NL2004261C2 - FALL PROTECTION SYSTEM FOR USE IN ROOF WORK AND METHOD FOR USE. - Google Patents

FALL PROTECTION SYSTEM FOR USE IN ROOF WORK AND METHOD FOR USE. Download PDF

Info

Publication number
NL2004261C2
NL2004261C2 NL2004261A NL2004261A NL2004261C2 NL 2004261 C2 NL2004261 C2 NL 2004261C2 NL 2004261 A NL2004261 A NL 2004261A NL 2004261 A NL2004261 A NL 2004261A NL 2004261 C2 NL2004261 C2 NL 2004261C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fall protection
protection hook
roof
free
hook
Prior art date
Application number
NL2004261A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Johan Stephan Bartels
Petrus Jozef Leeuwen
Original Assignee
Daksafe B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Daksafe B V filed Critical Daksafe B V
Priority to NL2004261A priority Critical patent/NL2004261C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2004261C2 publication Critical patent/NL2004261C2/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G21/00Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
    • E04G21/32Safety or protective measures for persons during the construction of buildings
    • E04G21/3261Safety-nets; Safety mattresses; Arrangements on buildings for connecting safety-lines
    • E04G21/3276Arrangements on buildings for connecting safety-lines
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A62LIFE-SAVING; FIRE-FIGHTING
    • A62BDEVICES, APPARATUS OR METHODS FOR LIFE-SAVING
    • A62B35/00Safety belts or body harnesses; Similar equipment for limiting displacement of the human body, especially in case of sudden changes of motion
    • A62B35/0043Lifelines, lanyards, and anchors therefore
    • A62B35/0068Anchors

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Emergency Management (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Emergency Lowering Means (AREA)

Description

Titel: Valbeschermingssysteem voor gebruik bij dakwerkzaamheden, en werkwijze voor het gebruik ervanTitle: Fall protection system for use in roofing work, and method for its use

De uitvinding betreft een valbeschermingssysteem, en meer in het 5 bijzonder een valbeschermingshaak voor het gebruik bij werkzaamheden aan of nabij dakranden van platte of lichthellende daken.The invention relates to a fall protection system, and more particularly to a fall protection hook for use in work on or near roof edges of flat or light-sloping roofs.

Valbeschermingssystemen voor gebruik op met name platte of licht hellende daken kunnen globaal worden onderverdeeld in individuele en 10 collectieve systemen. Een individueel systeem richt zich primair op de bescherming van een enkele persoon, terwijl een collectieve voorziening het valgevaar voor meerdere personen vermindert of wegneemt.Fall protection systems for use on flat or slightly sloping roofs can be broadly subdivided into individual and collective systems. An individual system focuses primarily on the protection of a single person, while a collective facility reduces or eliminates the risk of falling for several people.

Bij de eerste categorie valt onder meer te denken aan een zogenaamd aanlijn- en geleidesysteem. Bij een dergelijk systeem draagt een 15 onderhoudswerker een veiligheidsgordel of - harnas waarmee hij wordt aangelijnd. De aanlijning is zodanig dat de onderhoudswerker zich tot aan de dakranden vrijelijk over het betreffende dak kan verplaatsen. De gewenste bewegingsvrijheid ten opzichte van het dakoppervlak, en meer in het bijzonder langs de randen daarvan, kan worden verkregen door op het dak 20 verzwaarde geleideprofielen neer te leggen. De geleideprofielen worden veelal parallel aan de dakranden en op redelijke afstand (bijv. enkele meters) daarvan geplaatst, en zijn voorzien van een geleidingssleuf waarin een loper schuifbaar opneembaar is. De in de geleidingssleuf opneembare loper kan via een loperlijn worden verbonden met de door de onderhoudsmedewerker te 25 dragen veiligheidsgordel. Aldus kan de onderhoudsmedewerker veilig maar met behoud van zijn bewegingsvrijheid worden gezekerd. Als alternatief voor verzwaarde geleideprofielen wordt soms wel gebruik gemaakt van ankerpalen die met behulp van bouten en dergelijke aan het dak worden bevestigd. Tussen de ankerpalen kan dan een geleidekabel voor de loper 30 worden gespannen. Dergelijke systemen zijn, in het bijzonder gezien hun 2 permanente karakter en de noodzakelijke perforatie van de dakbedekking, niet altijd gewenst. Een aanlijn- en geleidingssysteem op basis van verzwaarde geleideprofielen kan echter zowel tijdelijk als permanent, en steeds zonder schade aan het dakoppervlak, worden ingezet.The first category includes, among other things, a so-called lashing and guidance system. With such a system, a maintenance worker wears a safety belt or harness with which he is leashed. The alignment is such that the maintenance worker can move freely over the relevant roof up to the roof edges. The desired freedom of movement relative to the roof surface, and more particularly along the edges thereof, can be obtained by laying down weighted guide profiles on the roof. The guide profiles are usually placed parallel to the roof edges and at a reasonable distance (e.g. a few meters) therefrom, and are provided with a guide slot in which a runner can be slidably accommodated. The runner that can be accommodated in the guide slot can be connected via a runner line to the safety belt to be worn by the maintenance employee. The maintenance employee can thus be secured safely, while maintaining his freedom of movement. As an alternative to weighted guide profiles, use is sometimes made of anchor piles which are fixed to the roof with the aid of bolts and the like. A guide cable for the runner 30 can then be tensioned between the anchor piles. Such systems, in particular in view of their permanent character and the necessary perforation of the roof covering, are not always desirable. However, an alignment and guidance system based on weighted guide profiles can be used both temporarily and permanently, and always without damage to the roof surface.

