NL2006497C2 - SYSTEM FOR A REDUCED CEILING, AND A METHOD FOR APPLYING THEREOF. - Google Patents

SYSTEM FOR A REDUCED CEILING, AND A METHOD FOR APPLYING THEREOF. Download PDF

Info

Publication number
NL2006497C2
NL2006497C2 NL2006497A NL2006497A NL2006497C2 NL 2006497 C2 NL2006497 C2 NL 2006497C2 NL 2006497 A NL2006497 A NL 2006497A NL 2006497 A NL2006497 A NL 2006497A NL 2006497 C2 NL2006497 C2 NL 2006497C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ceiling
lighting
connecting element
coupling
fixing member
Prior art date
Application number
NL2006497A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Jozef Spanjers
Original Assignee
Spanjers
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Spanjers filed Critical Spanjers
Priority to NL2006497A priority Critical patent/NL2006497C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2006497C2 publication Critical patent/NL2006497C2/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V21/00Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips
    • F21V21/02Wall, ceiling, or floor bases; Fixing pendants or arms to the bases
    • F21V21/04Recessed bases
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B9/00Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation
    • E04B9/006Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation with means for hanging lighting fixtures or other appliances to the framework of the ceiling
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B9/00Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation
    • E04B9/30Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation characterised by edge details of the ceiling; e.g. securing to an adjacent wall
    • E04B9/303Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation characterised by edge details of the ceiling; e.g. securing to an adjacent wall for flexible tensioned membranes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Non-Portable Lighting Devices Or Systems Thereof (AREA)

Description

Korte aanduiding: systeem voor een verlaagd plafond, en werkwijze voor het aanbrengen daarvanBrief indication: system for a lowered ceiling, and method for applying it

BESCHRIJVINGDESCRIPTION

5 De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor een verlaagd plafond in een ruimte, het systeem omvattende een constructief met een de ruimte omgevende wand of plafond verbonden bevestigingsorgaan; een ten opzichte van het bevestigingsorgaan lager in de ruimte opgespannen plafonddoek dat ter plaatse van het bevestigingsorgaan voorzien is van een gat; een in het gat opgenomen en 10 met het bevestigingsorgaan verbonden verlichtingselement met een verlichtingsmiddel dat met een spanningvoorzieningsorgaan verbonden is.The invention relates to a system for a suspended ceiling in a room, the system comprising a mounting member connected constructively to a wall or ceiling surrounding the room; a ceiling cloth stretched lower in the space relative to the fastening member and provided with a hole at the fastening member; a lighting element received in the hole and connected to the fastening member with a lighting means connected to a voltage supply member.

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een verlichtingselement, en een spanningvoorzieningsorgaan voor een dergelijk systeem.The present invention also relates to a lighting element, and a voltage supply means for such a system.

De onderhavige uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het 15 aanbrengen van een dergelijk systeem.The present invention also relates to a method for applying such a system.

Een systeem voor een verlaagd plafond is algemeen bekend. Het bekende systeem omvat een constructie, bijvoorbeeld van hout of MDF, die op een plafond of op een wand bevestigd is. Onder de constructie is een plafonddoek opgespannen. Bij een verlaagd plafond is verlichting vaak gewenst. In het doek zijn 20 daartoe gaten voorzien, waarin telkens een lampbehuizing met lamp, zoals een LED-lamp, geplaatst is. De lampbehuizing is losneembaar bevestigbaar met de lamp. De lampbehuizing is verbonden met een op de constructie geplaatst bevestigingsorgaan. De lampbehuizing omvat een flensvormig deel, dat dient ter bedekking van het gat in het plafonddoek. Het plafonddoek wordt tevens enigszins 25 geklemd tussen het flensvormig deel en het bevestigingsorgaan. De lampbehuizing omvat tevens een lens, die is ingericht om het door de lamp uitgestraalde licht te verstrooien. Elektriciteitskabels zijn verbonden met de lamp, en lopen via de constructie, aan de bovenzijde van het plafonddoek, naar een spanningsbron.A system for a suspended ceiling is generally known. The known system comprises a construction, for example of wood or MDF, which is mounted on a ceiling or on a wall. A ceiling cloth is stretched under the construction. Lighting is often required with a suspended ceiling. For this purpose, holes are provided in the cloth, in which each time a lamp housing with lamp, such as an LED lamp, is placed. The lamp housing is detachably attachable to the lamp. The lamp housing is connected to a mounting member placed on the structure. The lamp housing comprises a flange-like part that serves to cover the hole in the ceiling cloth. The ceiling cloth is also somewhat clamped between the flange-shaped part and the fixing member. The lamp housing also comprises a lens which is adapted to scatter the light emitted by the lamp. Electricity cables are connected to the lamp and run through the construction, at the top of the ceiling cloth, to a voltage source.

Bij het plaatsen van een dergelijk systeem, wordt eerst de 30 constructie in de ruimte geplaatst. Indien deze nog niet op de constructie voorzien zijn, worden de bevestigingsorganen geplaatst. De lamp, of althans dat deel van de lamp dat in staat is om licht uit te zenden, wordt op het bevestigingsorgaan geplaatst en op spanning verbonden, via de elektriciteitskabels, met de spanningsbron.When placing such a system, the structure is first placed in the space. If these are not yet provided on the structure, the fixing members are placed. The lamp, or at least that part of the lamp that is capable of emitting light, is placed on the mounting member and connected to the voltage source via the electricity cables.

22

Vervolgens wordt het doek opgespannen. Ter plaatse van de lampen worden zeer nauwkeurig gaten in het plafonddoek aangebracht. Deze gaten worden met een snijmes of prikorgaan aangebracht. Uiteindelijk kan de lampbehuizing met het flensvormig deel geplaatst worden, om het geheel op esthetische wijze af te sluiten.The screen is then stretched. Holes are made in the ceiling cloth very accurately at the location of the lamps. These holes are made with a cutting blade or piercing device. Finally, the lamp housing can be placed with the flange-like part, in order to close the whole aesthetically.

5 Het is een nadeel van het bekende systeem, dat het plaatsen daarvan relatief omslachtig is. In het bijzonder dient er veel aandacht uit te gaan bij het maken van de gaten in het plafonddoek, aangezien bij het toepassen van het prikorgaan de lamp, zoals de LED-lamp kan beschadigen, bijvoorbeeld doordat het prikorgaan in aanraking komt met de lamp. Bij een beschadiging van de lamp kan 10 deze niet meer licht uitstralen, en dient derhalve de lamp vervangen te worden. Dit betekent dat een groot deel van de werkzaamheden opnieuw uitgevoerd dient te worden. Dit is tijdrovend en dus kostbaar.It is a drawback of the known system that placing it is relatively cumbersome. In particular, a great deal of attention must be paid when making the holes in the ceiling cloth, since when using the piercing member the lamp, such as the LED lamp, can be damaged, for example because the piercing member comes into contact with the lamp. If the lamp is damaged, it can no longer emit light, and the lamp must therefore be replaced. This means that a large part of the work must be carried out again. This is time-consuming and therefore expensive.

Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding, om te voorzien in een systeem, dat op relatief snelle en betrouwbare wijze plaatsbaar is.It is therefore an object of the present invention to provide a system that can be placed in a relatively fast and reliable manner.

15 Daartoe voorziet de uitvinding in een systeem van de bovengenoemde soort, waarbij het systeem koppelmiddelen omvat voor het via het gat in het plafonddoek op translerende wijze in een richting in hoofdzaak loodrecht op het plafonddoek op spanning koppelen van het verlichtingsmiddel met het spanningvoorzieningsorgaan. Met verlichtingsmiddel wordt in de onderhavige 20 aanvrage verstaan, dat deel van een lamp dat in staat is om licht uit te zenden, bijvoorbeeld doordat dat deel van de lamp aansluitbaar is op een spanningvoorziening. Met verlichtingsmiddel kan dus een lampje, of een LED-licht bedoeld worden. Met verlichtingselement wordt in de onderhavige aanvrage verstaan, de behuizing rondom het verlichtingsmiddel (de lamp), eventueel voorzien 25 van een flens en/of een lens ter verstrooiing van door het verlichtingsmiddel uitgezonden licht.To this end, the invention provides a system of the above-mentioned type, wherein the system comprises coupling means for tensioning the lighting means to the voltage supply means via the hole in the ceiling cloth in a direction substantially perpendicular to the ceiling cloth. In the present application, lighting means is understood to mean that part of a lamp which is capable of emitting light, for instance in that that part of the lamp can be connected to a voltage supply. With lighting means can therefore be meant a lamp or an LED light. In the present application, the term lighting element is understood to mean the housing around the lighting means (the lamp), optionally provided with a flange and / or a lens for scattering light emitted by the lighting means.

