NL2006613C2 - Pijpleidingbundelingssamenstel, alsmede matrijssamenstel voor vervaardiging daarvan. - Google Patents

Pijpleidingbundelingssamenstel, alsmede matrijssamenstel voor vervaardiging daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL2006613C2
NL2006613C2 NL2006613A NL2006613A NL2006613C2 NL 2006613 C2 NL2006613 C2 NL 2006613C2 NL 2006613 A NL2006613 A NL 2006613A NL 2006613 A NL2006613 A NL 2006613A NL 2006613 C2 NL2006613 C2 NL 2006613C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cover element
pipeline
state
assembly
cover
Prior art date
Application number
NL2006613A
Other languages
English (en)
Inventor
Arnoldus Belkom
Original Assignee
Lankhorst Mouldings B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lankhorst Mouldings B V filed Critical Lankhorst Mouldings B V
Priority to NL2006613A priority Critical patent/NL2006613C2/nl
Priority to PCT/NL2012/050240 priority patent/WO2012141583A1/en
Priority to MYPI2013701943A priority patent/MY165442A/en
Priority to EP12717898.6A priority patent/EP2697549B1/en
Priority to AU2012243536A priority patent/AU2012243536B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2006613C2 publication Critical patent/NL2006613C2/nl
Priority to IL228901A priority patent/IL228901A/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L3/00Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets
    • F16L3/22Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets specially adapted for supporting a number of parallel pipes at intervals
    • F16L3/237Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets specially adapted for supporting a number of parallel pipes at intervals for two pipes
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L1/00Laying or reclaiming pipes; Repairing or joining pipes on or under water
    • F16L1/12Laying or reclaiming pipes on or under water
    • F16L1/20Accessories therefor, e.g. floats, weights

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)
  • Supports For Pipes And Cables (AREA)
  • Buffer Packaging (AREA)
  • Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)

