NL2004626C2 - Ontwateringsinrichting voor mest. - Google Patents

Description

Ontwateringsinrichting voor mest BESCHRIJVING: 5

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een ontwateringsinrichting voor mest, omvattende een vijzel, alsmede een daaromheen aanwezig cilindrisch filter, en een 10 aandrijfeenheid voor het om zijn as roteren van de vijzel in het filter, welk filter een aantal concentrisch naast elkaar aanwezige schijfvormige ringen omvat, alsmede stangen, die door in lijn aanwezige gaten in de ringen steken, en die elk aan ten minste één uiteinde zijn voorzien van schroefdraad, waarop een moer verdraaibaar aanwezig is.

15 Stand van de techniek

Een dergelijke ontwateringsinrichting is bekend uit GB-A-191300386. De afstand tussen de schijven bepaalt de grootte van de openingen van het filter van de ontwateringsinrichting. Door de moeren vaster of losser aan te draaien worden de ringen 20 naar elkaar toe respectievelijk van elkaar af verplaatst.

Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een 25 ontwateringsinrichting van de in de aanhef omschreven soort waarbij relatief meer water uit mest verwijderd kan worden. Hiertoe is de ontwateringsinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de ringen gemaakt zijn uit een legering die één of meer van de stoffen koolstof, siliciumoxide, magnesium en aluminium bevat. Door de adhesie tussen water en koolstof, siliciumoxide, magnesium en/of aluminium zal het 30 water uit de mest getrokken/gezogen worden waardoor een betere ontwatering plaatsvindt.

Een uitvoeringsvorm van de ontwateringsinrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de vijzel een conische kern omvat met daaromheen 2 een spiraalvormige schraper, waarbij de diameter van de kern aan de invoerzijde kleiner is dan die aan de uitvoerzijde. Hierdoor wordt tijdens bedrijf extra druk opgebouwd in de mest waardoor een nog betere ontwatering plaatsvindt.

Een verdere uitvoeringsvorm van de ontwatering sinrichting volgens de 5 uitvinding is gekenmerkt, doordat gezien in axiale richting tussen tegenover elkaar aanwezige delen van naar elkaar toe gerichte zijvlakken van de wand van de spiraalvormige schraper zich tussen deze delen in axiale richting zich uitstrekkende verdere schrapers aanwezig zijn. Deze schrapers schrapen tegen het filter aanwezige vaste delen van het filter om verstopping ervan tegen te gaan.

10 Om vaste stoffen in de mest beter te scheiden van de vloeibare stoffen is nog een verdere uitvoeringsvorm van de ontwateringsinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de vijzel van permanent magnetisch materiaal is of van magnetisch materiaal dat door elektriciteit magnetisch gemaakt kan worden.

Weer een verdere uitvoeringsvorm van de ontwateringsinrichting volgens 15 de uitvinding is gekenmerkt, doordat de stangen hol zijn en zijn voorzien van openingen in de wand en dat de ontwateringsinrichting een reinigingspomp omvat die reinigingsvloeistof door de buizen kan pompen. Bij voorkeur is elke stang over de lengte voorzien van een spleet die naar de vijzel is toegekeerd. Hierdoor kan het filter periodiek gereinigd worden. Door hierbij de moeren losser te draaien, kan een betere 20 reiniging plaatsvinden.

Om een nog betere ontwatering plaats te laten vinden heeft de ontwateringsinrichting bij voorkeur een hogedrukpomp, die op de invoerzijde van de vijzel is aangesloten en tijdens bedrijf de in de vijzel aanwezige mest onder een druk kan brengen van 250 bar, alsmede een tegendrukklep, die op de uitvoerzijde van de 25 vijzel is aangesloten voor het onder druk houden van de mest in de vijzel.

Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een 30 in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de ontwateringsinrichting volgens de uitvinding.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen 3

In figuur 1 is een uitvoeringsvorm van de ontwateringsinrichting volgens de uitvinding in doorsnede weergegeven. De ontwateringsinrichting 1 heeft een hogedrukpomp 3, die op de invoerzijde 5a van een, in een cilindrisch filter 7 aanwezige, 5 vijzel 5 is aangesloten, voor het onder druk in de vijzel brengen van mest. De hogedrukpomp 3 brengt tijdens bedrijf de in de vijzel aanwezige mest onder een druk die kan oplopen tot 250 bar. De ontwateringsinrichting 1 heeft voorts een tegendrukklep 9, die op een uitvoerzijde 5b van de vijzel is aangesloten, voor het onder druk houden van de mest in de vijzel.

