NL2004469C2 - CONNECTION ANCHOR WITH A GLASS PATTERN FOR THE DRAWING ZONE. - Google Patents

CONNECTION ANCHOR WITH A GLASS PATTERN FOR THE DRAWING ZONE. Download PDF

Info

Publication number
NL2004469C2
NL2004469C2 NL2004469A NL2004469A NL2004469C2 NL 2004469 C2 NL2004469 C2 NL 2004469C2 NL 2004469 A NL2004469 A NL 2004469A NL 2004469 A NL2004469 A NL 2004469A NL 2004469 C2 NL2004469 C2 NL 2004469C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
quartz grains
mass
anchor rod
anchor according
connection anchor
Prior art date
Application number
NL2004469A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL2004469A (en
Inventor
Robert Wilhelm Boogaart
Original Assignee
B & Btec Exp Division Of Dbn Diamant Systemen B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by B & Btec Exp Division Of Dbn Diamant Systemen B V filed Critical B & Btec Exp Division Of Dbn Diamant Systemen B V
Publication of NL2004469A publication Critical patent/NL2004469A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2004469C2 publication Critical patent/NL2004469C2/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B13/00Dowels or other devices fastened in walls or the like by inserting them in holes made therein for that purpose
    • F16B13/14Non-metallic plugs or sleeves; Use of liquid, loose solid or kneadable material therefor
    • F16B13/141Fixing plugs in holes by the use of settable material
    • F16B13/143Fixing plugs in holes by the use of settable material using frangible cartridges or capsules containing the setting components
    • F16B13/145Fixing plugs in holes by the use of settable material using frangible cartridges or capsules containing the setting components characterised by the composition of the setting agents contained in the frangible cartridges or capsules

Description

Verbindingsanker met een glaspatroon voor de trekzone.Connection anchor with a glass pattern for the draft zone.

De uitvinding heeft betrekking op een verbindingsanker, in het bijzonder voor een verankering in de door belastingsspanningen in het beton opgewekte druk-, resp. trekzone, 5 bestaande uit een ankerstaaf en een glaspatroon, die door de ankerstaaf vernield kan worden en die gevuld is met een hardbare hars en kwartskorrels.The invention relates to a connecting anchor, in particular for anchoring in the pressure or pressure generated in the concrete by load stresses. drawing zone, consisting of an anchor rod and a glass cartridge, which can be destroyed by the anchor rod and which is filled with a curable resin and quartz grains.

Voor zwaar belastbare bevestigingen in beton is een dergelijk verbindingsankersysteem bekend uit EP 0 867 624 B1, waarbij een verbindingsanker dat bestaat uit een ankerstaaf die verscheidene conusgedeelten bezit, die zich naar het einde 10 van de ankerstaaf toe verwijden en door middel van een speciemassa verankerd kan worden in een boorgat van een bevestigingsondergrond. De kegelvormige verwijdingen van de ankerstaven bieden een goede vermenging van de speciemassa en een gelijkblijvende belastbaarheid van het verbindingsanker, ook wanneer zich scheuren vormen in het beton.For heavy-duty attachments in concrete, such a connecting anchor system is known from EP 0 867 624 B1, wherein a connecting anchor consisting of an anchor rod that has several cone sections, which extends towards the end of the anchor rod and can be anchored by means of a specimen mass in a borehole of a mounting substrate. The conical widenings of the anchor rods offer a good mixing of the mortar and a constant load-bearing capacity of the connecting anchor, even when cracks form in the concrete.

Uit EP 0 967 402 B1 is nog een dergelijk verbindingsanker bekend, waarbij een ankerstaaf 15 voor een met een speciemassa gevulde opneemboring een schacht bezit die een aansluitgebied en een verankeringsgebied met verscheidene axiaal achter elkaar aangebrachte, kegelvormige verwijdingen en vernauwingen heeft.Another such connecting anchor is known from EP 0 967 402 B1, in which an anchor rod 15 for a receiving bore filled with a specimen mass has a shaft which has a connection area and an anchoring area with several conically arranged conically widening and constrictions arranged consecutively.

De uit meer componenten bestaande speciemassa wordt in het boorgat ingebracht door middel van een speciale glaspatroon. De componenten voor de speciemassa zijn 20 zodanig in de glaspatroon ondergebracht, dat één kamer een harscomponent met vulmateriaal, bijv. kwartszand, bevat, en een tweede kamer een hardercomponent bevat, meestal in poedervorm of in vloeibare vorm. De glaspatroon wordt vernield door middel van een draaien en een inslaan van een ankerstaaf. Door een draaien van de ankerstaaf worden de componenten hars, glassplinters, harder en verder vulmateriaal vermengd, zodat een 25 hieruit ontstaande samengestelde massa gelijkmatig wordt verdeeld tussen de wand van het boorgat en de ankerstaaf.The multi-component mortar is introduced into the borehole by means of a special glass pattern. The components for the specimen mass are accommodated in the glass cartridge in such a way that one chamber contains a resin component with filling material, e.g. quartz sand, and a second chamber contains a hardener component, usually in powder form or in liquid form. The glass pattern is destroyed by turning and breaking an anchor rod. By turning the anchor rod, the components resin, glass splinters, hardener and further filler material are mixed, so that a composite mass resulting therefrom is uniformly distributed between the wall of the borehole and the anchor rod.

Daar, waar de door de vorm en de grootte van de component teweeggebrachte belastingsspanningen inwerken in het beton, ontstaan zogenaamde druk-, resp. trekzones, al naargelang het feit of er in de betreffende component een druk- of trekbelasting optreedt.There where the stresses caused by the shape and the size of the component act on the concrete, so-called pressure resp. draw zones, depending on whether there is a pressure or tensile load in the relevant component.

30 Vooral in de trekzone kunnen boorgaten zich verwijden door het vormen van scheuren in het beton, waarbij de speciemassa zich in onderlinge verbinding met het beton eveneens verwijdt. Hier kan door een axiale verschuiving van deze soort van ankerstaven een naspreiden plaatsvinden in de uitgeharde samengestelde massa, waarbij de conusgedeelten in het vernauwde gebied van de mortelbuitenlaag naglijden, zodat de ankerstaaf wederom 35 een vormsluitende verbinding aangaat met de samengestelde massa en de belasting van de ankerstaaf gewaarborgd blijft. Voor een naspreiden is het noodzakelijk dat het conusvlak van de ankerstaaf volledig loskomt van de samengestelde massa, maar daarbij echter geen -2- loslaten optreedt langs het verbindingsvlak, d.w.z. het vlak tussen de samengestelde massa en het beton.Boreholes can widen, especially in the tensile zone, by forming cracks in the concrete, the mortar mass also widening in mutual connection with the concrete. Here, an axial shift of this type of anchor rods can be followed by spreading in the cured composite mass, with the cone sections sliding in the narrowed area of the mortar outer layer, so that the anchor rod again makes a positive connection with the composite mass and the load on the composite mass. anchor rod remains guaranteed. For a post-spreading it is necessary that the cone surface of the anchor rod completely detaches from the composite mass, but does not, however, thereby release a 2-release along the connecting surface, i.e. the plane between the composite mass and the concrete.

Een verhouding van het verbindingsvlak ten opzichte van het conusvlak die het loslaten waarborgt is beschreven in EP 0 867 624 B1. Deze ankerstaaf heeft een typische 5 verhouding van verbindingsvlak ten opzichte van het conusvlak tussen 3 en 4,5. De conusgedeelten bezitten een conushoek tussen 10° en 20°.A ratio of the connecting surface to the conical surface that ensures release is described in EP 0 867 624 B1. This anchor rod has a typical ratio of connecting surface to the cone surface between 3 and 4.5. The cone sections have a cone angle between 10 ° and 20 °.

Een belangrijke verhouding voor wat betreft de belastbaarheid van de ankerstaaf is de waarde van de verhouding boorgat- ringspleetvlak, welke wordt verkregen uit de radiale afstand van het boorgat tot aan de ankerstaaf, de ringspleet, tot de boutdwarsdoorsnede van 10 de ankerstaaf. Een waarde van de verhouding boorgat-ringspleetvlak tot de boutdwarsdoorsnede tussen 0,3 en 0,5 is bekend uit EP 0 867 624 B1. Een hoge belastbaarheid wordt bereikt door een geringe ringspleet.An important ratio as regards the load-bearing capacity of the anchor rod is the value of the ratio of borehole slit surface, which is obtained from the radial distance from the borehole to the anchor rod, the annular gap, to the bolt cross section of the anchor rod. A value of the ratio of bore-hole gap to the bolt cross-section between 0.3 and 0.5 is known from EP 0 867 624 B1. A high load-bearing capacity is achieved by a small ring gap.

