NL2004223C2 - RAIL SYSTEM, AND AN APPARATUS CONTAINING SUCH A RAIL SYSTEM AND A PORTABLE CARRIER. - Google Patents
RAIL SYSTEM, AND AN APPARATUS CONTAINING SUCH A RAIL SYSTEM AND A PORTABLE CARRIER. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2004223C2 NL2004223C2 NL2004223A NL2004223A NL2004223C2 NL 2004223 C2 NL2004223 C2 NL 2004223C2 NL 2004223 A NL2004223 A NL 2004223A NL 2004223 A NL2004223 A NL 2004223A NL 2004223 C2 NL2004223 C2 NL 2004223C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- carrier
- track
- transport body
- rail system
- transport
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05D—HINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
- E05D15/00—Suspension arrangements for wings
- E05D15/06—Suspension arrangements for wings for wings sliding horizontally more or less in their own plane
- E05D15/0604—Suspension arrangements for wings for wings sliding horizontally more or less in their own plane allowing an additional movement
- E05D15/0608—Suspension arrangements for wings for wings sliding horizontally more or less in their own plane allowing an additional movement caused by track lay-out
- E05D15/0613—Suspension arrangements for wings for wings sliding horizontally more or less in their own plane allowing an additional movement caused by track lay-out with multi-directional trolleys
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05Y—INDEXING SCHEME RELATING TO HINGES OR OTHER SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS AND DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION, CHECKS FOR WINGS AND WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
- E05Y2800/00—Details, accessories and auxiliary operations not otherwise provided for
Abstract
Description
Railsysteem, alsmede inrichting omvattende een dergeliik railsysteem en een verplaatsbare dragerRail system, and device comprising such a rail system and a displaceable carrier
De uitvinding heeft betrekking op een railsysteem voorzien van langs een eerste 5 baan gelegen eerste paar op onderling zijdelingse afstand geplaatste, hoofdzakelijk parallelle loopvlakken, alsmede van een langs een tweede baan gelegen tweede paar op onderling zijdelingse afstand geplaatste in hoofdzaak parallelle loopvlakken, waarbij in een kruispunt of splitsing de eerste baan en de tweede baan met een hoek ten opzichte van elkaar geplaatst zijn.The invention relates to a rail system provided with a first pair of mutually laterally spaced, substantially parallel treads located along a first track, as well as a second pair of substantially parallel treads positioned along a second track along a second track, wherein in a intersection or junction the first lane and the second lane are placed at an angle to each other.
10 De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting omvattende een dergelijk railsysteem en een daarin opgenomen verplaatsbare drager.The invention also relates to a device comprising such a rail system and a movable carrier included therein.
Een railsysteem van de bovengenoemde soort, voor het verplaatsen van mobiele wandpanelen langs een aan het plafond gemonteerd railsysteem is bekend uit EP 2 096 246. Het bekende verplaatsbare wandsysteem omvat een rails in de vorm van een 15 kokervormig extrusieprofïel. In het kokervormige profiel worden wielstellen van een drager geleid met telkens twee boven elkaar geplaatste wielen die draaibaar zijn om een verticaal gerichte as en in hoofdzaak horizontaal zijn uitgericht. De wielen hebben zijranden die aangrijpen op loopvlakken van het extrusieprofïel. Bij verplaatsing van de wandpanelen loopt het onderste wiel af over een enkel onderste loopvlak, en het 20 daarboven gelegen wiel loopt af over een enkel bovenste loopvlak. De wandpanelen zijn opgehangen aan de verticale as die zich tussen de loopvlakken neerwaarts uitstrekt. De wandpanelen van de bekende inrichting kunnen relatief eenvoudig, en met weinig kracht over de rails worden verplaatst.A rail system of the above-mentioned type, for displacing mobile wall panels along a rail system mounted on the ceiling, is known from EP 2 096 246. The known movable wall system comprises a rail in the form of a tubular extrusion profile. In the tubular profile, wheel sets of a carrier are guided with in each case two wheels placed one above the other which are rotatable about a vertically oriented axis and are oriented substantially horizontally. The wheels have side edges that engage on treads of the extrusion profile. When the wall panels are moved, the lower wheel runs over a single lower running surface, and the wheel located above it runs over a single upper running surface. The wall panels are suspended from the vertical axis that extends downwards between the treads. The wall panels of the known device can be moved over the rails relatively easily and with little force.
De rails kunnen voorzien zijn van splitsingen, zoals t-splitsingen en kruisingen.The rails can be provided with splits, such as t-junctions and crossings.
25 Dit maakt het mogelijk de wielstellen op deze plekken in meerdere richtingen te manoeuvreren. Bij kruisingen en splitsingen wordt tenminste één van de loopvlakken van de rails tijdelijk onderbroken. Om te voorkomen dat tijdens het verplaatsen van de drager van de ene baan naar de andere baan een wiel niet meer ondersteund wordt, is het bekende systeem voorzien van een roterende schijf met uitsparingen, welke 30 beweegwaar is tussen een opnamepositie in de eerste baan voor het lastdragend aangrijpen op de drager, en een afgiftepositie in de tweede baan voor het vrijgeven van de drager. In de uitsparingen van de roterende schijf kan de as van de drager 2 opgenomen worden, waarna de drager op ondersteunende wijze getransporteerd kan worden naar de tweede baan.This makes it possible to maneuver the wheel sets in these directions in several directions. At crossings and junctions at least one of the running surfaces of the rails is temporarily interrupted. In order to prevent a wheel from being no longer supported during the movement of the carrier from one track to the other, the known system is provided with a rotating disc with recesses, which is movable between a receiving position in the first track for mounting. load bearing engagement with the carrier, and a release position in the second path for releasing the carrier. The axis of the carrier 2 can be received in the recesses of the rotating disc, after which the carrier can be transported to the second track in a supporting manner.
In zowel de opnamepositie als de afgiftepositie, dienen de uitsparingen van de roterende schijf telkens in het verlengde van de baan te staan om de drager op juiste 5 wijze te kunnen transporteren van de eerste baan naar de tweede baan. Hiertoe is het bekende systeem voorzien van een klemmechanisme dat aangrijpt in de uitsparingen om de roterende schijf in de juiste stand te dwingen.In both the receiving position and the dispensing position, the recesses of the rotating disc must always be in line with the path in order to be able to correctly transport the carrier from the first path to the second path. To this end, the known system is provided with a clamping mechanism which engages in the recesses to force the rotating disc into the correct position.
Het is een nadeel van de bekende inrichting, dat de roterende schijf telkens in een juiste positie dient te staan om de drager op te nemen, dan wel af te geven in een baan.It is a drawback of the known device that the rotating disc must always be in a correct position in order to receive the carrier or to deliver it in a track.
10 Het is een verder nadeel van de bekende inrichting, dat het klemmechanisme er voor zorgt dat de roterende schijf een bepaalde weerstand tegen beweging van de opnamepositie naar de afgiftepositie heeft. De roterende schijf kan slechts met enige kracht van de gebruiker in beweging gebracht worden.It is a further drawback of the known device that the clamping mechanism ensures that the rotating disc has a certain resistance to movement from the recording position to the delivery position. The rotating disk can only be set in motion with some force from the user.
Het is daarnaast een nadeel van de bekende inrichting, dat deze relatief complex 15 is.In addition, it is a drawback of the known device that it is relatively complex.
Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een railsysteem, en in een inrichting omvattende een dergelijk railsysteem en een drager, waarbij ten minste een van de nadelen van het bekende railsysteem en de bekende inrichting ten minste verminderd wordt.It is therefore an object of the present invention to provide a rail system, and a device comprising such a rail system and a carrier, wherein at least one of the disadvantages of the known rail system and the known device is at least reduced.