Description

P94108NL00
Titel: Pijpleidingbundelingssamenstel, alsmede matrijssamenstel voor vervaardiging daarvan.
De uitvinding heeft betrekking op een pijpleidingbundelingssamenstel volgens de aanhef van conclusie 1, alsmede op een matrijssamenstel voor vervaardiging daarvan.
Een dergelijk pijpleidingbundelingssamenstel, veelal aangeduid 5 met “piggyback” systeem, is bijvoorbeeld bekend uit W003/074916A1.
Het met een veelvoud van dergelijke samenstellen leggen van gebundelde pijpen op of in de bodem van een water geschiedt meestal vanaf een vaartuig dat zich aan de oppervlakte van het water bevindt. Aan boord van het vaartuig worden de samenstellen aangebracht aan de betreffende 10 eerste pijpleiding en tweede pijpleiding teneinde een gebundelde pijpleiding te vormen. Daarbij bevinden de aangebrachte samenstellen zich, gezien in langsrichting van de gebundelde pijpleiding, steeds op enige afstand van elkaar. Reeds gebundelde delen van de pijpleiding, waarop de samenstellen dus reeds zijn aangebracht, worden neergelaten vanaf het vaartuig in de 15 richting van de waterbodem. Gelijktijdig daarmee worden aan boord van het vaartuig samenstellen aangebracht op nog te bundelen delen van de betreffende pijpleiding.
Dankzij piggyback systemen kunnen meerdere pijpleidingen door middel van een enkele, gebundelde leggingsoperatie simultaan gelegd 20 worden, hetgeen kosten bespaart en de betrouwbaarheid van de operatie ten goede komt.
Bij het aanbrengen van een dergelijk samenstel worden gebruikelijker wijs per samenstel één of meer bevestigingsbanden toegepast die, gezien in dwarsdoorsnede door de gebundelde pijpleiding, buitenlangs 25 rondom de samengestelde constructie van de eerste pijpleiding, de tweede pijpleiding en het samenstel verlopen. Meestal wordt daarbij tevens gebruik 2 gemaakt van een spanconstructie om de aangebrachte bevestigingsbanden stevig aan te spannen. Een dergelijke aangebrachte bevestigingsband houdt de eerste pijpleiding en het afdekelement bij het basiselement. Aldus houdt een dergelijke aangebrachte bevestigingsband de zich tussen het 5 afdekelement en het basiselement uitstrekkende tweede pijpleiding bij de eerste pijpleiding.
Aan de toepassing van dergelijke bekende samenstellen kleven enige bezwaren. Zo is er tijdens het aanbrengen van een samenstel een fase waarin het afdekelement weliswaar op het basiselement is gepositioneerd, 10 waarbij de tweede pijpleiding zich dan reeds tussen het basiselement en het afdekelement bevindt, maar waarin een bevestigingsband nog niet of nog niet volledig is aangebracht. In die fase wordt het afdekelement nog niet door een bevestigingsband op zijn plaats gehouden en kan het afdekelement ongewild losraken van het basiselement. In een dergelijk geval moet het 15 afdekelement opnieuw op het basiselement gepositioneerd worden. Dit komt een eenvoudige en snelle plaatsing van het samenstel niet ten goede. Met name omdat het leggen van een gebundelde pijpleiding vereist dat een zeer groot aantal samenstellen moet worden aangebracht, heeft dit een relatief grote negatieve invloed op de snelheid van de pijpleggingsoperatie en op de 20 gerelateerde arbeidskosten van het uitvoerende personeel.
Maar ook kan een afdekelement van het basiselement losraken tijdens het vanaf het vaartuig neerlaten van het samenstel, dat dan reeds aan een gebundeld deel van de pijpleiding is aangebracht, of wanneer het samenstel zich reeds op zijn bestemming bij de bodem van het water 25 bevindt, aangebracht aan de reeds neergelaten pijpleiding. Dit kan bijvoorbeeld optreden wanneer een bevestigingsband niet strak genoeg is aangespannen bij een bepaald samenstel. Bij het losraken van een afdekelement, raakt dan veelal ook het basiselement los. Losgeraakte samenstellen verliezen dan hun functie en komen ongecontroleerd in het 30 milieu terecht doordat ze bijvoorbeeld aanspoelen aan de kustlijn. Onder 3 meer om deze redenen worden hoge eisen gesteld aan de kwaliteit van de bevestigingsbanden en, indien van toepassing, aan de bijbehorende spanconstructies. Deze vereiste hoge kwaliteit heeft een sterk kostenverhogende invloed op het leggen van gebundelde pijpleidingen. De 5 kosten van de bevestigingsbanden en spanconstructies zijn vaak hoger dan die van de basiselementen en afdekelementen. In dit verband wordt voorts opgemerkt dat de bevestigingsbanden en spanconstructies in veel gevallen zeer duurzaam dienen te zijn, hetgeen de kosten verder verhoogt. De samenstellen kunnen immers ook losraken als gevolg van op termijn op de 10 zeebodem doorroesten van de bevestigingsbanden en/of spanconstructies.
Het is een doel van de uitvinding om een oplossing te verschaffen volgens welke het leggen van een gebundelde pijpleiding gemakkelijk, snel, betrouwbaar en goedkoop uitgevoerd kan worden.
Daartoe verschaft de uitvinding een 15 pijpleidingbundelingssamenstel volgens conclusie 1, alsmede een matrijssamenstel volgens conclusie 12. Specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn neergelegd in de afhankelijke conclusies.
Bij een dergelijk pijpleidingbundelingssamenstel omvatten het basiselement en het afdekelement onderling samenwerkende 20 klikverbindingselementen voor het door middel van klikverbinding in de afdekkingstoestand brengen van het afdekelement en in de bedrijfstoestand van het samenstel in stand houden van de afdekkingstoestand.
Opgemerkt wordt dat de vakman voor dergelijke pijpleidingbundelingssamenstellen, die in gebruik aan enorme belastingen 25 worden blootgesteld, niet overweegt om dergelijke klikverbindingselementen toe te passen.
Dergelijke onderling samenwerkende klikverbindingselementen omvatten tenminste één verend deel van tenminste één van de twee genoemde elementen van het samenstel. Met behulp van veerkracht van 30 genoemd verend deel kan een haakverbinding tot stand gebracht worden 4 tussen de twee genoemde elementen doordat het verend deel, dat deel uitmaakt van het ene van de twee genoemde elementen, haakt aan een aanhaakstructuur van het andere van de twee genoemde elementen. Eén of meer van dergelijke verende delen kunnen deel uitmaken van het 5 basiselement en/of van het afdekelement. Ook is het mogelijk dat genoemde aanhaakstructuur van het andere van de twee genoemde elementen optioneel eveneens een verend deel van het andere van de twee genoemde elementen omvat.
