NL2007212C2 - Inrichting voor het verschaffen van toegang tot een ruimte. - Google Patents

Inrichting voor het verschaffen van toegang tot een ruimte. Download PDF

Info

Publication number
NL2007212C2
NL2007212C2 NL2007212A NL2007212A NL2007212C2 NL 2007212 C2 NL2007212 C2 NL 2007212C2 NL 2007212 A NL2007212 A NL 2007212A NL 2007212 A NL2007212 A NL 2007212A NL 2007212 C2 NL2007212 C2 NL 2007212C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fluid
fluid reservoir
space
impact
conductor
Prior art date
Application number
NL2007212A
Other languages
English (en)
Inventor
Jitty Hillebranda Struik
Johannes Willem Rolfers
Original Assignee
Sf Booster Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sf Booster Holding B V filed Critical Sf Booster Holding B V
Priority to NL2007212A priority Critical patent/NL2007212C2/nl
Priority to EP12750853.9A priority patent/EP2739360B1/en
Priority to US14/236,518 priority patent/US9505114B2/en
Priority to PCT/NL2012/050527 priority patent/WO2013019106A1/en
Priority to CA2880738A priority patent/CA2880738C/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2007212C2 publication Critical patent/NL2007212C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25BTOOLS OR BENCH DEVICES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, FOR FASTENING, CONNECTING, DISENGAGING OR HOLDING
    • B25B28/00Portable power-driven joining or separation tools
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A62LIFE-SAVING; FIRE-FIGHTING
    • A62BDEVICES, APPARATUS OR METHODS FOR LIFE-SAVING
    • A62B3/00Devices or single parts for facilitating escape from buildings or the like, e.g. protection shields, protection screens; Portable devices for preventing smoke penetrating into distinct parts of buildings
    • A62B3/005Rescue tools with forcing action
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25DPERCUSSIVE TOOLS
    • B25D9/00Portable percussive tools with fluid-pressure drive, i.e. driven directly by fluids, e.g. having several percussive tool bits operated simultaneously
    • B25D9/06Means for driving the impulse member
    • B25D9/08Means for driving the impulse member comprising a built-in air compressor, i.e. the tool being driven by air pressure
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25DPERCUSSIVE TOOLS
    • B25D9/00Portable percussive tools with fluid-pressure drive, i.e. driven directly by fluids, e.g. having several percussive tool bits operated simultaneously
    • B25D9/06Means for driving the impulse member
    • B25D9/12Means for driving the impulse member comprising a built-in liquid motor, i.e. the tool being driven by hydraulic pressure
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25FCOMBINATION OR MULTI-PURPOSE TOOLS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; DETAILS OR COMPONENTS OF PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS NOT PARTICULARLY RELATED TO THE OPERATIONS PERFORMED AND NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B25F5/00Details or components of portable power-driven tools not particularly related to the operations performed and not otherwise provided for