De basiscomponent van geschikte speciemassa's bestaat uit een vast hardende hars, meestal een epoxyhars of een acrylhars. Om een verhoogde vastheid te bereiken, worden de 15 harscomponenten vermengd met inerte vulmiddelen, bijv. kwartszand, silicaten of stalen kogeltjes van een geschikte grootte. Het gebruik van kwartszand als vulmateriaal maakt een uitgeharde samengestelde massa met een grote hardheid mogelijk, die met een zuivere tweecomponenten-specie zonder vulmateriaal niet bereikt kan worden. Kwartszand als vulmateriaal verhindert eveneens de typische krimping bij het harden van de hars, die bij een 20 scheurvorming in het beton leidt tot een verlaagd spreidvermogen van het gehele verbindingsanker en daardoor tot een geringere draaglast van de ankerstaaf in het beton. Beslissend is daarom bij het harden van de samengestelde massa, hoeveel vulmateriaal er in de glaspatroon aanwezig is. Een gering gehalte maakt een viskeuzere samengestelde massa mogelijk, maar kan niet in dezelfde mate de vastheid van het omgevende beton bereiken.The basic component of suitable specie masses consists of a solid-setting resin, usually an epoxy resin or an acrylic resin. To achieve increased solidity, the resin components are mixed with inert fillers, e.g., quartz sand, silicates or steel balls of a suitable size. The use of quartz sand as a filler material enables a cured composite with a high hardness that cannot be achieved with a pure two-component mortar without filler material. Quartz sand as a filler material also prevents the typical shrinkage during hardening of the resin, which when cracked in the concrete leads to a reduced spreading capacity of the entire connecting anchor and therefore to a lower bearing load of the anchor rod in the concrete. It is therefore decisive in curing the composite mass how much fill material is present in the glass cartridge. A low content allows a more viscous composite mass, but cannot reach the strength of the surrounding concrete to the same extent.

25 Een speciemassa die met de hand in een boorgat gedrukt kan worden is bekend uit DE 3 226 602 A1. De speciemassa omvat kwarts als een de voorkeur verdienend vulmateriaal met een korrelgrootte van ca. 0,1 - 0,6 mm, resp. 0,1 - 0,25 mm bij een vulling van 50 - 80% in de tweecomponenten-massa. Er wordt een zeefproces met de overeenkomstige zeefgrootte uitgevoerd en het uitgezeefde kwartszand met een statistische 30 verdeling van verschillende korrelgrootten wordt toegevoerd aan de speciemassa. Voor boorgatgrootten van M6 tot M16 zijn kwartskorrels in het onderste vulbereik voor ankerstaven met een maximale ringspleet van 1 mm deugdelijk gebleken. Voor boorgaten groter dan M16, in het bijzonder met ringspleten van ca. 1-2 mm. zijn kwartskorrels in het bovenste korrelbereik deugdelijk gebleken.A specimen mass that can be pressed into a borehole by hand is known from DE 3 226 602 A1. The specimen mass comprises quartz as a preferred filler material with a grain size of about 0.1 - 0.6 mm, resp. 0.1 - 0.25 mm with a filling of 50 - 80% in the two-component mass. A screening process with the corresponding screen size is carried out and the screened quartz sand with a statistical distribution of different grain sizes is supplied to the specimen mass. For borehole sizes from M6 to M16, quartz grains in the lower fill range for anchor rods with a maximum ring gap of 1 mm have proven to be sound. For drill holes larger than M16, in particular with ring gaps of approx. 1-2 mm. quartz grains in the upper grain range have proven to be sound.

35 Een tweecomponenten-massa voor het fixeren van ankerstaven met kwartszand als vulmateriaal wordt beschreven in US 6 583 259 B1, waarbij de kwartskorrels een gemiddelde grootte bezitten van 1,2-1,8 mm..A two-component mass for fixing anchor rods with quartz sand as filling material is described in US 6 583 259 B1, wherein the quartz grains have an average size of 1.2-1.8 mm.

-3--3-

In DE 36 38 750 A1 wordt een reactieset beschreven met een meerkamerpatroon voor een hechtverankering van bevestigingselementen met een vulmateriaalgehalte in de harscomponent van 40% - 45%, waarbij voorbeelden, al naargelang de totale samenstelling, een percentage aan korrelgrootten aangeven in de grootten van 0,5 -1,8 mm of 1,2 -1,8 mm.DE 36 38 750 A1 describes a reaction set with a multi-chamber pattern for an adhesive anchoring of fastening elements with a filler content in the resin component of 40% - 45%, with examples, depending on the total composition, indicating a percentage of grain sizes in the sizes of 0 , 5 -1.8 mm or 1.2 -1.8 mm.

5 In DE 4 315 788 A1 wordt nog een samenstelling beschreven met een deel bindmiddel en 1 - 6 delen vulmateriaal, waarbij voor een glaspatroongrootte die kleiner is dan M16, kwartskorrelgrootten van 0,8 - 2 mm gebruikt worden en voor glaspatronen die groter zijn dan M16, kwartskorrels gebruikt worden met een grootte van 2 - 6 mm.In DE 4 315 788 A1 another composition is described with a part of binder and 1-6 parts of filler material, wherein for a glass pattern size that is smaller than M16, quartz grain sizes of 0.8 - 2 mm are used and for glass patterns that are larger than M16, quartz grains can be used with a size of 2 - 6 mm.

DE 10 2004 035 567 A1 beschrijft nog een tweecomponenten speciemassa met een 10 radicaal polymeriseerbare hars, vulmiddelen, verdere gebruikelijke speciecomponenten en een gescheiden aangebrachte hardercomponent. De harscomponent bevat een mengsel van hydroxyalkyl (meth)-acrylaat en een acatacetoxyalkyl (meth) acrylaat. De vulmiddelen bestaan voor een klein gedeelte uit pyrogeen kiezelzuur en als hoofdbestanddeel uit kwartszand met een bepaald percentage van een gemiddelde korrelgrootte van 400 pm, of 15 kleiner dan 50 pm. Voor eerstgenoemde waarden zijn 20%, resp. 23% en voor de laatstgenoemde zijn afzonderlijke waarden als 26, 29, 37 en 50% aangegeven, die betrekking hebben op de totale massa.DE 10 2004 035 567 A1 describes another two-component mortar with a radically polymerizable resin, fillers, further conventional mortar components and a separately applied hardener component. The resin component contains a mixture of hydroxyalkyl (meth) acrylate and an acatacetoxyalkyl (meth) acrylate. The fillers consist for a small part of fumed silica and as main component quartz sand with a certain percentage of an average grain size of 400 µm, or less than 50 µm. For the former values are 20% resp. 23% and for the latter, individual values such as 26, 29, 37 and 50% are given, which refer to the total mass.

Voorts beschrijft DE 4131457 A1 een patroon voor de chemische bevestigingstechniek, die kwartszandkorrels met korrelgrootten van 0,5 tot 3 mm beschrijft, 20 waarbij hiervoor patroongrootten gekozen worden die kleiner zijn dan M16. Voor patronen groter dan M20 worden korrelgrootten met 3 tot 6mm aangegeven.Furthermore, DE 4131457 A1 describes a pattern for the chemical fastening technique, which describes quartz sand grains with grain sizes of 0.5 to 3 mm, whereby pattern sizes smaller than M16 are selected for this. For patterns larger than M20, grain sizes with 3 to 6 mm are indicated.

