NL2006303C2 - LEADERSHIP WITH A COUPLER. - Google Patents
LEADERSHIP WITH A COUPLER. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2006303C2 NL2006303C2 NL2006303A NL2006303A NL2006303C2 NL 2006303 C2 NL2006303 C2 NL 2006303C2 NL 2006303 A NL2006303 A NL 2006303A NL 2006303 A NL2006303 A NL 2006303A NL 2006303 C2 NL2006303 C2 NL 2006303C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- circumferential
- conduit segment
- sleeve
- segment
- conduit
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L25/00—Constructive types of pipe joints not provided for in groups F16L13/00 - F16L23/00 ; Details of pipe joints not otherwise provided for, e.g. electrically conducting or insulating means
- F16L25/0036—Joints for corrugated pipes
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F13/00—Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F13/00—Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
- F24F13/02—Ducting arrangements
- F24F13/0209—Ducting arrangements characterised by their connecting means, e.g. flanges
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)
Description
NLP188494ANLP188494A
Leidingsamenstel met een koppelstukPipe assembly with a coupling piece
ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION
De uitvinding heeft betrekking op een leidingsamenstel, in het bijzonder een luchtleidingsamenstel, met 5 een koppelstuk en een werkwijze voor het samenstellen van het leidingsamenstel.The invention relates to a conduit assembly, in particular an air conduit assembly, with a coupling piece and a method for assembling the conduit assembly.
Een bekend luchtleidingsamenstel omvat een eerste geïsoleerd leidingsegment, een in het verlengde van het eerste leidingsegment geplaatst tweede geïsoleerd leiding-10 segment en een koppelstuk dat het eerste leidingsegment met het tweede leidingsegment aan de naar elkaar toegekeerde uiteinden met elkaar koppelt. Het koppelstuk omvat aan weerszijden een kopprofiel voor het ontvangen van de kopse uiteinden van de leidingsegmenten. Bij het plaatsen van de 15 leidingsegmenten in de kopprofielen van het koppelstuk is het van belang dat de leidingsegmenten zo ver in het koppelstuk geschoven worden, opdat de tussenruimte tussen de opeenvolgende leidingsegmenten zo klein mogelijk is. Een isolatieverlies via het ongeïsoleerde koppelstuk kan hier-20 door worden voorkomen. Echter, nadat de leidingsegmenten in het koppelstuk zijn geschoven, ontnemen zij de installateur het zicht op de aansluiting van de leidingsegmenten op het koppelstuk. De installateur kan daardoor slechts op zijn gevoel afgaan voor het vaststellen van de kwaliteit van de 2 verbinding. Daarnaast kunnen de leidingsegmenten, nadat deze in het koppelstuk zijn aangebracht, nog enigszins verschuiven. Het is daardoor moeilijk met het bekende koppelstuk een betrouwbare verbinding tussen de opeenvolgende leidingseg-5 menten tot stand te brengen, met een risico op isolatiever-lies ter plaatse van het koppelstuk tot gevolg.A known air conduit assembly comprises a first insulated conduit segment, a second insulated conduit segment placed in line with the first conduit segment, and a connector that couples the first conduit segment with the second conduit segment at the ends facing each other. The coupling piece comprises a head profile on either side for receiving the head ends of the pipe segments. When placing the pipe segments in the head profiles of the coupling piece, it is important that the pipe segments are pushed as far as possible into the coupling piece, so that the space between the successive pipe segments is as small as possible. A loss of insulation via the uninsulated coupling piece can be prevented by this. However, after the pipe segments have been slid into the coupling piece, they deprive the installer of the view of the connection of the pipe segments to the coupling piece. The installer can therefore only rely on his feeling for determining the quality of the connection. In addition, the pipe segments, after they have been fitted in the coupling piece, can still shift slightly. It is therefore difficult to establish a reliable connection between the successive pipe components with the known coupling piece, with the result that there is a risk of loss of insulation at the coupling piece.
Het is een doel van de uitvinding een leiding-samenstel met een koppelstuk te verschaffen, waarbij isola-tieterugval ter plaatse van de overgang tussen opeenvolgende 10 leidingsegmenten kan worden tegengegaan.It is an object of the invention to provide a pipe assembly with a coupling piece, wherein insulation fallback at the transition between successive pipe segments can be prevented.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION
15 De uitvinding verschaft volgens een eerste aspect een leidingsamenstel omvattend een eerste leidingsegment, een in het verlengde van het eerste leidingsegment opgesteld tweede leidingsegment en een koppelstuk dat het eerste leidingsegment met het tweede leidingsegment koppelt, waar-20 bij het eerste leidingsegment en het tweede leidingsegment zijn voorzien van een omtrekswand die een inwendig doorvoerkanaal bepaalt, waarbij de omtrekswand van het eerste leidingsegment is voorzien van omlopende, eerste uitwendige omtreksribben, waarbij het koppelstuk een flexibele, omlo-25 pende huls omvat met een eerste hulsgedeelte dat het eerste leidingsegment aan een uiteinde daarvan omringt, waarbij het eerste hulsgedeelte is voorzien van omlopende, eerste inwendige omtreksribben die aangrijpen op het eerste leidingsegment tussen de omlopende, eerste uitwendige omtreksribben 30 van het eerste leidingsegment, waarbij de flexibele huls is vervaardigd van een elastisch materiaal, waarbij de flexibele huls een tweede hulsgedeelte omvat, dat binnen het elastische bereik van de huls rondom buitenwaarts omklapbaar is tussen een eerste stand en een tweede stand, waarbij het 35 tweede hulsgedeelte in de eerste stand rondom buitenwaarts omgeklapt is en ten minste gedeeltelijk aanligt tegen de naar buiten gerichte zijde van het eerste hulsgedeelte, 3 waarbij de het tweede hulsgedeelte in de tweede stand het tweede leidingsegment aan een uiteinde daarvan omringt.The invention provides according to a first aspect a conduit assembly comprising a first conduit segment, a second conduit segment disposed in line with the first conduit segment and a connector that couples the first conduit segment to the second conduit segment, wherein the first conduit segment and the second conduit segment be provided with a circumferential wall defining an internal feed-through channel, the circumferential wall of the first conduit segment being provided with circumferential, first external circumferential ribs, wherein the coupling piece comprises a flexible, circumferential sleeve with a first sleeve portion which has the first conduit segment at one end thereof, wherein the first sleeve portion is provided with circumferential, first inner circumferential ribs engaging the first conduit segment between the circumferential, first outer circumferential ribs 30 of the first conduit segment, the flexible sheath being made of an elastic material, the flexible The sleeve comprises a second sleeve portion which, within the elastic range of the sleeve, can be folded all the way around outwardly between a first position and a second position, the second sleeve portion in the first position being folded outwards around the outside and at least partially abutting against the outwards facing side of the first sleeve portion, wherein the second sleeve portion in the second position surrounds the second conduit segment at one end thereof.
De installateur heeft, na het omklappen of omstulpen van het tweede hulsgedeelte in de eerste stand, ondanks 5 de aanwezigheid van het koppelstuk vrij zicht op het in het koppelstuk aanwezige eindvlak van het eerste leidingsegment, en kan daardoor op zicht het tweede leidingsegment uitlijnen met het eerste leidingsegment. Het tweede hulsgedeelte kan na het uitlijnen worden teruggeklapt naar de tweede stand. 10 Op deze wijze kan een correcte uitlijning en aanligging tussen het eerste leidingsegment en het tweede leidingsegment worden verkregen, hetgeen een betrouwbare, goed aansluitende verbinding tussen het eerste leidingsegment en het tweede leidingsegment mogelijk maakt.After the second sleeve portion has been folded over or tipped over in the first position, despite the presence of the coupling piece, the installer has a clear view of the end face of the first pipe segment present in the coupling piece, and can therefore align the second pipe segment with sight on sight. first pipe segment. The second sleeve portion can be folded back to the second position after alignment. In this way, a correct alignment and contact between the first pipe segment and the second pipe segment can be obtained, which makes a reliable, well-fitting connection between the first pipe segment and the second pipe segment possible.
15 In een uitvoeringsvorm vormt de flexibele huls in de omtreksrichting, zowel in de eerste stand als de tweede stand en tijdens het omklappen tussen de eerste stand en de tweede stand een doorgaande omlopende ring. De doorgaand ringvormige huls kan een volledig omlopende aansluiting 20 en/of afdichting vormen van het koppelstuk op de leidingseg-menten. De omlopende aansluiting en/of afdichting kan een luchtdichte verbinding bewerkstelligen tussen twee opeenvolgende leidingsegmenten.In one embodiment the flexible sleeve forms a continuous circumferential ring in the circumferential direction, both in the first position and the second position and during the folding between the first position and the second position. The continuous annular sleeve can form a completely circumferential connection and / or seal of the coupling piece on the pipe segments. The circumferential connection and / or seal can provide an airtight connection between two consecutive pipe segments.
