NL2007798C2 - Voertuig voor transport van samengeperste lading, en werkwijze van beladen en ontladen. - Google Patents

Description

P96602NL00

Titel: Voertuig voor transport van samengeperste lading, en werkwijze van beladen en ontladen

De uitvinding heeft betrekking op een persvoertuig, dat wil zeggen een voertuig, zoals een trailer, voor transport van samengeperste lading, waarbij het persvoertuig ingericht is om de lading bij het beladen in samengeperste toestand te brengen. De uitvinding heeft tevens betrekking 5 op een werkwijze voor het beladen van een persvoertuig. De lading kan bijvoorbeeld bestaan uit schuimblokken.

Met een persvoertuig kan een lading getransporteerd worden die bij het beladen aanvankelijk hoger is dan de hoogte van het dak van het voertuig tijdens het transport. Het dak kan gebruikt worden om de lading 10 samen te persen. Daartoe is het persvoertuig voorzien van persunits waarmee het dak boven het hoogste punt van de wanden geheven kan worden, en vervolgens naar de ondervloer kan worden getrokken. De lading wordt ingebracht als het dak in zijn hoge stand staat, en samengeperst door de neerwaartse beweging van het dak.

15 De slag van het dak (de haalbare hoogte boven de bovenkant van de wanden van het voertuig) is een beperkende factor voor de haalbare hoogte van de lading. Maar door tevens gebruik te maken van een tussenvloer kan de totale hoogte van de lading worden vergroot zonder dat de slag van het dak vergroot hoeft te worden. In een voertuig met zo’n 20 tussenvloer kunnen persunits de tussenvloer heffen en vervolgens naar de ondervloer trekken. Een deel van de lading wordt ingebracht tussen de ondervloer en de tussenvloer, terwijl de tussenvloer in een verhoogde positie is en samengeperst door de neerwaartse beweging van de tussenvloer. Vervolgens kan de rest van de lading ingebracht worden tussen de 25 tussenvloer en het dak, terwijl het dak in een verhoogde positie staat en vervolgens samengeperst door de neerwaartse beweging van het dak. De 2 totale hoogte van de lading wordt zodoende vergroot doordat een deel van de lading al wordt samengeperst voordat het bovenste deel van de lading geladen wordt. Daardoor is de maximale hoogte van de lading tijdens het laden lager dan wanneer alle lading ineens zou worden samengeperst. In 5 principe kan de totale hoogte van de lading nog verder vergroot worden door vergelijkbaar gebruik van meerdere tussen vloeren, waarmee telkens een deel van de lading samengeperst wordt.

Bij het gebruik van één of meer tussenvloeren kan het aantal persunits beperkt worden door de tussenvloer tijdelijk aan het dak te 10 koppelen met persstangen, die de beweging van het dak overbrengen op de tussenvloer. Zodoende kan worden volstaan persunits die het dak aandrijven. Door de tussenvloer met grendels aan de persstangen te koppelen kan de tussenvloer door beweging van het dak in de verhoogde positie gebracht worden en neerwaartse bewogen worden voor het 15 samenpersen. Vervolgens kan de tussenvloer aan de wand vergrendeld worden, en losgekoppeld van de persstangen, zodat met dezelfde persunits het dak omhoog ten opzichte van de tussenvloer geheven kan worden en lading tussen het dak en de tussenvloer geperst kan worden.

De maximale hoogte van het dak is echter een beperkende factor. 20 Deze hoogte wordt beperkt door de maximale hoogte die met de persunits bereikt kan worden. Omdat de persunits op het voertuig zijn aangebracht, bijvoorbeeld in de wanden, en tijdens transport onder de lage positie van het dak moeten passen is de hoogte van de persunits beperkt. Daarvan kan ook een deel van de beschikbare hoogte verloren omdat extra ruimte onder het 25 dak nodig is om het voertuig te beladen. Weliswaar kan het voertuig worden voorzien van transportbanden om de lading van het achterportaal verder te transporteren, maar bij het achter portaal is extra ruimte nodig.