Nadelig is het sorteren van de korrelgrootten in slechts één enkele fractie. Daarmee is het slechts beperkt mogelijk om een concrete samenstelling van de grootten van de kwartskorrels aan te geven en de gewichtsgehaltes van de vulmiddelen in de samengestelde 25 massa constant te houden. In de stand van de techniek wordt evenmin een exacte verdeling van de gebruikte kwartskorrels vastgelegd met betrekking tot bepaalde korrelgrootten voor bepaalde boorgatgrootten. Met een telkens veranderlijk gehalte aan kwartskorrel van een niet exact bekende grootte, ook door verschillende uitzeefresultaten en met de eenvoudige vermelding van een gemiddelde korrelgrootte wordt geen gelijkblijvend vulgewicht in de 30 samengestelde massa en zodoende geen gelijkblijvende hardheid van elke speciemengsel gewaarborgd. Deze afwijkende vastheid kan verminderde draaglasten tot gevolg hebben voor vastgezette ankerstaven met geringe ringspleten, speciaal in de belastingszones van het beton, zoals de trek- en drukzone. De in de stand van de techniek gebruikte harscomponenten vertonen weliswaar een grote vastheid in de uitgeharde toestand, maar 35 deze harden echter als gevolg van de schommelende temperatuur- en vochtigheidswaarden zeer langzaam. In het bijzonder methyl (meth) acrylaten, zoals harscomponenten hebben het nadeel dat deze ten eerste bij een direct huidcontact een sterk irriterend effect hebben en ten tweede niet direct in de lucht, onder invloed van zuurstof, uitharden. Door het indraaien van -4- de ankerstaaf in het boorgat komt overtollige samengestelde massa uit de ringspleet en vormt een druppel, de zogenaamde "overflow", die niet hardt en daardoor de monteur geen gelegenheid geeft om het harden van de samengestelde massa te controleren.A disadvantage is sorting the grain sizes into just a single fraction. With this it is only possible to a limited extent to indicate a concrete composition of the sizes of the quartz grains and to keep the weight contents of the fillers in the composite mass constant. Neither does the exact state of the quartz grains used with regard to particular grain sizes for certain borehole sizes be established in the prior art. With an ever-changing quartz grain content of a not exactly known size, also due to different sieving results and with the simple indication of an average grain size, no constant fill weight in the composite mass and therefore no constant hardness of each specimen mixture is guaranteed. This deviating strength can result in reduced bearing loads for fixed anchor rods with small ring gaps, especially in the loading zones of the concrete, such as the tensile and pressure zone. Although the resin components used in the state of the art exhibit a high degree of solidity in the cured state, they harden very slowly due to the fluctuating temperature and humidity values. In particular, methyl (meth) acrylates, such as resin components, have the disadvantage that they have a strong irritating effect in the first case of direct skin contact and secondly do not cure directly in the air under the influence of oxygen. By screwing-in the anchor rod into the borehole, surplus composite mass comes out of the annular gap and forms a droplet, the so-called "overflow", which does not cure and therefore does not allow the fitter to check the hardening of the composite mass.

De onderhavige uitvinding beoogt daarom een verbindingsanker te verschaffen, dat 5 bestaat uit een ankerstaaf met een glaspatroon, waarvan de snel hardende samengestelde massa een gecontroleerde massaverdeling van kwarts als vulmateriaal zeer hoge draaglasten waarborgt, ook voor kleine ringspleten, zowel in de drukzone, alsook in de trekzone van het beton.SUMMARY OF THE INVENTION It is therefore an object of the present invention to provide a connecting anchor comprising an anchor rod having a glass pattern whose fast-curing composite mass ensures a controlled mass distribution of quartz as a filler material with very high bearing loads, also for small ring gaps, both in the pressure zone and in the drawing zone of the concrete.

Volgens de uitvinding wordt genoemd doel bij een verbindingsanker van de in de 10 aanhef genoemde soort bereikt door een verbindingsanker met een ankerstaaf en een glaspatroon die door de ankerstaaf vernield kan worden en die gevuld is met een hardbare hars en kwartskorrels als vulmateriaal, waarbij de zich in de glaspatroon bevindende kwartskorrels in een gecontroleerde massaverdeling van de kwartskorrels aanwezig zijn in de hardbare hars, waarbij de kwartskorrels in twee fracties zijn onderverdeeld in grove 15 kwartskorrels met een grootte van 1200 - 1800 pm met een massapercentage van 75 - 50% van de totale massa van de kwartskorrels en fijne kwartskorrels met een grootte van 120 -250 pm met een massapercentage van 25 - 50% van de totale massa van de kwartskorrels. Een de voorkeur verdienende procentuele verdeling van de kwartskorrelgrootten is hierbij onafhankelijk van de diameter van de glaspatroon en identiek voor alle patroongrootten.According to the invention, said object is achieved in a connecting anchor of the type mentioned in the preamble by a connecting anchor with an anchor rod and a glass pattern that can be destroyed by the anchor rod and which is filled with a curable resin and quartz grains as filling material, the quartz grains contained in the glass pattern are present in the curable resin in a controlled mass distribution of the quartz grains, the quartz grains being subdivided into two fractions into coarse quartz grains with a size of 1200 - 1800 µm with a mass percentage of 75 - 50% of the total mass of quartz grains and fine quartz grains with a size of 120-250 µm with a mass percentage of 25 - 50% of the total mass of the quartz grains. A preferred percentage distribution of the quartz grain sizes here is independent of the diameter of the glass pattern and identical for all pattern sizes.

20 Opgemerkt wordt dat DE 38 06 598 A1 een verankeringspatroon openbaart met een binnenpatroon dat gevuld is met een harscomponent en een buitenpatroon dat gevuld is met een vulstof. De vulstof kan een kwartszand bevatten met een korrelgrootte tussen 500 - 1200 pm. In het bijzonder kan het buitenpatroon hierbij zodanig gevuld zijn dat grovere korrels, te weten die korrels die dichter bij de genoemde bovengrens van 1200 pm liggen, zich bovenin 25 het buitenpatroon bevinden, en dat fijnere korrels, te weten die korrels die dichter bij de genoemde ondergrens van 500 pm liggen, zich onderin het buitenpatroon bevinden. Aldus ontbreekt bij deze bekende vulstof een nog fijnere fractie zoals die bij de onderhavige uitvinding geclaimd is, te weten met een korrelgrootte liggend in het gebied tussen 120 - 250 pm. Verder sluit bij deze bekende vulstof de bovengrens van de korrelgrootte van 1200 pm 30 slechts aan op de ondergrens van de range van 1200 - 1800 pm zoals die bij de onderhavige uitvinding geclaimd is.It is noted that DE 38 06 598 A1 discloses an anchoring pattern with an inner pattern filled with a resin component and an outer pattern filled with a filler. The filler may contain a quartz sand with a grain size between 500 - 1200 µm. In particular, the outer pattern can here be filled such that coarser grains, namely those grains that are closer to the said upper limit of 1200 µm, are located at the top of the outer pattern, and that finer grains, namely those grains that are closer to the said lower limit of 500 µm, are at the bottom of the outer cartridge. Thus, this known filler lacks an even finer fraction as claimed in the present invention, namely with a grain size in the range between 120 - 250 µm. Furthermore, with this known filler, the upper limit of the grain size of 1200 µm only connects to the lower limit of the range of 1200 - 1800 µm as claimed in the present invention.

Verder wordt opgemerkt dat US 5,256,723 eveneens een dubbelwandig patroon openbaart. Voorzover er hier al sprake is van een vulstof in de vorm van kwartszand dan wordt er slechts in Voorbeeld 16 melding gemaakt van een dergelijke anorganische vulstof.It is further noted that US 5,256,723 also discloses a double-walled pattern. Insofar as there is already a filler in the form of quartz sand, only such an inorganic filler is mentioned in Example 16.

35 De genoemde korrelgrootte van dit kwartszand is dan 1500 - 2000 pm. Deze grenzen van de korrelgrootte overlappen met de range van 1200 - 1800 pm zoals die bij de onderhavige uitvinding geclaimd is. Er ontbreekt echter ook bij deze bekende vulstof een fijne fractie zoals die bij de onderhavige uitvinding geclaimd is, te weten met een korrelgrootte liggend in het -5- gebied tussen 120 - 250 μιτι. Over een combineren van een eerste grove fractie korrels met een tweede fijne fractie korrels wordt in deze publicatie sowieso niet gesproken.The stated grain size of this quartz sand is then 1500 - 2000 µm. These grain size limits overlap with the range of 1200 - 1800 µm as claimed in the present invention. However, this known filler also lacks a fine fraction as claimed in the present invention, namely with a grain size in the range between 120 - 250 μιτι. This publication does not talk about combining a first coarse fraction of grains with a second fine fraction of grains.

Op een de voorkeur verdienende wijze volgens de onderhavige uitvinding is er in voorzien dat het bestanddeel fijne kwartskorrels wederom van zijn kant is onderverdeeld in 5 twee fracties kwartskorrels met een kleinere grootte van 125 - 180 pm met een massapercentage van 12, 5 - 25% van de totale massa van de kwartskorrels, en kwartskorrels met een gemiddelde grootte van 180 - 250 pm met een massapercentage van 12,5 - 25% van de totale massa van de kwartskorrels.In a preferred manner according to the present invention, it is provided that the component of fine quartz grains, for its part, is again subdivided into two fractions of quartz grains with a smaller size of 125-180 µm with a mass percentage of 12.5-25% of the total mass of the quartz grains, and quartz grains with an average size of 180 - 250 µm with a mass percentage of 12.5 - 25% of the total mass of the quartz grains.