5 Een algemeen nadeel van de bekende individuele valbeschermings- systemen is dat zij vereisen dat op het dak waar werkzaamheden dienen te worden verricht speciaal materieel, zoals bijvoorbeeld de verzwaarde geleideprofielen of de ankerpalen, aanwezig is. Het op het dak (aan)brengen van dergelijk materieel heeft in de regel de nodige voeten in de aarde. De 10 onderhavige uitvinding beoogt een eenvoudig door één persoon te hanteren en te vervoeren, individueel valbeschermingssysteem te verschaffen, dat in het bijzonder toepassing kan vinden in die gevallen waarin op een niet van te voren met speciaal materieel uitgerust dak werkzaamheden dienen te worden verricht.A general drawback of the known individual fall protection systems is that they require that special equipment, such as, for example, the weighted guide profiles or anchor piles, be present on the roof where work is to be carried out. Putting such equipment on the roof usually has the necessary feet in the ground. The present invention has for its object to provide an individual fall protection system that can be handled and transported easily by one person and which can be used in particular in cases where work must be carried out on a roof not specially equipped with special equipment.

1515

Samenvatting van de uitvindingSummary of the invention

Een eerste aspect van de uitvinding is gericht op een valbescher-mingshaak voor gebruik op platte of lichthellende daken. De haak omvat een langwerpig eerste deel dat zich, althans in een gebruikstoestand, vanaf een 20 vrij eerste einde over een lengte van ten minste 1 meter uitstrekt richting een tweede einde. De haak omvat ook een tweede deel, dat is verbonden met het tweede einde van het eerste deel, en dat zich onder een hoek ten opzichte van het eerste deel uitstrekt tot in een vrij derde einde. Voorts omvat de haak een veiligheidskoordbevestigingsvoorziening, voorzien aan het eerste deel.A first aspect of the invention is directed to a fall protection hook for use on flat or light-sloping roofs. The hook comprises an elongated first part which, at least in a position of use, extends from a free first end over a length of at least 1 meter towards a second end. The hook also comprises a second part which is connected to the second end of the first part and which extends at an angle with respect to the first part into a free third end. The hook further comprises a safety cord fastening provision provided on the first part.

25 Een tweede aspect van de uitvinding is gericht op een werkwijze voor het veilig verrichten van werkzaamheden op een plat of lichthellend dak. De werkwijze omvat het verschaffen van een valbeschermingshaak volgens de onderhavige uitvinding; het bevestigen van een veiligheidskoord aan enerzijds de veiligheidskoordbevestigingsvoorziening van de valbescher-30 mingshaak, en anderzijds een door een gebruiker gedragen veiligheidsharnas; 3 het over een eerste dakrand plaatsen van het tweede deel, vanaf een afstand tot de eerste dakrand ter grootte van ongeveer een lengte van het eerste deel; het roteren van de valbeschermingshaak, zodanig dat het tweede deel achter de eerste dakrand haakt; en het verrichtten van werkzaamheden aan of nabij 5 een tegenover de eerste dakrand gelegen tweede dakrand.A second aspect of the invention is directed to a method for safely performing work on a flat or slightly sloping roof. The method comprises providing a fall protection hook according to the present invention; attaching a safety cord to the safety cord attachment provision of the fall protection hook on the one hand, and a safety harness worn by a user on the other; 3 placing the second part over a first roof edge, from a distance to the first roof edge the size of approximately a length of the first part; rotating the fall protection hook such that the second part hooks behind the first roof edge; and performing work on or near a second roof edge located opposite the first roof edge.

De onderhavige uitvinding zal in het navolgende aan de hand van enkele tekeningen nader worden toe gelicht.The present invention will be explained in more detail below with reference to a few drawings.

Korte beschrijving van de tekeningen 10 Fig. 1 en 2 tonen, in perspectiefaanzicht, schematisch een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een valbeschermingshaak volgens de onderhavige uitvinding;BRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS FIG. 1 and 2 schematically show, in perspective view, a first exemplary embodiment of a fall protection hook according to the present invention;

Fig. 3 toont, in perspectiefaanzicht, schematisch een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een valbeschermingshaak volgens de onderhavige 15 uitvinding;FIG. 3 schematically shows, in perspective view, a second exemplary embodiment of a fall protection hook according to the present invention;

Fig. 4 illustreert, in één zij- (B) en twee frontaalaanzichten (A, C), schematisch het aanbrengen en losnemen van het eerste uitvoeringsvoorbeeld van de valbeschermingshaak volgens Fig. 1 en 2; enFIG. 4 schematically illustrates, in one side (B) and two frontal views (A, C), the mounting and detachment of the first embodiment of the fall protection hook of FIG. 1 and 2; and

Fig. 5 toont schematisch het gebruik van het eerste uitvoeringsvoor-20 beeld van de valbeschermingshaak volgens Fig. 1 en 2.FIG. 5 schematically shows the use of the first exemplary embodiment of the fall protection hook of FIG. 1 and 2.

Uitgebreide beschrijving van de uitvindingExtensive description of the invention

Fig. 1 en 2 tonen, in perspectiefaanzicht, schematisch een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een valbeschermingshaak 1 volgens de onderhavige 25 uitvinding. De haak 1 is duidelijkheidshalve getoond in een gebruikssituatie, dus aangebracht op/rond een eerste dakrand 4.FIG. 1 and 2 schematically show a first exemplary embodiment of a fall protection hook 1 according to the present invention in perspective view. For the sake of clarity, the hook 1 is shown in a situation of use, thus arranged on / around a first roof edge 4.

