NL2007587C2

NL2007587C2 - Hellingstal.

Info

Publication number: NL2007587C2
Application number: NL2007587A
Authority: NL
Inventors: Gijsbert Wille
Original assignee: Gijsbert Wille
Priority date: 2011-10-13
Filing date: 2011-10-13
Publication date: 2013-04-16
Also published as: BE1020802A3

Description

Hellingstal

De uitvinding heeft betrekking op een hellingstal omvattende een hellend liggedeelte voor dieren, welk liggedeelte bedekbaar is met strooisel, een in hoofdzaak 5 horizontaal voergedeelte voor het voederen van de dieren, welk voergedeelte grenst aan een relatief laag gelegen deel van het liggedeelte en een in het voergedeelte opgenomen afvoervoorziening voor het afvoeren van uitwerpselen en vervuild strooisel afkomstig van het liggedeelte.

10 De huidige hellingsstallen voor het houden van dieren bezitten een in bovenaanzicht rechthoekige vorm waarbij de vloer van het liggedeelte onder een hellingshoek ten opzicht van de horizontaal is geplaatst. Het hoger gelegen, schuine gedeelte is de ruimte waarop de dieren normaliter liggen te rusten, het lager gelegen, horizontale gedeelte is het gedeelte waar de beesten staan en gevoerd worden en waarin 15 zich een afvoergeul (grup) bevindt.

Het is een bekend verschijnsel dat een dier, bijvoorbeeld een koe of een varken, geen uitwerpselen loost op de plek waar het liggend rust aangezien het anders in zijn eigen uitwerpselen ligt. Uitwerpselen worden normaliter daar geloosd door het dier 20 waar het staat of loopt.

Om de ligplaats aangenamer te maken voor het dier en om te voorkomen dat het op een koude vloer ligt, wordt er strooisel zoals stro, op het liggedeelte gestrooid. Dit gebeurd bij de bekende hellingsstallen normaliter vanaf het hoger gelegen gedeelte.

25

Aangezien de vloer van de hellingstal een hellingshoek bezit, wordt het strooisel door de bewegingen van het beest langzaam naar beneden getrapt en afgevoerd.

Het meest verontreinigde strooisel bevindt zich uiteindelijk in het laagst gelegen 30 deel van het liggedeelte van de hellingstal. Dit gedeelte sluit aan op een open afvoergeul waarin de uitwerpselen van de dieren en het meest verontreinigde strooisel zich uiteindelijk verzamelen en afgevoerd worden.

2

De afvoergeul, die geheel open of gedeeltelijk met roosters afgedekt kan zijn, neemt een relatief groot oppervlakte in van het voergedeelte van de vloer aangezien deze zich over de volle breedte van de rechthoekige hellingstal uitstrekt. Een geheel open of gedeeltelijk met roosters afgedekte afvoergeul kan zelfs het totale voergedeelte 5 oppervlak beslaan.

De hellingshoek van het liggedeelte van de vloer van een hellingstal bedraagt maximaal 10 graden aangezien anders de dieren niet comfortabel kunnen liggen. Bij een grotere hellingshoek verkiezen de dieren het horizontale voergedeelte van de stal 10 om te gaan liggen. De huidige bekende hellingstal is rechthoekig van vorm met een breedte van circa 9 m en een helling van 1-9%. Door achterin, in het liggedeelte van de vloer op het hoogste punt vers strooisel te strooien lopen de dieren de langzaam bemeste stro vanzelf langzaam naar beneden.

15 Een nadeel van een dergelijke bekende hellingsstal is, dat in verhouding met het schone liggedeelte voor de dieren, het oppervlakte van het lager gelegen en relatief vervuilde oppervlakte van het liggedeelte dat nodig om het vervuilde strooisel naar beneden te lopen, relatief groot is. Doordat het loopoppervlak ongeveer zo groot is als het liggedeelte van de vloer van de hellingstal wordt er ook relatief veel strooisel 20 waarop niet gelegen wordt, verspild.

