NL2005348C2 - Urinoir. - Google Patents

Description

P92686NL00 Titel: Urinoir

De uitvinding heeft betrekking op een urinoir voorzien van een urinoirbekken en een afvoerpijp voorzien van een bovenste uiteinde dat is verbonden met het urinoirbekken en die bevestigbaar is aan een vloer of wand.

5

Er zijn verschillende soorten urinoirs bekend uit de praktijk. Vanzelfsprekend is daar het algemeen bekende vast, niet beweegbaar aan de wand gemonteerde urinoir dat is voorzien van een watertoevoer-aansluiting die uitmondt in het urinoirbekken om het urinoirbekken schoon 10 te spoelen.

Verder zijn zogenaamde “watervrije” urinoirs bekend. Het toiletbekken is daarbij in het algemeen voorzien van een patroon of “cartridge” die urinegeur moet tegenhouden en/of neutraliseren. Enkele voorbeelden daarvan zijn beschreven in CH-604657, GB-2 319 540, 15 WO2007149379 en W02010074411. Het voordeel van dergelijke watervrije urinoirs is dat deze een aanzienlijke hoeveelheid water besparen, hetgeen uit milieu- en kostenoverwegingen bijzonder gunstig is.

Uit de literatuur zijn ook in hoogte verstelbare urinoirs bekend. Deze constructies zijn over het algemeen tamelijk ingewikkeld in verband 20 met de ophanging van het toiletbekken en de toevoer van water. Daarbij wordt gebruik gemaakt van geleiding of scharnierarmen. Voorbeelden van dergelijke in hoogte verstelbare urinoirs zijn beschreven in US-5499405, JP-2006271746, CN-101545281. Tot slot beschrijft US7228572 nog een soort damesurinoir waarvan de positie van het toiletbekken verstelbaar is door er 25 een kracht op uit te oefenen. Het toiletbekken veert terug naar een uitgangspositie zodra de krachtsuitoefening wordt opgeheven. Het doel van 2 het uit US’572 bekende urinoir is om het toiletbekken door veerkracht tegen de bekkenbodem van een gebruikster aangedrukt te houden.

De onderhavige uitvinding beoogt een nieuw eenvoudig te 5 monteren urinoir dat beschikt over de voordelen van de hierboven beschreven urinoirs en dat niet beschikt over de genoemde nadelen.

De uitvinding verschaft hiertoe een urinoir omvattende een urinoirbekken en een afvoerpijp voorzien van een bovenste uiteinde dat is 10 verbonden met het urinoirbekken en die bevestigbaar is aan een vloer of wand, waarbij het urinoir wordt gekenmerkt doordat de afvoerpijp een flexibel deel omvat dat verbuigbaar is, waarbij de afvoerpijp de enige ondersteuning vormt voor het urinoirbekken, waarbij het urinoirbekken in verschillende standen positioneerbaar is door verbuiging van het flexibele 15 deel van de afvoerpijp en in een gewenste stand van die verschillende standen blijft staan na de genoemde verbuiging.

Bij het urinoir volgens de uitvinding heeft de afvoerpijp derhalve een dubbelfunctie, namelijk die van afvoer en van hoogte-instelbare steun, waarbij de urinoir uitsluitend door de afvoerpijp wordt gedragen. Aldus is 20 een eenvoudige montage mogelijk en wordt bovendien uit esthetisch oogpunt een bijzonder elegant urinoir verschaft. Als gevolg van de hoogteverstellingsmogelijkheid kan het urinoir zowel door grote als kleine gebruikers worden gebruikt.

In een uitvoeringsvorm kan het urinoir van het watervrije type 25 zijn. Afgezien van de hierboven genoemde aanzienlijke besparing van water en daarmee gepaard gaande verminderde milieubelasting, wordt tevens het voordeel verschaft dat er geen flexibele toevoer van water naar het toiletbekken behoeft te worden aangelegd. Bovendien is het voor de fraaiheid en eenvoud van het design bijzonder gunstig.

3

In een uitvoeringsvorm kan het urinoirbekken zijn voorzien van een handvat voor het met de hand aangrijpen ter verstelling van de positie van het urinoirbekken, waarbij het handvat zodanig is gepositioneerd dat het in gebruik niet wordt bevuild door urine.

5 Het moge duidelijk zijn dat het toiletbekken ook van meer dan één handvat kan zijn voorzien. De aanwezigheid van het handvat maakt aangrijping van het toiletbekken en daarmee verstelling van de positie van het urinoirbekken eenvoudig.

In een uitvoeringsvorm kan het flexibele deel van de afvoerpijp een 10 harmonica-vormige wand hebben ter verschaffing van de gewenste verbuigmogelijkheden.

In een alternatieve uitvoering kan het flexibele deel van de afvoerpijp een flexibele slang omvatten die is omgeven door een plastisch vervormbare wapening.