De haak 1 kan een langwerpig eerste deel 10 omvatten dat zich, althans in een gebruikstoestand zoals getoond in Fig. 1 en 2, vanaf een vrij eerste einde 12 over een lengte van ten minste 1 meter, en bij voorkeur ten 30 minste 1.5 meter, uitstrekt richting een tweede einde 14. Het eerste deel 10 4 strekt zich bij voorkeur uit langs een rechte lijn, maar dit is niet noodzakelijk. In principe kan het eerste deel 10 namelijk elke langwerpige vorm hebben, mits deze vorm - typisch bezien vanaf het vrije eerste einde 12 tot aan het tweede einde 14 - maar een afstand van ten minste 1 meter 5 overbrugt.The hook 1 may comprise an elongate first part 10 which is located, at least in a position of use as shown in Figs. 1 and 2, from a free first end 12 over a length of at least 1 meter, and preferably at least 1.5 meters, extends towards a second end 14. The first part 4 preferably extends along a straight line, but this is not necessary. Namely, the first part 10 can have any elongated shape, provided that this shape - typically viewed from the free first end 12 up to the second end 14 - but bridges a distance of at least 1 meter.

De haak 1 kan voorts een tweede deel 20 omvatten dat is verbonden met het tweede einde 14 van het eerste deel 10, en dat zich onder een hoek ten opzichte van het eerste deel 10 uitstrekt. In de uitvoeringsvorm van Fig.The hook 1 may further comprise a second part 20 which is connected to the second end 14 of the first part 10 and which extends at an angle with respect to the first part 10. In the embodiment of FIG.

1 en 2 is het tweede deel 20 in hoofdzaak langwerpig; het strekt zich langs 10 een rechte lijn uit vanaf het tweede einde 14 van het eerste deel 10, richting een vrij derde einde 22. In een alternatieve uitvoeringsvorm van de haak 1 hoeft het tweede deel 20 zich, evenmin als het eerste deel 10, langs een rechte lijn uit strekken. In principe is elke vorm mogelijk. Voor het tweede deel geldt echter dat het zich onder een hoek dient uit te strekken ten opzichte van het 15 langwerpige eerste deel 10, teneinde zo een haakvorm te creëren.1 and 2, the second part 20 is substantially elongated; it extends along a straight line 10 from the second end 14 of the first part 10, towards a free third end 22. In an alternative embodiment of the hook 1, the second part 20, just like the first part 10, need not extend along stretch out a straight line. In principle, any shape is possible. For the second part, however, it applies that it must extend at an angle with respect to the elongated first part 10, in order thus to create a hook shape.

Een hoek die wordt ingesloten door het langwerpige eerste deel 10 en het zich daarvan uitstrekkende tweede deel 20 ligt bij voorkeur in het bereik van 70-90 graden. Hoeken die enigszins groter zijn dan 90 graden zijn wel mogelijk, maar verdienen geen voorkeur omdat zij het gevaar met zich 20 brengen dat de haak 1 in gebruik losschiet. Hoeken kleiner dan 70 graden zijn vanuit veiligheidsoogpunt op zichzelf geen probleem, maar leiden gemakkelijk tot materiaalverspilling. Het tweede deel 20 van de haak 1 strekt zich, gemeten in een radiale richting ten opzichte van het langwerpige eerste deel 10, bij voorkeur namelijk tot ten minste 40 cm vanaf het 25 langwerpige deel 10, en meer in het bijzonder het tweede einde 22 daarvan, uit. Bij een kleinere ingesloten hoek dient de lengte van het tweede deel dus groter te zijn, hetgeen normaliter onnodig is. Niettemin kunnen bijzondere dakrandprofielen een dergelijke hoek in praktische zin vereisen.An angle enclosed by the elongated first portion 10 and the second portion 20 extending therefrom is preferably in the range of 70-90 degrees. Angles that are slightly greater than 90 degrees are possible, but are not preferable because they entail the risk that the hook 1 will come loose in use. Angles smaller than 70 degrees are not a problem in themselves from a safety point of view, but easily lead to material waste. The second part 20 of the hook 1, measured in a radial direction with respect to the elongated first part 10, preferably namely up to at least 40 cm from the elongated part 10, and more particularly the second end 22 thereof , from. With a smaller enclosed angle, the length of the second part must therefore be greater, which is normally unnecessary. Nevertheless, special roof edge profiles may require such an angle in a practical sense.

Ter verkrijging van een eenvoudig hanteerbare valbeschermings-30 haak 1 met een betrekkelijk klein gewicht kunnen het eerste 10 en/of het 5 tweede deel 20 van de haak 1 een hol of buisvormig profiel omvatten, welk profiel kan zijn vervaardigd van bijvoorbeeld kunststof of metaal. Een dwarsdoorsnede van het profiel kan elke gewenste vorm hebben, bijvoorbeeld cirkelvormig, rechthoekig, etc.To obtain an easily manageable fall protection hook 1 with a relatively small weight, the first 10 and / or the second part 20 of the hook 1 can comprise a hollow or tubular profile, which profile can be made of, for example, plastic or metal. A cross section of the profile can have any desired shape, for example circular, rectangular, etc.

5 Het eerste deel 10 kan zijn voorzien van een veiligheidskoord- bevestigingsvoorziening 30, met behulp waarvan een veiligheidskoord 8 met de haak 1 kan worden verbonden (zie Fig. 5). De veiligheidskoordbeves-tigingsvoorziening 30 kan een bevestigingsoog omvatten, of een ander geschikt koppelingsmiddel zoals bijvoorbeeld een musketon. De veiligheids-10 koordbevestigingsvoorziening is bijvoorkeur voorzien aan of nabij het eerste vrije einde 12 van het eerste deel 10. Naarmate de voorziening 30 dichter bij het tweede einde 14 van het eerste deel 10 gelegen is, neemt het risico dat de haak 1 in gebruik losschiet toe. Dit komt omdat de kracht die in gebruik via het veiligheidskoord 8 op de haak wordt uitgeoefend doorgaans niet in het 15 verlengde van het eerste deel 10 is gericht, zodat er een ‘haaklichtend’ effect optreedt, welk effect groter is naarmate het aangrijpingspunt van de kracht dichter bij het tweede einde 12 van het eerste deel 10 ligt.The first part 10 can be provided with a safety cord fastening device 30, with the aid of which a safety cord 8 can be connected to the hook 1 (see Fig. 5). The safety cord fastening device 30 may include a fastening eye, or other suitable coupling means such as, for example, a musketone. The safety cord fastening provision is preferably provided at or near the first free end 12 of the first part 10. As the provision 30 is closer to the second end 14 of the first part 10, the risk of the hook 1 becoming detached during use increases. to. This is because the force exerted on the hook in use via the safety cord 8 is generally not aligned with the first part 10, so that a "hook-luminous" effect occurs, which effect is greater as the point of application of the force is closer to the second end 12 of the first part 10.