Volgens de uitvinding is het verlichtingsmiddel zelf op translerende wijze in een richting in hoofdzaak loodrecht op het plafonddoek koppelbaar met het spanningvoorzieningsorgaan, zoals bijvoorbeeld een elektriciteitskabel. Dit betekent 30 dat bij voorkeur het verlichtingsmiddel in hoofdzaak in afwezigheid van een rotatie koppelbaar is met het spanningvoorzieningsorgaan. De translerende beweging maakt een snelle, betrouwbare koppeling van de lamp met de spanningvoorziening mogelijk. De koppelmiddelen zorgen ervoor dat bij deze beweging een verbinding op 3 spanning mogelijk wordt. De koppelmiddelen staan hiermee toe om de lamp pas te bevestigen nadat het gat in het plafonddoek is aangebracht. Zo bestaat er geen kans op beschadiging van de lamp (verlichtingsmiddel) tijdens het aanbrengen van het gat. Een snelle en betrouwbare plaatsing van het systeem is hiermee gewaarborgd.According to the invention, the lighting means itself can be coupled in a translational manner in a direction substantially perpendicular to the ceiling cloth with the voltage supply element, such as, for example, an electricity cable. This means that preferably the lighting means can be coupled to the power supply device substantially in the absence of a rotation. The translational movement allows a fast, reliable coupling of the lamp with the power supply. The coupling means ensure that a voltage connection is possible with this movement. The coupling means hereby allow to fix the lamp only after the hole has been made in the ceiling cloth. For example, there is no risk of damage to the lamp (illuminant) during the installation of the hole. A quick and reliable installation of the system is thus guaranteed.

5 Hiermee is het doel van de onderhavige uitvinding bereikt.The object of the present invention has thus been achieved.

Bij voorkeur omvatten de koppelmiddelen een met het verlichtingsmiddel op spanning verbindbaar eerste koppelorgaan, alsmede een met het spanningvoorzieningsorgaan op spanning verbindbaar tweede koppelorgaan. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat het verlichtingselement, zoals de lampbehuizing, 10 voorzien is van het eerste koppelorgaan. Een dergelijke uitvoering is relatief eenvoudig, en zorgt voor een betrouwbare verbinding tussen het verlichtingsmiddel en het spanningvoorzieningsorgaan.The coupling means preferably comprise a first coupling member connectable to the lighting means, as well as a second coupling member connectable to the voltage supply member. It is for instance possible that the lighting element, such as the lamp housing, is provided with the first coupling member. Such an embodiment is relatively simple, and ensures a reliable connection between the lighting means and the power supply means.

Om een bevestiging in een translerende richting op eenvoudige en betrouwbare wijze mogelijk te maken, heeft het de voorkeur wanneer de 15 koppelmiddelen een steker en een contrasteker omvatten. De koppelmiddelen kunnen een zogeheten steker-, bus-, veer- of pinverbinding omvatten voor het overbrengen van het elektrisch contact. De koppelmiddelen kunnen voorzien zijn van een vergrendeling om te voorkomen dat de verbinding onbedoeld wordt verbroken.In order to enable fast and simple confirmation in a translating direction, it is preferred that the coupling means comprise a plug and a socket. The coupling means may comprise a so-called plug, bus, spring or pin connection for transferring the electrical contact. The coupling means can be provided with a lock to prevent the connection from being accidentally broken.

In een uitvoeringsvorm, omvatten de koppelmiddelen een 20 mannetjesconnector en een vrouwtjesconnector. De mannetjesconnector omvat een pin-vormig uitsteeksel, bijvoorbeeld een cilindervormig uitsteeksel. De vrouwtjesconnector omvat een met de mannetjesconnector overeenkomende uitsparing, waarin het pin-vormig uitsteeksel plaatsbaar is. Het is mogelijk dat gebruik gemaakt wordt van één pin-vormig uitsteeksel voor iedere verbinding. Een uitvoering 25 met een cilindrisch uitsteeksel, met slechts één pin, staat op voordelige wijze relatieve rotatie tussen de mannetjesconnector en de vrouwtjesconnector toe. Toepassing van meer pin-vormige uitsteeksels is ook denkbaar, bijvoorbeeld in situaties waarin relatieve rotatie juist niet gewenst is, of wanneer verschillende elektrische signalen doorgestuurd dienen te worden.In one embodiment, the coupling means comprise a male connector and a female connector. The male connector comprises a pin-shaped protrusion, for example a cylindrical protrusion. The female connector comprises a recess corresponding to the male connector, into which the pin-shaped protrusion can be placed. It is possible that one pin-shaped protrusion is used for each connection. An embodiment with a cylindrical protrusion, with only one pin, advantageously allows relative rotation between the male connector and the female connector. The use of more pin-shaped protrusions is also conceivable, for example in situations in which relative rotation is not desired, or when different electrical signals have to be transmitted.

30 In een uitvoeringsvorm, omvat het eerste koppelorgaan de mannetjesconnector, en het tweede koppelorgaan de vrouwtjesconnector. Het tweede koppelorgaan is daarbij relatief vast verbonden met het bevestigingsorgaan. Het eerste koppelorgaan is, in de onbevestigde toestand van het verlichtingsmiddel, 4 relatief vrij beweegbaar. Het eerste koppelorgaan is via het gat bevestigbaar met het tweede koppelorgaan. De mannetjesconnector op het eerste koppelorgaan, dat vrij beweegbaar is, zorgt voor een enigszins zelfrichtende werking bij het bevestigen daarvan met het tweede koppelorgaan, dat relatief vast bevestigd is, of in ieder geval 5 in mindere mate beweegbaar is.In one embodiment, the first coupler comprises the male connector, and the second coupler comprises the female connector. The second coupling member is thereby relatively fixedly connected to the fixing member. In the unconfirmed state of the lighting means, the first coupling member 4 is relatively freely movable. The first coupling member can be connected to the second coupling member via the hole. The male connector on the first coupling member, which is freely movable, provides a somewhat self-aligning action when it is fixed with the second coupling member, which is relatively fixed, or at least is movable to a lesser extent.

Het heeft de voorkeur wanneer het bevestigingsorgaan voorzien is van een met het spanningvoorzieningsorgaan, of met het tweede koppelorgaan van het spanningvoorzieningsorgaan, verbindbaar verbindingselement. Het spanningvoorzieningsorgaan is daarbij op eenvoudige wijze plaatsbaar op het 10 bevestigingsorgaan. Het verbindingselement is daarbij ingericht voor het op zodanige wijze plaatsen van het spanningvoorzieningsorgaan, en/of van het tweede koppelorgaan, dat deze op eenvoudige en snelle wijze verbindbaar is met het verlichtingsmiddel, en/of het eerste koppelorgaan van het verlichtingselement.It is preferred if the fastening member is provided with a connecting element connectable to the voltage supply member, or to the second coupling member of the voltage supply member. The voltage-supplying member can be placed on the fastening member in a simple manner. The connecting element is then arranged for placing the voltage supply element and / or the second coupling element in such a way that it can be connected in a simple and rapid manner to the lighting means, and / or the first coupling element of the lighting element.

De verbinding tussen het spanningvoorzieningsorgaan en/of het 15 tweede koppelorgaan kan op eenvoudige wijze tot stand komen, wanneer het verbindingselement voorzien is van een eerste opneemopening waarin ten minste een gedeelte van het tweede koppelorgaan opneembaar is.The connection between the power supply member and / or the second coupling member can be established in a simple manner when the connecting element is provided with a first receiving opening in which at least a part of the second coupling member can be received.

Het heeft daarbij de voorkeur dat de opneemopening gevormd is door een doorgaande boring in het verbindingselement. Het 20 spanningvoorzieningsorgaan, zoals de elektriciteitskabel, is hierin op eenvoudige wijze opneembaar, en kan vervolgens op geschikte wijze (relatief) vast verbonden worden.It is thereby preferred that the receiving opening is formed by a through bore in the connecting element. The voltage supply means, such as the electricity cable, can be accommodated herein in a simple manner, and can subsequently be (relatively) fixedly connected in a suitable manner.

Het tweede koppelorgaan bezit bij voorkeur een uiteinde met een diameter die groter is dan de diameter van de doorgaande boring. Om het 25 spanningvoorzieningsorgaan en/of het tweede koppelorgaan te verbinden met het verbindingselement, is deze voorzien van een van een buitenzijde van het verbindingselement toegankelijke, alsmede met de doorgaande boring verbonden sleuf die zich in hoofdzaak over de gehele lengte van de doorgaande boring uitstrekt. Het spanningvoorzieningsorgaan, zoals een kabel, is eenvoudig door deze sleuf naar 30 de doorgaande boring te voeren. Het uiteinde van het tweede koppelorgaan kan dan rusten tegen de kopse wand van de doorgaande boring.The second coupling member preferably has an end with a diameter that is larger than the diameter of the through bore. In order to connect the voltage supply member and / or the second coupling member to the connecting element, it is provided with a slot accessible from an outside of the connecting element, as well as connected to the through bore, which extends substantially over the entire length of the through bore. The power supply means, such as a cable, can simply be led through this slot to the through bore. The end of the second coupling member can then rest against the end wall of the through bore.