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Emergency Management (AREA)
  • Pressure Vessels And Lids Thereof (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET VERSCHAFFEN VAN TOEGANG TOT EEN RUIMTE
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verschaffen van toegang tot een ruimte, waarin de ruimte is voorzien van een toegangselement, zoals 5 bijvoorbeeld een deur of raam, waarin de inrichting is voorzien van drukmiddelen voor het uitoefenen van een stootkracht op één of meerdere delen van het toegangselement, zoals bijvoorbeeld een kozijn, omvattende: - een langwerpige behuizing - een langwerpig stootelement voor het uitoefenen van de stootkracht op het 10 toegangselement, dat middels eerste aandrijfmiddelen instelbaar beweegbaar is tussen een startpositie en een eindpositie, - de eerste aandrijfmiddelen zijn ingericht voor het leveren van de stootkracht, - het stootelement is omvat in een eerste geleider, die zich uitstrekt langs het stootelement, - het stootelement nabij het eerste uiteinde tot aan tenminste een uittredeopening is voorzien 15 van een verjonging, - de eerste aandrijfmiddelen een eerste fluïdumreservoir omvatten, voorzien van een eerste fluïdum dat geschikt is voor hoge druk toepassing, waarin in de startpositie van het stootelement het eerste fluïdum gecomprimeerd in het eerste fluïdumreservoir is aangebracht en het eerste fluïdumreservoir in fluïdum communicatie staat met een eerste 20 zijde van het eerste uiteinde van het stootelement - eerste activeringsmiddelen voor het activeren van de inrichting.
De bekende inrichtingen worden gebruikt door politie-eenheden voor het openen van deuren.
Een dergelijke inrichting is bekend op het vakgebied. De bekende inrichting is 25 beschreven in het Amerikaanse octrooi US5,987,723. De bekende inrichting gebruikt explosieve aandrijfmiddelen. De bekende inrichting heeft als nadeel dat de inrichting erg veel lawaai produceert, waardoor een verassend effect voor degene die zich achter het toegangselement begeeft, te niet wordt gedaan. Daarnaast is de inrichting lastig te plaatsen bij deuren, aangezien de inrichting lastig is in te klemmen.
30 Het gebruik van explosieven beperkt de toepasbaarheid van de bovengenoemde inrichting, aangezien maar weinig politie-eenheden gebruik mogen maken van explosieven. Daarnaast is het vervoer en opslag van explosieven aan strikte regels onderworpen, die in de praktijk hinderlijk kunnen zijn bij het toepassen van de inrichting.
Een andere inrichting volgens de aanhef is beschreven in de internationale 35 octrooiaanvrage W002/096517. Deze bekende inrichting gebruikt hydraulische aandrijfmiddelen. Het nadeel van deze inrichting is, dat de inrichting langzaam in het gebruik is. Daarnaast heeft de inrichting altijd een externe hydraulische pomp nodig, waardoor de 2 inrichting zwaar wordt in het gebruik.
Beide bekende inrichtingen hebben het nadeel dat de inrichtingen niet gesloten zijn, waardoor de werking ervan beïnvloed kan worden door vuil. De inzet van de inrichtingen kan daardoor niet 100% gegarandeerd worden.
5 Bovendien zijn de bekende inrichtingen niet geschikt voor vervoer onder water, waardoor marine-eenheden de bekende inrichtingen niet kunnen gebruiken.
Het is het doel van de uitvinding om te voorzien in een inrichting volgens de aanhef die bovenstaande nadelen niet heeft.
Daartoe heeft de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat de inrichting is 10 voorzien van een doseerinrichting voor het instelbaar doseren van de stootkracht, waarin de doseerinrichting in hoofdzaak in de behuizing is aangebracht. De inrichting volgens de uitvinding is hierdoor enkele seconden sneller te plaatsen dan de bekende inrichting. Deze seconden zijn voor de politie- en marine eenheden van levensbelang.
In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat 15 de doseerinrichting : - een tweede fluid urn reservoir, die althans ten dele is gevormd door een ruimte tussen de eerste geleider en de verjonging in het stootelement, waarin het tweede fluïdumreservoir in de startpositie van het stootelement in hoofdzaak is gevuld met een tweede fluïdum, dat geschikt is voor hoge druk toepassing en het tweede fluïdumreservoir is ingericht voor het 20 volledig opvangen van de door de eerste aandrijfmiddelen geleverde stootkracht, - een derde fluïdumreservoir, dat in instelbare fluïdum communicatie staat met het tweede fluïdumreservoir, - de eerste activeringsmiddelen zijn ingericht voor het instellen van de mate van fluïdum communicatie tussen het tweede fluïdumreservoir en het derde fluïdumreservoir.