In een trailer kan extra ruimte worden voorzien door de persunits buiten de zwanenhals (het voorste deel van de trailer boven de 30 koppelschotel voor de trekker; (Engels: goose neck)) een grotere slag te 3 geven, waarvoor ruimte is omdat de wanden daar hoger zijn. Door de grotere slag kan het dak kan boven het achterportaal hoger geheven worden dan boven de zwanenhals, dus schuin aflopend naar voren. Zodoende ontstaat een wigvormige ruimte tussen het dak en de laadvloer, die bij het 5 achterportaal meer ruimte geeft voor het beladen.

De persunits kunnen bijvoorbeeld voorzien worden van een mechanisch in serie geschakelde reeks van meerdere hydraulische cilinderzuiger combinaties, om telescopisch een zo groot mogelijk hoogte in uitgestrekte toestand te combineren met de beperkte hoogte in de wand in 10 de ingetrokken toestand. De hoogte van de wand beperkt echter ook de lengte van de persstang waarmee de perskracht van het dak op de tussenvloer wordt overgebracht. Het is wensehjk dat de persstang bij het persen met de tussenvloer in een geleiding in de wand van de trailer loopt, om dwarskrachten op te vangen. Ook dit kan de hoogte beperken.

15 Het blijkt echter toch mogelijk te zijn de werkbare hoogte te vergroten door het dak zo hoog te heffen dat de perstang geheel uit de wand is bij het begin van het persen. De perskracht neemt bij het persen geleidelijk toe, naarmate de lading meer wordt samengeperst. Bij het begin van het persen zijn de dwarskrachten zodoende nog klein en hoeft de 20 persstang nog niet door de geleider in de wand te lopen. De persstang kan worden voorzien van een overnamebalk die ervoor zorgt dat de persstang tijdens het persen weer naar de geleider in de wand gevoerd wordt voor het deel van het traject waar de grootste perskracht gebruikt wordt. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden bij het samenpersen tussen de tussenvloer en 25 de ondervloer en/of bij het samenpersen tussen het dak en de tussenvloer, waardoor meer hoogte beschikbaar komt.

Het voertuig kan worden voorzien van een transportband in de ondervloer om zonder verlies aan hoogte lading van het achterportaal naar voren te transporteren. Dit heeft echter het nadeel dat het voertuig niet 30 gebruikt kan worden voor het transport van lading, zoals een pallet, die de 4 transportband zou kunnen beschadigen. Om dergelijk transport toch mogelijk te maken wordt de transportband bijvoorkeur zo uitgevoerd dat hij geheel in de ondervloer kan worden gerold.

5 Korte figuurbeschrijving

Deze en andere doelen en voordelige aspecten van de perstrailer worden geïllustreerd aan de hand van een beschrijving van voorbeelden van uitvoeringsvormen, onder verwijzing naar de volgende figuren: 10 Figuur la,b tonen schematische aanzichtten van een trailer

Figuur 2a illustreert de slag van verschillende persunits Figuur 2b illustreert een wigvormige laadopening Figuren 3-8 illustreren een perscyclus Figuur 9 en 10 tonen een persunit 15 Figuur 11 en 12 tonen een overnamebalk gekoppeld aan de persstang

Figuur 13 toont de trekas in 2 posities

Figuur 14 en 15 tonen de transportband bij het achterportaal van de trailer.