Het eerste deel 10 kan tevens zijn voorzien van een handgreep 16. De handgreep 16 is bij voorkeur voorzien aan of nabij het eerste einde 12, 20 zodat het door een gebruiker die zich aan het eerste einde 12 bevindt kan worden bediend. De handgreep 16 dient in het bijzonder om de haak 1 in gebruik rond een lengte-as van het langwerpige eerste deel 10 te draaien. Om dit draaien te vereenvoudigen strekt de handgreep 16 zich bij voorkeur uit vanaf het eerste deel 10, zodat een arm ontstaat die het aan de haak 1 25 opleggen van een (draai)moment vereenvoudigt. Daarnaast kan de handgreep 16 in algemene zin dienstig zijn bij het verplaatsen of vervoeren van de haak 1. In een eenvoudig te fabriceren uitvoeringsvorm van de haak 1 is de handgreep 16 staafvormig. In een andere voordelig uitvoeringsvorm van de haak 1 strekt de bijvoorbeeld staafvormige handgreep 16 zich vanaf het 30 eerste deel 10 onder een hoek uit ten opzichte van het geometrische vlak dat 6 wordt gedefinieerd door het vrije eerste einde 12, het tweede einde 14, en het vrije derde einde 22. Wanneer althans het vrije uiteinde van de handgreep 16 niet in dit vlak ligt zal doorgaans de mogelijkheid bestaan de haak 1 ten minste een kwartslag (ca. 90 graden) rond een lengte-as van het eerste deel 5 10 te draaien, zonder dat de handgreep 16 daarbij geheel tegen een dakoppervlak 2 komt te liggen (vgl. Fig. 4A en 4C). Aldus wordt voorkomen dat een hand van een gebruiker die de handgreep 16 omgeeft door het draaien bekneld zou worden. Tevens maakt een dergelijke handgreep 16 het in de regel mogelijk dat de haak 1 over een iets grotere hoek dan 90 graden 10 wordt gedraaid, hetgeen behulpzaam kan zijn bij het boven het hoogteniveau van de dakrand 4 draaien van het derde einde 22, zodat dit kan worden ingehaald.The first part 10 can also be provided with a handle 16. The handle 16 is preferably provided at or near the first end 12, so that it can be operated by a user located at the first end 12. The handle 16 serves in particular to rotate the hook 1 in use about a longitudinal axis of the elongated first part 10. To simplify this rotation, the handle 16 preferably extends from the first part 10, so that an arm is created which simplifies the imposition of a (turning) moment on the hook 1. In addition, the handle 16 may be useful in general for moving or transporting the hook 1. In an easily fabricated embodiment of the hook 1, the handle 16 is rod-shaped. In another advantageous embodiment of the hook 1, the for example rod-shaped handle 16 extends from the first part 10 at an angle with respect to the geometric plane 6 which is defined by the free first end 12, the second end 14, and the free third end 22. If at least the free end of the handle 16 does not lie in this plane, it will generally be possible to turn the hook 1 at least a quarter turn (about 90 degrees) about a longitudinal axis of the first part 5 , without the handle 16 thereby completely touching against a roof surface 2 (cf. Figs. 4A and 4C). This prevents a user's hand surrounding the handle 16 from being pinched by turning. Such a handle 16 also makes it possible as a rule for the hook 1 to be rotated through a slightly greater angle than 90 degrees 10, which may be helpful in turning the third end 22 above the height level of the roof edge 4, so that this can be done. be overtaken.

In een uitvoeringsvorm van de valbeschermingshaak 1 heeft het eerste deel 10 - in verband met vigerende veiligheidsvoorschriften - een 15 lengte van ten minste twee 2.2 meter. De handgreep 16 kan dan zijn voorzien op twee meter vanaf het tweede einde 14 van het eerste deel 10, ter markering van een begrenzing van een ‘veilige twee-meter zone’, terwijl de veiligheidskoordbevestigingsvoorziening 30 op een afstand van ten minste 2.2 meter van het tweede einde 14 van het eerste deel 10, bijvoorbeeld aan het 20 vrije eerste einde 12 daarvan, kan zijn voorzien. In dat geval is de veiligheids-koordbevestigingsvoorziening 30 dus ook in een reeds rond een dakrand 4 aangebrachte toestand van de valbeschermingshaak 1 steeds vanuit de veilige zone bereikbaar.In an embodiment of the fall protection hook 1, the first part 10 has a length of at least two 2.2 meters in connection with prevailing safety regulations. The handle 16 can then be provided two meters from the second end 14 of the first part 10, to mark a boundary of a "safe two-meter zone", while the safety cord fastening device 30 is at a distance of at least 2.2 meters from the second end 14 of the first part 10, for example at the free first end 12 thereof, can be provided. In that case the safety cord fastening device 30 is therefore always accessible from the safe zone even in a condition of the fall protection hook 1 already arranged around a roof edge 4.