Een op afstand van het uiteinde van het tweede koppelorgaan gelegen gedeelte van het koppelorgaan heeft in deze uitvoeringsvorm bij voorkeur 5 een diameter die nagenoeg gelijk is aan, of groter is dan, de diameter van de doorgaande boring. Er kan sprake zijn van een schuivende of klemmende passing. Hiermee is het tweede koppelorgaan op eenvoudige wijze te bevestigen met het verbindingsorgaan, en dus met het bevestigingsorgaan.A portion of the coupling member located at a distance from the end of the second coupling member in this embodiment preferably has a diameter that is substantially equal to, or greater than, the diameter of the through bore. There may be a sliding or clamping fit. The second coupling member can hereby be attached in a simple manner with the connecting member, and thus with the fixing member.

5 Het is mogelijk dat het bredere uiteinde van het tweede koppelorgaan dienst doet als aanslag waartegen de kopse wand van de doorgaande boring van het verbindingselement aanligt. In een uitvoering is een binnenwand van de opneemopening van het verbindingselement voorzien van een als een aanslag werkzame concentrische rand. De aanslag zorgt ervoor dat het 10 spanningvoorzieningsorgaan op de juiste hoogte bevestigd kan worden, en dat doorschuiven, bijvoorbeeld in een opwaartse richting, in de doorgaande boring niet mogelijk is.It is possible that the wider end of the second coupling member serves as a stop against which the end wall of the continuous bore of the connecting element abuts. In one embodiment, an inner wall of the receiving opening of the connecting element is provided with a concentric edge acting as a stop. The stop ensures that the voltage-supplying member can be fixed at the correct height and that sliding through, for example in an upward direction, into the through-going bore is not possible.

Het systeem is bij voorkeur zodanig ingericht dat het verbindingselement relatief ten opzichte van het bevestigingsorgaan in een richting 15 loodrecht op het plafond verplaatsbaar is. Bij voorkeur is het verbindingselement in ieder geval in een opwaartse richting verplaatsbaar. Zo kan het verbindingselement in een relatief lage, eerste stand geplaatst worden, waardoor contact tussen het eerste koppelorgaan en het tweede koppelorgaan bij plaatsing van het verlichtingsmiddel gegarandeerd is. Door meer kracht in een opwaartse richting uit te 20 oefenen, kan het verlichtingsmiddel op hoogte gesteld worden.The system is preferably arranged such that the connecting element is displaceable relative to the fixing member in a direction perpendicular to the ceiling. The connecting element is preferably displaceable in an upward direction in any case. The connecting element can thus be placed in a relatively low, first position, whereby contact between the first coupling member and the second coupling member is guaranteed when the lighting means are placed. By exerting more force in an upward direction, the lighting means can be adjusted to height.

Om montage eenvoudiger te maken, heeft het de voorkeur wanneer het verbindingselement losneembaar met het bevestigingsorgaan verbonden is. Zo kan het spanningvoorzieningsorgaan eerst in het verbindingselement geplaatst worden, en vervolgens samen als geheel met het bevestigingsorgaan verbonden 25 worden.To make assembly easier, it is preferable if the connecting element is detachably connected to the fixing member. Thus, the voltage supply member can first be placed in the connecting element, and then be connected together as a whole with the fixing member.

Het bevestigingsorgaan is daartoe bij voorkeur voorzien van een aan het verbindingselement aangepaste verdere opneemopening, waarin het verbindingselement opneembaar is. Het verbindingselement heeft aan deze verdere opneemopening aangepaste afmetingen. Bij voorkeur is de doorsnede van het 30 verbindingselement, althans in een geplaatste toestand van het tweede koppelorgaan en/of het spanningvoorzieningsorgaan, nagenoeg gelijk aan de doorsnede van de opneemopening. Op deze wijze is bijvoorbeeld een glijdende of schuivende passing mogelijk.To that end, the fastening member is preferably provided with a further receiving opening adapted to the connecting element, in which the connecting element can be accommodated. The connecting element has dimensions adapted to this further receiving opening. Preferably the cross-section of the connecting element, at least in a placed state of the second coupling member and / or the voltage supply member, is substantially equal to the cross-section of the receiving opening. In this way, for example, a sliding or sliding fit is possible.

66

Het heeft de voorkeur wanneer het verbindingselement in hoofdzaak cilindervormig is. De verdere opneemopening heeft dan in hoofdzaak een cirkelvormige doorsnede. De cilindrische vorm staat een relatieve rotatie tussen het verbindingselement en het bevestigingsorgaan toe, hetgeen de montage 5 vergemakkelijkt, in het bijzonder bij een uitvoeringsvorm waarin het bevestigingsorgaan relatief ten opzichte van de wand of het plafond in hoogte verstelbaar is, hetgeen verderop nader zal worden toegelicht.It is preferred if the connecting element is substantially cylindrical. The further receiving opening then has substantially a circular cross-section. The cylindrical shape allows relative rotation between the connecting element and the mounting member, which facilitates assembly, in particular in an embodiment in which the mounting member is height-adjustable relative to the wall or ceiling, which will be further explained below .

Het toestaan van relatieve rotatie, ontstaat tevens wanneer de opneemopening in het verbindingselement een cirkelvormige doorsnede bezit, en het 10 tweede koppelorgaan een in hoofdzaak cilindrische vorm bezit.Allowing relative rotation also arises when the receiving opening in the connecting element has a circular cross-section, and the second coupling member has a substantially cylindrical shape.

Om de verstelbaarheid in hoogte van het verbindingselement op eenvoudige wijze tot stand te brengen, is een buitenmantel van het verbindingselement voorzien van zich in hoofdzaak evenwijdig aan het plafond uitstrekkende concentrische ribbelelementen, die zijn ingericht om samen te werken 15 met een zich in hoofdzaak evenwijdig aan het plafond uitstrekkende, op een binnenmantel van de verdere opneemopening voorziene, concentrische rand. Het verbindingselement is zo in relatief discrete stappen in hoogte verstelbaar. De concentrische randen bezitten zodanige afmetingen dat ze zorgen voor enige weerstand tegen bewegen, waardoor een ongewenste verandering in hoogte-20 instelling tegengegaan wordt.In order to achieve the height-adjustability of the connecting element in a simple manner, an outer jacket of the connecting element is provided with concentric ridge elements extending substantially parallel to the ceiling and adapted to co-act with a substantially parallel to the concentric edge extending on an inner casing of the further receiving opening and extending from the ceiling. The connecting element is thus height-adjustable in relatively discrete steps. The concentric edges have dimensions such that they provide some resistance to movement, so that an undesirable change in height adjustment is prevented.

Het verlichtingselement omvat in een uitvoeringsvorm een verlichtingsbehuizing en een lens, zoals bijvoorbeeld een glazen element, dat is ingericht om het licht in diverse richtingen te verstrooien. Het verlichtingsmiddel, zoals een LED-lamp, is daarbij al dan niet losneembaar in de verlichtingsbehuizing 25 opgenomen. In de losneembare situatie, kan het verlichtingselement bijvoorbeeld een schroefdraad verbinding tussen het verlichtingsmiddel en de verlichtingsbehuizing omvatten.The lighting element in one embodiment comprises a lighting housing and a lens, such as for example a glass element, which is adapted to scatter the light in various directions. The lighting means, such as an LED lamp, is thereby included in the lighting housing 25 with or without detachability. In the releasable situation, the lighting element may, for example, comprise a threaded connection between the lighting means and the lighting housing.

Het in hoogte verstelbaar zijn van het bevestigingsorgaan komt tot stand, wanneer het bevestigingsorgaan met een basisbevestigingsorgaan 30 constructief verbonden is met de wand of het plafond van de ruimte, en wanneer het bevestigingsorgaan een stelbevestigingsorgaan gekoppeld met het basisbevestigingsorgaan, alsmede verstelmiddelen voor het ten opzichte van het basisbevestigingsorgaan verstellen van het stelbevestigingsorgaan in een richting 7 loodrecht op het plafond, omvat.The height-adjustable height of the fastening member is achieved when the fastening member with a basic fastening member 30 is structurally connected to the wall or ceiling of the room, and when the fastening member is coupled to the basic fastening member and an adjusting means for adjusting the basic fastening member comprises adjusting the adjusting fastener in a direction 7 perpendicular to the ceiling.

De verstelmiddelen omvatten bij voorkeur een schroefdraadverbinding tussen het basisbevestigingsorgaan en het stelbevestigingsorgaan. De schroefdraadverbinding staat een hoogteverstelling door 5 middel van relatieve rotatie tussen het basisbevestigingsorgaan en het stelbevestigingsorgaan toe. Op voordelige wijze kan daarbij rotatie van het verbindingselement, en dus van het spanningvoorzieningsorgaan, voorkomen worden door de uitvoering waarin gebruik gemaakt is van het cilindrisch verbindingselement dat is opgenomen in de cirkelvormige verdere opneemopening, 10 zoals hierboven reeds is toegelicht. Hierdoor kan er geen ongewenste verdraaiing in het spanningvoorzieningselement optreden, bij het in hoogte verstellen van het bevestigingsorgaan.The adjusting means preferably comprise a threaded connection between the basic attachment member and the adjustment attachment member. The threaded connection allows for height adjustment by means of relative rotation between the base attachment and the adjustment attachment. Rotation of the connecting element, and thus of the voltage supply element, can advantageously be prevented by the embodiment in which use is made of the cylindrical connecting element which is received in the circular further receiving opening, as already explained above. As a result, no undesired rotation can occur in the voltage supply element when the fastening member is adjusted in height.

