NL2004073C2 - Werkwijze voor het plaatsen van een schroefboorpaal. - Google Patents

Werkwijze voor het plaatsen van een schroefboorpaal. Download PDF

Info

Publication number
NL2004073C2
NL2004073C2 NL2004073A NL2004073A NL2004073C2 NL 2004073 C2 NL2004073 C2 NL 2004073C2 NL 2004073 A NL2004073 A NL 2004073A NL 2004073 A NL2004073 A NL 2004073A NL 2004073 C2 NL2004073 C2 NL 2004073C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
screw drill
drill
screw
information processing
measure
Prior art date
Application number
NL2004073A
Other languages
English (en)
Inventor
Floris Schokking
Original Assignee
Geoconsult B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Geoconsult B V filed Critical Geoconsult B V
Priority to NL2004073A priority Critical patent/NL2004073C2/nl
Priority to NL2005943A priority patent/NL2005943C2/nl
Priority to EP20100197451 priority patent/EP2348159A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2004073C2 publication Critical patent/NL2004073C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D33/00Testing foundations or foundation structures
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D7/00Methods or apparatus for placing sheet pile bulkheads, piles, mouldpipes, or other moulds
    • E02D7/22Placing by screwing down

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Investigation Of Foundation Soil And Reinforcement Of Foundation Soil By Compacting Or Drainage (AREA)

Description

Werkwijze voor het plaatsen van een schroefboorpaal ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het plaatsen van een grondverdringende schroefboorpaal 5 in een ondergrond met behulp van een plaatsingsamenstel en een schroefboor.
Het is bekend om bij een werkwijze voor het plaatsen van een schroefboorpaal in een ondergrond een sondeerinrichting te gebruiken, en met de sondeerinrichting 10 één of meer metingen uit te voeren in de ondergrond, waaruit de in-situ eigenschappen van de ondergrond op dat moment worden vastgesteld. Aan de hand daarvan wordt een diepte bepaald in de ondergrond tot waar de schroefboorpa-len ingebracht moeten worden. Vervolgens wordt er een holle 15 mantel met een gesloten voet in de ondergrond aangebracht. Na aanbrenging van beton en eventuele wapening in de mantel, wordt de mantel teruggetrokken teneinde de uit het beton gevormde schroefboorpaal achter te laten. De betonnen schroefboorpalen kunnen dan gebruikt worden voor het onder-20 steunen van een bouwwerk of als trekelementen om opwaartse krachten op bouwwerken op te vangen.
In de praktijk is echter gebleken dat bij gebruik van deze werkwijze in een aantal gevallen de door de betonnen schroefboorpalen geleverde steunkracht in tegenstelling 25 tot de verwachting onvoldoende kan zijn voor het ondersteu- 2004073 2 nen van het bouwwerk.
Het is onder meer een doel van de uitvinding een werkwijze te verschaffen, waarmee het bovengenoemde probleem althans gedeeltelijk voorkomen wordt, en een werkwij-5 ze wordt verschaft waarmee eigenschappen van een ondergrond betrouwbaar kunnen worden bepaald.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
10
Hiertoe verschaft de uitvinding, vanuit een eerste aspect, een werkwijze voor het plaatsen van een schroefboorpaal in een ondergrond met behulp van een plaat-singsamenstel en een schroefboor, waarbij het plaatsing-15 samenstel is voorzien van een gestel, van een op het gestel geplaatste makelaar, en van een aan de bovenzijde daarvan geplaatste roterend aangedreven koppeling waaraan de schroefboor verbonden is, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat; 20 - het overbrengen van de roterende beweging van de koppeling op de schroefboor, het roterend in de grond draaien van de schroefboor, het aanbrengen van beton in de door de 25 schroefboor in de ondergrond ingenomen ruimte, het terugtrekken van de schroefboor, en het laten uitharden van het beton tot een schroefboorpaal, waarbij de werkwij ze verder de stap omvat van het 30 tijdens en/of na het in de grond draaien van de schroefboor bepalen van de draagkracht van de schroefboorpaal. Door nu volgens de uitvinding tijdens of na het inbrengen van de schroefboorpalen nogmaals de grondeigenschappen te bepalen, kan voldoende informatie over de eigenschappen van de 35 ondergrond verkregen worden om de diepte te bepalen die de juiste draagkracht levert.