Een ander nadeel van de bekende hellingstal is, omdat het loopgedeelte van het liggedeelte zo groot is, bij deze maximale hellingshoek het vervuilde strooisel te langzaam of soms in het geheel niet naar de afvoervoorziening (goot) wordt gelopen. 25 Doordat het verontreinigde strooisel te langzaam wordt verwijderd, kan de hygiëne in het liggedeelte afhemen, met een verhoogde kans op infectieziekten voor de dieren.

Een weer ander nadeel is dat door de maximale hellingshoek en het onvoldoende naar beneden lopen van het vervuilde strooisel door de dieren, de veehouder 30 uiteindelijk zelf regelmatig het vervuilde strooisel van boven af naar de afvoergoot moet schuiven, hetgeen arbeidsintensief is.

3

Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een hellingstal, waarbij minder strooisel wordt verspild.

Een verder doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een 5 hellingstal, waarbij het vervuilde strooisel sneller naar de afvoervoorziening (goot) wordt gelopen.

Een weer verder doel van de uitvinding is een hellingstal te verschaffen, waarbij relatief minder vervuild strooisel door de veehouder zelf naar de afvoervoorziening 10 geschoven moet worden.

Hiertoe heeft de hellingstal volgens de uitvinding het kenmerk, dat het liggedeelte althans gedeeltelijk een trechtervorm heeft. Doordat het liggedeelte althans gedeeltelijk een trechtervorm heeft, waarbij het liggedeelte taps toeloopt, wordt bereikt dat minder 15 strooisel wordt verspild en het vervuilde strooisel sneller en efficiënter naar de afvoervoorziening wordt gelopen, doordat de dieren met behulp van de trechtervorm naar een centraal punt geleid worden. Dit scheelt de veehouder eveneens relatief veel werk. Daarnaast wordt zo een relatief groter schoon rustgedeelte en een relatief kleinere verontreinigde loopruimte in het liggedeelte gerealiseerd, wat de hygiënische 20 omstandigheden binnen de hellingstal aanmerkelijk verbetert.

Een eerste uitvoeringsvorm betreft een hellingstal, waarbij tussen het voergedeelte en het liggedeelte een afscheiding is geplaatst met een doorgang voor de dieren. Om de efficiëntie met betrekking tot de geleiding van de dieren verder te 25 verhogen, kan een afscheiding tussen het voergedeelte en het liggedeelte geplaatst worden, voorzien van een doorgang voor de dieren. De dieren worden zo gedwongen gebruik te maken van de doorgang om het voergedeelte te bereiken.

Een verdere uitvoeringsvorm betreft een hellingstal, waarbij het liggedeelte 30 hoofdzakelijk afloopt in de richting van de doorgang.

Een weer verdere uitvoeringsvorm betreft een hellingstal, waarbij de afvoervoorziening onder of nabij de doorgang is geplaatst. In een weer verdere uitvoeringsvorm is de afvoervoorziening geplaatst onder of nabij de doorgang teneinde 4 de naar beneden gelopen mest en het verontreinigde strooisel op een voor de vakman bekende wijze sneller af te kunnen voeren.

Een nog weer verdere uitvoeringsvorm betreft een hellingstal, waarbij de 5 doorgang op of nabij een relatief laag gelegen deel van het liggedeelte is voorzien. Zo wordt de efficiëntie met betrekking tot het ‘weglopen” van verontreinigd of vuil strooisel verder verhoogd.

Een weer verdere uitvoeringsvorm betreft een hellingstal, waarbij het liggedeelte 10 meerdere aangrenzende vlakken omvat, waarbij de snijlijn tussen die vlakken zich uitstrekt vanaf de doorgang naar een hoger gelegen deel van het liggedeelte. Door gebruik te maken van vlakken worden relatief vlakke liggedeelten voor de dieren gevormd. De trechtervorm wordt bereikt doordat de snijlijn of snijlijnen tussen de vlakken zich uitstrekken vanaf de doorgang of de relatief meest nauwe positie van de 15 trechtervorm naar een hoger gelegen deel van het liggedeelte.