25 De eerste aandrijfmiddelen zijn gevormd door het tweede fluïdumreservoir gevuld met het tweede fluïdum, dat onder hoge druk staat. De stootkracht is op deze wijze altijd aanwezig en dient niet eerst te worden opgewekt. Daarnaast produceert deze uitvoeringsvorm nauwelijks geluid. De inrichting kan door de toegepaste doseerinrichting gemakkelijk ingeklemd worden, waarna de volle stootkracht ineens benut kan worden om het 30 toegangselement te forceren.
In een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de inrichting voorzien van ontspanmiddelen voor het ontspannen van de inrichting voor het althans ten dele terugdringen van het stootelement in de richting van de startpositie naar een ontspanpositie, omvattende: 35 een vierde fluïdumreservoir, dat in directe of indirecte fluïdum communicatie staat met het tweede fluïdumreservoir en in hoofdzaak is gevuld met een vierde fluïdum, 3 - tweede aandrijfmiddelen, die zijn ingericht voor het onder hoge druk brengen van het vierde fluïdum in het vierde fluïdumreservoir.
- tweede activeringsmiddelen voor het activeren van de ontspanmiddelen, waarin de tweede activeringsmiddelen zijn ingericht voor het tot stand brengen van de fluïdum communicatie 5 tussen het vierde fluïdumreservoir met het tweede fluïdumreservoir.
Nadat de inrichting is geactiveerd en het toegangselement heeft geforceerd, dient de inrichting zo snel mogelijk te worden verwijderd. Hierdoor kunnen de politie- of marine eenheden de ruimte achter het geforceerde toegangselement zo snel mogelijk binnen treden. Door de inrichting te voorzien van een ontspaninrichting kan de inrichting op 10 eenvoudige wijze naar een ontspanpositie worden gebracht, waardoor de inrichting los is van het toegangselement. Ook deze maatregel zorgt ervoor dat de inrichting volgens de uitvinding in het gebruik enkele seconden tijdwinst oplevert.
In een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, omvatten de ontspanmiddelen een tweede buisvormige geleider, die is voorzien van een 15 verplaatsbare afdichtingswand, die de ruimte in de tweede geleider opdeelt in een eerste geleiderruimte en een tweede geleiderruimte, waarin het vierde fluïdumreservoir is omvat de eerste geleiderruimte, en de tweede aandrijfmiddelen zijn ingericht voor het verplaatsen van de afdichtingswand, zodanig dat de druk in het vierde fluïdumreservoir wordt verhoogd.
Na activatie van de tweede activeringsmiddelen zorgt de opgebouwde druk in het vierde 20 fluïdumreservoir ervoor dat het tweede fluïdumreservoir zich vult met fluïdum en het stootelement naar zijn ontspanpositie wordt gedreven in de richting van de startpositie.
In een verder voorkeursuitvoeringsvorm zijn de tweede aandrijfmiddelen voorzien van een vijfde fluïdumreservoir, omvattende een vijfde fluïdum dat geschikt is voor hoge druk toepassing, en in fluïdum communicatie staat met de tweede geleiderruimte, die in 25 hoofdzaak is gevuld met het vijfde fluïdum, waarin het vijfde fluïdum in het vijfde fluïdumreservoir in de startpositie van het stootelement onder hoge druk staat.
Hierdoor is de kracht om het stootelement naar zijn ontspanpositie te dwingen te allen tijde aanwezig en hoeft niet eerst te worden opgebouwd.
Bij voorkeur is het eerste fluïdumreservoir volledig gasdicht omvat in de behuizing.
30 Hierdoor ontsnappen er geen gassen uit de inrichting, waardoor de inrichting veiliger is voor de gebruiker. De inrichting kan tevens gemakkelijk worden klaargemaakt voor hergebruik door met behulp van een compressor het tweede en vierde fluïdumreservoir te vullen met fluïdum.
Daarnaast kan het eerste fluïdumreservoir losneembaar gasdicht bevestigbaar 35 aangebracht zijn in de behuizing. Het eerste fluïdumreservoir kan bijvoorbeeld uitgevoerd zijn als een gaspatroon.
4
