NL2004292C2 - Steunpoot voor het ondersteunen van een verplaatsbare inrichting. - Google Patents

Steunpoot voor het ondersteunen van een verplaatsbare inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL2004292C2
NL2004292C2 NL2004292A NL2004292A NL2004292C2 NL 2004292 C2 NL2004292 C2 NL 2004292C2 NL 2004292 A NL2004292 A NL 2004292A NL 2004292 A NL2004292 A NL 2004292A NL 2004292 C2 NL2004292 C2 NL 2004292C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
support leg
support
leg
ball
foot
Prior art date
Application number
NL2004292A
Other languages
English (en)
Inventor
Wilhelmus Bernardus Maria Damen
Original Assignee
Damen Special Products B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Damen Special Products B V filed Critical Damen Special Products B V
Priority to NL2004292A priority Critical patent/NL2004292C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2004292C2 publication Critical patent/NL2004292C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66CCRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
    • B66C23/00Cranes comprising essentially a beam, boom, or triangular structure acting as a cantilever and mounted for translatory of swinging movements in vertical or horizontal planes or a combination of such movements, e.g. jib-cranes, derricks, tower cranes
    • B66C23/62Constructional features or details
    • B66C23/72Counterweights or supports for balancing lifting couples
    • B66C23/78Supports, e.g. outriggers, for mobile cranes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60SSERVICING, CLEANING, REPAIRING, SUPPORTING, LIFTING, OR MANOEUVRING OF VEHICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60S9/00Ground-engaging vehicle fittings for supporting, lifting, or manoeuvring the vehicle, wholly or in part, e.g. built-in jacks
    • B60S9/02Ground-engaging vehicle fittings for supporting, lifting, or manoeuvring the vehicle, wholly or in part, e.g. built-in jacks for only lifting or supporting

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Vehicle Cleaning, Maintenance, Repair, Refitting, And Outriggers (AREA)