Een nog weer verdere uitvoeringsvorm betreft een hellingstal, waarbij het liggedeelte hoofdzakelijk de vorm heeft van een halve cirkel, waarbij de rechte zijde van de halve cirkel grenst aan het voergedeelte. Deze vorm maakt, in vergelijking met 20 de huidige bekende hellingstal, een zeer compacte vorm van de hellingstal mogelijk.

Daarbij is het voordelig dat het voergedeelte in bovenaanzicht eveneens hoofdzakelijk de vorm heeft van een halve cirkel, waarbij de rechte zijde van de cirkel tegen de rechte zijde van de halve cirkel van het liggedeelte is gelegen, zodanig dat de 25 twee halve cirkels in bovenaanzicht hoofdzakelijk een cirkel vormen. Zo wordt een nog compactere constructie van de hellingstal verkregen.

Een weer verdere uitvoeringsvorm betreft een hellingstal, waarbij de afscheiding een zijwand vormt van een hok in het voergedeelte. Zo wordt een verdere 30 ruimtebesparing bereikt, waarbij tevens een minimum aan materiaal benodigd is om een dergelijk hok te realiseren.

5

Een nog weer verdere uitvoeringsvorm betreft een hellingstal, waarbij de hellingshoek van het liggedeelte 5-15° bedraagt. Bij een dergelijke hellingshoek voelen de dieren, als deze op het liggedeelte liggen, zich het meest op hun gemak.

5

Beschrijving van de figuren

Figuur 1 toont een doorsnede in dwarsrichting van een bekende hellingstal,

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van de bekende hellingstal van figuur 1, en 10 Figuren 3-7 tonen in bovenaanzicht verschillende uitvoeringsvoorbeelden van een hellingstal volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 1 toont een doorsnede in dwarsrichting van een bekende hellingstal. Getoonde hellingstal voor dieren heeft een vloer met een liggedeelte 2 voor de dieren 15 welke onder een hellingshoek a is geplaatst en welke bedekt kan worden met een strooisel, bijvoorbeeld stro, hooi of zaagsel. Figuur 1 toont dat de vloer een in hoofdzaak horizontaal voergedeelte 3 bezit voor het voederen van de in de stal te houden dieren, waarbij in het voergedeelte 3 een afvoervoorziening 4 is opgenomen die grenst aan het liggedeelte 2 en die het laagste punt van de vloer vormt. De 20 afvoervoorziening 4 dient voor het verzamelen en afvoeren van uitwerpselen en vervuild strooisel. De afvoervoorziening is geheel of gedeeltelijk open; het kan bijvoorbeeld gedeeltelijk voorzien zijn van een al dan niet verwijderbaar looprooster. Normaliter wordt de mest en het vervuilde strooisel machinaal verwijderd uit de afvoervoorziening.

25

Een alternatieve oplossing is een ontwerp waarbij de bodem van de afvoervoorziening aflopend onder een hoek geplaatst zodat de mest en vervuild strooisel vanzelf wegloopt) naar bijvoorbeeld een mestopslag container (niet getoond).

30 Om de ligplaats aangenamer te maken voor de dieren wordt er strooisel op de ligplaatsen gestrooid vanaf het hoger gelegen gedeelte. Aangezien de vloer van de hellingstal een hellingshoek bezit, wordt het strooisel door de bewegingen van het dier of de dieren langzaam naar beneden afgevoerd tot in de afvoerinrichting 4. Het meest 6 verontreinigde strooisel bevindt zich uiteindelijk in het laagst gelegen deel van het liggedeelte van de hellingsstal, nabij de afVoerinrichting 4.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van de bekende hellingstal van figuur 1. Het 5 voergedeelte 3 is tevens voorzien van een voergang 5 die gescheiden kan zijn middels een hekwerk 5’ van verdere delen van het voergedeelte 3.

