NL2006096C2

NL2006096C2 - BARREL FOR A GATE AND METHOD FOR MANUFACTURING A GATE.

Info

Publication number: NL2006096C2
Application number: NL2006096A
Authority: NL
Inventors: Jan Rudolf Ruigrok
Original assignee: Crh Fencing & Security Group B V
Priority date: 2011-01-28
Filing date: 2011-01-28
Publication date: 2012-07-31
Also published as: EP2481879A2; PL2481879T3; EP2481879B1; EP2481879A3; DK2481879T3

Description

Spijl voor een poort en werkwijze voor het vervaardigen van een poortBar for a gate and method for manufacturing a gate

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een spijl met 5 ten minste één uiteinde voor gebruik met een ligger van een poort, welke spijl is voorzien van een dwarskanaal voor het ontvangen van een spanelement.The present invention relates to a bar with at least one end for use with a girder of a gate, which bar is provided with a transverse channel for receiving a tensioning element.

Een spijl van het beschreven type is bekend uit Nederlands 10 octrooi 8302007 ten name van de aanvraagster. Een dergelijke spijl wordt gebruikt om een poortelement te maken door een in hoofdzaak horizontale ligger te voorzien van meerdere spijlen, welke onderling verbonden worden door middel van een spanelement, dat op zijn beurt verbonden wordt met een 15 in hoofdzaak verticale post. Het spanelement is bijvoorbeeld een stijve staaldraad of een ander slank element, dat in staat is trekkrachten op te vangen.A bar of the type described is known from Dutch patent 8302007 in the name of the applicant. Such a bar is used to make a gate element by providing a substantially horizontal beam with a plurality of bars, which are interconnected by means of a tensioning element, which in turn is connected to a substantially vertical post. The tensioning element is, for example, a rigid steel wire or another slender element that is capable of absorbing tensile forces.

Het is een nadeel van de spijlen van de beschreven soort, 20 dat het aaneenrijgen van de spijlen arbeidsintensief is. Dit komt doordat in principe twee personen nodig zijn om het rijgen te voltrekken. Een eerste persoon plaatst de spijlen verticaal met één uiteinde in de ligger en draait vervolgens de spijl in de juiste richting om het spanelement te 25 ontvangen, terwijl een tweede persoon het spanelement langzaam vooruitduwt om het in te brengen in het dwarskanaal van de net geplaatste spijl. Hierbij moet de eerste persoon zicht hebben op de plaats waar het spanelement door de spijl wordt geregen, om indien nodig de oriëntatie van de spijl 30 nog licht te wijzigen, zodat het dwarskanaal volledig evenwijdig komt met het verticale vlak van het op te richten poortelement.It is a disadvantage of the bars of the described type that the joining of the bars is labor-intensive. This is because in principle two people are needed to complete the stringing. A first person places the bars vertically with one end in the beam and then rotates the bar in the right direction to receive the tensioning element, while a second person slowly pushes the tensioning element forward to insert it into the transverse channel of the just placed bar . In this case, the first person must have a view of the place where the tensioning element is threaded through the bar, in order to slightly change the orientation of the bar 30, if necessary, so that the transverse channel comes completely parallel with the vertical plane of the gate element to be erected.

22

Een spijl, voorzien van diametraal tegenover elkaar gelegen gaten voor een horizontale rijgdraad, en van sleuven voor opname van een flens van de boven/onderligger, is gekend uit Nederlands octrooi nr. 2 000 880 C2 ten name van de 5 aanvraagster. Het is een nadeel van deze spijl dat deze na plaatsing weg beweegbaar is in verticale richting.A bar, provided with diametrically opposed holes for a horizontal basting thread, and with slots for receiving a flange of the upper / lower girder, is known from Dutch patent no. 2 000 880 C2 in the name of the applicant. It is a disadvantage of this bar that it can be moved away in the vertical direction after placement.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding een spijl te voorzien van het bovenbeschreven type, die deze problemen 10 niet vertoont.It is an object of the present invention to provide a bar of the type described above, which does not present these problems.

Dit doel wordt bereikt door een spijl volgens conclusie 1.This object is achieved by a bar according to claim 1.