Bij voorkeur wordt voor het tweede, derde en vierde fluïdum een hydraulische olie gebruikt. Voor het eerste en tweede fluïdum wordt bij voorkeur een gas gebruikt.
De inrichting is bij voorkeur voorzien van vergrendelingsmiddelen voor het vergrendelen van het stootelement in de startpositie.
5 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarin:
Figuur 1A een voorkeursuitvoeringsvorm toont van de inrichting volgens de uitvinding met het stootelement 3 in de startpositie,
Figuur 1B een voorkeursuitvoeringsvorm toont van de inrichting volgens de uitvinding met het stootelement 3 in de eindpositie 10 Figuur 2A een verdere voorkeursuitvoeringsvorm toont van de inrichting volgens de uitvinding met het stootelement 3 in een eindpositie, waarin de inrichting is voorzien van ontspanmiddelen.
Figuur 2B een verdere voorkeursuitvoeringsvorm toont van de inrichting volgens de uitvinding met het stootelement 3 in een ontspannen positie, waarin de inrichting is voorzien 15 van ontspanmiddelen.
Gelijke verwijzingscijfers duiden gelijke onderdelen aan.
Figuur 1A toont een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting 1 volgens de 20 uitvinding met het stootelement 3 in de startpositie. De inrichting 1 is bestemd voor plaatsing bij of tussen één of meerdere delen van het toegangselement, zoals bijvoorbeeld kozijndelen. Daartoe omvat de inrichting 1 een langwerpige behuizing 2, en een uit de behuizing uitsteekbaar langwerpig stootelement 3, voorzien van een eerste uiteinde 4, dat is omvat in de behuizing 2, en een tweede uiteinde 5, dat zich in hoofdzaak buiten de behuizing 25 2 begeeft. Het stootelement 3 en een van het tweede uiteinde afkerig uiteinde van de behuizing 2 zijn bestemd om klemmend te worden geplaatst tussen één of meerdere delen van een toegangselement, zoals een deur of een kozijn, en/of nabij het toegangselement gelegen vast object, zoals bijvoorbeeld een reling. Het stootelement 3 steekt via een uittredeopening 6 uit een korte zijde van de behuizing 2, waarin in de startpositie het 30 stootelement 3 in hoofdzaak is omvat in de behuizing 2, en in een eindpositie (zie figuur 1B), het stootelement 3 verder buiten de behuizing 2 en in het verlengde ervan ligt. De door de aandrijfmiddelen geleverde stootkracht wordt via het eerste uiteinde 4 doorgegeven aan het tweede uiteinde 5 en bij plaatsing van de inrichting op de één of meerdere delen van het toegangselement. Het stootelement 3 is omvat in een eerste geleider 7, die bij voorkeur 35 buisvormig is. De eerste geleider 7 strekt zich uit langs het stootelement 3. De doorsnede van de eerste geleider 7 en de doorsnede van het eerste uiteinde 4 hebben bij voorkeur 5 samenwerkende vormen, zodat op een eenvoudige wijze het eerste uiteinde 4 fluïdumdicht aangebracht kan worden in de eerste geleider 7.
Het stootelement 3 is nabij het eerste uiteinde 4 tot aan tenminste een uittredeopening 6 voorzien van een verjonging 8, die zich uitstrekt in het verlengde van het stootelement 3. De 5 doorsnede van de verjonging 8 en de doorsnede van de uittredeopening 6 hebben bij voorkeur samenwerkende vormen, zodat op een eenvoudige wijze het stootelement fluïdumdicht aangebracht kan worden in de uittredeopening 6. Het stootelement 3 kan zijn uitgevoerd als een zuiger. De eerste aandrijfmiddelen omvatten een eerste fluïdumreservoir 9, voorzien van een eerste fluïdum dat geschikt is hoge druk toepassing, bijvoorbeeld een 10 edelgas, zoals argon, waarin in de startpositie van het stootelement 3 het eerste fluïdum gecomprimeerd in het fluïdumreservoir 9 is aangebracht en het eerste fluïdumreservoir 9 in fluïdum communicatie staat met een eerste zijde 4A van het eerste uiteinde 4 van het stootelement 3. In de beschreven uitvoeringsvorm is een passage 10 in het stootelement aangebracht, maar dit is voor de werking van de uitvinding niet noodzakelijk. Na activering 15 van de inrichting 1 oefent het eerste fluïdum een kracht uit op de eerste zijde 4A van het eerste uiteinde 4 van het stootelement 3 in de richting van de tweede eindpositie van het stootelement 3.