Hierdoor kunnen - ten opzichte van de stand van de techniek - aanzienlijk geringere 10 ringspleten tot 1 mm voor drukzone-patronen en zelfs tot 0,5 mm voor trekzone-patronen gekozen worden. Dit brengt wederom een betere verdeling en samenstelling van de samengestelde massa en de bestanddelen met zich mee, laatstgenoemde vóór het uitharden, zodat dit proces verbetert, gelijkmatiger wordt en versneld wordt. Voorts is de krimping als gevolg van de geringere substantie van de samengestelde massa in spleten 15 geringer, waardoor er een hogere verbindingskracht ontstaat.As a result, considerably smaller ring gaps of up to 1 mm for pressure zone patterns and even up to 0.5 mm for tensile zone patterns can be chosen - compared to the prior art. This again entails a better distribution and composition of the composite mass and components, the latter before curing, so that this process improves, becomes more uniform and is accelerated. Furthermore, the shrinkage as a result of the lower substance of the composite mass in gaps 15 is smaller, so that a higher connecting force is created.

De ten opzichte van de stand van de techniek kleinere kwartskorrels als vulmateriaal van de fijnere korrelfractie levert een verbeterde vastheid van de uitgeharde speciemassa op.The quartz grains, which are smaller than the prior art, as filler material of the finer grain fraction, provide an improved firmness of the cured specimen mass.

Verder draagt hiertoe bij, dat juist de grovere korrelbestanddelen bij een indraaien van de ankerstaaf tegen de wand van het boorgat wrijven, die deze daarbij reinigen en zo de 20 verbinding hiermee verhogen, alsook dat deze eveneens hierbij kleiner worden, wat wederom bijdraagt tot het verbeteren van de verbindingskracht van de massa.Furthermore, it helps to ensure that the coarser grain components, when the anchor rod is screwed in, rub against the wall of the borehole, thereby cleaning them and thus increasing the connection thereto, as well as decreasing their size, which again contributes to improvement. of the connecting force of the mass.

In nog een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt een vinylesterhars als harscomponent in de glaspatroon gebruikt. Deze vertoont door middel van een verharder in poedervorm of vloeibare vorm in uitgeharde toestand de eigenschappen van een 25 duroplastische kunststof met een grote vastheid en een chemische duurzaamheid. Door de volgens de uitvinding gecontroleerde massaverdeling van de kwartskorrels, in het bijzonder in vinylester wordt additioneel een verbindingsvastheid bereikt die soortgelijk is aan die van epoxyharsen, echter met nog meer toepassingsvoordelen. Vinylester toont met een uithardtijd van 20 tot 60 minuten een duidelijk kortere uithardtijd dan vergelijkbare epoxyharsen, die tot 30 24 uur moeten uitharden. Eveneens is een toepassing in vochtige boorgaten en bij buitentemperaturen van beneden 0°C mogelijk, waarbij de vinylester in tegenstelling tot epoxyhars druk- en trekbestendig uithardt. In vergelijking met methylacrylaatharsen harden vinylesterharsen onafhankelijk van de atmosfeer gelijkmatig uit, waardoor het uithardproces ook van buitenaf gecontroleerd kan worden, wat niet mogelijk is bij methylacrylaat, omdat dit 35 als gevolg van het zuurstofbestand als "overflow" aan het oppervlak vloeibaar blijft, zodat er niets verklaard kan worden over de dieper plaatsgevonden uitharding. Weliswaar bevatten vinylesterharsen het voor de gezondheid schadelijke styreen, maar de emissiewaarden voor -6- vinylesterharsen liggen bij de montage van glaspatronen ver onder de keuringswaarden. Daarentegen zijn methylacrylaten schadelijk wanneer deze in aanraking komen met de huid.In yet another preferred embodiment of the invention, a vinyl ester resin is used as a resin component in the glass cartridge. By means of a hardener in powder form or liquid form in the cured state, this hardener has the properties of a duroplastic plastic with high strength and chemical durability. The mass distribution of the quartz grains controlled in accordance with the invention, in particular in vinyl ester, additionally achieves a bonding strength similar to that of epoxy resins, but with even more application advantages. With a curing time of 20 to 60 minutes, vinyl ester shows a clearly shorter curing time than comparable epoxy resins, which have to cure for up to 24 hours. It is also possible to use it in wet boreholes and at outside temperatures below 0 ° C, in which the vinyl ester, in contrast to epoxy resin, hardens pressure and tensile. In comparison with methyl acrylate resins, vinyl ester resins cure uniformly independently of the atmosphere, so that the curing process can also be controlled from the outside, which is not possible with methyl acrylate, because this remains liquid as an "overflow" on the surface due to the oxygen content, so that nothing can be explained about the deeper hardening. Although vinyl ester resins contain styrene which is harmful to health, the emission values for vinyl ester resins are far below the test values when mounting glass cartridges. In contrast, methyl acrylates are harmful when they come into contact with the skin.

De samengestelde massa die ontstaat, bezit een gehalte aan inerte vulmiddelen van een massapercentage van 70 - 85%, en bereikt door de gedefinieerde verdeling van de 5 kwartskorrels in grove, fijne en zeer fijne korrelgrootten zowel in de trekzone alsook en de drukzone van het beton zeer hoge draaglasten. Dit hogere gehalte aan inerte vulmiddelen vergeleken met de stand van de techniek waarborgt dat er een samengestelde massa ontstaat met de druksterkte van hoogvast beton.The composite mass that is formed has an inert filler content of a mass percentage of 70 - 85%, and is achieved through the defined division of the quartz grains into coarse, fine and very fine grain sizes both in the tensile zone and the pressure zone of the concrete very high bearing loads. This higher content of inert fillers compared to the prior art ensures that a composite mass is created with the compressive strength of high-strength concrete.

Om een naspreiden bij ankerstaven in de trekzone toe te laten, is de ankerstaaf in een 10 voorkeursuitvoeringsvorm voorzien van verscheidene conusgedeelten met een deklaag van PTFE of nikkel, waarvan de conushoeken 8° -10° of 22° - 25° bedragen. Als bijzonder doelmatig is gebleken, dat de ankerstaaf in de verankerde toestand een verhouding van verbindingsvlak tot conusvlak heeft tussen 2,5 en 2,9. De voorkeursuitvoeringsvorm maakt ook geringere ringspleten mogelijk, waarbij een voorkeurswaarde van de verhouding boorgat-15 ringspleetvlak tot de dwarsdoorsnede van de bout ligt tussen 0,12 en 0,25.In order to allow post-spreading of anchor rods in the tension zone, the anchor rod in a preferred embodiment is provided with several cone sections with a coating of PTFE or nickel, the cone angles of which are 8 ° -10 ° or 22 ° -25 °. It has been found to be particularly effective that the anchor rod in the anchored state has a ratio of connecting surface to conical surface between 2.5 and 2.9. The preferred embodiment also allows for smaller ring gaps, wherein a preferred value of the ratio of borehole to gap gap to the cross section of the bolt is between 0.12 and 0.25.

In een bijzonder de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm is erin voorzien, dat verbindingsankers volgens een van de voorafgaande conclusies zijn gekenmerkt door het feit, dat de ankerstaaf aan één uiteinde dat bestemd is voor het bevestigen van een voorwerp, een binnenschroefdraad bezit voor het opnemen van een schroef. Hiermee kan in 20 het bijzonder voor de trekzone een bijzonder stabiele bevestiging gewaarborgd worden, waarbij schroeven van de gebruikelijke grootte tussen M10 en M20 gebruikt kunnen worden. Ook kunnen al naargelang de vereisten en de afmetingen van de te bevestigen onderdelen schroeven met een variabele lengte gebruikt worden.In a particularly preferred embodiment it is provided that connecting anchors according to one of the preceding claims are characterized in that the anchor rod has an internal thread for receiving a screw at one end intended for fixing an object . Hereby, a particularly stable fastening can be ensured, in particular for the draw zone, whereby screws of the usual size between M10 and M20 can be used. Variable length screws can also be used depending on the requirements and dimensions of the components to be attached.

