NL2006925A

NL2006925A - COMPOSITION CONTAINING A SHOE AND AN APPARATUS ASSOCIATED WITH THE SHOE.

Info

Publication number: NL2006925A
Application number: NL2006925A
Authority: NL
Inventors: Marcel Johan Dalitso Fleuren
Original assignee: Univ Delft Tech
Priority date: 2011-06-10
Filing date: 2011-06-10
Publication date: 2012-12-11
Also published as: NL2006925C2

Description

Samenstel, omvattende een schoen alsmede een met de schoen verbonden inrichting ter ondersteuning van de enkelAssembly comprising a shoe as well as a device connected to the shoe for supporting the ankle

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel, omvattende een schoen alsmede een met de schoen verbonden inrichting ter ondersteuning van de enkel.The invention relates to an assembly comprising a shoe and a device connected to the shoe for supporting the ankle.

Een dergelijk samenstel is bekend uit het Amerikaanse octrooi US 5.792.087. Het hier beschreven samenstel is voorzien van een schoen en een enkelsteun die aan het onderbeen van de gebruiker is bevestigd door middel van een band. Vanaf deze band strekt zich een paar steunelementen uit aan weerszijden van de enkel. De steunelementen zijn aan de schoen bevestigd met een beugel rondom de hak en zool van de schoen. Doordat de steunelementen zich aan weerszijden van de enkel bevinden, wordt het buigen van de enkel naar binnen en naar buiten begrensd, terwijl dorsaalflexie, het bewegen van de voet naar het scheenbeen, en plantairflexie, het bewegen van de voet van het scheenbeen af, mogelijk blijven.Such an assembly is known from the American patent US 5,792,087. The assembly described here is provided with a shoe and an ankle support which is attached to the user's lower leg by means of a strap. From this band a pair of support elements extend on either side of the ankle. The support elements are attached to the shoe with a bracket around the heel and sole of the shoe. Because the support elements are located on either side of the ankle, bending of the ankle inwards and outwards is limited, while dorsal flexion, movement of the foot to the tibia, and plantar flexion, movement of the foot from the tibia, are possible stay.

Een nadeel van het samenstel uit de stand van de techniek is dat de steunelementen relatief log zijn, waardoor de bewegingsvrijheid van de voet onnodig wordt beperkt en het gebruikscomfort van dit samenstel relatief laag is.A drawback of the prior art assembly is that the support elements are relatively bulky, whereby the freedom of movement of the foot is unnecessarily limited and the user comfort of this assembly is relatively low.

Een ander nadeel is dat het samenstel uit de stand van de techniek relatief ineffectief is voor het tegengaan van verzwikkingen anders dan die als gevolg van supinatie.Another drawback is that the prior art assembly is relatively ineffective in preventing entanglements other than those due to supination.

Een doel van de uitvinding is een samenstel te verschaffen dat de bewegingsvrijheid van de voet niet onnodig reduceert en een relatief hoger gebruikscomfort geeft.An object of the invention is to provide an assembly that does not unnecessarily reduce the freedom of movement of the foot and provides a relatively higher user comfort.

Een verder doel van de uitvinding is een samenstel te verschaffen dat schade aan de enkelligamenten, met name de laterale enkelligamenten, in het bijzonder als gevolg van inversie, effectief tegengaat.A further object of the invention is to provide an assembly that effectively prevents damage to the ankle ligaments, in particular the lateral ankle ligaments, in particular as a result of inversion.

Hiertoe heeft het samenstel volgens de uitvinding het kenmerk, dat de inrichting een vormstuk omvat dat de enkel althans aan de achterzijde omgeeft en dat is gevormd overeenkomstig de malleoli van de enkel.To this end, the assembly according to the invention is characterized in that the device comprises a molding that surrounds the ankle at least at the rear and that is shaped in accordance with the malleoli of the ankle.