Volgens een voordelige uitvoering van de werkwij- 3 ze volgens de uitvinding, wordt het bepalen van de draagkracht van de schroef boorpaal tijdens het in de grond draaien van de schroefboor uitgevoerd. Op deze wijze wordt tegelijk met het plaatsen van de schroefboorpaal de draag-5 kracht bepaald hetgeen tijd en kosten bespaart.
Volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, oefent het plaatsingsamenstel een aandrukkracht uit op de schroefboor, waardoor de schroefboor zich tijdens het roteren door de losgewoelde grond 10 naar beneden kan verplaatsen.
Volgens een voordelige uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding, is het plaatsingsamenstel verder voorzien van een meetinrichting voor het bepalen van de draagkracht, waarbij het bepalen van de draagkracht van de 15 schroefboorpaal met behulp van de meetinrichting wordt uitgevoerd. Voor een optimalisering van de schroefboorpa-len, waar het de installatietijd, de hoeveelheid gebruikte materialen en de veiligheid tegen bezwijken betreft, is het van belang om bij voorkeur ter plaatse van alle schroef-20 boorpalen een sondering uit te voeren om daarmee de in-situ condities te verkennen. Met de werkwijze volgens de uitvinding is het mogelijk om op effectieve wijze voor iedere schroefboorpaal afzonderlijk als het ware een sondering uit te voeren.
25 Volgens een uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding, omvat de meetinrichting sensoren en een informatieverwerkingseenheid, waarbij de stap van het met behulp van de meetinrichting bepalen van de draagkracht van de schroefboorpaal de volgende stappen omvat,- het met de 30 sensoren bepalen van meetwaarden; het aanvoeren van de meetwaarden van de sensoren naar de informatieverwerkingseenheid, waarbij één van de meetwaarden de aandrukkracht van het plaatsingsamenstel op de schroefboor is; het uit-voeren van algoritmes op de meetwaarden voor het berekenen 35 van de draagkracht van de schroefboorpaal. Door slechts de aandrukkracht te meten, is op doeltreffende wijze een sondering te simuleren, waaruit diverse grondeigenschappen 4 kunnen worden afgeleid.
Volgens een uitvoering van de werkwijze wordt de draagkracht van de schroefboorpaal afgeleid op basis de aandrukkracht op de schroefboor.
5 Volgens een uitvoering van de werkwijze wordt in de informatieverwerkingseenheid een softwareprogramma geladen, dat, wanneer uitgevoerd, een conusweerstand simuleert .
Volgens een uitvoering van de werkwijze omvatten 10 de uitgevoerde algoritmes ten minste één van de volgende groep algoritmes; het berekenen van een netto aandrukkracht Pnetto als maat voor de kracht die de paalvoet uitoefent op de ondergrond, door de aandrukkracht Pbruto,-n op de schroef-15 boor te verminderen met een cumulatieve dynamische wri j -vingskracht Pdynwrijvcum;i-->n-i als maat voor de cumulatief opgebouwde wrijvingskracht tussen de mantel van de schroefboor en de ondergrond, het berekenen van de cumulatieve dynamische 2 0 wrijvingskracht Pdynwrijvcum; i-->n-i/ waarbij n het meetinterval is waarin gemeten wordt, door per gepasseerd meetinterval een effectieve verticale grondspanning ö'v.-n» een coëfficiënt van de horizontale gronddruk Kh;na;n en een tangens van de effectieve hoek van inwendige wrijving <p'na;n met elkaar 25 te vermenigvuldigen, door bij de uitkomst daarvan de effectieve cohesie c'n of de wandadhesie fadh,n op te tellen, en door de uitkomst daarvan te vermenigvuldigen met een omtrek O als maat voor de oppervlakte van de omtrek van de mantel en met een lengte Lintervai als maat voor het steeds gelijke 30 meetinterval n, en door de uitkomst daarvan te vermenigvuldigen met een factor Fa^-n als maat voor de verhouding tussen de dynamische wrijving tussen de mantel en de ondergrond en de statische wrijving van de ondergrond en het sommeren van de berekende dynamische wrijving van de afzon-35 derlijke door de schroefboor gepasseerde intervallen, het berekenen van een conusweerstand qC;p,-voor;n als maat voor de druk die een conus van een sondeerinrich- 5 ting zou hebben uitgeoefend als deze was aangebracht ter plaatse van de schroefboor in de nog onberoerde ondergrond voorafgaand aan het aanbrengen van de schroefboor, door de netto aandrukkracht Pnetto;n te delen door een oppervlakte A 5 als maat voor de oppervlakte onder de paalvoet, en door de uitkomst daarvan te vermenigvuldigen met een vermenigvuldigingsfactor AP;n als maat voor de verhouding tussen de conusweerstand qc;p;voor;n en de netto aandrukkracht Pnetto;n gedeeld door de oppervlakte A.
