NL2004777C2 - Inrichting voor het testen van een optiek. - Google Patents

Inrichting voor het testen van een optiek. Download PDF

Info

Publication number
NL2004777C2
NL2004777C2 NL2004777A NL2004777A NL2004777C2 NL 2004777 C2 NL2004777 C2 NL 2004777C2 NL 2004777 A NL2004777 A NL 2004777A NL 2004777 A NL2004777 A NL 2004777A NL 2004777 C2 NL2004777 C2 NL 2004777C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
optic
test image
foregoing
optics
color
Prior art date
Application number
NL2004777A
Other languages
English (en)
Inventor
Menno Samuel Braak
Albertus Johannes Dommerholt
Original Assignee
Dovideq Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dovideq Holding B V filed Critical Dovideq Holding B V
Priority to NL2004777A priority Critical patent/NL2004777C2/nl
Priority to EP11167892.6A priority patent/EP2390645B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2004777C2 publication Critical patent/NL2004777C2/nl
Priority to US13/686,025 priority patent/US9354160B2/en

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N21/00Investigating or analysing materials by the use of optical means, i.e. using sub-millimetre waves, infrared, visible or ultraviolet light
    • G01N21/17Systems in which incident light is modified in accordance with the properties of the material investigated
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B1/00Instruments for performing medical examinations of the interior of cavities or tubes of the body by visual or photographical inspection, e.g. endoscopes; Illuminating arrangements therefor
    • A61B1/00002Operational features of endoscopes
    • A61B1/00057Operational features of endoscopes provided with means for testing or calibration
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01MTESTING STATIC OR DYNAMIC BALANCE OF MACHINES OR STRUCTURES; TESTING OF STRUCTURES OR APPARATUS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G01M11/00Testing of optical apparatus; Testing structures by optical methods not otherwise provided for
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01MTESTING STATIC OR DYNAMIC BALANCE OF MACHINES OR STRUCTURES; TESTING OF STRUCTURES OR APPARATUS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G01M11/00Testing of optical apparatus; Testing structures by optical methods not otherwise provided for
    • G01M11/02Testing optical properties
    • G01M11/0228Testing optical properties by measuring refractive power
    • G01M11/0235Testing optical properties by measuring refractive power by measuring multiple properties of lenses, automatic lens meters
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01MTESTING STATIC OR DYNAMIC BALANCE OF MACHINES OR STRUCTURES; TESTING OF STRUCTURES OR APPARATUS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G01M11/00Testing of optical apparatus; Testing structures by optical methods not otherwise provided for
    • G01M11/02Testing optical properties
    • G01M11/0242Testing optical properties by measuring geometrical properties or aberrations
    • G01M11/0257Testing optical properties by measuring geometrical properties or aberrations by analyzing the image formed by the object to be tested
    • G01M11/0264Testing optical properties by measuring geometrical properties or aberrations by analyzing the image formed by the object to be tested by using targets or reference patterns
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01MTESTING STATIC OR DYNAMIC BALANCE OF MACHINES OR STRUCTURES; TESTING OF STRUCTURES OR APPARATUS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G01M11/00Testing of optical apparatus; Testing structures by optical methods not otherwise provided for
    • G01M11/08Testing mechanical properties
    • G01M11/088Testing mechanical properties of optical fibres; Mechanical features associated with the optical testing of optical fibres