Verdere voordelen en eigenschappen van de uitvinding blijken uit de conclusies en uit 25 de onderstaande beschrijving, waarin een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding onder verwijzing naar de tekeningen in detail wordt toegelicht. Daarbij toont: fig. 1 een eerste afbeelding van een ankerstaaf volgens de uitvinding; fig. 2 een tweede afbeelding van een ankerstaaf; fig. 3 een derde afbeelding van een ankerstaaf volgens de uitvinding volgens EP 0 30 697 530 B1; fig. 4 een vierde afbeelding van een ankerstaaf met een binnenschroefdraad; fig. 5 een vergelijking van de ringspleetvlakken die er ontstaan; fig. 6 een schematische afbeelding van de glaspatroon volgens de uitvinding in langsdoorsnede; 35 fig. 7 een schematische afbeelding van de glaspatroon volgens de uitvinding in dwarsdoorsnede.Further advantages and features of the invention are apparent from the claims and from the description below, in which a preferred embodiment of the invention is explained in detail with reference to the drawings. In the drawing: Fig. 1 shows a first illustration of an anchor rod according to the invention; Fig. 2 shows a second image of an anchor rod; Fig. 3 shows a third image of an anchor rod according to the invention according to EP 0 30 697 530 B1; Fig. 4 is a fourth illustration of an anchor rod with an internal thread; Fig. 5 shows a comparison of the annular gap surfaces that arise; Fig. 6 is a diagrammatic representation of the glass cartridge according to the invention in longitudinal section; Fig. 7 is a diagrammatic cross-sectional view of the glass cartridge according to the invention.

De figuren 1-3 tonen drie voorkeursuitvoeringsvormen van een bij een verbindingsanker behorende ankerstaaf 1. Bij de ankerstaaf 1 in fig. 1 gaat het om een -7- schroefdraadstaaf uit een geschikte soort staal, waarbij de ankerstaaf 1door een op lengte maken van een eindloze schroefdraadstaaf loodrecht op de as daarvan op de gewenste lengte is gebracht en uit het einde daarvan een punt wordt gemaakt met een hoek van 90°.Figures 1-3 show three preferred embodiments of an anchor rod belonging to a connecting anchor 1. The anchor rod 1 in Figure 1 is a threaded rod of a suitable type of steel, wherein the anchor rod 1 is made by making an endless length of an endless threaded rod perpendicular to the axis thereof is brought to the desired length and a point is made from the end thereof with an angle of 90 °.

De bevestigingsondergrond 2 van beton is schematisch getekend en geeft het boorgat voor 5 het verbindingsanker aan. De ankerstaaf 1 omvat in het bovenste derde deel een met een markering aangegeven inkerving 3, tot waar de ankerstaaf 1 in het boorgat wordt geschoven, waarbij het deel van de schroefdraadstaaf boven de markering, een uitwendige schroefdraad 4, dient voor de bevestiging van een voorwerp.The mounting base 2 of concrete is shown schematically and indicates the borehole for the connecting anchor. The anchor rod 1 comprises in the upper third part a notch 3, which is marked with a marking, to which the anchor rod 1 is slid into the borehole, the part of the threaded rod above the marking, an external thread 4, serving for the attachment of an object .

De ankerstaaf 1 van fig. 2 bezit een uitwendige schroefdraad 4 voor de bevestiging 10 van een voorwerp aan het bovenste uiteinde, waarbij aan de uitwendige schroefdraad 4 een glad cilindrisch gedeelte 5 aansluit, waarvan de lengte een aanpassing aan de diepte toelaat, waarin de krachten die inwerken op de ankerstaaf 1 ingeleid kunnen worden in de bevestigingsondergrond. Een conisch toelopende schacht 6 leidt naar drie conusgedeelten 7. De conusgedeelten 7 lopen in de richting van het onderste einde van de ankerstaaf smal toe 15 naar de schacht 6 en lopen elk door een steil conisch gedeelte over in het telkens aangrenzende conusgedeelte 7. De conusgedeelten 7 zijn gevormd door een conushoek 8, die in de voorkeursuitvoeringsvorm in fig. 2, 22° bedraagt. De ankerstaaf 1 vertoont drie gelijkvormige conusgedeelten met uitzondering van het onderste conusgedeelte 7, dat in plaats van zijn steil conisch gedeelte een punt bezit. De achter elkaar in een rij aangebrachte 20 conusgedeelten 7 zijn op hun conusvlakken 9 zo behandeld, dat na het inbrengen van de ankerstaaf 1 in een samengestelde massa een geringere wrijvingscoëfficiënt is verschaft. Om deze reden zijn de conusgedeelten 7 op hun conusvlakken 4 elk voorzien van een deklaag, die in de voorkeursuitvoeringsvorm bestaat uit polytetrafluorethyleen (PTFE) of uit nikkel.The anchor rod 1 of Fig. 2 has an external screw thread 4 for fastening an object at the upper end, with a smooth cylindrical section 5 connecting to the external screw thread 4, the length of which allows an adjustment to the depth in which the forces which act on the anchor rod 1 can be introduced into the mounting base. A conically tapered shaft 6 leads to three cone sections 7. The cone sections 7 narrow toward the lower end of the anchor rod 15 towards the shaft 6 and each run through a steep conical section into the respective adjacent cone section 7. The cone sections 7 are formed by a cone angle 8 which, in the preferred embodiment in Fig. 2, is 22 °. The anchor rod 1 has three uniform cone sections, with the exception of the lower cone section 7, which has a point instead of its steep conical section. The cone sections 7 arranged one behind the other on their cone faces 9 are treated in such a way that a lower coefficient of friction is provided after the insertion of the anchor rod 1 into a composite mass. For this reason, the cone portions 7 on their cone surfaces 4 are each provided with a cover layer, which in the preferred embodiment consists of polytetrafluoroethylene (PTFE) or nickel.

In nog een uitvoeringsvoorbeeld, dat hier niet getoond is, kan een ankerstaaf 1, zoals 25 afgebeeld in fig. 2, ook vier conusgedeelten 7 omvatten, waarbij hier de conushoek eveneens 22° bedraagt.In yet another exemplary embodiment, which is not shown here, an anchor rod 1, as shown in Fig. 2, can also comprise four cone sections 7, the cone angle here also being 22 °.

Fig. 3 toont nog een afbeelding van een ankerstaaf 1, waarbij deze soort ankerstaaf 1 op zich reeds bekend is uit EP 0 697 530 B1. De ankerstaaf 1 bezit wederom in het bovenste vierde deel een uitwendige schroefdraad 4 voor de bevestiging van een voorwerp. Dan volgt 30 een cilindrische schacht 10, die in het onderste derde deel van de ankerstaaf 1 uitmondt in een uitwendige schroefdraad 11, die is ingeschroefd binnenin in een speciale eindmoer 12. Deze eindmoer 12 wordt gekenmerkt door een gebied, dat zich vanaf haar achterste einde tot aan het vrije einde daarvan conisch verwijdt en een op de buitenzijde daarvan aangebrachte profilering 13. Deze profilering 13 is gerealiseerd als een V-vormige groef, die schroefvormig 35 om de eindmoer 12 heen loopt. De samengestelde massa dringt bij dit voorbeeld in de groeven van de eindmoer 12 naar binnen en omgrijpt verder het conische gebied van de eindmoer. Voorts heeft de ankerstaaf 1 een conushoek 8 van 10°. De ankerstaaf 1 in fig. 3 -8- bezit in vergelijking met de ankerstaaf 1 in fig. 2 eveneens een speciale deklaag, die bestaat uit nikkel of PTFE.FIG. 3 shows another image of an anchor rod 1, wherein this type of anchor rod 1 is already known per se from EP 0 697 530 B1. The anchor rod 1 again has an external thread 4 in the upper fourth part for attaching an object. Then follows a cylindrical shank 10, which ends in the lower third of the anchor rod 1 into an external screw thread 11, which is screwed inside a special end nut 12. This end nut 12 is characterized by an area which extends from its rear end until the free end thereof widens conically and a profiling 13 arranged on the outside thereof. This profiling 13 is realized as a V-shaped groove, which runs helically around the end nut 12. In this example, the composite mass penetrates into the grooves of the end nut 12 and further grips the conical area of the end nut. Furthermore, the anchor rod 1 has a cone angle 8 of 10 °. The anchor rod 1 in FIGS. 3 to 8 also has, in comparison with the anchor rod 1 in FIG. 2, a special cover layer consisting of nickel or PTFE.