In een uitvoeringsvorm is het koppelstuk uit één 25 stuk materiaal gevormd. Het doorgaande materiaal kan een volledig omlopende aansluiting en/of afdichting vormen van het koppelstuk op de leidingsegmenten.In one embodiment the coupling piece is formed from one piece of material. The through-going material can form a fully circumferential connection and / or seal of the coupling piece to the pipe segments.
In een uitvoeringsvorm is de kleinste binnendiame-ter van het koppelstuk kleiner dan de grootste buitendiame-30 ter van het eerste leidingsegment. Het koppelstuk kan daardoor onder de elastische eigenschappen van het materiaal klemmend worden aangebracht om het eerste leidingsegment.In one embodiment, the smallest inner diameter of the coupling piece is smaller than the largest outer diameter of the first conduit segment. As a result, the coupling piece can be clamped under the elastic properties of the material around the first pipe segment.
In een uitvoeringsvorm is het koppelstuk aan de buitenzijde van de omlopende huls voorzien van een uitwendig 35 omlopende omklapgroef voor het verschaffen van een streef omklappunt. De omklapgroef vermindert ter plaatse van de aanslagrib de omklapweerstand of omstulpweerstand en verge- 4 makkelij kt daardoor het omklappen of het omstulpen van de huls. Hierdoor kan de installateur op de hoogte van de aanslagrib een weerstandsverlaging voelen, waardoor hij weet dat hij de omklapbare manchet tot op de aanslagrib heeft 5 omgeklapt of omgestulpt.In one embodiment the coupling piece is provided on the outside of the circumferential sleeve with an externally circumferential fold-over groove for providing a desired fold-over point. At the location of the stop rib, the fold-over groove reduces the fold-over resistance or flip-over resistance and thereby facilitates the flip-over or the flip-over of the sleeve. As a result, the installer can feel a reduction in resistance at the height of the stop rib, as a result of which he knows that he has folded or folded over the foldable sleeve to the stop rib.
In een uitvoeringsvorm omvat het koppelstuk een inwendig omlopende aanslagrib op de overgang tussen het eerste hulsgedeelte en het tweede hulsgedeelte, waarbij de uitwendig omlopende omklapgroef gelegen is in de inwendig 10 omlopende aanslagrib. Hierdoor is de verzwakking in de omtrekswand tengevolge van de omklapgroef gelegen op dezelfde hoogte als de aanslagrib, hetgeen het mogelijk maakt het koppelstuk tot op de hoogte van de aanslagrib om te klappen of af te rollen. Hierdoor kan de installateur het onder de 15 eerste aanslagrib gelegen eerste leidingsegment blootleggen en het tweede leidingsegment daar direct op plaatsen.In one embodiment the coupling piece comprises an internally revolving stop rib on the transition between the first sleeve section and the second sleeve section, wherein the externally revolving turn-over groove is located in the internally revolving stop rib. As a result, the weakening in the circumferential wall as a result of the folding groove is located at the same height as the stop rib, which makes it possible to fold or unroll the coupling piece up to the height of the stop rib. This allows the installer to expose the first pipe segment located below the first stop rib and place the second pipe segment directly on it.
In een uitvoeringsvorm is de omtrekswand van het tweede leidingsegment voorzien van omlopende, tweede uitwendige omtreksribben, waarbij het tweede hulsgedeelte is 20 voorzien van omlopende, tweede inwendige omtreksribben die in de tweede stand van het koppelstuk aangrijpen op het tweede leidingsegment tussen de omlopende, tweede uitwendige omtreksribben van het tweede leidingsegment. De aangrijping brengt in de tweede stand van het koppelstuk een borging tot 25 stand van zowel het eerste leidingsegment als het tweede leidingsegment tegen verplaatsing in de langsrichting daarvan ten opzichte van het koppelstuk, waardoor een verschuiven van de leidingsegmenten na het aanbrengen van het koppelstuk kan worden tegengegaan. Hierdoor kan een installa-30 teur de leidingsegmenten nauwkeurig aanbrengen, zodat de onderbreking tussen de tweede opeenvolgende leidingsegmenten ter plaatse van het koppelstuk tot een minimum kan worden teruggebracht.In one embodiment, the circumferential wall of the second conduit segment is provided with circumferential, second external circumferential ribs, the second sleeve portion being provided with circumferential, second internal circumferential ribs which, in the second position of the coupling piece, engage the second conduit segment between the circumferential, second external circumferential ribs of the second pipe segment. In the second position of the coupling piece the engagement brings about a locking of both the first pipe segment and the second pipe segment against displacement in the longitudinal direction thereof with respect to the coupling piece, whereby a shift of the pipe segments after fitting of the coupling piece can be made. countered. This allows an installer to fit the pipe segments accurately, so that the interruption between the second consecutive pipe segments at the location of the coupling piece can be reduced to a minimum.
In een uitvoeringsvorm is de omtrekswand van het 35 tweede leidingsegment voorzien van een uitwendig gladde, omlopende omtrekswand, waarbij het tweede hulsgedeelte is voorzien van een inwendig gladde binnenzijde die in de 5 tweede stand van het koppelstuk aanligt tegen de uitwendig gladde, omlopende omtrekswand van het tweede leidingsegment. De gladde binnenzijde van het tweede hulsgedeelte kan in de tweede stand met een zo groot mogelijk oppervlak aangrijpen 5 op een gladde buitenomtrek van een gladde pijp, bijvoorbeeld op een pijp van een dakdoorvoer of een muurdoorvoer, teneinde tussen daartussen een zo hoog mogelijke wrijvingsweer-stand te realiseren. Het koppelstuk kan zodoende in de tweede stand een verbinding vormen tussen het eerste lei-10 dingsegment met de omlopende, eerste uitwendige omtreksrib-ben en een alternatief tweede leidingsegment met een gladde buitenomtrek.In one embodiment the circumferential wall of the second conduit segment is provided with an externally smooth, circumferential circumferential wall, wherein the second sleeve portion is provided with an internally smooth inner side which in the second position of the coupling piece abuts the externally smooth, circumferential circumferential wall of the second pipe segment. In the second position with the largest possible surface, the smooth inner side of the second sleeve portion can engage on a smooth outer circumference of a smooth pipe, for example on a pipe of a roof terminal or a wall terminal, in order to achieve the highest possible frictional resistance between them. to realise. The coupling piece can thus in the second position form a connection between the first line segment with the circumferential, first outer peripheral ribs and an alternative second line segment with a smooth outer circumference.
In een uitvoeringsvorm bezitten de leidingsegmen-ten en het koppelstuk een in hoofdzaak cirkelvormige dwars-15 doorsnede, waardoor het koppelstuk gelijkmatig omlopend kan worden omgeklapt.In one embodiment, the pipe segments and the coupling piece have a substantially circular cross-section, so that the coupling piece can be flipped evenly around.
In een uitvoeringsvorm is het koppelstuk vervaardigd van een rubbermateriaal, bij voorkeur uit de groep die Ethyleen Propyleen Dieen Monomeer rubber, Styrene Butadiene 20 Rubber of Thermoplastisch elastomeer omvat. Deze rubbermate-rialen kunnen voor het omklappen van het koppelstuk gunstige elastische eigenschappen bezitten.In one embodiment the coupling piece is made of a rubber material, preferably from the group comprising Ethylene Propylene Die Monomer rubber, Styrene Butadiene Rubber or Thermoplastic elastomer. These rubber materials can have favorable elastic properties for folding over the coupling piece.
In een uitvoeringsvorm is een van de leidingseg-menten een hoeksegment of een gebogen segment. De gebogen 25 hoeksegmenten maken het mogelijk om in combinatie met rechte leidingsegmenten een leidingsamenstel met een complex doorvoertraject te verschaffen.In one embodiment, one of the conduit segments is a corner segment or a curved segment. The curved corner segments make it possible, in combination with straight pipe segments, to provide a pipe assembly with a complex transit path.
In een uitvoeringsvorm is een van de leidingsegmenten een dakdoorvoerleiding of een muurdoorvoerleiding. De 30 dakdoorvoerleiding of muurdoorvoerleiding kan onderdeel uitmaken van een warmte-terugwin-inrichting.In one embodiment, one of the conduit segments is a roof conduit or a wall conduit. The roof duct or wall duct can form part of a heat recovery device.
In een uitvoeringsvorm is een van de leidingsegmenten een aankoppelsegment van een warmtewisselaar. De warmtewisselaar kan onderdeel uitmaken van een warmte-35 terugwin-inrichting.In one embodiment, one of the conduit segments is a coupling segment of a heat exchanger. The heat exchanger can be part of a heat recovery device.
