook is het mogelijk dat de verzwakte zone wordt gevormd door een deel van het langwerpig orgaan waarvan de materiaaleigenschappen lokaal zijn gewijzigd, bijvoorbeeld door verhitting, 20 voorspanning, of een andere materiaalbehandeling. Fig. 1d toont tevens dat het langwerpig orgaan hol is uitgevoerd. Daarbij is een trapvormig verloop in het binnenste oppervlak aanwezig. Het moge echter duidelijk zijn dat dit verloop ook continu kan zijn.
Figuren 2a tot 2f tonen aanzichten van een tweede oormerkdeel 20 25 dat is ingericht om samen te werken met het eerste oormerkdeel 10 zoals omschreven aan de hand van figuur 1. Figuur 2a toont daarbij een aanzicht in perspectief van het tweede oormerkdeel 20. Het tweede oormerkdeel 20 omvat een tweede plaatvormig deel 25, waarvandaan tweede koppelmiddelen zich uitstrekken. Aan een bovenzijde en aan een onderzijde van een nabij de koppelmiddelen 21 30 voorziene bus 26 zijn wondvochtafvoeropeningen 28 voorzien. Figuur 2b toont een detail van een bovenzijde van het tweede koppelmiddel 21, waarbij een doorschijnend aanzicht gebruikt is, zodanig dat het inwendige van het tweede koppelmiddel 21 ook goed zichtbaar is. Aan een onderzijde van de figuur is een 8 ringvormig flensdeel 22 zichtbaar. Dit ringvormige flensdeel is van een elastisch vervormbaar materiaal gemaakt, en kan bijvoorbeeld uit een polyurethaan vervaardigd zijn. De binnenste omtreksrand 24 vormt een koppelopening 23. Het materiaal aan de bovenzijde van het ringvormig flensdeel, dat grenst aan de 5 omtreksrand 24, vormt een tweede aanslagvlak 42, waartegen het eerste aanslagvlak 41 van het eerste koppelmiddel 11 kan rusten, in de gekoppelde toestand van het eerste oormerkdeel met het tweede oormerkdeel.
In een niet getoonde uitvoeringsvorm, zijn de wondvochtopeningen 28 enkel en alleen aan de bovenzijde (verder aangeduid als bodem) van het 10 busvormig deel 26 voorzien. De nokvormige wondvochtopeningen 28 aan de basis van het busvormig deel zijn dan weggelaten. De wondvochtopeningen 28 zijn dan tegenover de koppelopening 23 geplaatst.
Aan een bovenzijde van de koppelopening 23 is een busvormig deel 26 voorzien. Dit busvormig deel is hol uitgevoerd, waardoor aan de binnenzijde een 15 inwendige 29 gevormd is waarin de puntvormige kop 17 van het eerste oormerkdeel opneembaar is. Het busvormige deel is tevens voorzien van enkele wondvochtopeningen 28, via welke wondvocht het oormerk kan verlaten. Hierdoor wordt de kans op infecties aan het oor kleiner.
Figuur 2c toont een zijaanzicht van het tweede oormerkdeel 20, en 20 figuur 2d toont een aanzicht in doorsnede volgens lijn lid van figuur 2c. Daarbij is goed te zien hoe de koppelopening 23 is voorzien in het plaatvormige deel 25, en dat hier een ringvormig flensdeel 22 gevormd is, waarvan een binnenste omtreksrand 24 de koppelopening 23 begrensd. Aan de bovenzijde van het ringvormig flensdeel 22 is het tweede aanslagvlak 42 gevormd. Aan de bovenzijde van het tweede plaatvormig 25 deel 25, ter plaatse van de opening 23, strekt zich het busvormig deel 26 uit. Dit busvormig deel 26 heeft het inwendige 29 waarbinnen de puntvormige kop 17 opneembaar is. Het busvormig deel 26 vormt een bescherming tegen een frauduleus losmaken van de oormerkdelen 10, 20.
Figuur 2e en figuur 2f tonen een bovenaanzicht, en een detail 30 daarvan, respectievelijk van het tweede oormerkdeel 20 volgens de onderhavige uitvinding. Hier is goed de positie van de verschillende wondvochtopeningen te zien. Het moge overigens duidelijk zijn dat aanvullende wondvochtopeningen denkbaar zijn. Ook kan de positie van de wondvochtopeningen 28 variëren.