Dankzij de onderling samenwerkende klikverbindingselementen 10 kan uitvoerend personeel gemakkelijk en snel door middel van klikverbinding een afdekelement aan het basiselement vastklikken, terwijl de tweede pijpleiding zich tussen het basiselement en het afdekelement bevindt. Het vastgeklikte afdekelement kan dan niet ongewild losraken van het basiselement, zodat één of meerdere bevestigingsbanden zonder nader 15 oponthoud kunnen worden aangebracht.
Dat het vastgeklikte afdekelement niet ongewild kan losraken van het basiselement kan tevens benut worden door kortere, en dus goedkopere, bevestigingsbanden toe te passen. Bij een vastgeklikt afdekelement hoeft een bevestigingsband immers niet meer noodzakelijkerwijs buitenlangs 20 rondom een in afdekkingstoestand verkerend afdekelement te lopen. In feite hoeft slechts bevestigingsband gebruikt te worden voor het fixeren van het basiselement ten opzichte van de eerste pijpleiding. Het basiselement is immers reeds gefixeerd ten opzichte van de tweede pijpleiding door middel van het aan het basiselement vastgeklikte afdekelement.
25 Dat het vastgeklikte afdekelement niet ongewild kan losraken van het basiselement, kan bij bepaalde pijpleggingsoperaties voorts benut worden door minder duurzame, en dus goedkopere, bevestigingsbanden toe te passen. Bij bepaalde pijpleggingsoperaties is het namelijk niet noodzakelijk dat eenmaal gelegde pijpleidingen op of in de zeebodem bij 30 elkaar gehouden moeten worden door de pijpleidingbundelingssamenstellen.
5
Vanuit dat oogpunt mogen bij dergelijke operaties de tijdens de pijpleggingsoperaties toegepaste bevestigingsbanden in de loop der tijd dus doorroesten. Echter, om te voorkomen dat de bundelingssamenstellen in de loop der tijd zouden losraken van de pijpleidingen en ongecontroleerd in het 5 milieu terecht zouden komen (bijvoorbeeld aanspoelen op stranden), worden gebruikelijkerwijs ook bij dergelijke operaties nog steeds duurzame, dat wil zeggen relatief dure, bevestigingsbanden toegepast. Bij toepassing van samenstellen volgens de uitvinding is het bij dergelijke pijpleggingsoperaties niet meer nodig om dergelijke relatief dure 10 bevestigingsbanden toe te passen. Samenstellen volgens de uitvinding blijven immers, ook bij doorroesten van de bevestigingsbanden, vastzitten aan de tweede pijpleiding doordat het afdekelement en het basiselement aan elkaar vastgeklikt zijn.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het 15 samenstel een gebruiksgerede toestand waarin het basiselement en het afdekelement geheel los van elkaar zijn en kan, uitgaande van genoemde gebruiksgerede toestand, genoemde afdekkingstoestand verkregen worden louter door het in bedrijf stellen van genoemde klikverbindingselementen.
In vergelijking met pijpleidingbundelingssamenstellen waarbij het 20 basiselement en het afdekelement reeds in gebruiksgerede toestand op enigerlij wijze met elkaar verbonden zijn, biedt deze voorkeursuitvoeringsvorm de voordelen dat het basiselement en het afdekelement elk een relatief eenvoudige vorm hebben en elk relatief eenvoudig te vervaardigen zijn. Een verder voordeel is dat, indien een 25 basiselement of een afdekelement van een samenstel volgens de uitvinding onverhoopt stuk mocht gaan voordat het is aangebracht, niet het gehele samenstel verloren gaat, omdat het andere, niet stuk gegane element te gebruiken is in combinatie met een vervangend exemplaar van het stuk gegane element.
6
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het samenstel ingericht om het afdekelement naar keuze uit tenminste twee verschillende plaatsingstoestanden van het afdekelement ten opzichte van het basiselement in genoemde afdekkingstoestand te kunnen brengen, 5 waarbij genoemde plaatsingstoestanden een eerste plaatsingstoestand en een tweede plaatsingstoestand omvatten, waarbij in de eerste plaatsingstoestand en in de tweede plaatsingstoestand respektievelijk een eerste tussenruimte tussen de tweede omhullingszijde en de derde omhullingszijde en een tweede tussenruimte tussen de tweede 10 omhullingszijde en de derde omhullingszijde gedefinieerd zijn in een conditie waarin het afdekelement in de betreffende plaatsingstoestand tegen het basiselement aanligt, en waarbij genoemde eerste tussenruimte in de eerste plaatsingstoestand groter is dan genoemde tweede tussenruimte in de tweede plaatsingstoestand.
15 Enige voordelen van laatstgenoemde voorkeursuitvoeringsvorm worden als volgt toegelicht. Bij bepaalde gebundelde pijpleggingsoperaties is het van belang dat de door de bundelingssamenstellen op afstand van elkaar gehouden eerste en tweede pijpleidingen al dan niet in langsrichting ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Bij sommige pijpleggingsoperaties 20 kan het namelijk gewenst zijn dat de eerste en tweede pijpleiding over de gehele lengte van de gebundelde pijpleiding in langsrichting ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Bij andere pijpleggingsoperaties kan het gewenst zijn dat de eerste en tweede pijpleiding over de gehele lengte van de gebundelde pijpleiding in langsrichting juist niet ten opzichte van elkaar 25 kunnen bewegen. Ook kan het gewenst zijn dat de eerste en tweede pijpleiding op sommige punten en/of deeltrajecten in langsrichting van de gebundelde pijpleiding wel in langsrichting ten opzichte van elkaar kunnen bewegen en op andere punten en/of deeltrajecten in langsrichting van de gebundelde pijpleiding niet in langsrichting ten opzichte van elkaar kunnen 30 bewegen. Het locaal al dan niet toestaan van dergelijke onderlinge axiale 7 bewegingen van de eerste en tweede pijleiding kan bereikt worden door een bundelingssamenstel in zijn bedrijfstoestand al dan niet klemmend te laten aangrijpen op de tweede pijpleiding die in de afdekkingstoestand van het afdekelement omhuld wordt door de tweede omhullingszijde van het 5 basiselement en de derde omhullingszijde van het afdekelement. Bij een bundelingssamenstel volgens laatstgenoemde voorkeursuitvoeringsvorm kan uitvoerend personeel dat het bundelingssamenstel aanbrengt in situ de keuze maken om het afdekelement in de eerste danwel tweede plaatsingstoestand in zijn afdekkingstoestand te brengen. Daarbij kan de 10 eerste plaatsingstoestand gekozen worden om het bundelingssamenstel in zijn bedrijfstoestand niet klemmend te laten aangrijpen op de tweede pijpleiding, terwijl de tweede plaatsingstoestand gekozen kan worden om het bundelingssamenstel in zijn bedrijfstoestand wel klemmend te laten aangrijpen op de tweede pijpleiding.
