NL2005349C2 - Luchtbehandelinginrichting. - Google Patents

Luchtbehandelinginrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL2005349C2
NL2005349C2 NL2005349A NL2005349A NL2005349C2 NL 2005349 C2 NL2005349 C2 NL 2005349C2 NL 2005349 A NL2005349 A NL 2005349A NL 2005349 A NL2005349 A NL 2005349A NL 2005349 C2 NL2005349 C2 NL 2005349C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
housing
heat exchange
heat exchanger
unit
air
Prior art date
Application number
NL2005349A
Other languages
English (en)
Inventor
Patricius Jacobus Lek
Edwin Alexander Snabel
Johannes Cornelis Maria Fransen
Original Assignee
Lek Installatietechniek B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lek Installatietechniek B V filed Critical Lek Installatietechniek B V
Priority to NL2005349A priority Critical patent/NL2005349C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2005349C2 publication Critical patent/NL2005349C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/20Casings or covers
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F1/00Room units for air-conditioning, e.g. separate or self-contained units or units receiving primary air from a central station
    • F24F1/0007Indoor units, e.g. fan coil units
    • F24F1/0043Indoor units, e.g. fan coil units characterised by mounting arrangements
    • F24F1/005Indoor units, e.g. fan coil units characterised by mounting arrangements mounted on the floor; standing on the floor
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/30Arrangement or mounting of heat-exchangers
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/20Casings or covers
    • F24F2013/205Mounting a ventilator fan therein

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Heat-Exchange Devices With Radiators And Conduit Assemblies (AREA)

Description

Luchtbehandelinginrichting
De uitvinding betreft een luchtbehandelinginrichting, omvattende een behuizing met een inlaat en een uitlaat voor lucht, montagemiddelen voor het monteren van de 5 behuizing aan een dragende constructie, zoals een wand of gestel, een warmtewisselaar alsmede een luchtverplaatser die zich in de behuizing bevinden, welke warmtewisselaar en luchtverplaatser zijn opgesteld volgens een traject dat zich uitstrekt tussen de inlaat en de uitlaat van de behuizing voor het uit de behuizing afgeven van een stroom behandelde lucht.
10 Dergelijke luchtbehandelinginrichtingen zijn bekend, en worden bijvoorbeeld gebruikt voor het koelen of verwarmen van de lucht in relatief grote ruimten zoals kassen en hallen en dergelijke. De luchtbehandelinginrichtingen kunnen met behulp van de montagemiddelen op vrijwel elke gewenste plaats worden opgehangen, zodanig dat het gewenste koel- of verwarmingseffect kan worden verkregen.
15 De bekende luchtbehandelinginrichtingen functioneren weliswaar naar verwachting, maar zijn niettemin vatbaar voor verbetering. Na langdurig gebruik moet onderhoud worden uitgevoerd, bijvoorbeeld in verband met het reinigen van de stromingsbaan en de bewegende delen of de koel- respectievelijk verwarmingselementen. Daartoe moeten de luchtbehandelinginrichtingen worden 20 gedemonteerd, en vervolgens worden uiteengenomen. Dat is een lastige en tijdrovende bewerking, die niet alleen kostbaar is maar ook langdurige perioden van stilstand meebrengt. Gedurende zo’n periode kan de luchtbehandelinginrichting niet functioneren, waardoor het lastig is om het gewenstee klimaat in de betreffende ruimte te handhaven.
25 Verder is het uitvoeren van reparaties aan de luchtbehandelinginrichting vaak lastig. De diverse onderdelen die in de behuizing zijn ondergebracht zijn lastig bereikbaar. Het uitvoeren van reparaties kost daardoor veel tijd en gaat gepaard met relatief hoge kosten.