9
Figuur 3 tot en met 5 tonen het oormerk in een ontkoppelde toestand, een gekoppelde toestand, en een wederom ontkoppelde toestand, respectievelijk.
Figuur 3a tot en met 3c tonen daarbij hoe de puntvormige kop 17 5 van het eerste oormerkdeel 10 relatief ten opzichte van het tweede oormerkdeel 20, en diens invoeropening 23 geplaatst dient te worden. De bevestiging geschiedt bij voorkeur in een richting die parallel is aan de axiale as van het ringvormig flensdeel 22.
Bij het verder in de bevestigingsrichting naar boven voeren van de 10 puntvormige kop met het langwerpige orgaan 14, zal de toestand zoals getoond in figuren 4a tot en met 4c bereikt worden. Met name hier is goed te zien dat de puntvormige kop is opgenomen in het inwendige 29 van het busvormige deel 26. Daarbij rust het eerste aanslagvlak 41 op het tweede aanslagvlak 42 (zie met name figuur 3c voor de wijzingscijfers), waarbij het tweede aanslagvlak 42 gevormd is door 15 de bovenzijde van het ringvormig flensdeel 22.
Wanneer nu aan het eerste oormerkdeel 10 getrokken wordt, om het eerste oormerkdeel los te maken van het tweede oormerkdeel 20, zal de omtreksrand 24 nauwelijks kunnen vervormen, doordat de puntvormige kop en het tweede aanslagvlak 42 teveel weerstand tegen vervorming bieden, en doordat op die wijze 20 een radiale vervorming of expansie van het ringvormig flensdeel 22 nauwelijks tot stand gebracht kan worden. De bij voorkeur toegepaste insnoering 19, of de eventueel op een andere wijze vormgegeven verzwakte zone 19, zorgt ervoor dat bij een voldoende grote kracht, het langwerpig orgaan 14 ter plaatse van de verzwakte zone zal breken. Dit resulteert in de situatie zoals getoond in figuren 5a tot 5c. Het 25 eerste oormerkdeel 10 is losgenomen ten opzichte van het tweede oormerkdeel 20, maar daarbij is de kop 17 van het eerste oormerkdeel 10 achtergebleven in het inwendige 29 van de bus 26. Het relatief grote tweede aanslagvlak 42, en het ringvormige karakter daarvan, zorgt ervoor dat de puntvormige kop 17 ook niet verwijderbaar is uit het inwendige 29 van het tweede oormerkdeel 20. Dit zorgt ervoor 30 dat het tweede oormerkdeel niet meer bruikbaar is, waarmee fraude wordt tegengegaan. Daarbij wordt opgemerkt dat telkens het eerste oormerkdeel 10 en het tweede oormerkdeel 20 voorzien zijn van het overeenkomstige identificatieteken, zoals bijvoorbeeld het registratienummer.
10
Met bovenstaande zal duidelijk zijn dat door de onderhavige uitvinding een verbeterd oormerk verkregen wordt, met name doordat het tweede oormerkdeel zodanig is uitgevoerd dat deze door middel van een spuitgietproces uit één stuk te vervaardigen is. Alhoewel er een ondersnijding in het ontwerp aanwezig 5 is, zorgt het flexibel zijn van het ringvormig flensdeel ervoor dat het toegepaste maldeel na uitharding van het tweede oormerkdeel zonder problemen (en met name zonder schade aan het tweede oormerkdeel) verwijderd kan worden. Daarentegen is het eerste oormerkdeel bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat deze juist niet zonder schade van het tweede oormerkdeel verwijderd kan worden.
10 Het moge overigens duidelijk zijn voor de vakman dat hetgeen hierboven omschreven is, slechts uitvoeringvoorbeelden van de uitvinding betreffen. Binnen het kader van de onderhavige uitvinding zijn velerlei aanpassingen en modificties denkbaar, welke mogelijk binnen de beschermingsomvang van de aangehechte conclusies vallen.
15