Volgens een aspect van de uitvinding, voorziet deze in een verlichtingselement en/of een spanningvoorzieningselement voor kennelijk gebruik in 15 een systeem volgens de onderhavige uitvinding.According to an aspect of the invention, it provides a lighting element and / or a voltage supply element for apparent use in a system according to the present invention.

Volgens een aspect, wordt voorzien in een werkwijze voor het aanbrengen van een systeem, bij voorkeur volgens de onderhavige uitvinding. De werkwijze omvat de stappen het constructief verbinden van een bevestigingsorgaan aan een de ruimte omgevende wand of plafond; het nabij het bevestigingsorgaan 20 plaatsen van een spanningvoorzieningsorgaan; het ten opzichte van het bevestigingsorgaan lager aanbrengen van het plafonddoek; het ter plaatse van het bevestigingsorgaan maken van een gat in het opgespannen plafonddoek. Volgens de uitvinding, omvat de werkwijze verder de stap van het met koppelmiddelen via het gat in het plafonddoek op translerende wijze in een richting in hoofdzaak loodrecht 25 op het plafonddoek op spanning koppelen van een verlichtingsmiddel met het spanningvoorzieningorgaan. Door de koppeling tussen de lamp tot stand te brengen na het maken van het gat, wordt schade aan de lamp voorkomen. Verdere voordelen van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding zijn reeds hierboven toegelicht aan de hand van het systeem.In one aspect, a method is provided for applying a system, preferably in accordance with the present invention. The method comprises the steps of constructively connecting a fastener to a wall or ceiling surrounding the room; placing a power supply means near the fastener 20; arranging the ceiling cloth lower relative to the fixing member; making a hole in the tensioned ceiling cloth at the location of the fastening member. According to the invention, the method further comprises the step of tensioning a lighting means with the power supply means via coupling via the hole in the ceiling cloth in a direction substantially perpendicular to the ceiling cloth. By making the coupling between the lamp after making the hole, damage to the lamp is prevented. Further advantages of the method according to the present invention have already been explained above with reference to the system.

30 De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van een figuurbeschrijving en de aangehechte figuren, waarin tonen:The invention will be explained in more detail below with reference to a figure description and the attached figures, in which:

Figuur 1A een aanzicht in perspectief van een verlaagd plafond met een verlichtingselement; 8Figure 1A is a perspective view of a suspended ceiling with a lighting element; 8

Figuur 1B een aanzicht in doorsnede van een systeem voor een verlaagd plafond volgens de onderhavige uitvinding;Figure 1B is a sectional view of a suspended ceiling system according to the present invention;

Figuur 2 een aanzicht in perspectief van constructief element en een basisbevestigingsorgaan, een zogeheten PLOFtekening; 5 Figuur 3 een aanzicht in perspectief van een stelbevestigings- orgaan;Figure 2 shows a perspective view of a structural element and a basic fastening member, a so-called PLOF drawing; Figure 3 shows a perspective view of an adjusting attachment;

Figuur 4A een aanzicht in perspectief van het basisbevestigingsorgaan en het stelbevestigingsorgaan, een zogeheten PLOFtekening;Figure 4A shows a perspective view of the basic mounting member and the adjusting mounting member, a so-called PLOF drawing;

Figuur 4B een aanzicht in doorsnede van het bevestigingsorgaan in 10 een met een plafond of een wand verbonden toestand;Figure 4B is a sectional view of the fixing member in a state connected to a ceiling or a wall;

Figuur 5 een aanzicht in perspectief van het spanningvoorzienings-orgaan met het tweede koppelorgaan en het verbindingselement; een zogeheten PLOFtekening, alsmede een zijaanzicht van het verbindingselement;Figure 5 shows a perspective view of the voltage supply element with the second coupling element and the connecting element; a so-called PLOF drawing, as well as a side view of the connecting element;

Figuur 6A een aanzicht in perspectief van het bevestigingsorgaan en 15 het verbindingselement met het spanningvoorzieningsorgaan, in gedeeltelijke PLOFtekening;Figure 6A shows a perspective view of the fastening member and the connecting element with the power supply member, in partial PLOF drawing;

Figuur 6B een aanzicht in doorsnede van het bevestigingsorgaan met het verbindingselement en het spanningvoorzieningsorgaan in een geplaatste toestand daarvan; 20 Figuur 7A een aanzicht in perspectief van een verlaagd plafond, voorzien van enkele bevestigingsorganen met spanningvoorzieningsorganen;Figure 6B shows a cross-sectional view of the fixing member with the connecting element and the power supply member in a placed state thereof; Figure 7A shows a perspective view of a lowered ceiling, provided with a few fastening members with power supply members;

Figuur 7B een aanzicht in doorsnede van het systeem van Figuur 7A;Figure 7B is a sectional view of the system of Figure 7A;

Figuur 8 een aanzicht in doorsnede van het systeem volgens Figuur 25 7A, waarin gaten in het plafonddoek voorzien worden;Figure 8 shows a cross-sectional view of the system according to Figure 7A, wherein holes are provided in the ceiling cloth;

Figuur 9 een aanzicht in doorsnede van het systeem, waarin getoond wordt dat de verlichtingselementen verbonden met het bevestigingsorgaan;Fig. 9 is a sectional view of the system showing the lighting elements connected to the mounting member;

Figuur 10 een aanzicht in doorsnede van het systeem, waarin getoond wordt hoe de bevestiging in hoogte verstelbaar is.Figure 10 shows a cross-sectional view of the system, showing how the mounting is height-adjustable.

30 Figuur 1A toont een aanzicht in perspectief, van beneden af gezien, van een systeem 1 voor een verlaagd plafond volgens de onderhavige uitvinding, in een gemonteerde toestand. Het systeem 1 omvat een plafonddoek 2. In het plafonddoek zijn in deze figuur niet zichtbare gaten voorzien. In deze gaten zijn 9 verlichtingselementen 5 geplaatst. De verlichtingselementen 5 omvatten een flensvormige rand 54 voor het bedekken van het gat, en voor aanslag tegen het plafonddoek. De verlichtingselementen 5 omvatten tevens een verlichtingsmiddel 51, waarbij in deze aanvraag bedoeld wordt een middel dat geschikt is om op welke wijze 5 dan ook licht uit te stralen. Het verlichtingsmiddel 51 kan een lampje zijn, zoals bijvoorbeeld een gloeilampje, maar kan ook bijvoorbeeld een LED-lamp zijn. Het verlichtingsmiddel 51 is in het verlichtingselement 5 opgenomen. Het verlichtingsmiddel wordt omringd door een lens 55 van het verlichtingselement 5. De lens kan op verschillende wijze vormgegeven zijn, zoals getoond is in Figuur 1A voor 10 verlichtingselementen 5' en 5". De lens zorgt voor verstrooiing van het licht dat afkomstig is van het verlichtingsmiddel 51, maar heeft tevens een esthetische functie. Met name bij toepassing van een LED-licht, is het mogelijk dat het LED-licht 51 is opgenomen in een boven de flens 54 voorziene verlichtingsbehuizing 56. Het LED-licht bevindt zich dan boven het plafonddoek 2. Via een niet in detail getoond 15 verlichtingskanaal, kan het van de verlichting 51 afkomstige licht de lens 55 bereiken. De opbouw van een dergelijk verlichtingsmiddel 51 met een lens 55, en een flens 54 zijn op zich voor de vakman bekend.Figure 1A shows a perspective view, viewed from below, of a suspended ceiling system 1 according to the present invention, in a mounted state. The system 1 comprises a ceiling cloth 2. Holes not visible in the ceiling cloth are provided in this figure. 9 lighting elements 5 are placed in these holes. The lighting elements 5 comprise a flange-like edge 54 for covering the hole and for abutting the ceiling cloth. The lighting elements 5 also comprise a lighting means 51, wherein in this application is meant a means which is suitable for emitting light in any way whatsoever. The lighting means 51 can be a light bulb, such as for example an incandescent light bulb, but can also be, for example, an LED lamp. The lighting means 51 is included in the lighting element 5. The illumination means is surrounded by a lens 55 of the illumination element 5. The lens can be designed in different ways, as shown in Figure 1A for 10 illumination elements 5 'and 5 ". The lens causes scattering of the light from the illumination element lighting means 51, but also has an aesthetic function.In particular when an LED light is used, it is possible that the LED light 51 is accommodated in a lighting housing 56 provided above the flange 54. The LED light is then above the ceiling cloth 2. Via a lighting channel not shown in detail, the light coming from the lighting 51 can reach the lens 55. The construction of such a lighting means 51 with a lens 55 and a flange 54 are known per se to the person skilled in the art.