Doordat het vormstuk is gevormd naar de malleoli van de enkel wordt bij verzwikking een effectievere overdracht van krachten van de schoen naar het been van de gebruiker, in het bijzonder de malleoli, bereikt, waardoor schade als gevolg van verzwikkingen effectiever tegen wordt gegaan. Doordat daarbij krachten uit verschillende richtingen door het vormstuk op het been overgedragen kunnen worden, wordt voorts bescherming geboden tegen andere soorten verzwikkingen, met name die als gevolg van inversie. Doordat het vormstuk gevormd is naar de malleoli en de enkel althans gedeeltelijk aan de achterzijde omgeeft, neemt het vormstuk relatief minder ruimte in het gebied rond de enkel in, waardoor de bewegingsvrijheid niet onnodig wordt gereduceerd en het gebruikscomfort wordt verhoogd. Tevens wordt door het vormen van het vormstuk naar de anatomie van de malleoli van de enkel van de gebruiker een verhoogd gebruikscomfort bereikt, doordat tijdens verzwikking optredende krachten over een relatief groter gebied worden verdeeld.Because the molded part is molded to the malleoli of the ankle, a more effective transfer of forces from the shoe to the leg of the user, in particular the malleoli, is achieved upon pivoting, as a result of which damage caused by spraining is more effectively prevented. Furthermore, since forces from different directions can be transmitted from the molding to the leg, protection is provided against other types of entanglements, in particular those due to inversion. Because the molding is formed towards the malleoli and surrounds the ankle at least partially at the rear, the molding takes up relatively less space in the area around the ankle, so that the freedom of movement is not unnecessarily reduced and the user comfort is increased. An increased user comfort is also achieved by shaping the molding to the anatomy of the malleoli of the ankle of the user, because forces occurring during sprain are distributed over a relatively larger area.

In een uitvoeringsvorm heeft het vormstuk een buitenste vormgebied dat is gevormd overeenkomstig de laterale malleolus. Dit buitenste vormgebied kan zich gedeeltelijk of geheel over de laterale malleolus bevinden.In one embodiment, the molding has an outer molding region that is formed in accordance with the lateral malleolus. This outer mold region can be partially or completely over the lateral malleolus.

In een verdere uitvoeringsvorm heeft het vormstuk een binnenste vormgebied dat is gevormd overeenkomstig de mediale malleolus. Dit binnenste vormgebied kan zich, analoog aan het buitenste vormgebied, gedeeltelijk of geheel over de mediale malleolus bevinden. Zowel het binnenste als het buitenste vormgebied kan voordelig voorzien worden van zogenaamde ‘padding’ om krachten die ontstaan bij verzwikking op een meer comfortabele wijze op de malleoli over te dragen.In a further embodiment, the molding has an inner molding region that is formed in accordance with the medial malleolus. This inner molding region, analogous to the outer molding region, can be partially or completely over the medial malleolus. Both the inner and the outer molding area can advantageously be provided with so-called "padding" in order to transfer forces that arise during swelling to the malleoli in a more comfortable manner.

Een weer verdere uitvoeringsvorm betreft een samenstel, waarbij het vormstuk een achterste vormgebied heeft dat zich op afstand van de achillespees bevindt. Doordat het achterste vormgebied zich op afstand van de achillespees bevindt, kan de achillespees vrij bewegen, waardoor de voet van de gebruiker een hogere mate van bewegingsvrijheid wordt geboden.A still further embodiment relates to an assembly, wherein the molding has a rear molding area which is situated at a distance from the Achilles tendon. Because the rear molding area is at a distance from the Achilles tendon, the Achilles tendon can move freely, giving the user a higher degree of freedom of movement for the user's foot.

Een nog weer verdere uitvoeringsvorm betreft een samenstel, waarbij het vormstuk tegenover elkaar liggende wangen heeft die zich ter weerszijden van de enkel bevinden, welke wangen aan de voorzijden een opening bepalen via welke de enkel opneembaar is in het vormstuk. Het vormstuk is op deze wijze relatief gemakkelijk door middel van de opening aan de voorzijde over de enkel aan te brengen.A still further embodiment relates to an assembly in which the molding has opposite cheeks which are located on either side of the ankle, which cheeks on the front sides define an opening through which the ankle can be received in the molding. The molding can in this way be arranged relatively easily over the ankle by means of the opening at the front.

In een weer verdere uitvoeringsvorm is de schoen voorzien van een voorschoen en een zool, waarbij het samenstel een verbindingsmiddel omvat dat zich onder een hoek kleiner dan 90° ten opzichte van de zool van het vormstuk van de inrichting in de richting van de voorschoen uitstrekt. Het verbindingsmiddel fungeert als een extern ligament, waardoor de daar in de voet aanwezige gewrichtsbanden bij verzwikking beter beschermd worden.In yet another embodiment, the shoe is provided with a front shoe and a sole, the assembly comprising a connecting means which extends at an angle of less than 90 ° with respect to the sole of the molding of the device in the direction of the front shoe. The connecting means acts as an external ligament, so that the ligaments present therein in the foot are better protected in case of swelling.