Het doel van de uitvinding is daarom een luchtbehandelinginrichting van het 30 hiervoor genoemde type te verschaffen dat deze nadelen mist, en dat eenvoudiger en zonder lange perioden van stilstand op eenvoudige wijze kan worden onderhouden. Dat doel wordt bereikt doordat tenminste een van de warmtewisselaar en de luchtverplaatser is uitgevoerd als een verwisselbare eenheid, dat de behuizing een 2 houder voor die eenheid omvat, en dat die eenheid ophangmiddelen omvat die verschuifbaar samenwerken met de houder voor het aanbrengen in, respectievelijke verwijderen uit, de behuizing van die eenheid.
De luchtbehandelinginrichting volgens de uitvinding is speciaal uitgevoerd in 5 verband met een eenvoudige en snelle toegankelijkheid van het inwendige van de behuizing en van de diverse zich daarin bevindende componenten. Deze goede toegankelijkheid wordt verkregen doordat de belangrijkste componenten, te weten de warmtewisselaar en de luchtverplaatser, elk als een aparte eenheid zijn uitgevoerd. Daardoor kunnen deze componenten gemakkelijk worden gehanteerd, hetgeen het 10 verdere voordeel meebrengt dat zij gemakkelijk plaatsbaar zijn in, danwel uitneembaar zijn uit, de behuizing. Een dergelijke opbouw van de luchtbehandelinginrichting vereenvoudigt tevens het samenstellen daarvan, hetgeen gunstig is voor een lage kostprijs.
De houder kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd, bij voorbeeld met zich 15 op afstand van elkaar in de behuizing bevindende geleidingen waarin de eenheid verschuifbaar is. De geleidingen kunnen zijn uitgevoerd als profielen voorzien van een doorsnede die is afgestemd op de een overeenkomstige doorsnede van de ophangmiddelen. Deze profielen kunnen bijvoorbeeld een U-vormige dwarsdoorsnede bezitten waarbij de beide profielen met de opening naar elkaar zijn gericht. Als 20 alternatief is het mogelijk om L-vormige profielen toe te passen, waarop de eenheid opligt.
Ter vereenvoudiging van de schuifbeweging kan de eenheid sleden omvatten die verschuifbaar zijn ten opzichte van de geleidingen. De sleden kunnen bij voorbeeld aan tegenoverliggende einden van de eenheid zich bevinden en elk verschuifbaar zijn 25 opgenomen in een overeenkomstig gevormde uitsparing van de dwarsdoorsnede van de profielen.
Ter borging van de positie van de eenheid in de behuizing kunnen grendelmiddelen zijn voorzien voor het vergrendelen van de eenheid ten opzichte van de behuizing en/of de houder. De behuizing kan zijn opgebouwd uit een basisdeel 30 alsmede een dekseldeel dat verplaatsbaar en/of losneembaar aan het basisdeel is opgehangen. In dat geval kan de eenheid in de gesloten toestand van het dekseldeel zijn vergrendeld door dat dekseldeel in de gesloten positie daarvan.
3
De warmtewisselaar kan op vele verschillende manieren zijn uitgevoerd. Bij voorkeur bezit de warmtewisselaar onderling evenwijdige warmtewisselingsplaten die zijn opgehangen aan dwars door die warmtewisselingsplaten lopende warmtewisselingsbuizen, welke warmtewisselingsplaten evenwijdig aan de 5 schuifrichting lopen. De lucht kan dan door de luchtverplaatser via de spleten tussen de platen worden gezogen of geblazen, teneinde het warmtewisselingseffect op te wekken. Bij voorkeur lopen de warmtewisselingsplaten evenwijdig aan de bijbehorende sleden.