15 Van belang is dat na het verstellen van de positie van het toiletbekken deze positie behouden blijft, zodat een gebuiker snel en efficiënt gebruik kan maken van het urinoir op de voor hem geschikte hoogte. Het flexibele deel van de afvoerpijp moet derhalve niet of nauwelijk elastisch vervormingsgedrag vertonen maar in hoofdzaak beschikken over 20 plastisch vervormingsgedrag.

In een uitvoeringsvorm kan het flexible deel van de afvoerpijp zich over de volledige lengte van de afvoerpijp uitstrekken. Een dergelijke uitvoering verschaft het grootste bereik aan verstelmogelijkheden.

In een uitvoeringsvorm kan het urinoirbekken concaaf zijn 25 uitgevoerd en nabij een onderste gedeelte zijn voorzien van een uitsparing waarin een geurwerend en/of geurneutraliserend patroon opneembaar is, waarbij de uitsparing bij een onderste einde daarvan is voorzien van een uitstroomopening die uitmondt in het bovenste uiteinde van het afvoerpijp. Met name voor de watervrije uitvoering van het urinoir is een dergelijke 4 uitvoering van voordeel omdat daar geen water is om de onwelriekende urine mee weg te spoelen.

In uitvoeringsvorm waarbij het urinoirbekken concaaf is, is urinoirbekken voorzien van een bovenste omtreksrand die in 5 toegangsopening tot het urinoirbekken bepaalt. Daarbij verdient het de voorkeur wanneer twee tegenover elkaar gelegen punten van de omtreksrand die het verst van elkaar verwijderd zijn liggen op een afstand in het bereik van 120-250 mm. Het urinoir is in die uitvoeringsvorm dus veel kleiner uitgevoerd dan de algemeen bekende niet verplaatsbaar 10 opgehangen urinoirs. Een dergelijk klein urinoirbekken biedt het voordeel dat daarvoor veelal ook plaats in klein bemeten toiletruimtes, zoals bijvoorbeeld de toiletruimte van een particuliere woning. De afvoerpijp kan dan bijvoorbeeld zijn bevestigd aan de muur waarbij het stroomafwaartse uiteinde kan zijn aangesloten op bijvoorbeeld een afvoer van het reeds in de 15 toiletruimte aanwezige fonteintje of wastafeltje. Bij nieuwbouw kan vanzelfsprekend direct rekening worden gehouden met een aansluitpunt voor de afvoerpijp.

De uitvinding zal thans aan de hand van een aantal 20 uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijziging naar de tekening, nader worden verduidelijkt.

Fig. 1 toont een zij-aanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een urinoir in verschillende standen;

Fig. 2 toont een perspectief-aanzicht van een tweede 25 uitvoeringsvoorbeeld waarbij het urinoirbekken is voorzien van twee handvatten;

Fig. 3 toont een perspectief-aanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een urinoir naast een conventionele toiletpot;

Fig. 4 toont een eerste uitvoeringsvorm van het flexibele deel van 30 de afvoerpijp in doorsnede; en 5

Fig. 5 toont een tweede uitvoeringsvorm van het flexibele deel van de afvoerpijp in doorsnede.

Fig. 1 toont een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een urinoir 5 10 in verschillende posities. Het urinoir 10 is voorzien van een urinoirbekken 12. Het urinoirbekken 12 is verbonden met een afvoerpijp 14 die in het getoonde voorbeeld over een groot deel van zijn lengte wordt gevormd door een flexibel deel 14a. Duidelijk zichtbaar is hoe het flexibele deel 14a kan worden verbogen, zodat het urinoirbekken 12 in verschillende 10 stand kan worden gepositioneerd. De vervorming van het flexibele deel 14a is in hoofdzaak plastisch en zo min mogelijk elastisch, zodat na het brengen van het urinoirbekken 12 in de gewenste positie, deze zijn positie behoudt wanneer er geen kracht meer door de gebruiker op wordt uitgeoefend. Het getoonde uitvoeringsvoorbeeld betreft een uitvoeringsvorm van het urinoir 15 10 van het watervrije type.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in Fig.

2, kan het urinoirbekken 12 zijn voorzien van een handvat 16. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is sprake van twee handvatten 16. De handvatten 16 zijn bij voorkeur zodanig gepositioneerd of wegklapbaar 20 uitgevoerd dat er geen urine op spat tijdens het gebruik van het urinoir 10. Fig. 2 toont verder ook nog dat urinoirbekken 12 concaaf is uitgevoerd en dat een bovenste omtreksrand 24 toegang een toegangsopening tot het urinoirbekken 12 bepaalt. Twee tegenover elkaar gelegen punten PI, P2 van de omtreksrand 24 die het verst van elkaar verwijderd zijn, liggen op een 25 afstand D in het bereik van 120-250 mm. In plaats van de getoonde druppelvormige omtreksrand zijn ook cirkelvormige, elliptische, rechthoekige af anderszins gevormde omtreksranden 24 denkbaar.