Het is een voordeel dat bij koppeling van de spijl met de 15 ligger de correcte oriëntatie van de spijl gemakkelijk gedetecteerd wordt door het inpassen van de uitstulping aan de rand van het uiteinde van de spijl in de daarvoor voorziene uitsparing van de ligger.It is an advantage that when the bar is coupled to the girder the correct orientation of the girder is easily detected by fitting the protuberance at the edge of the end of the girder into the recess of the girder provided for this purpose.

20 In een illustratief voorbeeld omvat het oriënteringselement twee diametraal tegenover elkaar gelegen perifere uitstulpingen. Dit is bijzonder voordelig wanneer de van een dwarskanaal voorziene spijlen, rotatiesymmetrisch zijn voor een rotatiehoek van 180°.In an illustrative example, the orientation element comprises two diametrically opposed peripheral bulges. This is particularly advantageous when the bars provided with a transverse channel are rotationally symmetrical for a rotation angle of 180 °.

2525

In een uitvoeringsvorm van een spijl volgens de onderhavige uitvinding omvat het oriënteringselement ten minste één perifere uitsparing, die ten opzichte van een langsas van de spijl een voorafbepaalde hoek vormt met de richting van het 30 dwarskanaal, welke voorafbepaalde hoek overeenstemt met een hoek tussen een met de uitsparing koppelbare uitstulping in de ligger en een langsas van de ligger.In an embodiment of a bar according to the present invention, the orientation element comprises at least one peripheral recess which forms a predetermined angle with respect to a longitudinal axis of the bar with the direction of the transverse channel, which predetermined angle corresponds to an angle between a the recess connectable bulge in the beam and a longitudinal axis of the beam.

33

Deze uitvoeringsvorm vertoont dezelfde voordelen als de hoger genoemde uitvoeringsvorm met een perifere uitstulping, met dien verstande dat nu de rol van de uitsparing en die van de uitstulping omgewisseld zijn. In een specifieke 5 uitvoeringsvorm omvat het oriënteringselement twee diametraal tegenover elkaar gelegen perifere uitsparingen. Ook deze uitvoeringsvorm maakt gebruikt van de 180° rotatiesymmetrie van de spijl met een dwarskanaal. Bij deze uitvoeringsvorm is het bovendien voordelig dat de spijl over 10 maximum 180° moet geroteerd worden om tot de correcte oriëntatie te komen, terwijl dit bij een spijl met maar één uitsparing 360° kan zijn.This embodiment has the same advantages as the above-mentioned embodiment with a peripheral protuberance, on the understanding that the role of the recess and that of the protuberance have now been switched. In a specific embodiment, the orientation element comprises two diametrically opposite peripheral recesses. This embodiment also uses the 180 ° rotation symmetry of the bar with a transverse channel. In this embodiment, it is moreover advantageous that the bar must be rotated through a maximum of 180 ° in order to arrive at the correct orientation, while this can be 360 ° for a bar with only one recess.

In een uitvoeringsvorm van de spijl volgens de onderhavige 15 uitvinding is de uitsparing in hoofdzaak L-vormig of trapvormig.In an embodiment of the bar according to the present invention, the recess is substantially L-shaped or step-shaped.

Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat de spijl ook in zekere mate verticaal geborgd wordt en dat het bij het 20 plaatsen van de spijl in de ligger goed voelbaar is wanneer deze de juiste oriëntering volledig bereikt heeft.This embodiment has the advantage that the bar is also secured to a certain extent vertically and that when placing the bar in the girder it is easy to feel when it has fully reached the correct orientation.

In een uitvoeringsvorm heeft de uitsparing een verbrede toegangszij de.In one embodiment, the recess has a widened access side.

2525

Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat de plaatsing van een spijl in de ligger gemakkelijker wordt.This embodiment has the advantage that the placement of a bar in the beam becomes easier.

In een uitvoeringsvorm van de spijl volgens de onderhavige 30 uitvinding stemt de vooraf bepaalde hoek overeen met een hoek tussen een in de ligger aangebrachte verdieping die in hoofdzaak vormelijk overeenstemt met het steunoppervlak en een langsas van de ligger.In an embodiment of the bar according to the present invention, the predetermined angle corresponds to an angle between a floor arranged in the girder that substantially corresponds formally to the supporting surface and a longitudinal axis of the girder.