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Surgery (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Geometry (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Radiology & Medical Imaging (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Medical Informatics (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Investigating Materials By The Use Of Optical Means Adapted For Particular Applications (AREA)
  • Testing Of Optical Devices Or Fibers (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET TESTEN VAN EEN OPTIEK
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het testen van een er op opspanbaar optiek dat een hartlijn heeft die zich uitstrekt in de lengterichting ervan, omvattende een testbeeld, een testbeeldtafel voor het ondersteunen van het 5 testbeeld, een lichtbron voor het belichten van het testbeeld via het er op opspanbaar optiek, een bevestigingsinrichting voor het opspannen van het er op opspanbaar optiek, op de bevestigingsinrichting geplaatste waarnemingsmiddelen voor het waarnemen van het belichte testbeeld, eerste geleidingsmiddelen en met de eerste geleidingsmiddelen samenwerkende tweede geleidingsmiddelen die zich in de lengterichting ervan uitstrekken 10 voor het langs een in hoofdzaak rechte lijn positioneren van de testbeeldtafel ten opzichte van de bevestigingsinrichting, en een signaalverwerkingsinrichting voor het ontvangen, opslaan en vergelijken van door de waarnemingsmiddelen waargenomen waarnemingswaarden van het belichte testbeeld met van het optiek afhankelijke, vooraf in een database vastgelegde drempelwaarden ervoor.
15 Een inrichting volgens de aanhef en een gerelateerde werkwijze is bekend uit de internationale octrooiaanvrage 98/41836, welke een inrichting beschrijft voor het testen van een optiek, zoals het testen op lichtverlies bij het belichten van het optiek, het testen op reflectiesymmetrie, en het testen op geometrische vervormingen. Voor het testen van deze eigenschappen is de inrichting voorzien van een op een basis langs een rechte geleiding te 20 positioneren testbeeld en een op de basis via een rotatie te positioneren bevestigingsinrichting voor het opspannen van het optiek. Na het plaatsen van het optiek in de bevestigingsinrichting van de inrichting volgens de internationale octrooiaanvrage 98/41836 heeft het optiek twee vrijheidsgraden voor het instellen ervan ten opzichte van het testbeeld. Voor het blokkeren van de vrijheidsgraden zijn het testbeeld en de 25 bevestigingsinrichting ten opzichte van de basis translatievast respectievelijk rotatievast koppelbaar.
De bekende inrichting omvat een camera die voorzien is van een lens voor het waarnemen van het belichte testbeeld dat geregistreerd kan worden door een computersysteem dat een geheugen heeft dat voorzien is van een database met 30 drempelwaarden. Elke drempelwaarde correspondeert met een voor een bepaalde test karakteristieke grootheid en wordt gebruikt om te bepalen of testresultaten acceptabele of onacceptabele prestatiekarakteristieken uitwijzen. De testsignalen worden daartoe vergeleken met de drempelwaarden die mede afhankelijk zijn van het type test en het type optiek. Het computersysteem analyseert aldus de testresultaten en evalueert de prestatie 35 van het optiek, en slaat de testresultaten en evaluaties op in een database, bijvoorbeeld voor toekomstige raadpleging ervan.
2
De bekende inrichting en de werkwijze voor het testen van het optiek volgens deze octrooiaanvrage heeft als nadeel dat het in de inrichting plaatsen van het optiek en het instellen ervan ten opzichte van het testbeeld vakkennis vereist, kennis van het specifieke te testen optiek vereist, en dus arbeidsintensief is, dat onnauwkeurigheden en/of fouten in de 5 testresultaten kan opleveren waardoor de betrouwbaarheid van metingen afneemt en tot een foutieve beoordeling van het optiek kan leiden.
Het is een doel van de uitvinding een inrichting en werkwijze te verschaffen voor het snel en persoonsonafhankelijk testen van het optiek met een betrouwbaar testresultaat.
Het doel wordt, volgens een eerste aspect, bereikt met een inrichting volgens de 10 inleidende paragraaf die gekenmerkt wordt doordat de eerste en/of de tweede geleidingsmiddelen zich parallel en op afstand bevinden van de hartlijn van het er op opspanbaar optiek, en dat de bevestigingsinrichting van het er op opspanbaar optiek ten opzichte van het testbeeld instelbaar is langs de lengterichting van het er op opspanbaar optiek. Met de inrichting voor het testen van het optiek in deze meest voordelige 15 uitvoeringsvorm kunnen zeer betrouwbare testresultaten verkregen worden, waarbij een meetfout geminimaliseerd is door bij het positioneren van het op de bevestigingsinrichting opgespannen optiek ten opzichte van het testbeeld slechts één vrijheidsgraad hoeft te worden ingesteld, waarbij de vrijheidsgraad samenvalt met de lengterichting van het op de bevestigingsinrichting opgespannen optiek.
20 In een uitvoeringsvorm zijn de eerste geleidingsmiddelen aangebracht op de bevestigingsinrichting, en zijn de tweede geleidingsmiddelen aangebracht op de testbeeldtafel voor het relatief verplaatsen van de bevestigingsinrichting ten opzichte van het testbeeld. Hierdoor wordt een zeer precieze en nauwkeurig bepaalde verplaatsing mogelijk van de bevestigingsinrichting ten opzichte van het testbeeld in de lengterichting van het op 25 de bevestigingsinrichting opgespannen optiek, zonder dat de bevestigingsinrichting ten opzichte van het testbeeld dwars op de lengterichting van het er op opspanbaar optiek translerend ingesteld hoeft te worden, en zonder dat de bevestigingsinrichting ten opzichte van het testbeeld roterend ingesteld hoeft te worden.
In een verdere praktische uitvoeringsvorm is een servomotor ingericht voor het in de 30 langsrichting van het optiek verplaatsen van de bevestigingsinrichting ten opzichte van het testbeeld. Hierdoor wordt het mogelijk zonder tussenkomst van een arbeidsintensieve handeling de bevestigingsinrichting ten opzichte van het testbeeld op een gewenste afstand te positioneren.
In een verder geautomatiseerde uitvoeringsvorm is het optiek voorzien van 35 identificatie-elementen en is de inrichting voorzien van leeselementen voor het lezen van de identificatie-elementen. Hierdoor wordt het mogelijk de leeselementen te koppelen met de signaalverwerkingsinrichting voor het herkennen van elk op de bevestigingsinrichting 3 opgespannen optiek, waarbij de signaalverwerkingsinrichting gegevens van het optiek uit een database kan ophalen voor het bepalen van bijvoorbeeld de positie van de bevestigingsinrichting ten opzichte van het testbeeld.