10 Door de aandrukkracht Pbruto te meten kan via de voornoemde algoritmes de conusweerstand qc;p;voor en de daarvan afhankelijke draagkracht van de schroefboorpaal berekend worden.
De uitvinding verschaft, vanuit een tweede 15 aspect, een plaatsingsamenstel dat kennelijk bestemd en geschikt is voor toepassing in de werkwijze volgens de uitvinding, welk plaatsingsamenstel een meetinrichting omvat, waarbij de meetinrichting sensoren en een informa-tieverwerkingseenheid omvat, waarbij de sensoren met de 20 informatieverwerkingseenheid verbonden zijn voor het daaraan toevoeren van meetwaarden, waarbij een van de meetwaarden de aandrukkracht van het plaatsingsamenstel op de schroefboor is, waarbij in de informatieverwerkingseenheid een softwareprogramma geladen wordt, dat, wanneer uitge-25 voerd, een conusweerstand simuleert, waaruit de draagkracht van een schroefboorpaal bepaald kan worden.
De uitvinding verschaft, vanuit een derde aspect, een meetinrichting die kennelijk bestemd en geschikt is voor toepassing in de werkwijze volgens de uitvinding, 30 waarbij de meetinrichting sensoren en een informatieverwerkingseenheid omvat, waarbij de sensoren met de informatieverwerkingseenheid verbonden zijn voor het daaraan toevoeren van meetwaarden, waarbij een van de meetwaarden de aandrukkracht van het plaatsingsamenstel op de schroefboor 35 is, waarbij in de informatieverwerkingseenheid een softwareprogramma geladen wordt, dat, wanneer uitgevoerd, een conusweerstand simuleert, waaruit de draagkracht van een 6 schroefboorpaal bepaald kan worden.
De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar 5 mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte af gesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
10
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
15 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde schematische tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: figuur 1 een aanzicht van een ondergrond van een bouwplaats met daarop een plaatsingsamenstel en een 20 schroefboor volgens de uitvinding, figuur 2 een aanzicht van een onderdeel van het plaatsingsamenstel volgens figuur 1, figuur 3A een detailaanzicht van een gedeelte van de schroefboor volgens figuur 1, 25 figuur 3B een onderaanzicht van de schroefboor volgens figuur 1, figuur 4 een aanzicht van een werkwijzestap waarbij de schroefboor volgens figuur 1 door het plaatsingsamenstel volgens figuur 1 in de ondergrond is aangebracht, 30 figuur 5 een schematische weergave van de krach ten die worden uitgeoefend op een gedeelte van de schroefboor volgens figuur 1, figuur 6 een schematische weergave van een bouwwerk dat is geplaatst op een aantal volgens de werkwijze 35 volgens de uitvinding, in de ondergrond aangebrachte schroefboorpalen.
7 GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN 5
De uitvinding zal hierna aan de hand van een uitvoering beschreven worden.