44

De uitsparing in de spijl heeft typisch de vorm van een horizontale gleuf of een groef, en wordt de spijl bij plaatsing zo geroteerd dat de bovenzijde van de gleuf of 5 groef precies in de verdieping van de ligger past. In deze configuratie ontvangt de gleuf of groef een gedeelte van de ligger (die plaatvormig of hol is), zodat het steunoppervlak de spijl steun geeft, i.e. verdere neerwaartse beweging van de spijl verhindert, terwijl het immobiliseringsoppervlak de 10 spijl tegenhoudt wanneer de spijl van bovenaf een trekkracht zou ondervinden.The recess in the bar typically has the shape of a horizontal slot or groove, and when placed the bar is rotated such that the top of the slot or groove fits exactly into the recess of the beam. In this configuration, the slot or groove receives a portion of the beam (which is plate-shaped or concave), so that the support surface supports the bar, ie prevents further downward movement of the bar, while the immobilisation surface stops the bar when the bar is from above would experience a traction.

De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op een ligger voor gebruik met de hierboven beschreven spijl, waarbij een 15 bovenoppervlak van de ligger is voorzien van een verdieping die in hoofdzaak vormelijk overeenstemt met het steunoppervlak van de spijl.The present invention also relates to a girder for use with the bar described above, wherein an upper surface of the girder is provided with a recess substantially corresponding to the support surface of the bar.

De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op een 20 werkwijze voor het vervaardigen van een poort, omvattend het met een ligger van het hierboven beschreven type koppelen van meerdere spijlen van het hierboven beschreven type, en het rijgen van een spanelement doorheen het dwarskanaal van elk van de spijlen, waarbij het met de ligger koppelen van 25 de meerdere spijlen geschiedt onder een angulaire oriëntatie die wordt bepaald door het doen passen van het steunoppervlak van elke spijl in de overeenkomstige verdieping van de ligger.The present invention also relates to a method for manufacturing a gate, comprising coupling a plurality of bars of the type described above to a beam of the type described above, and threading a tensioning element through the transverse channel of each of the bars, wherein the multiple bars are coupled to the girder under an angular orientation which is determined by fitting the support surface of each bar into the corresponding recess of the girder.

30 De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op een samenstel, omvattende ten minste één ligger en meerdere spijlen zoals hierboven beschreven.The present invention also relates to an assembly comprising at least one beam and a plurality of bars as described above.

55

In een uitvoeringsvorm is het samenstel volgens de onderhavige uitvinding verder voorzien van een spanelement.In one embodiment, the assembly according to the present invention is further provided with a tensioning element.

In een specifieke uitvoeringsvorm omvat het spanelement een 5 stalen staaf.In a specific embodiment the tensioning element comprises a steel rod.

De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op een poort omvattende het hierboven beschreven samenstel.The present invention also relates to a gate comprising the assembly described above.

10 De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze volgens conclusie 12.The invention also relates to a method according to claim 12.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvindingen zijn de uitsparingen in hoofdzaak 15 L-vormig of trapvorming en omvat het met de ligger koppelen van elk van de meerdere spijlen, het roteren van elk van de meerdere spijlen rondom hun respectieve langsas.In one embodiment of the method according to the present inventions, the recesses are substantially L-shaped or stepped and include coupling each of the multiple bars to the beam, rotating each of the multiple bars about their respective longitudinal axis.

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze volgens 20 conclusie 14.The invention also relates to a method according to claim 14.