In een uitvoeringsvorm omvatten de omtrekswanden een mantel van warmte-isolerend materiaal, in het bijzonder 6 warmte-isolerend schuimmateriaal. De warmte-isolatie kan warmte verlies uit de leidingsegmenten of condens tengevolge van kou in de leidingsegmenten tegengaan.In one embodiment, the peripheral walls comprise a jacket of heat-insulating material, in particular 6 heat-insulating foam material. The heat insulation can prevent heat loss from the pipe segments or condensation due to cold in the pipe segments.
In een uitvoeringsvorm omvatten de leidingsegmen-5 ten een afsluitende kunststof buitenlaag om de warmte-isolerende mantel. De kunststof buitenlaag kan de leidingsegmenten stevigheid bieden.In one embodiment, the pipe segments comprise a sealing plastic outer layer around the heat-insulating jacket. The plastic outer layer can provide strength to the pipe segments.
De uitvinding verschaft volgens een tweede aspect een koppelstuk, kennelijk geschikt voor toepassing in het 10 hiervoor beschreven leidingsamenstel. Het koppelstuk kan los geleverd worden van het leidingsamenstel, teneinde in-situ de verbinding te maken tussen twee opeenvolgende leidingsegmenten .According to a second aspect, the invention provides a coupling piece, apparently suitable for use in the above described pipe assembly. The coupling piece can be supplied separately from the pipe assembly in order to make the connection in-situ between two consecutive pipe segments.
De uitvinding verschaft volgens een derde aspect 15 een werkwijze voor het samenstellen van een leidingsamenstel uit een eerste leidingsegment, een tweede leidingsegment en een koppelstuk, waarbij het eerste leidingsegment en het tweede leidingsegment zijn voorzien van een omtrekswand die een inwendig doorvoerkanaal bepaalt, waarbij de omtrekswand 20 van het eerste leidingsegment is voorzien van omlopende, eerste uitwendige omtreksribben, waarbij het koppelstuk een flexibele, omlopende huls omvat met een eerste hulsgedeelte, waarbij het eerste hulsgedeelte is voorzien van omlopende, eerste inwendige omtreksribben, waarbij de flexibele huls is 25 vervaardigd van een elastisch materiaal, waarbij de flexibele huls een tweede hulsgedeelte omvat, dat binnen het elastische bereik van de huls rondom buitenwaarts omklapbaar is tussen een eerste stand en een tweede stand, waarbij de werkwijze omvat; het binnen het elastische bereik van het 30 koppelstuk oprekken van het eerste hulsgedeelte totdat de kleinste binnendiameter hiervan over de grootste buitendiameter van het eerste leidingsegment past, het in de langs-richting van het eerste leidingsegment schuiven van het koppelstuk met het eerste hulsgedeelte daarvan over een 35 uiteinde van het eerste leidingsegment, en het laten terugkeren van de eerste hulsgedeelte totdat deze rondom in aanliggend contact verbonden is met het eerste leidingseg- 7 ment, waarbij de omlopende, eerste inwendige omtreksribben aangrijpen tussen de omlopende, eerste uitwendige omtreksribben van het eerste leidingsegment.According to a third aspect, the invention provides a method for assembling a pipe assembly from a first pipe segment, a second pipe segment and a coupling piece, wherein the first pipe segment and the second pipe segment are provided with a circumferential wall defining an internal passage channel, the circumferential wall 20 of the first conduit segment is provided with circumferential, first external circumferential ribs, wherein the coupling piece comprises a flexible, circumferential sleeve with a first sleeve portion, wherein the first sleeve portion is provided with circumferential, first inner circumferential ribs, the flexible sleeve being made of a elastic material, wherein the flexible sleeve comprises a second sleeve portion, which within the elastic range of the sleeve is foldable outwardly around a first position and a second position, the method comprising; stretching the first sleeve portion within the elastic range of the coupling piece until the smallest inner diameter thereof fits over the largest outer diameter of the first pipe segment, sliding the coupling piece with the first sleeve portion thereof in the longitudinal direction of the first pipe segment The end of the first conduit segment, and allowing the first sleeve portion to return until it is connected to the first conduit segment around in abutting contact, the circumferential, first inner circumferential ribs engaging between the circumferential, first outer circumferential ribs of the first conduit segment .
De aangrijping brengt een borging tot stand van 5 het eerste leidingsegment tegen verplaatsing in de langs-richting daarvan ten opzichte van het koppelstuk, waardoor een verschuiven van het eerste leidingsegment na het aanbrengen van het koppelstuk kan worden tegengegaan. Hierdoor kan een installateur het eerste leidingsegment nauwkeurig 10 aanbrengen, zodat de onderbreking tussen de tweede opeenvolgende leidingsegmenten ter plaatse van het koppelstuk tot een minimum kan worden teruggebracht.The engagement establishes a securing of the first conduit segment against displacement in the longitudinal direction thereof with respect to the coupling piece, so that displacement of the first conduit segment after fitting of the coupling piece can be prevented. This allows an installer to accurately fit the first pipe segment, so that the interruption between the second consecutive pipe segments at the location of the coupling piece can be reduced to a minimum.
In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder; het binnen het elastische bereik van het koppelstuk rondom 15 buitenwaarts omklappen van het tweede hulsgedeelte tot in de eerste stand, waarbij het tweede hulsgedeelte ten minste gedeeltelijk aanligt tegen de naar buiten gerichte zijde van het eerste hulsgedeelte, het plaatsen van het tweede leidingsegment in het verlengde van het eerste leidingsegment, 20 en het binnen het elastisch bereik van de huls terugklappen van het tweede hulsgedeelte tot in de tweede stand, waarbij het tweede hulsgedeelte het tweede leidingsegment aan een uiteinde daarvan omringt. De installateur heeft in de eerste stand van het koppelstuk, ondanks de aanwezigheid van dat 25 koppelstuk, vrij zicht op het eindvlak van het eerste leidingsegment, en kan daardoor op zicht het tweede leidingsegment uitlijnen met het eerste leidingsegment. Op deze wijze kan een correcte uitlijning en aanligging worden verkregen, hetgeen een betrouwbare, goed aansluitende verbinding tussen 30 het eerste leidingsegment en het tweede leidingsegment mogelijk maakt.In one embodiment, the method further comprises; within the elastic range of the coupling piece, flipping the second sleeve portion outwards all the way into the first position, the second sleeve portion abutting at least partially against the outward facing side of the first sleeve portion, placing the second conduit segment in the extension of the first conduit segment, and folding the second sheath portion back within the elastic range of the sheath to the second position, the second sheath portion surrounding the second conduit segment at one end thereof. In the first position of the coupling piece, the installer has, despite the presence of that coupling piece, a clear view of the end face of the first pipe section, and can therefore align the second pipe section with the first pipe section. In this way a correct alignment and contact can be obtained, which makes a reliable, well-fitting connection between the first pipe segment and the second pipe segment possible.
In een uitvoeringsvorm grijpen de omlopende, tweede inwendige omtreksribben na het terugklappen naar de tweede stand aan tussen de omlopende, tweede uitwendige 35 omtreksribben van het tweede leidingsegment. De aangrijping brengt in de tweede stand van het koppelstuk een borging tot stand van zowel het eerste leidingsegment als het tweede 8 leidingsegment tegen verplaatsing in de langsrichting daarvan ten opzichte van het koppelstuk, waardoor een verschuiven van de leidingsegmenten na het aanbrengen van het koppelstuk kan worden tegengegaan. Hierdoor kan een installa-5 teur de leidingsegmenten nauwkeurig aanbrengen, zodat de onderbreking tussen de tweede opeenvolgende leidingsegmenten ter plaatse van het koppelstuk tot een minimum kan worden teruggebracht.In one embodiment, after turning back to the second position, the circumferential, second inner circumferential ribs engage between the circumferential, second outer circumferential ribs of the second conduit segment. The engagement in the second position of the coupling piece establishes a locking of both the first pipe segment and the second pipe segment against displacement in the longitudinal direction thereof with respect to the coupling piece, so that a shifting of the pipe segments after fitting of the coupling piece can be made. countered. This allows an installer to accurately fit the pipe segments, so that the interruption between the second consecutive pipe segments at the location of the coupling piece can be reduced to a minimum.