Een weer verdere uitvoeringsvorm betreft een samenstel, waarbij het verbindingsmiddel bevestigd is aan tenminste een van een binnenste en een buitenste zijde van de voorschoen. Door het verbindingsmiddel te bevestigen aan een binnenste of een buitenste zijde van de voorschoen wordt relatief betere bescherming verkregen tegen verzwikking. Met name de bevestiging aan de buitenzijde van de voorschoen is voordelig voor het tegengaan van verzwikkingen als gevolg van inversiebewegingen.A still further embodiment relates to an assembly, wherein the connecting means is attached to at least one of an inner and an outer side of the front shoe. By attaching the connecting means to an inner or an outer side of the front shoe, relatively better protection is obtained against spraining. The attachment on the outside of the front shoe, in particular, is advantageous for preventing entanglements as a result of inversion movements.

In een nog weer verdere uitvoeringsvorm omvat het verbindingsmiddel een eerste en een tweede uiteinde, waarbij het eerste uiteinde is bevestigd aan het vormstuk en het tweede uiteinde is bevestigd aan de voorschoen. Zo wordt een relatief optimale bescherming van de buitenste ligamenten verkregen tegen verzwikken, waarbij het verbindingsmiddel tevens relatief gemakkelijk toegankelijk is, bijvoorbeeld voor het losmaken of vastzetten ervan door de gebruiker.In yet another embodiment, the connecting means comprises a first and a second end, the first end being attached to the molding and the second end being attached to the front shoe. A relatively optimum protection of the outer ligaments is thus obtained against spraining, wherein the connecting means is also relatively easily accessible, for instance for loosening or securing it by the user.

Een weer verdere uitvoeringsvorm betreft een samenstel, waarbij het verbindingsmiddel een eerste en een tweede verbindingsdeel omvat, waarbij het eerste deel zich uitstrekt tussen het vormstuk nabij de laterale malleolus en een met de schoen verbonden bevestigingsmiddel en het tweede deel zich uitstrekt tussen het bevestigingsmiddel en het vormstuk nabij de mediale malleolus. Zo wordt bij verzwikking een relatief betere krachtdoorleiding bereikt van de voorschoen naar het vormstuk, waarbij de optredende krachten tevens beter verdeeld worden over het vormstuk en de malleoli. Het is daarbij bijvoorbeeld van voordeel het verbindingsmiddel of de verbindingsdelen band te laten omvatten.A still further embodiment relates to an assembly, wherein the connecting means comprise a first and a second connecting part, wherein the first part extends between the molding near the lateral malleolus and a fastening means connected to the shoe and the second part extends between the fastening means and the shaped piece near the medial malleolus. Thus, a relatively better force transmission is achieved from the front shoe to the molding in the case of pivoting, whereby the forces occurring are also better distributed over the molding and the mold. It is thereby advantageous, for example, to have the connecting means or the connecting parts comprise tape.

In een nog weer verdere uitvoeringsvorm omvat het verbindingsmiddel een verder verbindingsdeel met een eerste en een tweede deel, waarbij het eerste deel zich uitstrekt tussen de zool van de schoen nabij de voorschoen en het bevestigingsmiddel, en het tweede deel zich uitstrekt tussen het bevestigingsmiddel en de zool van de schoen nabij de hak. Ter plaatse van de schoen tussen het eerste en tweede deel hoeven zo geen extra verstevigingen te worden aangebracht, omdat het verdere verbindingsdeel voor extra stevigheid zorgt. Een verder voordeel is dat het proximaal uitstekende deel van het middenvoetsbeen op deze manier extra bewegingsvrijheid wordt geboden. Andere wijzen van versteviging zijn uiteraard ook denkbaar, met name die waarbij ruimte wordt gelaten aan het genoemde proximaal uitstekende deel van het middenvoetsbeen.In a still further embodiment the connecting means comprise a further connecting part with a first and a second part, wherein the first part extends between the sole of the shoe near the front shoe and the fastening means, and the second part extends between the fastening means and the sole of the shoe near the heel. No additional reinforcements need thus be provided at the location of the shoe between the first and second part, because the further connecting part provides extra strength. A further advantage is that the proximally protruding part of the metatarsal leg is offered additional freedom of movement in this way. Other ways of reinforcement are of course also conceivable, in particular those in which space is left on the said proximally protruding part of the metatarsal leg.

De uitvinding betreft tevens een vormstuk kennelijk geschikt voor gebruik in een samenstel volgens de uitvinding.The invention also relates to a molding apparently suitable for use in an assembly according to the invention.

In een uitvoeringsvorm is het vormstuk voorzien van een buitenste vormgebied dat is gevormd overeenkomstig de laterale malleolus. Dit buitenste vormgebied kan zich zoals genoemd gedeeltelijk of geheel over de laterale malleolus bevinden.In one embodiment, the molding is provided with an outer molding region formed in accordance with the lateral malleolus. This outer molding region may, as mentioned, be located partially or entirely over the lateral malleolus.