Figuur 1 toont een ondergrond 1 van een bouwplaats met daarop het plaatsingsamenstel 2 en een aan het 10 plaatsingsamenstel 2 verbonden grondverdringende of gedeeltelijk grondverdringende schroefboor 3 met een lengte van bijvoorbeeld tien meter. Om op de ondergrond 1 een bouwwerk, zoals een gebouw, te kunnen bouwen, dienen er meerdere schroefboorpalen in de ondergrond 1 te worden aange-15 bracht. De ondergrond 1 omvat in dit voorbeeld een aantal grondlagen 11-14, zoals bijvoorbeeld veen, klei, silt, zand, grind en/of een mengsel van deze materialen, met per laag 11-14 verschillende geotechnische eigenschappen.
Het plaatsingsamenstel 2 omvat een gestel 20 en 20 een op het gestel 20 geplaatste verticale makelaar of geleidingskolom 21. Het plaatsingsamenstel 2 is voorzien van een aan de geleidingskolom 21 opgehangen aandrijfmotor 22 die langs de geleidingskolom 21 op en neer verplaatsbaar is. Aan het uiteinde van de aandrijfmotor 22 is het plaat-25 singsamenstel 2 voorzien van een roterend aangedreven koppeling 23.
Zoals in figuur 2 is weergegeven, omvat het plaatsingssamenstel 2 een meetinrichting 4, die is voorzien van verspreid over het plaatsingsamenstel 2 geplaatste 30 sensoren 41, een informatieverwerkingseenheid 42 met een in de informatieverwerkingseenheid 42 geladen softwareprogramma, dat, wanneer uitgevoerd, gegevens verwerkt van de sensoren 41, een gegevensopslageenheid, in dit voorbeeld een interne harde schijf 43, voor het bewaren van de ver-35 werkte gegevens en een uitleesbeeldscherm 44 voor het grafisch weergeven van de verwerkte gegevens.
Zoals in figuur 3A is weergegeven, omvat de 8 schroefboor 3 een omlopende metalen mantel 31 met hartlijn S. De schroefboor 3 omvat aan de onderzijde van de mantel 31 een paalvoet 32 voor het loswoelen en verdringen van de ondergrond 1 onder de schroefboor 3. Op de gewenste diepte 5 kan de mantel 31 worden gevuld met beton en eventuele wapening, waarna de holle mantel 31 wordt teruggetrokken en beton achterblijft in de door het verdringen van de ondergrond 1 ontstane schachtruimte. Op deze wijze wordt een uit het beton gevormde schroefboorpaal 6 achtergelaten, waarvan 10 er in figuur 6 drie zijn weergegeven die een bouwwerk 61 ondersteunen. De paalvoet 32 blijft daarbij als een zogenaamde verloren voet achter in de ondergrond 1.
Zoals in figuur 3B is weergegeven is de paalvoet 32 voorzien van een draagvlak met een vorm van een deel van 15 een bol 33 met een daarvan verticaal naar beneden uitstekende boorkam 34. De paalvoet 32 is langs de omtrek voorzien van een omlopende schroefrand 35. De schroefboor 3 is met de bovenzijde van de mantel 31 aan de koppeling 23 van het plaatsingsamenstel 2 bevestigd, teneinde de rotatie van 20 de koppeling 23 in richting M te kunnen overnemen.
In figuur 4 is de situatie weergegeven waarbij de schroefboor 3 tengevolge van de rotatie in richting M en een aandrukkracht van het plaatsingsamenstel 2 op de schroefboor 3 via de koppeling 23 in richting T tot aan de 25 grondlaag 13 in de ondergrond 1 is aangebracht. Daarbij heeft de boorkam 14 materiaal van de ondergrond 1 onder de paalvoet 32 losgewoeld en vanuit het middengebied in het verlengde van de schroefboor 3 naar de buitenzijde daarvan verplaatst. De schroefboor 3 heeft vervolgens tijdens het 30 zakken de vrijgekomen ruimte ingenomen, waarbij het materiaal in richting B naar een kolomvormig, verdicht gebied 15 rondom de schroefboor 3 is verplaatst. De ondergrond 1 binnen dit kolomvormige gebied 15 heeft als gevolg van het extra naar dit gebied 15 verplaatste materiaal een hogere 35 dichtheid verkregen en heeft derhalve andere geotechnische eigenschappen dan voor het aanbrengen van de schroefboor 3.