De in deze beschrijving en conclusies van de 10 aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het 15 bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.The aspects and measures described in this description and claims of the application and / or shown in the drawings of this application can where possible also be applied separately from each other. These individual aspects can be the subject of split-off patent applications that are aimed at this. This applies in particular to the measures and aspects described per se in the subclaims.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENBRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS
2020
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde schematische tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: figuur 1 een aanzicht in perspectief van een deel 25 van een leidingsamenstel met een koppelstuk volgens de uitvinding; figuur 2 een dwarsdoorsnede van het deel van het leidingsamenstel met het koppelstuk volgens figuur 1; figuur 3A een bovenaanzicht van het koppelstuk 30 volgens figuur 1; figuur 3B een zijaanzicht van het koppelstuk volgens figuur 1; figuren 4A-D schematische dwarsdoorsneden die de werking van het koppelstuk volgens figuur 1 weergeven; 35 figuur 5A een zijaanzicht van het leidingsamenstel volgens figuur 1 als onderdeel van een warmte-terugwin-inrichting, verder voorzien van een eerste alternatief 9 koppelstuk en een tweede alternatief koppelstuk volgens de uitvinding; figuren 5B en 5C dwarsdoorsnede van respectievelijk het eerste alternatieve koppelstuk en het tweede alter-5 natieve koppelstuk volgens figuur 5A; en figuur 6 een dwarsdoorsnede van een verder alternatief leidingsamenstel met een derde alternatief koppelstuk volgens de uitvinding.The invention will be elucidated on the basis of a number of exemplary embodiments shown in the attached schematic drawings. The following is shown in: figure 1 a perspective view of a part 25 of a pipe assembly with a coupling piece according to the invention; figure 2 shows a cross section of the part of the pipe assembly with the coupling piece according to figure 1; figure 3A is a top view of the coupling piece 30 according to figure 1; figure 3B is a side view of the coupling piece according to figure 1; figures 4A-D schematic cross-sections showing the operation of the coupling piece according to figure 1; Figure 5A shows a side view of the conduit assembly according to figure 1 as part of a heat-recovery device, further provided with a first alternative coupling piece and a second alternative coupling piece according to the invention; figures 5B and 5C show cross-section of the first alternative coupling piece and the second alternative coupling piece according to figure 5A, respectively; and figure 6 shows a cross-section of a further alternative pipe assembly with a third alternative coupling piece according to the invention.
1010
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENDETAILED DESCRIPTION OF THE DRAWINGS
Figuur 1 toont een deel van een geïsoleerd leidingsamenstel 1, in het bijzonder een luchtleidingsamenstel 15 1, volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het leidingsamenstel 1 omvat een eerste buisvormig leidingseg-ment 10, een in het verlengde van het eerste leidingsegment 10 geplaatst tweede buisvormig leidingsegment 20 en een koppelstuk in de vorm van een omlopend omklapbare manchet 30 20 die het eerste leidingsegment 10 en het tweede leidingsegment 20 met elkaar koppelt. De leidingsegmenten 10, 20 zijn doorgesneden weergegeven, maar kunnen elke willekeurige lengte hebben.Figure 1 shows a part of an insulated conduit assembly 1, in particular an air conduit assembly 1, according to a first embodiment of the invention. The conduit assembly 1 comprises a first tubular conduit segment 10, a second tubular conduit segment 20 placed in line with the first conduit segment 10 and a coupling piece in the form of a circumferentially collapsible sleeve 30 which comprises the first conduit segment 10 and the second conduit segment 20 connect each other. The conduit segments 10, 20 are shown in section, but may be of any length.
Zoals in de dwarsdoorsnede van figuur 2 is weerge-25 geven is het eerste leidingsegment 10 voorzien van een eerste omtrekswand 16, die een eerste mantel 11 omvat en een eerste afsluitende buitenlaag 12 om de eerste mantel 11. Het tweede leidingsegment 20 is voorzien van een tweede omtrekswand 26, die een tweede mantel 21 omvat en een tweede af-30 sluitende buitenlaag 22 om de tweede mantel 21. De mantels 11, 21 zijn vervaardigd met een flexibel, thermisch isole rend schuim, bijvoorbeeld polyolefineschuim of polyurethaan-schuim, en hebben een wanddikte van enkele centimeters. De buitenlagen 12, 22 zijn vervaardigd van een kunststof, 35 bijvoorbeeld een thermoplastische kunststof zoals polyolefine of polyvinylchloride, en hebben een dikte van ongeveer een halve millimeter tot enkele millimeters.As shown in the cross-section of Figure 2, the first conduit segment 10 is provided with a first peripheral wall 16, which comprises a first jacket 11 and a first sealing outer layer 12 around the first jacket 11. The second conduit segment 20 is provided with a second peripheral wall 26, which comprises a second jacket 21 and a second sealing outer layer 22 around the second jacket 21. The jackets 11, 21 are made with a flexible, thermally insulating foam, for example polyolefin foam or polyurethane foam, and have a wall thickness of a few centimeters. The outer layers 12, 22 are made of a plastic, for example a thermoplastic plastic such as polyolefin or polyvinyl chloride, and have a thickness of about half a millimeter to a few millimeters.
1010
Zoals in figuren 1 en 2 is weergegeven, zijn de eerste buitenlaag 12 en de daarbinnen gelegen eerste mantel 11 van de eerste omtrekswand 16 aan de naar buiten gerichte zijde vervormd, bijvoorbeeld door deze in een vorm te persen 5 met behulp van een ribbenvormer of ribbenmal, voor het verkrijgen van eerste uitwendig omtreksribben 13 die zich in de omtreksrichting van het eerste leidingsegment 10 volledig omlopend uitstrekken. De uitwendige eerste omtreksribben 13 zijn in vlakken evenwijdig aan elkaar en dwars op de langs-10 richting van het eerste leidingsegment 10 gelegen. Op dezelfde wijze zijn de tweede buitenlaag 22 en de daarbinnen gelegen tweede mantel 21 van de tweede omtrekswand 26 aan de naar buiten gerichte zijde vervormd, voor het verkrijgen van tweede uitwendig omtreksribben 23 die zich in de omtreks-15 richting van het tweede leidingsegment 20 volledig omlopend uitstrekken. De uitwendige tweede omtreksribben 23 zijn in vlakken evenwijdig aan elkaar en dwars op de langsrichting van het tweede leidingsegment 20 gelegen. De toppen van de omtreksribben 13, 23 bepalen de grootste buitendiameter AAs shown in figures 1 and 2, the first outer layer 12 and the first jacket 11 of the first circumferential wall 16 located therein are deformed on the outward-facing side, for example by pressing it into a shape with the aid of a rib former or rib jig for obtaining first external circumferential ribs 13 which extend completely circumferentially in the circumferential direction of the first conduit segment 10. The outer first peripheral ribs 13 are located in planes parallel to each other and transversely to the longitudinal direction of the first conduit segment 10. In the same way, the second outer layer 22 and the second sheath 21 of the second circumferential wall 26 located therein are deformed on the outward side, to obtain second outer circumferential ribs 23 which are completely in the circumferential direction of the second conduit segment 20. extend around. The outer second peripheral ribs 23 are located in planes parallel to each other and transversely to the longitudinal direction of the second conduit segment 20. The tops of the circumferential ribs 13, 23 determine the largest outer diameter A
20 van de leidingsegmenten 10, 20. Tussen de eerste uitwendige omtreksribben 13 en tussen de tweede uitwendige omtreksribben 23 zijn respectievelijk omlopende eerste omtreksgroeven 14 en omlopende tweede omtreksgroeven 24 gelegen. De omtreksgroeven 14, 24 hebben een in dit voorbeeld taps toelo- 25 pende of trapeziumvormige dwarsdoorsnede. De uitwendige omtreksribben 13, 23 en de omtreksgroeven 14, 24 verbeteren de ringstijfheid van de overeenkomstige leidingsegmenten 10, 20.20 of the guide segments 10, 20. Between the first outer circumferential ribs 13 and between the second outer circumferential ribs 23 are circumferential first circumferential grooves 14 and circumferential second circumferential grooves 24, respectively. The circumferential grooves 14, 24 have a tapered or trapezoidal cross-section in this example. The outer circumferential ribs 13, 23 and the circumferential grooves 14, 24 improve the ring stiffness of the corresponding pipe segments 10, 20.
Zoals in figuur 2 is weergegeven eindigen het 30 eerste leidingsegment 10 en het in het verlengde daarvan geplaatste tweede leidingsegment 20 aan de naar elkaar toegekeerde uiteinden in de langsrichting beschouwd in respectievelijk een halve eerste omtreksgroef 14 en een halve tweede omtreksgroef 24. De leidingsegmenten 10, 20 35 zijn met de uiteinden daarvan in stuikligging tegen elkaar geplaatst, waarbij de halve eerste omtreksgroef 14 en de halve tweede omtreksgroef 24 een samengestelde aanslaggroef 11 25 vormen.As shown in Figure 2, the first conduit segment 10 and the second conduit segment 20 placed in line therewith end at the mutually facing ends viewed in the longitudinal direction in half a first peripheral groove 14 and a half second peripheral groove 24. The conduit segments 10, 20 are placed with their ends in abutment against each other, the half first circumferential groove 14 and the half second circumferential groove 24 forming a composite stop groove 11.