20 Volgens een aspect wordt daartoe voorzien in een railsysteem volgens conclusie 1. In het railsysteem is een drager opneembaar, welke door de eerste baan en de tweede baan verplaatsbaar is. Het railsysteem is nabij het kruispunt of de splitsing voorzien van een transportinrichting voor het transporteren van de drager van de eerste baan naar de tweede baan. De transportinrichting is voorzien van een eerste transportlichaam dat 25 roteerbaar is opgehangen en dat een draagvlak omvat voor het ten minste tijdelijk ondersteunen van een gedeelte van de drager tijdens het bewegen van de eerste baan naar de tweede baan. De transportinrichting is verder voorzien van een op zijdelingse afstand van het eerste transportlichaam geplaatste tweede transportlichaam dat roteerbaar is opgehangen, waarbij het tweede transportlichaam een draagvlak omvat 30 voor het ten minste tijdelijk ondersteunen van ten minste een gedeelte van de drager tijdens het bewegen van de drager van de eerste baan naar de tweede baan. De transportinrichting is ingericht om ten minste tijdelijk de drager gelijktijdig met zowel het eerste transportlichaam als het tweede transportlichaam te ondersteunen tijdens het 3 bewegen van de drager van de eerste baan naar de tweede baan. Bij het bewegen van de drager van de eerste baan naar de tweede baan wordt deze ten minste tijdelijk gelijktijdig ondersteund door het eerste en het tweede transportlichaam. De transportlichamen zijn roteerbaar opgehangen, zodanig dat de drager op het 5 transportlichaam plaatsbaar is, en vervolgens roteerbaar bewogen kan worden naar de tweede baan. De drager is hierdoor relatief makkelijk in de richting van de gewenste verplaatsing beweegbaar. Het roteerbaar zijn van het transportlichaam zorgt er namelijk voor dat de drager met relatief weinig weerstand van de eerste baan naar de tweede baan verplaatsbaar is. De twee op afstand van elkaar geplaatste roterende 10 transportlichamen zorgen ervoor dat er geen opnemende en afgevende positie meer nodig is, waardoor onafhankelijk van de stand van de transportlichamen, de drager van de eerste baan naar de tweede baan beweegbaar is. Mede hierdoor kan het railsysteem volgens de onderhavige uitvinding minder complex worden uitgevoerd dan het reeds bekende railsysteem, omdat de transportlichamen niet meer in een opnemende of 15 afgevende positie gehouden dienen te worden. Aanvullend is er geen klemmechanisme meer nodig om de transportinrichting in een juiste positie te houden, aangezien de twee transportlichamen zich telkens in een opnemende of afgevende positie bevinden. Doordat er geen klemmechanisme nodig is, kan de verplaatsing van de drager met minder weerstand plaats vinden.According to one aspect, a rail system according to claim 1 is provided for this purpose. A carrier can be accommodated in the rail system, which carrier can be moved through the first track and the second track. The rail system is provided near the intersection or junction with a transport device for transporting the carrier from the first track to the second track. The transport device is provided with a first transport body which is rotatably suspended and which comprises a bearing surface for at least temporarily supporting a part of the carrier during the movement of the first track to the second track. The conveying device is further provided with a second conveying body placed at a lateral distance from the first conveying body, the second conveying body comprising a bearing surface for at least temporarily supporting at least a portion of the carrier during the movement of the carrier from the first job to the second job. The transport device is adapted to at least temporarily support the carrier simultaneously with both the first transport body and the second transport body during the movement of the carrier from the first track to the second track. When the carrier moves from the first track to the second track, it is supported at least temporarily simultaneously by the first and the second transport body. The transport bodies are rotatably suspended, such that the carrier can be placed on the transport body, and can subsequently be rotatably moved to the second track. The carrier is hereby relatively easy to move in the direction of the desired displacement. Namely, the rotatability of the transport body ensures that the carrier can be moved from the first track to the second track with relatively little resistance. The two spaced apart rotating transport bodies ensure that a receiving and releasing position is no longer required, whereby, independently of the position of the transport bodies, the carrier can be moved from the first track to the second track. Partly because of this, the rail system according to the present invention can be of less complex design than the already known rail system, because the transport bodies no longer have to be held in a receiving or releasing position. In addition, a clamping mechanism is no longer necessary to keep the transport device in a correct position, since the two transport bodies are each in a receiving or releasing position. Because no clamping mechanism is required, the carrier can be moved with less resistance.
20 Bij voorkeur is de zijdelingse afstand zodanig gekozen dat ten minste een gedeelte van de drager tussen het eerste transportlichaam en het tweede transportlichaam door beweegbaar is. Een gedeelte van de drager kan zo vrijelijk tussen de transportlichamen door bewegen van de eerste baan naar de tweede baan. Het gedeelte van de drager kan bijvoorbeeld een zich dwars op de loopvlakken 25 uitstrekkende draagas voor bevestiging van een last zijn. De zijdelingse afstand zorgt voor een vrije doorgang voor dat gedeelte van de drager. Dit maakt een relatief complexe transportinrichting zoals bekend uit de stand van de techniek overbodig. Er kan volstaan worden met een relatief eenvoudig uitgevoerde transportinrichting.The lateral distance is preferably chosen such that at least a part of the carrier can be moved between the first transport body and the second transport body. A part of the carrier can thus move freely between the transport bodies from the first track to the second track. The part of the carrier can for instance be a bearing axis extending transversely to the running surfaces 25 for attaching a load. The lateral distance ensures a free passage for that part of the carrier. This renders a relatively complex transport device as known from the prior art superfluous. A relatively simple transport device can suffice.
De afstand kan bijvoorbeeld hoofdzakelijk gelijk zijn aan de afstand tussen 30 respectieve loopvlakken in een baan, zodanig dat dat gedeelte van de drager niet belemmerd wordt in de beweging van de eerste baan naar de tweede baan. Aldus bevindt de transportinrichting zich telkens in de juiste transportstand, ongeacht of de drager opgenomen of afgegeven dient de worden in een baan.The distance can for instance be substantially equal to the distance between respective treads in a track, such that that part of the carrier is not impeded in the movement from the first track to the second track. The transport device is thus always in the correct transport position, irrespective of whether the carrier is to be received or delivered in a track.
44
In een uitvoering, omvat het eerste transportlichaam een schijfvormig lichaam. Het schijfvormige lichaam vormt een afgeronde overgang tussen de eerste baan en de tweede baan. Het schijfvormig lichaam zorgt er tevens voor dat in alle rotatiestanden van het schijfvormige transportlichaam, het transportlichaam zich in een opnemende en 5 afgevende positie bevindt.In one embodiment, the first transport body comprises a disc-shaped body. The disc-shaped body forms a rounded transition between the first track and the second track. The disc-shaped body also ensures that, in all rotational positions of the disc-shaped transport body, the transport body is in a receiving and releasing position.
Het is mogelijk, dat het draagvlak van het eerste transportlichaam in hoofdzaak op gelijke hoogte met het eerste loopvlak in de eerste baan geplaatst is. Zo kan de drager relatief eenvoudig verplaatst worden vanuit de eerste baan op het eerste transportlichaam. De drager kan op een zelfde hoogte worden overgezet. Verschillen in 10 hoogte hoeven dan ook niet overbrugd te worden. Dit vereenvoudigt de constructie en waarborgt een minimale krachtinspanning van een gebruiker bij het verplaatsen van een paneel en het overzetten van de draaginrichting vanaf een eerste baan naar een tweede baan. Daarbij worden abrupte overgangen tussen het loopvlak en het eerste transportlichaam vermeden. Hiermee worden relatief grote krachten op de drager 15 tijdens een verplaatsing voorkomen.It is possible that the bearing surface of the first conveyor body is placed substantially flush with the first tread in the first track. The carrier can thus be moved relatively easily from the first path on the first transport body. The carrier can be transferred at the same height. Differences in height do not have to be bridged. This simplifies the construction and guarantees a minimum effort of a user when moving a panel and transferring the support device from a first track to a second track. Abrupt transitions between the tread and the first conveyor body are thereby avoided. Relatively large forces on the carrier 15 are hereby prevented during a displacement.