Een verdere uitvoeringsvorm betreft een vormstuk, voorzien van een binnenste vormgebied dat is gevormd overeenkomstig de mediale malleolus.A further embodiment relates to a molding provided with an inner molding region that is formed in accordance with the medial malleolus.

Een weer verdere uitvoeringsvorm betreft een vormstuk voorzien van een achterste vormgebied dat zich op afstand van de achillespees bevindt. Doordat het achterste vormgebied zich op afstand van de achillespees bevindt, kan de achillespees vrij bewegen, waardoor de voet van de gebruiker een hogere mate van bewegingsvrijheid wordt geboden.A still further embodiment relates to a molding provided with a rear molding area which is situated at a distance from the Achilles tendon. Because the rear molding area is at a distance from the Achilles tendon, the Achilles tendon can move freely, giving the user a higher degree of freedom of movement for the user's foot.

Een nog weer verdere uitvoeringsvorm betreft een vormstuk, voorzien van tegenover elkaar liggende wangen die zich ter weerszijden van de enkel bevinden, welke wangen aan de voorzijden een opening bepalen via welke de enkel opneembaar is in het vormstuk. Het vormstuk is op deze wijze zoals gezegd relatief gemakkelijk door middel van de opening aan de voorzijde over de enkel aan te brengen.A still further embodiment relates to a molding provided with opposite cheeks which are located on either side of the ankle, which cheeks on the front sides define an opening through which the ankle can be received in the molding. As stated, the molding can in this way be arranged relatively easily over the ankle by means of the opening at the front.

In een weer verdere uitvoeringsvorm van het vormstuk zijn bij het achterste vormgebied verstevigingen aangebracht. De verstevigingen verschaffen het vormstuk een relatief hogere mate van vormvastheid.In yet another embodiment of the molding, reinforcements are provided at the rear molding area. The reinforcements provide the molding with a relatively higher degree of dimensional stability.

Het is voorts denkbaar dat een universele set vormstukken met verschillende maten vervaardigd wordt, of dat een vormstuk op maat gemaakt wordt. Het vormstuk kan daarbij voordelig uit bijvoorbeeld een thermoplast vervaardigd worden, waarbij het vormstuk op de anatomie van de enkel van de gebruiker wordt aangepast. Eveneens kan een ander, stijf materiaal gebruikt worden.It is furthermore conceivable that a universal set of moldings with different sizes is manufactured, or that a molded piece is made to measure. The molding can advantageously be manufactured from, for example, a thermoplastic, wherein the molding is adapted to the anatomy of the ankle of the user. Another, stiff material can also be used.

De uitvinding betreft verder een schoen kennelijk geschikt voor gebruik in een samenstel volgens de uitvinding.The invention further relates to a shoe apparently suitable for use in an assembly according to the invention.

Een uitvoeringsvorm betreft een schoen, voorzien van een bevestigingsmiddel voor het bevestigen van het verbindingsmiddel aan de voorschoen. Door een bevestigingsmiddel reeds vooraf bij het vervaardigen van de schoen op de voorschoen aan te brengen, wordt voorkomen dat bij bijvoorbeeld achteraf bevestigen de stevigheid van de schoen verminderd wordt, bijvoorbeeld door snijden of knippen in de schoen.An embodiment relates to a shoe provided with a fastening means for fastening the connecting means to the front shoe. By applying a fastening means to the front shoe already in the manufacture of the shoe, it is prevented that, for example after retrofitting, the firmness of the shoe is reduced, for example by cutting or cutting the shoe.

Een weer verdere uitvoeringsvorm betreft een schoen, waarbij het bevestigingsmiddel bevestigd is aan een buitenzijde, i.e. de laterale zijde, van de voorschoen. Door het bevestigingsmiddel aan de buitenzijde van de voorschoen te bevestigen wordt een relatief optimale krachtoverdracht van de schoen naar het vormstuk verkregen. Het bevestigingsmiddel kan ook aan de binnenzijde van de schoen worden bevestigd voor het tegengaan van verzwikkingen anders dan die als gevolg van een inversiebeweging.A still further embodiment relates to a shoe, wherein the fastening means is attached to an outer side, i.e. the lateral side, of the front shoe. By attaching the fastening means to the outside of the front shoe, a relatively optimum force transfer from the shoe to the molding is obtained. The fastener can also be attached to the inside of the shoe to prevent twisting other than as a result of an inversion movement.