In fig. 4 is een verdere uitvoeringsvorm van een ankerstaaf 1 volgens de uitvinding afgebeeld, waarbij de ankerstaaf 1 bijna dezelfde eigenschappen heeft als de in fig. 2 5 beschreven ankerstaaf 1. Aan een einde dat bestemd is voor het bevestigen van een voorwerp is in plaats van een uitwendige schroefdraad 4 een binnenschroefdraad 4a (getekend met streeppuntlijnen) gevormd voor de toepassing met een schroef. De binnenschroefdraad 4a is in het inwendige van de ankerstaaf doorgaans gevormd tot aan het einde van het cilindrische gedeelte 5, om de lengte van een schroef zo ver op te nemen, 10 totdat de gewenste bevestiging is gewaarborgd. De diameter van de binnenschroefdraad 4a is aangepast aan de diameter van de ankerstaaf 1, die deze omgeeft, waarbij bij voorkeur binnenschroefdraden 4a met een grootte van M10 tot M20 zijn aangebracht. In principe kunnen de uitvoeringsvormen van een ankerstaaf 1 volgens fig. 1 en fig. 3 eveneens dergelijke binnenschroefdraden 4a bezitten.Fig. 4 shows a further embodiment of an anchor rod 1 according to the invention, wherein the anchor rod 1 has almost the same properties as the anchor rod 1 described in Fig. 2. At an end intended for fixing an object, instead of an external screw thread 4, an internal screw thread 4a (drawn with broken lines) is formed for use with a screw. The internal thread 4a is generally formed in the interior of the anchor rod up to the end of the cylindrical portion 5, so as to accommodate the length of a screw until the desired attachment is guaranteed. The diameter of the inner thread 4a is adapted to the diameter of the anchor rod 1 that surrounds it, preferably inner threads 4a with a size of M10 to M20 are arranged. In principle, the embodiments of an anchor rod 1 according to Fig. 1 and Fig. 3 can also have such inner screw threads 4a.

15 Fig. 5 toont een overzicht van mogelijke ringspleten 14 tussen het verbindingsanker en een bevestigingsondergrond, bijv. beton. In voorbeeld a) in fig. 5 is een ringspleet 14 afgebeeld, zoals deze bijvoorbeeld gevormd zou worden door de ankerstaaf uit fig. 1 en deze toont een ringspleetbreedte van 1 mm. Voorbeeld b) in fig. 5 toont een ringspleet 14 met kleinere afmetingen, in het voorbeeld van de ankerstaven 1 uit fig. 2 of 3 zijn ook 20 ringspleetbreedten mogelijk tussen 0,5 tot 1 mm. Een ringspleet voor een montage in de drukzone bedraagt voor overeenkomstige ankerstaafgrootten van M8 - M36 ca. 1 mm. In de trekzone van het beton wordt een ringspleet voor grootten van M10 - M16 bereikt van 0,5 mm en voor grootten van M20 - M24 van 1 mm. Het ringspleetvlak dat ontstaat door de ringspleet is doorslaggevend voor een belangrijke waarde, die uitdrukt hoe het ringspleetvlak 25 ten opzichte van de dwarsdoorsnede van de ankerstaaf 1, de boutdwarsdoorsnede staat en waardoor het mogelijk wordt gemaakt om iets te zeggen over de vastheid van de ankerstaaf in het boorgat. De verhouding van boorgat-ringspleetvlak tot de dwarsdoorsnede van de bout kan hier waarden tussen 0,12 en 0,25 aannemen. Bij geringere waarden van deze verhouding moet de omringende samengestelde massa een verhoogde vastheid bezitten.FIG. 5 shows an overview of possible ring gaps 14 between the connecting anchor and a mounting base, e.g. concrete. In example a) in Fig. 5 a ring slit 14 is shown, as it would be formed, for example, by the anchor rod of Fig. 1, and this shows a ring slit width of 1 mm. Example b) in Fig. 5 shows a ring gap 14 with smaller dimensions, in the example of the anchor rods 1 of Figs. 2 or 3, ring gap widths between 0.5 and 1 mm are also possible. A ring gap for mounting in the pressure zone is approximately 1 mm for corresponding anchor rod sizes from M8 - M36. In the drawing zone of the concrete a ring gap is achieved for sizes of M10 - M16 of 0.5 mm and for sizes of M20 - M24 of 1 mm. The annular gap formed by the annular gap is crucial for an important value, which expresses how the annular gap 25 is in relation to the cross-section of the anchor rod 1, the bolt cross-section and which makes it possible to say something about the tightness of the anchor rod in the borehole. The ratio of borehole gap face to the cross section of the bolt can assume values between 0.12 and 0.25 here. At lower values of this ratio, the surrounding composite mass must have increased strength.

30 Een verkleinde ringspleet heeft een geringere krimping van de samengestelde massa in het boorgat tot gevolg en daardoor een sterkere verbindingskracht tussen de wand van het boorgat en de ankerstaaf.A reduced ring gap results in a smaller shrinkage of the composite mass in the borehole and therefore a stronger connecting force between the wall of the borehole and the anchor rod.

Fig. 6 toont een glaspatroon 15 voor een uithardende meercomponenten-massa op basis van een radicaal hardende hars 16, in dit concrete voorbeeld een vinylesterhars. De 35 glaspatroon 15 bestaat uit een buitenste patroon 17 en een in de buitenste patroon 17 liggende patroon 18. In de binnenste patroon 18 bevindt zich een harder in poedervorm of vloeibare vorm. In de buitenste patroon 17 is de hars 16 vinylester met vulmiddelen -9- ingebracht, waarbij in het voorkeursuitvoeringsvoorbeeld de vulmiddelen gerepresenteerd worden door kwartskorrels in een specifieke massaverdeling (zie hiervoor fig. 7).FIG. 6 shows a glass pattern 15 for a curing multi-component mass based on a radical curing resin 16, in this concrete example a vinyl ester resin. The glass cartridge 15 consists of an outer cartridge 17 and a cartridge 18 located in the outer cartridge 17. In the inner cartridge 18 there is a hardener in powder form or liquid form. The resin 16 vinyl ester with fillers -9- is introduced into the outer cartridge 17, wherein in the preferred embodiment the fillers are represented by quartz grains in a specific mass distribution (see Fig. 7 for this).

De glaspatroon 15 wordt ingebracht in een boorgat, vervolgens vernield door een inslaan van een van de ankerstaven die in fig. 1 t/m 3 zijn beschreven en zodoende worden 5 de componenten geactiveerd die in de glaspatroon 15 vervat zijn. Door een draaien van de ankerstaaf 1 gedurende het inslaan wordt een goede vermenging van de componenten (hars 16, kwartskorrels, harder en glassplinters) gewaarborgd, wat wederom een betere vastheid van de uitgeharde massa bevordert. Door het vermengen van de componenten glas-hars-kwartskorrels en het harderpoeder ontstaat er een samengestelde massa met een hoog 10 gehalte aan inerte vulmiddelen met een massapercentage van ca. 70 tot 85%, dat wordt bereikt door een gecontroleerde massaverdeling van de kwartskorrels. De samengestelde massa die hieruit ontstaat, bereikt de druksterkte van hoogvast beton 2.The glass cartridge 15 is inserted into a borehole, then destroyed by an impact of one of the anchor rods described in Figs. 1 to 3, and thus the components contained in the glass cartridge 15 are activated. By turning the anchor rod 1 during the impact a good mixing of the components (resin 16, quartz grains, hardener and glass splinters) is guaranteed, which in turn promotes a better solidity of the cured mass. By mixing the components glass-resin-quartz grains and the hardener powder, a composite mass is formed with a high content of inert fillers with a mass percentage of approximately 70 to 85%, which is achieved by a controlled mass distribution of the quartz grains. The composite mass that results from this achieves the compressive strength of high-strength concrete 2.

Fig. 7 toont de glaspatroon 15 in dwarsdoorsnede van de as A-A (zie ook fig. 5). De gecontroleerde massaverdeling van de kwartskorrels is hierbij schematisch afgebeeld en 15 verduidelijkt de verdeling van de kwartskorrels in drie fracties, bestaande uit grove kwartskorrels 19a, fijne kwartskorrels 19b en zeer fijne kwartskorrels 19c. De grove kwartskorrels 19a met een grootte van 1200 pm - 1800 pm zijn in een voorkeursuitvoeringsvorm al naargelang de diameter van de patroon in een evenredig massapercentage van 75% - 50% aanwezig, het resterende massapercentage van 12,5% -20 25% bestaat uit fijne kwartskorrels 19b met een grootte van 180 pm - 250 pm en zeer fijne kwartskorrels 19c met een grootte van 125 pm - 180 pm. De massapercentages hebben hierbij betrekking op de fysische totale massa van de kwartskorrels. Hierbij zijn de fijne kwartskorrels 19b en de zeer fijne kwartskorrels 19c in gelijke delen aanwezig. In een als voorbeeld dienende uitvoering voor de specifieke kwartsverdeling voor een willekeurig 25 glaspatroon 15 geldt het volgende:FIG. 7 shows the glass cartridge 15 in cross-section of the axis A-A (see also FIG. 5). The controlled mass distribution of the quartz grains is hereby schematically illustrated and clarifies the distribution of the quartz grains into three fractions, consisting of coarse quartz grains 19a, fine quartz grains 19b and very fine quartz grains 19c. The coarse quartz grains 19a with a size of 1200 µm - 1800 µm are present in a preferred embodiment depending on the diameter of the cartridge in a proportional mass percentage of 75% -50%, the remaining mass percentage of 12.5% -20 25% consists of fine quartz grains 19b with a size of 180 µm - 250 µm and very fine quartz grains 19c with a size of 125 µm - 180 µm. The mass percentages here relate to the physical total mass of the quartz grains. Here, the fine quartz grains 19b and the very fine quartz grains 19c are present in equal parts. In an exemplary embodiment for the specific quartz distribution for an arbitrary glass pattern 15, the following applies:

Korrelgrootte [pm] Evenredig massapercentage grof 1200- 1800 75 -50 fijn 180-250 12,5-25 zeer fijn 125- 180 12,5-25Grain size [pm] Proportional mass percentage coarse 1200- 1800 75 -50 fine 180-250 12.5-25 very fine 125-180 12.5-25

Deze korrelgrootten voor de grove kwartskorrels 19a, fijne kwartskorrels 19b en zeer fijne kwartskorrels 19c gelden voor glaspatronen met de afmeting M8 - M30 en zijn in een identieke verdeling aanwezig in de glaspatroon 15. De grove kwartskorrels 19a zorgen bij de 30 vermenging van de samengestelde massa door een draaien van de ankerstaaf 1 in het boorgat voor een verder afslijpen van de wand van het boorgat. De oorspronkelijke grootte daarvan wordt hierdoor kleiner bij een indraaien van de ankerstaaf. De fijne kwartskorrels 19b, evenals de zeer fijne kwartskorrels, dienen als vulmateriaal tussen de grove kwartskorrels 19a, waardoor de samengestelde massa in hoge mate wordt verstevigd.These grain sizes for the coarse quartz grains 19a, fine quartz grains 19b and very fine quartz grains 19c apply to glass patterns with the dimensions M8 - M30 and are present in the glass pattern 15 in an identical distribution. The coarse quartz grains 19a provide for the mixing of the composite mass. by turning the anchor rod 1 in the borehole for further grinding of the wall of the borehole. The original size thereof hereby becomes smaller when the anchor rod is screwed in. The fine quartz grains 19b, as well as the very fine quartz grains, serve as filler material between the coarse quartz grains 19a, whereby the composite mass is greatly strengthened.

- 10-- 10

Door deze gecontroleerde massaverdeling onder te verdelen in een indeling van de kwartskorrels in drie fracties van grove 19a, fijne 19b en zeer fijne kwartskorrels 19c, wordt het mogelijk gemaakt om de ankerstaven 1 volgens de uitvinding op efficiënte wijze vast te zetten met verhoudingsgewijs kleine ringspleten 14 en met een hoge vastheid van de 5 uitgeharde samengestelde massa. Eveneens verhindert dit de typische inkrimping bij het uitharden van de hars, die bij het vormen van scheuren in het beton 2 leidt tot een verminderd spreidvermogen van het gehele verbindingsanker en daardoor tot een geringere draaglast van het verbindingsanker 1 in het beton 2. Door de verdeling van de kwartskorrels in verschillende korrelgrootten en de daarmee verbonden geringe afstand tussen de 10 kwartskorrels, is een door de vermenging met de harscomponent ontstaande dikte van de harslaag tussen de kwartskorrels eveneens gering, waardoor een aanzienlijk sterkere samengestelde laag ontstaat. Door de volgens de uitvinding gecontroleerde massaverdeling worden ook bij geringe ringspleten (zie ook fig. 2) zeer hoge druklasten zowel in de drukzone, alsook in de trekzone van het beton 2 bereikt.By subdividing this controlled mass distribution into a division of the quartz grains into three fractions of coarse 19a, fine 19b and very fine quartz grains 19c, it is made possible to fix anchor rods 1 according to the invention in an efficient manner with relatively small ring gaps 14 and with a high strength of the cured composite mass. This also prevents the typical shrinkage during curing of the resin, which, when cracks are formed in the concrete 2, leads to a reduced spreading capacity of the entire connecting anchor and therefore to a lower bearing load of the connecting anchor 1 in the concrete 2. Due to the distribution of the quartz grains in different grain sizes and the associated small distance between the quartz grains, a thickness of the resin layer between the quartz grains resulting from the mixing with the resin component is also small, so that a considerably stronger composite layer is obtained. Due to the mass distribution controlled according to the invention, even with small ring gaps (see also Fig. 2) very high pressure loads are achieved both in the pressure zone and in the drawing zone of the concrete 2.

5 10 - 11 -5 10 - 11 -

LIJST MET VERWIJZINGSCIJFERSLIST OF REFERENCE FIGURES

1. Ankerstaaf 2. Bevestigingsondergrond beton 5 3. Inkerving 4. Uitwendige schroefdraad 4a. Binnenschroefdraad 5. Cilindrisch gedeelte 6. Schacht 10 7. Conusgedeelte 8. Conushoek 9. Conusvlak 10. Cilindrische schacht 12. Eindmoer 15 13. Profilering 14. Ringspleet 15. Glaspatroon 16. Hars 17. Buitenste patroon 20 18. Binnenste patroon 19a. Grove kwartskorrels 19b. Fijne kwartskorrels 19c. Zeer fijne kwartskorrels1. Anchor rod 2. Fixing substrate concrete 5 3. Notch 4. External thread 4a. Inner thread 5. Cylindrical section 6. Shank 10 7. Cone section 8. Cone angle 9. Cone face 10. Cylindrical shaft 12. End nut 15 13. Profiling 14. Ring gap 15. Glass cartridge 16. Resin 17. Outer cartridge 20 18. Inner cartridge 19a. Coarse quartz grains 19b. Fine quartz grains 19c. Very fine quartz grains

Claims (14)