Tevens is het mogelijk om het eerste transportlichaam zodanig te plaatsen dat het draagvlak van het eerste transportlichaam in hoofdzaak parallel aan het eerste loopvlak in de eerste baan geplaatst is. Dit zorgt ervoor dat de oriëntatie van de drager bij het verplaatsen daarvan in hoofdzaak hetzelfde blijft.It is also possible to place the first transport body in such a way that the bearing surface of the first transport body is placed substantially parallel to the first running surface in the first track. This ensures that the orientation of the carrier remains substantially the same during displacement thereof.
20 In een uitvoeringsvorm, omvat het tweede transportlichaam een schijfVormig lichaam. Het schijfVormige lichaam vormt een afgeronde overgang tussen de eerste baan en de tweede baan. Het schijfVormig lichaam zorgt er tevens voor dat in alle rotatiestanden van het schijfvormige transportlichaam, het transportlichaam zich in een opnemende en afgevende positie bevindt.In one embodiment, the second transport body comprises a disc-shaped body. The disc-shaped body forms a rounded transition between the first lane and the second lane. The disc-shaped body also ensures that in all rotational positions of the disc-shaped transport body, the transport body is in a receiving and releasing position.
25 In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm, omvatten zowel het eerste transportlichaam als het tweede transportlichaam een schijfVormig lichaam. Doordat de transportlichamen op afstand van elkaar geplaatst zijn, vormen de schijfvormige lichamen als het ware een trechter in de richting van de tweede baan. De schijfvormige lichamen geleiden hierdoor de drager vanuit de eerste baan op nauwkeurige wijze naar 30 de tweede baan. Beide transportlichamen ondersteunen ten minste tijdelijk de drager bij een dergelijke verplaatsing.In a particularly advantageous embodiment, both the first transport body and the second transport body comprise a disc-shaped body. Because the transport bodies are placed at a distance from each other, the disc-shaped bodies form, as it were, a funnel in the direction of the second track. The disc-shaped bodies hereby guide the carrier from the first track to the second track in an accurate manner. Both transport bodies at least temporarily support the carrier with such a displacement.
Het draagvlak van het tweede transportlichaam kan in hoofdzaak op gelijke hoogte met het eerste loopvlak in de eerste baan geplaatst zijn. Deze uitvoeringsvorm 5 zorgt ervoor dat abrupte overgangen in hoogte tussen het loopvlak en het tweede transportlichaam vermeden worden. Hiermee worden relatief grote krachten op de drager tijdens een verplaatsing voorkomen.The bearing surface of the second transport body can be placed substantially flush with the first tread in the first track. This embodiment 5 ensures that abrupt transitions in height between the tread and the second transport body are avoided. This prevents relatively large forces on the carrier during movement.
Het tweede transportlichaam kan zodanig geplaatst zijn dat het draagvlak van het 5 eerste transportlichaam in hoofdzaak parallel aan het eerste loopvlak in de eerste baan geplaatst is. Dit zorgt ervoor dat de oriëntatie van de drager bij het verplaatsen daarvan in hoofdzaak hetzelfde blijft.The second transport body can be positioned such that the bearing surface of the first transport body is placed substantially parallel to the first tread in the first track. This ensures that the orientation of the carrier remains substantially the same during displacement thereof.
Een deel van de drager kan tijdens het transport iets omlaag bewegen, waardoor de oriëntatie van de drager verandert. Om de drager weer op het loopvlak te brengen, 10 dient de drager iets omhoog gebracht te worden. Dit vereist een zekere mate van kracht en behendigheid van de gebruiker. Dit is met name het geval wanneer zeer grote of lange panelen gebruikt worden, bijvoorbeeld met een lengte van 5-13 meter. Het is niet mogelijk om de verplaatsing snel en onder geringe krachtuitoefening handmatig uit te voeren. In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een dergelijke verandering 15 in oriëntatie voorkomen, door zowel het eerste transportlichaam als het tweede transportlichaam zodanig te plaatsen dat het draagvlak van het eerste transportlichaam in hoofdzaak parallel aan het eerste loopvlak in de eerste baan geplaatst zijn. Het eerste transportlichaam en het tweede transportlichaam houden de drager hiermee in dezelfde oriëntatie. Hiermee wordt voorkomen dat door gebrek aan ondersteuning bij een 20 kruising of splitsing de drager iets uit het verticale vlak zal lopen.A part of the carrier can move down slightly during transport, whereby the orientation of the carrier changes. To bring the carrier back onto the running surface, the carrier must be raised slightly. This requires a certain amount of strength and agility from the user. This is particularly the case when very large or long panels are used, for example with a length of 5-13 meters. It is not possible to perform the displacement manually quickly and with little force. In a particularly advantageous embodiment, such a change in orientation is prevented by placing both the first transport body and the second transport body such that the bearing surface of the first transport body is placed substantially parallel to the first tread in the first track. The first transport body and the second transport body hereby keep the carrier in the same orientation. This prevents the carrier from running slightly out of the vertical plane due to a lack of support at a crossing or junction.
In een uitvoeringsvorm is het eerste transportlichaam nabij een uiteinde van het eerste loopvlak in de eerste baan geplaatst. Ten minste een gedeelte van de drager is eenvoudig verplaatsbaar vanaf het eerste loopvlak op het eerste transportlichaam. De afstand tussen het uiteinde van het eerste loopvlak en de rand van het eerste 25 transportlichaam is bij voorkeur zodanig dat een relatief gladde overgang tussen het eerste loopvlak en het transportlichaam mogelijk is. Met relatief gladde overgang wordt bedoeld dat de drager verplaatsbaar is zonder dat noemenswaardige schokken op de drager optreden.In one embodiment the first transport body is placed near an end of the first tread in the first track. At least a portion of the carrier is easily displaceable from the first tread on the first transport body. The distance between the end of the first tread and the edge of the first conveyor is preferably such that a relatively smooth transition between the first tread and the conveyor is possible. By relatively smooth transition is meant that the carrier can be moved without significant shocks occurring on the carrier.
Het eerste transportlichaam kan roteerbaar zijn opgehangen rond een eerste 30 zwenkas.The first transport body can be rotatably suspended around a first pivot axis.
In een uitvoering, zijn de loopvlakken bevestigd aan dwars op de loopvlakken gelegen zijwanden. De drager kan hierbij tussen de zijwanden verplaatsbaar opneembaar zijn.In one embodiment, the treads are attached to side walls transversely to the treads. The carrier can herein be movably accommodated between the side walls.
66
Het is mogelijk dat de eerste zwenkas nabij het kruispunt of splitsing langs een buitenzijde van de zijwanden is gemonteerd. De zijwanden zijn bij voorkeur nabij de eerste zwenkas voorzien van een sleuf waardoorheen het eerste transportlichaam tot tussen de zijwanden reikt. Deze plaatsing van de zwenkas en het eerste 5 transportlichaam zorgen voor een relatief compact railsysteem. Het monteren van de zwenkas aan de buitenzijde van de zijwanden en het voorzien van een sleuf in de zijwanden van de rails zorgt ervoor dat bestaande railssystemen kunnen worden aangepast en kunnen worden voorzien van een transportinrichting door retrofïtten. Aan de buitenzijde van de zijwanden is daarnaast genoeg plek voor het monteren van de 10 transportinrichting. Hierdoor kan de transportinrichting voldoende stevig worden uitgevoerd. Het op afstand van de loopvlakken plaatsen van de zwenkas, in combinatie met een tot tussen de loopvlakken reikende transportinrichting zorgt er tevens voor dat een nauwkeurige overbrenging van de drager van een eerste baan naar een tweede baan mogelijk is.It is possible that the first pivot axis is mounted near the intersection or junction along an outside of the side walls. The side walls are preferably provided with a slot near the first pivot axis through which the first transport body extends between the side walls. This placement of the pivot axis and the first transport body ensure a relatively compact rail system. The mounting of the pivot axis on the outside of the side walls and the provision of a slot in the side walls of the rails ensures that existing rail systems can be adapted and can be provided with a transport device by retrofits. In addition, there is enough space on the outside of the side walls for mounting the transport device. As a result, the transport device can be of sufficiently robust design. Positioning the pivot axis at a distance from the treads, in combination with a conveyor device extending up to between the treads also ensures that an accurate transfer of the carrier from a first track to a second track is possible.