Voor een nauwkeurige bepaling van de maximaal 9 toelaatbare belasting op een schroefboorpaal 6, is het van belang gebleken de geotechnische eigenschappen van de ondergrond 1 binnen het kolomvormige gebied 15 in de nabij -heid van de schroefboor 3, dat door het aanbrengen daarvan 5 verdicht is, vast te stellen tijdens en/of na het aanbrengen van de schroefboor 3. Uit deze vastgestelde geotechnische eigenschappen kan vervolgens de draagkracht van de uiteindelijk uit beton te vormen schroefboorpaal 6 voor een bepaalde diepte van de paalvoet 32 worden vastgesteld.
10 In de navolgende parameterbeschrijving worden een aantal bijzondere symbolen en/of aanduidingen gebruikt. Bij een parameter is n geplaatst als index voor de verschillende meetintervallen ofwel meetstappen ofwel de verticale verplaatsing tussen twee metingen binnen de grondlagen Ills 14. Bij een parameter is een P geplaatst indien de parameter gerelateerd is aan het aandrukken van de schroefboor 3, waardoor deze in de ondergrond 1 gedrongen wordt. Bij een parameter is een accent(') geplaatst als aanduiding voor een effectieve waarde van een parameter in de gedraineerde 20 ondergrond 1.
Het bepalen van de draagkracht van de schroefboorpaal 6 in de ondergrond 1 is afhankelijk van de volgende parameters: de bruto aandrukkracht Pbruto;n voor een 2 5 meet interval n als maat voor de kracht in kilonewton die nodig is om een verticale verplaatsing van de schroefboor 3 in de ondergrond 1 te bewerkstelligen, de cumulatieve dynamische wrijvingskracht Pdynwrijvcum; i--> n-i als maat voor de kracht in kilonewton, die 30 nodig is om de cumulatief met de diepte toenemende wrij-vingsweerstand tussen de mantel 31 van de schroefboor 3 en de ondergrond 1 te overwinnen, waarbij de dynamische wrij-vingskracht gemeten wordt in de reeds gepasseerde intervallen n, aangegeven met l-->n-l, 3 5 - een netto aandrukkracht Pnetto;n als maat voor de kracht in kilonewton, die nodig is om een verticale verplaatsing van de paalvoet 32 van de schroefboor 3 in de 10 ondergrond 1 te bewerkstelligen voor een meetinterval n, een virtuele conusweerstand qC;P;voor;n als maat voor de druk in megapascal voor een meetinterval n, die een conus van een sondeerinrichting zou hebben uitgeoe- 5 fend als deze was aangebracht ter plaatse van de schroefboor 3 in de nog onberoerde ondergrond 1 voorafgaand aan het aanbrengen van de schroefboor 3, een effectieve hoek van inwendige wrijving cp' voorin voor een meetinterval n als maat voor de hoek waar-10 onder een ondergrond 1 voorafgaand aan het aanbrengen van de schroefboor 3 afschuift tengevolge van een belasting, een effectieve hoek van inwendige wrijving <P'na;n voor een meetinterval n als maat voor de hoek waaronder een ondergrond 1 na het aanbrengen van de schroefboor 3 15 afschuift tengevolge van een belasting, een empirische relatie Rtangens (<p> als maat voor de verhouding tussen de effectieve hoek van inwendige wrijving (p'na en de effectieve hoek van inwendige wrijving ' voor; n / 2 0 - een effectieve cohesie c'n voor een meetin terval n als maat voor de kracht in kilonewton als gevolg van de aantrekkingskracht tussen de samenstellende deeltjes van de gedraineerde ondergrond 1, waarbij de waarde van c'n gelijk blijft onafhankelijk van het aanbrengen van de 25 schroefboor 3, een wandadhesie fadh;n voor een meetinterval n als maat voor de adhesiekracht in kilonewton als gevolg van de adhesie tussen de ondergrond 1 en de schroefboor 3, waarbij voor het berekenen van de cumulatieve dynamische 3 0 wrijving Pdynwrijvcum;i--> n-x en voor het berekenen van de draag kracht van de schroefboorpaal 6 kan worden gesteld dat fadh;n = c'n, een effectieve verticale grondspanning 5'v;n voor een meetinterval n als maat voor de kracht in kilonew-35 ton per vierkante meter, die het gewicht van de ondergrond 1 uitoefent op het horizontale oppervlak dat de ondergrond 1 inneemt, 11 een effectieve horizontale grondspanning 5' h;n voor