15 Bij laatstgenoemde voorkeursuitvoeringsvorm hoeft dus slechts één type afdekelement en één type afdekelement vervaardigd te worden en beschikbaar te zijn voor het realiseren van de twee verschillende plaatsingstoestanden. Twee typen afdekelementen en/of twee typen basiselementen zijn daarvoor dus niet nodig. Dit levert niet alleen een 20 besparing van vervaardigingskosten op, maar biedt ook diverse andere voordelen, vooral van logistieke aard. Bijvoorbeeld hoeven slechts hoeveelheden van één type afdekelement en één type afdekelement voorradig te zijn bij een pijpleggingsoperatie. Er hoeft niet ingepland te worden hoeveel procent van één of beide betreffende elementen in een 25 tweede type voorradig zou moeten zijn aan boord van het vaartuig dat gebruikt wordt bij de pijpleggingsoperatie.
Opgemerkt wordt dat het naar keuze uit de tenminste twee verschillende plaatsingstoestanden in genoemde afdekkingstoestand kunnen brengen van het afdekelement ook met soortgelijke voordelen kan 30 worden toegepast in een pijpleidingbundelingssamenstel volgens de aanhef 8 van conclusie 1, doch zonder de maatregelen van het kenmerkende deel van conclusie 1, dat wil zeggen zonder dat het basiselement en het afdekelement genoemde, onderling samenwerkende klikverbindingselementen omvatten.
Bij voorkeur is het naar keuze uit de tenminste twee verschillende 5 plaatsingstoestanden in genoemde afdekkingstoestand kunnen brengen van het afdekelement gerealiseerd doordat een eerste buitenoppervlakstructuur van het basiselement en een tweede buitenoppervlakstructuur van het afdekelement aan in de afdekkingstoestand naar elkaar toe gekeerde zijden van het basiselement en van het afdekelement elk voorzien zijn van 10 tenminste één verheffing en tenminste één verdieping, welke eerste buitenoppervlakstructuur en tweede buitenoppervlakstructuur in genoemde afdekkingstoestand door verschillende onderlinge oriëntaties van het basiselement en het afdekelement naar keuze op verschillende wijze tegen elkaar aan kunnen liggen zodanig dat de verheffing van de eerste 15 buitenoppervlakstructuur tegen de verheffing van de tweede buitenoppervlakstructuur aanligt, in welk geval genoemde eerste plaatsingstoestand van het afdekelement optreedt, danwel de verheffing van de eerste buitenoppervlakstructuur tegen de verdieping van de tweede buitenoppervlakstructuur aanligt, in welk geval genoemde tweede 20 plaatsingstoestand van het afdekelement optreedt. De elementen zijn eenvoudig te vervaardigen met dergelijke buitenoppervlakstructuren en de tenminste twee verschillende plaatsingstoestanden kunnen er betrouwbaar mee worden gerealiseerd.
In beginsel kunnen het basiselement en het afdekelement 25 vervaardigd zijn van diverse materialen. Bij voorkeur is/zijn het basiselement en/of het afdekelement vervaardigd van kunststof, bijvoorbeeld met behulp van spuitgieten in een matrijs/matrijzen. Een geschikt materiaal voor vervaardiging van het basiselement en/of het afdekelement is bijvoorbeeld een geschuimde kunststof, en meer in het 30 bijzonder een Polyethyleen (PE), of bijvoorbeeld een zeer stootbestendige 9 PE-samenstelling die met behulp van spuitgieten in een matrijs vervaardigd wordt. Hierdoor is het betreffende element niet alleen licht, maar kan het tevens worden vervaardigd uit hergebruikt kunststof, hetgeen milieuvriendelijk is. Bijvoorbeeld kan/kunnen het basiselement en/of het 5 afdekelement vervaardigd zijn van Lage Dichtheid Polyethyleen (LDPE). Een ander geschikt materiaal voor het basiselement en/of het afdekelement is polypropyleen (PP). Een der gelijk materiaal heeft ook bij hogere temperaturen een goede vormvastheid en kan bijvoorbeeld worden toegepast bij pijpleidingen waar een fluïdum onder verhoogde temperatuur 10 door wordt getransporteerd.
In verdere voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding omvatten de klikverbindingselementen tenminste één met het basiselement integraal vervaardigd locaal veergedeelte van het basiselement, welk veergedeelte van het basiselement ten opzichte van overige, naast het 15 veergedeelte van het basiselement gelegen gedeelten van het basiselement als een locale veer functioneert en door middel van onder zijn veerkracht optredende vervorming in de met het afdekelement ineengrijpende afdekkingstoestand gebracht kan worden en/of omvatten de klikverbindingselementen tenminste één met het afdekelement integraal 20 vervaardigd locaal veergedeelte van het afdekelement, welk veergedeelte van het afdekelement ten opzichte van overige, naast het veergedeelte van het afdekelement gelegen gedeelten van het afdekelement als een locale veer functioneert en door middel van onder zijn veerkracht optredende vervorming in de met het basiselement ineengrijpende afdekkingstoestand 25 gebracht kan worden. Genoemde locale veergedeelten zijn eenvoudig en goedkoop integraal met het betreffende element te vervaardigen, bijvoorbeeld met behulp van spuitgieten in een matrijs. Door genoemde integrale vervaardiging wordt voorts voorkomen dat onderdelen voorafgaand aan of tijdens het aanbrengen van het 30 pijpleidingbundelingssamenstel zouden kunnen kwijtraken of in onderwater 10 bedrijfstoestand zouden kunnen losraken. Dit verhoogt de efficiëntie en betrouwbaarheid.
Het veergedeelte van het basiselement en/of het veergedeelte van het afdekelement kan/kunnen vervaardigd zijn van Polyethyleen (PE), meer 5 in het bijzonder van Lage Dichtheid Polyethyleen (LDPE). Gemoreerd wordt hier de hierboven reeds gemaakte opmerking dat de vakman voor dergelijke pijpleidingbundelingssamenstellen, die in gebruik aan enorme belastingen worden blootgesteld, om te beginnen al niet overweegt om klikverbindingselementen toe te passen. Laat staan dat de vakman zou 10 overwegen om het veergedeelte van het basiselement en/of het veergedeelte van het afdekelement te vervaardigen van PE, of zelfs van LDPE. Voor PE, en voor LDPE in nog sterkere mate, geldt namelijk dat de ratio van spanningsniveau gedeeld door de rek van dat betreffende materiaal relatief sterk afneemt onder invloed van voortdurende belastingen, zoals die 15 optreden bij dergelijke pijpleidingbundelingssamenstellen.