15 Bij voorkeur is de eerste zwenkas van het eerste transportlichaam in hoofdzaak loodrecht op de loopvlakken geplaatst, zodanig dat de rotatie van het transportlichaam in hoofdzaak in een vlak evenwijdig aan de loopvlakken plaats vindt.The first pivot axis of the first transport body is preferably placed substantially perpendicular to the running surfaces, such that the rotation of the transport body takes place substantially in a plane parallel to the running surfaces.
Het tweede transportlichaam kan roteerbaar zijn opgehangen rond een tweede zwenkas.The second transport body can be rotatably suspended around a second pivot axis.
20 De tweede zwenkas kan nabij het kruispunt of splitsing langs een buitenzijde van de zijwanden gemonteerd zijn. De zijwanden kunnen nabij de tweede zwenkas zijn voorzien van een sleuf waardoorheen het tweede schijfvormig lichaam tot tussen de zijwanden reikt. Op deze wijze wordt een relatief compact systeem verkregen. Aan de buitenzijde is voldoende plek om het transportlichaam te monteren. Het 25 transportlichaam kan in bestaande railsystemen ingebouwd worden door retrofïtten.The second pivot axis can be mounted near the intersection or junction along an outside of the side walls. The side walls can be provided with a slot near the second pivot axis through which the second disc-shaped body extends between the side walls. A relatively compact system is obtained in this way. There is sufficient space on the outside to mount the transport body. The transport body can be built into existing rail systems by retrofits.
De tweede zwenkas van het tweede transportlichaam in hoofdzaak loodrecht op de loopvlakken geplaatst is.The second pivot axis of the second transport body is placed substantially perpendicular to the running surfaces.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm, zijn zowel de eerste zwenkas als de tweede zwenkas nabij het kruispunt of splitsing langs een buitenzijde van de zijwanden 30 gemonteerd. De eerste zwenkas en de tweede zwenkas zijn bij voorkeur langs een buitenzijde van tegenover elkaar gelegen zijwanden geplaatst. De zijwanden zijn bij voorkeur zijwanden van de tweede baan. Zowel het eerste als het tweede transportlichaam kunnen op deze wijze relatief eenvoudig in bestaande systemen 7 ingebouwd worden. Het eerste schijfvormige lichaam kan daarbij tot in de eerste en tweede baan rijken, door twee sleuven die in een zijwand van de eerste en tweede baan voorzien zijn. Het tweede schijfvormige lichaam kan daarbij tot in de tweede baan rijken, door een sleuf die in een zijwand van de tweede baan voorzien is. Aanvullend is 5 het mogelijk dat ook een derde baan voorzien is, welke derde baan in het verlengde van de eerste baan gelegen is, zodanig dat een T-splitsing gevormd is. Het tweede schijf vormige lichaam kan dan ook tot in de derde baan rijken, doordat een sleuf in een zijwand van de derde baan voorzien is.In a particularly advantageous embodiment, both the first pivot axis and the second pivot axis are mounted near the intersection or junction along an outside of the side walls 30. The first pivot axis and the second pivot axis are preferably placed along an outside of opposite side walls. The side walls are preferably side walls of the second web. Both the first and the second transport body can in this way be installed relatively easily in existing systems 7. The first disc-shaped body can herein extend into the first and second web, through two slots provided in a side wall of the first and second web. The second disc-shaped body can then extend into the second web through a slot provided in a side wall of the second web. In addition, it is also possible that a third track is also provided, which third track is in line with the first track, such that a T-junction is formed. The second disc-shaped body can therefore extend into the third track, because a slot is provided in a side wall of the third track.
Bij voorkeur kruisen de eerste baan en de tweede baan elkaar op gelijke hoogte.Preferably the first track and the second track intersect at the same height.
10 Zoals reeds eerder beschreven, kan de drager op een zelfde hoogte worden overgezet, hetgeen de constructie vereenvoudigt en een minimale krachtinspanning van een gebruiker waarborgt.As already described earlier, the carrier can be transferred at the same height, which simplifies the construction and guarantees a minimum effort of a user.
Het is bijzonder voordelige wanneer het eerste en het tweede transportlichaam onafhankelijk van elkaar roteerbaar zijn. Op deze wijze wordt voorkomen dat de twee 15 transportlichamen te veel weerstand tegen verplaatsing van de drager opwekken, wanneer de drager ondersteund wordt door de beide transportlichamen. Doordat de transportlichamen onafhankelijk van elkaar roteerbaar zijn, kan de drager eenvoudig in een gewenste richting verplaatst worden.It is particularly advantageous if the first and the second transport body are rotatable independently of each other. In this way it is prevented that the two transport bodies generate too much resistance to displacement of the carrier when the carrier is supported by the two transport bodies. Because the transport bodies are rotatable independently of each other, the carrier can easily be moved in a desired direction.
In een uitvoeringsvorm, is de zijdelingse afstand tussen het eerste 20 transportlichaam en het tweede transportlichaam in hoofdzaak gelijk aan de zijdelingse afstand tussen de loopvlakken. Op deze wijze wordt een ruime opening voorzien, waardoorheen de drager beweegbaar is. De transportlichamen bieden zo relatief weinig weerstand tegen verplaatsing van de drager.In one embodiment, the lateral distance between the first transport body and the second transport body is substantially equal to the lateral distance between the treads. A wide opening is provided in this way, through which the carrier is movable. The transport bodies thus offer relatively little resistance to displacement of the carrier.
Volgens een aspect van de uitvinding wordt voorzien in een inrichting volgens 25 conclusie 20. De inrichting omvat een uitvoeringsvorm van het railsysteem zoals hierboven omschreven. De inrichting omvat aanvullend een ten minste een over de loopvlakken verplaatsbare drager. De drager is voorzien van een zich dwars op de loopvlakken uitstrekkende draagas voor bevestiging van een last. De draagas strekt zich tussen de loopvlakken uit.According to an aspect of the invention, a device is provided according to claim 20. The device comprises an embodiment of the rail system as described above. The device additionally comprises at least one carrier displaceable over the running surfaces. The carrier is provided with a bearing shaft extending transversely to the running surfaces for attaching a load. The bearing axle extends between the treads.
30 De last die met de inrichting volgens de uitvinding kan worden verplaatst kan iedere last omvatten, zoals een voorwerp dat door de ruimte wordt verplaatst, zoals bij assemblage of fabricage van een product, een voedingsmiddel, of ander voorwerp. Bij voorkeur echter wordt de last gevormd door een wandpaneel met een relatief grote 8 afmeting, zoals een hoogte van tussen 5 m en hoger, bijvoorbeeld 13-20 m. Deze panelen kunnen door de gebruiker handmatig langs de banen naar een gewenste positie worden geleid, zoals een functionele positie die een mimte in delen scheidt en een parkeerpositie waarbij de panelen vlak tegen elkaar zijn gelegen. Door toepassing van 5 het railsysteem en de inrichting volgens de uitvinding wordt de drager van de panelen nabij een aftakking of kruispunt zodanig ondersteund dat de panelen gemakkelijk en snel langs de aftakking of kruising kunnen worden gemanipuleerd onder slechts geringe krachtuitoefening zodat de panelen ook door minder krachtige medewerkers gemakkelijk in positie kunnen worden gebracht. De rails en dan met name de 10 loopvlakken kunnen licht worden uitgevoerd zodat een wandsysteem wordt verkregen dat gemakkelijk kan worden vervoerd en geassembleerd en dat relatief goedkoop is.The load that can be moved with the device according to the invention can comprise any load, such as an object that is moved through the space, such as during assembly or manufacture of a product, a foodstuff, or other object. Preferably, however, the load is formed by a wall panel with a relatively large dimension, such as a height of between 5 m and higher, for example 13-20 m. These panels can be guided manually by the user along the tracks to a desired position, such as a functional position that separates a space into parts and a parking position where the panels are flush against each other. By using the rail system and the device according to the invention, the carrier of the panels near a branch or intersection is supported such that the panels can be easily and quickly manipulated along the branch or intersection with only a small force exertion, so that the panels also by less powerful employees can easily be brought into position. The rails, and in particular the treads, can be of a light construction so that a wall system is obtained that can be transported and assembled easily and that is relatively inexpensive.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting, is de afstand tussen het eerste transportlichaam en het tweede transportlichaam zodanig groot dat ten minste de draagas van de drager tussen het eerste transportlichaam en het tweede 15 transportlichaam beweegbaar is. Bij het bewegen van de drager van de eerste baan naar de tweede baan, kan de draagas vrijelijk tussen de twee transportlichamen door bewegen. De transportinrichting vormt aldus geen belemmering voor beweging van de draagas. De drager is hierdoor ook vrijelijk beweegbaar van de eerste baan naar de tweede baan. Een goede ondersteuning van de drager tijdens transport komt tot stand 20 doordat de twee transportlichamen ten minste tijdelijk samen de drager ondersteunen. De transportlichamen kunnen daarbij de drager aan weerszijden van de draagas ondersteunen, waardoor de oriëntatie van de draagas, bij voorkeur een horizontale oriëntatie van de draagas, niet of nauwelijks verandert tijdens het transport.In an embodiment of the device, the distance between the first transport body and the second transport body is such that at least the carrier axis of the carrier is movable between the first transport body and the second transport body. When the carrier moves from the first track to the second track, the bearing axis can move freely between the two transport bodies. The transport device thus does not form an obstacle to movement of the bearing axle. The carrier is therefore also freely movable from the first track to the second track. A good support of the carrier during transport is achieved in that the two transport bodies together support the carrier at least temporarily. The transport bodies can thereby support the carrier on either side of the carrier axle, as a result of which the orientation of the carrier axle, preferably a horizontal orientation of the carrier axle, hardly changes during the transport.
