NL2005124C2 - Camera en werkwijze voor het vormen van een registratie van een afbeelding van althans een deel van een object. - Google Patents

Camera en werkwijze voor het vormen van een registratie van een afbeelding van althans een deel van een object. Download PDF

Info

Publication number
NL2005124C2
NL2005124C2 NL2005124A NL2005124A NL2005124C2 NL 2005124 C2 NL2005124 C2 NL 2005124C2 NL 2005124 A NL2005124 A NL 2005124A NL 2005124 A NL2005124 A NL 2005124A NL 2005124 C2 NL2005124 C2 NL 2005124C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
camera
registration
reflected
locations
received
Prior art date
Application number
NL2005124A
Other languages
English (en)
Inventor
Albert Gool
Wouter Joris Meijer
Original Assignee
Diaderma B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Diaderma B V filed Critical Diaderma B V
Priority to NL2005124A priority Critical patent/NL2005124C2/nl
Priority to EP11738068.3A priority patent/EP2595533A1/en
Priority to PCT/NL2011/050527 priority patent/WO2012011809A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2005124C2 publication Critical patent/NL2005124C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B5/00Measuring for diagnostic purposes; Identification of persons
    • A61B5/0059Measuring for diagnostic purposes; Identification of persons using light, e.g. diagnosis by transillumination, diascopy, fluorescence
    • A61B5/0077Devices for viewing the surface of the body, e.g. camera, magnifying lens
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B5/00Measuring for diagnostic purposes; Identification of persons
    • A61B5/44Detecting, measuring or recording for evaluating the integumentary system, e.g. skin, hair or nails
    • A61B5/441Skin evaluation, e.g. for skin disorder diagnosis
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B5/00Measuring for diagnostic purposes; Identification of persons
    • A61B5/44Detecting, measuring or recording for evaluating the integumentary system, e.g. skin, hair or nails
    • A61B5/441Skin evaluation, e.g. for skin disorder diagnosis
    • A61B5/445Evaluating skin irritation or skin trauma, e.g. rash, eczema, wound, bed sore
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B5/00Measuring for diagnostic purposes; Identification of persons
    • A61B5/68Arrangements of detecting, measuring or recording means, e.g. sensors, in relation to patient
    • A61B5/6846Arrangements of detecting, measuring or recording means, e.g. sensors, in relation to patient specially adapted to be brought in contact with an internal body part, i.e. invasive
    • A61B5/6886Monitoring or controlling distance between sensor and tissue
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B5/00Measuring for diagnostic purposes; Identification of persons
    • A61B5/48Other medical applications
    • A61B5/4842Monitoring progression or stage of a disease

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Medical Informatics (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Surgery (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Dermatology (AREA)
  • Length Measuring Devices By Optical Means (AREA)