In het volgende wordt de uitvinding nader toegelicht met verwijzing naar de schematische figuren in de bij gevoegde tekening.
Fig. IA toont een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een basiselement van een pijpleidingbundelingssamenstel volgens de uitvinding 20 in een perspectivisch aanzicht op de tweede omhullingszijde van het basiselement.
Fig. 1B toont het basiselement van Fig. IA nogmaals, echter in een perspectivisch aanzicht op de eerste omhullingszijde van het basiselement.
Fig. 2A toont een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een met 25 het basiselement van Figuren IA en 1B samenwerkend afdekelement van het betreffende pijpleidingbundelingssamenstel volgens de uitvinding in een eerste perspectivisch aanzicht op het afdekelement.
Fig. 2B toont het afdekelement van Fig. 2A nogmaals, echter in een perspectivisch aanzicht op de derde omhullingszijde van het afdekelement.
11
Fig. 3 toont, in perspectivisch aanzicht, het basiselement van Figuren IA en 1B en het het afdekelement van Figuren 2A en 2B nogmaals, en wel in een bedrijfstoestand van het betreffende pijpleidingbundelingssamenstel volgens de uitvinding, waarin het 5 afdekelement in een bepaalde plaatsingstoestand ten opzichte van het basiselement in zijn afdekkingstoestand is gebracht.
Fig. 4 toont dezelfde situatie als Fig. 3, echter in een bedrijfstoestand van het betreffende pijpleidingbundelingssamenstel, waarin het afdekelement in een andere dan de in Fig. 3 getoonde 10 plaatsingstoestand ten opzichte van het basiselement in zijn afdekkingstoestand is gebracht.
Fig. 5A toont een aanzicht volgens de in Fig. 3 getoonde pijl V op een in Fig. 3 getoond dwarsdoorsnedevlak P door het in Fig. 3 getoonde pijpleidingbundelingssamenstel.
15 Fig. 5B toont een uitvergroting van het in Fig. 5A met omcirkeling V- B aangeduide detail.
Fig. 6A toont een aanzicht volgens de in Fig. 4 getoonde pijl VI op een in Fig. 4 getoond dwarsdoorsnedevlak Q door het in Fig. 4 getoonde pijpleidingbundelingssamenstel.
20 Fig. 6B toont een uitvergroting van het in Fig. 6A met omcirkeling VI- B aangeduide detail.
De Figuren tonen een pijpleidingbundelingssamenstel 1 volgens de uitvinding. Het basiselement en het afdekelement van het samenstel 1 zijn respektievelijk aangeduid met de referentiecijfers 2 en 3. De eerste 25 omhullingszijde en de tweede omhullingszijde van het basiselement 2 zijn respektievelijk aangeduid met de referentiecijfers 21 en 22. De derde omhullingszijde van het afdekelement 3 is aangeduid met het referentiecijfer 23.
12
Het samenstel 1 heeft een gebruiksgerede toestand, waarin het basiselement 2 en het afdekelement 3 geheel los van elkaar zijn, zoals getoond in de Figuren IA, IB, 2A en 2B.
In de Figuren 3, 4, 5A, 5B, 6A en 6B is het afdekelement 3 in zijn 5 afdekkingstoestand getoond. In deze afdekkingstoestand zijn het basiselement 2 en het afdekelement 3 met respektievelijk de tweede omhullingszijde 22 en de derde omhullingszijde 23 naar elkaar toe gekeerd. Meer in het bijzonder is in de Figuren 3, 4, 5A, 5B, 6A en 6B het samenstel 1 in zijn bedrijfstoestand getoond. In deze bedrijfstoestand worden een 10 eerste pijpleiding 11 en een tweede pijpleiding 12 parallel op afstand van elkaar gehouden. Daarbij wordt de eerste pijpleiding 11 gedeeltelijk omhuld door de eerste omhullingszijde 21 van het basiselement 2 en wordt de tweede pijpleiding 12 gedeeltelijk omhuld door de tweede omhullingszijde 22 van het basiselement 2. De tweede pijpleiding 12 wordt daarbij tevens 15 gedeeltelijk omhuld door de derde omhullingszijde 23 van het afdekelement 3.
In de Figuren 3, 4, 5A, 5B, 6A en 6B is het afdekelement 3 door middel van klikverbinding met het basiselement 2 in genoemde afdekkingstoestand gebracht. Deze afdekkingstoestand wordt door middel 20 van genoemde klikverbinding in genoemde bedrijfstoestand in stand gehouden. Genoemde klikverbinding is gerealiseerd doordat het basiselement 2 en het afdekelement 3 onderling samenwerkende klikverbindingselementen 4 en 5 omvatten. Uitgaande van genoemde gebruiksgerede toestand van het samenstel 1 (zie Figuren IA, IB, 2A en 25 2B), kan de in Figuren 3, 4, 5A, 5B, 6A en 6B getoonde afdekkingstoestand van het afdekelement 2 verkregen worden louter door het in bedrijf stellen van genoemde klikverbindingselementen 4 en 5.
In het getoonde voorbeeld omvatten genoemde onderling samenwerkende klikverbindingselementen een tweetal verende klikvingers 30 4 van het basiselement 2 en een tweetal opneemruimten 5 van het 13 afdekelement 3. Uitgaande van genoemde gebruiksgerede toestand van het samenstel 1 waarin het basiselement 2 en het afdekelement 3 nog geheel los van elkaar zijn, kan het afdekelement 3 op het basiselement 2 worden gepositioneerd zodanig dat de klikvingers 4 van het basiselement 2 zich ter 5 plaatse van de opneemruimten 5 van het basiselement 2 bevinden.
Vervolgens kan het afdekelement 3 stevig aangedrukt worden tegen het basiselement 2. Hierdoor wijkt elk van de klikvingers 4 zijdelings onder zijn veerkracht en penetreert een betreffende klikvinger 4 in de bijbehorende betreffende opneemruimte 5, waarna een zijdelings uitstekend haakgedeelte 10 van de betreffende klikvinger 4 uiteindelijk achter een randgedeelte van de betreffende opneemruimte 5 haakt. Door de betreffende uitvoering en wijze van aan elkaar haken van de klikverbindingselementen kan het eenmaal vastgeklikte afdekelement 3 onder alle relevante bedrijfsomstandigheden niet meer ongewild losraken van het basiselement 2. Slechts een door een 15 gebruiker geplande losmaakactie, waarbij locaal gedoseerde grote krachten worden uitgeoefend op het samenstel, kan het losmaken bewerkstelligen. Opgemerkt wordt dat een dergelijk samenstel, in plaats van twee klikvingers, ook diverse andere aantallen dergelijke klikvingers, of anders gevormde klikelementen, kan omvatten.
20 De getoonde uitvoering van het samenstel 1 is uitermate geschikt voor vervaardiging van het basiselement 2 en het afdekelement 3 uit kunststof, bijvoorbeeld met behulp van spuitgieten in matrijzen, waarbij de klikvingers integraal met het betreffende element vervaardigd kunnen worden.