Zoals in de figuren 3A en 3B is weergegeven omvat de omklapbare manchet 30 een volledig omlopende, rechtcilin-drische huls 31 die een gesloten ring van een flexibel en 5 elastisch rubbermateriaal vormt. Een geschikt rubbermateri-aal is bijvoorbeeld Ethyleen Propyleen Dieen Monomeer rubber (EPDM), Styrene Butadiene Rubber (SBR) of Thermoplastisch elastomeer (TPE). De huls 31 bezit een eerste eindrand 32 en een tweede eindrand 33 en heeft een hoogte H die zich tussen 10 de eindranden 32, 33 uitstrekt. De omklapbare manchet 30 is spiegelsymmetrisch gevormd ten opzichte van een symmetrie-vlak C dat zich halverwege de hoogte H van de huls 31 uitstrekt. De naar buiten gerichte zijde van de huls 31 is in deze uitvoeringsvorm in hoofdzaak glad.As shown in Figs. 3A and 3B, the collapsible sleeve 30 comprises a fully circumferential, cylindrical sleeve 31 which forms a closed ring of a flexible and elastic rubber material. A suitable rubber material is, for example, ethylene propylene diene monomer rubber (EPDM), styrene butadiene rubber (SBR) or thermoplastic elastomer (TPE). The sleeve 31 has a first end edge 32 and a second end edge 33 and has a height H which extends between the end edges 32, 33. The collapsible sleeve 30 is mirror-symmetrically shaped with respect to a plane of symmetry C which extends halfway the height H of the sleeve 31. The outward facing side of the sleeve 31 is substantially smooth in this embodiment.
15 De omklapbare manchet 30 is aan de naar binnen gerichte zijde van de huls 31 voorzien van opeenvolgend een omlopende, eerste inwendige afdichtrib 41 die aan of dicht bij de eerste eindrand 32 van de huls 31 gelegen is, een omlopende, eerste inwendige aangrijprib 42, een omlopende 20 inwendige aanslagrib 43 die in het symmetrievlak C gelegen is, een omlopende tweede inwendige aangrijprib 44, en een omlopende, tweede inwendige afdichtrib 45 die aan of dicht bij de tweede eindrand 33 van de huls 31 gelegen is. De eerste aangrijprib 42, de aanslagrib 43 en de tweede aan-25 grijprib 44 bezitten een in dit voorbeeld taps toelopende of trapeziumvormige dwarsdoorsnede, waarvan de toppen een binnendiameter B van de omklapbare manchet 30 bepalen. Deze binnendiameter B is in niet opgerekte toestand van de omklapbare manchet 30 de kleinste binnendiameter, die kleiner 30 is dan de buitendiameter A van de leidingsegmenten 10, 20.On the inward-facing side of the sleeve 31, the collapsible sleeve 30 is successively provided with a revolving, first internal sealing rib 41 which is located at or close to the first end edge 32 of the sleeve 31, a revolving, first internal engagement rib 42, a circumferential internal stop rib 43 located in the plane of symmetry C, a circumferential second internal engagement rib 44, and a circumferential, second internal sealing rib 45 located at or close to the second end edge 33 of the sleeve 31. The first gripping rib 42, the stop rib 43 and the second gripping rib 44 have a tapered or trapezoidal cross-section in this example, the tops of which define an inner diameter B of the collapsible sleeve 30. This inner diameter B, in the unstretched state of the collapsible sleeve 30, is the smallest inner diameter, which is smaller than the outer diameter A of the pipe segments 10, 20.
De eerste afdichtrib 41 en de tweede afdichtrib 45 bezitten een half cirkelvormige of afgeronde dwarsdoorsnede, met lagere toppen dan de overige ribben 42-44 van de omklapbare manchet 30, die een grotere binnendiameter bepalen dan de 35 kleinste binnendiameter B. Tussen de eerste afdichtrib 41 en de eerste aangrijprib 42, de eerste aangrijprib 42 en de aanslagrib 43, de aanslagrib 43 en de tweede aangrijprib 44 12 en tussen de tweede aangrijprib 44 en de tweede afdichtrib 45 zijn respectievelijk een eerste inwendige omtreksgroef 51, een tweede inwendige omtreksgroef 52, een derde inwendige omtreksgroef 53 en een vierde inwendige omtreksgroef 54 5 bepaald.The first sealing rib 41 and the second sealing rib 45 have a semi-circular or rounded cross-section, with lower tops than the other ribs 42-44 of the collapsible sleeve 30, which define a larger inner diameter than the smallest inner diameter B. Between the first sealing rib 41 and the first engagement rib 42, the first engagement rib 42 and the stop rib 43, the stop rib 43 and the second engagement rib 44 12 and between the second engagement rib 44 and the second sealing rib 45 are respectively a first inner circumferential groove 51, a second inner circumferential groove 52, a third inner circumferential groove 53 and a fourth inner circumferential groove 54.
Aan de naar buiten gerichte zijde van de huls 31 vormt de derde inwendige aanslagrib 43 een omlopende, in dit voorbeeld taps toelopende of trapeziumvormige omklapgroef 35 die de huls 31 opdeelt in een eerste hulsgedeelte 36 met 10 daarbinnen de eerste afdichtrib 41 en de eerste aangrijprib 42, en een tweede hulsgedeelte 37 met daarbinnen de tweede aangrijprib 44 en de tweede afdichtrib 45. De omklapgroef 35 verschaft een verzwakking in de buitenzijde van de huls 31 op dezelfde hoogte als de aanslagrib 43.On the outwardly facing side of the sleeve 31, the third internal stop rib 43 forms a circumferential, in this example tapered or trapezoidal, fold-over groove 35 which divides the sleeve 31 into a first sleeve portion 36 with the first sealing rib 41 and the first engagement rib 42 therein. and a second sleeve portion 37 with within it the second engagement rib 44 and the second sealing rib 45. The fold-over groove 35 provides a weakening in the outside of the sleeve 31 at the same height as the stop rib 43.
15 De figuren 4A-D tonen schematisch in dwarsdoorsne de hoe het eerste leidingsegment 10 met behulp van de om-klapbare manchet 30 met het tweede leidingsegment 20 verbonden kan worden.Figures 4A-D schematically show in cross-section how the first conduit segment 10 can be connected to the second conduit segment 20 by means of the foldable sleeve 30.
In figuur 4A is de situatie weergegeven waarin het 20 eerste hulsgedeelte 36 van de omklapbare manchet 30 door een installateur binnen het elastische bereik van het rubberma-teriaal is opgerekt van de normale binnendiameter B naar een opgerekte, grotere binnendiameter C. Dit stelt de installateur in staat om de omklapbare manchet 30, welke in de 25 normale, niet opgerekte toestand een binnendiameter B bezit die niet om de diameter A van het eerste leidingsegment 10 past, althans gedeeltelijk ter plaatse van de opgerekte binnendiameter C in langsrichting D over het getoonde uiteinde van het eerste leidingsegment 10 te schuiven. In 30 figuur 4A is de omklapbare manchet 30 zodanig over het leidingsegment 10 geschoven, dat de inwendige aanslagrib 43, de eerste aangrijprib 42 en de eerste afdichtrib 41 in dwarsrichting uitgelijnd zijn met of recht staan tegenover respectievelijk de halve eerste omtreksgroef 14 en de twee 35 direct daaropvolgende hele omtreksgroeven 14 van het eerste leidingsegment 10.Figure 4A shows the situation in which the first sleeve portion 36 of the collapsible sleeve 30 has been stretched by an installer within the elastic range of the rubber material from the normal inner diameter B to a stretched, larger inner diameter C. This sets the installer is about the collapsible sleeve 30, which in the normal, non-stretched condition has an inner diameter B that does not fit around the diameter A of the first conduit segment 10, at least partially at the stretched inner diameter C in the longitudinal direction D over the shown end of to slide the first pipe segment 10. In Figure 4A, the collapsible sleeve 30 is slid over the guide segment 10 in such a way that the internal stop rib 43, the first engagement rib 42 and the first sealing rib 41 are aligned transversely with or are opposed to the half first circumferential groove 14 and the two 35 immediately following entire circumferential grooves 14 of the first pipe segment 10.