Figuur 1B toont een zijaanzicht in doorsnede van een systeem volgens de onderhavige uitvinding. Het systeem 1 omvat een door middel van een 20 constructie 41, 42 met een plafond 43 verbonden bevestigingsorgaan 8, 9. Het bevestigingsorgaan is verbonden met het verlichtingselement 5, doordat deze is opgenomen in het bevestigingsorgaan 8, 9. Het verlichtingselement 6 is verbonden met een spanningvoorzieningsorgaan 6, zoals een electriciteitskabel of -draad. De verbinding komt tot stand door middel van koppelmiddelen. Met deze koppelmiddelen 25 is het verlichtingsmiddel 51 op spanning koppelbaar met het spanningvoorzieningsorgaan 6. De koppeling komt tot stand via een translerende beweging door een gat in het plafonddoek 2 in een richting die in hoofdzaak loodrecht op dat plafonddoek 2 gelegen is. Eén en ander zal verderop nader worden toegelicht.Figure 1B shows a side view in section of a system according to the present invention. The system 1 comprises a mounting member 8, 9 connected to a ceiling 43 by means of a structure 41, 42. The mounting member is connected to the lighting element 5, because it is included in the mounting member 8, 9. The lighting element 6 is connected to a power supply means 6, such as an electricity cable or wire. The connection is established by means of coupling means. With these coupling means 25, the lighting means 51 can be tensioned to the voltage supply member 6. The coupling is effected via a translational movement through a hole in the ceiling cloth 2 in a direction which is substantially perpendicular to said ceiling cloth 2. This will be explained further below.

30 Te zien is verder in Figuur 1B dat het plafonddoek 2 deels gepositioneerd is tussen een aan de onderzijde van het bevestigingsorgaan voorzien contactoppervlak 87, en een op het verlichtingselement 5 voorziene flensvormige rand 54.It can also be seen in Figure 1B that the ceiling cloth 2 is partially positioned between a contact surface 87 provided on the underside of the fixing member and a flange-like edge 54 provided on the lighting element 5.

1010

De werkwijze van het plaatsen van het in Figuur 1A en in Figuur 1B getoonde systeem 1 voor een verlaagd plafond, zal navolgend worden toegelicht aan de hand van Figuur 2 tot en met Figuur 10. Daarbij zullen de voordelen van het systeem en van de onderdelen daarvan, alsmede van de werkwijze volgens de 5 onderhavige uitvinding, verduidelijkt worden.The method of placing the system 1 for a suspended ceiling shown in Figure 1A and Figure 1B will be explained below with reference to Figure 2 up to Figure 10. The advantages of the system and of its components will be explained below. and the method according to the present invention.

Figuur 2 toont een deel van de constructie 4, waaraan het bevestigingsorgaan 8, 9 bevestigd wordt. De constructie 4 omvat een montageplaat 41, alsmede een in Figuur 1B nader getoonde ophanging 42. Met deze constructie 4 is het verlaagde plafond verbonden met het plafond 43. Het moge duidelijk zijn voor 10 de vakman dat een verbinding met een zijwand van de ruimte ook mogelijk is. De montageplaat 41 strekt zich in hoofdzaak horizontaal uit, en is voorzien van een of meer gaten 45. In dit gat is een basisbevestigingsorgaan 9, in dit geval een zogeheten fitting, plaatsbaar. Het basisbevestigingsorgaan 9 omvat een in hoofdzaak plaatvormig deel 91, waarvandaan zich een buisvormig deel 92 naar 15 boven toe uitstrekt. Het gat 45 van de constructie 4 is aangepast aan de afmetingen van het buisvormig deel 92 van het basisbevestigingsorgaan 9. Via gaten 94 in het plaatvormige deel 91 is het basisbevestigingsorgaan 9, bijvoorbeeld met behulp van schroeven, verbindbaar met de constructie 4. De binnenzijde van het buisvormige deel 92 is voorzien van een schroefdraad 93. In het binnenste 96 van het 20 buisvormige uitsteeksel 92 is een stelbevestigingsorgaan 8 opneembaar.Figure 2 shows a part of the construction 4, to which the fixing member 8, 9 is attached. The construction 4 comprises a mounting plate 41, as well as a suspension 42 shown in more detail in Figure 1B. With this construction 4 the lowered ceiling is connected to the ceiling 43. It will be clear to a person skilled in the art that a connection to a side wall of the room is also is possible. The mounting plate 41 extends substantially horizontally, and is provided with one or more holes 45. A basic fixing member 9, in this case a so-called fitting, can be placed in this hole. The basic mounting member 9 comprises a substantially plate-shaped part 91, from which a tubular part 92 extends upwards. The hole 45 of the construction 4 is adapted to the dimensions of the tubular part 92 of the basic fixing member 9. Via holes 94 in the plate-shaped part 91 the basic fixing member 9 can be connected to the construction 4, for example with the aid of screws. the tubular part 92 is provided with a screw thread 93. An adjusting attachment member 8 can be received in the inner 96 of the tubular protrusion 92.

Het stelbevestigingsorgaan 8 wordt getoond in Figuur 3. Het stelbevestigingsorgaan 8 omvat een buisvormig deel 81 en een deksel 82. Het eerste deel omvat een in hoofdzaak cilindervormige buis die aan een buitenste mantelvlak voorzien is van een schroefdraad 86. Aan een uiteinde van het buisvormig deel 81 is 25 een contactoppervlak 87 voorzien, dat in een geplaatste situatie van het plafonddoek 2 daartegen kan rusten. Aan een bovenzijde van het eerste deel 81 is het tweede deel 82 plaatsbaar. Het deksel 82 omvat een cirkelvormige plaat 88 met een verdere opneemopening 84. Vanaf de plaat 88 strekt zich een holle cilindervormige buis 85 naar beneden toe uit. De verdere opneemopening 84 is als doorgaande boring in de 30 plaat en de holle cilinder 85 uitgevoerd. Het deksel 82 is voorzien van twee haakelementen 83, waarmee het deksel met in Figuur 4B getoonde uitsparingen 181 in het eerste deel stevig, doch losneembaar, verbindbaar is.The adjusting attachment 8 is shown in Figure 3. The adjusting attachment 8 comprises a tubular part 81 and a lid 82. The first part comprises a substantially cylindrical tube which is provided with a screw thread 86 on an outer lateral surface. At one end of the tubular part 81, a contact surface 87 is provided which can rest against it in a placed situation of the ceiling cloth 2. The second part 82 can be placed on an upper side of the first part 81. The cover 82 comprises a circular plate 88 with a further receiving opening 84. A hollow cylindrical tube 85 extends downwards from the plate 88. The further receiving opening 84 is designed as a continuous bore in the plate and the hollow cylinder 85. The lid 82 is provided with two hook elements 83, with which the lid with recesses 181 shown in Figure 4B can be connected securely, but releasably, in the first part.

Figuur 4A toont het basisbevestigingsorgaan 9 en het 11 stelbevestigingsorgaan 8, juist voordat deze geplaatst worden. Te zien is dat de cilinder met uitwendige schroefdraad 86 in de cilindervormige buis met inwendige schroefdraad van het basisbevestigingsorgaan 9 geplaatst kan worden.Figure 4A shows the basic mounting member 9 and the 11 adjusting mount 8 just before they are placed. It can be seen that the cylinder with external screw thread 86 can be placed in the cylindrical pipe with internal screw thread of the base mounting member 9.

De geplaatste situatie is getoond in Figuur 4B. Hier is goed te zien 5 hoe het deksel 82 is opgenomen in het eerste deel 81; met name de haakelementen 83 zijn goed zichtbaar. Tevens is te zien dat een doorgaande opneemopening 84, begrensd door een binnenmantel 89 van het bevestigingsorgaan 8, 9, verkregen wordt. In dit bevestigingsorgaan 8, 9 is een spanningvoorzieningsorgaan, zoals een elektriciteitskabel, met behulp van een verbindingselement plaatsbaar. Daarna is een 10 verlichtingsmiddel (lamp of LED) op translerende wijze koppelbaar met het spanningvoorzieningsorgaan.The placed situation is shown in Figure 4B. Here you can clearly see how the lid 82 is included in the first part 81; in particular the hook elements 83 are clearly visible. It can also be seen that a continuous receiving opening 84, bounded by an inner jacket 89 of the fixing member 8, 9, is obtained. A voltage supply means, such as an electricity cable, can be placed in this fastening member 8, 9 with the aid of a connecting element. After that, a lighting means (lamp or LED) can be coupled to the voltage supply device in a translational manner.