Het tweede deel 20 kan voorts, aan een naar het vrije eerste einde 25 12 van het eerste deel 10 gekeerde zijde ervan, zijn voorzien van anti- slipmiddelen 24, zoals bijvoorbeeld een stroeve en/of rubberen mat. Deze anti-slipmiddelen 24 kunnen tijdens gebruik contact maken met een in hoofdzaak verticaal verlopend deel van een dakrand 4 of een muurdeel daaronder, teneinde het onbedoeld roteren of wegglijden van de dakhaak 1 te voorkomen.The second part 20 may further be provided, on a side thereof facing the free first end 12 of the first part 10, with anti-slip means 24, such as for instance a non-slip and / or rubber mat. During use, these anti-slip means 24 can make contact with a substantially vertically extending part of a roof edge 4 or a wall part below it, in order to prevent unintentional rotation or slipping of the roof hook 1.

77

Bij voorkeur zijn dergelijke anti-slipmiddelen 24 geplaatst aan het vrije derde einde 22 van het tweede deel.Such anti-slip means 24 are preferably placed at the free third end 22 of the second part.

Fig. 3 toont een alternatieve, tweede uitvoeringsvorm van een dakhaak 1 volgens de onderhavige uitvinding. Afgezien van de andere 5 plaatsing van de veiligheidskoordbevestigingsvoorziening 30, en het enigszins U-vormige tweede deel 20, verschilt deze tweede uitvoeringsvorm in het bijzonder van de eerste uitvoeringsvorm door het in het eerste deel 10 voorziene scharnier 18. De lengte van het eerste deel 10 is functioneel, maar bij het vervoeren van de dakhaak mogelijk niet altijd praktisch. Daarom kan, 10 bijvoorbeeld halverwege het eerste deel 10, een vergrendelbaar scharnier 18 zijn voorzien dat het eerste deel 10 opdeelt in een eerste part 10a, en een tweede part 10b. In een ontgrendelde toestand van het scharnier 18 kan de haak 1 dan in een opgevouwen toestand worden gebracht, waarin het eerste part 10a zich naast en parallel aan het tweede part 10b uitstrekt. In deze 15 toestand kan de haak 1, die nu minder lang is dan in de gebruikstoestand, betrekkelijk eenvoudig worden vervoerd. Daarnaast kan de haak 1 in de in Fig. 3 getoonde gebruikstoestand worden gebracht, waarin het eerste part 10a in het verlengde ligt van het tweede part 10b, en in welke toestand de haak 1 kan worden vergrendeld door vergrendeling van het scharnier 18.FIG. 3 shows an alternative, second embodiment of a roof hook 1 according to the present invention. Apart from the other placement of the safety cord fastening device 30, and the somewhat U-shaped second part 20, this second embodiment differs in particular from the first embodiment by the hinge 18 provided in the first part 10. The length of the first part 10 is functional, but it may not always be practical when transporting the roof hook. Therefore, for example halfway the first part 10, a lockable hinge 18 can be provided which divides the first part 10 into a first part 10a, and a second part 10b. In an unlocked state of the hinge 18 the hook 1 can then be brought into a folded state, in which the first part 10a extends next to and parallel to the second part 10b. In this condition the hook 1, which is now less long than in the position of use, can be transported relatively easily. In addition, the hook 1 in the position shown in FIG. 3, in which the first part 10a is in line with the second part 10b, and in which state the hook 1 can be locked by locking the hinge 18.

20 Vanzelfsprekend kan het scharnier 18 in een alternatieve uitvoeringsvorm vervangen worden door een andersoortig koppelmechanisme dat het mogelijk maakt het eerste part 10a ten opzichte van het een tweede part 10b te bewegen en/of daarvan zelfs geheel los te nemen.Naturally, in an alternative embodiment, the hinge 18 can be replaced by a different type of coupling mechanism that makes it possible to move the first part 10a relative to a second part 10b and / or even to remove it completely.

Nu de constructie van de valbeschermingshaak 1 volgens de 25 onderhavige uitvinding is toegelicht wordt vervolgd met een beschrijving van het gebruik ervan. Dit gebruik zal worden beschreven aan de hand van de Figuren 4 en 5.Now that the construction of the fall protection hook 1 according to the present invention has been explained, a description of its use is continued. This use will be described with reference to Figures 4 and 5.

Uitgangspunt is de wens van een gebruiker 9 werkzaamheden te verrichten op of aan een plat of lichthellend dak 2, en meer in het bijzonder 30 op of aan een dakrand 6 daarvan (zie Fig. 5). Teneinde zich tijdens zijn 8 werkzaamheden te beschermen tegen een val van het dak 2 kan de gebruiker 9 zichzelf voorzien van een veiligheidsgordel- of harnas, een veiligheidskoord 8 met een geschikte lengte, en een valbeschermingshaak 1 volgens de onderhavige uitvinding. Dit materieel is normaliter eenvoudig door één 5 persoon te dragen, en kan derhalve met betrekkelijk gemak worden meegenomen, bijvoorbeeld wanneer de gebruiker 9 eenmalig en/of kortstondig aan het dak 2 wenst te werken of dit wenst te inspecteren.The starting point is the wish of a user 9 to perform work on or on a flat or light-sloping roof 2, and more particularly on or on a roof edge 6 thereof (see Fig. 5). In order to protect himself against a fall from the roof 2 during his work 8, the user 9 can provide himself with a safety belt or harness, a safety cord 8 of a suitable length, and a fall protection hook 1 according to the present invention. This material is normally easy to carry by one person, and can therefore be taken along with relative ease, for example when the user 9 wishes to work on the roof 2 once and / or for a short time or to inspect this.