Figuren 3-7 tonen in bovenaanzicht uitvoeringsvoorbeelden van een hellingstal volgens de uitvinding.

10

Figuur 3 toont een rechthoekige hellingstal waarvan het liggedeelte 2 uit twee vlakken bestaat die elk onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn geplaatst. De vlakken kunnen elk een hellingshoek van tussen de 5 en 15 graden met de horizontaal hebben, zodat de dieren er comfortabel op kunnen liggen. De snijlijn tussen de vlakken 15 strekt zich uit vanaf het laagstgelegen punt van het liggedeelte 2 naar het hoogstgelegen punt van het liggedeelte 2. Zo wordt een trechtervorm bereikt. De pijlen wijzen in de richting van het laagstgelegen punt en geven aan in welke richting het vervuilde strooisel zich beweegt door de bewegingen van de dieren. De buitenste randen zijn de hoogstgelegen randen van het liggedeelte 2.

20

Tussen het liggedeelte 2 en het voergedeelte 3 staat een afscheiding 6, 6’ die een doorgang 7 heeft voor de dieren die van het voergedeelte 3 naar het liggedeelte 2 van de hellingstal 1 lopen of vice versa. De doorgang 7 ligt op of nabij het laagste punt van de het liggedeelte 2. De afscheiding 6, 6’ kan verschillende vormen hebben, 25 bijvoorbeeld een hekwerk, touwen, een stenen muur, planken, etcetera.

De afvoervoorziening 4 is normaliter in een hellingstal een doorlopende open brede geul, waardoor de dieren ook kunnen lopen. Alternatieve oplossingen zijn geulen die gedeeltelijk of geheel (niet getoond) zijn afgedekt met een losneembaar rooster 30 waarover de dieren kunnen lopen maar die mest en het vervuilde strooisel doorlaat naar de daaronder gelegen geul.

7

Het voergedeelte 3 waarin de afvoerinrichting 4 is opgenomen, is verder voorzien van een voergang 5 welke gescheiden is middels een hekwerk 5 ’ van de verdere delen van het voergedeelte.

5 Figuur 4 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een hellingstal 1 volgens de uitvinding, waarbij de hellingstal van figuur 3 lijnsymmetrisch gespiegeld is langs de in figuur 3 linker zijlijn van de hellingstal, en de hellingstal in figuur 3 en de gespiegelde hellingstal vervolgens zijn samengevoegd langs de genoemde lijn en zo figuur 4 vormen. De trechtervorm is zo nog duidelijker zichtbaar. De doorgang 7 ligt op de 10 symmetrielijn ligt van het liggedeelte 2. Aan weerszijden van de doorgang 7 bevindt zich de afscheiding 6, 6’.

De afvoervoorziening 4 is geplaatst nabij de doorgang 7 en omvat een open afvoergeul, waardoor de dieren ook kunnen lopen. Een gedeelte van de 15 afvoervoorziening 4 kan zijn afgedekt, bijvoorbeeld doordat het onder de vloer van het voergedeelte 3 wegloopt en in contact staan met een mest verzamelcontainer (niet getoond).

Figuren 5 en 6 tonen een variatie op de lijnsymmetrische hellingstal van figuur 4. 20 Beide figuren tonen een hellingstal 1 waarbij het liggedeelte 2 in het getoonde bovenaanzicht hoofdzakelijk de vorm heeft van een halve cirkel, of in perspectivisch aanzicht de vorm heeft van een gedeelte van een kegel waarvan het laagste punt gelegen is op of nabij de doorgang 7. De trechtervorm wordt zodoende nu bereikt door middel van een kegelvorm. De afscheiding 6, 6’ tussen het liggedeelte 2 en het 25 voergedeelte 3 vormt tevens een wand van een apart hok 8 met wanden 8’ in het voergedeelte van de hellingstal 1. Het hok 8 kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor het houden van jonge of zieke dieren. De afvoervoorziening 4 omvat een open gedeelte en een gedeelte 4’,4” in ieder hok 8 dat is afgedekt met een rooster. De wand 8’ kan bijvoorbeeld een hekwerk, gaas, planken, stenen muren etc. zijn.