De ophangmiddelen en de houder kunnen symmetrisch zijn uitgevoerd, zodanig dat de warmtewisselaar in twee in wezen 180 graden ten opzichte van elkaar verdraaide 10 posities opneembaar is in de houder. Een dergelijke uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat de eenheid in twee posities in de behuizing kan worden opgenomen. Een aldus uitgevoerde warmtewisselaar heeft dat het voordeel dat deze langer in bedrijf kan worden gehouden, ook als deze aan slijtage onderhevig zou zijn als gevolg van corrosie en dergelijke. Immers verzamelt zich condens, die optreedt bij het koelen van de lucht, 15 onvermijdelijk nabij de laagste delen van de platen van de warmtewisselaar. Door nu na enige tijd de warmtewisselaar om te draaien, zodanig dat de aanvankelijk laagste delen een relatief hoge positie verkrijgen, en de aanvankelijk hoogste delen een relatief lage positie verkrijgen, kan de effectieve werkingsduur van de warmtewisselaar aanmerkelijk worden verlengd.
20 Bij voorkeur zijn de warmtewisselingsplaten in wezen gericht overeenkomstig het traject tussen de inlaat en de uitlaat en de houder en zijn de ophangmiddelen symmetrisch ten opzichte van een middenvlak dat dwars is gericht ten opzichte van de warmtewisselingsplaten. In het bijzonder kunnen de warmtewisselingsplaten onder een rechte hoek zijn gericht ten opzichte van het middenvlak. Verder kan, in de nominale 25 gebruiksstand van de warmtewisselaar, althans de onderrand van de warmtewisselingsplaten schuin zijn gericht. Daarbij bevindt zich bij voorkeur onder en/of nabij het laagste gedeelte van de platen een condensopvangmiddel voor het opvangen van van de warmtewisselingsplaten afkomstig vocht.
De warmtewisselaar kan een toevoer en een afvoer voor 30 warmtewisselingsmedium hebben, welke toevoer en afvoer door de behuizing reiken. Deze toevoer en afvoer kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als pijpstompen, waarop het verdere leidingwerk voor het warmtewisselingsmedium kan worden aangesloten zoals door knelfïttingen of lassen en solderen en dergelijke. De behuizing kan aan twee 4 tegenoverliggende oppervlakken zijn voorzien van telkens een paar gaten voor de toevoer en de afvoer in de respectievelijke in wezen 180 graden ten opzichte van elkaar verdraaide posities van de warmtewisselaar.
Voor de luchtverplaatser kan elk type ventilator worden toegepast, zoals axiale 5 ventilatoren of centrifugale ventilatoren. De voorkeur gaat uit naar een kooiventilator waarvan de draaihartlijn dwars is gericht ten opzichte van de schuifrichting. Verder kan de draaihartlijn van de kooiventilator dwars zijn gericht ten opzichte van de bijbehorende sleden. Indien gewenst kan de luchtverplaatser over 180 graden verdraaide posities worden opgenomen in de bijbehorende houder, analoog aan de 10 warmtewisselaar en onafhankelijk van de positie van de warmtewisselaar.
Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur 1 toont een aanzicht in perspectief van de voorzijde van de luchtbehandelinginrichting.
15 Figuur 2 toont een aanzicht in perspectief van de achterzijde van de luchtbehandelinginrichting.
Figuur 3 toont een zijaanzicht van de luchtbehandelinginrichting in geopende toestand.
Figuur 4 toont een aanzicht in perspectief van de luchtbehandelinginrichting in 20 geopende toestand.
Figuur 5 toont een aanzicht in perspectief overeenkomstig dat van figuur 4 van de luchtbehandelinginrichting, met de eenheden enigszins naar buiten geschoven.
De in de figuren 1-3 weergegeven luchtbehandelinginrichting heeft een behuizing 1 die bestaat uit het basisdeel 2 en het dekseldeel 3 dat door middel van de 25 scharnieren 4 verdraaid kan worden tussen de in figuur 1 weergegeven gesloten positie, en een geopende positie (niet getoond). Het dekseldeel 3 wordt ten opzichte van het basisdeel 2 in de gesloten positie gehouden door middel van de zich aan de bovenzijde van die delen bevinden de klemmen 5.
Zoals getoond in figuur 2, bezitten basisdeel 2 montagemiddelen 6, door middel 30 waarvan de luchtbehandelinginrichting kan worden opgehangen aan een gestel en. dergelijke, zoals hieronder verder zal worden toegelicht. Aan de onderzijde van de behuizing 1 bevindt zich de luchtinlaat 7, aan de voorzijde bevindt zich de luchtuitlaat 8.