De voorgaande aspecten en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nu nader verduidelijkt worden aan de hand van de figuren, waarbij: 25The foregoing aspects and advantages of the present invention will now be further elucidated with reference to the figures, wherein:

Figuur 1 een overzichtsschets van een spijlenpoort omvat; Figuur 2 de problemen van de stand van de techniek illustreert;Figure 1 comprises an overview sketch of a bar gate; Figure 2 illustrates the problems of the prior art;

Figuur 3 een spijl volgens een illustratief voorbeeld 30 weergeeft;Figure 3 shows a bar according to an illustrative example 30;

Figuur 4 een spijl volgens een ander illustratief voorbeeld van de onderhavige uitvinding weergeeft;Figure 4 shows a bar according to another illustrative example of the present invention;

Figuur 5 een uitvoeringsvorm weergeeft; 6Figure 5 shows an embodiment; 6

Figuur 6 een gedeeltelijke uitvergroting van het uiteinde van een spijl zoals die van Figuur 5 weergeeft;Figure 6 shows a partial enlargement of the end of a bar like that of Figure 5;

Figuur 7 een spijl volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding weergeeft; en 5 Figuur 8 een deel van een ligger volgens de uitvinding voor gebruik met de spijl van Figuur 6 weergeeft.Figure 7 shows a bar according to yet another embodiment of the present invention; and Figure 8 shows a part of a beam according to the invention for use with the bar of Figure 6.

Figuur 1 toont een gekende poort 1 gevormd door in hoofdzaak verticale spijlen 100 die tussen in hoofdzaak horizontale 10 liggers 120, 121 zijn geplaatst. Het weergegeven poortelement wordt gedragen door verticale posten. De spijlen 100 zijn ter versteviging van het poortelement met elkaar verbonden door een spanelement (niet weergegeven) dat door een dwarskanaal van de spijlen 100 is geregen. Het 15 spanelement is bevestigd aan de verticale post, eventueel via een scharnier en/of een ander tussenstuk. Het spanelement en de dwarskanalen zijn in de uitvoering van Figuur 1 binnen in de in hoofdzaak holle ligger 120.Figure 1 shows a known gate 1 formed by substantially vertical bars 100 that are placed between substantially horizontal beams 120, 121. The port element shown is supported by vertical posts. To reinforce the gate element, the bars 100 are connected to each other by a tensioning element (not shown) which is threaded through a transverse channel of the bars 100. The tensioning element is attached to the vertical post, possibly via a hinge and / or another intermediate piece. In the embodiment of Figure 1, the tensioning element and the transverse channels are inside the substantially hollow beam 120.

20 Figuur 2 illustreert de moeilijkheid die zich voordoet bij het assembleren van een gekende spijlenpoort zoals die welke is weergegeven in Figuur 1. Aangezien de zone waarin de dwarskanalen van de spijlen 100 zich bevinden, zich binnen in de in hoofdzaak holle horizontale ligger 120 bevindt, is 25 het zeer moeilijk te zien of de geplaatste spijlen de correcte oriëntatie hebben. De facto zijn er dus twee personen nodig voor de assemblage van een dergelijk gekend poortelement, waarbij de eerste via kleine openingen naar het voor het overige afgedekte uiteinde van de te 30 installeren spijl 100 kijkt en de spijl 100 roteert tot de juiste oriëntatie is bereikt, en de tweede het spanelement 140 door de correct georiënteerde dwarskanalen duwt. Bij de montage ervan kan een tijdelijke positioneringsligger 122 7 gebruikt worden om de geplaatste spijlen 100 op de correcte hoogte te houden tijdens het rijgen, welke positioneringsligger 122 wordt verwijderd na adequate verankering van het spanelement 140.Figure 2 illustrates the difficulty encountered in assembling a known bar gate such as that shown in Figure 1. Since the zone in which the transverse channels of the bars 100 are located is within the substantially hollow horizontal beam 120, it is very difficult to see whether the placed bars have the correct orientation. De facto, therefore, two people are needed for the assembly of such a known gate element, the first looking through small openings at the otherwise covered end of the rail 100 to be installed and the rail 100 rotates until the correct orientation is reached, and the second pushes the tension element 140 through the correctly oriented cross channels. When mounting it, a temporary positioning beam 122 7 can be used to keep the placed bars 100 at the correct height during stringing, which positioning beam 122 is removed after adequate anchoring of the tensioning element 140.