10 Verder heeft de ontwateringsinrichting 1 een aandrijfeenheid 11, voor het roteren van de vijzel 5. Deze aandrijfeenheid 11 is gevormd door een elektromotor met een daaraan bevestigde reductiekast. Het filter 7 is gevormd door een aantal concentrisch naast elkaar aanwezige schijfvormige ringen 13, die naar elkaar toe en van elkaar af verplaatst kunnen worden. Hiertoe zijn de ringen voorzien van in lijn 15 aanwezige gaten waardoorheen stangen 15 steken, die aan de uiteinden zijn voorzien van schroefdraad waarop moeren 17 zijn gedraaid. Door de moeren 17 vaster of losser aan te draaien, worden de ringen 13 naar elkaar toe respectievelijk van elkaar af verplaatst. De afstand tussen de ringen 13 bepaalt hierbij de grootte van de openingen van het filter 7. De ringen 13 zijn gemaakt uit een legering die één of meer van de 20 stoffen koolstof, siliciumoxide, magnesium en aluminium bevat.

De vijzel 5 heeft een conische kern 19 met daaromheen een spiraalvormige schraper 21. De diameter van de kern aan de invoerzijde 5a is kleiner dan die aan de uitvoerzijde 5b. De vijzel 5 is van permanent magnetisch materiaal of van magnetisch materiaal dat door elektriciteit magnetisch gemaakt kan worden om 25 magnetische deeltjes in de mest aan zich te binden.

Verdeeld over de lengte van de spiraalvormige schraper 21 zijn tussen tegenover elkaar aanwezige delen van naar elkaar toe gerichte zijvlakken 23 van deze schraper 21 verdere schrapers 25 aanwezig. Deze verdere schrapers strekken zich in axiale richting van de vijzel uit en schapen de tegen het filter vastzittende vaste delen 30 van het filter om verstopping van het filter zoveel mogelijk tegen te gaan.

De stangen 15 zijn hol, waarbij de wand aan de naar de vijzel 5 toegekeerde zijde over de lengte is voorzien van een spleet (niet zichtbaar in de figuur). Via deze stangen 15 kan reinigingsvloeistof, bijvoorbeeld water, door een 4 reinigingspomp (niet weergegeven) onder druk tussen de ringen 13 geperst worden om het filter schoon te spoelen.

De tegendrukklep 9 is gevormd door een over een uiteinde van de kern 19 van de vijzel verschuifbare dikwandige bus 27, die de ruimte tussen het filter 7 en 5 deze as 19 af kan sluiten. Op deze bus 27 wordt door een aantal hydraulische cilinders 29 een vooraf ingestelde druk uitgeoefend. Indien de druk in de mest deze ingestelde druk overschrijdt, zal de bus 27 verplaatsen, waarbij tussen de bus en het filter 7 een uitvoeropening voor mest wordt gevormd.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de 10 tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims (6)

1. Ontwateringsinrichting voor mest, omvattende een vijzel, alsmede een daaromheen aanwezig cilindrisch filter, en een aandrijfeenheid voor het om zijn as roteren van de vijzel in het filter, welk filter een aantal concentrisch naast elkaar 5 aanwezige schijfvormige ringen omvat, alsmede stangen, die door in lijn aanwezige gaten in de ringen steken, en die elk aan ten minste één uiteinde zijn voorzien van schroefdraad, waarop een moer verdraaibaar aanwezig is, met het kenmerk, dat de ringen gemaakt zijn uit een legering die één of meer van de stoffen koolstof, siliciumoxide, magnesium en aluminium bevat.

2. Ontwateringsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vijzel een conische kern omvat met daaromheen een spiraalvormige schraper, waarbij de diameter van de kern aan de invoerzijde kleiner is dan die aan de uitvoerzijde.

3. Ontwateringsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat gezien in axiale richting tussen tegenover elkaar aanwezige delen van naar elkaar toe 15 gerichte zijvlakken van de wand van de spiraalvormige schraper zich tussen deze delen in axiale richting zich uitstrekkende verdere schrapers aanwezig zijn.

4. Ontwateringsinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de vijzel van permanent magnetisch materiaal is of van magnetisch materiaal dat door elektriciteit magnetisch gemaakt kan worden.

5. Ontwateringsinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stangen hol zijn en zijn voorzien van openingen in de wand en dat de ontwateringsinrichting een reinigingspomp omvat die reinigingsvloeistof door de buizen kan pompen.

6. Ontwateringsinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat de ontwateringsinrichting voorts een hogedrukpomp omvat, die op de invoerzijde van de vijzel is aangesloten en tijdens bedrijf de in de vijzel aanwezige mest onder een druk kan brengen van 250 bar, alsmede een tegendrukklep, die op de uitvoerzijde van de vijzel is aangesloten voor het onder druk houden van de mest in de vijzel. 30