Description

STEUNPOOT VOOR HET ONDERSTEUNEN VAN EEN VERPLAATSBARE INRICHTING
De uitvinding heeft betrekking op een steunpoot voor het ondersteunen van een 5 verplaatsbare inrichting, waarbij de steunpoot een via een kogelgewricht verbonden steunvoet voor het op een ondergrond plaatsen van de steunpoot heeft, en waarbij het kogelgewricht een neutrale, centrale stand heeft.
Dergelijke steunpoten worden toegepast bij verplaatsbare inrichtingen, met name inrichtingen waarbij de aard van het gebruik van de inrichting met zich meebrengt dat 10 er krachten worden uitgeoefend die de inrichting kunnen doen kantelen. Een voorbeeld is een hijskraaninrichting. De functie van de steunpoten is om een dergelijke inrichting te stabiliseren.
De steunpoot maakt middels de steunvoet contact met de ondergrond. Om steunpoot te kunnen plaatsen op een niet vlakke ondergrond, zoals een helling, is het 15 bekend om de steunpoot van een kogelgewricht te voorzien waarmee het steunvlak in beperkte mate, bijvoorbeeld tot een uitwijkhoek van 20 graden, gekanteld kan worden ten opzichte van een centrale stand van het kogelgewricht waarin de steunvoet hoofdzakelijk parallel met een vlakke ondergrond geplaatst kan worden.
Het is gebruikelijk dat deze steunpoten bij installatie van de inrichting in een 20 werkzame toestand worden gebracht, terwijl ze tijdens transport in een niet-werkzame toestand zijn. Een voorbeeld hiervan is dat een poot in een werkzame toestand met zijn steunvoet op de ondergrond rust, terwijl deze in de niet-werkzame toestand zonder contact met de ondergrond in een huis van de inrichting is opgenomen.
Uit GB 1 465 289 is een steunpoot bekend waarbij de steunplaat via een scharnier 25 over circa 90 graden gezwenkt kan worden zodanig dat de steunplaat dwars op de centrale, parallelle stand komt te staan. Het voordeel van deze omhooggeklapte ofwel dwarse (ten opzichte van de centrale stand) toestand van de steunpoot is dat de steunpoot daarin minder oppervlakte inneemt, en het huis waarin de steunpoot opgeborgen wordt daardoor kleiner kan zijn, hetgeen voordelig is omdat zo meer 30 ruimte ontstaat voor andere delen van de inrichting.
Document US 3 889 972 toont een landingsgestel voor een aanhanger. Het landingsgestel omvat een voet die om een as roteerbaar is. Met een veer kan de voet met het gestel van de aanhanger verbonden worden zodanig dat de veer de voet in een 2 ingetrokken uitgangspositie dwingt, waarbij de voet in een omhooggeklapte toestand is.
Hoewel de steunpoten met een via een kogelgewricht verbonden steunvoet dus op voordelige wijze een helling in de ondergrond kunnen compenseren, zijn er ook nadelen verbonden aan de bekende steunpoten met een kogelgewricht. Wanneer de 5 steunpoot, in het bijzonder de steunvoet, geen contact met de ondergrond maakt, bijvoorbeeld tijdens het omlaag brengen van de steunpoot bij het plaatsen ervan, kan het kogelgewricht een arbitraire stand aannemen. Het is onvoordelig wanneer, bij het omlaag brengen van de steunpoot, de steunvoet door de arbitraire stand van het kogelgewricht met een significant verschillende oriëntatie, dus onder een significante 10 hoek, met de ondergrond in contact komt. In een ongunstig geval kan de steunvoet hierbij met een rand in de ondergrond snijden, of zelfs verbogen worden hetgeen blijvende schade geeft. Hoe dan ook, in geen van beide gevallen wordt de beoogde ondersteuning eenvoudig bereikt.
Het is een doel van de uitvinding om een steunpoot te voorzien die eenvoudiger 15 en/of veiliger plaatsbaar op een ondergrond is. Het is een verder doel van de uitvinding om een verbeterde steunvoet te voorzien.
Tenminste een doel wordt bereikt door het voorzien van een steunpoot volgens de inleiding, met het kenmerk dat de steunpoot voorzien is van een voorspaninrichting en de voorspaninrichting is ingericht om de steunvoet voor te spannen in de neutrale, 20 centrale stand.
De voorspaninrichting houdt, in afwezigheid van andere krachten zoals de normaalkracht op een op een ondergrond geplaatste steunvoet, de steunvoet in een uitgangsstand. Deze stand kan een stand zijn waarbij de steunvoet hoofdzakelijk parallel georiënteerd is aan een vlakke ondergrond, dat wil zeggen horizontaal 25 georiënteerd. Hiermee wordt voorkomen dat bij het omlaag brengen van de steunpoot, de steunvoet onder een significante hoek met de ondergrond in contact komt. De zwenkinrichting is ingesteld op het mogelijk maken van het zwenken in ten minste één en bij voorkeur in ten minste twee richtingen van de steunvoet ten opzichte van de steunpoot.