In figuur 4B is de situatie weergegeven waarin de 13 installateur het opgerekte eerste hulsgedeelte 36 van de omklapbare manchet 30 losgelaten heeft vanuit de uitgelijnde toestand zoals die is beschreven aan de hand van figuur 4A. Het eerste hulsgedeelte 36 van de omklapbare manchet 30 is 5 vanuit de opgerekte toestand teruggekeerd naar een binnendi-ameter K die net iets groter of gelijk aan de kleinste binnendiameter B is. Bij een net iets grotere binnendiameter K zal de omklapbare manchet 30 omlopend onder de elastische eigenschappen van het materiaal enigszins klemmend tegen het 10 eerste leidingsegment 10 aanliggen, teneinde een goede afdichting te kunnen verkrijgen. De eerste afdichtrib 41 en de eerste aangrijprib 42 grijpen aan op het eerste leidingsegment 10 tussen de uitwendige eerste omtreksribben 14 daarvan. De eerste aangrijprib 42 zorgt zowel voor een 15 borging van het eerste leidingsegment 10 tegen verplaatsing in de langsrichting daarvan ten opzichte van de omklapbare manchet 30, terwijl de eerste afdichtrib 41 tussen de afgeronde vorm hiervan en de trapeziumvorm van de uitwendige eerste groef 14 een betrouwbare omlopende afdichting bewerk-20 stelligt door een opgelegd, omlopend aansluitend lijncontact .Figure 4B shows the situation in which the installer has released the stretched first sleeve portion 36 of the collapsible sleeve 30 from the aligned state as described with reference to Figure 4A. The first sleeve portion 36 of the collapsible sleeve 30 has returned from the stretched state to an inner diameter K which is just slightly larger or equal to the smallest inner diameter B. With a slightly slightly larger inner diameter K, the collapsible sleeve 30, lying under the elastic properties of the material, will lie somewhat clampingly against the first conduit segment 10 in order to obtain a good seal. The first sealing rib 41 and the first engaging rib 42 engage the first conduit segment 10 between the outer first peripheral ribs 14 thereof. The first engagement rib 42 ensures both the first conduit segment 10 is secured against displacement in the longitudinal direction thereof with respect to the collapsible sleeve 30, while the first sealing rib 41 between its rounded shape and the trapezoidal shape of the outer first groove 14 provides a reliable circumferential seal effected by an imposed, circumferentially contiguous line contact.
Figuur 4B toont tevens dat de installateur het tweede hulsgedeelte 37 omlopend in buitenwaartse richting heeft omgeklapt of omgestulpt, zodanig, dat de in het tweede 25 hulsgedeelte 37 buitenwaarts terugklapt of omstulpt in de richting van de naar buiten gerichte zijde van het eerste hulsgedeelte 36 en uiteindelijk daartegen kan aanliggen. De omklapgroef 35 vermindert ter plaatse van de aanslagrib 43 de omklapweerstand of omstulpweerstand en vergemakkelijkt 30 daardoor het omklappen of het omstulpen. Hierdoor voelt de installateur op de hoogte van de aanslagrib 43 een weer-standsverlaging, waardoor hij weet dat hij de omklapbare manchet 30 tot op de aanslagrib 43 heeft omgeklapt of omgestulpt. De installateur kan zodoende eenvoudig het onder de 35 eerste aanslagrib 43 gelegen eerste leidingsegment 10 blootleggen. Het tweede leidingsegment 20 kan nu in richting F in het verlengde van het eerste leidingsegment 10 gebracht 14 worden. De installateur heeft, ondanks de aanwezigheid van de omklapbare manchet 30, vrij zicht op het eindvlak van het eerste leidingsegment 10, en kan daardoor op zicht het tweede leidingsegment 20 in richting F uitlijnen met het 5 eerste leidingsegment 10. Op deze wijze kan een correcte uitlijning en aanligging worden verkregen, hetgeen een betrouwbare, goed aansluitende verbinding tussen het eerste leidingsegment 10 en het tweede leidingsegment 20 mogelijk maakt.Figure 4B also shows that the installer has folded or swung the second sleeve portion 37 all the way in an outward direction such that the in the second sleeve portion 37 folds back or swings outward in the direction of the outward facing side of the first sleeve portion 36 and finally can bear against it. At the location of the stop rib 43, the fold-over groove 35 reduces the fold-over resistance or tilting-in resistance and thereby facilitates the tipping over or the tipping-over. As a result, the installer feels a resistance reduction at the height of the stop rib 43, so that he knows that he has folded or swung the foldable sleeve 30 up to the stop rib 43. The installer can thus easily expose the first pipe segment 10 located below the first stop rib 43. The second conduit segment 20 can now be brought in direction F in line with the first conduit segment 10. The installer, despite the presence of the collapsible sleeve 30, has a clear view of the end face of the first pipe segment 10, and can therefore align the second pipe segment 20 in direction F with the first pipe segment 10. In this way, a correct alignment and abutment are obtained, which enables a reliable, well-fitting connection between the first pipe segment 10 and the second pipe segment 20.
10 Figuur 4C toont de situatie waarin het tweede leidingsegment 20 in het verlengde van het eerste leidingsegment 10 is geplaatst. De naar elkaar toe gerichte eind-vlakken van het eerste leidingsegment 10 en het tweede leidingsegment 20 hebben een in hoofdzaak gelijke, cirkel-15 ronde dwarsdoorsnede en liggen in stuikligging tegen elkaar aan. De isolatiemantels 11, 21 sluiten nauw op elkaar aan, zodat de isolatie ter plaatse van de overgang van het eerste leidingsegment 10 naar het tweede leidingsegment 20 in hoofdzaak gehandhaafd blijft. De ter plaatse van de overgang 20 van het eerste leidingsegment 10 naar het tweede leidingsegment 20 naar elkaar toe gerichte halve eerste omtreksgroef 14 en de halve tweede omtreksgroef 24 vormen de samengestelde aanslaggroef 25.Figure 4C shows the situation in which the second conduit segment 20 is placed in line with the first conduit segment 10. The end faces of the first conduit segment 10 and the second conduit segment 20 facing each other have a substantially equal circle-circular cross-section and abut against each other. The insulation jackets 11, 21 are closely connected to each other, so that the insulation at the location of the transition from the first pipe segment 10 to the second pipe segment 20 is substantially maintained. The half first circumferential groove 14 and the half second circumferential groove 24 facing each other at the location of the transition 20 from the first conduit segment 10 to the second conduit segment 20 form the composite stop groove 25.
In figuur 4C is denkbeeldig weergegeven dat wan-25 neer de omgeklapte omklapbare manchet 30 teruggeklapt wordt in richting G, de omlopend omstulpende aanslagrib 43, de tweede aangrijprib 44 en de tweede afdichtrib 45 in dwars-richting in lijn komen te liggen met respectievelijk de samengestelde aanslaggroef 25 en de twee direct daaropvol-30 gende tweede omtreksgroeven 24. De installateur kan tijdens het terugklappen of omstulpen controleren of de ribben ook daadwerkelijk met de juiste groeven samenvallen. In figuur 4D is de situatie weergegeven, waarbij de aanslagrib 43 aangrijpt op de samengestelde aanslaggroef 25, en de tweede 35 aangrijprib 44 en de tweede afdichtrib 45 aangrijpen op het tweede leidingsegment 20 tussen de uitwendige tweede om-treksribben 24 daarvan. De tweede aangrijprib 44 zorgt zowel 15 voor een borging van het tweede leidingsegment 10 tegen verplaatsing in de langsrichting daarvan ten opzichte van de omklapbare manchet 30, terwijl de tweede afdichtrib 45 tussen de afgeronde vorm hiervan en de trapeziumvorm van de 5 uitwendige tweede groef 24 een betrouwbare omlopende afdichting bewerkstelligt door een opgelegd, omlopend aansluitend lijncontact.In figure 4C it is imagined that when the folded-over collapsible sleeve 30 is folded back in direction G, the circumferentially circumferential stop rib 43, the second engagement rib 44 and the second sealing rib 45 come in line with the composite respectively stop groove 25 and the two immediately following second circumferential grooves 24. The installer can check during retracting or tipping over whether the ribs actually coincide with the correct grooves. Figure 4D shows the situation in which the stop rib 43 engages the composite stop groove 25, and the second engagement rib 44 and the second sealing rib 45 engage the second conduit segment 20 between the outer second circumferential ribs 24 thereof. The second engaging rib 44 provides both a securing of the second conduit segment 10 against displacement in the longitudinal direction thereof with respect to the collapsible sleeve 30, while the second sealing rib 45 between its rounded shape and the trapezoidal shape of the external second groove 24 reliable all-round seal effected by an imposed, all-round contiguous line contact.
In de situatie zoals die is weergegeven in figuur 4D, vormt de omklapbare manchet 30 een eenvoudig aan te 10 brengen en eenvoudig controleerbare verbinding tussen het eerste leidingsegment 10 en het tweede leidingsegment 20. De omklapbare manchet 30 kan bovendien eenvoudig worden verwijderd door de hierboven beschreven stappen in omgekeerde volgorde uit te voeren.In the situation as shown in Figure 4D, the collapsible sleeve 30 forms an easily arranged and easily controllable connection between the first conduit segment 10 and the second conduit segment 20. The collapsible collar 30 can moreover be easily removed by the above described steps in reverse order.