20 Figuur 16 toont het achterportaal met weggehaalde klep

Gedetailleerde beschrijving van uitvoeringsvormen

Figuur la toont een achteraanzicht van een trailer, met een 25 onderste laadvloer 10, een tussenvloer 12, een dak 14, wanden 16, eerste grendels 17, tweede grendels 18 en persstangen 20. De eerste en tweede grendels 17, 18 dienen voor vergrendeling van tussenvloer 12 aan respectievelijk persstangen 20 en wanden 16. De eerste en tweede grendels 17, 18 worden bijvoorbeeld gevormd door uitschuifbare pennen, die in 30 corresponderende openingen in de zijkanten van tussenvloer 12 geschoven 5 kunnen worden. Eerste grendels 17 zijn aan persstangen 20 gekoppeld. Tweede grendels 18 zijn aan wanden 16 gekoppeld, lager dan de bovenkant van wanden 16, bijvoorbeeld halverwege de bovenkant van wanden 16 en onderste laadvloer 10. Persstangen 20 zijn aan dak 14 bevestigd en strekken 5 zich omlaag uit.

Figuur lb toont een zijaanzicht van de trailer. In de wanden 16 zijn persunits 19 voorzien die aan dak 14 gekoppeld zijn. De koppeling wordt schematisch met lijnen 22 aangegeven. Persunits 19 zijn bijvoorbeeld hydraulisch aangedreven persunits. Persunits 19 worden in uitgestrekte 10 toestand getoond, waarbij dak 14 zich boven de bovenkant van wanden 16 bevindt. De trailer kan verder worden voorzien van telescopische stangen (niet getoond) tussen het dak 14 en wanden 16. In een uitvoeringsvorm worden drie persunits 19 per wand 16 gebruikt, ingebouwd in de wand 16. De wanden aan weerszijden van de trailer kunnen elk van drie persunits 19 15 worden voorzien. Er kunnen echter ook meer of minder persunits gebruikt worden, afhankelijk van de lengte van de trailer.

Figuur 2a toont de gebruikte slag van persunits op verschillende posities in een uitvoeringsvorm van de trailer. Zoals getoond in figuur 2a hebben de persunits op de middelste positie een nominale slag, de achterste 20 persunits een grotere slag en de persunits op de voorste positie een kleinere slag. Figuur 2b illustreert dat zodoende een wigvormige ruimte gecreëerd kan worden. Daardoor wordt aan de achterzijde meer ruimte gemaakt voor het inzetten van de blokken, terwijl voorin een persunit gebruikt kan worden die minder hoog is, en daarom makkelijker in is in te passen boven 25 de koppelschotel waarmee de trailer aan een trekker gekoppeld kan worden. In plaats van drie persunits kunnen meer of minder persunits gebruikt worden, bijvoorbeeld twee waarbij dan de voorste een kleinere slag heeft dan de achterste.

6

Algemene beschrijving van het proces

Een zogenaamde “perstrailer” is ontworpen om blokken 5 polyetherschuim te vervoeren. Om zoveel mogelijk blokken in het beschikbare volume te kunnen krijgen worden de blokken in hoogte richting samengeperst. De krachten om de blokken samen te kunnen persen lopen op naar dichtheid van het schuim. Hoe verder het schuim al samen geperst is hoe meer perskracht nodig is om de blokken nog verder te comprimeren. Het 10 samenpersen van de blokken gebeurd in hoogte richting. Het dak van de trailer wordt hydraulisch omhoog bewogen, de blokken van 1,2 m worden in blokken van 4 of 5 hoog gestapeld op de laadvloer geladen en met een met een transportbandsysteem de trailer in getrokken. Het samenpersen van de 9 blokken hoog, gebeurd in 2 stappen. Eerst worden 5 blokken 15 samengeperst, die op de ondervloer geplaatst zijn door middel van een tussenvloer, vervolgens worden op deze tussenvloer nog een lading van 4 blokken hoog geladen en daarna met het dak samengeperst.

De verticale aandrijving c.q. beweging van de tussenvloer wordt geheel tot stand gebracht door de cilinders die ook het dak bewegen. Er is 20 geen extra set cilinders nodig om de grotere slag te realiseren die de tussenvloer moet maken.