Claims (17)

1. Oormerk (1) omvattende een eerste oormerkdeel (10) en een tweede oormerkdeel (20) waarbij het eerste oormerkdeel (10) eerste koppelmiddelen 5 (11) omvat en het tweede oormerkdeel (20) tweede koppelmiddelen (21) omvat, welke eerste koppelmiddelen (11) en tweede koppelmiddelen (21) zijn ingericht voor onderlinge koppelende samenwerking voor het onontkoppelbaar koppelen van het eerste oormerkdeel (10) en het tweede oormerkdeel (20), waarbij de eerste koppelmiddelen (11) een mannelijk deel (13) omvatten, welk mannelijk deel (13) een 10 langwerpig orgaan (14) omvat dat aan een eerste uiteinde is verbonden met een eerste plaatvormig deel (15) van het eerste oormerkdeel (10) en dat aan een, tegenover het eerste uiteinde gelegen, tweede uiteinde voorzien is van een puntvormige kop (17) met ten minste aan een basis (41) van de puntvormige kop een diameter die groter is dan de diameter van het langwerpig orgaan (14), waarbij de 15 tweede koppelmiddelen (21) een met een tweede plaatvormig deel (25) van het tweede oormerkdeel (20) verbonden, in hoofdzaak ringvormig, flensdeel (22) van een veerkrachtig materiaal omvatten, waarbij de tweede koppelmiddelen (21) een door een binnenste omtreksrand (24) van het in hoofdzaak ringvormige flensdeel (22) begrensde koppelopening (23) omvatten, waarbij de koppelopening (23) in onbelaste 20 toestand een diameter heeft die kleiner is dan de diameter van de basis van de puntvormige kop (17) en in, door aandrukking van de puntvormige kop (17) tegen de omtreksrand (24), belaste toestand een diameter kan aannemen die ten minste gelijk is aan de diameter van de basis van de puntvormige kop (17) zodat de puntvormige kop (17) de omtreksrand (23) kan passeren voor het in een gekoppelde toestand 25 brengen van het eerste oormerkdeel (10) en het tweede oormerkdeel (20).
2. Oormerk (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een bovenzijde (42) van het ringvormig flensdeel (22) een aanslagvlak (42) voor de basis (41) van de puntvormige kop (17) vormt.
3. Oormerk (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat in de 30 gekoppelde toestand de basis (41) van de puntvormige kop (17) in hoofdzaak volledig aanligt tegen het aanslagvlak (42).
4. Oormerk volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de bovenzijde (42) van het ringvormig flensdeel (22) in hoofdzaak in één vlak gelegen is.
5. Oormerk (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de koppelopening in hoofdzaak cirkelvormig is.
6. Oormerk (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het 5 kenmerk, dat het langwerpig orgaan (14) een verzwakte zone (19) heeft voor het ter plaatse van de verzwakte zone (19) kunnen breken van het langwerpig orgaan (14).
7. Oormerk volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de verzwakte zone (19) wordt gevormd door een deel (19a) van het langwerpig orgaan (14) dat een verkleinde diameter heeft.
8. Oormerk volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de verzwakte zone (19) wordt gevormd door een deel van het langwerpig orgaan (14) waarvan de materiaaleigenschappen lokaal zijn gewijzigd.
9. Oormerk volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de combinatie van het eerste plaatvormige deel (15) en het langwerpig 15 orgaan (14) deel uitmaken van een eerste enkelvoudig onderdeel (10).
10. Oormerk volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de combinatie van het eerste plaatvormige deel (15), het langwerpig orgaan (14) en ten minste een deel van de puntvormige kop (17) deel uitmaken van het eerste enkelvoudig onderdeel (10).
11. Oormerk volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat het eerste enkelvoudige onderdeel (10) een spuitgegoten product betreft.
12. Oormerk volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede oormerkdeel (20) is voorzien van een busvormig deel (26) dat ter plaatse van de koppelopening (23) is verbonden met het tweede plaatvormige 25 deel (25), waarbij het inwendige (29) van het busvormige deel (26) een grotere diameter heeft dan de diameter van de puntvormige kop (17) en benaderbaar is via de koppelopening (23).
13. Oormerk volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat ten minste één wondvochtopening (28) voor het daardoor laten ontwijken van wondvocht is voorzien 30 tegenover de koppelopening (23).
14. Oormerk volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat inde wand of bodem van het busvormig deel (26) de ten minste ene wondvochtopening (27) is voorzien.
15. Oormerk volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de combinatie van het tweede plaatvormig deel (25) en het busvormig deel (26) deel uitmaken van een tweede enkelvoudig onderdeel (20).
16. Oormerk volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het tweede 5 enkelvoudige onderdeel (20) een spuitgegoten product betreft.
17. Gebruik van een oormerk volgens een van de voorgaande conclusies. 10
NL2007846A 2011-11-23 2011-11-23 Oormerk. NL2007846C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2007846A NL2007846C2 (nl) 2011-11-23 2011-11-23 Oormerk.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2007846 2011-11-23
NL2007846A NL2007846C2 (nl) 2011-11-23 2011-11-23 Oormerk.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2007846C2 true NL2007846C2 (nl) 2013-05-27