30 In een uitvoeringsvorm is de zwenkinrichting een kogelgewricht waarbij het kogelgewricht een neutrale, centrale stand heeft. Bij voorkeur is de neutrale centrale stand de uitgangsstand. Verder oriënteert de neutrale centrale stand van het kogelgewricht de steunplaat bij voorkeur horizontaal.
3
In een uitvoeringsvorm omvat de voorspaninrichting een staaflichaam en een flexibel deel, waarbij het staaflichaam is bevestigd aan de steunpoot, en het flexibele deel aan één uiteinde bevestigd is aan het staaflichaam, en aan een ander uiteinde is bevestigd aan de steunvoet. Een mate van flexibiliteit is voordelig, aangezien de 5 steunvoet ingericht is om enigszins te kunnen kantelen om oneffenheden in het terrein op te vangen. Voorts is de steunvoet ingericht om gekanteld te kunnen worden naar de tweede stand.
In een uitvoeringsvorm is het flexibele deel een veer, bij voorkeur een spiraalveer. Een spiraalveer kan op ingedrukt, uitgerekt, en gebogen worden, en geeft 10 als zodanig een voordelige flexibiliteit. Verder heeft de eigenschap van een spiraalveer dat deze krachten uitoefent om vanuit een opgerekte, ingedrukte, of gebogen positie weer in de neutrale stand te komen, het voordelige gevolg dat met een spiraalveer de steunvoet voorgespannen kan worden in de neutrale of centrale stand van de steunvoet en het kogelgewricht.
15 In een uitvoeringsvorm is het deel van het staaflichaam tussen de bevestiging aan de steunpoot en de bevestiging aan de steunvoet verlengbaar en verkortbaar. Hiermee kunnen verlengingen en verkortingen van de steunpoot opgevangen worden.
In een uitvoeringsvorm heeft het kogelgewricht een tweede stand heeft waarbij de steunvoet gekanteld is van een eerste centrale stand van de steunvoet naar een 20 hoofdzakelijk dwars hierop staande tweede stand van de steunvoet. Het is voordelig om een steunvoet van een steunpoot te omhoog kunnen kantelen, zodat de steunpoot met de steunvoet in deze tweede, omhooggekantelde stand kan worden opgeborgen in bijvoorbeeld een daarvoor bedoeld huis van de inrichting. In de omhooggekantelde stand zal de steunvoet minder ruimte in beslag nemen, waardoor dit huis kleiner kan 25 zijn.
In een uitvoeringsvorm omvat het kogelgewricht een kapsel en een kogel, waarbij het kapsel de kogel opsluit. Hiermee wordt voorkomen dat het kogelgewricht, bijvoorbeeld onder invloed van de zwaartekracht, uiteen kan geraken, waarbij steunpoot en steunvoet van elkaar gescheiden worden.
30 In een uitvoeringsvorm heeft het kapsel een wand die tenminste deels een holte voor het opnemen van de kogel omgeeft, waarbij de wand tenminste één inkeping heeft die ingericht is om in de tweede stand een de kogel met de steunpoot verbindend halsgedeelte op te nemen. Hiermee is de kogel dus aan de steunpoot bevestigd, en het 4 kapsel aan de steunvoet. In een verdere uitvoeringsvorm heeft het kapsel een wand die tenminste deels een holte voor het opnemen van de kogel omgeeft, waarbij de wand tenminste één inkeping heeft die ingericht is om in de tweede stand een de kogel met de steunvoet verbindend halsgedeelte op te nemen. Hiermee is de kogel dus aan de 5 steunvoet bevestigd, middels het halsgedeelte, en het kapsel aan de steunpoot. De uitvinding is op beide uitvoeringsvormen toepasbaar.
In een uitvoeringsvorm heeft het kapsel een dakgedeelte dat de holte voor het opnemen van de kogel tenminste deels omgeeft, waarbij het dakgedeelte tenminste één dakopening heeft die ingericht is om in de eerste stand het halsgedeelte op te nemen, en 10 welke dakopening verbonden is met de inkeping. Hiermee wordt het mogelijk gemaakt om de steunvoet, bijvoorbeeld over een hoek van hoofdzakelijk 90 graden, te kantelen van de centrale stand naar de tweede, omhooggeklapte stand en vice versa.
In een uitvoeringsvorm omvat de steunpoot verder een bovenste pootgedeelte en een onderste pootgedeelte, waarbij het bovenste en onderste pootgedeelte beweegbaar 15 met elkaar verbonden zijn zodat het samenstel van bovenste en onderste pootgedeelte verlengbaar en verkortbaar is. Een verlengbare en verkortbare steunpoot is eenvoudiger op te bergen, bijvoorbeeld in een daarvoor voorzien huis, tijdens transport en opslag van de inrichting. Bovendien maakt het verlengen en verkorten van de steunpoot het mogelijk om hoogteverschillen in de omgeving van de te ondersteunen inrichting op te 20 vangen.