25 In het getoonde voorbeeld is tevens een aantal bevestigingsbanden 7 aangebracht. Een dergelijke aangebrachte band 7 verloopt, gezien in dwarsdoorsnede door de gebundelde pijpleiding, buitenlangs rondom de samengestelde constructie van de eerste pijpleiding 11, de tweede pijpleiding 12 en het samenstel 1 en houdt de eerste pijpleiding 11 en het 30 afdekelement 3 bij het basiselement 2. Aldus houdt een dergelijke 14 aangebrachte band 7 de zich tussen het afdekelement 3 en het basiselement 2 uitstrekkende tweede pijpleiding 12 bij de eerste pijpleiding 11.
Het getoonde samenstel 1 is tevens ingericht om het afdekelement 3 naar keuze uit twee verschillende plaatsingstoestanden van het 5 afdekelement 3 ten opzichte van het basiselement 2 in genoemde afdekkingstoestand te kunnen brengen. Van die plaatsingstoestanden tonen Figuren 4, 6A en 6B genoemde eerste plaatsingstoestand. In de eerste plaatsingstoestand en in de tweede plaatsingstoestand zijn respektievelijk een eerste tussenruimte tussen de tweede omhullingszijde 22 en de derde 10 omhullingszijde 23 en een tweede tussenruimte tussen de tweede omhullingszijde 22 en de derde omhullingszijde 23 gedefinieerd in een conditie waarin het afdekelement 3 in de betreffende plaatsingstoestand tegen het basiselement 2 aanligt. Genoemde eerste tussenruimte is in de eerste plaatsingstoestand groter dan genoemde tweede tussenruimte in de 15 tweede plaatsingstoestand.
In het getoonde voorbeeld is het naar keuze uit de twee verschillende plaatsingstoestanden in genoemde afdekkingstoestand kunnen brengen van het afdekelement 3 gerealiseerd doordat een eerste buitenoppervlakstructuur 32 van het basiselement 2 en een tweede 20 buitenoppervlakstructuur 33 van het afdekelement 3 aan in de afdekkingstoestand naar elkaar toe gekeerde zijden van het basiselement 2 en van het afdekelement 3 elk voorzien zijn van tenminste één verheffing 42, respektievelijk 43, en tenminste één verdieping 52, respektievelijk 53. Daarbij kunnen de eerste buitenoppervlakstructuur 32 en de tweede 25 buitenoppervlakstructuur 33 in genoemde afdekkingstoestand door verschillende onderlinge oriëntaties van het basiselement 2 en het afdekelement 3 naar keuze op verschillende wijze tegen elkaar aan liggen zodanig dat de verheffing 42 van de eerste buitenoppervlakstructuur 32 tegen de verheffing 43 van de tweede buitenoppervlakstructuur 33 aanligt, 30 in welk geval genoemde eerste plaatsingstoestand van het afdekelement 3 15 optreedt (zie Figuren 4, 6A en 6B), danwel de verheffing 42 van de eerste buitenoppervlakstructuur 32 tegen de verdieping 53 van de tweede buitenoppervlakstructuur 33 aanligt, in welk geval genoemde tweede plaatsingstoestand van het afdekelement 3 optreedt.
5 In het getoonde voorbeeld zijn genoemde twee verschillende onderlinge oriëntaties van het basiselement 2 en het afdekelement 3 gerealiseerd doordat tussen de eerste plaatsingstoestand en de tweede plaatsingstoestand genoemde twee onderlinge oriëntaties 180 graden van elkaar verschillen. Genoemde 180 graden heeft betrekking op een in de 10 Figuren 2A en 2B met de referentieletter R aangeduide rotatie rondom de in de Figuren 2A en 2B met de referentieletter L aangeduide lijn. De lijn L is daarbij een rechte lijn die, gezien in bedrijfstoestand van het samenstel 1, loodrecht staat op de hartlijnen van de eerste pijpleiding 11 en van de tweede pijpleiding 12 en beide genoemde hartlijnen snijdt in het in 15 langsrichting van de gebundelde pijpleiding genomen midden van het samenstel 1.
Zoals wellicht het best in Fig. 6B is te zien, kan in de daar getoonde eerste plaatsingstoestand het afdekelement 3 niet klemmend op de daar getoonde tweede pijpleiding 12 gedrukt worden omdat de verheffingen 43 20 van de tweede buitenoppervlakstructuur 33 van het afdekelement 3 aanliggen tegen de verheffingen 42 van de eerste buitenoppervlakstructuur 32 van het basiselement 2. Bijgevolg toont Fig. 6B een spleet tussen het afdekelement 3 en de tweede pijpleiding 12. En zoals wellicht het best in Fig. 5B is te zien, kan in de daar getoonde plaatsingstoestand het 25 afdekelement 3 wel klemmend op de daar getoonde tweede pijpleiding 12 gedrukt worden omdat de verheffingen 43 van de tweede buitenoppervlakstructuur 33 van het afdekelement 3 opgenomen worden in de verdiepingen 52 van de eerste buitenoppervlakstructuur 32 van het basiselement 2. Bijgevolg toont Fig. 5B dat het afdekelement 3 tegen de 16 tweede pijpleiding 12 aanligt. In het getoonde voorbeeld zorgen de banden 7 voor de klemkracht tussen het afdekelement 3 en de tweede pijpleiding 12.
Opgemerkt wordt dat de bovengenoemde voorbeelden van uitvoeringsvormen de uitvinding niet beperken en dat binnen de reikwijdte 5 van de bijgaande conclusies diverse alternatieven mogelijk zijn.
Zo zijn bijvoorbeeld diverse variaties mogelijk in de vormen, afmetingen en materialen van het basiselement en het afdekelement van het pijpleidingbundelingssamenstel volgens de uitvinding. Ook kan een samenstel volgens de uitvinding ingericht zijn voor het parallel op afstand 10 van elkaar houden van meer dan twee pijpleidingen.
Verder is genoemd dat bij een vastgeklikt afdekelement een bevestigingsband niet noodzakelijkerwijs buitenlangs rondom een in afdekkingstoestand verkerend afdekelement hoeft te lopen. In feite hoeft slechts bevestigingsband gebruikt te worden voor het fixeren van het 15 basiselement ten opzichte van de eerste pijpleiding. Derhalve kan het basiselement desgewenst speciale voorzieningen omvatten voor het daaraan fixeren en/of daardoorheen leiden van een of meer bevestigingsbanden.
Voorts kan het naar keuze uit tenminste twee verschillende plaatsingstoestanden in genoemde afdekkingstoestand kunnen brengen van 20 het afdekelement op diverse andere wijzen gerealiseerd worden dan de beschreven wijze op basis van een 180 graden rotatie verschil in onderlinge oriëntaties van het basiselement en het afdekelement. Bijvoorbeeld kunnen de verheffingen en verdiepingen van de eerste buitenoppervlakstructuur en van de tweede buitenoppervlakstructuur op diverse andere wijzen zijn 25 ingericht, waarbij de naar keuze in te stellen verschillen in tegen elkaar aanliggen van de verheffingen/verdiepingen ook verkregen kunnen worden op basis van onderlinge translaties (in plaats van onderlinge rotatie) van het basiselement en het afdekelement.
17
Deze en soortgelijke alternatieven worden geacht binnen het kader te vallen van de uitvinding zoals gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies.
5