Description

Camera en werkwijze voor het vormen van een registratie van een afbeelding van althans een deel van een object
De uitvinding heeft betrekking op een camera voor het vormen van een registratie van een afbeelding van althans een deel van een object, omvattende: - een registratie-element voor het vormen van een 5 registratie van de afbeelding; - een optiek voor het op het registratie-element projecteren van de afbeelding; en - eventueel losneembare positioneermiddelen voor het positioneren van de camera ten opzichte van het object.
10 Een dergelijke camera is bijvoorbeeld bekend uit EP-A-1 094 349, waarin een camera wordt getoond met vier lichtbronnen die respectieve lichtbundels uitzenden, waarbij de camera zich op de juiste afstand en onder een juiste hoek ten opzichte van het object bevindt wanneer de vier 15 lichtbundels elkaar kruisen ter hoogte van het object. Een nadeel van de camera uit EP-A-1 094 349 is, dat de camera niet goed gepositioneerd kan worden ten opzichte van een object met een niet-plat oppervlak.
Het is een doel van de uitvinding om bovenstaand 20 bezwaar te ondervangen. In het bijzonder is het een doel van de uitvinding een camera te verschaffen, die juist gepositioneerd kan worden ten opzichte van een object met een niet-plat oppervlak, zodanig, dat een scherpe afbeelding van het object kan worden geregistreerd.
25 Hiertoe onderscheidt de camera van de in de aanhef vermelde soort zich van de bekende camera, doordat de positioneermiddelen drie lichtbronnen omvatten voor het uitzenden van slechts drie respectieve ijklichtbundels naar het object, welke lichtbronnen zijn ingericht om in een 30 fixeerbare en/of reproduceerbare positie ten opzichte van 2 het registratie-element en/of de optiek te worden opgesteld, waarbij door het object weerkaatste ijklichtbundels via de optiek door het registratie-element ontvangen kunnen worden, en waarbij drie locaties in het registratie-element zijn 5 gedefinieerd, zodanig, dat ontvangen weerkaatste ijklichtbundels kunnen samenvallen met de drie locaties.
Doordat de positioneermiddelen drie lichtbronnen omvatten, waarbij drie ijklichtbundels worden uitgezonden die bij een juiste positionering van de camera ten opzichte 10 van het object samenvallen met drie locaties die gedefinieerd zijn in het registratie-element, is de camera voor een juiste positionering afhankelijk van drie weerkaatslocaties in het object in plaats van één enkele invallocatie. Wanneer een enkele invallocatie zich in een 15 niet-vlak deel van het object bevindt, kan er sprake van zijn, dat de camera juist gepositioneerd lijkt ten opzichte van die ene invallocatie, maar het niet is ten opzichte van de rest van het object. Bij drie weerkaatslocaties wordt deze kans zodanig gereduceerd, dat de camera volgens de 20 uitvinding met een grote kans juist gepositioneerd kan worden ten opzichte van het object. Hierbij kan een hoge mate van nauwkeurigheid en/of instelbaarheid en/of reproduceerbaarheid worden bereikt. De ijklichtbundels hebben een doorsnede die bij voorkeur klein is ten opzichte 25 van althans het deel van het object, zodanig, dat de camera nauwkeurig ten opzichte van het object kan worden gepositioneerd. Bij voorkeur kan de doorsnede van de ijklichtbundels zo klein zijn, dat men zou kunnen spreken van ijklichtstralen.
30 Opgemerkt wordt, dat onder ijklichtbundels eveneens negatieve ijklichtbundels worden verstaan. Onder een negatieve lichtbundel wordt hier verstaan, dat de drie lichtbronnen een lichtbundel met een onderbreking daarin 3 uitzenden, waarbij juist de onderbreking kan samenvallen de drie locaties voor een juiste positionering.
Opgemerkt wordt voorts, dat onder een lichtbron datgene wordt verstaan, dat een lichtbundel uitzendt. Dit zou 5 bijvoorbeeld ook slechts één lamp kunnen zijn die drie lichtbundels uitzendt, waarbij de lamp derhalve drie lichtbronnen omvat. Ook zou een lamp bijvoorbeeld slechts één positieve lichtbundel kunnen uitzenden met daarin drie onderbrekingen, waardoor drie negatieve lichtbundels worden 10 uitgezonden. Hier is eveneens sprake van drie lichtbronnen voor de drie negatieve lichtbundels.
Het samenvallen van de ontvangen weerkaatste ijklichtbundels met de drie locaties in het registratie-element kan bijvoorbeeld automatisch worden vastgesteld.
15 Bij voorkeur wordt de camera voorafgaand aan het eerste gebruik zodanig ingesteld, dat met behulp van de bekende ruimtelijke geometrie van de camera en een eventueel fictief referentievlak, dat onder een hoek, bijvoorbeeld loodrecht, staat ten opzichte van de optische as van de optiek en dat 20 zich op een bepaalde afstand van het optische middelpunt van de optiek bevindt, wordt bepaald, dat de eventueel fictieve uitgezonden ijklichtbundels bij een weerkaatsing van dit referentievlak samenvallen met de drie locaties in het registratie-element. Dit heeft het voordeel, dat de camera 25 ingesteld kan worden zonder de aanwezigheid van het object waarvan een registratie wordt gevormd. Eventueel kan de camera telkens wanneer dat gewenst is op de hiervoor beschreven wijze worden ingesteld, bijvoorbeeld wanneer een van de lichtbronnen uit de bekende positie ten opzichte van 30 de optiek is verplaatst.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de camera volgens de uitvinding omvat de camera optische weergavemiddelen voor het weergeven van de registratie, welke weergavemiddelen 4 zijn ingericht voor het weergeven van de drie locaties en de ontvangen weerkaatste ijklichtbundels.
Door gebruik van de optische weergavemiddelen kan de gebruiker eenvoudig visueel vaststellen of de weerkaatste 5 ijklichtbundels samenvallen met de drie gedefinieerde locaties in het registratie-element. Op deze wijze kan het juist positioneren van de camera ten opzichte van het object eenvoudig plaatsvinden.
Bijvoorbeeld zijn de weergavemiddelen gekozen uit de 10 groep, omvattende: een optisch richtmiddel, een cameradisplay en een computerscherm.