In een uitvoeringsvorm is de steunpoot op hydraulische wijze verlengbaar en verkortbaar. Een hydraulische steunpoot kan vanuit een centraal punt van de inrichting, bijvoorbeeld de cabine van een hijskraan, bediend worden.
In een uitvoeringsvorm is de steunpoot voorzien van een kantelmiddel, welke 25 zodanig geplaatst is dat bij het verkorten van de steunpoot het kantelmiddel de steunvoet doet kantelen. Het is voordelig dat bij het verkorten van de steunpoot, hetgeen doorgaans zal gebeuren als de steunpoot niet meer nodig is als steun en bijvoorbeeld in een huis opgeborgen dient te worden, de steunvoet automatisch naar de tweede stand gekanteld wordt. Hiermee wordt voorkomen dat een operator dit manueel 30 moet doen, hetgeen minder efficiënt is.
In een uitvoeringsvorm omvat het kantelmiddel een aan het bovenste pootgedeelte bevestigde plaat.
5
De uitvinding voorziet voorts in een samenstel van een steunpoot met een nabij de bovenzijde van de steunpoot bevestigde arm, waarbij één uiteinde van de arm bevestigd is aan de steunpoot en het andere uiteinde bevestigd is aan het gestel van een mobiel werktuig, zoals een hijskraan.
5
De uitvinding voorziet voorts in een verplaatsbare inrichting, zoals een voertuig, in het bijzonder een verplaatsbare hijskraan, voorzien van tenminste één steunpoot of tenminste één samenstel van een steunpoot en een arm, volgens één van de voorgaande conclusies. Door het ondersteunen van een dergelijke inrichting met één of meerdere 10 steunpoten wordt de inrichting beveiligd tegen krachten, bijvoorbeeld als gevolg van het hijsen van een last door de inrichting, die de inrichting zouden kunnen doen kantelen.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN 15
Figuur 1 toont op schematische wijze een aanzicht in perspectief van een steunpoot volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 2 toont in perspectief een detail van een steunpoot volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
20 Figuur 3 toont een vooraanzicht van het detail van figuur 2.
Figuur 4 toont op schematische wijze een aanzicht in perspectief van een steunpoot in ingekorte toestand, met de steunvoet in de dwarse of omhooggekantelde toestand.
25 GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
Figuur 1 toont op schematische wijze een aanzicht in perspectief van een steunpoot 10 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. De steunpoot 10 heeft een bovenste pootgedeelte 11 en een daarin gedeeltelijk opgenomen onderste pootgedeelte 30 12. Het onderste pootgedeelte 12 is ten opzichte van het bovenste pootgedeelte 11 verschuifbaar, zodat het samenstel van beide pootgedeeltes verlengbaar en/of verkortbaar is. In een uitvoeringsvorm is het onderste pootgedeelte hydraulisch schuifbaar.
6
Steunpoot 10 is via onderste pootgedeelte 12 en bovenste pootgedeelte 11 verbonden met een verplaatsbare inrichting, in het huidige voorbeeld een hijskraan (niet getoond). De steunpoot 10 kan vanaf de cabine van de hijskraan bediend worden. De hijskraan voorziet hydraulische druk op de hydraulische steunpoot (leidingen niet 5 weergegeven). De operator van de hijskraan kan, voordat de hijskraan gebruikt wordt om gewichten te hijsen, de steunpoot of steunpoten uit het huis waarin ze tijdens transport van de hijskraan waren opgeslagen doen bewegen, bijvoorbeeld via een aan het bovenste pootgedeelte 11 verbonden hydraulische arm. Daarna kan de operator de steunpoot 10 op hydraulische wijze verlengen totdat de steunvoet 16 in stevig contact is 10 met de ondergrond. Door het zodanig plaatsen van de steunpoten wordt de hijskraan beveiligd tegen kantelen als gevolg van het hijsen van een last.
Bij voorkeur hebben bovenste pootgedeelte 11 en onderste pootgedeelte 12 een hoofdzakelijk cirkelvormige dwarsdoorsnede, eventueel met de genoemde richel en/of groef. Echter andere vormen van dwarsdoorsneden zijn ook mogelijk, zoals een ovaal, 15 vierkant, veelhoek, etc. In een uitvoeringsvorm zijn pootgedeeltes 11,12 cilinders, in het bijzonder hydraulische cilinders.
Andere uitvoeringsvormen van een steunpoot, bijvoorbeeld met een verbinding tussen bovenste pootgedeelte 11 en onderste pootgedeelte 12 middels een op het onderste pootgedeelte 12 aangebrachte wormdraad zijn ook denkbaar. Ook is het niet 20 noodzakelijk dat het onderste pootgedeelte 12 ten minste deels in het bovenste pootgedeelte 11 opgenomen wordt. De uitvinding kan ook toegepast worden op een anderszins verlengbare steunpoot, of op een niet verlengbare steunpoot.