een meetinterval n als maat voor de kracht in kilonewton per vierkante meter, die het gewicht van de ondergrond 1 uitoefent op het verticale oppervlak dat de 5 ondergrond 1 inneemt, een coëfficiënt van de horizontale gronddruk Kh;na.n / als maat voor de verhouding tussen de effectieve horizontale grondspanning 5'h;na;n en de effectieve verticale grondspanning ö'v;n, 10 - een empirische relatie Rk als maat voor de verhouding tussen de tangens van de hoek van interne wrij -ving cp'na;n en de coëfficiënt van de horizontale gronddruk khjnajn een factor Fdyn;n voor een meetinterval n als 15 maat voor de verhouding tussen de dynamische wrijving tussen de mantel 31 en de ondergrond 1 en de statische wrijving van de ondergrond 1, een vermenigvuldigingsfactor AP;n voor een meetinterval n als maat voor de verhouding tussen de virtu-2 0 ele conusweerstand qC;P;voor;n en de netto aandrukkracht Pnet_ to;n / een oppervlakte A als maat voor het oppervlak van de projectie van de paalvoet 32 op een horizontaal vlak in vierkante meters, 25 - een omtrek O als maat voor de omtrek van de mantel 31 binnen in meters, een lengte Lintervai als maat voor de lengte van één meetinterval n in meters, bijvoorbeeld een Linterval van 0,1 meter.
30 Enkele van de voornoemde parameters zijn weerge geven in figuur 5.
De effectieve verticale grondspanning ö'v-n en de effectieve cohesie c'n worden vooraf bepaald met behulp van een voorsondering of een grondonderzoek. De factoren Fdyn;n 35 en AP;n zijn waarden die vooraf empirisch vastgesteld kunnen worden op basis van een voorsondering, een grondonderzoek of uit gegevens over veel voorkomende grondsoorten.
12
De werkwij ze voor het bepalen van de draagkracht van de schroefboorpaal 6 omvat de volgende stappen; het tijdens en na het aanbrengen van de schroefboor 3 met gelijke meetintervallen meten van de 5 minimale bruto aandrukkracht Pbruto,-n die nodig is om een verticale verplaatsing van de schroefboor 3 in de ondergrond 1 te bewerkstelligen, het berekenen van de bruto aandrukkracht Pbruto en de netto aandrukkracht Pnetto;n met: 10
Pnetto;n — Pbruto — Pdynwrijvcum; (laag 1 + ... + (n-1))/ waarbij de Pnetto na de eerste meetinterval gelijk is aan Pbruto omdat er dan nog geen sprake is van een noemenswaardi-15 ge dynamische wrijving Pdynwrijvcum in de eerste interval, waarbij de Pdynwrijvcum bij latere meetintervallen afgeleid wordt uit de vastgestelde virtuele conusweerstand qc;p;voor volgens de werkwij zestappen zoals hieronder beschreven, het berekenen van de virtuele conusweerstand 2 0 qc;p;voor op basis van de zojuist bepaalde Pnetto en de empi risch bepaalde vermenigvuldigingsfactor AP;n met het algoritme C[c;P;voor;n = AP;n * (Pnetto;n/A) , 25 het op basis van de uit deze eerste meetinterval verkregen virtuele conusweerstand qc;p;voor;n berekenen van de draagkracht van de schroefboorpaal 6, het afleiden van de effectieve inwendige 3 0 wrijvingshoek <p'p;voor;n uit de virtuele conusweerstand qc;p;voor en de effectieve cohesie c'n, het berekenen van <pp;na.-n niet behulp van de effectieve inwendige wri jvingshoek (p'p;Voor;n en de empirische relatie P-tangens (cp) # 35 - het berekenen van Kh;na;n met behulp van de tangens van <p'p;na;n en de empirische relatie RK tussen de tangens van (p'P,na;nen Kh;na;n 13 het berekenen van de cumulatieve dynamische wrijvingskracht Pdynwrijvcum;i-->n-i op basis van de reeds vooraf bepaalde effectieve verticale grondspanning 5v;n/ on de empirisch bepaalde factor Fdyn.-n met het algoritme 5
Pdynwrijv;n = 0 * hinterval * ( 5 v;n * kh;na;n * tangens (cp najn) + O n) * Fdyn;n het herhalen van de voorgaande werkwijze-10 stappen voor elk volgend meetinterval, waarbij de cumulatieve dynamische wr ij vingskracht Pdynwrijvcum;i-->n-i toeneemt naarmate de schroefboor 3 zich verder verticaal naar beneden in de ondergrond 1 verplaatst, waarbij de virtuele conusweerstand qc;p;voor voor elk van de meet intervallen 15 bepaald kan worden.