5
In de in figuren 4 en 5 weergegeven geopende positie van de behuizing 1 is te zien dat zich in het onderste gedeelte daarvan de warmtewisselaar 9 bevindt, en een het bovenste gedeelte de luchtverplaatser 10. Deze luchtverplaatser 10 bestaat uit de elektromotor 11 en de kooiventilator 12 die daaraan is bevestigd. Tussen de 5 warmtewisselaar 9 en de kooiventilator 12 strekt zich een traject 27 uit waarlangs de behandelde lucht stroomt tussen de inderdaad 7 en de uitlaat 8.
De warmtewisselaar 9 bestaat uit een groot aantal onderling evenwijdige warmtewisselingsplaten 13, die spleten 14 insluiten tussen welke de lucht vanaf de inlaat 7 over het traject 27 naar de kooiventilator 12 wordt aangezogen, om vervolgens 10 te worden afgegeven uit de uitlaat 8. De warmtewisselingsplaten 13 worden doorkruist door een zigzagvormig lopende warmtewisselingsbuis 15 (schematisch weergegeven in de figuren 4 en 5), van welke warmtewisselingsbuis 15 de toevoer is aangeduid met 16 en de afvoer is aangeduid met 17. Deze toevoer 16 en afVoer 17 zijn bestemd om aangesloten te worden op een leidingnetwerk via welke het warmtewisselingsmedium 15 in verband met het koele of verwarmen van de lucht wordt toegevoerd aan de warmtewisselaar 9.
De warmtewisselaar bezit aan beide tegenoverliggend de einden sleden 16, die verschuifbaar samenwerken met de geleidingen 19. Aldus kan bijvoorbeeld de warmtewisselaar 9 in de in figuur 4 getoonde geopende positie van de behuizing daarin 20 aangebracht worden door deze met de sleden 18 in de geleidingen 19 te schuiven, totdat deze de juiste positie heeft bereikt. Vervolgens kan het dekseldeel 3 rond de scharnieren 4 worden verdraaid, waarbij de inlaat 18 en de uitlaat 19 uit de behuizing 1 naar buiten steken via de uitsparingen 20 in het dekseldeel 3.
Ook de luchtverplaatser 10 kan aldus in de bijbehorende geleiding in 19 worden 25 ingeschoven met de sleden 18 daarvan. De elektromotor 11 steekt uit de behuizing 1 naar buiten via geschikte uitsparingen 29 (in figuur 3 is één daarvan te zien) in een elkaar gekeerde randen van het basisdeel 2 en het dekseldeel 3.
Zoals weergegeven in het aanzicht van figuur 2, bezit het basisdeel 2 eveneens uitsparingen 21. Ook via deze uitsparingen 21 kunnen de inlaat 18 en de uitlaat 19 van 30 de warmtewisselaar 9 buiten het huis worden aangesloten. De warmtewisselaar 9 moet daartoe in de bijbehorende geleidbanen 19 worden verschoven en wel onder een positie die 180 is verdraaid ten opzichte van de in figuur 4 weergegeven positie. Dit is moge lijk doordat de sleden 18 en de geleidingsbanen 19 van de warmtewisselaar 9 6 symmetrisch zijn uitgevoerd ten opzichte van het denkbeeldige middenvlak 28 dat loodrecht staat op de warmtewisselingsplaten 13 en dat zich uitstrekt van de ene geleiding 19 naar de tegenoverliggende geleiding 19.
Het voordeel van deze mogelijkheid is dat de warmtewisselaar 9 daardoor 5 langer in bedrijf kan worden gehouden. De reden daarvoor is de volgende. Tijdens bedrijf van de installatie, in het bijzonder tijdens koelbedrijf, condenseert lucht op de warmtewisselingsplaten 13, waarbij het vocht zich verzamelt aan het onderste gedeelte van de warmtewisselingsplaten, in het bijzonder de onderranden 24 daarvan. Van daaraf druipt het vocht neerwaarts in de opvanggoot 25, voorzien van een aftapping 26 10 door middel van het condensvocht vervolgens kan worden afgevoerd.