Claims (12)

1. Pijpleidingbundelingssamenstel voor het parallel op afstand van elkaar houden van een eerste pijpleiding (11) en een tweede pijpleiding (12), omvattende een basiselement (2) en een afdekelement (3), welk basiselement een eerste omhullingszijde (21) voor het in omtreksrichting 5 van de eerste pijpleiding gedeeltelijk omhullen van de eerste pijpleiding omvat en een tegenover de eerste omhullingszijde gelegen tweede omhullingszijde (22) voor het in omtreksrichting van de tweede pijpleiding gedeeltelijk omhullen van de tweede pijpleiding omvat, en welk afdekelement een derde omhullingszijde (23) voor het in omtreksrichting 10 van de tweede pijpleiding gedeeltelijk omhullen van de tweede pijpleiding omvat, waarbij het afdekelement (3) in een met het basiselement (2) door ineengrijping daarmee verbonden afdekkingstoestand gebracht kan worden, in welke afdekkingstoestand het basiselement en het afdekelement met respektievelijk de tweede omhullingszijde (22) en de derde omhullingszijde 15 (23) naar elkaar toe gekeerd zijn, en waarbij het samenstel (1) een bedrijfstoestand kan aannemen, in welke bedrijfstoestand genoemde eerste pijpleiding en genoemde tweede pijpleiding parallel op afstand van elkaar gehouden worden doordat het afdekelement in genoemde afdekkingstoestand verkeert en de eerste pijpleiding gedeeltelijk omhuld 20 wordt door de eerste omhullingszijde en de tweede pijpleiding gedeeltelijk omhuld wordt door de tweede omhullingszijde en gedeeltelijk omhuld wordt door de derde omhullingszijde, met het kenmerk, dat het basiselement (2) en het afdekelement (3) onderling samenwerkende klikverbindingselementen (4, 5) omvatten voor het door middel van 25 klikverbinding in genoemde afdekkingstoestand brengen van het afdekelement en in genoemde bedrijfstoestand van het samenstel (1) in stand houden van de afdekkingstoestand.
2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij het samenstel (1) een gebruiksgerede toestand heeft waarin het basiselement (2) en het afdekelement (3) geheel los van elkaar zijn en waarbij, uitgaande van 5 genoemde gebruiksgerede toestand, genoemde afdekkingstoestand verkregen kan worden louter door het in bedrijf stellen van genoemde klikverbindingselementen (4, 5).
3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het samenstel (1) is 10 ingericht om het afdekelement (3) naar keuze uit tenminste twee verschillende plaatsingstoestanden van het afdekelement ten opzichte van het basiselement (2) in genoemde afdekkingstoestand te kunnen brengen, waarbij genoemde plaatsingstoestanden een eerste plaatsingstoestand en een tweede plaatsingstoestand omvatten, waarbij in de eerste 15 plaatsingstoestand en in de tweede plaatsingstoestand respektievelijk een eerste tussenruimte tussen de tweede omhullingszijde (22) en de derde omhullingszijde (23) en een tweede tussenruimte tussen de tweede omhullingszijde (22) en de derde omhullingszijde (23) gedefinieerd zijn in een conditie waarin het afdekelement in de betreffende plaatsingstoestand 20 tegen het basiselement aanligt, en waarbij genoemde eerste tussenruimte in de eerste plaatsingstoestand groter is dan genoemde tweede tussenruimte in de tweede plaatsingstoestand.
4. Samenstel volgens conclusie 3, waarbij het naar keuze uit de 25 tenminste twee verschillende plaatsingstoestanden in genoemde afdekkingstoestand kunnen brengen van het afdekelement (3) gerealiseerd is doordat een eerste buitenoppervlakstructuur (32) van het basiselement (2) en een tweede buitenoppervlakstructuur (33) van het afdekelement (3) aan in de afdekkingstoestand naar elkaar toe gekeerde zijden van het 30 basiselement en van het afdekelement elk voorzien zijn van tenminste één verheffing (42, 43) en tenminste één verdieping (52, 53), welke eerste buitenoppervlakstructuur en tweede buitenoppervlakstructuur in genoemde afdekkingstoestand door verschillende onderlinge oriëntaties van het basiselement en het afdekelement naar keuze op verschillende wijze tegen 5 elkaar aan kunnen liggen zodanig dat de verheffing (42) van de eerste buitenoppervlakstructuur (32) tegen de verheffing (43) van de tweede buitenoppervlakstructuur (33) aanligt, in welk geval genoemde eerste plaatsingstoestand van het afdekelement optreedt, danwel de verheffing (42) van de eerste buitenoppervlakstructuur (32) tegen de verdieping (53) 10 van de tweede buitenoppervlakstructuur (33) aanligt, in welk geval genoemde tweede plaatsingstoestand van het afdekelement optreedt.
5. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het basiselement (2) en/of het afdekelement (3) vervaardigd is/zijn van 15 kunststof.
6. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de klikverbindingselementen (4, 5) tenminste één met het basiselement (2) integraal vervaardigd locaal veergedeelte (4) van het basiselement 20 omvatten, welk veergedeelte van het basiselement ten opzichte van overige, naast het veergedeelte van het basiselement gelegen gedeelten van het basiselement als een locale veer (4) functioneert en door middel van onder zijn veerkracht optredende vervorming in de met het afdekelement (3) ineengrijpende afdekkingstoestand gebracht kan worden. 25
7. Samenstel volgens conclusie 6, waarbij het veergedeelte (4) van het basiselement (2) vervaardigd is van Polyethyleen (PE).
8. Samenstel volgens conclusie 7, waarbij het veergedeelte (4) van het 30 basiselement (2) vervaardigd is van Lage Dichtheid Polyethyleen (LDPE).
9. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de klikverbindingselementen (4, 5) tenminste één met het afdekelement (3) integraal vervaardigd locaal veergedeelte van het afdekelement omvatten, 5 welk veergedeelte van het afdekelement ten opzichte van overige, naast het veergedeelte van het afdekelement gelegen gedeelten van het afdekelement (3) als een locale veer functioneert en door middel van onder zijn veerkracht optredende vervorming in de met het basiselement (2) ineengrijpende afdekkingstoestand gebracht kan worden. 10
10. Samenstel volgens conclusie 9, waarbij het veergedeelte van het afdekelement (3) vervaardigd is van Polyethyleen (PE).
11. Samenstel volgens conclusie 10, waarbij het veergedeelte van het 15 afdekelement (3) vervaardigd is van Lage Dichtheid Polyethyleen (LDPE).
12. Matrijssamenstel voor het vervaardigen van een pijpleidingbundelingssamenstel (1) volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een eerste matrijs en een tweede matrijs die speciaal ingericht 20 zijn voor het vervaardigen van respektievelijk het basiselement (2) en het afdekelement (3) van het pijpleidingbundelingssamenstel.
NL2006613A 2011-04-15 2011-04-15 Pijpleidingbundelingssamenstel, alsmede matrijssamenstel voor vervaardiging daarvan. NL2006613C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006613A NL2006613C2 (nl) 2011-04-15 2011-04-15 Pijpleidingbundelingssamenstel, alsmede matrijssamenstel voor vervaardiging daarvan.
PCT/NL2012/050240 WO2012141583A1 (en) 2011-04-15 2012-04-12 Pipeline bundling assembly, mould assembly, and method for bundled placement of pipelines
MYPI2013701943A MY165442A (en) 2011-04-15 2012-04-12 Pipeline bundling assembly, mould assembly, and method for bundled placement of pipelines
EP12717898.6A EP2697549B1 (en) 2011-04-15 2012-04-12 Pipeline bundling assembly, mould assembly, and method for bundled placement of pipelines
AU2012243536A AU2012243536B2 (en) 2011-04-15 2012-04-12 Pipeline bundling assembly, mould assembly, and method for bundled placement of pipelines
IL228901A IL228901A (en) 2011-04-15 2013-10-15 Pipe bundle system, template system and method for bagging pipes