Het is mogelijk dat ten minste een loopvlak van iedere baan is uitgevoerd als een 25 eerste loopvlak, waarbij de drager voorzien is van ten minste een dragerwiel dat verplaatsbaar is over het eerste loopvlak. De drager is zodanig verplaatsbaar met behulp van een dragerwiel. Een dragerwiel zorgt voor relatief weinig weerstand.It is possible that at least one tread of each track is designed as a first tread, wherein the carrier is provided with at least one carrier wheel that is displaceable over the first tread. The carrier can be moved in such a way with the aid of a carrier wheel. A carrier wheel provides relatively little resistance.
Het eerste transportlichaam is bij voorkeur zodanig geplaatst dat het dragerwiel vanaf het eerste loopvlak in de eerste baan via het eerste transportlichaam naar het 30 eerste loopvlak in de tweede baan beweegbaar is. Het dragerwiel kan hierbij gedurende het hele traject rollen over de loopvlakken en het transportlichaam. Het is echter tevens mogelijk dat het dragerwiel slechts gedeeltelijk rolt, en dat rotatie van het transportlichaam voor transport van het dragerwiel zorgt.The first transport body is preferably positioned such that the carrier wheel is movable from the first tread in the first track via the first transport body to the first tread in the second track. The carrier wheel can herein roll over the treads and the transport body during the entire route. However, it is also possible that the carrier wheel only partially rolls, and that rotation of the transport body ensures transport of the carrier wheel.
99
Bij voorkeur is het dragerwiel roteerbaar om een dwars op de loopvlakken gelegen wielas. Hierbij kan de lastdragende as zich uitstrekken in het verlengde van de wielas van het dragerwiel. Het dragerwiel kan met rechte of afgeschuinde zijvlakken afrollen over de loopvlakken. Hiermee kan de drager relatief eenvoudig, en met weinig 5 kracht over de loopvlakken worden verplaatst.The carrier wheel is preferably rotatable about a wheel axle situated transversely to the running surfaces. The load-bearing axle can herein extend in line with the wheel axle of the carrier wheel. The carrier wheel can roll over the running surfaces with straight or beveled side surfaces. The carrier can hereby be moved over the running surfaces relatively easily and with little force.
De drager volgens de uitvinding kan een glijblok omvatten maar is bij voorkeur uitgevoerd als een of meer wielen die roteerbaar om een wielas zijn opgesteld. De as van de wielen kan zich parallel aan de loopvlakken uitstrekken, maar is bij voorkeur dwars op de loopvlakken gelegen zoals beschreven in EP 2 096 246. Hierbij strekt de 10 lastdragende as zich uit in het verlengde van de wielas van het ten minste ene loopwiel, dat met afgeschuinde zijvlakken afrolt over de loopvlakken.The carrier according to the invention can comprise a sliding block, but is preferably embodied as one or more wheels which are rotatably arranged around a wheel axle. The axle of the wheels can extend parallel to the running surfaces, but is preferably situated transversely to the running surfaces as described in EP 2 096 246. Here, the load-bearing axle extends in line with the wheel axle of the at least one running wheel , which rolls over the treads with beveled side surfaces.
In een uitvoeringsvorm, is ten minste een loopvlak van iedere baan uitgevoerd als een op een dwarsafstand van het eerste loopvlak gelegen tweede loopvlak, waarbij de drager voorzien is van een op dwarsafstand van het dragerwiel gelegen tweede 15 dragerwiel, welke roteerbaar is om de wielas, waarbij de dragerwielen aangrijpen op de respectieve, op onderlinge dwarsafstand gelegen loopvlakken.In one embodiment, at least one tread of each track is designed as a second tread located at a transverse distance from the first tread, wherein the carrier is provided with a second carrier wheel which is transversely spaced from the carrier wheel and which is rotatable about the wheel axis, the carrier wheels engaging the respective treads located at a mutual transverse distance.
Enkele uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, welke tonen: 20 Fig. 1 een zijaanzicht van een inrichting voor verplaatsbaar opgehangen panelen volgens de stand van de techniek;Some embodiments of the invention will be further elucidated below with reference to the following figures, which show: 1 is a side view of a device for movably suspended panels according to the prior art;
Fig. 2 een aanzicht in doorsnede van een drager voor een inrichting voor verplaatsbaar opgehangen panelen volgens de stand van de techniek langs de lijn II-II;FIG. 2 is a sectional view of a carrier for a device for movably suspended panels according to the state of the art along the line II-II;
Fig. 3 toont een aanzicht in perspectief van een railsysteem volgens de onderhavige 25 uitvinding.FIG. 3 shows a perspective view of a rail system according to the present invention.
Fig. 4 toont een aanzicht in doorsnede van een railssyteem volgens de onderhavige uitvinding.FIG. 4 shows a sectional view of a rail system according to the present invention.
Fig. 1 toont een bekende inrichting 100 voor verplaatsbaar opgehangen panelen 30 10 volgens de stand van de techniek. De inrichting 100 is voorzien van een railsysteem 2, omvattende een baan voorzien van hoofdzakelijk parallelle loopvlakken 5, 8. De inrichting 100 is voorzien van verplaatsbaar over de loopvlakken 5, 8 opgehangen dragers 6. De drager 6 is voorzien van een zich dwars op de loopvlakken 5,8 10 uitstrekkende draagas 7 voor bevestiging van een last 10, zoals bijvoorbeeld een wandpaneel. De draagas 7 strekt zich tussen de loopvlakken 5, 8 uit, zoals getoond in Fig. 2.FIG. 1 shows a known device 100 for movably suspended panels 30 according to the prior art. The device 100 is provided with a rail system 2, comprising a track provided with substantially parallel treads 5, 8. The device 100 is provided with carriers 6 displaceable over the treads 5, 8. The carrier 6 is provided with a transverse to the bearing surfaces 7, 10 extending tread for mounting a load 10, such as for example a wall panel. The bearing axle 7 extends between the treads 5, 8, as shown in FIG. 2.