Éénmaal op het dak 2 kan de dakhaak 1 in zijn gebruikstoestand worden gebracht, en op het dakoppervlak 2 worden neergelegd. Dan kan het 10 veiligheidskoord 8 worden bevestigd aan enerzijds de veiligheidskoordbeves-tigingvoorziening 30 van de valbeschermingshaak 1, en anderzijds de door de gebruiker 9 gedragen veiligheidsvoorziening, zoals de veiligheidsgordel of het veiligheidsharnas. Vervolgens kan de dakhaak 1 richting een dakrand 4 worden geschoven die is gelegen tegenover de dakrand 6 waaraan of nabij 15 welke de werkzaamheden zullen plaatsvinden. De gebruiker 9 kan de dakhaak 1 daarbij hanteren met behulp van bijvoorbeeld de handgreep 16, en in ieder geval vanaf het eerste einde 12 van het eerste deel 10. Wanneer de gebruiker de dakrand 4 is genaderd tot op een afstand ter grootte van de lengte van het eerste deel 10 is het mogelijk het tweede deel 20 over de 20 dakrand 4 te schuiven, zodat dit tweede deel zich niet langer boven het dakoppervlak 2 bevindt (zie Fig. 4A; aanzicht is vanaf het dakoppervlak 2 richting de dakrand 4). Indien de dakhaak 1 vervolgens niet automatisch onder invloed van het gewicht van het tweede deel 20 kantelt, kan hij, bijvoorbeeld met behulp van de handgreep 16, de dakhaak in de richting Ri 25 roteren rond een lengte-as van het eerste deel 10, zodanig dat het tweede deel onder het hoogteniveau van de dakrand 4 verdwijnt. Indien de dakhaak 1 vervolgens iets wordt aangetrokken richting de gebruiker 9 op het dak 2, dan zal het tweede deel 20 achter de dakrand 4 haken. Daarbij zullen de anti-slipmiddelen 24 contact maken met een zich verticaal uitstrekkend deel van 30 de dakrand 4 en/of een zich daaronder uitstrekkend muurdeel, zodat de haak 9 1 enige grip heeft en niet makkelijk verdraait. Vervolgens kan de gebruiker 9 zich, zoals getoond in Fig. 5, richting een tegenover de eerste dakrand 4 gelegen tweede dakrand 6 begeven om daar zijn werkzaamheden te verrichten. Voorafgaand aan, of bij het eerste naderen van de tegenover -5 gelegen tweede dakrand 6 kan zonodig de lengte van het veiligheidskoord 8 worden afgesteld, bijvoorbeeld zodanig dat de aangelijnde gebruiker de dakrand 6 slechts tot op een veilige, val ver hinderende afstand kan naderen. Wanneer de werkzaamheden zijn voltooid kan de dakhaak 1, door deze eerst wat af te schuiven van de dakrand 4 en vervolgens met behulp van de 10 handgreep 16 in de richting R2 te draaien (zie. Fig. 4C), in omgekeerde volgorde van handelen weer worden binnengehaald op het dakoppervlak 2.Once on the roof 2, the roof hook 1 can be brought into its position of use, and laid down on the roof surface 2. The safety cord 8 can then be attached on the one hand to the safety cord fastening device 30 of the fall protection hook 1, and on the other hand to the safety device worn by the user 9, such as the safety belt or the safety harness. The roof hook 1 can then be slid towards a roof edge 4 which is situated opposite the roof edge 6 on which or near which the work will take place. The user 9 can thereby handle the roof hook 1 with the aid of, for example, the handle 16, and in any case from the first end 12 of the first part 10. When the user has approached the roof edge 4 up to a distance of the length of the first part 10 it is possible to slide the second part 20 over the roof edge 4, so that this second part is no longer above the roof surface 2 (see Fig. 4A; view is from the roof surface 2 towards the roof edge 4). If the roof hook 1 subsequently does not automatically tilt under the influence of the weight of the second part 20, it can, for example with the aid of the handle 16, rotate the roof hook in the direction Ri 25 about a longitudinal axis of the first part 10, such that that the second part disappears below the height level of the roof edge 4. If the roof hook 1 is subsequently slightly pulled towards the user 9 on the roof 2, the second part 20 will hook behind the roof edge 4. The anti-skid means 24 will thereby make contact with a vertically extending part of the roof edge 4 and / or a wall part extending below it, so that the hook 9 has some grip and does not turn easily. The user 9 can then, as shown in FIG. 5, towards a second roof edge 6 situated opposite the first roof edge 4 in order to perform its activities there. Prior to or when the first approaching of the second roof edge 6 opposite to 5 is approached, the length of the safety cord 8 can be adjusted if necessary, for example such that the leashed user can only approach the roof edge 6 to a safe, fall-distant distance. When the work has been completed, the roof hook 1 can, again by slightly sliding it off the roof edge 4 and then turn it in the direction R2 with the aid of the handle 16 (see. Fig. 4C), in the reverse order of action. are brought in on the roof surface 2.

Hoewel de onderhavige uitvinding in het voorgaande is toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden dient te worden opgemerkt dat de uitvinding niet tot deze uitvoeringsvoorbeelden is beperkt. Door een 15 vakman kunnen verschillende aanpassingen en wijzigingen op de besproken uitvoeringsvoorbeelden worden aangebracht zonder dat hierdoor de gedachte en het bereik van de uitvinding, zoals neergelegd in de hiernavolgende conclusies, wordt verlaten. In het bijzonder kunnen daarbij verschillende hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding, of elementen 20 daarvan, worden gecombineerd tot nieuwe uitvoeringsvormen.Although the present invention has been explained above with reference to a few exemplary embodiments, it should be noted that the invention is not limited to these exemplary embodiments. Various modifications and changes can be made by a person skilled in the art to the discussed exemplary embodiments without thereby departing from the spirit and scope of the invention as set forth in the following claims. In particular, various exemplary embodiments of the invention described above, or elements thereof, can be combined into new embodiments.