Praktisch omvat de camera koppelmiddelen voor het koppelen van de camera met een computer voor het toevoeren van de registratie aan de computer. De computer kan zich 15 bijvoorbeeld in de nabijheid van de camera bevinden, zodanig, dat de camera en de computer over een korte afstand met elkaar worden gekoppeld. Alternatief kan de computer zich op een grotere afstand van de camera bevinden, zodanig, dat de registratie op afstand van de camera kan worden 20 verwerkt. De computer kan zodanig zijn ingericht, dat deze automatisch een rapportage maakt van een toegevoerde registratie.
Bij voorkeur omvat de camera een vierde lichtbron voor het uitzenden van een registratielichtbundel naar het 25 object. Onder registratielichtbundel wordt eveneens een registratielichtstraal verstaan.
Een dergelijke vierde lichtbron heeft het voordeel, dat hiervoor eventueel een andere lichtbron kan worden toegepast dan voor de ijklichtbundels. De vierde lichtbron kan in het 30 bijzonder geschikt zijn om een bepaald deel van het object te belichten voor het vormen van de registratie.
5
In een uitvoeringsvorm van de camera volgens de uitvinding zendt de vierde lichtbron een waaiervormige bundel of een parallelle bundel uit.
Een parallelle bundel of een waaiervormige bundel is in 5 het bijzonder geschikt als invallend licht, aangezien met behulp van een dergelijke bundel goed een 2D-diepteprofiel van het object kan worden vastgesteld. De waaiervormige bundel kan zowel een divergerende bundel zijn of een platte waaiervormige bundel.
10 Optioneel kan door de of elke registratielichtbron licht worden geprojecteerd met een bekend patroon, zoals bijvoorbeeld in de vorm van lijnen, of een rooster of net (opgebouwd uit bijvoorbeeld lijnen of punten), of vele verschillende geometrische vormen in een geordend of 15 ongeordend patroon. Eventueel kan gebruik worden gemaakt van bijvoorbeeld multi-line-lasers of van beweeglijke projectie van de laserlijnen, ook wel scannen genoemd. Eventueel kan gebruik worden gemaakt van een camera die beweegt ten opzichte van het object, bijvoorbeeld door de camera te 20 verbinden met een standaard waarvan de beweging in de ruimte kan worden aangestuurd, bijvoorbeeld elektronisch. Eventueel kan gebruik worden gemaakt van een bewegend object, bijvoorbeeld een roterend wiel. Door opnamen die in de tijd achtereenvolgens zijn gemaakt, kan optioneel een dynamisch 25 beeld worden verkregen.
In een andere uitvoeringsvorm van de camera volgens de uitvinding hebben de golflengtes van de drie uitgezonden ijklichtbundels en/of de registratielichtbundel een smalle bandbreedte, ook wel multispectraallicht genoemd.
30 In een andere uitvoeringsvorm van de camera volgens de uitvinding zijn de golflengtes van de drie uitgezonden ijklichtbundels en/of de registratielichtbundel onderling verschillend.
6
De lichtbronnen kunnen eventueel volgens een bepaalde volgorde snel aan en uit worden gezet, voor het onderling onderscheiden van het door de lichtbronnen uitgezonden licht.
5 De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vormen van een registratie van een afbeelding van althans een deel van een object met gebruik van een camera zoals hiervoor beschreven, welke werkwijze de stappen omvat: a) het verschaffen van de camera, die omvat: 10 - een registratie-element voor het vormen van een registratie van de afbeelding; - een optiek voor het op het registratie-element projecteren van de afbeelding; en - eventueel losneembare positioneermiddelen voor 15 het positioneren van de camera ten opzichte van het object, welke positioneermiddelen drie lichtbronnen omvatten voor het uitzenden van slechts drie respectieve ijklichtbundels naar het object, welke lichtbronnen zijn ingericht om in een fixeerbare en/of reproduceerbare positie ten opzichte van 20 het registratie-element en/of de optiek te worden opgesteld, waarbij door het object weerkaatste ijklichtbundels via de optiek door het registratie-element ontvangen kunnen worden, en waarbij drie locaties in het registratie-element zijn gedefinieerd, zodanig, dat ontvangen weerkaatste 25 ijklichtbundels kunnen samenvallen met de drie locaties; b) het verplaatsen van de camera, zodanig, dat elk van de drie ontvangen weerkaatste ijklichtbundels samenvalt met een respectieve locatie in het registratie-element; en c) het vormen van een registratie van de afbeelding.
30 Met een werkwijze volgens de uitvinding kan de camera op efficiënte wijze juist gepositioneerd worden ten opzichte van een object, doordat alle vrijheidsgraden van de positie van de camera ten opzichte van het object zijn ondervangen 7 op het moment dat elk van de drie ontvangen weerkaatste ijklichtbundels samenvalt met een respectieve locatie in het registratie-element.
Een bijkomend voordeel van de werkwijze volgens de 5 uitvinding is, dat het vormen van de registratie van het object kan plaatsvinden, zonder dat de camera in contact wordt gebracht met het object.
Bij voorkeur omvat de werkwijze de stappen: d) het definiëren van twee objectlocaties op het 10 oppervlak van het object; e) het onderling verplaatsen van de camera en het object, zodanig, dat twee van de drie uitgezonden ijklichtbundels elk in het gebied van een respectieve objectlocatie door het object worden ontvangen en worden 15 weerkaatst; en f) het definiëren van een conventie met betrekking tot de derde ijklichtbundel die niet in het gebied van een objectloctatie door het object wordt ontvangen en wordt weerkaatst.
20 Door het definiëren van twee objectlocaties op het oppervlak van het object, kan telkens een bepaald deel van het object worden geregistreerd. Op deze wijze wordt niet alleen een registratie verschaft waarbij de camera juist gepositioneerd is voor het vormen van een scherpe 25 registratie, maar ook een registratie van telkens hetzelfde bepaalde deel van het object. Wanneer twee objectlocaties worden vastgesteld, dient een conventie te worden gedefinieerd met betrekking tot de derde ijklichtbundel die niet in het gebied van een van de twee gedefinieerde 30 objectlocaties door het object wordt ontvangen en wordt weerkaatst. Een dergelijke conventie kan bijvoorbeeld omvatten, dat de derde ijklichtbundel zich altijd links van 8 de twee objectlocaties bevindt wanneer de camera vanuit een bepaalde richting op het object wordt gericht.