Aan de onderzijde van het onderste pootgedeelte 12 is een halsgedeelte 13 bevestigd, met daaraan vast een kogel 14 die samen met kapsel 30 een kogelgewricht 25 vormt. De kogel is bij voorkeur uitgevoerd in een metaal zoals staal. De kogel wordt voor een deel omgeven door kapsel 30, dat kapselwanden 27, 28 omvat. Kapsel 30 en kogel 14 vormen samen kogelgewricht 35.
In de uitvoeringsvorm van figuur 1, bestaat het kapsel 30 uit twee zijwanden 27, voorwand 28, die voorzien is van een verlaging of inkeping 31 die zo gevormd is dat de 30 dwarsdoorsnede van het halsgedeelte 13 erin past, en een niet getoonde achterwand. Voorwand 28 en de niet getoonde achterwand zijn onder meer met elkaar en de zijwanden 27 verbonden via een op de bovenzijde aangebrachte U-vormig stuk 33 dat een dakgedeelte van het kapsel 30 vormt, en dat met schroeven of op andere wijze op 7 de voor- en achterwand bevestigd is. Het dakgedeelte 33 heeft een dakopening (het binnenste van de U vorm) waarin, in de eerste stand van het kogelgewricht 35 het halsgedeelte 13 opgenomen is. De dakopening staat in verbinding met de inkeping 31 in de wand van het kapsel, waardoor het halsgedeelte 13 in een kantelende beweging 5 van de eerste naar de tweede stand kan gaan, waarbij het in de eerste stand in de dakopening is opgenomen en in de tweede stand in de inkeping 31. De getoonde uitvoeringsvorm van figuur 1 is slechts één van vele mogelijke wijzen om een kogelgewricht 35 volgens de uitvinding uit te voeren.
Het kapsel waarin de kogel 14 opgenomen is, is bevestigd op een steunvoet 16. In 10 de uitvoeringsvorm van figuur 1 wordt de steunvoet gevormd door een bij voorkeur metalen steunplaat 16. Andere uitvoeringsvormen van de steunvoet zijn echter ook denkbaar. De verbinding van de steunvoet 16 met het kapsel 30, in het bijzonder de kapselwanden 27, 28 kan een lasverbinding of een andere passende verbinding zijn.
Een variant waarin het kapsel 30 bevestigd is aan het onderste pootgedeelte 12 en 15 de kogel 14 bevestigd is aan de steunvoet 16 is ook mogelijk.
De kogel 14 kan binnen kapsel 30 in een bepaalde mate draaien, bijvoorbeeld in de richtingen 50 en 51. Wanneer het kogelgewricht zich in een centrale, neutrale positie bevindt, zoals getoond in figuur 1, loopt een denkbeeldige lijn, hierna ook axiale lijn genoemd, loodrecht op het vlak van steunvoet 16 hoofdzakelijk parallel aan een langsas 20 van het onderste pootgedeelte 12 en/of het bovenste pootgedeelte 11. Door draaiing van de kogel 14 in het kogelgewricht 35 vanuit deze centrale positie kan de denkbeeldige lijn een hoek gaan maken met de genoemde langsas, bijvoorbeeld een hoek van maximaal 15, maximaal 20, of maximaal 30 graden. Met andere woorden, de steunvoet kantelt hierbij maximaal 15, maximaal 20, of maximaal 30 graden. Deze kanteling kan 25 in iedere richting zijn. Op deze wijze kan de steunpoot 10 op een ondergrond geplaatst worden op zodanige wijze dat ongeacht de helling van de ondergrond, mits deze niet het de genoemde maximale hoek overschrijdt, de langsas van onderste pootgedeelte 12 en/of bovenste pootgedeelte 11 hoofdzakelijk verticaal is, terwijl de steunvoet 16 hoofdzakelijk parallel met de ondergrond op deze ondergrond staat.
30 De kogel 14 wordt opgesloten het kapsel 30 ofwel de kogelmantel. Dit is nodig, omdat anders bijvoorbeeld als gevolg van de zwaartekracht de steunvoet 16 met kapsel 30 los kan raken van het onderste pootgedeelte 12. In het huidige voorbeeld wordt de 8 opsluiting met name bereikt door het voorzien van U-vormig stuk 33. Het opsluiten van de kogel 14 betekent ook dat het kogelgewricht 35 beperkt wordt in het kantelbereik.
Bij het kantelen van de steunvoet 16 in tenminste één bepaalde richting, namelijk die waarbij het halsgedeelte 13 van onderste pootgedeelte 12 zich in de richting van 5 inkeping 31 in kapsel 30 begeeft, kan de steunvoet zo ver gekanteld worden dat de steunvoet hoofdzakelijk dwars, ofwel verticaal, komt te staan op de stand van de steunvoet in neutrale of centrale stand van het kogelgewricht. In de verticale stand van de steunvoet, neemt de steunpoot 10 minder oppervlakte in beslag, waardoor het een geschikte stand is voor wanneer de steunpoot 10 opgeslagen dient te worden. Het is 10 gebruikelijk dat een inrichting of voertuig met dergelijke steunpoten een of meerdere huizen heeft waarin deze poten opgeslagen kunnen worden wanneer de steun niet nodig is. Het is voordelig wanneer deze huizen kleiner uitgevoerd kunnen worden.