Bij het persen van 9 blokken hoog wordt de originele hoogte van 9 blokken (9x1,2 m), 10,80 m terug geperst naar 2,76 m ongeveer 25 % van het oorspronkelijke volume. De constructie van wanden, dak en tussenvloer 25 biedt voldoende stijfheid om de benodigde perskracht op het schuim te kunnen over brengen. De cilinder van in de wanden ingewerkte persunits zijn ontworpen om de benodigde perskracht te kunnen leveren.

Het persen gebeurd in 2 stappen, eerst wordt een laag van 5 blokken, dus 6 m hoog, terug geperst tot 1,4 m door de tussenvloer.

30 Vervolgens een laag van 4 blokken van 4,8 m hoog tot een hoogte van 1,36 7 m. Tussen laadvloer en onderzijde tussenvloer een invoer wordt een hoogte gecreëerd van 6,27 m om de 5 blokken eenvoudig te kunnen inbrengen en tussen tussenvloer en dak (als onderste laag geperst is) een tussen ruimte van 5,0 m om de 4 blokken eenvoudig te kunnen inbrengen.

5 Het dak moet om dit te kunnen bereiken aan de achterzijde een slag van 3,53 m maken. De tussenvloer moet zelfs een totale slag van 4,87 m maken om de ruimtes voor het inbrengen van de schuimblokken te creëren. In de trailer wordt het geheel van bewegingen van dak en tussenvloer worden gereahseerd met 1 cüinder set. De tussenvloer kan op verschillende 10 posities (afstanden) aan het dak met grendels vastgekoppeld worden waardoor met de persunits via het dak de gehele benodigde slag van de tussenvloer gemaakt kan worden. In de figuren 4 en 5 worden de twee koppelposities getoond. Ten eerste de koppelpositie tussenvloer tegen dak (figuur 4). Als tweede de koppel positie tussenvloer op afstand 1,36 m vanaf 15 onderzijde dak (figuur 5). In deze tweede positie kan het schuim tot de onderste positie, 1,4 m van ondervloer, geperst worden.

Figuren 3-8 illustreren de perscyclus aan de hand van achteraanzicht van de trailer in een vlak parallel aan de as-richting van de trailer.

20 1) In een eerste stap (figuur 3) worden dak en tussenvloer aan elkaar gekoppeld en door persunits 19 naar een hoogste stand bewogen. Schuimblokken worden 5 lagen hoog op ondervloer geladen. Er worden 5 kolommen van 5 blokken hoog een voor een in de trailer getrokken met een transportband die op de ondervloer ligt.

25 2) Als de onderlaag geheel gevuld is wordt in een tweede stap (figuur 4) het dak door persunits 19 naar beneden bewogen waarbij de tussenvloer in de beweging meegenomen wordt. Het dak wordt minstens tot de bovenkant van de wanden naar beneden bewogen. Het dak sluit tot op de wanden. De tussenvloer kan aan de wanden vergrendeld worden met een 8 derde stel grendels (niet getoond) aan de bovenkant van wanden 16, en van het dak losgekoppeld.

3) In een derde stap (figuur 5) wordt het dak door persunits 19 nu weer alleen naar boven bewogen naar een omkoppelpositie. Op die positie 5 aangekomen wordt tussenvloer 12 met eerste grendels 17 via persstangen 20 aan dak 14 gekoppeld en vervolgens wordt de eventuele vergrendeling van de tussenvloer aan de wanden gelost. De tussenvloer zit nu weer aan dak gekoppeld maar op afstand 1,36 van de onderzijde van het dak.

4) In een vierde stap (figuur 6). wordt het dak door persunits 19 10 naar beneden geperst waardoor de tussenvloer tussen de wanden meebeweegt. Het dak beweegt totdat het ter hoogte van de bovenkant van de wanden komt en de tussenvloer op een gewenste positie ter hoogte van tweede grendels 18 komt. In deze positie kan de tussenvloer weer in de wanden vergrendeld worden, nu met tweede grendels 18. Het dak wordt dan 15 losgekoppeld van de tussenvloer.