Meer bij voorkeur omvat de werkwijze de stappen: g) het definiëren van drie objectlocaties op het 5 oppervlak van het object; en h) het onderling verplaatsen van de camera en het object, zodanig, dat elk van de drie uitgezonden ijklichtbundels in het gebied van een respectieve objectlocatie door het object worden ontvangen en worden 10 weerkaatst.
Door het definiëren van drie objectlocaties op het oppervlak van het object, waarbij de ijklichtbundels samenvallen met de respectieve objectlocaties, kan worden bereikt, dat telkens een registratie wordt gevormd van een 15 bepaald deel van het object, net zoals bij twee objectlocaties. Het definiëren van drie objectlocaties heeft het voordeel ten opzichte van twee objectlocaties, dat geen conventie nodig is.
In een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens 20 de uitvinding omvat de werkwijze de stap: i) het uitzenden van een registratielichtbundel naar het object, welke registratielichtbundel door het object wordt ontvangen en weerkaatst, zodanig, dat de weerkaatste registratielichtbundel door het registratie-element wordt 25 ontvangen.
Door het uitzenden van een registratielichtbundel kan een bepaald deel van het object worden belicht, zodat het object duidelijk zichtbaar is in de gevormde registratie.
Bij voorkeur omvat de werkwijze de stappen: 30 j) het definiëren van een referentievlak, dat onder een hoek staat ten opzichte van een optische as van de optiek en dat zich op een vooraf bepaalde afstand van het optische middelpunt van de optiek bevindt; en 9 k) het bepalen van de loodrechte afstand tussen het referentievlak en een locatie waarin de registratielichtbundel door het object wordt ontvangen en wordt weerkaatst.
5 Door het bepalen van de loodrechte afstand tussen het referentievlak en de locatie waarin de registratielichtbundel door het object wordt ontvangen en wordt weerkaatst kan eenvoudig een diepteprofiel van het object worden vastgesteld. Een dergelijk diepteprofiel kan 10 in het bijzonder worden toegepast voor het controleren van objecten op slijtage. Een gebruiker kan namelijk eenvoudig vaststellen op hoe het object slijt op bepaalde plaatsen, aangezien de diepte van het object een maat kan zijn voor de slij tage.
15 Eveneens kan het referentievlak worden gebruikt voor het instellen van de camera zonder de aanwezigheid van het object waarvan een registratie wordt gevormd, zoals hiervoor beschreven. Het referentievlak kan nauwkeurig worden bepaald onafhankelijk van het object, waardoor de camera nauwkeurig 20 kan worden ingesteld.
Een ander voordeel van het definiëren van het referentievlak is, dat dit referentievlak kan worden gebruikt voor het instellen van de camera voorafgaand aan het eerste gebruik of telkens wanneer dat gewenst is.
25 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat deze de stappen: l) het vormen van een aantal registraties van afbeeldingen van althans het deel van het object, waarbij telkens een volgende registratie wordt gevormd na een 30 bepaalde tijdseenheid; en m) het onderling vergelijken van het aantal registraties.
10
Zoals hiervoor aangegeven, kan met de camera en de werkwijze volgens de uitvinding een registratie van een afbeelding van althans een deel van een object worden gevormd, waarbij de positie van de camera ten opzichte van 5 het object juist is en/of waarbij telkens hetzelfde deel van een object kan worden geregistreerd. Dit principe kan voordelig worden toegepast voor het vormen van een aantal registraties van het object op opeenvolgende tijdstippen, zodanig, dat veranderingen van het object in de tijd kunnen 10 worden vastgesteld. De bepaalde tijdseenheid kan elke geschikte tijdseenheid zijn, welke tijdseenheid telkens gelijk kan zijn of juist verschillend. Het vaststellen van veranderingen in het oppervlak van het object kan bijvoorbeeld voordelig worden toegepast voor het bepalen van 15 de slijtage van een object.
In het bijzonder kan de werkwijze volgens de uitvinding worden toegepast bij onderzoeken naar de huid van een patiënt. Door telkens na verloop van een bepaalde tijdseenheid een registratie te vormen van bijvoorbeeld een 20 huidwond kan eenvoudig worden vastgesteld of de wond zich herstelt of dat de wond juist verergert. Bij diabetespatiënten kan het voorkomen, dat de patiënten een wond krijgen aan hun voet, door een combinatie van gestoorde bloed- en zenuwvoorziening. Aangezien het lastig kan zijn 25 voor patiënten om een registratie van een afbeelding van de voet te maken, waarbij de camera juist gepositioneerd is, kan deze werkwijze hiervoor zeer geschikt worden toegepast. Voorts is de werkwijze zeer voordeling bij onderzoeken naar de huid, doordat bij de werkwijze volgens de uitvinding de 30 camera niet in contact wordt gebracht met de huid. Hierdoor kan de kans op besmetting worden gereduceerd.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat deze de stappen: 11 n) het vormen van een aantal registraties van afbeeldingen van telkens althans het deel van een aantal objecten; en o) het onderling vergelijken van die registraties.
5 Door telkens een registratie te vormen van hetzelfde deel van een aantal objecten, kunnen deze registraties met elkaar worden vergeleken voor het vaststellen van overeenkomsten en verschillen tussen gelijksoortige objecten. Dit kan in het bijzonder voordelig worden 10 toegepast voor het vaststellen van slijtage, waarbij eenvoudig kan worden vastgesteld of een bepaald object sneller slijt dan een ander soortgelijk object.
In de hiervoor beschreven werkwijze voor het vormen van een registratie van althans een deel van een object, kan de 15 registratie worden gevormd met betrekking tot ten minste één van het volgende van althans het deel van het object: een diepte van het oppervlak; een bepaalde vorm; een omvang; een begrenzing; en een rand. Eventueel kan een aantal deelregistraties worden samengenomen voor het vormen van een 20 totale registratie.
Eventueel kan in de hiervoor beschreven werkwijze voor het vormen van een registratie van althans een deel van een object gebruik worden gemaakt van een correctie van omgevingslicht, ook wel foutlichtcorrectie genoemd.
25 De uitvinding kan in het bijzonder zien op een werkwijze voor het vormen van een registratie van een afbeelding van althans een deel van een biologisch en/of levend oppervlak, in het bijzonder de huid van een individu. Bijvoorbeeld kan een registratie worden gevormd van een 30 huiddefect.