In een verder geperfectioneerde geautomatiseerde uitvoeringsvorm omvatten de 5 identificatie-elementen een in het optiek geëtste barcode, en omvatten de leeselementen een barcodescanner. Hierdoor wordt het mogelijk het optiek te herkennen waarbij de op de identificatie-elementen aangebrachte barcode in hoofdzaak onaangetast kan worden onder invloed van een reinigingsbehandeling van het optiek, waarbij hoge temperaturen en/of agressieve mediums gebruikt kunnen worden.
10 In een verdere geautomatiseerde gepreciseerde uitvoeringsvorm is de servomotor ingericht voor een aandrijving van een verplaatsing van de bevestigingsinrichting ten opzichte van het testbeeld in afhankelijkheid van door de leeselementen waargenomen identificatie-elementen. Hierdoor wordt een verre gaande geautomatiseerde testinrichting mogelijk, waarbij de signaalverwerkingsinrichting het op de bevestigingsinrichting 15 opgespannen optiek met behulp van het leeselement en het identificatie-element kan herkennen, een bij dat optiek behorende waarde kan ophalen uit een database, welke waarde die overeenkomt met de positie van de bevestigingsinrichting ten opzichte van het testbeeld, op basis van welke waarde de servomotor aangestuurd kan worden voor het verplaatsen van de bevestigingsinrichting ten opzichte van het testbeeld.
20 In een bijzonder praktische, universeel gepreciseerde uitvoeringsvorm is het testbeeld op een concaaf gevormd vlak van een bolvormig vlak opgespannen. Hierdoor wordt het mogelijk elk op de bevestigingsinrichting opgespannen optiek te testen, onafhankelijk van een zichthoek van het optiek. Met de zichthoek van het optiek wordt bedoeld de hoek waaronder een naar een te bekijken object gekeerd uiteinde van het optiek 25 gericht is voor het waarnemen van het object. Door het naar een te bekijken object gekeerd uiteinde van het optiek althans nabij en/of in het middelpunt van het bolvormig vlak te positioneren, kan een met elk optiek corresponderend referentiebeeld waargenomen worden.
In een algemeen essentiële uitvoeringsvorm is het testbeeld voorzien van een 30 patroon dat informatie omvat die concentrisch over het concaaf gevormde vlak verdeeld is ten opzichte van het middelpunt van het bolvormig vlak. In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat het testbeeld een rooster en/of een patroon van markers. In een verder geautomatiseerde en universeel gemaakte uitvoeringsvorm omvatten de waarnemingsmiddelen een camera voor het waarnemen van het testbeeld, en is de 35 signaalverwerkingsinrichting ingericht voor het opslaan van ontvangen testbeeldwaarnemingen en het vergelijken ervan met van het optiek afhankelijke, vooraf in een database vastgestelde drempelwaarden ervoor. Hierdoor wordt het mogelijk via het 4 optiek het testbeeld waar te nemen, van het testbeeld een opname te maken die vergeleken kan worden met een referentiebeeld dat opgeslagen is in een database voor een beoordeling van het optiek op een verschuiving van het rooster en/of het patroon van markers, welke verschuiving een gevolg kan zijn van een tijdens gebruik ontstane foutieve uitlijning van het 5 optiek.
Een verder nadeel van de stand van de techniek is dat de met de in de internationale octrooiaanvrage 98/41836 toegepaste inrichting een onnauwkeurige kleurmeting uitgevoerd kan worden, waardoor de betrouwbaarheid van metingen en een er aan gekoppelde beoordeling van het optiek tot een verdere foutieve beoordeling kan leiden. In een specifieke 10 geautomatiseerde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvatten de waarnemingsmiddelen een kleuranalysator voor het bepalen van een kleur van het licht dat het testbeeld afbeeldt op de kleuranalysator, en is de signaalverwerkingsinrichting ingericht voor het opslaan van ontvangen kleurwaarnemingen en voor het vergelijken ervan met van het optiek afhankelijke, vooraf in een database vastgestelde drempelwaarden ervoor. Hierdoor wordt het mogelijk de 15 kleur van het licht dat het testbeeld afbeeldt op de kleuranalysator te meten. Voor het bepalen van de kleur omvat de kleuranalysator een eerste filter voor het filteren van in hoofdzaak licht met een rode kleur, een tweede filter voor het filteren van in hoofdzaak licht met een groene kleur, en een derde filter voor het filteren van in hoofdzaak licht met een blauwe kleur. Dergelijke kleuranalysators zijn op zich bekend in het vakgebied van 20 televisiestations waarin de kwaliteit van opnamen en weergaven zeer belangrijk is. Dergelijke kleuranalysators zijn zeer nauwkeurig en een dergelijke nauwkeurigheid is bij het testen van optiek in de branche nog geen geschikte maatregel gebleken. In het vakgebied van het testen van optiek werd volstaan met een waarneming op het oog gevolgd door een persoonlijke beoordeling ervan. In het vakgebied worden wel camera's toegepast, in het 25 bijzonder CCD camera's, maar die zijn niet in staat de kleur van het licht dat het testbeeld afbeeldt op de kleuranalysator nauwkeurig vast te stellen.
Een nog verder nadeel van de stand van de techniek is dat de met de in de internationale octrooiaanvrage 98/41836 toegepaste inrichting, het optiek na gebruik ervan bij het reinigen zich vocht in het optiek kan bevinden dat met de inrichting volgens de 30 internationale octrooiaanvrage 98/41836 niet rechtstreeks gemeten kan worden. In een specifieke uitvoeringsvorm omvatten de waarnemingsmiddelen een vochtmeetinrichting voor het waarnemen van vocht althans nabij lensovergangen in het optiek, en is de signaalverwerkingsinrichting ingericht voor het opslaan van ontvangen vochtwaarnemingen en voor het vergelijken ervan met van het optiek afhankelijke, vooraf in een database 35 vastgestelde drempelwaarden ervoor. Hierdoor wordt het mogelijk een op de bevestigingsinrichting opgespannen optiek te testen op aanwezigheid van een hoeveelheid vocht en het optiek te beoordelen of de hoeveelheid in het optiek aanwezig vocht een 5 voorafbepaalde drempelwaarde overschrijdt voor het goed- of afkeuren van het optiek.
In een bijzondere, specifieke uitvoeringsvorm omvat de vochtmeetinrichting een microgolf sensor voor het genereren van een door het optiek heen gerichte microgolf en voor het ontvangen van een door een lensovergang beïnvloed en naar de microgolf sensor 5 gericht signaal. Hierdoor wordt het mogelijk microgolven door het optiek heen te sturen en terug te ontvangen, waarbij de conditie van terugontvangen microgolven een maat is voor de hoeveelheid in het optiek aanwezig vocht. De terugontvangen microgolven kunnen door de sensor waargenomen worden en gecommuniceerd worden met de signaalverwerkingsinrichting voor het opslaan, het verwerken en het vergelijken met de 10 voorafbepaalde drempelwaarde voor een beoordeling van het optiek.