Een nog weer verdere uitvoeringsvorm betreft een schoen, waarbij het bevestigingsmiddel een bevestigingsring omvat. Een ring is zeer geschikt om bijvoorbeeld in combinatie met band gebruikt te worden. Het is overigens denkbaar dat andere manieren van bevestigen gebruikt worden, zoals bevestiging middels klittenband, gespen, touw of anderszins, of een ander speciaal voor het samenstel ontwikkeld bevestigingsmiddel.A still further embodiment relates to a shoe, wherein the fixing means comprise a fixing ring. A ring is very suitable to be used in combination with a band, for example. It is otherwise conceivable that other ways of fixing are used, such as fixing by means of Velcro, buckles, rope or otherwise, or another fixing means specially developed for the assembly.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de figuren l-3b weergegeven uitvoeringsvormen van een samenstel volgens de uitvinding:The invention will be explained in more detail below with reference to embodiments of an assembly according to the invention shown with reference to Figures 1 to 3b:

Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding voorzien van een schoen met een inrichting volgens de uitvinding, waarbij het vormstuk de vorm heeft van een halfopen, starre clip,Figure 1 shows an embodiment of an assembly according to the invention provided with a shoe with a device according to the invention, wherein the shaped part has the shape of a semi-open, rigid clip,

Figuur 2a toont de schoen met de clip van figuur 2, waarbij de voet plat op de grond staat,Figure 2a shows the shoe with the clip of Figure 2, with the foot flat on the floor,

Figuur 2b toont de uitvoeringsvorm van de schoen met clip van figuren 2 en 3a, maar dan aan de binnenzijde van de voet,Figure 2b shows the embodiment of the shoe with clip of Figures 2 and 3a, but then on the inside of the foot,

Figuur 3a toont een zijaanzicht van de buitenzijde van een voet met de uitvoeringsvorm van de clip van de figuren 1, 2a en 2b, waarbij de bij inversie optredende krachten getoond zijn, enFigure 3a shows a side view of the outside of a foot with the embodiment of the clip of Figures 1, 2a and 2b, showing the forces occurring during inversion, and

Figuur 3b toont een bovenaanzicht van de voet van figuur 3a met een uitvoeringsvorm van de clip van de figuren 1, 2a en 2b, waarbij eveneens bij inversie optredende krachten getoond zijn.Figure 3b shows a top view of the foot of Figure 3a with an embodiment of the clip of Figures 1, 2a and 2b, wherein forces occurring during inversion are also shown.

Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een samenstel 30 volgens de uitvinding voorzien van een schoen 1 met een inrichting 2, waarbij het vormstuk 3 de vorm heeft van een halfopen, starre clip. De voet is getoond in een ten opzichte van het onderbeen 8 geïnverteerde toestand, een toestand waarbij sprake is van een combinatie van plantairflexie, supinatie en adductie. Deze toestand betreft één van de meest voorkomende verzwikkingssituaties.Figure 1 shows an embodiment of an assembly 30 according to the invention provided with a shoe 1 with a device 2, wherein the shaped part 3 has the shape of a semi-open, rigid clip. The foot is shown in an inverted state relative to the lower leg 8, a state involving a combination of plantar flexion, supination and adduction. This condition relates to one of the most common settlement situations.

De open zijde van de clip 3 bevindt zich aan de voorzijde van het onderbeen 8, boven het wreefdeel van de schoen 19. De clip 3 steunt met afsteundelen 24, 25 af op de achterzijde van respectievelijk de laterale malleolus 17 en de mediale malleolus 18. Het is tevens mogelijk dat de afsteundelen 24, 25 de malleoli 17, 18 omklemmen. Aan de achterzijde van de clip 3 is een holte 23 aangebracht voor het verschaffen van bewegingsruimte aan de achillespees ofwel de tendo calcaneus. Nabij het wreefdeel van de schoen 19 aan de buitenzijde 15 van de schoen is een bevestigingsring 20 aangebracht. Door de bevestigingsring 20 loopt een verbindingsmiddel 12 in de vorm van een band 21, die de afsteundelen 24 en 25 met elkaar verbindt. Een wreefgedeelte 21b van de band 21 bevindt zich daarbij tussen de bevestigingsring 20 en afsteundeel 25, een buitengedeelte 21a van de band 21 bevindt zich tussen de bevestigingsring 20 en afsteundeel 24. De bevestigingsring 20 kan ook als één geïntegreerd onderdeel, bijvoorbeeld een spuitgietdeel, samen met de schoen 1 vervaardigd worden.The open side of the clip 3 is located at the front of the lower leg 8, above the instep part of the shoe 19. The clip 3 is supported by supporting parts 24, 25 on the rear side of the lateral malleolus 17 and the medial malleolus 18, respectively. It is also possible that the supporting parts 24, 25 clamp around the malleoli 17, 18. A cavity 23 is provided at the rear of the clip 3 to provide room for movement to the Achilles tendon or the tendo calcaneus. Near the instep part of the shoe 19 on the outside 15 of the shoe a mounting ring 20 is provided. A connecting means 12 in the form of a band 21 runs through the fastening ring 20, which connects the supporting parts 24 and 25 to each other. A rubbing part 21b of the belt 21 is thereby located between the fixing ring 20 and support part 25, an outer part 21a of the band 21 is located between the fixing ring 20 and support part 24. The fixing ring 20 can also be combined as one integrated part, for example an injection molded part. be manufactured with the shoe 1.