55

Figuur 3 toont een spijl 100 volgens een illustratief voorbeeld, voorzien van een dwarskanaal 130 dat geschikt is om een spanelement 140 te ontvangen. Het spanelement 140 heeft ook hier als doel verschillende spijlen aan elkaar te 10 rijgen en het geheel te bevestigen aan de in hoofdzaak verticale posten die het poortelement begrenzen. Het spanelement 140 kan een staaldraad of een ander geschikt slank element met voldoende stijfheid. De weergegeven spijl 100 heeft aan ten minste één uiteinde 110 (hier wordt enkel 15 het onderste uiteinde getoond) een oriënteringsmiddel 151 dat in de weergegeven uitvoeringsvorm bestaat uit twee diametraal tegenover elkaar liggende uitsparingen. Deze uitsparingen 151 zijn telkens zo gevormd dat zij bij een correcte oriëntatie van de spijl precies in de daartoe 20 voorziene overeenkomstige uitstulpingen 161 van de ligger 120 passen.Figure 3 shows a bar 100 according to an illustrative example, provided with a transverse channel 130 suitable for receiving a tensioning element 140. The purpose of the tensioning element 140 here is also to thread various bars together and to fix the whole to the substantially vertical posts that border the gate element. The tensioning element 140 can be a steel wire or other suitable slender element with sufficient rigidity. The bar 100 shown has at least one end 110 (here only the lower end is shown) an orientation means 151 which in the shown embodiment consists of two diametrically opposed recesses. These recesses 151 are each formed such that, with a correct orientation of the bar, they fit precisely into the corresponding projections 161 of the beam 120 provided for this purpose.

In principe is het ook mogelijk een enkele uitsparing 151 en een enkele uitstulping 161 te voorzien, of een zeker groter 25 aantal uitsparingen 151 en eenzelfde aantal uitstulpingen 161 te voorzien. Doordat in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zowel de uitsparingen als de uitstulpingen in diametraal tegenover elkaar liggende paren geplaatst zijn, zijn twee equivalente oriëntaties mogelijk 30 die beide overeenkomen met de situatie waarbij het dwarskanaal 130 evenwijdig loopt met de langsas van ligger 120, en waarbij het aaneenrijgen van de spijlen dus mogelijk is. Aldus wordt de maximale rotatie die moet worden 8 uitgevoerd om tot een correcte oriëntatie te komen, gehalveerd ten opzichte van een uitvoeringsvorm met slechts één uitsparing 151 en één uitstulping 161, wat het installatiegemak verder verhoogt.In principle, it is also possible to provide a single recess 151 and a single protrusion 161, or to provide a certain larger number of recesses 151 and the same number of protrusions 161. Because in the exemplary embodiment shown both the recesses and the protrusions are placed in diametrically opposed pairs, two equivalent orientations are possible, both of which correspond to the situation in which the transverse channel 130 runs parallel to the longitudinal axis of beam 120, and wherein the joining of the bars is therefore possible. Thus, the maximum rotation that must be performed to arrive at a correct orientation is halved relative to an embodiment with only one recess 151 and one protrusion 161, which further increases ease of installation.

55

Figuur 4 geeft een variant weer van de spijl waarbij de uitsparing 151 in een holle spijl 100 de vorm van een gleuf aanneemt. Om de montage gemakkelijker te maken, heeft deze gleuf een enigszins verbrede toegangszijde. Voor het overige 10 vertoont deze uitvoeringsvorm dezelfde werking en kenmerken als de hierboven beschreven uitvoeringsvorm van Figuur 3.Figure 4 shows a variant of the bar in which the recess 151 in a hollow bar 100 takes the form of a slot. To make assembly easier, this slot has a slightly widened access side. For the rest, this embodiment exhibits the same operation and features as the embodiment of Figure 3 described above.

In de voorbeelden van Figuren 3 en 4 is telkens de spijl 100 voorzien van een uitsparing 151, terwijl de ligger 120 is 15 voorzien van een uitstulping 161. Het oriënterend effect kan evenwel ook worden verkregen door de ligger 120 te voorzien van een uitsparing en de spijl 100 te voorzien van een uitstulping.In the examples of Figures 3 and 4, the bar 100 is each provided with a recess 151, while the girder 120 is provided with a protrusion 161. However, the orienting effect can also be obtained by providing the girder 120 with a recess and the to provide bar 100 with a protrusion.