Figuur 6 toont een variatie op de lijnsymmetrische indeling van figuren 4 en 5 waarbij ook het voergedeelte 3 in bovenaanzicht hoofdzakelijk een halve cirkel vormt. De hellingstal heeft zo in bovenaanzicht een relatief compacte cirkelvorm (in de zin 30 8 van een relatief zo klein mogelijk oppervlak per volume-eenheid) zodat het qua constructie minder kostbaar is dan een hellingstal met een vierkante of rechthoekige vorm met hetzelfde volume.

5 Figuur 7 tenslotte toont in bovenaanzicht een uitvoeringsvoorbeeld van een combinatie van meerdere lijnsymmetrische hellingstallen 1 volgens de onderhavige uitvinding. In figuur 7 worden meerdere hellingstallen 1 van het type getoond in figuur 3 gecombineerd, waarbij deze van elkaar gescheiden zijn middels wanden 9, 9’, 9”, 9’”. De wanden 9, 9’, 9”, 9” kunnen ook hier weer bijvoorbeeld hekwerken, planken, 10 stenen muren of combinaties daarvan zijn.

9

Lijst met verwijzingscijfers 1. Hellingstal 5 2. Liggedeelte 3. Voergedeelte 4. Afvoerinrichting 5. Voergang 5’. Hekwerk 10 6. Afscheiding 6’. Afscheiding 7. Doorgangsopening 8. Hok 9. 9’, 9”, 9’”. Wand 15

Claims

1. Hellingstal (1) omvattende een hellend liggedeelte (2) voor dieren, welk liggedeelte (2) bedekbaar is met strooisel, een in hoofdzaak horizontaal voergedeelte 5 (3) voor het voederen van de dieren, welk voergedeelte (3) grenst aan een relatief laag gelegen deel van het liggedeelte (2) en een in het voergedeelte (3) opgenomen afvoervoorziening (4) voor het afvoeren van uitwerpselen en vervuild strooisel afkomstig van het liggedeelte (2), met het kenmerk dat het liggedeelte (2) althans gedeeltelijk een trechtervorm heeft.

2. Hellingstal (1) volgens conclusie 1, waarbij tussen het voergedeelte (3) en het liggedeelte (2) een afscheiding (6, 6’) is geplaatst met een doorgang (7) voor de dieren.

3. Hellingstal (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij het liggedeelte (2) hoofdzakelijk afloopt in de richting van de doorgang (7).

4. Hellingstal (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afvoervoorziening (4) onder of nabij de doorgang (7) is geplaatst. 20

5. Hellingstal (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de doorgang (7) op of nabij een relatief laag gelegen deel van het liggedeelte (2) is voorzien.

6. Hellingstal (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het liggedeelte (2) meerdere aangrenzende vlakken omvat, waarbij de snijlijn tussen die vlakken zich uitstrekt vanaf de doorgang (7) naar een hoger gelegen deel van het liggedeelte (2).

7. Hellingstal (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het liggedeelte (2) hoofdzakelijk de vorm heeft van een halve cirkel, waarbij de rechte zijde van de halve cirkel grenst aan het voergedeelte (3).

8. Hellingstal (1) volgens conclusie 7, waarbij het voergedeelte (3) in bovenaanzicht hoofdzakelijk de vorm heeft van een halve cirkel, waarbij de rechte zijde van de cirkel tegen de rechte zijde van de halve cirkel van het liggedeelte (2) is gelegen, zodanig dat de twee halve cirkels in bovenaanzicht hoofdzakelijk een cirkel 5 vormen.

9. Hellingstal (1) volgens een der conclusies 2-8, waarbij de afscheiding (6, 6’) een zijwand vormt van een hok (8) in het voergedeelte (3).

10. Hellingstal (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hellingshoek van het liggedeelte (2) 5-15° bedraagt.