Fig. 2 toont een detail van een dwarsdoorsnede van een drager 6 in een 5 railsysteem 2 van een inrichting 100 voor verplaatsbaar opgehangen panelen 10 volgens de stand van de techniek. De drager 6 omvat een draagas 7, welke tussen de loopvlakken 5, 8 reikt. De drager is voorzien van twee op onderlinge dwarsafstand gelegen wielen 13,14, die roteerbaar zijn om een dwars op de loopvlaken 5,8 gelegen wielas 17. De wielen kunnen afgeschuind zijn. De wielen grijpen aan op respectieve, 10 op onderlinge dwarsafstand gelegen loopvlakken 5,8. De inrichting 100 voor verplaatsbaar opgehangen panelen kan voorzien zijn van intersecties, waar verschillende draagrailssegmenten bij elkaar komen. Hiermee is het mogelijk om panelen in een gewenste richting te verplaatsen.FIG. 2 shows a detail of a cross-section of a carrier 6 in a rail system 2 of a device 100 for movably suspended panels 10 according to the prior art. The carrier 6 comprises a carrier shaft 7, which extends between the treads 5, 8. The carrier is provided with two wheels 13, 14 spaced apart from each other, which wheels are rotatable about a wheel axle 17 located transversely to the running surfaces 5.8. The wheels can be chamfered. The wheels engage on respective treads 5, 8 spaced apart from each other. The device 100 for movably suspended panels can be provided with intersections, where different carrier rail segments come together. This makes it possible to move panels in a desired direction.
Fig. 3 toont een railsysteem 1 volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige 15 uitvinding. Het railsysteem omvat een eerste baan 3 en een tweede baan 4. De eerste baan 3 omvat een eerste paar op onderling zijdelingse afstand geplaatste, hoofdzakelijk parallelle loopvlakken 5,8. De tweede baan omvat een tweede paar op onderlinge zijdelingse afstand geplaatste, hoofdzakelijk parallelle loopvlakken. De eerste baan 3 en de tweede baan 4 zijn onder een hoek ten opzichte van elkaar geplaatst. In het 20 verlengde van de eerste baan is een derde baan 34 geplaatst. De derde baan omvat een derde paar op onderlinge zijdelingse afstand geplaatste, hoofdzakelijk parallelle loopvlakken 5,8. Een loopvlak 8 van iedere baan is in de getoonde uitvoeringsvorm uitgevoerd als een op een dwarsafstand van het eerste loopvlak 8 gelegen tweede loopvlak 5. De drie banen vormen een T-splitsing. In de kruising, of splitsing, is 25 tenminste één van de loopvlakken van de rails onderbroken.FIG. 3 shows a rail system 1 according to an embodiment of the present invention. The rail system comprises a first track 3 and a second track 4. The first track 3 comprises a first pair of mutually laterally spaced, substantially parallel running surfaces 5,8. The second track comprises a second pair of mutually laterally spaced, substantially parallel treads. The first web 3 and the second web 4 are placed at an angle to each other. A third track 34 is placed in line with the first track. The third track comprises a third pair of mutually laterally spaced, substantially parallel treads 5.8. In the embodiment shown, a tread 8 of each track is designed as a second tread 5 located transversely of the first tread 8. The three tracks form a T-junction. At the intersection, or junction, at least one of the running surfaces of the rails is interrupted.
In het railsysteem 1 is een drager 6, zoals hierboven beschreven aan de hand van Fig. 2 opneembaar. De drager 6 is voorzien van een eerste dragerwiel 14, en een op dwarsafstand van het eerste dragerwiel 14 gelegen tweede dragerwiel 13. Beide dragerwielen zijn roteerbaar om een wielas 7. De dragerwielen grijpen aan op de 30 respectieve, op onderlinge dwarsafstand gelegen loopvlakken. Het eerste dragerwiel 14 is verplaatsbaar over het eerste loopvlak 8, en het tweede dragerwiel 13 is verplaatsbaar over het tweede loopvlak 5.In the rail system 1, a carrier 6, as described above with reference to Figs. 2 recordable. The carrier 6 is provided with a first carrier wheel 14, and a second carrier wheel 13, which is located transversely of the first carrier wheel 14. Both carrier wheels are rotatable about a wheel axle 7. The carrier wheels engage on the respective treads located at mutual transverse distance. The first carrier wheel 14 is displaceable over the first tread 8, and the second carrier wheel 13 is displaceable over the second tread 5.
1111
De T-splitsing is voorzien van een transportinrichting 12 voor het transporteren van de drager vanuit de eerste baan 3 naar de tweede baan 4. De transportinrichting 12 is voorzien van een eerste transportlichaam 15 dat roteerbaar is opgehangen en dat een draagvlak omvat voor het ondersteunen van een gedeelte van de drager tijdens het 5 bewegen van de eerste baan naar de tweede baan. In het getoonde voorbeeld, is het eerste transportlichaam 15 een schijfvormig lichaam 15, dat roteerbaar is opgehangen rondom een zwenkas 18. De zwenkas 18 is aan een buitenzijde van de zijwanden 20 van de eerste baan 3 geplaatst. Het schijfvormig lichaam reikt tot tussen de zijwanden 20 van de eerste baan. Hiertoe is een sleuf voorzien in de zijwanden. Het schijfvormig 10 lichaam is nabij het uiteinde van het eerste loopvlak 8 geplaatst, zodanig dat een relatief gladde overgang gevormd is tussen het eerste loopvlak 8 en het draagvlak. Het transportlichaam is in hoofdzaak parallel aan de loopvlakken 5, 8, geplaatst. Op een zijdelingse afstand van het eerste transportlichaam 15 is een tweede transportlichaam 16 roteerbaar opgehangen (hier getoond in een gedeeltelijke uittrektekening). Het 15 tweede transportlichaam is in de getoonde uitvoeringsvorm gelijksoortig aan het eerste transportlichaam uitgevoerd. Het moge echter duidelijk zijn voor de vakman dat een identieke uitvoering niet noodzakelijk is, en dat andere uitvoeringsvormen denkbaar zijn. Het tweede transportlichaam 16 is voorzien van een draagvlak voor het ten minste tijdelijk ondersteunen van ten minste een gedeelte van de drager tijdens het bewegen 20 van de drager van de eerste baan 3 naar de tweede baan 4. De zijdelingse afstand is bij voorkeur ongeveer gelijk aan, of gelijk aan, de zijdelingse afstand tussen het eerste en het tweede loopvlak 5, 8. Dit zorgt ervoor dat de drager vrijelijk beweegbaar is tussen het eerste en het tweede transportlichaam. Een dergelijke plaatsing zorgt er tevens voor dat de transportinrichting ten minste tijdelijk de drager gelijktijdig met zowel het eerste 25 transportlichaam 15 als het tweede transportlichaam 16 ondersteund tijdens het bewegen van de drager van de eerste baan 3 naar de tweede baan 4, zoals hieronder nader toegelicht zal worden.The T-junction is provided with a transport device 12 for transporting the carrier from the first lane 3 to the second lane 4. The transport device 12 is provided with a first transport body 15 which is rotatably suspended and which comprises a support surface for supporting a portion of the carrier during the movement of the first web to the second web. In the example shown, the first transport body 15 is a disc-shaped body 15, which is rotatably suspended around a pivot axis 18. The pivot axis 18 is placed on an outside of the side walls 20 of the first track 3. The disc-shaped body extends between the side walls 20 of the first track. A slot is provided in the side walls for this purpose. The disc-shaped body is placed near the end of the first tread 8, such that a relatively smooth transition is formed between the first tread 8 and the bearing surface. The transport body is placed substantially parallel to the treads 5, 8. At a lateral distance from the first conveyor body 15, a second conveyor body 16 is rotatably suspended (shown here in a partial pull-out drawing). In the embodiment shown, the second transport body is designed similarly to the first transport body. However, it will be clear to those skilled in the art that an identical embodiment is not necessary, and that other embodiments are conceivable. The second transport body 16 is provided with a bearing surface for at least temporarily supporting at least a portion of the carrier during the movement of the carrier from the first track 3 to the second track 4. The lateral distance is preferably approximately equal to or equal to the lateral distance between the first and the second tread 5, 8. This ensures that the carrier is freely movable between the first and the second transport body. Such a placement also ensures that the transport device at least temporarily supports the carrier simultaneously with both the first transport body 15 and the second transport body 16 during the movement of the carrier from the first track 3 to the second track 4, as further explained below. will be.