1. Verbindingsanker, in het bijzonder voor een verankering in de druk-, resp. trekzone van beton, met een ankerstaaf (1) en een glaspatroon (15), die door de ankerstaaf 5 (1) vernield kan worden en die gevuld is met een hardbare hars (16) en kwartskorrels als vulmateriaal, met het kenmerk, dat de zich in de glaspatroon (15) bevindende kwartskorrels in de hars (16), bij voorkeur een vinylester, in een controleerbare massaverdeling van de kwartskorrels aanwezig zijn in de hardbare hars (16), waarbij de kwartskorrels onderverdeeld zijn in ten minste twee fracties als 10. grove kwartskorrels (19a) met een grootte van 1200 - 1800 pm met een massapercentage van 75 - 50% van de totale massa van de kwartskorrels, -fijne kwartskorrels (19b) met een grootte van 120 - 250 pm met een massapercentage van 25 - 50% van de totale massa van de kwartskorrels.1. Connection anchor, in particular for anchoring in the pressure or pressure. drawing zone of concrete, with an anchor rod (1) and a glass pattern (15), which can be destroyed by the anchor rod 5 (1) and which is filled with a curable resin (16) and quartz grains as filling material, characterized in that the quartz grains present in the glass cartridge (15) in the resin (16), preferably a vinyl ester, are present in a controllable mass distribution of the quartz grains in the curable resin (16), the quartz grains being subdivided into at least two fractions as 10 coarse quartz grains (19a) with a size of 1200 - 1800 µm with a mass percentage of 75 - 50% of the total mass of the quartz grains, fine quartz grains (19b) with a size of 120 - 250 µm with a mass percentage of 25 - 50% of the total mass of the quartz grains. 2. Verbindingsanker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bestanddeel 15 fijne kwartskorrels (19b) wederom van zijn kant is onderverdeeld in twee fracties met - kwartskorrels met een kleinere grootte van 125 - 180 pm met een massapercentage van 12, 5 - 25% van de totale massa van de kwartskorrels, en - kwartskorrels met een gemiddelde grootte van 180 - 250 pm 20 met een massapercentage van 12,5 - 25% van de totale massa van de kwartskorrels.A connecting anchor according to claim 1, characterized in that the component 15 of fine quartz grains (19b) is again subdivided into two fractions with quartz grains with a smaller size of 125 - 180 µm with a mass percentage of 12. 5 - 25 % of the total mass of the quartz grains, and quartz grains with an average size of 180 - 250 µm with a mass percentage of 12.5 - 25% of the total mass of the quartz grains. 3. Verbindingsanker volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de procentuele grootteverdeling van de kwartskorrels identiek is voor alle diameters van de glaspatronen (15).Connection anchor according to claim 1 or 2, characterized in that the percentage size distribution of the quartz grains is identical for all diameters of the glass patterns (15). 4. Verbindingsanker volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de glaspatroon (15) een buitenste en een binnenste patroon omvat.Connection anchor according to claim 1, 2 or 3, characterized in that the glass pattern (15) comprises an outer and an inner pattern. 5. Verbindingsanker volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de hardbare hars is aangebracht in de buitenste glaspatroon (17).Connection anchor according to claim 4, characterized in that the curable resin is arranged in the outer glass cartridge (17). 6. Verbindingsanker volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de 30 binnenste glaspatroon (18) gevuld is met een harder, bij voorkeur in poedervorm of vloeibare vorm.6. Connection anchor according to claim 4 or 5, characterized in that the inner glass pattern (18) is filled with a hardener, preferably in powder form or liquid form. 7. Verbindingsanker volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de samengestelde massa een gehalte aan inerte vulmiddelen heeft met een massapercentage van 70 - 85%.Connection anchor according to one of the preceding claims, characterized in that the composite mass has an inert filler content with a mass percentage of 70 - 85%. 8. Verbindingsanker volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de uitgeharde samengestelde massa een druksterkte bezit van hoogvast beton. -13-Connection anchor according to claim 7, characterized in that the cured composite has a compressive strength of high-strength concrete. -13- 9. Verbindingsanker volgens een van de conclusies 1 t/m 8, met het kenmerk, dat de ankerstaaf (1) is voorzien van verscheidene conusgedeelten (7) die een gelijksoortige deklaag bezitten, waarvan de conushoek (8) tussen 22° tot 25° of 8° to 10° bedraagt.Connection anchor according to one of claims 1 to 8, characterized in that the anchor rod (1) is provided with several cone sections (7) which have a similar covering layer, the cone angle of which (8) being between 22 ° and 25 ° or 8 ° to 10 °. 10. Verbindingsanker volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de deklaag van 5 de conusgedeelten (7) bestaat uit PTFE of nikkel.Connection anchor according to claim 9, characterized in that the cover layer of the cone sections (7) consists of PTFE or nickel. 11. Verbindingsanker volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de ankerstaaf (1) in de verankerde toestand een verhouding van verbindingsvlak tot conusvlak heeft tussen 2,5 en 2,9.Connection anchor according to claim 10, characterized in that the anchor rod (1) in the anchored state has a connection surface to cone surface ratio between 2.5 and 2.9. 12. Verbindingsanker volgens een van de voorafgaande conclusies, met het 10 kenmerk, dat in de verankerde toestand van de ankerstaaf (1) de verhouding van boorgat- ringspleetvlak tot de dwarsdoorsnede van de bout tussen 0,12 en 0,25 ligt.Connection anchor according to one of the preceding claims, characterized in that in the anchored state of the anchor rod (1) the ratio of borehole gap to the cross section of the bolt is between 0.12 and 0.25. 13. Verbindingsanker volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ankerstaaf (1) aan een einde, dat bestemd is voor het bevestigen van een voorwerp een binnenschroefdraad (4a) bezit voor het opnemen van een schroef.Connection anchor according to one of the preceding claims, characterized in that the anchor rod (1) has an internal thread (4a) for receiving a screw at an end intended for fixing an object. 14. Verbindingsanker volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de binnenschroefdraad (4a) een grootte heeft tussen M10 tot M20.Connection anchor according to claim 13, characterized in that the internal thread (4a) has a size between M10 and M20.
NL2004469A 2009-04-04 2010-03-29 CONNECTION ANCHOR WITH A GLASS PATTERN FOR THE DRAWING ZONE. NL2004469C2 (en)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE102009016428 2009-04-04
DE102009016428 2009-04-04
DE202009014039U DE202009014039U1 (en) 2009-04-04 2009-10-16 Composite anchor with glass cartridge for the tensile zone
DE202009014039 2009-10-16

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2004469A NL2004469A (en) 2010-10-05
NL2004469C2 true NL2004469C2 (en) 2012-01-10

Family

ID=42675346

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2004469A NL2004469C2 (en) 2009-04-04 2010-03-29 CONNECTION ANCHOR WITH A GLASS PATTERN FOR THE DRAWING ZONE.

Country Status (2)

Country Link
DE (2) DE202009014039U1 (en)
NL (1) NL2004469C2 (en)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102011083153A1 (en) * 2011-09-21 2013-03-21 Hilti Aktiengesellschaft anchor rod
DE102020210921A1 (en) * 2020-08-28 2022-03-03 Toge Dübel Gmbh & Co. Kg Method for setting an anchor element and arrangement with such an anchor element in a material

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3226602A1 (en) 1982-07-16 1984-01-19 Hilti AG, 9494 Schaan HARDENABLE RESIN MATERIALS AND THEIR USE
DE3638750A1 (en) 1986-11-13 1988-05-26 Upat Max Langensiepen Kg REACTION KIT AND MULTI-CHAMBER CARTRIDGE FOR THE ADHESIVE ANCHORING OF FASTENERS
DE3806598A1 (en) * 1988-03-02 1989-09-14 Upat Max Langensiepen Kg ANCHORING CARTRIDGE
US5256723A (en) * 1989-12-05 1993-10-26 Hilti Aktiengesellschaft Cartridge having hardenable cycloaliphatic derivatives for bore hole-filling masses
DE4131457A1 (en) 1991-09-21 1993-03-25 Basf Ag CARTRIDGE OR CARTRIDGE FOR CHEMICAL FASTENING TECHNOLOGY
DE4315788C2 (en) 1993-05-12 2001-04-26 Roehm Gmbh dowel resins
DE4429055A1 (en) 1994-08-16 1996-02-22 B & B Tec Ag Anchors for concrete or the like
DE19712425A1 (en) 1997-03-25 1998-10-01 Upat Max Langensiepen Kg Xings
DE19827829A1 (en) 1998-06-23 1999-12-30 Hilti Ag Anchor rod for a composite anchor system
DE19852720A1 (en) 1998-11-16 2000-05-18 Fischer Artur Werke Gmbh Two-component compound for chemical fasteners
DE102004035567B4 (en) 2004-07-22 2006-10-26 Hilti Ag Two-component mortar compound and its use

Also Published As

Publication number Publication date
DE202009014039U1 (en) 2010-09-02
NL2004469A (en) 2010-10-05
DE102010013924A1 (en) 2010-11-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0710313B1 (en) Anchorage device for high-performance fiber composite cables
NL2004469C2 (en) CONNECTION ANCHOR WITH A GLASS PATTERN FOR THE DRAWING ZONE.
EP2291437B1 (en) Fastening composition and process for fixing an article to a substrate
EP1892425A2 (en) Fastening element for hard substrates
EP0352226A2 (en) Anchoring bolt
EP2250380A1 (en) System comprising a composite anchor bolt and glue
DK148330B (en) PROCEDURE FOR DETERMINING A PLASTIC DIVING WITH METALLIC PLASTIC SOCKET
DE102005000110A1 (en) Fixing element for hard surfaces
Tosun-Felekoglu et al. Effects of fiber–matrix interaction on multiple cracking performance of polymeric fiber reinforced cementitious composites
EP2870304B1 (en) Fibre-reinforced mineral building material
AU2012323591A1 (en) Fixing arrangement comprising bifunctional screw
Leon et al. Stress-strain behaviour of asphalt concrete in compression
CA3035246A1 (en) Enhancement of reinforcing fibers, their applications, and methods of making same
EP0164304B1 (en) Anchorage of an anchoraging element
CA2428684C (en) Reinforcement fiber bundle and production method of such reinforcement fiber bundle
ZA200701341B (en) Anchoring arrangement and use of an anchor rod
WO2012152237A1 (en) Composite anchor screw
JP3833658B2 (en) Coated PC steel strand
De Koker et al. Manufacturing processes for engineered cement-based composite material products
US9709115B2 (en) Method for producing a friction element
DE10017761B4 (en) Use of a pipe anchor with profiling
Shahidan et al. Properties of Steel Fiber Reinforcement Concrete with Different Characteristic of Steel Fiber
Rino et al. Characterization of concrete hardness by using sugarcane bagasse waste mixture by carbon oven curing process
Jaya et al. Compressive mechanical properties of sawdust/high density polyethylene composites under various strain rate loadings
Drochytka et al. Possibilities of filling polymeric anchors with secondary raw materials with effect on price and final parameters