Bij voorkeur staat het fluïdumreservoir 9 in het geval van het gebruik van een gas, onder een druk van 400 bar, zodat bij een zuigerdiameter van 4cm de stootkracht 5 Ton 20 bedraagt, hetgeen voldoende is om het toegangselement te forceren. Om er zeker van te zijn dat eventueel aangebrachte deurkettingen ook doorbroken worden, heeft het stootelement bij voorkeur een lengte van 30cm. Na activering van de inrichting 1 verplaatst het eerste uiteinde 4 van het stootelement 3 zich over 30cm in de richting van de eindpositie van het stootelement 3. In deze eindpositie is de druk in het eerste fluïdumreservoir 9 25 gedaald tot 170 bar en bedraagt, bij een zuigerdiameter van 4cm de resterende stootkracht op deze positie 2,125 Ton. Deze resterende stootkracht is belangrijk voor het geval het toegangselement niet geheel open is. Door de resterende stootkracht op het toegangselement blijft het toegangselement op spanning staan, waardoor met een trap of door middel van een ram het toegangselement alsnog handmatig geopend kan worden.
30 Bovengenoemde afmetingen en drukwaarden zijn als voorbeeld genoemd. De uitvinding beperkt zich uitdrukkelijk niet tot deze afmetingen en drukwaarden.
Het fluïdumreservoir 9 is bij voorkeur ingebouwd in de behuizing 2 en is de behuizing 2 voorzien van middelen voor het verhogen van de druk in het fluïdumreservoir.
Het fluïdumreservoir 9 kan echter ook uitneembaar zijn aangebracht in de behuizing 2, 35 waarbij het fluïdumreservoir 1 is uitgevoerd als bijvoorbeeld een gaspatroon.
In de praktijk is het noodzakelijk gebleken dat de inrichting volgens de uitvinding snel te plaatsen is. Daarbij dient de inrichting snel klem te worden gezet, waarbij het stootelement 3 6 snel, maar beheersbaar, tegen het toegangselement 3 geplaatst wordt.
Om dit mogelijk te maken omvat de inrichting 1 een doseerinrichting in de behuizing 2 voor het doseren van de stootkracht. Deze doseerinrichting omvat bij voorkeur een tweede fluïdumreservoir 12, die althans ten dele is gevormd is door een ruimte tussen de eerste 5 geleider 7 en de verjonging 8 in het stootelement 3. Het volume van het tweede fluïdum reservoir 12 is daarmee afhankelijk van de positie van het eerste uiteinde 4 van het stootelement 3 ten opzichte van de uittredeopening 6. Het volume van het tweede fluïdum reservoir 12 is het grootst als het stootelement 3 in de startpositie staat. Het tweede fluïdum reservoir 12 is in hoofdzaak is gevuld met een tweede fluïdum, dat geschikt is hoge druk 10 toepassing, bijvoorbeeld een hydraulische olie, waardoor de door de eerste aandrijfmiddelen geleverde stootkracht kan worden opgevangen.
Teneinde de door de eerste aandrijfmiddelen geleverde stootkracht te doseren is de inrichting 1 ook voorzien van een derde fluïdumreservoir 13, dat in instelbare fluïdum communicatie staat met het tweede fluïdumreservoir 12. Het volume hiervan heeft tenminste 15 het volume van het tweede fluïdumreservoir 12. Dit derde fluïdumreservoir 13 is bestemd voor het ontvangen van het tweede fluïdum uit het tweede fluïdumreservoir 12 en is in de startpositie van het stootelement 3 in hoofdzaak is gevuld met een derde fluïdum met gelijke eigenschappen als het tweede fluïdum. In de praktijk kunnen het tweede en derde fluïdum hetzelfde zijn. In de startpositie van het stootelement 3 staat het derde fluïdumreservoir 13 20 onder een lagere druk dan het tweede fluïdum in het tweede fluïdumreservoir 12. In de eindpositie van het stootelement 3 heeft het derde fluïdumreservoir 13 tenminste het volume tweede fluïdum uit het tweede fluïdumreservoir 12 ontvangen,. Dit volume is gelijk is aan het volume van de ruimte tussen de eerste geleider 7 en de verjonging 8 in het stootelement 3 in de startpositie van het stootelement 3.
25 Het spreekt voor zich dat de uittredeopening 6 en het eerste uiteinde 4 rondom zijn voorzien van fluïdum afsluitende middelen.
Om de doseerinrichting te bedienen en daarmee de inrichting 1 is de inrichting 1 voorzien van eerste activeringsmiddelen 11, die de mate van fluïdum communicatie bepalen tussen het tweede 12 en derde fluïdumreservoir 13. Deze activeringsmiddelen 11 kunnen zijn 30 uitgevoerd als een toevoerorgaan. Door het toevoerorgaan open te zetten, zal het tweede fluïdum naar het derde fluïdumreservoir 13 stromen, waardoor het stootelement 3 naar de eindpositie wordt gedwongen.