De inversiebeweging wordt tegengegaan doordat de buitenzijde 15 van de schoen 1 met de bevestigingsring 20 zich van de afsteundelen 24 en 25 af verplaatst, waardoor een trekkracht wordt uitgeoefend op de band 21. De band 21 fungeert als een soort van een extern ligament en biedt weerstand tegen de uitgeoefende trekkracht. Zo wordt voorkomen dat er schade aan de enkelbanden of andere delen van de voet ontstaat. Wel is daarbij van belang dat het gedeelte van de buitenzijde 15 van de schoen 1 dat in het verlengde van de banddelen 21a, 21b ligt voldoende stevig is uitgevoerd. De door de band 21 geboden weerstand kan instelbaar gemaakt worden, bijvoorbeeld door middel van een draaiwiel, of door aantrekking van de band 21 met een sluiting op de clip 3 of schoen 1, zodat de verhouding tussen bewegingsvrijheid enerzijds en bescherming tegen verzwikking anderzijds regelbaar is.The inversion movement is prevented by the fact that the outside 15 of the shoe 1 with the fastening ring 20 moves away from the supporting parts 24 and 25, whereby a tensile force is exerted on the band 21. The band 21 acts as a kind of an external ligament and offers resistance against the applied pulling force. This prevents damage to the ankle straps or other parts of the foot. It is, however, important that the part of the outside 15 of the shoe 1 that is in line with the strap parts 21a, 21b is of sufficiently sturdy construction. The resistance offered by the band 21 can be made adjustable, for example by means of a rotary wheel, or by attraction of the band 21 with a closure on the clip 3 or shoe 1, so that the ratio between freedom of movement on the one hand and protection against perversion on the other is adjustable .

Doordat de clip 3 aan de achterzijde van de holte 23 bijvoorkeur verstevigd is, wordt tevens voorkomen dat bij een inversiebeweging de clip 3 door de band 21 over de malleoli 17, 18 heengetrokken wordt, waardoor het samenstel stabiel blijft.Because the clip 3 on the rear side of the cavity 23 is preferably reinforced, it is also prevented that during an inversion movement the clip 3 is pulled through the belt 21 over the malleoli 17, 18, whereby the assembly remains stable.

Figuur 2a toont de schoen 1 met de clip 3 van figuur 2, waarbij de voet plat op de grond staat. Ook is te zien dat er aan de buitenzijde 15 van de schoen 1 nog een band 2Γ is aangebracht tussen de bevestigingsring 20 en de zool 5, onder de band 21. De band 21 ’ dient als extra versteviging van het exterieur van de schoen 1. De band 2Γ is voorzien van een hakgedeelte 21’b dat zich tussen de bevestigingsring 20 en de hak 5 uitstrekt, en een voorschoengedeelte 21’a dat zich tussen de bevestigingsring 20 en de zool van de voorschoen 6 uitstrekt. Bij een extreme inversiebeweging verschaft de band 21 ’ extra weerstand tegen trekkrachten. Doordat ter plaatse van de band 2 Γ, en met name tussen de banddelen 21 ’a en 21 ’b geen extra versteviging in de schoen 1 nodig is, wordt de bewegingsvrijheid van de aan de buitenzijde van de voet aanwezige gewrichten vergroot, met name het proximaal uitstekend deel van het middenvoetsbeen, waardoor de gebruiker een hoger comfort zal ervaren. Het is mogelijk dat de band 2Γ onder de binnenzool doorloopt.Figure 2a shows the shoe 1 with the clip 3 of Figure 2, with the foot flat on the floor. It can also be seen that on the outside 15 of the shoe 1 another strap 2Γ is arranged between the fixing ring 20 and the sole 5, below the strap 21. The strap 21 'serves as an additional reinforcement of the exterior of the shoe 1. The strap 2Γ is provided with a heel portion 21'b that extends between the fastening ring 20 and the heel 5, and a front shoe portion 21'a that extends between the fastening ring 20 and the sole of the front shoe 6. With an extreme inversion movement, the tire 21 "provides additional resistance to tensile forces. Because no additional reinforcement is required in the shoe 1 at the area of the band 2 en, and in particular between the band parts 21 'a and 21' b, the freedom of movement of the joints present on the outside of the foot is increased, in particular the proximal protruding part of the metatarsal leg, which means the user will experience higher comfort. It is possible that the band 2Γ runs under the insole.