Family

ID=45929572

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2007846A NL2007846C2 (nl) 2011-11-23 2011-11-23 Oormerk.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2007846C2 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4597208A (en) * 1983-08-25 1986-07-01 Chevillot Cattle identification tag
US4920671A (en) * 1985-02-22 1990-05-01 Y-Tex Corporation Male component for two-piece animal ear tag
US4958452A (en) * 1989-09-27 1990-09-25 Zoecon Corporation Animal identification ear tag assembly
FR2818091A3 (fr) * 2000-04-10 2002-06-21 Sodex Etiquette d'identification pour animaux, en particulier pour betail
DE202004011020U1 (de) * 2004-07-14 2005-11-24 Gepe-Geimuplast Gmbh Ohrmarke zum Markieren von Tieren
FR2909835A1 (fr) * 2006-12-19 2008-06-20 Raymond Et Cie Soc En Commandi Etiquette auriculaire d'identification pour animal.
US7895776B2 (en) * 2005-10-13 2011-03-01 Allflex Europe Sas Ear tag for identification of an animal, comprising a deformable element for accomodating a pin

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4597208A (en) * 1983-08-25 1986-07-01 Chevillot Cattle identification tag
US4920671A (en) * 1985-02-22 1990-05-01 Y-Tex Corporation Male component for two-piece animal ear tag
US4958452A (en) * 1989-09-27 1990-09-25 Zoecon Corporation Animal identification ear tag assembly
FR2818091A3 (fr) * 2000-04-10 2002-06-21 Sodex Etiquette d'identification pour animaux, en particulier pour betail
DE202004011020U1 (de) * 2004-07-14 2005-11-24 Gepe-Geimuplast Gmbh Ohrmarke zum Markieren von Tieren
US7895776B2 (en) * 2005-10-13 2011-03-01 Allflex Europe Sas Ear tag for identification of an animal, comprising a deformable element for accomodating a pin
FR2909835A1 (fr) * 2006-12-19 2008-06-20 Raymond Et Cie Soc En Commandi Etiquette auriculaire d'identification pour animal.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8701317B2 (en) Auricular livestock identification tag
USD641697S1 (en) Convection cooled frequency converter
US7445297B2 (en) Wheel assembly for mounting to an axle of a wheeled product
CN109735254A (zh) 贴膜及贴膜方法
USD605641S1 (en) Waveguide assisted strip antenna for RFID tags
NL2007846C2 (nl) Oormerk.
USD910938S1 (en) Pet ramp
BR112017016386B1 (pt) Embalagem reutilizável e artigo de armazenagem
CA2236077C (en) An animal ear tag
USD618127S1 (en) Portion of a strap
JP2008148603A (ja) ペット用トイレ
EP3589877B1 (en) Quick connector
NL2019568B1 (en) Animal ear tag system
AU2006272132B2 (en) Ear tag for identifying animals
EP2596700A2 (en) Animal identification device
USD853362S1 (en) RFID reader for RFID tags
JP2010220795A (ja) 合成樹脂製バックル
WO2016191794A1 (en) "animal rfid tag"
USD892595S1 (en) Lever for a latch
NL9200027A (nl) Oormerk met klikverbinding.
AU2008222378A1 (en) Improvement for identifying animals
CN202418161U (zh) 一种定位销
KR101081869B1 (ko) 감합단추
USD828812S1 (en) Pull tab for an optical fiber connector
KR101696053B1 (ko) 미끄럼방지 옷걸이

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20161201