5) In een vijfde stap (figuur 7) wordt het dak weer naar maximale hoogte gebracht, voor het laden van de 2e laag. De blokken worden nu in lagen van 4 hoog op de tussenvloer geladen. De kolommen worden een voor een naar voren getransporteerd met het band transportsysteem op de 20 tussenvloer totdat de gehele tussenvloer gevuld is met 20 blokken bij deze afmetingen.

6) In een zesde stap (figuur 8) wordt met het dak de bovenste laag helemaal samengeperst totdat het dak weer op de wanden aangekomen is. De laad cyclus is nu compleet. Het dak kan aan de bovenkant van de 25 wanden vergrendeld worden om te voorkomen, dat het tijdens de rit op kan lopen door de spanning in de schuimblokken.

Het lossen gaat op dezelfde manier maar dan in omgekeerde volgorde.

9

Het perssysteem

Het perssysteem gebruikt één cilinderbeweging om een slag te 5 realiseren van 3,53m van het dak en een slag van 4,87 m van de tussenvloer, ingebouwd in een inbouwhoogte van 3,07m (dit is dakhoogte tijdens transport minus schotelhoogte). Met de cilinderbeweging wordt een kracht kan geleverd die voldoende is om het schuim tot 25 % van het oorspronkelijk volume terug te persen.

10 Figuur 9 en 10 tonen een persunit respectievelijk in ingetrokken en uitgetrokken toestand. De persunit is ingebouwd in de wand en steekt in de ingetrokken toestand niet buiten de wand. In de een uitvoeringsvorm kunnen drie van dergelijke persunits per wand worden opgenomen.

De persunit bevat een eerste, tweede en derde hydraulische 15 cilinder-zuiger combinatie 1, 2, 3 die telescopisch aan elkaar gekoppeld zijn, de persstang en een geleider van de persstang. Het uiteinde van de telescopisch gekoppelde cihnder-zuiger combinaties is aan het dak (niet getoond) bevestigd. Om de benodigde slag te halen vanuit de beschikbare ruimte van 3,07 m is een cilinder toegepast die drie cilinders bevat die 20 tegengesteld aan elkaar gekoppeld zijn. Om een gelijkmatige beweging te krijgen is het volume van cihnder 1 plus 2 bij voorkeur gelijk aan dat van cilinder 3.

De persstang is vast aan het dak gekoppeld en dient om de kracht voor de verticale bewegingen van het dak aan de tussenvloer over te 25 brengen. Wanneer het dak met de cilinders op of neer bewogen wordt beweegt de persstang mee. Zolang het laagste uiteinde van de persstang onder het niveau van de bovenkant van de wand blijft loopt dit uiteinde door de geleider in de persunit. Daarmee worden dwarskrachten op de persstang opgevangen.

10

Figuur 11 en 12 tonen een overnamebalk gekoppeld aan de persstang. Door de slag en de beschikbare ruimte beweegt het onderste uiteinde van de persstang bij de hoogste stand van het dak tot een hoogte boven de wand van de trailer en dus ook uit geleider in de wand. In de 5 trailer is een overnamebalk aangebracht die automatisch door de persstang meegenomen wordt als het dak omhoog gaat. De overnamebalk brengt de persstang bij het naar beneden bewegen van de persstang weer in de geleider in de persunit.

In de getoonde uitvoeringsvorm bevat de persstang groeven en is 10 de overnamebalk voorzien van een meenemer die in de groeven door de persstang kan glijden. De persstang bevat aanslagen die de meenemer binnen de persstang houden. Binnen de wand van de trailer loopt de overnamebalk in de geleider van de persunit.

In gebruik wordt de persstang met het dak omhoog geduwd.