Door het toevoerorgaan volledig open te zetten, zal het stootelement 3, zich met maximale stootkracht, naar de eindpositie toe bewegen. Door het toevoerorgaan niet volledig open te 35 zetten, zal het stootelement 3 zich met een lagere snelheid naar de eindpositie bewegen en kan het stootelement 3 stopgezet worden in een tussenpositie door het toevoerorgaan volledig dicht te draaien.
7
Figuur 1B toont een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding met het stootelement 3 in de eindpositie. Het tweede fluïdum is nu in hoofdzaak naar het derde fluïdumreservoir 13 verplaatst, waardoor het stootelement 3 naar de eindpositie toe 5 kan. Om het stootelement 3 weer in zijn startpositie te brengen, is de behuizing 2 voorzien van een aansluiting 14, die is verbonden met het tweede fluïdumreservoir 12. Met bijvoorbeeld een fluïdumcompressor (niet getekend) kan onder hoge druk het tweede fluïdum weer worden teruggevoerd naar het tweede fluïdumreservoir 12, waarbij het stootelement 3 wordt teruggedrukt in de startpositie. In het voorbeeld genoemd bij de 10 beschrijving van Figuur 1A is deze druk hoger dan 400 bar. Het eerste fluïdumreservoir 9 is daarmee weer op druk gebracht.
Figuur 2A toont een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting 1 volgens de uitvinding met het stootelement 3 in een eindpositie, waarin de inrichting is voorzien van 15 ontspanmiddelen. Teneinde de inrichting 1 te ontspannen, in het geval het stootelement 3 is ingeklemd tussen bijvoorbeeld de delen van het toegangselement, is de inrichting 1 voorzien van een ontspanmiddelen voor het althans ten dele terugdringen van het stootelement 3 in de richting van de startpositie naar een ontspanpositie. De ontspanmiddelen zijn onder andere gevormd door een tweede buisvormige geleider 17, die is voorzien van een 20 verplaatsbare afdichtingswand 18, die de ruimte in de tweede geleider opdeelt in een eerste geleiderruimte 19 en een tweede geleiderruimte 20. De eerste geleiderruimte 19 vormt een vierde fluïdumreservoir 16, terwijl de tweede geleiderruimte 20 een vijfde fluïdumreservoir 21 vormt. Het vierde fluïdumreservoir 16 staat in fluïdum communicatie met het tweede fluïdumreservoir 12, bij voorkeur via het derde fluïdumreservoir 13. Het vierde 25 fluïdumreservoir 16 is bij voorkeur gevuld met hetzelfde fluïdum als het tweede en derde fluïdumreservoir, zoals bijvoorbeeld hydraulische olie. Het vijfde fluïdumreservoir 21 is bij voorkeur gevuld met een gas, bijvoorbeeld een edelgas, zoals argon, en vormt daarmee de tweede aandrijfmiddelen.
In het voorbeeld genoemd bij de beschrijving van Figuur 1A is het vijfde fluïdumreservoir 30 21 bij voorkeur onder een druk gebracht van 700 bar.
Figuur 2B toont een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding met het stootelement 3 in een ontspannen positie, waarin de inrichting is voorzien van ontspanmiddelen.
35 De ontspanmiddelen kunnen worden geactiveerd door tweede activeringsmiddelen, die voor een eenvoudige bediening van de inrichting 1, zijn geïntegreerd in de eerste activeringsmiddelen 11. Na activatie van de tweede activeringsmiddelen staan het vierde 8 fluïdumreservoir 16 en het tweede fluïdumreservoir 12 in fluïdum communicatie met elkaar. Door de hoge druk in het vijfde fluïdumreservoir 21 wordt het vierde fluïdum uit de eerste geleiderruimte 19 geperst naar het tweede fluïdumreservoir 12. Dit kan eventueel via het derde fluïdumreservoir 13 plaatsvinden.
5 Door deze fluïdumverplaatsing zal het eerste uiteinde 4 van het stootelement 3 zich althans ten dele richting de startpositie bewegen naar een ontspanpositie.
Door het vierde fluïdum terug te pompen in het vierde fluïdumreservoir 16 via aansluiting 15 wordt het vijfde fluïdumreservoir 21 weer op druk gebracht en kunnen de ontspanmiddelen opnieuw gebruikt worden.
10
Het derde fluïdumreservoir 13 en/of het vierde fluïdumreservoir 16 omvatten bij voorkeur tevens hydraulische olie opnemende middelen, zoals NBR gesloten cel rubber, voor het opvullen van de reservoirs.
15 Hoewel de uitvinding hiervoor is toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden, zal het duidelijk zijn dat deze daartoe niet is beperkt. De omvang van de uitvinding wordt dan ook voornamelijk bepaald door de nu volgende conclusies.