In het in Fig. 3 getoonde voorbeeld, is het tweede transportlichaam 16 een schijfvormig lichaam 16, dat roteerbaar is opgehangen rondom een zwenkas 19. De 30 zwenkas is door middel van twee lagers 22, 27 gelagerd opgehangen in een huis. Het huis omvat een bovenste bevestigingsdeel 23 en een onderste bevestigingsdeel 26, welke met elkaar verbindbaar zijn door middel van een verbindingsdeel 25 en 12 bevestigingsmiddelen 24. Het bovenste bevestigingsdeel kan met zijwanden bevestigd worden aan zijwanden van de respectieve banen 3,34.In the embodiment shown in FIG. 3, the second transport body 16 is a disc-shaped body 16, which is rotatably suspended around a pivot axis 19. The pivot axis is suspended in a housing by means of two bearings 22, 27. The housing comprises an upper fixing part 23 and a lower fixing part 26, which can be connected to each other by means of a connecting part 25 and 12 fixing means 24. The upper fixing part can be fixed with side walls to side walls of the respective tracks 3.34.
De werking van het transportmechanisme zal nader toegelicht worden aan de hand van Fig. 3. Daarbij wordt er van uitgegaan dat een drager in de eerste baan 3 is 5 opgenomen. Het eerste dragerwiel 14 rust daarbij op het eerste loopvlak 8, en het tweede dragerwiel 13 rust daarbij op het tweede loopvlak 5. Bij het bewegen van de drager in de richting van het transportmechanisme 12, zal het eerste dragerwiel 14 vanaf het eerste loopvlak op het eerste transportlichaam 15 bewegen. Het eerste transportlichaam 15 ondersteunt het eerste dragerwiel 14. Het tweede dragerwiel 13 10 blijft contact houden met het tweede loopvlak 5. Het eerste dragerwiel kan vervolgens verder rollen over het transportlichaam 15. Het is echter ook mogelijk dat het tweede dragerwiel 14 verder bewogen wordt, doordat het eerste transportlichaam 15 roteert. Een combinatie, waarbij zowel het transportlichaam 15 roteert, als het wiel rolt over het transportlichaam, is ook denkbaar.The operation of the transport mechanism will be further explained with reference to Figs. 3. It is assumed that a carrier is included in the first lane 3. The first carrier wheel 14 then rests on the first tread 8, and the second carrier wheel 13 rests on the second tread 5. When the carrier moves in the direction of the transport mechanism 12, the first carrier wheel 14 will rest on the first tread. first transport body 15. The first transport body 15 supports the first carrier wheel 14. The second carrier wheel 13 remains in contact with the second tread 5. The first carrier wheel can then continue to roll over the transport body 15. However, it is also possible that the second carrier wheel 14 is moved further, in that the first transport body 15 rotates. A combination in which both the transport body 15 rotates and the wheel rolls over the transport body is also conceivable.
15 Bij het bewegen van de eerste baan 3 naar de tweede baan 4, zal de gebruiker de drager in de richting van de tweede baan 4 duwen. Op een gegeven moment zal het eerste dragerwiel 14 ook in contact komen met het tweede transportlichaam 16. Op dat moment zullen zowel het eerste transportlichaam 15 als het tweede transportlichaam 16 het eerste dragerwiel 14 ondersteunen. Het dragerwiel 14 is aldus aan beide zijden van 20 de draagas 7 ondersteund, waardoor voorkomen wordt dat de drager scheef zal gaan hangen.When moving from the first web 3 to the second web 4, the user will push the carrier in the direction of the second web 4. At a given moment the first carrier wheel 14 will also come into contact with the second transport body 16. At that moment both the first transport body 15 and the second transport body 16 will support the first carrier wheel 14. The carrier wheel 14 is thus supported on both sides of the carrier shaft 7, as a result of which the carrier will not be skewed.
Het eerste en het tweede transportlichaam 15,16 zijn in een uitvoeringsvorm beide roteerbaar opgehangen. De transportlichamen zijn zodanig opgehangen, dat ten minste een relatieve rotatie van de lichamen ten opzichte van elkaar mogelijk is. Een 25 verplaatsing van het dragerwiel 14 in de richting van de tweede baan 4 zorgt voor een relatieve rotatie van de transportlichamen. De relatieve rotatie zorgt er voor dat wrijving tussen het dragerwiel 14 en de twee transportlichamen 15, 16 vermindert wordt, waardoor het mogelijk is om de drager in de richting van de tweede baan 4 te verplaatsen. Aldus kan de drager met weinig kracht verplaatst worden van de eerste 30 baan naar de tweede baan. Het transportmechanisme zorgt voor een ondersteuning van de drager tijdens transport. Aanvullend zorgt het transportmechanisme ervoor dat in elke stand van het transportmechanisme, de drager verplaatsbaar is, zonder dat daarbij een bepaalde opnamestand en/of afgiftestand nodig is.In one embodiment, the first and the second transport body 15, 16 are both rotatably suspended. The transport bodies are suspended such that at least a relative rotation of the bodies with respect to each other is possible. A displacement of the carrier wheel 14 in the direction of the second track 4 ensures a relative rotation of the transport bodies. The relative rotation ensures that friction between the carrier wheel 14 and the two transport bodies 15, 16 is reduced, whereby it is possible to move the carrier in the direction of the second track 4. The carrier can thus be moved from the first track to the second track with little force. The transport mechanism provides support for the carrier during transport. In addition, the transport mechanism ensures that the carrier can be moved in any position of the transport mechanism, without a specific recording position and / or release position being required.
1313
Opgemerkt wordt dat tijdens het transport het tweede dragerwiel 13 zal loskomen van het tweede loopvlak in de eerste baan. Het is dan mogelijk dat de drager volledig ondersteund wordt door het eerste transportlichaam 15 en het tweede transportlichaam 16. Tijdens of voor het afgeven van de drager in de tweede baan 4, zal het tweede 5 dragerwiel 13 weer contact maken met het tweede loopvlak 5 in de tweede baan 4. Uiteindelijk zal de drager volledig ondersteund worden door het eerste loopvlak 8 en tweede loopvlak 5.It is noted that during transport the second carrier wheel 13 will come loose from the second tread in the first track. It is then possible for the carrier to be fully supported by the first transport body 15 and the second transport body 16. During or before dispensing the carrier into the second track 4, the second carrier wheel 13 will again make contact with the second tread 5 in the second track 4. Ultimately, the carrier will be fully supported by the first tread 8 and second tread 5.
Bij het verplaatsen van de drager van de eerste baan 3 naar de derde baan 34, zal het eerste dragerwiel 14 eerst ondersteund worden door het eerste transportlichaam, 10 vervolgens gezamenlijk door het eerste transportlichaam en het tweede transportlichaam, en uiteindelijk door enkel het tweede transportlichaam. Uiteindelijk zal de drager ook hier weer volledig ondersteund worden door het eerste loopvlak 8 en tweede loopvlak 5 van de derde baan 34.When moving the carrier from the first path 3 to the third path 34, the first carrier wheel 14 will first be supported by the first transport body, then jointly by the first transport body and the second transport body, and finally by only the second transport body. Ultimately the carrier will again be fully supported here by the first tread 8 and second tread 5 of the third track 34.