In een uitgebreide en verder geoptimaliseerde uitvoeringsvorm is de camera voorzien van stelmiddelen voor het focusseren van een lens van de camera op de verschillende lensovergangen van het optiek, waarin de stelmiddelen door de signaalverwerkingsinrichting bestuurbaar zijn om op de lensovergangen van het optiek te focusseren in afhankelijkheid 15 van van het optiek afhankelijke, in de database vastgestelde instelwaarden. Hierdoor wordt het mogelijk om het optiek volautomatisch te testen op aanwezigheid van vocht op één of meer voor elk optiek specifieke kritieke locatie. De stelmiddelen van de camera kunnen door de signaalverwerkingsinrichting aangestuurd worden in afhankelijkheid van in de database opgeslagen waarden voor elk op de bevestigingsinrichting opspanbaar optiek.
20 In een specifieke en verder uitgebreide uitvoeringsvorm omvat het testbeeld een nauwe doorgaande opening ter plaatse van een verlengde hartlijn in de lengterichting van het in de bevestigingsinrichting opspanbaar optiek, en is een microcamera geplaatst nabij het testbeeld aan een van het in de bevestigingsinrichting opspanbaar optiek afgekeerde zijde ervan. Hierdoor wordt het mogelijk om een microlens van de microcamera op de 25 doorgaande opening te richten voor het maken van een opname van de tip van het optiek, in het bijzonder van de tip van het belichte optiek, zodat het optiek op breuken in in het optiek aanwezige glasvezels gecontroleerd kan worden.
De uitvinding verschaft, volgens een tweede aspect, een testbeeld voor het meten van verschuivingen in het beeld van optieken, waarin het testbeeld op een concaaf gevormd 30 vlak van een bolvormig vlak opgespannen is. Het testbeeld maakt een universeel referentiebeeld mogelijk, dat met elk optiek, onafhankelijk van de zichthoek van het optiek, waargenomen kan worden voor het testen van het optiek, bijvoorbeeld op de mate van uitlijning. De zichthoek is de hoek waaronder een naar een te bekijken object gekeerd uiteinde van het optiek gericht is voor het waarnemen van het object. In de praktijk van 35 gebruikers van dergelijke optieken wordt gebruik gemaakt van een scala aan verschillende typen optieken, waarbij gebruikers de keuze hebben uit optieken met verschillende zichthoeken. Door het naar een te bekijken object gekeerd uiteinde van het optiek althans 6 nabij en/of in het middelpunt van het bolvormig vlak te positioneren, kan met elk optiek een corresponderend referentiebeeld waargenomen worden.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm onder verwijzing naar de bijbehorende figuren, waarin: 5 Figuur 1 schematisch een zijaanzicht toont van een inrichting voor het testen van optiek volgens de uitvinding.
Figuur 2 schematisch een bovenaanzicht toont van een eerste element waarin waarnemingsmiddelen zijn opgesteld.
Figuur 3 schematisch een bovenaanzicht toont van een optiek dat nabij een eerste 10 uiteinde gekoppeld is met het eerste element en nabij een van het eerste uiteinde afgekeerde tweede uiteinde in een tweede element steekt dat een testbeeld omvat.
Figuur 4 schematisch een dwarsdoorsnede toont van het tweede element.
De onderhavige uitvinding is bij uitstek geschikt voor het testen van medische 15 optieken. In de praktijk van chirurgen wordt namelijk op grote schaal gebruik gemaakt van optieken, zoals een endoscoop, een laparoscoop, een arthroscoop, een bronchoscoop, of urologieoptieken, die zicht verschaffen op in een menselijk en/of dierlijk lichaam aanwezige te bestuderen en/of te behandelen delen. Na gebruik van het optiek vindt een reiniging ervan plaats teneinde het optiek geschikt te maken voor gebruik bij een volgende behandeling van 20 een volgende patiënt. Bij het reinigen van het optiek in een autoclaaf wordt het optiek blootgesteld aan zowel reinigingsmiddelen als aan hoge temperaturen, die een degenererende werking kunnen hebben op het optiek. Voor het verder gebruik van het optiek dient om veiligheidsredenen voor de patiënt het optiek eerst getest te worden of het verder gebruik verantwoord is of dat het optiek aangepast moet worden of dat het optiek niet meer 25 gebruikt mag worden. In de praktijk wordt het optiek vaak, omwille van de snelheid, op het oog getest, waarbij als criterium bijvoorbeeld kleurverandering van het optiek wordt gehanteerd. Het is evident dat zicht op kleurverandering met het blote oog onnauwkeurig is en dat een dergelijke test wordt beïnvloed door persoonlijke omstandigheden van degene die door het optiek kijkt en door externe omstandigheden, zoals de invloed van omgevingslicht. 30 De in figuur 1 getoonde inrichting 1 verschaft een opstelling voor het systematisch en nauwkeurig testen van in het in de inrichting 1 geplaatste optiek 2, zonder beïnvloeding door de persoonlijke en de externe omstandigheden. Figuur 1 toont het in een bevestigingsinrichting 3 opgestelde optiek 2 die in dit voorbeeld een onderstel 30 omvat waarop een eerste ondersteuning 31, een tweede ondersteuning 32 geplaatst zijn voor het 35 ondersteunen van het optiek 2. Voor het inklemmen van het optiek 2 zijn de eerste en de tweede ondersteuning 31, 32 nabij een van het onderstel 30 afgekeerd uiteinde ervan voorzien van een eerste respectievelijk tweede houder 36, 37.
7
Op het onderstel 30 zijn in dit voorbeeld een derde ondersteuning 33 en een vierde ondersteuning 34 geplaatst voor het ondersteunen van een eerste element 4. Het eerste element 4 omvat waarnemingsmiddelen voor het waarnemen van een door het optiek 2 zichtbaar en in figuur 3 en 4 getoond testbeeld 50 dat zich in een tweede element 5 bevindt 5 op variabele afstand d van het eerste element 4. Het is gebruikelijk het testbeeld 50 te belichten via een op het optiek 2 aanwezige lichtinlaat 71, die, in dit voorbeeld, via een snoer 70 gekoppeld is met een lichtbron 7. Het optiek 2 en de inlaat 71 ervan zijn voorzien van meerdere glasvezels voor het geleiden van van de lichtbron afkomstig licht. In een uitvoeringsvorm kan het optiek 2 tussen de 10 en 100 glasvezels omvatten die zich parallel 10 aan elkaar in de lengterichting van het optiek 2 uitstrekken en zich in een huls bevinden, zoals een kabel of een snoer.
Het tweede element 5 is in dit voorbeeld vast ten opzichte van een fundament 10 opgesteld en het onderstel 30 is verplaatsbaar ten opzichte van het fundament 10 opgesteld in een richting volgens pijl 23, welke richting in hoofdzaak samenvalt met de lengterichting 15 van het op het onderstel 30 opspanbaar optiek 2. Met het volgens de pijl 23 ten opzichte van het tweede element 5 verplaatsbaar onderstel 30 kan elk optiek 2 in de inrichting opgespannen worden onafhankelijk van de lengte van het optiek 2. Voor het verplaatsen van het onderstel 30 ten opzichte van het fundament 10 is in dit voorbeeld het fundament 10 voorzien van geleidingen 19 en is het onderstel 30 nabij een naar het fundament 10 20 gekeerde zijde ervan voorzien van met de geleidingen 19 samenwerkende geleidingselementen 39.