Het verbindingselement 7 wordt getoond in Figuur 5. Dit verbindingselement 7 omvat een buisvormig deel 72 met aan de bovenzijde een flensvormige rand 71. In een zijwand van het verbindingselement is een sleuf 74 15 voorzien. De sleuf 74 loopt nagenoeg over de volledige lengte van het verbindingselement 7 uit. Nabij de flensvormige rand 71 wordt de sleuf onderbroken door sluitelementen 78. Dit zijn in feite driehoekvormige uiteinden van de flensvormige rand die op elkaar aansluiten, maar die tevens op afstand van elkaar geplaatst kunnen worden, voor het via de sleuf 74 toevoeren naar het centrum van 20 het verbindingselement 7 van het spanningverbindingsorgaan 61, zoals in de getoonde uitvoering een kabel.The connecting element 7 is shown in Figure 5. This connecting element 7 comprises a tubular part 72 with a flange-shaped edge 71 at the top. A slot 74 is provided in a side wall of the connecting element. The slot 74 extends substantially the full length of the connecting element 7. Near the flange-like edge 71, the slot is interrupted by closing elements 78. These are in fact triangular ends of the flange-like edge which connect to each other, but which can also be placed at a distance from each other, for feeding via the slot 74 to the center of The connecting element 7 of the voltage-connecting member 61, such as a cable in the embodiment shown.

Aan een onderzijde van het verbindingselement 7 zijn concentrisch gevormde ribbels 73 voorzien. Deze kunnen samenwerken met een concentrisch gevormde ribbel 180 in het tweede deel 82 (deksel 82) van het 25 stelbevestigingsorgaan 8. Deze ribbel 180 is goed te zien in Figuur 4B.Conically shaped ridges 73 are provided on an underside of the connecting element 7. These can cooperate with a concentrically shaped rib 180 in the second part 82 (cover 82) of the adjusting attachment member 8. This rib 180 is clearly visible in Figure 4B.

Figuur 5 laat zien dat nadat de draad 61 is opgenomen in de kern van het verbindingselement 7, het tweede koppelelement 62, dat verbonden is met het spanningvoorzienings-element 61, tegen de onderste rand van het verbindingselement 7 bevestigd wordt. In deze toestand is het samenstel van het 30 verbindingselement 7 en het spanningverbindingsorgaan 6, plaatsbaar in de verdere opneemopening 84, die voorzien is in het stelbevestigingsorgaan. Deze wijze van bevestiging wordt nader getoond in Figuur 6A.Figure 5 shows that after the wire 61 has been received in the core of the connecting element 7, the second coupling element 62, which is connected to the voltage supply element 61, is secured against the lower edge of the connecting element 7. In this state, the assembly of the connecting element 7 and the voltage-connecting member 6 can be placed in the further receiving opening 84, which is provided in the adjusting attachment member. This method of confirmation is further shown in Figure 6A.

De geplaatste positie is getoond in Figuur 6B. Te zien is dat het 12 tweede koppelorgaan 62 tot ongeveer halverwege het bevestigingsorgaan 8, 9 geplaatst is. Het verbindingselement 7 rust met de flensvormige rand 71 aan op de bovenzijde van het bevestigingsorgaan 8. De cilindervormige bus 72 van het verbindingselement 7 sluit aan op de wanden 89 van de verdere opneemopening. De 5 vormgeving van het verbindingselement 7 zorgt ervoor dat deze relatief ten opzichte van het stelbevestigingsorgaan 8 kan roteren. Hierdoor blijft de oriëntatie van het spanningvoorzieningsorgaan 6 en het tweede koppelelement 62 gewaarborgd.The placed position is shown in Figure 6B. It can be seen that the second coupling member 62 is positioned approximately halfway between the mounting member 8, 9. The connecting element 7 rests with the flange-like edge 71 on the top side of the fastening member 8. The cylindrical sleeve 72 of the connecting element 7 connects to the walls 89 of the further receiving opening. The shape of the connecting element 7 ensures that it can rotate relative to the adjusting attachment 8. This ensures the orientation of the voltage supply member 6 and the second coupling element 62.

Figuur 7A toont een aanzicht in perspectief van een bovenzijde van een systeem 1 volgens de onderhavige uitvinding. Te zien zijn een eerste 10 montageplaat 41 en ophangingen 42, die verbonden zijn met het plafond 43. In de montageplaat 41 zijn een aantal stelbevestigingsorganen 8 geplaatst. In deze stelbevestigingsorganen 8 zijn spanningvoorzieningselementen 6 reeds geplaatst. Een aanzicht in doorsnede van dit systeem 1 wordt getoond in Figuur 7B. Vanuit deze situatie worden volgens het plafonddoek aangebracht, worden gaten voorzien 15 in het plafonddoek, en worden de verlichtingsmiddelen met verlichtingselementen geplaatst.Figure 7A shows a perspective view of an upper side of a system 1 according to the present invention. A first mounting plate 41 and suspensions 42 can be seen, which are connected to the ceiling 43. In the mounting plate 41 a number of adjusting fasteners 8 are placed. Voltage supply elements 6 have already been placed in these adjusting attachment members 8. A sectional view of this system 1 is shown in Figure 7B. From this situation, according to the ceiling cloth, holes are provided in the ceiling cloth, and the lighting means with lighting elements are placed.

Figuur 8 toont het systeem 1 van Figuur 7B, waarbij het plafonddoek 2 geplaatst is, en waarbij door middel van een snijmes 100 gaten 22 worden voorzien in het plafonddoek 2, of reeds voorzien zijn (rechts in de figuur). Het snijmes 100 of 20 prikorgaan dat daarbij gebruikt wordt is op zich bekend.Figure 8 shows the system 1 of Figure 7B, in which the ceiling cloth 2 is placed, and wherein holes are provided in the ceiling cloth 2 by means of a cutting knife 100, or are already provided (on the right in the figure). The cutting knife 100 or piercing member that is used for this purpose is known per se.

Volgens de onderhavige uitvinding worden de gaten in het plafonddoek aangebracht, zonder dat het verlichtingsmiddel al bevestigd is in het bevestigingsorgaan 8, 9. Hierdoor wordt de kans op beschadiging van het verlichtingsmiddel tijdens het maken van de gaten 22 volledig vermeden. Bovendien 25 zit het tweede koppelorgaan 62 op voldoende afstand van de onderzijde van het bevestigingsorgaan 8, 9, zodat ook beschadiging daaraan vermeden wordt. Mocht het prikorgaan 100 het tweede koppelorgaan 62 toch raken, dan is de kans op ernstige beschadiging, leidend tot een defect, zeer klein, doordat het tweede koppelorgaan relatief robuust uitgevoerd kan worden.According to the present invention, the holes are made in the ceiling cloth, without the lighting means already being mounted in the fixing member 8, 9. This completely avoids the risk of damage to the lighting means during the making of the holes 22. Moreover, the second coupling member 62 is at a sufficient distance from the underside of the fixing member 8, 9, so that damage thereto is avoided. If the piercing member 100 nevertheless touches the second coupling member 62, then the chance of serious damage, leading to a defect, is very small, because the second coupling member can be of relatively robust design.

30 Figuur 9 toont vervolgens hoe de verlichtingselementen 5 met de verlichtingsmiddelen 51 bevestigd worden met het bevestigingsorgaan 8. Dit komt tot stand door middel van een translerende beweging van het verlichtingselement 5. De koppelmiddelen zorgen ervoor dat een translerende beweging mogelijk is. De 13 translerende beweging, in hoofdzaak in afwezigheid van enige rotatie van het verlichtingselement 5, zorgt ervoor dat het verlichtingsmiddel 51 op eenvoudige wijze verbindbaar is met het spanningvoorzieningsorgaan 6. Het verlichtingselement 5 is daartoe verbonden met een eerste koppelorgaan 52, en het 5 spanningsvoorzieningsorgaan 6 is verbonden met een tweede koppelorgaan 62, zoals hierboven reeds toegelicht. Het moge duidelijk zijn voor de vakman dat deze koppelorganen op velerlei wijzen uitgevoerd kunnen zijn.Figure 9 subsequently shows how the lighting elements 5 with the lighting means 51 are attached with the fixing member 8. This is achieved by means of a translational movement of the lighting element 5. The coupling means ensure that a translational movement is possible. The translating movement, substantially in the absence of any rotation of the lighting element 5, ensures that the lighting means 51 can be connected in a simple manner to the voltage supply member 6. For this purpose, the lighting element 5 is connected to a first coupling member 52, and the voltage supply member 6. is connected to a second coupling member 62, as already explained above. It will be clear to those skilled in the art that these coupling members can be designed in various ways.

Aan een onderzijde van het verbindingselement 7 zijn concentrisch gevormde ribbels 73 voorzien. Deze kunnen samenwerken met een concentrisch gevormde ribbel 180 10 in het tweede deel 82 (deksel 82) van het stelbevestigingsorgaan 8. Deze ribbel 180 is goed te zien in Figuur 4B.Conically shaped ridges 73 are provided on an underside of the connecting element 7. These can cooperate with a concentrically shaped ridge 180 in the second part 82 (cover 82) of the adjusting attachment 8. This ridge 180 is clearly visible in Figure 4B.