Fig. 3 toont hoe klein het urinoirbekken 12 kan worden uitgevoerd ten opzichte een conventionele toiletpot 26. Uit Fig. 3 blijkt ook dat een 6 dergelijke uitvoeringsvorm van het urinoir 10 wat betreft het ruimtebeslag eenvoudig in een bestaande toiletruimte kan worden geplaatst.

Fig. 4 toont een doorsnede van een voorbeeld van een eerste uitvoeringsvorm het flexibele deel 14a van de afvoerpijp 14. Duidelijk 5 zichtbaar is dat de wand van het flexibele deel 14a harmonica-vormig is uitgevoerd ter verschaffing van de gewenste verbuigmogelijkheden.

Fig. 5 toont een doorsnede van een voorbeeld van een tweede uitvoeringsvorm van het flexibele deel 14 van de afvoerpijp 14. Daarbij is sprake van een flexibele slang 14b die zelf geen draagfunctie verschaft en 10 die is omgeven door een wapening 14c die plastisch vervormbaar is en die de ondersteuningsfunctie verschaft. De plastische wapening 14c kan bijvoorbeeld een plastisch deformeerbare spiraal zijn. Fig. 5 toont duidelijk dat het toiletbekken kan zijn voorzien van een uitsparing 18 waarin een geurwerend en/of geurneutraliserend patroon 20 opneembaar is. Bij het 15 onderste uiteinde is de uitsparing 18 voorzien van een uitstroomopening 22 die uitmondt in het bovenste uiteinde van de afvoerpijp 14.

De uitvinding is niet beperkt tot de onder verwijzing naar de figuren beschreven uitvoeringsvoorbeelden. De diverse uitvoeringsvormen die zijn beschreven kunnen met elkaar worden gecombineerd. De tussen 20 haakjes geplaatste verwijzingscijfers in de conclusies dienen niet te worden geïnterpreteerd als beperking van de conclusies. Het woord “een” in de conclusies dient niet te worden uitgelegd als “slechts één” maar als “ten minste één” en sluit geen meervoudigheid uit. De reikwijdte van de gevraagde bescherming wordt bepaald door de aangehechte conclusies, 25 waarbij de tekeningen en de beschrijving tot uitleg van die conclusies dienen.

Claims (8)

1. Urinoir voorzien van een urinoirbekken (12) en een afvoerpijp (14) voorzien van een bovenste uiteinde (16) dat is verbonden met het urinoirbekken (12) en die bevestigbaar is aan een vloer (V) of wand (W), met het kenmerk, dat de afvoerpijp (14) een flexibele deel (14a) omvat dat 5 verbuigbaar is, waarbij de afvoerpijp (14) tevens de enige ondersteuning vormt voor het urinoirbekken (12), waarbij het urinoirbekken (12) in verschillende standen positioneerbaar is door verbuiging van het flexibele deel (14a) van de afvoerpijp (14) en in een gewenste stand van die verschillende standen blijft staan na de genoemde verbuiging. 10

2. Urinoir volgens conclusie 1, waarbij het urinoir (10) van het watervrije type is.

3. Urinoir volgens conclusie 1 of 2, waarbij het urinoirbekken (12) is 15 voorzien van een handvat (16) voor het met de hand aangrijpen ter verstelling van de positie van het urinoirbekken (12), waarbij het handvat (16) zodanig is gepositioneerd dat het in gebruik niet wordt bevuild door urine.

4. Urinoir volgens één der conclusies 1-3, waarbij het flexibele deel (14a) van de afvoerpijp (14) een harmonica-vormige wand heeft ter verschaffing van de gewenste verbuigmogelijkheden.

5. Urinoir volgens één der conclusies 1-3, waarbij het flexibele deel 25 (14a) van de afvoerpijp (14) een flexibele slang (14b) omvat die is omgeven door een plastisch vervormbare wapening (14c) met toiletbekken-onder steuningsfunctie.

6. Urinoir volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het flexibele deel (14a) van de afvoerpijp (14) zich over de volledige lengte van de afvoerpijp (14) uitstrekt. 5

7. Urinoir volgens één der conclusies l-δ, waarbij het urinoirbekken (12) concaaf is uitgevoerd en nabij een onderste gedeelte is voorzien van een uitsparing (18) waarin een geurwerend en/of geurneutraliserend patroon (20) opneembaar is, waarbij de uitsparing (18) bij een onderste einde 10 daarvan is voorzien van een uitstroomopening (22) die uitmondt in het bovenste uiteinde van het afvoerpijp (14).

8. Urinoir volgens één er voorgaande conclusies, waarbij het urinoirbekken (12) concaaf is en is voorzien van een bovenste omtreksrand 15 (24) die in toegangsopening tot het urinoirbekken (12) bepaalt, waarbij twee tegenover elkaar gelegen punten (PI, P2) van de omtreksrand die het verst van elkaar verwijderd zijn, liggen op een afstand (D) in het bereik van 120-250 mm.