Een deskundige zal begrijpen dat het positioneren van het optiek 2 ten opzichte van het tweede element 5 op alternatieve wijze bereikt wordt door het tweede element 5 verplaatsbaar ten opzichte van een fundament 10 op te stellen in een richting volgens pijl 23, 25 welke richting in hoofdzaak samenvalt met de lengterichting van het op het onderstel 30 opspanbaar optiek 2, en het onderstel 30 vast ten opzichte van het fundament 10 op te stellen. Met het volgens de pijl 23 ten opzichte van het onderstel 30 verplaatsbare tweede element 5 kan elk optiek 2 in de inrichting opgespannen worden onafhankelijk van de lengte van het optiek 2. Voor het verplaatsen van het tweede element 5 ten opzichte van het 30 fundament 10 is het fundament 10 bijvoorbeeld voorzien van niet getoonde geleidingen en is het tweede element 5 nabij een naar het fundament 10 gekeerde zijde ervan bijvoorbeeld voorzien van niet getoonde, met de geleidingen samenwerkende geleidingselementen. Het vast ten opzichte van het fundament 10 opstellen van het onderstel 30 heeft als voordeel dat aan de waarnemingsmiddelen gekoppelde bekabeling, zoals snoeren, zich op een vaste 35 positie bevindt ten opzichte van de apparatuur waarmee de waarnemingsmiddelen in verbinding staan.
8
De bevestigingsinrichting 3 kan handmatig ten opzichte van het fundament 10 gepositioneerd worden. De inrichting 1 is in dit voorbeeld voorzien van een aandrijving, zoals een servomotor 11, voor het aandrijven van het onderstel 30 ten opzichte van het fundament 10. Voor het besturen van de aandrijving 11 is de inrichting 1 voorzien van een 5 signaalverwerkingsinrichting 6, zoals een computer 6, die in afhankelijkheid van het in de bevestigingsinrichting 3 aanwezige optiek 2 een naar het testbeeld 50 gekeerd eerste uiteinde 21 van het optiek 2 op een vooraf vastgestelde waarde ervoor op een gewenste afstand a van het testbeeld 50 positioneert. De gegevens van het optiek 2 kunnen door de persoon die de test uitvoert via de computer 6 ingevoerd worden. In dit voorbeeld is de 10 inrichting 1 voorzien van een leeselement, zoals een barcodescanner 60, voor het uitlezen van een identificatie-element, zoals een barcode 20, dat op een naar het eerste element 4 gekeerd tweede uiteinde 22 van de het optiek 2 aangebracht is. Het leeselement 60 is met de computer 6 gekoppeld voor het verwerken van de ingelezen barcode 20, op basis waarvan de computer 6 een waarde uit een er in opgeslagen database bepaalt voor de 15 afstand a waarmee de computer 6 de servomotor 11 bestuurt voor het aandrijven van het onderstel 30 zodanig dat het eerste uiteinde 21 van het in de bevestigingsinrichting 3 geplaatst optiek 2 zich op de gewenste afstand a tot het testbeeld 50 bevindt. De deskundige zal begrijpen dat in een alternatieve uitvoeringsvorm, de aandrijving, zoals de servomotor 11, ingericht kan zijn voor het aandrijven van het tweede element 5 ten opzichte van het 20 fundament 10.
Figuur 2 toont het eerste element 4 dat een focusserend element 41 omvat, een kleuranalysator 42, een vochtmeter 43, een beamsplitter 44, en een camera 45, in het bijzonder een HD camera. Het focusserend element 41 is in dit voorbeeld gekoppeld met het tweede uiteinde 22 van het optiek 2 en met de beamsplitter 44. Het via het optiek 2 zichtbare 25 beeld van het testbeeld 50 valt via het focusserend element 41, zoals een lens, op de beamsplitter 44, zoals een 50% lichtdoorlatende spiegel, voor het projecteren van het optische beeld naar de kleuranalysator 42 en de vochtmeter 43. Met de waarnemingsmiddelen, zoals de kleuranalysator 42, de vochtmeter 43, en de camera 45 kan het optiek 2 getest worden op respectievelijk kleurverandering van de lenzen, op 30 aanwezigheid van vocht in de lenzen van het optiek 2, en op de aanwezigheid van een kromming in het optiek 2.
Met de camera 45 kan een opname gemaakt worden van het door de lichtbron belichte testbeeld 50. Het focusserend element 41 is ingericht voor het focusseren op de in het optiek 2 aanwezige lensovergangen, waarvan met de camera 45 een opname gemaakt 35 kan worden. Het focusserend element 41 kan handmatig worden ingesteld, waarbij een persoon die de test uitvoert het focusserend element 41 successievelijk scherp stelt op de overgangen van opeenvolgende lensdelen. Volgens de inrichting van de uitvinding is het 9 focusserend element 41 voorzien van stelmiddelen voor het successievelijk scherpstellen ervan op een gewenste afstand in het optiek 2. De gegevens van het optiek 2 kunnen door de persoon die de test uitvoert bijvoorbeeld via de computer 6 ingevoerd worden. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de barcodescanner 60 ingericht voor het uitlezen van de 5 barcode 20, dat op een naar het eerste element 4 gekeerd tweede uiteinde 22 van de het optiek 2 aangebracht is. Het leeselement 60 is met de computer 6 gekoppeld voor het verwerken van de ingelezen barcode 20, op basis waarvan de computer 6 achtereenvolgens waarden uit een er in opgeslagen database bepaalt voor het opeenvolgend scherpstellen van het focusserend element 41 op de opeenvolgende overgangen van de lensdelen.
10 De kleuranalysator 42 is ingericht voor het ontvangen van licht dat het testbeeld 50 via het focusserend element 41 projecteert. De kleuranalysator 42 is een op zich bekende inrichting die een eerste, tweede en een derde filter omvat voor het respectievelijk filteren van een rode, groene en een blauwe kleur van het van het testbeeld 50 afkomstige licht, en een eerste, tweede en een derde sensor diode omvat. Na een werking van de filters bereikt 15 het niet-uitgefilterde licht een met de filter corresponderend ontvangelement dat de kleur bepaalt van dit licht, in een bereik tussen een minimum waarde, die overeenkomt met geheel wit, en een maximum waarde, die overeenkomt met geheel zwart. Bij afwezigheid van een kleurverandering van de in het optiek aanwezige lensdelen detecteert elk ontvangelement een minimum waarde, zoals nul, of een nabij nul gelegen waarde van het door het 20 ontvangelement ontvangen licht.
De kleuranalysator 42 is gekoppeld met de computer 6 voor het verwerken van de door de ontvangelementen gedetecteerde signalen die overeenkomen met een gemeten kleur van het gefilterde licht. Indien de lenzen van het optiek 2 zijn aangetast en een kleurverandering van het door het testbeeld 50 geprojecteerde licht veroorzaken, detecteren 25 de ontvangelementen waarden die in hoofdzaak van nul afwijken. De computer 6, die een geheugen omvat waarin een database omvattende drempelwaarden voor kleurverandering is opgeslagen, vergelijkt de waarden met de drempelwaarden. Indien de waarden van de kleur de drempelwaarde heeft overschreden genereert de computer 6 een negatieve beoordeling van het optiek 2. Indien de waarden van de kleur de drempelwaarde niet heeft overschreden 30 genereert de computer 6 een positieve beoordeling van het optiek 2. Indien de waarden van de kleur zich binnen een gebied bevinden dat de drempelwaarde omvat kan de computer 6 een tussen de negatieve en de positieve beoordeling gelegen beoordeling van het optiek 2 genereren, waarbij bijvoorbeeld een advies gegeven wordt het optiek 2 een laatste keer te gebruiken.