20 De getoonde uitvoeringsvormen hebben het voordeel dat de spijl 100 door het contact van het bovenste uiteinde van uitsparingen 151 met de uitstulpingen 161 steun vindt op deze uitstulpingen 161, en dus niet door de ligger 120 heen zal zakken, zelfs als deze laatste in hoofdzaak hol wordt 25 uitgevoerd, of als de opening waarin de spijl 100 wordt geplaatst, de ligger 120 volledig doorboort. In vergelijking met de werkwijze van de stand van de techniek zoals weergegeven in Figuur 2, kan enerzijds de positioneringsligger 122 achterwege gelaten worden, en wordt 30 anderzijds de belasting op het spanelement 140 sterk verminderd.The embodiments shown have the advantage that the bar 100 is supported on these protrusions 161 by the contact of the upper end of recesses 151 with the protrusions 161, and will therefore not sink through the beam 120, even if the latter is substantially hollow is carried out, or if the opening in which the bar 100 is placed, the girder 120 completely pierces. In comparison with the method of the prior art as shown in Figure 2, on the one hand the positioning girder 122 can be omitted, and on the other hand the load on the tensioning element 140 is greatly reduced.

99

Figuur 5 geeft een variant weer van de spijl volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de uitsparing 151 in het uiteinde 110 van de spijl 100 L-vormig of zelfs trapvormig is. Deze variant heeft het voordeel dat de plaatsing van de 5 spijl in de ligger met een bajonetkoppeling gebeurt, waardoor er zowel rotationele als translationele vergrendeling van de spijl in de ligger wordt verkregen. Dit maakt het voor de persoon die de spijlen in de ligger plaatst, nog gemakkelijk zich ervan te vergewissen dat de 10 spijl de correcte oriëntatie heeft bereikt. Bovendien is het na montage niet mogelijk om de spijlen omhoog te trekken uit de ligger.Figure 5 shows a variant of the bar according to the present invention, wherein the recess 151 in the end 110 of the bar 100 is L-shaped or even step-shaped. This variant has the advantage that the bar is placed in the beam with a bayonet coupling, whereby both rotational and translational locking of the bar in the beam is obtained. This makes it still easy for the person placing the bars in the beam to ensure that the bar has reached the correct orientation. Moreover, after mounting it is not possible to pull the bars upwards from the beam.

Figuur 6 bevat een gedeeltelijke uitvergroting van het 15 uiteinde van een spijl 100 van het in Figuur 5 weergegeven type. In Figuur 6 is een optionele bijkomende verdieping 159 weergegeven, welke de spijl na montage beveiligt tegen verdraaiing.Figure 6 contains a partial enlargement of the end of a bar 100 of the type shown in Figure 5. Figure 6 shows an optional additional floor 159, which secures the bar against rotation after assembly.

20 Figuur 7 geeft een verdere variant weer van de spijl volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de spijl 100 een vierkant profiel met afgeronde ribben 170 heeft. De platte of holle ligger 120 heeft een overeenkomstige opening. Het oriënteringselement wordt gevormd door een stel horizontale 25 gleuven 152 die, bij een correcte oriëntering van de spijl 100, steun vinden op de bovenkant van de ligger 120. In het bijzonder vormt de bovenkant van de gleuven 152 een steunoppervlak 180 dat bij correcte oriëntering precies past in een daartoe aangebrachte verdieping (niet zichtbaar) van 30 de ligger 120. De onderkant van de gleuven 152 vormt een immobiliseringsoppervlak 190 dat de gemonteerde spijl 100 tegenhoudt wanneer er van bovenaf een trekkracht op de spijl 100 zou worden uitgeoefend.Figure 7 shows a further variant of the bar according to the present invention, wherein the bar 100 has a square profile with rounded ribs 170. The flat or hollow beam 120 has a corresponding opening. The orientation element is formed by a set of horizontal slots 152 which, with correct orientation of the bar 100, are supported on the top of the beam 120. In particular, the top of the slots 152 forms a support surface 180 which, when correctly oriented, is precisely fits into a recess (not visible) provided for this purpose of the girder 120. The underside of the slots 152 forms an immobilization surface 190 which retains the mounted rail 100 if a tensile force were to be exerted on the rail 100 from above.