Claims (8)

1. Inrichting (1) voor het verschaffen van toegang tot een ruimte, waarin de ruimte is voorzien van een toegangselement, zoals bijvoorbeeld een deur of raam, waarin de inrichting 5 (1) is voorzien van drukmiddelen voor het uitoefenen van een stootkracht op één of meerdere delen van het toegangselement, zoals bijvoorbeeld een kozijn, omvattende: - een langwerpige behuizing (2), - een langwerpig stootelement (3) voor het uitoefenen van de stootkracht op het toegangselement, dat middels eerste aandrijfmiddelen instelbaar beweegbaar is tussen een 10 startpositie en een eindpositie, - de eerste aandrijfmiddelen zijn ingericht voor het leveren van de stootkracht, - het stootelement (3) is omvat in een eerste geleider (7), die zich uitstrekt langs het stootelement (3), - het stootelement (3) nabij het eerste uiteinde (4) tot aan tenminste een uittredeopening (6) 15 is voorzien van een verjonging (8), - de eerste aandrijfmiddelen een eerste fluïdumreservoir (9) omvatten, voorzien van een eerste fluïdum dat geschikt is hoge druk toepassing, waarin in de startpositie van het stootelement (3) het eerste fluïdum gecomprimeerd in het eerste fluïdumreservoir (9) is aangebracht en het eerste fluïdumreservoir (9) in fluïdum communicatie staat met een eerste 20 zijde (4A) van het eerste uiteinde (4) van het stootelement (3) - eerste activeringsmiddelen (11) voor het activeren van de inrichting (1) met het kenmerk, dat de inrichting (1) is voorzien van een doseerinrichting voor het instelbaar doseren van de stootkracht, waarin de doseerinrichting in hoofdzaak in de behuizing (2) is aangebracht, en waarin de doseerinrichting: 25. een tweede fluïdumreservoir (12), die althans ten dele is gevormd is door een ruimte tussen de eerste geleider (7) en de verjonging (8) in het stootelement (3, waarin het tweede fluïdumreservoir (12) in de startpositie van het stootelement (3) in hoofdzaak is gevuld met een tweede fluïdum, dat geschikt is hoge druk toepassing en het tweede fluïdumreservoir (12) is ingericht voor het volledig opvangen van de door de eerste aandrijfmiddelen 30 geleverde stootkracht, - een derde fluïdumreservoir (13), dat in instelbare fluïdum communicatie staat met het tweede fluïdumreservoir (12), omvat en - de eerste activeringsmiddelen (11) zijn ingericht voor het instellen van de mate van fluïdum communicatie tussen het tweede fluïdumreservoir (12) en het derde fluïdumreservoir (13) 35
2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, waarin de inrichting (1) is voorzien van ontspanmiddelen voor het ontspannen van de inrichting (1) voor het althans ten dele terugdringen van het stootelement (3) in de richting van de startpositie naar een ontspanpositie, omvattende: 5 een vierde fluïdumreservoir (16), dat in directe of indirecte fluïdum communicatie staat met het tweede fluïdumreservoir (12) en in hoofdzaak is gevuld met een vierde fluïdum, - tweede aandrijfmiddelen, die zijn ingericht voor het onder hoge druk brengen van het vierde fluïdum in het vierde fluïdumreservoir (16). - tweede activeringsmiddelen voor het activeren van de ontspanmiddelen, waarin de tweede 10 activeringsmiddelen zijn ingericht voor het tot stand brengen van de fluïdum communicatie tussen het vierde fluïdumreservoir (16) met het tweede fluïdumreservoir (12).
3. Inrichting (1) volgens conclusie 2, waarin de ontspanmiddelen: 15. een tweede buisvormige geleider (17) omvat, die is voorzien van een verplaatsbare afdichtingswand (18), die de ruimte in de tweede geleider opdeelt in een eerste geleiderruimte (19) en een tweede geleiderruimte (20), waarin het vierde fluïdumreservoir (16) is omvat in de eerste geleiderruimte (19), en de tweede aandrijfmiddelen zijn ingericht voor het verplaatsen van de afdichtingswand (18), zodanig dat de druk in het vierde 20 fluïdumreservoir (16) wordt verhoogd.
4. Inrichting (1) volgens conclusie 3, waarin de tweede aandrijfmiddelen zijn voorzien van een vijfde fluïdumreservoir, omvattende een vijfde fluïdum dat geschikt is voor hoge druk toepassing, en in fluïdum communicatie staat met de tweede geleiderruimte (20), die in 25 hoofdzaak is gevuld met het vijfde fluïdum, waarin het vijfde fluïdum in het vijfde fluïdumreservoir in de startpositie van het stootelement (3) onder hoge druk staat.
5. Inrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarin het eerste fluïdumreservoir (9) volledig gasdicht is omvat in de behuizing (2). 30
6 Inrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarin het eerste fluïdumreservoir (9) losneembaar gasdicht bevestigbaar is in de behuizing (2).
7. Inrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarin het eerste en vijfde fluïdum een gas omvat en het tweede, derde en vierde fluïdum een hydraulische olie omvat.
8. Inrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarin de inrichting (1) is voorzien van vergrendelingsmiddelen voor het vergrendelen van het stootelement (3) in de startpositie. 10
NL2007212A 2011-08-02 2011-08-02 Inrichting voor het verschaffen van toegang tot een ruimte. NL2007212C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2007212A NL2007212C2 (nl) 2011-08-02 2011-08-02 Inrichting voor het verschaffen van toegang tot een ruimte.
EP12750853.9A EP2739360B1 (en) 2011-08-02 2012-07-23 Device for providing access to a space
US14/236,518 US9505114B2 (en) 2011-08-02 2012-07-23 Device for providing access to a space
PCT/NL2012/050527 WO2013019106A1 (en) 2011-08-02 2012-07-23 Device for providing access to a space
CA2880738A CA2880738C (en) 2011-08-02 2012-07-23 Device for providing access to a space