35 De vochtmeter 43 is in dit voorbeeld uitgerust met een sensor voor het zenden en het ontvangen van modulaire microgolven die door het optiek 2 verplaatsen voor het detecteren van vocht in het optiek 2. Het optiek 2 is gevormd door een reeks zich in de lengterichting 10 van het optiek 2 uitstrekkende opeenvolgende lensdelen, waarbij, na reiniging van het optiek 2, zich vocht kan ophopen althans nabij overgangen van opeenvolgende lensdelen.
Voor het beoordelen van een aanwezige hoeveelheid vocht, bijvoorbeeld nabij een overgang van de lensdelen, wordt het door de sensor ontvangen hoeveelheid vocht 5 waargenomen en opgeslagen in een database in het geheugen van de computer 6. Indien de hoeveelheid waargenomen vocht een drempelwaarde heeft overschreden genereert de computer 6 een negatieve beoordeling van het optiek 2. Indien de hoeveelheid waargenomen vocht de drempelwaarde niet heeft overschreden genereert de computer 6 een positieve beoordeling van het optiek 2. Indien de afwijkende samenstelling zich binnen 10 een gebied bevindt dat de drempelwaarde omvat kan de computer 6 een tussen de negatieve en de positieve beoordeling gelegen beoordeling van het optiek 2 genereren, waarbij bijvoorbeeld een advies gegeven wordt het optiek 2 een laatste keer te gebruiken.
Figuur 3 toont het optiek 2 dat met het tweede uiteinde 22 ervan gekoppeld is met het in figuur 2 beschreven eerste element 4 en met het eerste uiteinde 21 ervan in het tweede 15 element 5 gestoken is. Het tweede element 5 omvat een opening 55 voor het doorvoeren van een gedeelte van het optiek 2 dat zich nabij het eerste uiteinde 21 bevindt. Het eerste uiteinde 21 van het optiek 2 bevindt zich in de test positie in een centrum 51 van het tweede element 5. Een naar het centrum 51 toegekeerd gedeelte van het tweede element 5 is concaaf gevormd en vormt een binnenvlak V van een bolvormig vlak 59. Op het binnenvlak 20 V van het bolvormig vlak 59 is het testbeeld 50 aangebracht dat voorzien is van een rooster dat gevormd is door een reeks in hoofdzaak parallel ten opzichte van elkaar en op afstand van elkaar geplaatste eerste lijnen en een reeks in hoofdzaak parallel ten opzichte van elkaar en op afstand van elkaar geplaatste tweede lijnen die in hoofdzaak dwars op eerste lijnen gericht zijn. In een alternatieve uitvoeringsvorm is op het binnenvlak V van het 25 bolvormig vlak 59 het testbeeld 50 aangebracht dat voorzien is van referentiepunten, zoals markers, of een patroon van markers. In een andere alternatieve uitvoeringsvorm is op het binnenvlak V van het bolvormig vlak 59 het testbeeld 50 aangebracht dat voorzien is van een combinatie van het rooster en de markers. Elk punt van het binnenvlak V van het bolvormig vlak bevindt zich op in hoofdzaak de zelfde afstand van het centrum 51 van het tweede 30 element 5. Het testbeeld 50 voorzien van het rooster en/of de markers is geschikt voor alle optieken 2 onafhankelijk van een in figuur 4 getoonde zichthoek A waaronder het uiterste lensdeel dat zich nabij het eerste uiteinde 21 bevindt geplaatst is.
De met de camera 45 gemaakte opname kan in de database van de computer 6 opgeslagen worden voor het vergelijken ervan met een bij het optiek 2 behorende en in de 35 database van de computer 6 opgeslagen referentiebeeld dat een referentierooster en/of referentiemarkers omvat. Indien de opname van het referentierooster en/of referentiemarkers een afwijking omvat die een in de database opgeslagen drempelwaarde overschrijdt, 11 genereert de computer 6 een negatieve beoordeling van het optiek 2. Indien de opname van het referentierooster en/of referentiemarkers een afwijking omvat die de in de database opgeslagen drempelwaarde niet overschrijdt, genereert de computer 6 een positieve beoordeling van het optiek 2. Indien de opname van het referentierooster en/of 5 referentiemarkers een afwijking omvat die zich in een gebied bevindt dat de drempelwaarde omvat, kan de computer 6 een tussen de negatieve en de positieve beoordeling gelegen beoordeling genereren, waarbij bijvoorbeeld een advies gegeven wordt het optiek 2 voor een laatste keer te gebruiken.
Figuur 4 toont het tweede element 5 dat in dit voorbeeld op het fundament 10 10 geplaatst is met een vijfde en een zesde ondersteuning 56, 57 van het tweede element 5. Voor het vastzetten van het tweede element 5 op het fundament 10 zijn de vijfde en de zesde ondersteuning 56, 57 nabij een van het fundament 10 afgekeerd uiteinde ervan voorzien van een derde respectievelijk vierde houder 58, 52 voor het houden van uit het tweede element 5 stekende uitsteeksels 53, 54 voor het bevestigen ervan met de derde en 15 de vierde houder 58, 52. De deskundige zal begrijpen dat voor het verplaatsen van het tweede element 5 ten opzichte van het fundament 10 het fundament 10 bijvoorbeeld voorzien is van niet getoonde geleidingen en is het tweede element 5 nabij een naar het fundament 10 gekeerde zijde ervan bijvoorbeeld voorzien van niet getoonde, met de geleidingen samenwerkende geleidingselementen.
20 Het uitsteeksel 53 dat zich nabij de derde houder 58 bevindt omvat een microcamera 60, welk type camera bijvoorbeeld in mobiele telefoons geplaatst is, welke microcamera 60 ingericht is voor het maken van een opname van de tip van het optiek 2 dat zich aan het eerste uiteinde 21 ervan bevindt. De opname van de tip van het optiek 2 legt een conditie van een lichtgeleider van het optiek 2 nabij het eerste uiteinde 21 ervan vast voor een 25 waarneming van eventuele breuken van in de lichtgeleider aanwezige, niet getoonde glasvezels.
Een met de microcamera 60 gemaakte opname kan in de database van de computer 6 opgeslagen worden voor het vergelijken ervan met een bij het optiek 2 behorende en in de database van de computer 6 opgeslagen referentiebeeld dat informatie omvat voor een 30 hoeveelheid licht dat afkomstig is van de lichtbron 7. Indien de opname van de hoeveelheid licht een afwijking omvat die een in de database opgeslagen drempelwaarde overschrijdt, genereert de computer 6 een negatieve beoordeling van het optiek 2. Indien de opname van de hoeveelheid licht een afwijking omvat die de in de database opgeslagen drempelwaarde niet overschrijdt, genereert de computer 6 een positieve beoordeling van het optiek 2. Indien 35 de opname van de hoeveelheid licht een afwijking omvat die zich in een gebied bevindt dat de drempelwaarde omvat, kan de computer 6 een tussen de negatieve en de positieve beoordeling gelegen beoordeling genereren, waarbij bijvoorbeeld een advies gegeven wordt 12 het optiek 2 voor een laatste keer te gebruiken.
De uitvinding is vanzelfsprekend niet beperkt tot de beschreven en getoonde uitvoeringsvorm(en). De uitvinding strekt zich in het algemeen uit tot elke uitvoeringsvorm die valt binnen de reikwijdte van de beschermingsomvang, zoals gedefinieerd in de conclusies 5 en bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en bijbehorende tekeningen.