15 Figuur 5A toont schematisch de warmte-terugwin- inrichting 9 voor een luchtverversingssysteem in een woning. Bij een dergelijk luchtverversingssysteem wordt warme lucht vanuit de lager gelegen verdiepingen van de woning omhoog gevoerd door leidingen naar een zolder waar de warmte-20 terugwin-inrichting 9 is geplaatst. Daar wordt de warmte via een warmtewisselaar 91 overgedragen aan, via een eerste dakdoorvoer 92 ingevoerde, koude lucht waarna de 'oude' lucht wordt afgevoerd door een tweede, niet weergegeven, dakdoorvoer. De door de afgevoerde lucht opgewarmde inge-25 voerde lucht wordt vervolgens met een bijna kamertemperatuur door de woning verspreid. De lucht die vanuit de woning van en naar de warmtewisselaar 91 stroomt, is op kamertemperatuur en kan derhalve door een normale ongeïsoleerde luchtleiding lopen. De lucht die echter van buitenaf via de 30 eerste dakdoorvoer 92 wordt ingevoerd en de lucht die vanuit de warmtewisselaar 91 door de tweede dakdoorvoer wordt uitgevoerd is van een zodanig lage temperatuur dat, wanneer leidingsegmenten worden gebruikt die niet geïsoleerd zijn, er een condens ontstaat op de buitenzijde van die leiding-35 segmenten. Dit kan zo erg worden dat er wateroverlast ontstaat rondom deze leidingsegmenten. De warmtewisselaar 91 en de eerste dakdoorvoer 92 zijn daarom met elkaar verbonden 16 door het geïsoleerde leidingsamenstel 1 volgens de figuren 1-4D, dat een geïsoleerd doorvoerkanaal vormt voor het transporteren van lucht tussen de warmtewisselaar 90 en de dakdoorvoer 91.Figure 5A schematically shows the heat recovery device 9 for an air exchange system in a home. In such an air exchange system, warm air is carried up from the lower floors of the dwelling through pipes to an attic where the heat recovery device 9 is placed. There, the heat is transferred via a heat exchanger 91 to cold air introduced via a first roof duct 92, after which the 'old' air is discharged through a second roof duct, not shown. The imported air warmed up by the exhausted air is then spread through the house at an almost room temperature. The air flowing from the home to and from the heat exchanger 91 is at room temperature and can therefore pass through a normal uninsulated air line. However, the air which is introduced from outside via the first roof duct 92 and the air which is fed out from the heat exchanger 91 through the second roof duct is of such a low temperature that, when piping segments that are not insulated are used, a condensation arises on the outside of those 35-pipe segments. This can become so bad that there will be flooding around these pipe segments. The heat exchanger 91 and the first roof duct 92 are therefore connected to each other 16 by the insulated pipe assembly 1 according to Figs. 1-4D, which forms an insulated duct for transporting air between the heat exchanger 90 and the roof duct 91.
5 Het leidingsamenstel 1 is in figuur 5A ten opzich te van de figuren 1-4D uitgebreid met een eerste gebogen leidingsegment 110 en een tweede gebogen leidingsegment 120 die het mogelijk maken de warmtewisselaar 91 te verbinden met de in dit voorbeeld ten opzichte van de warmtewisselaar 10 91 uit lijn gelegen dakdoorvoer 92. Het eerste leidingseg ment 10 is aan het vrije uiteinde daarvan verbonden met de warmtewisselaar 91. Het eerste gebogen leidingsegment 110 is met een eerste uiteinde in het verlengde geplaatst van het tweede rechte leidingsegment 20, en is daarmee verbonden 15 door een eerste alternatief omklapbare manchet 130. Het tweede gebogen leidingsegment 120 is met een eerste uiteinde in het verlengde geplaatst van een tweede uiteinde van het eerste gebogen leidingsegment 110, en is daarmee verbonden door het eerste alternatieve omklapbare manchet 130. Het 20 tweede gebogen leidingsegment 120 is met een tweede uiteinde in het verlengde geplaatst van de dakdoorvoer 92, en is daarmee verbonden door een tweede alternatief omklapbare manchet 140. Het eerste gebogen leidingsegment 110 en het tweede gebogen leidingsegment 120 omvatten in dit voorbeeld, 25 in tegenstelling tot de rechte leidingsegmenten 10, 20, geen kunststof buitenlaag. De isolerende schuimmantels zijn uitwendig vervormd teneinde de uitwendige ribben en groeven, waarop de alternatieve omklapbare manchetten 130, 140 aan grijpen, te vormen.The pipe assembly 1 is expanded in Figure 5A compared to Figures 1-4D with a first curved pipe segment 110 and a second curved pipe segment 120 which make it possible to connect the heat exchanger 91 to the heat exchanger 10 in this example. 91 aligned roof outlet 92. The first conduit segment 10 is connected at its free end to the heat exchanger 91. The first curved conduit segment 110 is placed with a first end in line with the second straight conduit segment 20, and is connected thereto by a first alternative collapsible sleeve 130. The second curved pipe segment 120 is placed with a first end in line with a second end of the first curved pipe segment 110, and is connected thereto by the first alternative collapsible pipe 130. The second curved pipe segment 120 is placed with a second end in line with the roof duct 92, and is d Connected by a second alternatively collapsible sleeve 140. In this example, the first curved conduit segment 110 and the second curved conduit segment 120 do not comprise, in contrast to the straight conduit segments 10, 20, a plastic outer layer. The insulating foam jackets are externally deformed to form the external ribs and grooves on which the alternative collapsible sleeves 130, 140 engage.
30 In een alternatieve, niet weergegeven uitvoerings vorm zijn de gebogen leidingsegmenten wel voorzien van een kunststof buitenlaag die, net als bij de rechte leidingsegmenten 10, 20, uitwendig is vervormd teneinde de uitwendige ribben en groeven, waarop de alternatieve omklapbare man-35 chetten 130, 140 aangrijpen, te vormenIn an alternative, not shown, embodiment, the curved guide segments are provided with a plastic outer layer which, just as with the straight guide segments 10, 20, is externally deformed to form the external ribs and grooves on which the alternative collapsible sleeves 130 , 140, to form
Zoals in figuur 5B is weergegeven is de eerste alternatieve omklapbare manchet 130 in hoofdzaak gelijk 17 gevormd aan de eerder beschreven omklapbare manchet 30 volgens figuur 3B. De eerste alternatieve omklapbare manchet 130 omvat een volledig omlopende, rechtcilindrische huls 129, met aan de binnenzijde daarvan, net als bij de omklap-5 bare manchet 30 volgens figuur 3B, opeenvolgend een eerste afdichtrib 131, een eerste aangrijprib 132, een aanslagrib 133, een tweede aangrijprib 134 en een tweede afdichtrib 135. De aanslagrib 133 vormt aan de buitenzijde van de huls 12 9 een omlopende omklapgroef 138, die de huls 12 9 opdeelt 10 in een eerste hulsgedeelte 136 en een tweede hulsgedeelte 137. Het eerste hulsgedeelte 136 en het tweede hulsgedeelte 137 zijn aan de naar buiten gerichte zijde, ter plaatse van de ruggen van respectievelijk de eerste afdichtrib 131 en de tweede afdichtrib 135 voorzien van respectievelijk een 15 eerste omlopende verstevigingsrand 148 en een tweede verste-vigingsrand 149. De verstevigingsranden 148, 149 verschaffen een omlopende verdikking welke minder rekbaar is dan de rest van de eerste alternatieve omklapbare manchet 130. Hierdoor kan worden bewerkstelligd dat een hogere elastische kracht 20 en daardoor een stevige aandrukkracht op de afdichtribben 131, 135 wordt uitgeoefend.As shown in Figure 5B, the first alternative flip-up cuff 130 is formed substantially the same as the previously described flip-off cuff 30 of Figure 3B. The first alternative collapsible sleeve 130 comprises a fully circumferential, straight cylindrical sleeve 129, with on its inside, just like with the collapsible sleeve 30 according to Figure 3B, successively a first sealing rib 131, a first engagement rib 132, a stop rib 133, a second engagement rib 134 and a second sealing rib 135. The stop rib 133 forms on the outside of the sleeve 12 9 a circumferential folding groove 138, which divides the sleeve 12 into a first sleeve portion 136 and a second sleeve portion 137. The first sleeve portion 136 and the second sleeve portion 137 are provided on the outward side, at the location of the ridges of the first sealing rib 131 and the second sealing rib 135 respectively, with a first all-round reinforcing edge 148 and a second reinforcing edge 149. The reinforcing edges 148, 149 provide a circumferential thickening which is less stretchable than the rest of the first alternative collapsible sleeve 130. As a result, ka n, it is achieved that a higher elastic force 20 and thereby a strong pressing force is exerted on the sealing ribs 131, 135.