Fig. 4 toont een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van het railsysteem 101, 15 volgens de onderhavige uitvinding. Het railsysteem omvat een eerste baan 103, met loopvlakken 105, 108 die op zijdelingse afstand d van elkaar geplaatst zijn. De loopvlakken hebben een loopbreedte RL. Het railsysteem omvat tevens een tweede baan 104, welke in hoofdzaak loodrecht op de eerste baan 103 geplaatst is. Het railsysteem omvat verder een derde baan 134, welke in het verlengde van de eerste 20 baan 103 geplaatst is. De drie banen 103, 104, 134 vormen een T-splitsing. In de kruising, of splitsing, is tenminste één van de loopvlakken van de rails onderbroken. In de getoonde uitvoeringsvorm, is het eerste loopvlak 108 in de eerste baan 103 onderbroken ten opzichte van het eerste loopvlak 108 in de tweede baan 104. Ook het tweede loopvlak 105 in de eerste baan 103 is onderbroken ten opzichte van het tweede 25 loopvlak 105 in de tweede baan 104.FIG. 4 shows a top view of an embodiment of the rail system 101, 15 according to the present invention. The rail system comprises a first track 103, with treads 105, 108 which are placed at lateral distance d from each other. The treads have a tread width RL. The rail system also comprises a second track 104, which is placed substantially perpendicular to the first track 103. The rail system further comprises a third track 134, which is placed in line with the first track 103. The three lanes 103, 104, 134 form a T-junction. At the intersection, or junction, at least one of the running surfaces of the rails is interrupted. In the embodiment shown, the first tread 108 in the first track 103 is interrupted with respect to the first tread 108 in the second track 104. The second tread 105 in the first track 103 is also interrupted with respect to the second tread 105 in the second lane 104.
De T-splitsing is voorzien van een transportinrichting 112, omvattende een eerste transportlichaam 115 met straal rl, welk transportlichaam 115 zwenkbaar rondom een eerste zwenkas 118 geplaatst is. De transportinrichting 112 omvat tevens een tweede transportlichaam 116 met straal r2, welk transportlichaam 116 zwenkbaar rondom een 30 tweede zwenkas 119 geplaatst is. De stralen rl, r2 van de transportlichamen zijn bij voorkeur gelijk aan elkaar.The T-junction is provided with a transport device 112, comprising a first transport body 115 with radius r1, which transport body 115 is pivotally arranged around a first pivot axis 118. The transport device 112 also comprises a second transport body 116 with radius r2, which transport body 116 is pivotally placed around a second pivot axis 119. The rays r1, r2 of the transport bodies are preferably equal to each other.
Het tweede transportlichaam is op afstand van het eerste transportlichaam geplaatst. De afstand D tussen de zwenkassen van de transportlichamen is zodanig 14 gekozen, dat tussen de contouren van de transportlichamen een opening gevormd is. De opening heeft een afmeting dT. De opening dT is bij voorkeur nagenoeg gelijk aan de zijdelingse afstand d tussen de loopvlakken 5, 8. De straal van het transportlichaam is bij voorkeur gelijk aan ongeveer twee maal de afstand d tussen de loopvlakken 5, 8. De 5 afstand D tussen de zwenkassen is ongeveer gelijk aan 2 tot 3 maal de gemiddelde straal van de transportlichamen. Bij voorkeur is de afstand D gelijk aan 2.5 maal de gemiddelde straal van de transportlichamen.The second transport body is placed at a distance from the first transport body. The distance D between the pivot axes of the transport bodies is selected such that an opening is formed between the contours of the transport bodies. The opening has a size dT. The aperture dT is preferably substantially equal to the lateral distance d between the treads 5, 8. The radius of the transport body is preferably equal to about twice the distance d between the treads 5, 8. The distance D between the pivot axes is approximately equal to 2 to 3 times the average radius of the transport bodies. The distance D is preferably 2.5 times the average radius of the transport bodies.
Het moge duidelijk zijn voor de vakman dat de uitvinding zich niet beperkt tot hetgeen hier beschreven is, en dat meerdere equivalente uitvoeringsvormen van de 10 uitvinding mogelijk zijn.It will be apparent to those skilled in the art that the invention is not limited to what is described herein, and that several equivalent embodiments of the invention are possible.
Claims (25)
Priority Applications (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL2004223A NL2004223C2 (en) | 2010-02-11 | 2010-02-11 | RAIL SYSTEM, AND AN APPARATUS CONTAINING SUCH A RAIL SYSTEM AND A PORTABLE CARRIER. |
| EP11153881A EP2360335B1 (en) | 2010-02-11 | 2011-02-09 | Rail system and device comprising such a rail system and a displaceable carrier |
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL2004223 | 2010-02-11 | ||
| NL2004223A NL2004223C2 (en) | 2010-02-11 | 2010-02-11 | RAIL SYSTEM, AND AN APPARATUS CONTAINING SUCH A RAIL SYSTEM AND A PORTABLE CARRIER. |
Publications (1)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL2004223C2 true NL2004223C2 (en) | 2011-08-15 |
Family
ID=42734751
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL2004223A NL2004223C2 (en) | 2010-02-11 | 2010-02-11 | RAIL SYSTEM, AND AN APPARATUS CONTAINING SUCH A RAIL SYSTEM AND A PORTABLE CARRIER. |
Country Status (2)
| Country | Link |
|---|---|
| EP (1) | EP2360335B1 (en) |
| NL (1) | NL2004223C2 (en) |
Families Citing this family (1)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| US10077588B1 (en) | 2017-06-16 | 2018-09-18 | Gregory A Header | Path guide for movable partition assemblies |
Citations (1)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| US4829631A (en) * | 1988-02-10 | 1989-05-16 | Comany Co., Ltd. | Suspended travel device for panels |
Family Cites Families (1)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| NL2001337C2 (en) | 2008-02-29 | 2009-09-01 | Espero Bv | Device provided with a conductor, rail system and transport device for use in such a device. |
-
2010
- 2010-02-11 NL NL2004223A patent/NL2004223C2/en not_active IP Right Cessation
-
2011
- 2011-02-09 EP EP11153881A patent/EP2360335B1/en not_active Not-in-force
Patent Citations (1)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| US4829631A (en) * | 1988-02-10 | 1989-05-16 | Comany Co., Ltd. | Suspended travel device for panels |
Also Published As
| Publication number | Publication date |
|---|---|
| EP2360335A1 (en) | 2011-08-24 |
| EP2360335B1 (en) | 2012-09-12 |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| NL2001337C2 (en) | Device provided with a conductor, rail system and transport device for use in such a device. | |
| US9409727B2 (en) | Conveyor merge assembly | |
| AU2014244977B2 (en) | Article transport facility | |
| US20120031741A1 (en) | Food and drink conveying device | |
| NL2004223C2 (en) | RAIL SYSTEM, AND AN APPARATUS CONTAINING SUCH A RAIL SYSTEM AND A PORTABLE CARRIER. | |
| NL1022682C2 (en) | Device and method for sorting products. | |
| CN107100929B (en) | Bearing assembly, beam arrangement for changing the direction of a carrier with a bearing assembly, and a derailment system with a bearing assembly and a beam arrangement | |
| CN110588671A (en) | Trolley for supporting a transport unit suspended on a guide of a transport system and transport system comprising such a trolley | |
| FR2482030A1 (en) | TRANSPORTER ON RAILS FOR PEOPLE AND GOODS | |
| CN104003125A (en) | Bogie for transparting | |
| JP4240758B2 (en) | Transport equipment | |
| EP2025628A2 (en) | Sorting device | |
| NL1022960C2 (en) | Attraction. | |
| JPS59210104A (en) | Gravity type conveyor apparatus for pallet | |
| EP1110837A1 (en) | Track points for ground effect vehicles | |
| NL1035873C (en) | TRANSPORT SYSTEM WITH A TRACK HANGED AT A DISTANCE ABOVE A GROUND AND A NUMBER OF TRANSPORT UNIT MOVABLE. | |
| BE1015744A3 (en) | System of transport vehicles. | |
| KR20200129145A (en) | Transport system | |
| NL1018061C2 (en) | Scaffolding for storing product carriers and method for manufacturing and using them. | |
| US7500551B1 (en) | Conveyor system | |
| JP4240708B2 (en) | Transport equipment | |
| KR101398419B1 (en) | Vehicle vertical transfer device | |
| NL1032062C2 (en) | System is for support and guide of suspension components, like wall panels or similar, and comprises horizontal carrying rail on which a trolley can be mounted, with at least one first and one second wheels rotatable around a vertical shaft | |
| NL1023107C2 (en) | Continuous vertical conveyor with curved guide tracks. | |
| RU2090415C1 (en) | Device for re-placing wheelsets on parallel tracks |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20140901 |