1010

Lijst van verwijzingscijfers 1 valbeschermingshaak 2 dak 5 4 eerste dakrand 6 tweede dakrand, tegenover eerste dakrand 8 veiligheidskoord 9 gebruiker 10 10 eerste langwerpig deel 10a,b eerste (a) en tweede (b) part van eerste deel 12 vrij, eerste einde van het eerste deel 14 tweede einde van het eerste deel 16 handgreep 15 18 scharnier 20 tweede deel 22 einde tweede deel / vrij, derde einde 24 anti-slipmiddelen 20 30 veiligheidskoordbevestigingsvoorzieningList of reference numbers 1 fall protection hook 2 roof 5 4 first roof edge 6 second roof edge, opposite first roof edge 8 safety cord 9 user 10 10 first elongated part 10a, b first (a) and second (b) part of first part 12 free, first end of the first part 14 second end of the first part 16 handle 15 18 hinge 20 second part 22 end second part / free, third end 24 anti-slip means 20 30 safety cord fastening

Claims (15)

1. Valbeschermingshaak (1) voor gebruik op platte of lichthellende daken (2), omvattende: 5. een langwerpig eerste deel (10) dat zich, althans in een gebruikstoestand, vanaf een vrij eerste einde (12) over een lengte van ten minste 1 meter uitstrekt richting een tweede einde (14); een tweede deel (20), dat is verbonden met het tweede einde (14) van het eerste deel (10), en dat zich onder een hoek ten opzichte van het 10 eerste deel uitstrekt tot in een vrij derde einde (22); en een veiligheidskoordbevestigingsvoorziening (30), voorzien aan het eerste deel (10).A fall protection hook (1) for use on flat or slightly sloping roofs (2), comprising: 5. an elongated first part (10) which extends, at least in a position of use, from a free first end (12) over a length of at least Extends 1 meter toward a second end (14); a second part (20) connected to the second end (14) of the first part (10) and extending at an angle to the first part into a free third end (22); and a safety cord attachment device (30) provided on the first portion (10). 2. Valbeschermingshaak volgens conclusies 1, waarbij het tweede deel 15 (20) in hoofdzaak langwerpig.The fall protection hook according to claim 1, wherein the second part (20) is substantially elongated. 3. Valbeschermingshaak volgens een der conclusies 1-2, waarbij het tweede deel (20) aan een naar het vrije eerste einde (12) van het eerste deel (10) gekeerde zijde is voorzien van anti-slipmiddelen (24). 20A fall protection hook according to any one of claims 1-2, wherein the second part (20) is provided with anti-slip means (24) on a side facing the free first end (12) of the first part (10). 20 4. Valbeschermingshaak volgens een der conclusies 1-3, waarbij de anti-slipmiddelen (24) zijn voorzien aan het vrije derde einde (22) van het tweede deel (20).Fall protection hook according to any of claims 1-3, wherein the anti-slip means (24) are provided at the free third end (22) of the second part (20). 5. Valbeschermingshaak volgens een der conclusies 1-4, voorts omvattende een aan of nabij het eerste einde (12) van het eerste deel (10) voorziene en zich vanaf het eerste deel uitstrekkende handgreep (16).Fall protection hook according to any of claims 1-4, further comprising a handle (16) provided at or near the first end (12) of the first part (10) and extending from the first part. 6. Valbeschermingshaak volgens conclusie 5, waarbij de handgreep 30 (16) staafvormig is.The fall protection hook of claim 5, wherein the handle 30 (16) is rod-shaped. 7. Valbeschermingshaak volgens conclusie 5 of 6, waarbij de handgreep (16) zich vanaf het eerste deel (10) onder een hoek uitstrekt ten opzichte van het geometrische vlak dat wordt gedefinieerd door het vrije 5 eerste einde (12), het tweede einde (14), en het vrije derde einde (22).7. Fall protection hook according to claim 5 or 6, wherein the handle (16) extends from the first part (10) at an angle with respect to the geometric plane defined by the free first end (12), the second end ( 14), and the free third end (22). 8. Valbeschermingshaak volgens een der conclusies 1-7, waarbij het tweede deel (20) zich onder een ingesloten hoek in het bereik van 70-90 graden ten opzichte van het eerste deel (10) uitstrekt. 10The fall protection hook of any one of claims 1-7, wherein the second part (20) extends at an enclosed angle in the range of 70-90 degrees with respect to the first part (10). 10 9. Valbeschermingshaak volgens een der conclusies 1-8, waarbij het eerste langwerpige deel (10) een eerste part (10a) en een tweede part (10b) omvat, welk eerste en tweede part met elkaar zijn verbonden door een scharnier (18), zodanig dat het eerste langwerpige deel alternatief in een 15 opgevouwen toestand en in een gebruikstoestand brengbaar is.A fall protection hook according to any one of claims 1-8, wherein the first elongated part (10) comprises a first part (10a) and a second part (10b), which first and second part are connected to each other by a hinge (18), such that the first elongate member can alternatively be brought into a folded state and into a position of use. 10. Valbeschermingshaak volgens een der conclusies 1-9, waarbij de veiligheidskoordbevestigingsvoorziening (30) een bevestigingsoog omvat.The fall protection hook of any one of claims 1-9, wherein the safety cord attachment means (30) comprises a mounting eye. 11. Valbeschermingshaak volgens een der conclusies 1-10, waarbij de veiligheidskoordbevestigingsvoorziening (30) is voorzien aan of nabij het eerste vrije einde (12) van het eerste deel (10).The fall protection hook of any one of claims 1-10, wherein the safety cord attachment means (30) is provided at or near the first free end (12) of the first part (10). 12. Valbeschermingshaak volgens een der conclusies 1-11, waarbij het 25 langwerpige eerste deel (10) zich uitstrekt over ten minste 1.5 meter.12. Fall protection hook according to any one of claims 1-11, wherein the elongated first part (10) extends over at least 1.5 meters. 13. Valbeschermingshaak volgens een der conclusies 1-12, waarbij het tweede deel (20) zich, gemeten in een radiale richting ten opzichte van een lengte-as van het eerste deel (10), tot ten minste 40 cm uitstrekt vanaf het 30 tweede einde (14) van het eerste deel.13. Fall protection hook as claimed in any of the claims 1-12, wherein the second part (20), measured in a radial direction relative to a longitudinal axis of the first part (10), extends to at least 40 cm from the second end (14) of the first part. 14. Valbeschermingshaak volgens een der conclusies 1-13, waarbij het eerste (10) en/of het tweede (20) deel een buisvormig profiel omvat.A fall protection hook according to any one of claims 1-13, wherein the first (10) and / or the second (20) part comprises a tubular profile. 15. Werkwijze voor het veilig verrichten van werkzaamheden op een plat of lichthellend dak (2), omvattende: het verschaffen van een valbeschermingshaak volgens een der conclusies 1-11; het bevestigen van een veiligheidskoord (8) aan enerzijds de 10 veiligheidskoordbevestigingsvoorziening (30) van de valbeschermings haak (1), en anderzijds een door een gebruiker (9) gedragen veiligheidsharnas; het over een eerste dakrand (4) plaatsen van het tweede deel (20), vanaf een afstand tot de eerste dakrand ter grootte van ongeveer een 15 lengte van het eerste deel (10); - het roteren van de valbeschermingshaak (1), zodanig dat het tweede deel (20) achter de eerste dakrand (4) haakt; en het verrichtten van werkzaamheden aan of nabij een tegenover de eerste dakrand (40) gelegen tweede dakrand (6).A method for safely performing work on a flat or slightly sloping roof (2), comprising: providing a fall protection hook according to any of claims 1-11; attaching a safety cord (8) to the safety cord attachment device (30) of the fall protection hook (1) on the one hand, and a safety harness worn by a user (9) on the other; placing the second part (20) over a first roof edge (4), from a distance to the first roof edge about the length of the first part (10); - rotating the fall protection hook (1), such that the second part (20) hooks behind the first roof edge (4); and performing work on or near a second roof edge (6) opposite the first roof edge (40).
NL2004261A 2010-02-18 2010-02-18 FALL PROTECTION SYSTEM FOR USE IN ROOF WORK AND METHOD FOR USE. NL2004261C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004261A NL2004261C2 (en) 2010-02-18 2010-02-18 FALL PROTECTION SYSTEM FOR USE IN ROOF WORK AND METHOD FOR USE.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004261 2010-02-18
NL2004261A NL2004261C2 (en) 2010-02-18 2010-02-18 FALL PROTECTION SYSTEM FOR USE IN ROOF WORK AND METHOD FOR USE.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2004261C2 true NL2004261C2 (en) 2011-08-22