De steunpoot in de uitvoeringsvorm van figuur 1 is verder voorzien van een voorspaninrichting 34 die een staaf 17 omvat. De staaf 17 is opgenomen in een 15 staafgeleider 21 die middels schroefbout verbindingen 26 bevestigd is aan geleiderplaat 22. Samen vormen 17 en 21 een staaflichaam. Geleiderplaat 22 is op zijn beurt bevestigd met U-vormige verbindingsstukken 23. De bevestiging is zodanig dat geleiderplaat 22, U-vormige verbindingsstukken 23, en staafgeleider 21 ten opzichte van elkaar vast verbonden zijn.
20 Aan de onderzijde van de staaf 17 is een overgangsstuk 18 bevestigd. Een uiteinde van spiraalveer 19 is bevestigd aan het overgangsstuk 18. Het andere uiteinde van spiraalveer 19 is bevestigd aan aansluitingspunt 20 van de steunplaat 16. De spiraalveer 19 vormt daarmee een flexibele verbinding tussen de steunvoet 16 en de staaf 17, die enigszins verlengbaar en buigbaar over tenminste 90 graden is. Binnen 25 staafgeleider 21 is staaf 17 omhoog en omlaag schuifbaar, zodat het gedeelte van staaf 17 dat zich tussen de staafgeleider 21 en steunvoet 16 bevindt verlengbaar is.
De spiraalveer 19 is op een afstand van het kogelgewricht 35 met de steunvoet verbonden. Hierdoor kan de spiraalveer een moment op de steunvoet uitoefenen relatief ten opzichte van het kantelpunt dat wordt gevormd door het kogelgewricht 35. De 30 spiraalveer 19 veroorzaakt een voorspanning die, in afwezigheid van andere momenten op de steunvoet, de steunvoet 16 in de centrale, neutrale stand zal houden, waarbij de steunvoet hoofdzakelijk dwars op een langsas van het onderste pootgedeelte 12 of bovenste pootgedeelte 11 staat.
9
Aan de onderzijde van geleiderplaat 22 is een kantelmiddel 24 bevestigd, welke in de uitvoeringsvorm van figuur 1 de vorm heeft van een met schroeven 25 bevestigde plaat. De werking van het kantelmiddel zal in relatie tot figuur 2 en verder worden verklaard.
5 Figuur 2 toont in perspectief een detail van een steunpoot 10 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Figuur 3 toont een vooraanzicht van dit detail.
Zijwanden 27 van het kapsel 30 van kogelgewricht 35 hebben een schuin aflopend profiel 32. Wanneer de steunpoot 10 wordt verkort, in het de huidige uitvoeringsvorm door het schuiven van het onderste pootgedeelte 12 in het bovenste 10 pootgedeelte 11, bewegen de profielen 32 zich naar het kantelmiddel 24 toe, totdat ze ermee in contact komen. Bij het verder verkorten zal de druk die het kantelmiddel 24 middels het contact met de profielen 32 uitoefent op het kapsel 30 de steunvoet 16 doen kantelen, totdat deze hoofdzakelijk verticaal, althans dwars op de neutrale stand van de steunvoet 16 georiënteerd is.
15 De voorspaninrichting 34, althans het gedeelte van de staaf 17 tussen de staafgeleider 21 en de steunvoet 16, wordt bij het verkorten van de steunvoet tevens verkort, middels de opwaartse kracht die de steunvoet 16 via de bij het verkorten ingedrukte spiraalveer 19 op de staaf 17 uitoefent. Bij het kantelen van de steunvoet 16 zal de veer meebuigen, totdat deze uiteindelijk ene bocht van hoofdzakelijk 90 graden 20 beschrijft. Tijdens het verkorten van de steunpoot 10 blijft de veer kracht uitoefenen op de steunvoet 16, waardoor schuin aflopend profiel 32 tegen het kantelmiddel 24 aangedrukt blijft.
Een ander voordelig aspect van de bevestiging van de spiraalveer 19 aan de steunvoet 16 is dat hierdoor de rotatie van de steunvoet 16 om de axiale as tegengegaan 25 wordt. Een dergelijke rotatie is in het algemeen ongewenst, aangezien het het opklappen van de steunvoet 16 bij het inkorten van de steunpoot kan bemoeilijken. In het geval van een rotatie van de steunvoet 16 is het halsgedeelte 13 namelijk niet meer uitgelijnd met de inkeping 31.
Figuur 4 toont de steunpoot 10 in ingekorte toestand, met de steunvoet 16 in de 30 dwarse of omhooggekantelde toestand. Spiraalveer 19 is over een hoek van hoofdzakelijk 90 graden gebogen.
Bij het uitschuiven van de steunpoot 10 gebeurt het volgende. De aan de voorspaninrichting 34 bevestigde spiraalveer 19 oefent middels de bevestiging via 10 aansluitingspunt 20 op de steunvoet 16 een kracht uit op de steunvoet die deze richting de neutrale stand voert. Door deze kracht zal tijdens het uitschuiven het schuin aflopend profiel 32 in contact blijven met het kantelmiddel 24. Nadat de steunpoot 10 zover verlengd is dat het schuin aflopend profiel 32 geen contact meer maakt met het 5 kantelmiddel 24, zal de spiraalveer 19 de steunvoet 16 weer in de neutrale, centrale stand dwingen.

