NL2004232C2 - Verbrandingsmotor. - Google Patents

Description

Verbrandingsmotor BESCHRIJVING: 5

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een verbrandingsmotor omvattende: een motorblok voorzien van een aantal cilinders met daarin beweegbare zuigers, 10 - een krukas gelagerd in het motorblok, die via zuigerstangen door de zuigers in de cilinders wordt geroteerd, een nokkenas die via een overbrenging door de krukas wordt aangedreven en die in- en uitlaatkleppen bedient, een hoge druk brandstofpomp die wordt aangedreven door de krukas en die is 15 voorzien van een behuizing, welke brandstofpomp een aantal plunjerpompen omvat, en een verdere nokkenas die via een verdere overbrenging wordt aangedreven door de krukas en die de plunjers in de plunjerpompen beweegt.

20 Stand van de techniek

Een dergelijke verbrandingsmotor is bekend uit US 2009/0272366. Doordat de nokken voor bediening van de plunjers groter zijn dan die voor bediening van de kleppen, is het gunstig voor de brandstofpomp een afzonderlijke nokkenas toe te 25 passen. Hierdoor hoeft de nokkenas voor de kleppen niet zwaarder uitgevoerd te worden dan voor het bedienen van de kleppen noodzakelijk is. Het totale gewicht van twee afzonderlijke nokkenas sen is geringer dan dat van een één nokkenas die zowel de kleppen als de plunjers moet bewegen.

30 Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is de bekende verbrandingsmotor te verbeteren. Hiertoe is de verbrandingsmotor volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de overbrengingsverhouding van de overbrenging tussen de krukas en de nokkenas 2 verschilt van die van de verdere overbrenging tussen de krukas en de verdere nokkenas, waarbij de overbrengingsverhouding van de verdere overbrenging tussen de krukas en de verdere nokkenas zodanig is dat het aantal plunjerbewegingen per cyclus van twee krukasomwentelingen in de brandstofpomp gelijk is aan het aantal inspuitmomenten per 5 cyclus. Door een geschikte keuze van de verdere overbrenging kan de verdere nokkenas met een hoger toerental roteren dan de nokkenas voor de kleppen, waardoor per cyclus elke plunjer vaker bewogen kan worden. Hierdoor kan de brandstofpomp met minder plunjerpompen uitgevoerd worden, hetgeen de (fabricagejkosten reduceert.

Bij een viertakt verbrandingsmotor is er één verbrandingsslag per cilinder 10 per cyclus. Bij een zescilindermotor met twee plunjerpompen in de brandstofpomp en twee lobben per nok op de verdere nokkenas dient de overbrengingsverhouding 1:0,75 te zijn. Per cyclus van twee krukasomwentelingen maakt de verdere nokkenas dan 1,5 omwenteling hetgeen betekent dat per plunjerpomp drie keer een lob de plunjer beweegt. Dus zes plunjerbewegingen per cyclus bij twee plunjerpompen. Dit levert de 15 benodigde zes verbrandings slagen (één per cilinder per cyclus) bij een zescilindermotor.

Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een 20 in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de verbrandingsmotor volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een uitvoeringsvorm van de verbrandingsmotor volgens de uitvinding in zijaanzicht; en

Figuur 2 de in figuur 1 weergegeven verbrandingsmotor in 25 achteraanzicht.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In de figuren 1 en 2 is een uitvoeringsvorm van de verbrandingsmotor 30 volgens de uitvinding op schematische wijze weergegeven in zijaanzicht respectievelijk achteraanzicht. De verbrandingsmotor 1 heeft een motorblok 3 voorzien van een aantal cilinders 5 met daarin beweegbare zuigers 7. De zuigers 7 drijven via zuigerstangen 11 een in het motorblok gelagerde krukas 9 aan. De verbrandingsmotor 1 heeft voorts een nokkenas 13 die via een overbrenging 14 (ten behoeve van de overzichtelijkheid hier 3 schematisch aangegeven door een ketting) door de krukas 9 wordt aangedreven en die in- en uitlaatkleppen 15 bedient.

Verder heeft de verbrandingsmotor 1 een brandstofpomp 17 die via een verdere overbrenging 19 (hier uitgevoerd als een tandwieloverbrenging) wordt 5 aangedreven door de krukas 9. De brandstofpomp 17 heeft in motorblok 3 twee plunjerpompen 23. Voor de verplaatsing van de plunjers 27 van deze pompen heeft de verbrandingsmotor 1 een verdere nokkenas 25 die via de verdere overbrenging 19 wordt aan gedreven door de krukas 9.

De overbrengingsverhouding van de overbrenging 14 tussen de krukas 9 10 en de nokkenas 13 verschilt van die van de verdere overbrenging 19 tussen de krukas 9 en de verdere nokkenas 25. De overbrengings verhouding van de verdere overbrenging 19 is zodanig dat het aantal plunjerbewegingen van de plunjerpompen 23 per cyclus van twee krukas omwentelingen gelijk is aan het aantal verbrandings slagen per cyclus. Bij een viertakt verbrandingsmotor is er één verbrandings slag per cilinder per cyclus. Bij 15 een zescilindermotor met twee plunjerpompen en twee lobben per nok op de verdere nokkenas dient de overbrengings verhouding 1:0,75 te zijn. Per cyclus van twee krukasomwentelingen maakt de verdere nokkenas dan 1,5 omwenteling hetgeen betekent dat per plunjerpomp drie keer een lob de plunjer beweegt. Dit levert dus de benodigde zes plunjerbewegingen (één per cilinder per cyclus) bij een zescilindermotor.

Claims (1)

1. Verbrandingsmotor omvattende: een motorblok voorzien van een aantal cilinders met daarin beweegbare zuigers, een krukas gelagerd in het motorblok, die via zuigerstangen door de zuigers in 5 de cilinders wordt geroteerd, een nokkenas die via een overbrenging door de krukas wordt aangedreven en die in- en uitlaatkleppen bedient, een hoge druk brandstofpomp die wordt aangedreven door de krukas en die is voorzien van een behuizing, welke brandstofpomp een aantal plunjerpompen 10 omvat, en een verdere nokkenas die via een verdere overbrenging wordt aangedreven door de krukas en die de plunjers in de plunjerpompen beweegt, met het kenmerk, dat de overbrengingsverhouding van de overbrenging tussen de krukas en de nokkenas verschilt van die van de verdere overbrenging tussen de krukas 15 en de verdere nokkenas, waarbij de overbrengingsverhouding van de verdere overbrenging tussen de krukas en de verdere nokkenas zodanig is dat het aantal plunjerbewegingen per cyclus van twee krukasomwentelingen in de brandstofpomp gelijk is aan het aantal inspuitmomenten per cyclus.