De aan de onderzijde van het verbindingselement 7 voorziene concentrisch gevormde ribbels 73 werken samen met de concentrisch gevormde ribbel 180 in het tweede deel 82 van het stelbevestigingsorgaan 8, zodat bij het met 15 de koppelmiddelen koppelen van het verlichtingsmiddel 5 met het spanningsvoorzieningsorgaan 6, een zodanige kracht geleverd kan worden dat deze op spanning gekoppeld worden. Bij het uitoefenen van een grotere kracht, zal het het verbindingselement 7 naar boven toe kunnen bewegen, doordat de ribbel 73 over de ribbel 180 in het tweede deel 82 kan schuiven (ratelend klikken). De onderdelen zijn 20 daartoe bij voorkeur vervaardigd van kunststof, zodat enige (elastische) vervorming wordt toegestaan. Het verlichtingsmiddel is op deze wijze ook in hoogte stelbaar, en tevens is het contact tussen de koppelmiddelen verzekerd, via een eenvoudige translerende beweging.The concentrically shaped ridges 73 provided on the underside of the connecting element 7 cooperate with the concentrically shaped ridges 180 in the second part 82 of the adjusting means 8, so that when the lighting means 5 is coupled to the power supply means 6 with the coupling means, such a force can be supplied that these are connected to voltage. When exerting a greater force, it will be able to move the connecting element 7 upwards, because the rib 73 can slide over the rib 180 in the second part 82 (rattling clicks). To that end, the parts are preferably made of plastic, so that some (elastic) deformation is permitted. The lighting means can in this way also be adjusted in height, and also the contact between the coupling means is ensured via a simple translational movement.

Figuur 10, tenslotte, toont de verlichtingselementen 5 in een 25 geplaatste positie. Het plafonddoek 2 is daarbij opgesloten tussen de flensvormige rand van het verlichtingselement 5 en het contactoppervlak 87 van het stelbevestigingsorgaan 8. De schroefdraad in het stelbevestigingsorgaan, zorgt ervoor dat dit contactoppervlak in hoogte verstelbaar is voor het op een geschikte hoogtepositie plaatsen van het plafonddoek 2.Figure 10, finally, shows the lighting elements 5 in a placed position. The ceiling cloth 2 is thereby enclosed between the flange-shaped edge of the lighting element 5 and the contact surface 87 of the adjusting attachment 8. The thread in the adjusting attachment ensures that this contact surface is height-adjustable for placing the ceiling cloth 2 at a suitable height position.

30 Het moge duidelijk zijn voor de vakman dat de uitvinding hierboven beschreven is aan de hand van een of enkele uitvoeringsvormen. Binnen het kader van de uitvinding zijn uiteraard vele denkbare variaties en varianten mogelijk, welke mogelijk binnen de gevraagde beschermingsomvang, zoals bepaald door de 14 aangehechte conclusies, vallen.It will be clear to the skilled person that the invention has been described above on the basis of one or a few embodiments. Naturally, many conceivable variations and variants are possible within the scope of the invention, which possibly fall within the requested scope, as defined by the appended claims.

55

Claims (23)

1. Systeem (1) voor een verlaagd plafond in een ruimte, het systeem omvattende: 5. een constructief met een de ruimte omgevende wand of plafond verbonden bevestigingsorgaan (8, 9); • een ten opzichte van het bevestigingsorgaan (8, 9) lager in de ruimte opgespannen plafonddoek (2) dat ter plaatse van het bevestigingsorgaan (8, 9) voorzien is van een gat (22); 10. een in het gat (22) opgenomen en met het bevestigingsorgaan (8, 9) verbonden verlichtingselement (5) met een verlichtingsmiddel (51) dat met een spanningvoorzieningsorgaan (6) verbonden is; • koppelmiddelen voor het via het gat (22) in het plafonddoek (2) op translerende wijze in een richting in hoofdzaak loodrecht op het 15 plafonddoek (2) op spanning koppelen van het verlichtingsmiddel (51) met het spanningvoorzieningsorgaan (6).A system (1) for a suspended ceiling in a room, the system comprising: 5. a mounting member (8, 9) constructively connected to a wall or ceiling surrounding the room or ceiling; • a ceiling cloth (2) suspended lower in the room relative to the fixing member (8, 9) which is provided with a hole (22) at the location of the fixing member (8, 9); 10. a lighting element (5) received in the hole (22) and connected to the fixing member (8, 9) with a lighting means (51) connected to a power supply member (6); • coupling means for tensioning the lighting means (51) to the power supply means (6) in a direction substantially perpendicular to the ceiling cloth (2) via the hole (22) in the ceiling cloth (2). 2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de koppelmiddelen een met het verlichtingsmiddel (51) verbonden eerste koppelorgaan (52), alsmede een met het spanningvoorzieningsorgaan (6) verbonden tweede koppelorgaan (62) omvatten.System according to claim 1, wherein the coupling means comprise a first coupling member (52) connected to the lighting means (51) and a second coupling member (62) connected to the voltage supply member (6). 3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de koppelmiddelen een steker en een contrasteker, zoals bijvoorbeeld een mannetjesconnector en een vrouwtjesconnector omvatten.3. System as claimed in claim 1 or 2, wherein the coupling means comprise a plug and a socket, such as for example a male connector and a female connector. 4. Systeem volgens conclusie 2 en 3, waarbij het eerste koppelorgaan (52) de steker en waarbij het tweede koppelorgaan (62) de contrasteker omvat.The system of claims 2 and 3, wherein the first coupling member (52) comprises the plug and wherein the second coupling member (62) comprises the socket. 5. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies 1 tot en met 4, waarbij het bevestigingsorgaan (8, 9) voorzien is van een met het spanningvoorzieningsorgaan (6) verbindbaar verbindingselement (7).System according to one or more of the preceding claims 1 to 4, wherein the fixing element (8, 9) is provided with a connecting element (7) connectable to the voltage supply element (6). 6. Systeem volgens conclusie 5, waarbij het verbindingselement (7) met het tweede koppelorgaan (62) van het spanningvoorzieningsorgaan (6) 30 verbindbaar is.6. System as claimed in claim 5, wherein the connecting element (7) can be connected to the second coupling member (62) of the voltage supply member (6). 7. Systeem volgens conclusie 5 of 6, waarbij het verbindingselement (7) voorzien is van een eerste opneemopening waarin ten minste een gedeelte van het tweede koppelorgaan (62) opneembaar is.A system according to claim 5 or 6, wherein the connecting element (7) is provided with a first receiving opening in which at least a portion of the second coupling member (62) can be received. 8. Systeem volgens conclusie 7, waarbij de eerste opneemopening gevormd is door een doorgaande boring in het verbindingselement (7).A system according to claim 7, wherein the first receiving opening is formed by a continuous bore in the connecting element (7). 9. Systeem volgens conclusie 8, waarbij het verbindingselement voorzien is van een van een buitenzijde van het verbindingselement (7) 5 toegankelijke, alsmede met de doorgaande boring verbonden sleuf (74) die zich in hoofdzaak over de gehele lengte van de doorgaande boring uitstrekt.9. System as claimed in claim 8, wherein the connecting element is provided with a slot (74) which is accessible from an outside of the connecting element (7) and is connected to the through-bore and extends substantially over the entire length of the through-bore. 10. Systeem volgens een of meer van de conclusies 7 tot en met 9, waarbij een binnenwand van de opneemopening voorzien is van een als een aanslag werkzame, bij voorkeur concentrische, rand.System as claimed in one or more of the claims 7 to 9, wherein an inner wall of the receiving opening is provided with a stop, preferably concentric, edge acting as a stop. 11. Systeem volgens een of meer van de conclusies 5 tot en met 10, waarbij het verbindingselement (7) relatief ten opzichte van het bevestigingsorgaan (8, 9) in een richting loodrecht op het plafond verplaatsbaar is.System according to one or more of claims 5 to 10, wherein the connecting element (7) is displaceable relative to the fixing member (8, 9) in a direction perpendicular to the ceiling. 12. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies 5 tot en met 11, waarbij het verbindingselement (7) losneembaar met het 15 bevestigingsorgaan (8, 9) verbonden is.12. System as claimed in one or more of the foregoing claims 5 to 11, wherein the connecting element (7) is releasably connected to the fixing member (8, 9). 13. Systeem volgens conclusie 12, waarbij het bevestigingsorgaan (8, 9) voorzien is van een aan het verbindingselement (7) aangepaste verdere opneemopening (84), waarin het verbindingselement (7) opneembaar is.A system according to claim 12, wherein the fixing member (8, 9) is provided with a further receiving opening (84) adapted to the connecting element (7), in which the connecting element (7) can be received. 14. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies 6 tot 20 en met 13, waarbij het verbindingselement (7) in hoofdzaak cilindervormig is.System according to one or more of the preceding claims 6 to 20 and 13, wherein the connecting element (7) is substantially cylindrical. 15. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies 6 tot en met 14, waarbij een buitenmantel (72) van het verbindingselement (7) voorzien is van zich in hoofdzaak evenwijdig aan het plafond uitstrekkende, bij voorkeur concentrische, ribbelelementen (73), die zijn ingericht om samen te werken met een 25 zich in hoofdzaak evenwijdig aan het plafond uitstrekkende, op een binnenmantel (85) van de verdere opneemopening (84) voorziene, bij voorkeur concentrische, rand.System as claimed in one or more of the foregoing claims 6 to 14, wherein an outer sheath (72) of the connecting element (7) is provided with ridge elements (73) extending substantially parallel to the ceiling, preferably concentrically, which are adapted to co-act with an edge, preferably concentric, extending substantially parallel to the ceiling and provided on an inner casing (85) of the further receiving opening (84). 16. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het verlichtingselement (5) een verlichtingsbehuizing en een lens omvat, 30 waarbij het verlichtingsmiddel (51) in de verlichtingsbehuizing is opgenomen.16. System as claimed in one or more of the foregoing claims, wherein the lighting element (5) comprises a lighting housing and a lens, wherein the lighting means (51) is incorporated in the lighting housing. 17. Systeem volgens conclusie 16, waarbij het verlichtingsmiddel (51) losneembaar in de verlichtingsbehuizing is opgenomen.The system of claim 16, wherein the lighting means (51) is releasably incorporated in the lighting housing. 18. Systeem volgens conclusie 17, waarbij het verlichtingselement (5) een schroefdraadverbinding tussen het verlichtingsmiddel (51) en de verlichtingsbehuizing omvat.The system of claim 17, wherein the lighting element (5) comprises a threaded connection between the lighting means (51) and the lighting housing. 19. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies 1 tot en met 18, waarbij het bevestigingsorgaan (8, 9) door middel van een 5 basisbevestigingsorgaan (9) constructief verbonden is met de ruimte, en waarbij het bevestigingsorgaan (8, 9) een stelbevestigingsorgaan (8) gekoppeld met het basisbevestigingsorgaan (9), alsmede verstelmiddelen (86, 93) voor het ten opzichte van het basisbevestigingsorgaan (9) verstellen van het stelbevestigingsorgaan (8) in een richting loodrecht op het plafond, omvat.19. System according to one or more of the preceding claims 1 to 18, wherein the fastening member (8, 9) is constructively connected to the space by means of a basic fastening member (9), and wherein the fastening member (8, 9) an adjusting attachment (8) coupled to the basic mounting member (9) and adjusting means (86, 93) for adjusting the adjusting attachment (8) relative to the basic mounting member (8) in a direction perpendicular to the ceiling. 20. Systeem volgens conclusie 19, waarbij de verstelmiddelen (86, 93) een schroefdraadverbinding (86, 93) tussen het basisbevestigingsorgaan (9) en het stelbevestigingsorgaan (8) omvatten.A system according to claim 19, wherein the adjusting means (86, 93) comprise a threaded connection (86, 93) between the basic mounting member (9) and the adjusting mounting member (8). 21. Verlichtingselement (5) voor kennelijk gebruik in een systeem volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot en met 20.Lighting element (5) for apparent use in a system according to one of the preceding claims 1 to 20. 22. Spanningvoorzieningselement (6) voor kennelijk gebruik in een systeem volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot en met 21.A power supply element (6) for apparent use in a system according to any of the preceding claims 1 to 21. 23. Werkwijze voor het aanbrengen van een systeem (1), bij voorkeur een systeem volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot en met 20, in een ruimte, de werkwijze omvattende de stappen van: 20. het constructief verbinden van een bevestigingsorgaan (8, 9) aan een de ruimte omgevende wand of plafond; het nabij het bevestigingsorgaan (8, 9) plaatsen van een spanningvoorzieningsorgaan (6); het ten opzichte van het bevestigingsorgaan lager aanbrengen van 25 het plafonddoek (2); het ter plaatse van het bevestigingsorgaan (8, 9) maken van een gat (22) in het opgespannen plafonddoek (2); waarbij de werkwijze gekenmerkt is door de stap van: het met koppelmiddelen (52, 62) via het gat (22) in het plafonddoek 30 (2) op translerende wijze in een richting in hoofdzaak loodrecht op het plafonddoek (2) op spanning koppelen van een verlichtingsmiddel (51) met het spanningvoorzieningsorgaan (6).Method for mounting a system (1), preferably a system according to one of the preceding claims 1 to 20, in a space, the method comprising the steps of: 20. constructively connecting a fastening member (8) , 9) on a wall or ceiling surrounding the space; placing a power supply means (6) near the fastening member (8, 9); arranging the ceiling cloth (2) lower with respect to the fixing member; making a hole (22) in the stretched ceiling cloth (2) at the location of the fixing member (8, 9); wherein the method is characterized by the step of: tensioning with coupling means (52, 62) via the hole (22) in the ceiling cloth 30 (2) in a direction substantially perpendicular to the ceiling cloth (2) a lighting means (51) with the power supply means (6).
NL2006497A 2011-03-30 2011-03-30 SYSTEM FOR A REDUCED CEILING, AND A METHOD FOR APPLYING THEREOF. NL2006497C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006497A NL2006497C2 (en) 2011-03-30 2011-03-30 SYSTEM FOR A REDUCED CEILING, AND A METHOD FOR APPLYING THEREOF.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006497A NL2006497C2 (en) 2011-03-30 2011-03-30 SYSTEM FOR A REDUCED CEILING, AND A METHOD FOR APPLYING THEREOF.
NL2006497 2011-03-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2006497C2 true NL2006497C2 (en) 2012-10-02