5 105 10

Figuur 8 toont de overeenkomstige ligger 120, waarbij de verdiepingen 162 voor het ontvangen van het steunoppervlakken 180 duidelijk zichtbaar zijn.Figure 8 shows the corresponding beam 120, the recesses 162 for receiving the support surfaces 180 being clearly visible.

Hoewel de uitvinding hierboven werd beschreven aan de hand van specifieke uitvoeringsvormen, dienen deze slechts ter verduidelijking en niet ter beperking van de uitvinding. De vakman zal begrijpen dat maatregelen en kenmerken van de 10 uitvinding die in de context van één uitvoeringsvorm werden beschreven, kunnen toegepast worden in de context van andere uitvoeringsvormen zonder buiten het bereik van de uitvinding te treden.Although the invention has been described above with reference to specific embodiments, they are only for clarification and not for limiting the invention. Those skilled in the art will appreciate that measures and features of the invention described in the context of one embodiment can be applied in the context of other embodiments without departing from the scope of the invention.

Claims

A bar (100) with at least one end (110) for use with a girder (120) of a gate, which bar is provided with a transverse channel (130) for receiving a tensioning element, the at least one end (110) is further provided with an orientation element (151, 152) adapted to provide a substantially parallel orientation of the transverse channel (130) and the beam (120) when the bar (110) is coupled to the beam (120). ensure that the orientation element comprises at least one peripheral recess (152) which forms a predetermined angle with respect to a longitudinal axis of the bar (100) with the direction of the transverse channel (130), the at least one one peripheral recess (152) is formed such that a bottom surface of a portion of the bar (100) adjacent the top of the recess (152) forms a support surface (180) and an upper surface of a portion adjacent the recess (152) below an immobilization surface (19 0).

2. Bar (100) as claimed in claim 1, wherein the predetermined angle corresponds to an angle between a floor (162) arranged in the girder (120) which substantially corresponds formally to the support surface and a longitudinal axis of the girder (120) .

3. Bar (100) according to claim 1 or 2, wherein the orientation element comprises two diametrically opposed peripheral recesses (151).

The bar (100) according to any of claims 1 to 3, wherein the recess (151) is substantially L-shaped or step-shaped.

The bar (100) according to any of claims 1 to 4, wherein the recess (151) has a widened access side.

The bar (100) according to any of the preceding claims, wherein the at least one peripheral recess (152) is further provided with an additional recess (159) which secures the bar (100) against rotation after assembly.

The girder (120) for use with the bar (100) according to claims 1-6, wherein an upper surface (121) of the girder (120) is provided with a recess (162) substantially corresponding to the support surface (180) ) of the bar (100). 15

An assembly comprising at least one beam (120) and a plurality of bars (100) according to any one of the preceding claims.

The assembly of claim 8, further comprising a tensioning element (140).

The assembly of claim 9, wherein the tension element (140) comprises a steel bar. 25

Port (1) comprising the assembly according to any of claims 8 to 10.

12. Method for manufacturing a gate (1), comprising: - coupling a plurality of bars (100) to a cross member (120) with a cross channel (130), and - thread a tensioning element (140) through the transverse channel (130) of each of the bars (100), the coupling of the plurality of bars (100) to the transverse channel (130) with the beam (120) being effected under an angular orientation which is determined by fitting protrusions in recesses, wherein the multiple bars (100) are provided with the recesses (151) and the beam is provided with the protrusions (161), characterized in that the recesses 10 (151) are formed such that a bottom surface of a top portion of the bar (100) adjacent to the recess (152) forms a support surface (180) and an upper surface of a portion adjacent the recess (152) forms an immobilizing surface (190). 15

A method according to claim 11, wherein the recesses (151) are substantially L-shaped or step-shaped, and wherein coupling each of the plurality of bars (100) to the beam (120) is rotating each of the plurality of bars 20 around their respective longitudinal axis.

14. Method for manufacturing a gate (1), comprising: - coupling a plurality of bars (100) according to claim 2 to a beam (120) according to claim 7, and - threading a tensioning element (140) through the transverse channel (130) of each of the bars (100), the coupling of the plurality of bars (100) with the beam (120) being effected under an angular orientation determined by fitting the support surface of each bar (100) ) in the corresponding floor (162) of the beam (120).