Family

ID=42731885

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2004261A NL2004261C2 (en) 2010-02-18 2010-02-18 FALL PROTECTION SYSTEM FOR USE IN ROOF WORK AND METHOD FOR USE.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2004261C2 (en)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2281093A (en) * 1993-08-21 1995-02-22 City Of Glasgow District Counc Improvements in and relating to roof anchors
WO1999049154A1 (en) * 1998-03-20 1999-09-30 Gutter-Vac Bundaberg Pty. Ltd. A roof safety system
US20070272485A1 (en) * 2006-05-23 2007-11-29 Baake Kent H Roof safety device

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2281093A (en) * 1993-08-21 1995-02-22 City Of Glasgow District Counc Improvements in and relating to roof anchors
WO1999049154A1 (en) * 1998-03-20 1999-09-30 Gutter-Vac Bundaberg Pty. Ltd. A roof safety system
US20070272485A1 (en) * 2006-05-23 2007-11-29 Baake Kent H Roof safety device

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7850392B2 (en) Portable road barrier unit
NL2008121C2 (en) ANCHORING DEVICE.
WO2009147363A1 (en) Apparatus and method for deploying a vehicle arresting device
US9260829B1 (en) Pedestrian barricade
CA2876633A1 (en) Gravity forward climbing device
NL2004261C2 (en) FALL PROTECTION SYSTEM FOR USE IN ROOF WORK AND METHOD FOR USE.
US9243425B2 (en) Safety barrier system
US8464834B2 (en) Ladder stabilization device
US20110291062A1 (en) Self help ladder and securing device
US8887867B2 (en) Ladder stabilization device
US20090279948A1 (en) Vehicle control barrier
NL1031145C2 (en) Lining system, guide element for use in an lining system, runner line for use in the lining system and method for leash walking.
US9364695B2 (en) Trolley comprising a fall arrest actuator
CA2975864C (en) Device and method for deploying a temporary sprinkler on a roof top
US20100008720A1 (en) Check-point vehicle tire puncturing and deflating assembly
US20090278014A1 (en) Overhead track system for roadways
US10240395B1 (en) Leveling hunting ladder
JP2019077998A (en) Vehicle regulation device
US9550638B1 (en) Devices and methods for collecting and hauling materials
NL2010480C2 (en) IMPROVED POSITIONING DEVICE FOR A MASON PROFILE.
US20160017592A1 (en) Well head protector
US20180185689A1 (en) Portable Descent Platform
NL2012948B1 (en) Tool and method of alignment.
CN216341901U (en) High slope operation anchor drilling machine with safety protection platform
CN215107217U (en) Scaffold with safety protection net

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180301