Claims (15)

1. Steunpoot voor het ondersteunen van een verplaatsbare inrichting, waarbij de 5 steunpoot een via een kogelgewricht verbonden steunvoet voor het op een ondergrond plaatsen van de steunpoot heeft en het kogelgewricht een neutrale, centrale stand heeft, met het kenmerk dat de steunpoot voorzien is van een voorspaninrichting en de voorspaninrichting is ingericht om de steunvoet voor te spannen in de neutrale, centrale stand. 10
2. Steunpoot volgens conclusie 1, waarbij het kogelgewricht een tweede stand heeft waarbij de steunvoet gekanteld is van een eerste centrale stand van de steunvoet naar een hoofdzakelijk dwars hierop staande tweede stand van de steunvoet.
3. Steunpoot volgens conclusie 1 of 2, waarbij het kogelgewricht een kapsel en een kogel omvat, waarbij het kapsel de kogel opsluit.
4. Steunpoot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de voorspaninrichting een staaflichaam en een flexibel deel omvat, waarbij het 20 staaflichaam is bevestigd aan de steunpoot, en het flexibele deel aan één uiteinde bevestigd is aan het staaflichaam, en aan een ander uiteinde is bevestigd aan de steunvoet.
5. Steunpoot volgens conclusie 4, waarbij het flexibele deel een veer is, bij voorkeur 25 een spiraalveer.
6. Steunpoot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het deel van het staaflichaam tussen de bevestiging aan de steunpoot en de bevestiging aan de steunvoet verlengbaar en verkortbaar is. 30
7. Steunpoot volgens conclusie 6, waarbij het kapsel een wand heeft die tenminste deels een holte voor het opnemen van de kogel omgeeft, waarbij de wand tenminste één inkeping heeft die ingericht is om in de tweede stand een de kogel met de steunpoot verbindend halsgedeelte op te nemen.
8. Steunpoot volgens conclusie 6, waarbij het kapsel een wand heeft die tenminste 5 deels een holte voor het opnemen van de kogel omgeeft, waarbij de wand tenminste één inkeping heeft die ingericht is om in de tweede stand een de kogel met de steunvoet verbindend halsgedeelte op te nemen.
9. Steunpoot volgens conclusie 7 of 8, waarbij het kapsel een dakgedeelte heeft dat 10 de holte voor het opnemen van de kogel tenminste deels omgeeft, waarbij het dakgedeelte tenminste één dakopening heeft die ingericht is om in de eerste stand het halsgedeelte op te nemen, en welke dakopening verbonden is met de inkeping.
10. Steunpoot volgens één van de voorgaande conclusies, de steunpoot verder 15 omvattende een bovenste pootgedeelte en een onderste pootgedeelte, waarbij het bovenste en onderste pootgedeelte beweegbaar met elkaar verbonden zijn zodat het samenstel van bovenste en onderste pootgedeelte verlengbaar en verkortbaar is.
11. Steunpoot volgens conclusie 10 waarbij de steunpoot op hydraulische wijze 20 verlengbaar en verkortbaar is.
12. Steunpoot volgens één van de voorgaande conclusies waarbij de steunpoot voorzien is van een kantelmiddel, welke zodanig geplaatst is dat bij het verkorten van de steunpoot het kantelmiddel de steunvoet doet kantelen. 25
13. Steunpoot volgens conclusie 12 waarbij het kantelmiddel een aan het bovenste pootgedeelte bevestigde plaat omvat.
14. Samenstel van een steunpoot volgens één van de voorgaande conclusies met een 30 nabij de bovenzijde van de steunpoot bevestigde arm, waarbij één uiteinde van de arm bevestigd is aan de steunpoot en het andere uiteinde bevestigd is aan het gestel van een mobiel werktuig, zoals een hijskraan.
15. Verplaatsbare inrichting, zoals een voertuig, in het bijzonder een verplaatsbare hijskraan, voorzien van tenminste één steunpoot of tenminste één samenstel van een steunpoot en een arm, volgens één van de voorgaande conclusies.
NL2004292A 2010-02-23 2010-02-23 Steunpoot voor het ondersteunen van een verplaatsbare inrichting. NL2004292C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004292A NL2004292C2 (nl) 2010-02-23 2010-02-23 Steunpoot voor het ondersteunen van een verplaatsbare inrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004292A NL2004292C2 (nl) 2010-02-23 2010-02-23 Steunpoot voor het ondersteunen van een verplaatsbare inrichting.
NL2004292 2010-02-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2004292C2 true NL2004292C2 (nl) 2011-08-24