Zoals in figuur 5C is weergegeven is de tweede alternatieve omklapbare manchet 140 voorzien van een volledig omlopende huls 145 met een eerste hulsgedeelte 146 dat 25 aangrijpt om het uiteinde van het tweede gebogen leidingseg-ment 120 en een tweede hulsgedeelte 147 dat aangrijpt om de buisvormige dakdoorvoer 92. Het eerste hulsgedeelte 146 is aan de binnenzijde daarvan voorzien van opeenvolgend een afdichtrib 141 en een aangrijprib 142. De huls 145 omvat een 30 overgangsgedeelte 143 tussen het eerste hulsgedeelte 146 en het tweede hulsgedeelte 147. In dit voorbeeld is de diameter van het tweede hulsgedeelte 147 kleiner dan de diameter van het eerste hulsgedeelte 146, teneinde een aansluiting van het tweede gebogen leidingsegment 120 op een dakdoorvoer 92 35 met een kleinere diameter mogelijk te maken. Het omgekeerde, waarbij de diameter van het tweede hulsgedeelte 147 groter is dan de diameter van het eerste hulsgedeelte 14 6, is ook 18 mogelij k.As shown in Figure 5C, the second alternative collapsible sleeve 140 is provided with a fully circumferential sleeve 145 with a first sleeve portion 146 that engages the end of the second curved conduit segment 120 and a second sleeve portion 147 that engages the tubular roof leadthrough 92. The first sleeve portion 146 is provided on its inside with a sealing rib 141 and an engagement rib 142 consecutively. The sleeve 145 comprises a transition portion 143 between the first sleeve portion 146 and the second sleeve portion 147. In this example, the diameter of the second sleeve portion 147 smaller than the diameter of the first sleeve portion 146, in order to allow a connection of the second curved lead segment 120 to a roof lead-through 92 with a smaller diameter. The reverse, in which the diameter of the second sleeve portion 147 is larger than the diameter of the first sleeve portion 14, is also possible.
De naar binnen gerichte zijde van het tweede hulsgedeelte 147 is glad, ofwel zonder inwendige omtreksrib-ben uitgevoerd. Het gladde binnenoppervlak van het tweede 5 hulsgedeelte 147 kan zodoende met een zo groot mogelijk oppervlak aangrijpen op de gladde buitenomtrek van de dak-doorvoer 92, teneinde tussen deze twee oppervlakken een zo hoog mogelijke wrijvingsweerstand te realiseren.The inward-facing side of the second sleeve portion 147 is smooth, or without internal peripheral ribs. The smooth inner surface of the second sleeve portion 147 can thus engage with the largest possible surface on the smooth outer circumference of the roof lead-through 92, in order to realize the highest possible frictional resistance between these two surfaces.
Figuur 6 toont een derde, alternatieve omklapbare 10 manchet 160 welke in hoofdzaak gelijk is aan de omklapbare manchet 30 volgens figuur 3B. Echter, de derde alternatieve omklapbare manchet 160 omvat een alternatieve aanslagrib 153, die is voorzien van een top die zich verder binnenwaarts uitstrekt dan de toppen van de overige ribben 151, 15 152, 154, 155 van de derde alternatieve omklapbare manchet 160. De alternatieve aanslagrib 153 biedt de installateur een handig aanslagvlak of referentievlak voor het plaatsen van de uiteinden van de opeenvolgende leidingsegmenten 10, 20 in de derde alternatieve omklapbare manchet 160.Figure 6 shows a third, alternative foldable sleeve 160 which is substantially the same as the foldable sleeve 30 of Figure 3B. However, the third alternative collapsible sleeve 160 includes an alternative stop rib 153, which is provided with a top that extends farther inward than the tops of the other ribs 151, 152, 154, 155 of the third alternative collapsible sleeve 160. The alternative stop rib 153 provides the installer with a handy stop surface or reference surface for placing the ends of the successive conduit segments 10, 20 in the third alternative collapsible sleeve 160.
20 In een verdere, alternatieve niet weergegeven uitvoeringsvorm van de omklapbare manchet is deze voorzien van een hogere omtrekswand dan de omtrekswand van de omklapbare manchet 30 in figuur 3B. De alternatieve omklapbare manchet is binnen de omtrekswand voorzien van ten minste zes 25 en bij voorkeur zeven of meer omlopende inwendig omtreksrib-ben, welke aangrijpen op een overeenkomstig aantal omlopende uitwendig omtreksgroeven verdeeld over twee opeenvolgende leidingsegmenten. Hoewel deze uitvoeringsvorm van de omklapbare manchet op meer groeven aangrijpt dan de omklapbare 30 manchet 30 volgens figuur 3B en daardoor een stevigere verbinding tot stand kan brengen tussen de opeenvolgende leidingsegmenten, is deze wel lastiger omlopend buitenwaarts om te klappen of af te rollen, doordat de eindrand van de omklapbare manchet tot een grotere diameter opgerekt moet 35 worden.In a further, alternative, non-shown embodiment of the collapsible cuff, it is provided with a higher circumferential wall than the circumferential wall of the collapsible cuff 30 in Fig. 3B. The alternative collapsible sleeve is provided within the circumferential wall with at least six and preferably seven or more circumferential inner circumferential ribs, which engage a corresponding number of circumferential outer circumferential grooves distributed over two consecutive conduit segments. Although this embodiment of the collapsible sleeve engages more grooves than the collapsible sleeve 30 according to Fig. 3B and can therefore establish a more robust connection between the successive pipe segments, it is more difficult to flip over or unwind outwards, because the The end edge of the collapsible sleeve must be stretched to a larger diameter.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te 19 illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.The above description is included to illustrate the operation of preferred embodiments of the invention, and not to limit the scope of the invention. Starting from the above explanation, many variations will be evident to those skilled in the art that fall within the spirit and scope of the present invention.
Claims (20)
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2006303A NL2006303C2 (en) | 2011-02-25 | 2011-02-25 | LEADERSHIP WITH A COUPLER. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2006303 | 2011-02-25 | ||
NL2006303A NL2006303C2 (en) | 2011-02-25 | 2011-02-25 | LEADERSHIP WITH A COUPLER. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2006303C2 true NL2006303C2 (en) | 2012-08-28 |
Family
ID=44640535
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2006303A NL2006303C2 (en) | 2011-02-25 | 2011-02-25 | LEADERSHIP WITH A COUPLER. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2006303C2 (en) |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5180196A (en) * | 1991-05-20 | 1993-01-19 | Press-Seal Gasket Corporation | Method of installing a ribbed sleeve gasket adapter |
EP1278002A2 (en) * | 2001-07-20 | 2003-01-22 | J. van Walraven B.V. | Pipe coupling |
GB2426299A (en) * | 2005-05-16 | 2006-11-22 | Spartal Ltd | Slideable annular seal for pipes |
-
2011
- 2011-02-25 NL NL2006303A patent/NL2006303C2/en active
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5180196A (en) * | 1991-05-20 | 1993-01-19 | Press-Seal Gasket Corporation | Method of installing a ribbed sleeve gasket adapter |
EP1278002A2 (en) * | 2001-07-20 | 2003-01-22 | J. van Walraven B.V. | Pipe coupling |
GB2426299A (en) * | 2005-05-16 | 2006-11-22 | Spartal Ltd | Slideable annular seal for pipes |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7111873B1 (en) | Slide coupling fitting for connecting conduits | |
US8371622B2 (en) | Leak proof pipe connections and leak proofing pipe connections | |
CN106663929B (en) | The method for the bellows of jacket pipeline and for manufacturing this bellows being made of plastics | |
SI3180553T1 (en) | Extensible hose | |
US20200390653A1 (en) | Storage bag | |
KR20190002603A (en) | Receiving device and cable harness | |
US5494319A (en) | Sleeved flexible metal piping, method of manufacturing same and flue system application of same | |
US20190203837A1 (en) | Seal | |
NL2006303C2 (en) | LEADERSHIP WITH A COUPLER. | |
EP2618436A2 (en) | End seal of a flexible conduit and a method for manufacturing such an end seal | |
US9765911B2 (en) | Soil pipe coupler | |
US5201550A (en) | Pipe coupling system with thrust restraint | |
US11060644B2 (en) | Sliding sleeve connection | |
EP0780618A1 (en) | A self-locking sleeve joint for single corrugated conduits | |
IE46560B1 (en) | Socket part for a spigot and socket pipe connection | |
US11788667B2 (en) | Pipe connector | |
AU2018101628A4 (en) | Improved Joint Between Two Plastics Pipes and a Method for Making Such a Joint | |
CN207080721U (en) | A kind of crossover sub that can be realized different pipe fittings and be welded to each other installation | |
CN205424183U (en) | Rotatable ripple pipe fittings | |
US20240191815A1 (en) | Connection Device Bent at Multiple Angles | |
CN214305767U (en) | Pipeline node watertight fittings | |
GB2529476A (en) | Improvements in or relating to pipe couplings | |
CN219304351U (en) | Zipper type insulating sleeve | |
US1295776A (en) | Fitting for joining up electrical conduits. | |
US361861A (en) | Stove-pipe |