De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het analyseren van één of meer registraties van een afbeelding van althans een deel van één of meer objecten, 12 waarbij de of elke registratie is gevormd met gebruik van een camera zoals hiervoor beschreven, en middels een werkwijze zoals hiervoor beschreven. In de analyse kan de registratie bijvoorbeeld worden samengevoegd met andere 5 informatie over het object. De analyse kan bijvoorbeeld op afstand van de camera plaatsvinden, waarmee bedoeld wordt, dat het vormen van de registratie en het analyseren van de registratie los van elkaar kan plaatsvinden. De analyse zou na een bepaalde tijdseenheid na het vormen van de 10 registratie kunnen plaatsen, welke bepaalde tijdseenheid elke geschikte tijdseenheid kan zijn. Op deze wijze kan het vormen van de registratie en het analyseren van de registratie los van elkaar plaatsvinden.
Bij voorkeur worden twee of meer registraties van een 15 afbeelding van althans een deel van één of meer objecten gevormd, waarbij de werkwijze voor het analyseren van de registraties de stappen omvat: p) het onderling vergelijken van de twee of meer registraties; en 20 q) het vaststellen van verschillen tussen de twee of meer registraties.
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren, waarbij: - figuren IA-1C een camera volgens de uitvinding in 25 perspectief tonen; - figuren 2A-2C het registratie-element van de camera uit figuren IA-1C tonen; - figuren 3A-3C het registratie-element van een camera volgens een tweede uitvoeringsvorm tonen; 30 - figuren 4A-4C het registratie-element van een camera volgens een derde uitvoeringsvorm tonen; - figuren 5A,5B een schematisch zij-aanzicht van de camera uit figuren 1A-C tonen; 13 - figuur 6 een schematische weergave van een referentievlak toont; en - figuur 7 een camera volgens een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding in perspectief toont.
5 Figuren IA-1C tonen een camera 1 voor het vormen van een registratie van een afbeelding van althans een deel van een object 2. De camera 1 omvat een registratie-element 3 voor het vormen van een registratie van de afbeelding, een optiek 4 voor het op het registratie-element 3 projecteren 10 van de afbeelding en drie lichtbronnen 5-7, welke lichtbronnen 5-7 vast verbonden zijn met de camera 1 middels respectieve verbindingsstaven 8-10, zodanig, dat de lichtbronnen 5-7 gefixeerd ten opzichte van de optiek 4 zijn opgesteld. In andere uitvoeringsvormen van de camera 1 15 kunnen de lichtbronnen 5-7 losneembaar ten opzichte van de camera worden opgesteld, waarbij de positie van de lichtbronnen 5-7 ten opzichte van de optiek 4 reproduceerbaar is.
In figuur IA zijn drie locaties 11-13 in het 20 registratie-element 3 gedefinieerd. De camera 1 is juist gepositioneerd ten opzichte van het object 2 wanneer door de lichtbronnen 5-7 uitgezonden en van het object 2 weerkaatste ijklichtbundels, die in de figuren worden weergegeven als ijklichtstralen, samenvallen met deze drie respectieve 25 locaties 11-13.
In figuur IA zijn fictieve ijklichtstralen 14-16 weergegeven. De camera kan voorafgaand aan het eerste gebruik of wanneer dat gewenst is worden ingesteld door deze fictieve ijklichtstralen 14-16 ten opzichte van een fictief 30 referentievlak (niet getoond), dat loodrecht op een optische as van de optiek 4 staat en zich op een bepaalde afstand van het optische middelpunt van de optiek 4 bevindt, fictief te laten weerkaatsen en op te vangen in het registratie-element 14 3. Wanneer de camera juist gepositioneerd is ten opzichte van dit fictieve referentievlak vallen de locaties in het registratie-element 3 waar de fictieve ijklichtstralen 14-16 worden ontvangen samen met de drie gedefinieerde locaties 5 11-13. Op deze wijze kan de camera 1 onafhankelijk van het object 2 worden ingesteld. Eventueel kunnen de fictieve ijklichtstralen 14-16 reële ijklichtstralen zijn.
Figuur 1B en 1C tonen de camera 1 wanneer deze onjuist, respectievelijk juist, ten opzichte van het object 2 10 gepositioneerd is. De uitgezonden ijklichtstralen 20,22,24 worden door het object 2 weerkaatst en als weerkaatste ijklichtstralen 21,23,25 in respectieve ontvanglocaties 26-28 in het registratie-element 3 ontvangen. Uit figuur 1B blijkt, dat de ontvanglocaties 26-28 niet samenvallen met de 15 gedefinieerde locaties 11-13. Hieruit blijkt, dat de camera onjuist gepositioneerd is ten opzichte van het object 2. De gebruiker kan nu de camera 1 en het object 2 ten opzichte van elkaar verplaatsen totdat de ontvangen weerkaatste ijklichtstralen 21,23,25 samenvallen met de locaties 11-13 20 in het registratie-element 3. Bijvoorbeeld kan automatisch worden vastgeld of de ontvanglocaties 26-28 samenvallen met de gedefinieerde locaties 11-13. Wanneer de camera 1 optische weergavemiddelen heeft voor het weergeven van de registratie (niet afgebeeld), kan het samenvallen van de 25 ontvanglocaties 26-28 en de gedefinieerde locaties 11-13 ook visueel worden vastgesteld door de gebruiker.
Figuur 2 toont schematisch de situatie waarin de locaties 11-13 in het registratie-element 3 zijn gedefinieerd (A), de situatie waarin de ontvangstlocaties 30 26-28 niet samenvallen met de gedefinieerde locaties 11-13, ofwel onjuiste positionering van de camera ten opzichte van het object (B), en de situatie waarin de ontvangstlocaties 26-28 samenvallen met de gedefinieerde locaties 11-13, ofwel 15 juiste positionering van de camera ten opzichte van het obj eet (C) .