15 Daarbij kan de meenemer aanvankelijk relatief ten opzichte van de persstang door de groeven omlaag lopen, tot de meenemer stuit op de aanslag. Vervolgens trekt de persstang de overnamebalk mee omhoog, zodat het uiteinde van de overname balk boven de bovenkant van de wand getrokken wordt. Wanneer het dak weer omlaag bewogen wordt drukt de 20 persstang de overnamebalk weer terug naar de geleider, zodat uiteindelijk ook de geleider weer teruggeleid wordt naar de geleider. Bij het persen neemt de benodigde perskracht geleidelijk toe, naarmate de persstang omlaag bewogen wordt en de lading wordt samengeperst. De grootste krachten treden op wanneer het uiteinde van de persstang in de geleider 25 van de persunit loopt, zodat dan dwarskrachten kunnen worden opgevangen. De krachten zijn kleiner wanneer het uiteinde van de persstang buiten de geleider is, zodat in dat stadium geen opvang nodig is.

11

De laadvloer vrij voor terugtransport

De schuimblokken worden in lagen van 5 hoog op de ondervloer 5 gezet. Een transportband systeem trekt de lagen van 5 blokken een voor een de trailer in. Omdat dit trekband systeem in de trailer ligt kan de trailer vrijwel niet voor retourlading gebruikt worden. Indien met een pallet wagen over de band wordt gereden kan onherstelbare schade ontstaan. Een uitvoeringsvorm is ingericht om de band halfautomatisch geheel in de 10 laadbodem terug te trekken.Hierdoor komt de originele laadvloer geheel vrij en kan er met een palletwagen over heen gereden worden.

Figuur 13 toont een zijaanzicht van de transportinrichting. De inrichting is ingericht om de band terug te trekken. De inrichting is gemonteerd in de vloer bij het achterportaal van de trailer. De inrichting 15 bevat een trekkabel of -kabels, een ronde trekas, een transportband, een spanrol, een verzamelrol en een klep (afdekplaatje). Ter wille van de uitleg wordt dezelfde trekas op twee posities getoond, die overeenkomen met verschillende stadia van het gebruik; dit betekent niet dat er twee trekassen moeten zijn. De transportband is aan één uiteinde aan de trekas bevestigd 20 en aan het andere uiteinde aan de verzamelrol. De bovenkant van de spanrol ligt ter hoogte van het transportvlak van de transportband bij normaal transport. De transportband loopt via de spanrol naar de verzamelrol. De trekkabel of -kabels is of zijn aan de trekas bevestigd. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt een ronde trekas gebruikt die kan roteren 25 bij de bevestigingspunten, in plaats van een conventionele trekbalk die niet kan roteren. In het achterportaal van de trailer is de klep in de achterbalk geconstrueerd, zodanig dat de klep verwijderd kan worden.

In normaal bedrijf wordt de transportband met behulp van de trekas bij het beladen geleidelijk van de verzamelrol getrokken om de 30 schuimblokken de trailer in te transporteren. Bij het ontladen wordt de 12 transportband op de verzamelrol gedraaid om de schuimblokken de trailer uit te transporteren. Daarbij stopt de trekas op een eindpunt voor de achterbalk van de trailer. In een uitvoeringsvorm is de trailer daartoe voorzien van een mechanisme (niet getoond) dat aan de aandrijving (niet 5 getoond) van de verzamelrol gekoppeld is, voor het afschakelen van de aandrijving in response op detectie van aankomst van de trekrol bij het eindpunt.

Wanneer de trailer voor transport zonder transportband gebruikt wordt (bijvoorbeeld voor transport van pallets), wordt eerst het afdekplaatje 10 weggenomen en wordt vervolgens de trekas aan de transportband helemaal tot voorbij de spanrol getrokken. De trekas verdwijnt zodoende volledig in de vloer. Het afdekplaatje kan daarna weer gemonteerd worden en zodat de vloer klaar is voor het beladen met pallets. Wanneer de trailer weer voor perstransport gebruikt wordt, wordt de trekas weer over de spanrol 15 getrokken.