Claims (16)

1. Inrichting voor het testen van een er op opspanbaar optiek dat een hartlijn heeft die zich 5 uitstrekt in de lengterichting ervan, omvattende: - een testbeeld, een testbeeldtafel voor het ondersteunen van het testbeeld, een lichtbron voor het belichten van het testbeeld via het er op opspanbaar optiek, een bevestigingsinrichting voor het opspannen van het er op opspanbaar optiek, 10. op de bevestigingsinrichting geplaatste waarnemingsmiddelen voor het waarnemen van het belichte testbeeld, eerste geleidingsmiddelen en met de eerste geleidingsmiddelen samenwerkende tweede geleidingsmiddelen die zich in de lengterichting ervan uitstrekken voor het langs een in hoofdzaak rechte lijn positioneren van de testbeeldtafel ten opzichte van 15 de bevestigingsinrichting, en een signaalverwerkingsinrichting voor het ontvangen, opslaan en vergelijken van door de waarnemingsmiddelen waargenomen waarnemingswaarden van het belichte testbeeld met van het optiek afhankelijke, vooraf in een database vastgelegde drempelwaarden ervoor, 20 met het kenmerk, dat de eerste en/of de tweede geleidingsmiddelen zich parallel en op afstand bevinden van de hartlijn van het er op opspanbaar optiek, en dat de bevestigingsinrichting van het er op opspanbaar optiek ten opzichte van het testbeeld instelbaar is langs de lengterichting van het er op opspanbaar optiek.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de eerste geleidingsmiddelen aangebracht zijn op de bevestigingsinrichting, en dat de tweede geleidingsmiddelen aangebracht zijn op de testbeeldtafel voor het relatief verplaatsen van de bevestigingsinrichting ten opzichte van het testbeeld.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarin een servomotor is ingericht voor het in de langsrichting van het optiek verplaatsen van de bevestigingsinrichting ten opzichte van het testbeeld.
4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het optiek voorzien is van 35 identificatie-elementen en waarin de inrichting voorzien is van leeselementen voor het lezen van de identificatie-elementen.
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarin de identificatie-elementen een in het optiek geëtste barcode omvatten, en waarin de leeselementen een barcodescanner omvatten.
6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 3-5, waarin de servomotor is 5 ingericht voor een aandrijving van een verplaatsing van de bevestigingsinrichting ten opzichte van het testbeeld in afhankelijkheid van door de leeselementen waargenomen identificatie-elementen.
7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het testbeeld op een 10 concaaf gevormd vlak van een bolvormig vlak opgespannen is.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarin het testbeeld voorzien is van een patroon dat informatie omvat die concentrisch over het concaaf gevormde vlak verdeeld is ten opzichte van het middelpunt van het bolvormig vlak. 15
9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het testbeeld een rooster omvat en/of een patroon van markers.
10. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de waarnemingsmiddelen 20 een camera omvatten voor het waarnemen van het testbeeld, en dat de signaalverwerkingsinrichting is ingericht voor het opslaan van ontvangen testbeeldwaarnemingen en het vergelijken ervan met van het optiek afhankelijke, vooraf in een database vastgestelde drempelwaarden ervoor.
11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de waarnemingsmiddelen een kleuranalysator omvatten voor het bepalen van een kleur van het licht dat het testbeeld afbeeldt op de kleuranalysator, en dat de signaalverwerkingsinrichting is ingericht voor het opslaan van ontvangen kleurwaarnemingen en voor het vergelijken ervan met van het optiek afhankelijke, vooraf in een database vastgestelde drempelwaarden ervoor. 30
12. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de waarnemingsmiddelen een vochtmeetinrichting omvatten voor het waarnemen van vocht althans nabij lensovergangen in het optiek, en waarin de signaalverwerkingsinrichting ingericht is voor het opslaan van ontvangen vochtwaarnemingen en voor het vergelijken ervan met van het optiek 35 afhankelijke, vooraf in een database vastgestelde drempelwaarden ervoor.
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarin de vochtmeetinrichting een microgolf sensor omvat voor het genereren van een door het optiek heen gerichte microgolf en voor het ontvangen van een door een lensovergang beïnvloed en naar de microgolf sensor gericht signaal. 5
14. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de camera voorzien is van stelmiddelen voor het focusseren van een lens van de camera op de verschillende lensovergangen, waarin de stelmiddelen door de signaalverwerkingsinrichting bestuurbaar zijn om op de lensovergangen van het optiek te focusseren in afhankelijkheid van van het 10 optiek afhankelijke, in de database vastgestelde instelwaarden.
15. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het testbeeld een nauwe doorgaande opening omvat ter plaatse van een verlengde hartlijn in de lengterichting van het in de bevestigingsinrichting opspanbaar optiek, en waarin een microcamera geplaatst is nabij 15 het testbeeld aan een van het in de bevestigingsinrichting opspanbaar optiek afgekeerde zijde ervan.
16. Testbeeld voor het meten van verschuivingen in het beeld van optieken, met het kenmerk, dat het testbeeld op een concaaf gevormd vlak van een bolvormig vlak 20 opgespannen is.
NL2004777A 2010-05-28 2010-05-28 Inrichting voor het testen van een optiek. NL2004777C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004777A NL2004777C2 (nl) 2010-05-28 2010-05-28 Inrichting voor het testen van een optiek.
EP11167892.6A EP2390645B1 (en) 2010-05-28 2011-05-27 Device for testing an optics
US13/686,025 US9354160B2 (en) 2010-05-28 2012-11-27 Device for testing an optic