In figuren 1B en 1C worden voorts objectlocaties 30-32 getoond, die gedefinieerd zijn op het oppervlak van het 5 object 2. De objectlocaties 30-32 kunnen bijvoorbeeld worden gemarkeerd op het oppervlak van het object 2 of deze kunnen natuurlijke markeringspunten zijn. Bijvoorbeeld wanneer het object 2 de huid van een persoon is, kan een markeringspunt aanwezig zijn in de vorm van een moedervlek, of een locatie 10 op een moedervlek. De camera 1 kan nu telkens op een bepaald deel van het object 2 worden gericht door de ijklichtstralen 20,22,24 in het gebied van een respectieve objectlocatie 20-32 door het object 2 te laten ontvangen en te laten weerkaatsen. Duidelijk is, dat twee objectlocaties voldoende 15 zijn, wanneer ten opzichte van de derde ijklichtstraal een bepaalde conventie wordt gedefinieerd. De conventie kan bijvoorbeeld omvatten, dat ijklichtstraal 23 rechts ten opzichte van de objectlocaties 30,32 door het oppervlak van het object 2 wordt ontvangen en wordt weerkaatst wanneer de 20 camera 1 zich in de getoonde positie bevindt, waarbij de lichtbron 5 de bovenste lichtbron is en de objectlocatie 30 de bovenste objectlocatie. Op deze wijze zouden slechts twee objectlocaties gedefinieerd hoeven te worden. In plaats van objectlocaties kan eveneens sprake zijn van vormherkenning 25 van een deel van het oppervlak van het object 2, waarbij de camera 1 een registratie van het object 2 vormt wanneer de bepaalde vorm wordt herkend. Bij de huid kan dit bijvoorbeeld de vorm van de moedervlek zijn, of de vorm van een wondrand. Door het definiëren van objectlocaties of 30 vormherkenning kan worden bereikt, dat telkens het bepaalde deel van het object 2 wordt geregistreerd, waardoor verschillende registraties die op verschillende tijdstippen gevormd zijn van hetzelfde object 2 of van verschillende 16 soortgelijke objecten 2, eenvoudig met elkaar vergeleken kunnen worden. Hierdoor kunnen oppervlakken van soortgelijke objecten 2 met elkaar vergeleken worden of kunnen veranderingen in een oppervlak van een object 2 bij gehouden 5 worden.
Figuur 3A toont schematisch de situatie waarin de locaties 11-13 in het registratie-element 3 zijn gedefinieerd voor een tweede uitvoeringsvorm van de camera, waarin de lichtbronnen waaiervormige bundels uitzenden. De 10 waaiervormigde bundels worden weerkaats door het object en als ontvangstlijnen 260, 270, 280 weergegeven in het registratie-element 3. In figuur 3B is de situatie weergegeven waarin de ontvangstlijnen 260, 270, 280 niet samenvallen met de gedefinieerde locaties 11-13, ofwel 15 onjuiste positionering van de camera ten opzichte van het object. In figuur 3C is de situatie weergegeven waarin de ontvangstlijnen 260, 270, 280 samenvallen met de gedefinieerde locaties 11-13, ofwel juiste positionering van de camera ten opzichte van het object.
20 Figuur 4A toont schematisch de situatie waarin de locaties 11-13 in het registratie-element 3 zijn gedefinieerd voor een derde uitvoeringsvorm van de camera, waarin de lichtbronnen waaiervormige bundels uitzenden met een onderbreking daarin, of waarin de lichtbronnen een 25 parallelle bundel uitzenden en tegelijk een zogenaamde scanbeweging uitvoeren met een onderbreking daarin. De bundels worden weerkaats door het object en als ontvangstlijnen 2600, 2700, 2800 met respectieve onderbrekingen 2610, 2710, 2810 weergegeven in het 30 registratie-element 3. In figuur 4B is de situatie weergegeven waarin de onderbrekingen 2610, 2710, 2810 niet samenvallen met de gedefinieerde locaties 11-13, ofwel onjuiste positionering van de camera ten opzichte van het 17 object. In figuur 4C is de situatie weergegeven waarin de onderbrekingen 2610, 2710, 2810 samenvallen met de gedefinieerde locaties 11-13, ofwel juiste positionering van de camera ten opzichte van het object.
5 Figuren 5A en 5B tonen een referentievlak 40, dat zodanig gedefinieerd is, dat het referentievlak 40 loodrecht staat op een optische as 41 van de optiek 4 en zich op een vooraf bepaalde afstand 61 van het optische middelpunt 42 van de optiek 4 bevindt.
10 Figuur 5B toont een lichtbron 50 voor het uitzenden van een registratielichtbundel die wordt weergegeven als een registratielichtstraal 51 naar het object 2. De lichtbron 50 kan gelijk zijn aan elk van de drie lichtbronnen 5-7, maar kan ook een vierde lichtbron zijn. De registratielichtstraal 15 51 wordt ontvangen en weerkaatst door het object 2 in locatie 52. In ontvanglocatie 53 wordt de registratielichtstraal 51 ontvangen in het registratie-element 3.
In het geval dat het referentievlak loodrecht staat op 20 de optische as, kan een loodrechte afstand 60 tussen het referentievlak 40 en de locatie 52 waarin de registratielichtstraal 51 door het object 2 wordt ontvangen en wordt weerkaatst, worden bepaald, doordat deze afstand 60 gelijk is aan de loodrechte afstand 62 van locatie 52 tot 25 het optische hoofdvlak 63, welk optisch hoofdvlak 63 loodrecht staat op de optische as 41 en het optische middelpunt 42 omvat, minus de loodrechte afstand 61 tussen het optisch middelpunt 42 en het referentievlak 40 (zie figuur 6). Door de registratielichtstraal 51 te verplaatsen, 30 zodanig, dat telkens een andere locatie 52 wordt belicht, kan van elk van de locaties 52 de diepte tot aan het referentievlak 40 worden bepaald. Op deze wijze kan een 18 diepteprofiel worden gevormd van het oppervlak van het object 2.
De ruimtelijke positie van de weerkaatslocatie ten opzichte van de camera (registratie-element en/of optiek) 5 kan worden bepaald met toepassing van optische principes, zoals bijvoorbeeld: • voor een smalle parallelle registratielichtbundel geldt, dat de weerkaatslocatie het snijpunt is van de uitgezonden registratielichtbundel en die weerkaatste 10 lichtbundel die als een rechte lijn gaat door het optische middelpunt en de locatie in het registratie-element waarin de registratielichtbundel wordt afgebeeld; en • voor overige registratielichtbundels geldt, dat de 15 positie van de weerkaatslocatie kan worden afgeleid met behulp van analysemethoden zoals bijvoorbeeld: 1) triangulatie en/of 2) vectoranalyse met het optische middelpunt als oorsprong en toepassing van wereldcoördinaten.
20 In figuur 7 wordt een alternatieve lichtbron 500 getoond voor het uitzenden van een waaiervervormige registratielichtbundel die wordt weergegeven als registratielichtstralen 510 naar het object 2. Op de hiervoor beschreven wijze kan de loodrechte afstand tussen 25 het referentievlak en de locaties 520 waarin de registratielichtstralen 510 door het object 2 worden ontvangen en worden weerkaatst worden bepaald, waardoor een diepteprofiel kan worden gevormd van het oppervlak van het object 2.
30 De uitvinding beperkt zich niet tot de getoonde uitvoeringsvormen, doch strekt zich eveneens uit tot varianten binnen het bereik van de aangehechte conclusies.