Figuur 14 en 15 tonen de transportband bij het achterportaal van de trailer. De transportband stopt in normaal bedrijf altijd automatisch 30 cm voor de achterbalk van de trailer.

Figuur 16 toont het achterportaal met weggehaalde klep. Als de 20 klep weg wordt gehaald ontstaat een gat waarin de trekas volledig in kan verdwijnen. Tevens is door het verwijderen van de klep een sensor geactiveerd zodat de band nu niet meer automatisch stopt 30 cm voor het einde maar pas als hij in de vloer verdwenen is.

13

Referentielijst van figuur 2a-2b en 10 t/m 14

Fig. 2a - ref. 2a. 1 = Slag 40 mm verminderd 5 - ref. 2a.2 = Slag normaal - ref. 2a.3 = Slag 40 mm vergroot

Fig. 2b - ref. 2b. 1 = Vergrootte invoerruimte door wigvorm 10 Fig. 10 - ref. 10.1 = Persstang - ref. 10.2 = Ruimte die persstang uit geleiding komt - ref. 10.3 = Geleiding persstang

Fig. 11 -ref. 11.1 = Persstang 15 -ref. 11.2 = Overname balk

Fig. 12 - ref. 12.1 = Meenemer Overname blak - ref. 12.2 = Overname balk 20 Fig. 13 - ref. 13.1 = Ronde trek as met roterende bevestiging - ref. 13.2 = Normale stoppositie 30 cm voor einde - ref. 13.3 = Klepje open - ref. 13.4 = Ronde trek as beweegt zich om spanrol - ref. 13.5 = Spanrol 25

Fig. 14 - ref. 14.1 = Bovenste transportband - ref. 14.2 = Onderste transportband

Claims (15)

1. Een voertuig voor transport van samengeperste lading, waarin het voertuig is voorzien van - een eerste en tweede zijwand, een ondervloer, een tussenvloer en een dak; - tenminste één persunit in de eerste zijwand, gekoppeld aan het dak, en 5 ingericht om het dak verticaal te bewegen tussen een positie aan een bovenkant van de zijwanden en een positie boven de bovenkant van de zijwanden; - persstangen bevestigd aan het dak neerwaarts uitstekend van het dak; - geleiders in de zijwanden voor het geleiden van verticale beweging van de 10 persstangen; - eerste grendels in de persstangen en tweede grendels gekoppeld aan de zijwanden onder een niveau van de bovenkant van de zijwanden, voor het vergrendelen van de tussenvloer aan respectievelijk de persstangen en de zijwanden.

2. Een voertuig volgens conclusie 1, waarin de persunit een slag heeft die een hoogste stand van het dak mogelijk maakt waarin ondereinden van de persstangen zich boven de bovenkant van de zijwanden bevinden, buiten de geleiders.

3. Een voertuig volgens conclusie 2, voorzien van uitschuifbare 20 overnamebalken, geleidbaar aangebracht in de zijwanden en verschuifbaar gekoppeld aan de persstangen, voor het geleiden van de persstangen naar de geleiders in de zijwanden bij een begin van een neerwaartse beweging van het dak.

4. Een voertuig volgens één der voorgaande conclusies, waarin de 25 persunit een veeltal telescopisch aan elkaar gekoppelde hydraulische cilinders bevat.

5. Een voertuig volgens één der voorgaande conclusies, voorzien van een eerste en tweede persunit, waarvan de eerste persunit dichterbij bij een achterportaal van het voertuig staat dan de tweede persunit en de eerste persunit een grotere slag heeft dan de tweede persunit, zodat het dak in een 5 hoogste stand schuin afloopt van het achterportaal naar een voorkant van het voertuig.