In bedrijf zijn derhalve vooral de onderzijden van de warmtewisselingsplaten 13 vochtig waardoor afzettingen kunnen optreden, hetgeen tot slijtage en achteruitgang leidt. De bovenste delen van de warmtewisselingsplaten worden echter in aanzienlijk mindere mate of in het geheel niet aangetast. Door nu de warmtewisselaar over 180° te 15 verdraaien en opnieuw aan te brengen in de behuizing, kan de nuttige levensduur van de warmtewisselaar 9 aanzienlijk worden verlengd. De aanvankelijk bovenste randen zijn dan immers aan de onderzijde komen te liggen, en de aanvankelijk onderste randen aan de bovenzijde.
Zoals getoond in de figuren zijn de geleidingbanen 19 van de warmtewisselaar 9 20 onder een van nul verschillende hoek geplaatst. Dit is de nominale positie van de geleidingsbanen 19, dat wil zeggen de positie waarin de luchtbehandelinginrichting, in het bijzonder de behuizing 1 daarvan, is opgehangen aan het gestel, in het bijzonder aan de uithouder 22 en de kolom 23 van een gestel zoals dat schematisch is weergegeven in de figuren 4 en 5. De warmtewisselingsplaten 13 van de warmtewisselaar 9 zijn 25 derhalve eveneens schuin gericht, in het bijzonder de randen daarvan zoals de onderrand 23. Voordeel van deze opstelling is dat het condensvocht lokaal ter plaatse van de relatief smalle opvanggoot kan worden opgevangen.
Het is echter niet noodzakelijk om de warmtewisselaar een dergelijke schuine opstelling te geven. Het is ook mogelijk om het traject tussen inlaat en uitlaat 30 rechtlijnig uit te voeren.
Hoewel in het weergegeven voorbeeld de inlaat en de uitlaat zowel uit het dekseldeel als uit het basisdeel steken, is dat niet noodzakelijk. Het is ook mogelijk om 7 de inlaat en de uitlaat zo uit te voeren dat deze steeds aan slechts een van het dekseldeel en het basisdeel uitsteken.
8
Lijst van verwijzingstekens I. Behuizing 5 2. Basisdeel behuizing 3. Dekseldeel behuizing 4. Scharnieren dekseldeel 5. Plan 6. Montagemiddelen 10 7. Inlaat behuizing 8. Uitlaat behuizing 9. Warmtewisselaar 10. Luchtverplaatser II. Elektromotor 15 12. Kooiventilator 13. Warmtewisselingsplaat 14. Spleet tussen warmtewisselingsplaten 15. Warmtewisselingsbuis 16. Toevoer warmtewisselingsbuis 20 17. Afvoer warmtewisselingsbuis 18. Slede 19. Geleiding 20. Uitsparing in dekseldeel 21. Uitsparing in basisdeel 25 22. Uithouder gestel 23. Kolom gestel 24. Onderste rand warmtewisselingsplaten 25. Opvanggoot behuizing 26. Aftapping opvanggoot 30 27. Traject tussen inlaat en uitlaat 2 8. Middenvlak warmtewisselaar 29. Uitsparing elektromotor

Claims (18)

1. Luchtbehandelinginrichting, omvattende een behuizing (1) met een inlaat (7) en een uitlaat (8) voor lucht, montagemiddelen (6) voor het monteren daarvan aan een 5 dragende constructie, zoals een wand of gestel (22, 23), een warmtewisselaar (9) alsmede een luchtverplaatser (10) die zich in de behuizing (1) bevinden, welke warmtewisselaar (9) en luchtverplaatser (10) zijn opgesteld volgens een traject (13) dat zich uitstrekt tussen de inlaat (7) en de uit laat (8) van de behuizing (1) voor het uit de behuizing afgeven van een stroom behandelde lucht, met het kenmerk dat tenminste 10 een van de warmtewisselaar (9) en de luchtverplaatser (10) is uitgevoerd als een verwisselbare eenheid, dat de behuizing (1) een houder (19) voor die eenheid omvat, en dat die eenheid ophangmiddelen (18) omvat die verschuifbaar samenwerken met de houder (19) voor het aanbrengen in, respectievelijke verwijderen uit, de behuizing (1) van die eenheid. 15
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de houder zich op afstand van elkaar in de behuizing bevindende geleidingen (19) omvat waarlangs de eenheid (9, 10) verschuifbaar is.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de geleidingen zijn uitgevoerd als profielen (19) voorzien van een doorsnede die is afgestemd op een overeenkomstige doorsnede van de ophangmiddelen (18).