Family

ID=44640861

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2006497A NL2006497C2 (en) 2011-03-30 2011-03-30 SYSTEM FOR A REDUCED CEILING, AND A METHOD FOR APPLYING THEREOF.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2006497C2 (en)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9004427U1 (en) * 1990-04-18 1990-06-21 Dreier, Horst, 8013 Haar, De
FR2647139A1 (en) * 1989-05-16 1990-11-23 Fms Device for supporting a light source, in particular for a false ceiling
EP0487439A1 (en) * 1990-11-19 1992-05-27 René Philippe Ruhlmann Mounting device for an apparatus to be fitted in a ceiling
FR2688867A1 (en) * 1992-03-19 1993-09-24 David Francis Adjustable lighting device integrated in a false ceiling
DE19836632A1 (en) * 1998-08-13 2000-02-24 Diso Vertriebs Gmbh Holder for lighting for attachment to flexible suspended ceilings has lower holder part between upper holder part and ceiling with height adjustment element, light attachment plate

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2647139A1 (en) * 1989-05-16 1990-11-23 Fms Device for supporting a light source, in particular for a false ceiling
DE9004427U1 (en) * 1990-04-18 1990-06-21 Dreier, Horst, 8013 Haar, De
EP0487439A1 (en) * 1990-11-19 1992-05-27 René Philippe Ruhlmann Mounting device for an apparatus to be fitted in a ceiling
FR2688867A1 (en) * 1992-03-19 1993-09-24 David Francis Adjustable lighting device integrated in a false ceiling
DE19836632A1 (en) * 1998-08-13 2000-02-24 Diso Vertriebs Gmbh Holder for lighting for attachment to flexible suspended ceilings has lower holder part between upper holder part and ceiling with height adjustment element, light attachment plate

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11668455B2 (en) Casing for lighting assembly
US10845038B2 (en) Twist and lock mounting bracket
US10274176B2 (en) Adjustable dual optic directional lamp assembly
US7520763B1 (en) Track lighting system with dependent lamp cord
CN103994350B (en) LED lamp
EP3537029B1 (en) Improved lantern-type luminaire
CA3021670A1 (en) Bay luminaire with yoke assembly
KR102027038B1 (en) Embeded type led lighting device
JP6414775B2 (en) Luminaire and renewal method of luminaire
NL2006497C2 (en) SYSTEM FOR A REDUCED CEILING, AND A METHOD FOR APPLYING THEREOF.
CA2816449A1 (en) Led lighting module, led lighting system and led lighting retrofit kit
JP6376488B2 (en) lighting equipment
KR101104855B1 (en) Beam-Adjustable Wall Light
KR101008881B1 (en) one-touch installable lamp device
KR101103043B1 (en) Lamp apparatus for lighting in an apartment house
KR102093068B1 (en) Bracket for mounting directly lighting on the ceilling
CA2941178C (en) Luminaire adaptor
KR100889349B1 (en) Sticking apparatus for lighting apparatus
KR200172495Y1 (en) Lighting fixtures
EP2913583B1 (en) Upright lamp having length adjustable lamp-post
KR101103039B1 (en) An apartment house of front door lamp
US20180209620A1 (en) Universal mounting assembly
KR20150051929A (en) Fishing lamp, and reflecting member therefor
US20170268735A1 (en) Skewed Luminaire Housing
KR20150051806A (en) Fishing lamp, and reflecting member therefor