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006613 2011-04-15
NL2006613A NL2006613C2 (nl) 2011-04-15 2011-04-15 Pijpleidingbundelingssamenstel, alsmede matrijssamenstel voor vervaardiging daarvan.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2006613C2 true NL2006613C2 (nl) 2012-10-16

Family

ID=46022606

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2006613A NL2006613C2 (nl) 2011-04-15 2011-04-15 Pijpleidingbundelingssamenstel, alsmede matrijssamenstel voor vervaardiging daarvan.

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP2697549B1 (nl)
AU (1) AU2012243536B2 (nl)
IL (1) IL228901A (nl)
MY (1) MY165442A (nl)
NL (1) NL2006613C2 (nl)
WO (1) WO2012141583A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN105465489A (zh) * 2015-12-21 2016-04-06 中国海洋石油总公司 用于子母管的保护组件
NL2022577B1 (nl) 2019-02-14 2020-08-28 Lankhorst Eng Products B V Pijpleidingenbundel en afstandhouder voor gebruik in een dergelijke pijpleidingenbundel.

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3856246A (en) * 1972-05-19 1974-12-24 Underground Prod Inc Conduit spacer modular construction
GB2250079A (en) * 1990-11-21 1992-05-27 Michael Wyn Harold A piggy back pipe line saddle
US20060096197A1 (en) * 2004-10-22 2006-05-11 Steve Tollefson Interconnecting alignment and support system with latching mechanism

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB0210965D0 (en) 2002-05-14 2002-06-19 Crp Group Ltd Clamp or guide

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3856246A (en) * 1972-05-19 1974-12-24 Underground Prod Inc Conduit spacer modular construction
GB2250079A (en) * 1990-11-21 1992-05-27 Michael Wyn Harold A piggy back pipe line saddle
US20060096197A1 (en) * 2004-10-22 2006-05-11 Steve Tollefson Interconnecting alignment and support system with latching mechanism

Also Published As

Publication number Publication date
EP2697549B1 (en) 2015-07-01
IL228901A (en) 2017-09-28
AU2012243536B2 (en) 2017-01-19
WO2012141583A1 (en) 2012-10-18
EP2697549A1 (en) 2014-02-19
AU2012243536A1 (en) 2013-11-07
IL228901A0 (en) 2013-12-31
MY165442A (en) 2018-03-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8020810B2 (en) Clamping element for holding at least one object, in particular a cable
NL2009670C2 (nl) Leidingklem.
US20160025244A1 (en) Cable management fitting
JP6207930B2 (ja) 防水クリップ
RU2528472C2 (ru) Хомут для закрепления труб или проводящих линий
CA2819914C (en) Adjustable flexible cargo strap
NL2006613C2 (nl) Pijpleidingbundelingssamenstel, alsmede matrijssamenstel voor vervaardiging daarvan.
US20130320182A1 (en) Vibration-proof pipe clamp
US10316991B2 (en) Wide range edge mounting clamp
RU2683265C2 (ru) Кабельная шина
CA2820277A1 (en) Fire protection sleeve
US20140325798A1 (en) High strength blind installation hose and cable clamp retainer
JP6011932B2 (ja) 係止具
US20150101150A1 (en) Cover panel clip
US20160091116A1 (en) Cable management
US20150176726A1 (en) Hanger for an elongate article
US11536302B2 (en) Fastening clip for fastening an attachment component on a carrier edge
JP5430693B2 (ja) ケーブル類保護案内装置
EP2815990A1 (en) Highly flexible cable clamp
JP5719063B1 (ja) Uボルトユニット
US20060011381A1 (en) Fastener for electrical conduits and tubes
US20070234678A1 (en) Retainer
JP5876317B2 (ja) 継手用キャップ及びキャップ付き継手
JP2010222126A (ja) ベルト用プロファイル及びプロファイル付きベルト
JP2013087817A (ja) ケーブル支持金具

Legal Events

Date Code Title Description
SD Assignments of patents

Effective date: 20131004

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170501