Figuur 2b toont de uitvoeringsvorm van de schoen 1 met clip 3 van figuren 1 en 2a, maar dan aan de binnenzijde van de voet. In figuur 2b is te zien hoe de band 21 met het afsteundeel 25 is verbonden. Ook is te zien dat het afsteundeel 25 een afgeronde vorm heeft om het draagcomfort in het gebied rond de mediale malleolus 18, met name tijdens de uitoefening van relatief grote krachten, te verhogen. Toevoeging van zogenaamde ‘padding’ verhoogt het comfort nog meer en verbetert de verdeling van krachten.Figure 2b shows the embodiment of the shoe 1 with clip 3 of figures 1 and 2a, but then on the inside of the foot. Figure 2b shows how the band 21 is connected to the support part 25. It can also be seen that the support part 25 has a rounded shape to increase the wearing comfort in the area around the medial malleolus 18, in particular during the application of relatively large forces. The addition of so-called "padding" increases comfort even more and improves the distribution of forces.

Figuur 3a toont een zijaanzicht van de buitenzijde van een voet met de uitvoeringsvorm van de clip 3 van de figuren 1, 2a en 2b, waarbij de bij inversie optredende krachten getoond zijn. Figuur 3a toont drie krachtvectoren F2it>, F21’ en Fim, waarbij F2ib de kracht op de bevestigingsring 20 betreft die tijdens inversie uitgeoefend wordt door banddeel 21b, F21’ de kracht die op de bevestigingsring 20 wordt uitgeoefend door de band 2Γ of de schoen 1, en Fim de reactiekracht uitgeoefend door de laterale malleolus 17 op de clip 3.Figure 3a shows a side view of the outside of a foot with the embodiment of the clip 3 of Figures 1, 2a and 2b, with the forces occurring during inversion being shown. Figure 3a shows three force vectors F2it>, F21 'and Fim, where F2ib refers to the force on the fastening ring 20 exerted during inversion by band member 21b, F21' the force exerted on the fastening ring 20 by the band 2Γ or the shoe 1 and Fim the reaction force exerted by the lateral malleolus 17 on the clip 3.

Figuur 3b toont een bovenaanzicht van de voet van figuur 3a met een uitvoeringsvorm van de clip 3 van de figuren 1, 2a en 2b, waarbij eveneens bij inversie optredende krachten getoond zijn. Bij inversie oefent band 2Γ een kracht F21’ uit op de bevestigingsring 20 die deze kracht via banddelen 21a en 21b overdraagt op de clip 3. Omdat de clip 3 via afsteundelen 24, 25 afsteunt op malleoli 17, 18 wordt deze kracht overgedragen op deze malleoli 17, 18. Daarbij ontstaan vanuit de malleoli 17, 18 reactiekrachten Fim en Fmm.Figure 3b shows a top view of the foot of Figure 3a with an embodiment of the clip 3 of Figures 1, 2a and 2b, wherein forces occurring during inversion are also shown. In the case of inversion, band 2 F exerts a force F21 'on the fastening ring 20 which transmits this force to the clip 3 via band parts 21a and 21b. Because the clip 3 is supported on malleoli 17, 18 via supporting parts 24, 25, this force is transmitted to this malleoli 17, 18. This gives rise to 17, 18 reaction forces Fim and Fmm from the malleoli.

Verder is in figuur 3b te zien hoe de clip 3 de malleoli 17, 18 omvat. Daarnaast is te zien hoe de holte 23 ruimte laat voor de achillespees, zodat de bewegingsvrijheid van deze pees en daarmee de voet vergroot wordt.Furthermore, Figure 3b shows how the clip 3 comprises the malleoli 17, 18. In addition, it can be seen how the cavity 23 leaves room for the Achilles tendon, so that the freedom of movement of this tendon and thus the foot is increased.