Claims (14)

1. Camera voor het vormen van een registratie van een afbeelding van althans een deel van een object, omvattende: - een registratie-element voor het vormen van een 5 registratie van de afbeelding; - een optiek voor het op het registratie-element projecteren van de afbeelding; en - eventueel losneembare positioneermiddelen voor het positioneren van de camera ten opzichte van het object, 10 met het kenmerk, dat de positioneermiddelen drie lichtbronnen omvatten voor het uitzenden van slechts drie respectieve ijklichtbundels naar het object, welke lichtbronnen zijn ingericht om in een fixeerbare en/of reproduceerbare positie ten opzichte van 15 het registratie-element en/of de optiek te worden opgesteld, waarbij door het object weerkaatste ijklichtbundels via de optiek door het registratie-element ontvangen kunnen worden, en waarbij drie locaties in het registratie-element zijn gedefinieerd, zodanig, dat ontvangen weerkaatste 20 ijklichtbundels kunnen samenvallen met de drie locaties.
2. Camera volgens conclusie 1, omvattende: - optische weergavemiddelen voor het weergeven van de registratie, welke weergavemiddelen zijn ingericht voor het 25 weergeven van de drie locaties en de ontvangen weerkaatste ij klichtbundels.
3. Camera volgens conclusie 2, waarbij de weergavemiddelen zijn gekozen uit de groep, omvattende: een optisch 30 richtmiddel, een cameradisplay en een computerscherm.
4. Camera volgens een der conclusies 1-3, omvattende koppelmiddelen voor het koppelen van de camera met een computer voor het toevoeren van de registratie aan de computer. 5
5. Camera volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een vierde lichtbron voor het uitzenden van een registratielichtbundel naar het object.
6. Camera volgens conclusie 5, waarbij de vierde lichtbron een waaiervormige bundel of een parallelle bundel uitzendt.
7. Camera volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de golflengtes van de drie uitgezonden ijklichtbundels en/of 15 de registratielichtbundel onderling verschillend zijn.
8. Werkwijze voor het vormen van een registratie van een afbeelding van althans een deel van een object met gebruik van een camera volgens een der voorgaande conclusies, welke 20 werkwijze de stappen omvat: a) het verschaffen van de camera, die omvat: - een registratie-element voor het vormen van een registratie van de afbeelding; - een optiek voor het op het registratie-element 25 projecteren van de afbeelding; en - eventueel losneembare positioneermiddelen voor het positioneren van de camera ten opzichte van het object, welke positioneermiddelen drie lichtbronnen omvatten voor het uitzenden van slechts drie respectieve ijklichtbundels 30 naar het object, welke lichtbronnen zijn ingericht om in een fixeerbare en/of reproduceerbare positie ten opzichte van het registratie-element en/of de optiek te worden opgesteld, waarbij door het object weerkaatste ijklichtbundels via de optiek door het registratie-element ontvangen kunnen worden, en waarbij drie locaties in het registratie-element zijn gedefinieerd, zodanig, dat ontvangen weerkaatste ijklichtbundels kunnen samenvallen met de drie locaties; 5 b) het verplaatsen van de camera, zodanig, dat elk van de ontvangen weerkaatste ijklichtbundels samenvalt met een respectieve locatie in het registratie-element; en c) het vormen van een registratie van de afbeelding.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, omvattende de stappen: d) het definiëren van twee objectlocaties op het oppervlak van het object; e) het onderling verplaatsen van de camera en het object, zodanig, dat twee van de drie uitgezonden 15 ijklichtbundels elk in het gebied van een respectieve objectlocatie door het object worden ontvangen en worden weerkaatst; en f) het definiëren van een conventie met betrekking tot de derde ijklichtbundel die niet in het gebied van een vande 20 twee gedefinieerde objectlocaties door het object wordt ontvangen en wordt weerkaatst.
10. Werkwijze volgens conclusie 8, omvattende de stappen: g) het definiëren van drie objectlocaties op het 25 oppervlak van het object; en h) het onderling verplaatsen van de camera en het object, zodanig, dat elk van de drie uitgezonden ijklichtbundels in het gebied van een respectieve objectlocatie door het object worden ontvangen en worden 30 weerkaatst.
11. Werkwijze volgens een der conclusies 8-10, omvattende de stap: i) het uitzenden van een registratielichtbundel naar het object, welke registratielichtbundel door het object wordt ontvangen en weerkaatst, zodanig, dat de weerkaatste registratielichtbundel door het registratie-element wordt 5 ontvangen.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, omvattende de stappen: j) het definiëren van een referentievlak, dat onder een hoek staat ten opzichte van een optische as van de optiek en 10 dat zich op een vooraf bepaalde afstand van het optische middelpunt van de optiek bevindt; en k) het bepalen van de loodrechte afstand tussen het referentievlak en een locatie waarin de registratielichtbundel door het object wordt ontvangen en 15 wordt weerkaatst.
13. Werkwijze volgens een der conclusies 8-12, omvattende de stappen: l) het vormen van een aantal registraties van 20 afbeeldingen van althans het deel van het object, waarbij telkens een volgende registratie wordt gevormd na een bepaalde tijdseenheid; en m) het onderling vergelijken van het aantal registraties. 25
14. Werkwijze volgens een der conclusies 8-12, omvattende de stappen: n) het vormen van een aantal registraties van afbeeldingen van telkens althans het deel van een aantal 30 objecten; en o) het onderling vergelijken van die registraties.
NL2005124A 2010-07-21 2010-07-21 Camera en werkwijze voor het vormen van een registratie van een afbeelding van althans een deel van een object. NL2005124C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005124A NL2005124C2 (nl) 2010-07-21 2010-07-21 Camera en werkwijze voor het vormen van een registratie van een afbeelding van althans een deel van een object.
EP11738068.3A EP2595533A1 (en) 2010-07-21 2011-07-20 Camera and method for forming a recording of an image of at least a part of an object
PCT/NL2011/050527 WO2012011809A1 (en) 2010-07-21 2011-07-20 Camera and method for forming a recording of an image of at least a part of an object