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2007212A NL2007212C2 (nl) 2011-08-02 2011-08-02 Inrichting voor het verschaffen van toegang tot een ruimte.
NL2007212 2011-08-02

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2007212C2 true NL2007212C2 (nl) 2013-02-05

Family

ID=46727531

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2007212A NL2007212C2 (nl) 2011-08-02 2011-08-02 Inrichting voor het verschaffen van toegang tot een ruimte.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US9505114B2 (nl)
EP (1) EP2739360B1 (nl)
CA (1) CA2880738C (nl)
NL (1) NL2007212C2 (nl)
WO (1) WO2013019106A1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5329685A (en) * 1993-06-18 1994-07-19 Gillespie Donald E Pneumatically-powered battering ram
US20090199613A1 (en) * 2008-02-07 2009-08-13 Krumrei David T Battering ram
US20100077585A1 (en) * 2007-08-21 2010-04-01 Lindell David Prine Pneumatic battering ram and method therefor

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2526148A (en) * 1947-07-25 1950-10-17 Chapman Transmission Corp Hydraulic lifting jack
US3370421A (en) * 1965-12-07 1968-02-27 Clarence J. Piper Portable hydraulic jack with swivelling oil reservoir
US3710655A (en) * 1971-05-17 1973-01-16 M Brandle Battering apparatus for opening jammed automobile doors
ATA905486A (de) * 1986-11-20 1991-02-15 Inst Gornogo Dela Sibirskogo O Pneumatisch angetriebener, einzelschlaege ausfuehrender hammer
DE8717637U1 (nl) * 1987-04-01 1989-11-30 Schmidt, Paul, Dipl.-Ing., 5940 Lennestadt, De
US5517740A (en) * 1994-02-28 1996-05-21 Westinghouse Electric Corporation Pneumatic tool and method for plug removal
US5987723A (en) 1997-01-15 1999-11-23 Mcnally; Daniel L. Apparatus and method for rapid, remote, forcible entry
US6364032B1 (en) * 2000-03-07 2002-04-02 Action Machinery Company Of Alabama, Inc. Hand held apparatus for fracturing risers from castings
US6932166B1 (en) * 2002-12-03 2005-08-23 Paul Kirsch Pneumatic tool
US8418781B2 (en) * 2010-02-02 2013-04-16 Rapid Entry Solutions, Llc Pneumatically powered impact device and method

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5329685A (en) * 1993-06-18 1994-07-19 Gillespie Donald E Pneumatically-powered battering ram
US20100077585A1 (en) * 2007-08-21 2010-04-01 Lindell David Prine Pneumatic battering ram and method therefor
US20090199613A1 (en) * 2008-02-07 2009-08-13 Krumrei David T Battering ram

Also Published As

Publication number Publication date
WO2013019106A1 (en) 2013-02-07
CA2880738A1 (en) 2013-02-07
US9505114B2 (en) 2016-11-29
US20150360358A1 (en) 2015-12-17
EP2739360B1 (en) 2019-07-03
CA2880738C (en) 2019-10-29
EP2739360A1 (en) 2014-06-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2948532C (en) Leash training device and a method of using the same to train a domesticated animal
FR2886165A1 (fr) Procede de montage d'un cable de ligne de securite sur un tendeur
CA2744543A1 (fr) Verin a course declenchee pour dispositif de securite integre a un vehicule automobile, pour la protection d'un pieton en cas de choc frontal
NL2007212C2 (nl) Inrichting voor het verschaffen van toegang tot een ruimte.
FR3036965B1 (fr) Autoinjecteur
FR3036967B1 (fr) Autoinjecteur
US20160103235A1 (en) Tube wave generation
FR2857421A1 (fr) Actionneur pyrotechnique a effet de poussee variable
FR2908370A1 (fr) Dispositif de ceinture de securite a pre-tension declenchee par un verin pyrotechnique.
EP3421098A1 (fr) Descendeur ameliore
FR2965044B1 (fr) Dispositif de securite et d'armement pour projectile explosif gyrostabilise et dispositif d'amorcage mettant en oeuvre un tel dispositif de securite et d'armement
EP2204495A3 (fr) Dispositif de retenue de véhicules léger et lourd le long d'une voie de circulation
FR2824875A1 (fr) Actionneur pyrotechnique muni d'une rondelle de retenue
FR3059369B1 (fr) Systeme correcteur d'effet pogo
FR3029955A1 (fr) Dispositif fixe de protection de la carrosserie d'un vehicule terrestre
FR3008688A1 (fr) Butoir avec systeme de securite integre "anti-ecrasement de personnes"
FR2939602A1 (fr) Dispositif de secouage pour la recolte de fruits et procede de mise en oeuvre de ce dispositif
BE530137A (nl)
FR3012742A1 (fr) Systeme d'auto-assurage a freinage dynamique accroche au pied de la voie a escalader
FR3007711A1 (fr) Dispositif de protection de la carrosserie d'un vehicule terrestre.
FR2870210A1 (fr) Procede de stabilisation aerodynamique d'un vehicule spatial lors de son retour sur terre, en vue de sa recuperation et dispositif pour sa mise en oeuvre
RU136351U1 (ru) Устройство для тушения локальных очагов пожара
WO2005023475A1 (en) Tool for cutting cables
FR2986972A1 (fr) Dispositif pour l'evacuation rapide et en securite des personnes d'un batiment a etages et bateaux
RU2188952C1 (ru) Гидравлическая стойка

Legal Events

Date Code Title Description
HC Change of name(s) of proprietor(s)

Owner name: SF BREACHER HOLDING B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: VERANDERING VAN EIGENAAR(S), VERANDERING VAN NAAM VAN DE EIGENAAR(S); FORMER OWNER NAME: SF BOOSTER HOLDING B.V.

Effective date: 20161014

PD Change of ownership

Owner name: DEMCON DEFENSE & SECURITY SYSTEMS B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: SF BREACHER HOLDING B.V.

Effective date: 20220818