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij de eenheid sleden (18) omvat die 25 verschuifbaar zijn langs de geleidingen (19).
5. Inrichting volgens conclusie 3 en 4, waarbij de sleden 18) zich bevinden aan tegenoverliggende einden van de eenheid (9, 10) en elk verschuifbaar zijn opgenomen in een overeenkomstig gevormde uitsparing van de dwarsdoorsnede van de profielen 30 (19).
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij grendelmiddelen zijn voorzien voor het vergrendelen van de eenheid (9, 10) ten opzichte van de behuizing (1) en/of de houder (19).
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de behuizing (1) een basisdeel (2) omvat alsmede een dekseldeel (3) dat verplaatsbaar en/of losneembaar aan het basisdeel is opgehangen.
8. Inrichting volgens conclusie 6 en 7, waarbij de eenheid (9, 10) in de gesloten 10 toestand van het dekseldeel (3) is vergrendeld door dat dekseldeel.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de warmtewisselaar (9) onderling evenwijdige warmtewisselingsplaten (13) omvat die zijn opgehangen aan een dwars door die warmtewisselingsplaten lopende warmtewisselingsbuis (15), welke 15 warmtewisselingsplaten (13) evenwijdig aan de schuifrichting lopen.
10. inrichting volgens conclusie 9 wanneer afhankelijk van conclusie 4 of 5, waarbij de warmtewisselingsplaten (13) evenwijdig lopen aan de bijbehorende sleden (18). 20
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder (19) en de ophangmiddelen (18) symmetrisch zijn uitgevoerd zodanig dat de eenheid (9, 10) in twee in wezen 180 graden ten opzichte van elkaar verdraaide posities opneembaar is in de houder (19). 25
12. Inrichting volgens conclusie 10 en 11, waarbij althans de warmtewisselaar (9) is uitgevoerd als verwisselbare eenheid, de warmtewisselingsplaten (13) in wezen zijn gericht overeenkomstig het traject (26) tussen de inlaat (7) en de uitlaat (8), en de houder (19) en de ophangmiddelen (18) symmetrisch zijn ten opzichte van een 30 middenvlak (28) dat dwars is gericht, bijvoorkeur onder een rechte hoek, ten opzichte van de warmtewisselingsplaten (13).
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij in de nominale gebruiksstand althans de onderrand (24) van de warmtewisselingsplaten (13) schuin is gericht en zich onder en/of nabij het laagste gedeelte van de warmtewisselingsplaten (13) een condensopvangmiddel (25, 26) bevindt voor het opvangen van de 5 warmtewisselingsplaten afkomstig vocht.
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de warmtewisselaar (9) een toevoer (16) en een afvoer (17) voor warmtewisselingsmedium heeft, welke door de behuizing (1) reiken. 10
15. Inrichting volgens conclusie 14 wanneer afhankelijk van een der conclusies 11-13, waarbij de behuizing (1) aan twee tegenoverliggende oppervlakken is voorzien van telkens een paar doorgangen (20; 21) voor de toevoer en de afvoer in de respectievelijke in wezen 180 graden ten opzichte van elkaar verdraaide posities van de 15 warmtewisselaar (9).
16. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de luchtverplaatser (10) een kooiventilator (12) omvat waarvan de draaihartlijn dwars is gericht ten opzichte van de schuifrichting. 20
17. Inrichting volgens conclusie 16 wanneer afhankelijk van conclusie 4 of 5, waarbij de draaihartlijn van de kooiventilator (12) dwars is gericht ten opzichte van de bijbehorende sleden (18).
18. Luchtbehandelinginrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de warmtewisselaar (9) is uitgevoerd als luchtkoeler.
NL2005349A 2010-09-14 2010-09-14 Luchtbehandelinginrichting. NL2005349C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005349A NL2005349C2 (nl) 2010-09-14 2010-09-14 Luchtbehandelinginrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005349A NL2005349C2 (nl) 2010-09-14 2010-09-14 Luchtbehandelinginrichting.
NL2005349 2010-09-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2005349C2 true NL2005349C2 (nl) 2012-03-15

Family

ID=43877286

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2005349A NL2005349C2 (nl) 2010-09-14 2010-09-14 Luchtbehandelinginrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2005349C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0875183A (ja) * 1994-09-06 1996-03-19 Hitachi Air Conditioning & Refrig Co Ltd 空気調和機
JP2005133969A (ja) * 2003-10-28 2005-05-26 Matsushita Electric Ind Co Ltd 空気調和機
JP2006071112A (ja) * 2004-08-31 2006-03-16 Corona Corp 空気調和機
KR20080092220A (ko) * 2007-04-11 2008-10-15 키무라코우키 가부시키가이샤 팬 코일 유닛

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0875183A (ja) * 1994-09-06 1996-03-19 Hitachi Air Conditioning & Refrig Co Ltd 空気調和機
JP2005133969A (ja) * 2003-10-28 2005-05-26 Matsushita Electric Ind Co Ltd 空気調和機
JP2006071112A (ja) * 2004-08-31 2006-03-16 Corona Corp 空気調和機
KR20080092220A (ko) * 2007-04-11 2008-10-15 키무라코우키 가부시키가이샤 팬 코일 유닛

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN106576436B (zh) 多模式冷却设备
JP2018086654A (ja) 水分及び粉塵を除去するためのルーバー装置
US20190357391A1 (en) Data centre cooling system
KR101777089B1 (ko) 차량용 공기 압축기 유닛
EP1293127A2 (en) Cooking oven having curved heat exchanger
US20040094289A1 (en) Modular self contained unit ventilator
US9470441B2 (en) Dehumidifier having flat plate air-to-air heat exchanger
WO2017099497A1 (ko) 홈 공기청정화 시스템
KR101729847B1 (ko) 공기 압축 장치
US20180127954A1 (en) Water production apparatus for rigorous climates
NL2005349C2 (nl) Luchtbehandelinginrichting.
DK3012568T3 (en) Cooling device and cooled electrical device comprising it
BE1023523A1 (nl) Werkwijze voor het koelen van een compressor of vacuümpomp en een compressor of vacuümpomp die een dergelijke werkwijze toepast
KR20190054325A (ko) 집진 여과형 냉각공조 구조를 갖는 서버 랙
JP2017040393A (ja) 空気調和機の室内機
US20180127955A1 (en) A modular apparatus for water production
JP2013518719A (ja) 対象物、特に車体を、コーティング、特に塗装するためのシステム
US6743279B2 (en) Air purification device for air handling units
KR20180002121U (ko) 서버실 냉각 장치
US20220081881A1 (en) Atmospheric water generator
US20190162430A1 (en) Air or spray washer for air conditioning units
US7797951B1 (en) Process and apparatus for chilling and slicing biological material
US6785113B1 (en) Ozone removable electrode corona generation system
CN112189117A (zh) 空气处理单元
KR20160031164A (ko) 공기 압축 시스템