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005124 2010-07-21
NL2005124A NL2005124C2 (nl) 2010-07-21 2010-07-21 Camera en werkwijze voor het vormen van een registratie van een afbeelding van althans een deel van een object.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2005124C2 true NL2005124C2 (nl) 2012-01-24

Family

ID=43501462

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2005124A NL2005124C2 (nl) 2010-07-21 2010-07-21 Camera en werkwijze voor het vormen van een registratie van een afbeelding van althans een deel van een object.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2595533A1 (nl)
NL (1) NL2005124C2 (nl)
WO (1) WO2012011809A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3144889A1 (en) 2015-09-17 2017-03-22 Thomson Licensing Method and system for calibrating an image acquisition device and corresponding computer program product

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4993826A (en) * 1987-11-25 1991-02-19 Taunton Technologies, Inc. Topography measuring apparatus
EP0470942A1 (en) * 1990-08-08 1992-02-12 Nikon Precision Inc., Method and apparatus for detecting focusing errors utilizing chromatic aberration
US5557350A (en) * 1994-04-15 1996-09-17 Nidek Co. Ltd. Ophthalmometric apparatus with alignment device including filter means
EP0931504A1 (en) * 1998-01-20 1999-07-28 Nidek Co., Ltd. Ophthalmic apparatus
US6131574A (en) * 1990-04-06 2000-10-17 Canon Kabushiki Kaisha Ophthalmological apparatus
US20050225722A1 (en) * 2004-02-27 2005-10-13 Nidek Co., Ltd. Fundus camera

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6381026B1 (en) * 1999-03-15 2002-04-30 Lifecell Corp. Method of measuring the contour of a biological surface
US6774945B1 (en) 1999-10-18 2004-08-10 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Focusing apparatus for image recording system

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4993826A (en) * 1987-11-25 1991-02-19 Taunton Technologies, Inc. Topography measuring apparatus
US6131574A (en) * 1990-04-06 2000-10-17 Canon Kabushiki Kaisha Ophthalmological apparatus
EP0470942A1 (en) * 1990-08-08 1992-02-12 Nikon Precision Inc., Method and apparatus for detecting focusing errors utilizing chromatic aberration
US5557350A (en) * 1994-04-15 1996-09-17 Nidek Co. Ltd. Ophthalmometric apparatus with alignment device including filter means
EP0931504A1 (en) * 1998-01-20 1999-07-28 Nidek Co., Ltd. Ophthalmic apparatus
US20050225722A1 (en) * 2004-02-27 2005-10-13 Nidek Co., Ltd. Fundus camera

Also Published As

Publication number Publication date
EP2595533A1 (en) 2013-05-29
WO2012011809A1 (en) 2012-01-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10877284B2 (en) Laser module comprising a micro-lens array
US20150176977A1 (en) Methods and devices for determining position or distance
KR102555925B1 (ko) 스페클 패턴들을 사용하는 눈 추적을 위한 방법 및 시스템
KR20100014399A (ko) 광학 시스템의 특성
CN109426818B (zh) 用于识别视线外对象的装置
JP2012503996A5 (nl)
JP2018118071A (ja) 眼球構造をモデリングするための装置
NL2005124C2 (nl) Camera en werkwijze voor het vormen van een registratie van een afbeelding van althans een deel van een object.
EP3353489B1 (en) Method and apparatus for measuring the height of a surface
JP6920538B2 (ja) 走査装置及び測定装置
CN102346020A (zh) 用于互动介面的三维信息产生装置与三维信息产生方法
US20170069110A1 (en) Shape measuring method
CN111044264A (zh) 波导片检测装置
JP7249342B2 (ja) マルチビュー眼科診断システム
JP6759937B2 (ja) レンズ測定装置
US11650125B2 (en) Structured light measuring device
US11269191B2 (en) Data acquisition apparatus
TWM564703U (zh) Non-contact surface contour scanning device
TWI655405B (zh) Non-contact surface contour scanning device
CN210109475U (zh) 3d成像装置
JPH09166418A (ja) 位置計測装置および位置計測用発光器
RO129590B1 (ro) Metodă de control al planeității documentelor
JP2010085336A (ja) 光波干渉測定装置
JPH0314445B2 (nl)
JP2012183122A (ja) 眼底分光特性測定装置及び眼底分光特性測定方法、並びに分光特性測定装置及び分光特性測定方法

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150201