6. Een voertuig volgens één der voorgaande conclusies, waarin het voertuig een trailer is.

7. Een voertuig volgens conclusie 5, waarin de trailer een zwanehals 10 heeft en het voertuig is voorzien van een eerste en tweede persunit, waarvan de eerste persunit in een deel van de trailer achter de zwanehals staat en de tweede persunit ter hoogte van de zwanehals in de eerste zijwand staat, en de eerste persunit een grotere slag heeft dan de tweede persunit.

8. Een voertuig volgens één der voorgaande conclusies, waarin de ondervloer is voorzien van een transportband, en een mechanisme om de transportband in zijn geheel onder de transportband terug te trekken.

9. Een voertuig volgens conclusie 8, waarin het mechanisme voor het terug te trekken van de transportband een trekas, een spanrol en een 20 verzamelrol bevat, waarbij de transport band van de trekas via de spanrol naar de verzamelrol loopt, en een bovenkant van de spanrol een hoogte van een transport vlak van de transportband bepaalt, waarbij de ondervloer naast de spanrol is voorzien van een opening met een omvang die toelaat om de trekrol in de ondervloer te trekken en waarin de trekas rond is, waardoor 25 deze over de spanrol getrokken kan worden.

10. Een werkwijze voor het beladen van een voertuig voor transport van samengeperste lading, welke werkwijze de stappen omvat van - laden van een eerste deel van de lading tussen een ondervloer en tussenvloer van het voertuig; - samenpersen van het eerste deel van de lading tussen de tussenvloer en de ondervloer, door de tussen vloer omlaag te persen met behulp van perskracht die via persstangen van een dak van het voertuig op de tussenvloer wordt overgebracht; 5. koppelen van de tussenvloer aan zijwanden van het voertuig na het samenpersen van het eerste deel van de lading en ontkoppelen van de tussenvloer van de persstangen; - laden van een tweede deel van de lading tussen het dak van het voertuig en de tussenvloer; 10. samenpersen van het tweede deel van de lading rechtreeks met het dak.

11. Een werkwijze volgens conclusie 10, waarin het dak voor het laden van het eerste deel van de lading zo hoog geheven wordt dat ondereinden van de persstangen zich boven de bovenkant van de zijwanden geheven worden, en waarin de ondereinden van de persstangen na een 15 eerste fase van het samenpersen van het eerste deel van de lading in geleiders in de zijwanden worden ingebracht waar de persstangen in een tweede fase van het samenpersen van het eerste deel van de lading door geleid worden.

12. Een werkwijze volgens conclusie 11, waarin de persstangen in de 20 eerste fase met een overnamebalk naar de geleiders in de zijwand geleid worden.

13. Een werkwijze volgens conclusie 10, 11 of 12 waarbij het dak bij tenminste een deel van het laden in een schuin van het achterportaal naar een voorkant van het voertuig aflopende stand gebracht wordt.

14. Een werkwijze volgens één der conclusies 10-13, waarin de ondervloer is voorzien van een transportband met een uiteinde gekoppeld aan een trekas die is opgeborgen in een opening in de ondervloer, en waarin de trekas voor het beladen van de ondervloer uit de opening getrokken wordt.

15. Een werkwijze voor het afladen van een voertuig voor transport van samengeperste lading, welke werkwijze de stappen omvat van - een eerste samengeperst deel van een lading tussen een dak en een tussen vloer van het voertuig laten expanderen door een dak van het 5 voertuig omhoog te laten bewegen. - het eerste deel van een lading na het expanderen af te laden; - de tussenvloer aan persstangen te vergrendelen die aan het dak bevestigd zijn, en de tussenvloer los te koppelen van zijwanden van het voertuig; - een tweede samengeperst deel van een lading tussen de tussenvloer en een 10 ondervloer van het voertuig laten expanderen door de tussenvloer te heffen door het dak omhoog te laten bewegen - het tweede deel van een lading na het expanderen af te laden.