Family

ID=42197645

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2004292A NL2004292C2 (nl) 2010-02-23 2010-02-23 Steunpoot voor het ondersteunen van een verplaatsbare inrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2004292C2 (nl)

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN103010178A (zh) * 2012-12-06 2013-04-03 长沙中联消防机械有限公司 支脚盘及具有该支撑盘的支撑装置和工程车辆
CN103043544A (zh) * 2012-12-19 2013-04-17 黄新跃 一种汽车起重机垂直支腿
DE102013220334A1 (de) * 2013-10-09 2015-04-09 Putzmeister Engineering Gmbh Stützvorrichtung für ein mobiles Arbeitsgerät
DE102014203778A1 (de) * 2014-02-28 2015-09-03 Putzmeister Engineering Gmbh Stützvorrichtung für eine mobile Arbeitsmaschine

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2885181A (en) * 1956-08-13 1959-05-05 Sperry Rand Corp Support-jack
US3889972A (en) * 1973-04-16 1975-06-17 Elmer S Bredt Landing gear for semi-trailer
GB1465289A (en) * 1973-11-01 1977-02-23 Ruston Bucyrus Ltd Outrigger assembly
FR2577302A1 (fr) * 1985-02-13 1986-08-14 Contant Paul Stabilisateur a inclinaison variable et semelle escamotable.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2885181A (en) * 1956-08-13 1959-05-05 Sperry Rand Corp Support-jack
US3889972A (en) * 1973-04-16 1975-06-17 Elmer S Bredt Landing gear for semi-trailer
GB1465289A (en) * 1973-11-01 1977-02-23 Ruston Bucyrus Ltd Outrigger assembly
FR2577302A1 (fr) * 1985-02-13 1986-08-14 Contant Paul Stabilisateur a inclinaison variable et semelle escamotable.

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN103010178A (zh) * 2012-12-06 2013-04-03 长沙中联消防机械有限公司 支脚盘及具有该支撑盘的支撑装置和工程车辆
CN103043544A (zh) * 2012-12-19 2013-04-17 黄新跃 一种汽车起重机垂直支腿
DE102013220334A1 (de) * 2013-10-09 2015-04-09 Putzmeister Engineering Gmbh Stützvorrichtung für ein mobiles Arbeitsgerät
DE102014203778A1 (de) * 2014-02-28 2015-09-03 Putzmeister Engineering Gmbh Stützvorrichtung für eine mobile Arbeitsmaschine

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN108455489B (zh) 用于自推进式工作机器的改进稳定器
US8469152B2 (en) Methods and systems for multi-capacity vehicle lift system
US4162873A (en) Extensible boom lift
NL2004292C2 (nl) Steunpoot voor het ondersteunen van een verplaatsbare inrichting.
US10676334B2 (en) Anti-pothole aerial work platform
US8944466B2 (en) Vehicle outrigger and stabilized vehicle using same
US8591164B2 (en) Combination ladder rack and loading device for use with a pickup truck and a method for its use
US8696025B2 (en) Stabilization system for lifting vehicles
US6547509B1 (en) Lifting device with a liftable and tiltable platform
US8047759B2 (en) Manual forklift apparatus and methods
US20180290581A1 (en) Lift-and-Tilt Trailer
JP6673730B2 (ja) ユーティリティー・ビークル用のジャッキング・システム
NL2004291C2 (nl) Steunpoot voor het ondersteunen van een verplaatsbare inrichting.
US20220135380A1 (en) Lifting Device
WO2009118767A1 (en) A multipurpose gangway for vessels
US20070160451A1 (en) Small load lifting mechanism
JP7080754B2 (ja) 高所作業車の安全装置
US5171123A (en) Load lifting device on a truck
CA2023186A1 (en) Lifting device for objects
NL2004144C2 (en) Apparatus and method for placement of a construction on the bottom of the sea.
WO2015170261A1 (en) A stabilizer mechanism for aerial work platform
RU2801011C2 (ru) Рабочая машина с усовершенствованными стабилизаторами
US3862743A (en) Vertical stress-side load member screw jack
EP3835250B1 (en) Operating machine with improved stabilisers
EP1946964A1 (en) Load Handling Machine

Legal Events

Date Code Title Description
SD Assignments of patents

Effective date: 20130913