Lijst met verwijzingscijfers 1. Schoen 2. Inrichting 3. Clip 4. - 5. Zool 6. Voorschoen 7. Hak 8. Onderbeen 9. Enkel 10. Eerste uiteinde 11. T weede uiteinde 12. Verbindingsmiddel 13. Bevestigingsmiddel 14. Binnenste zijde schoen 15. Buitenste zijde schoen 16. Tweede bevestigingsmiddel 17. Laterale malleo lus 18. Mediale malleo lus 19. Wreefdeel schoen 19’. Wreef voet 20. Bevestigingsring 21. Band 21a. Buitengedeelte banddeel 21b. Wreefgedeelte banddeel 21’. Band 2 l’a. Voorschoengedeelte banddeel 2 l’b. Hakgedeelte banddeel 22.List with reference numbers 1. Shoe 2. Device 3. Clip 4. - 5. Sole 6. Front shoe 7. Heel 8. Lower leg 9. Ankle 10. First end 11. Second end 12. Fastener 13. Fastener 14. Inner side of shoe 15. Outer side shoe 16. Second fastener 17. Lateral malleo loop 18. Medial malleo loop 19. Instep shoe 19 '. Instep foot 20. Attachment ring 21. Band 21a. Outer part of the strap part 21b. Instep part of strap part 21 ". Band 2 l’a. Front shoe part strap part 2 l’b. Heel part strap part 22.

23. Holte voor achillespees 24. Afsteundeel laterale malleolus 25. Afsteundeel mediale malleo lus 26. Buitenzijde voet 27.23. Cavity for Achilles tendon 24. Support part lateral malleolus 25. Support part medial malleolus 26. Outside of foot 27.

28.28.

29.29.

30. Samenstel volgens de uitvinding30. Assembly according to the invention

Claims

An assembly (30) comprising a shoe (1) and a device (2) connected to the shoe for supporting the ankle (9), characterized in that the device (2) comprises a molding (3) that the ankle (9) at least at the rear and that is formed in accordance with the malleoli (17, 18) of the ankle (9).

The assembly (30) of claim 1, wherein the molding (3) has an outer molding region that is formed in accordance with the lateral malleolus (17).

An assembly (30) according to claim 1 or 2, wherein the molding (3) has an inner molding region formed in accordance with the medial malleolus (18).

An assembly (30) according to any one of the preceding claims, wherein the molding (3) has a rear molding area (23) that is spaced from the Achilles tendon.

Assembly (30) as claimed in any of the foregoing claims, wherein the shaped part (3) has opposite cheeks which are located on either side of the ankle (9), which cheeks on the fronts define an opening through which the ankle (9) can be accommodated in the molding (3).

An assembly (30) according to any one of the preceding claims, wherein the shoe (1) is provided with a front shoe (6) and a sole (5), the assembly (30) comprising a connecting means (12) which is angled less than 90 ° with respect to the sole (5) of the molding (3) of the device (2) in the direction of the front shoe (6).

The assembly (30) of claim 6, wherein the connecting means (12) is attached to at least one of an inner (14) and an outer side (15) of the front shoe (6).

Assembly (30) as claimed in claim 6 or 7, wherein the connecting means (12) comprises a first and a second end (10, 11), the first end (10) being attached to the molding (3) and the second end (11) is attached to the front shoe (6).

An assembly (30) according to claim 6, wherein the connecting means (12) comprises a first and a second connecting part (21a, 21b), the first part (21a) extending between the molding (3) near the lateral malleolus (17 ) and a fastener (13) connected to the shoe and the second part (21b) extending between the fastener (13) and the molding (3) near the medial malleolus (18).

An assembly (30) according to claim 9, wherein the connecting means (12) comprises a further connecting part (21 ') with a first and a second part (21'a, 21'b), the first part (21'a) extends between the sole (5) of the shoe (1) near the front shoe (6) and the fastener (13), and the second part (21'b) extends between the fastener (13) and the sole (5) of the shoe (1) near the heel (7).

Molded piece (3) apparently suitable for use in an assembly (30) according to one of the preceding claims.

A molding (3) according to claim 11, provided with an outer molding region formed in accordance with the lateral mold loop (17).

Molded piece (3) according to claim 11 or 12, provided with an inner molded area formed in accordance with the medial malleolus (18).

Molded piece (3) according to one of claims 11-13, provided with a rear molded area (23) that is spaced from the Achilles tendon.

Molded piece (3) according to one of claims 11-14, provided with opposite cheeks which are located on either side of the ankle (9), which cheeks define an opening on the front sides through which the ankle (9) can be received in the molding (3).

Molded piece (3) according to one of claims 11-15, wherein reinforcements are provided at the rear molded area (23).

Shoe (1) apparently suitable for use in an assembly (30) according to one of claims 1-10.

Shoe (1) according to claim 17, provided with a fastening means (13) for fastening the connecting means (12) to the front shoe (6).

Shoe (1) according to claim 18, wherein the fastening means (13) is attached to an outside of the front shoe (6).

Shoe (1) according to claim 18 or 19, wherein the fixing means (13) comprises a fixing ring (20).