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004777 2010-05-28
NL2004777A NL2004777C2 (nl) 2010-05-28 2010-05-28 Inrichting voor het testen van een optiek.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2004777C2 true NL2004777C2 (nl) 2011-11-29

Family

ID=43382380

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2004777A NL2004777C2 (nl) 2010-05-28 2010-05-28 Inrichting voor het testen van een optiek.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US9354160B2 (nl)
EP (1) EP2390645B1 (nl)
NL (1) NL2004777C2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN103499433B (zh) * 2013-09-30 2017-02-15 中国科学院西安光学精密机械研究所 一种用于f‑θ光学系统畸变的标定方法
DE102014109888B4 (de) * 2014-07-15 2022-12-01 Karl Storz Se & Co. Kg Verfahren und Vorrichtung zum Prüfen der Licht- und/oder Bildübertragungseigenschaften eines endoskopischen oder exoskopischen Systems
EP3232900A1 (en) * 2014-12-19 2017-10-25 Boston Scientific Scimed Inc. Calibrated medical imaging devices and related methods
US11298001B2 (en) * 2018-03-29 2022-04-12 Canon U.S.A., Inc. Calibration tool for rotating endoscope
DE102020132454B3 (de) 2020-12-07 2021-11-25 Karl Storz Se & Co. Kg Endoskopische Vorrichtung und Verfahren zur Überprüfung einer Identität einer Komponente einer endoskopischen Vorrichtung

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6498642B1 (en) * 2000-05-03 2002-12-24 Karl Storz Endovision Endoscope inspection system
US20030107726A1 (en) * 2000-01-14 2003-06-12 Joachim Hirt Device for detecting transmission losses by means of measurements

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3330134C2 (de) 1983-08-20 1986-09-25 Richard Wolf Gmbh, 7134 Knittlingen Meßeinrichtung zum Prüfen von Endoskopoptiken
GB2215077A (en) 1988-02-08 1989-09-13 Michael Edmund Meehan Apparatus for testing visual inspection equipment
IL107835A (en) * 1993-12-02 1996-07-23 Genop Ltd Method and system for testing the performance of a device for use with an electro-optical system
US5820547A (en) 1996-09-25 1998-10-13 Karl Storz Gmbh & Co. Endoscope optics tester
US6012840A (en) 1997-01-27 2000-01-11 The Regents Of The University Of California Single-fiber multi-color pyrometry
US5923416A (en) 1997-03-20 1999-07-13 Hartford Hospital Automated method and apparatus for evaluating the performance characteristics of endoscopes
US6734958B1 (en) * 1999-09-17 2004-05-11 Tidal Photonics, Inc. Apparatus and methods for evaluating performance of endoscopy devices and systems
DE50000185D1 (de) 2000-09-06 2002-07-04 Storz Karl Gmbh & Co Kg Vorrichtung zum Testen des Zustands eines Endoskops
US6833912B2 (en) * 2000-09-06 2004-12-21 Karl Storz Gmbh & Co. Kg Apparatus for testing the state of an endoscope
US7022065B2 (en) * 2003-08-27 2006-04-04 Lighthouse Imaging Corporation Endoscope test device
US8382657B1 (en) * 2009-10-05 2013-02-26 Integrated Medical Systems International, Inc Endoscope testing device and method of using same

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20030107726A1 (en) * 2000-01-14 2003-06-12 Joachim Hirt Device for detecting transmission losses by means of measurements
US6498642B1 (en) * 2000-05-03 2002-12-24 Karl Storz Endovision Endoscope inspection system

Also Published As

Publication number Publication date
EP2390645B1 (en) 2013-05-22
EP2390645A3 (en) 2012-02-15
EP2390645A2 (en) 2011-11-30
US9354160B2 (en) 2016-05-31
US20130208106A1 (en) 2013-08-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2004777C2 (nl) Inrichting voor het testen van een optiek.
US7825360B2 (en) Optical apparatus provided with correction collar for aberration correction and imaging method using same
JP3269665B2 (ja) アライメント検出装置及び該アライメント検出装置を用いた眼科装置
CA2145639C (en) Pupillometer
US10976217B2 (en) System and method for inspecting optical power and thickness of ophthalmic lenses immersed in a solution
US5557350A (en) Ophthalmometric apparatus with alignment device including filter means
JP3058680B2 (ja) 眼底像処理装置
EP2812678A1 (en) Visually inspecting optical fibers
CN112703440B (zh) 显微镜系统
US9880079B2 (en) Method in the preparation of samples for microscopic examination and for checking coverslipping quality
US6388742B1 (en) Method and apparatus for evaluating the performance characteristics of endoscopes
CN110823531B (zh) 一种数字化光具座
JPH067298A (ja) 眼屈折計
JP2007171582A (ja) 標本撮像装置及びこれを備える標本分析装置
JPWO2017138083A1 (ja) Vブロック方式の屈折率測定装置
CN107040307B (zh) 用于智能检查的测试探针
HUT71646A (en) Spatial refractometer
CN103799964A (zh) 眼科装置和眼科摄像方法
US10627346B2 (en) Refractive index measuring device and refractive index measuring method
NL8902975A (nl) Werkwijze en inrichting voor het onderzoeken van optische stelsels.
JP6980898B2 (ja) 細胞画像処理装置
CN114199766B (zh) 一种表面缺陷检测装置及检测方法
CN114754982B (zh) 一种智能光学瞄具眼点距离自动测试装置及方法
CN218584320U (zh) 一种放大镜头的检测装置
JPH02191427A (ja) 眼科装置

Legal Events

Date Code Title Description
SD Assignments of patents

Effective date: 20141103

PD Change of ownership

Owner name: DOVIDEQ MEDICAL SYSTEMS B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: DOVIDEQ MEDICAL B.V.

Effective date: 20220930