De draagkracht van de schroefboorpaal 6 wordt aan de hand de conusweerstand qc;p;voor en de vanuit de bovenstaande algoritmes verkregen parameters berekend voor ieder interval. Afhankelijk van de door officiële instanties 20 opgestelde voorschriften worden er algoritmes toegepast op de verkregen parameters voor de gehele doorboorde paal-lengte. Hieruit, en uit gegevens verkregen uit vóóraf voor het ontwerp uitgevoerd grondonderzoek onder de paalvoet, volgt een waarde die maatgevend is voor de draagkracht van 25 de schroefboorpaal 6 op een specifieke diepte van de paalvoet 32 .
De sondeerinrichting is in geen van de figuren weergegeven, omdat de functionaliteit hiervan slechts virtueel gebruikt wordt. Met andere woorden: de sondeerin-30 richting wordt gesimuleerd. De sondeerinrichting kan bijvoorbeeld een vrachtwagen zijn van waaruit een sondeerstang met aan de onderzijde daarvan de conus wordt aangebracht in de ondergrond 1. De conus van een dergelijke sondeerinrichting is dan voorzien van diverse sensoren, voor het meten 35 van één of meer eigenschappen van de ondergrond 1.
Het bepalen van de draagkracht van de schroefboorpaal 6 kan tegelijk wordt uitgevoerd met het inbrengen 14 van een schroefboor 3, waarbij het plaatsingsamenstel 2 voorzien is van een meetinrichting daartoe.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te 5 illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.
2004073

Claims (10)

1. Werkwijze voor het plaatsen van een schroefboorpaal in een ondergrond met behulp van een plaat-singsamenstel en een schroefboor, waarbij het plaatsing-samenstel is voorzien van een gestel, van een op het gestel 5 geplaatste makelaar, en van een aan de bovenzijde daarvan geplaatste roterend aangedreven koppeling waaraan de schroefboor verbonden is, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat; het overbrengen van de roterende beweging van 10 de koppeling op de schroefboor, het roterend in de grond draaien van de schroefboor, het aanbrengen van beton in de door de schroefboor in de ondergrond ingenomen ruimte, 15. het terugtrekken van de schroefboor, en het laten uitharden van het beton tot een schroefboorpaal, waarbij de werkwijze verder de stap omvat van het tijdens en/of na het in de grond draaien van de schroefboor 20 bepalen van de draagkracht van de schroefboorpaal.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het bepalen van de draagkracht van de schroefboorpaal tijdens het in de grond draaien van de schroefboor wordt uitgevoerd .
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het plaatsingsamenstel een aandrukkracht uitoefent op de schroefboor.
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het plaatsingsamenstel verder is voorzien van 30 een meetinrichting voor het bepalen van de draagkracht, waarbij het bepalen van de draagkracht van de schroefboorpaal met behulp van de meetinrichting wordt uitgevoerd.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de meetinrichting sensoren en een informatieverwerkingseenheid 2004073 omvat, waarbij de stap van het met behulp van de meetin-richting bepalen van de draagkracht van de schroefboorpaal de volgende stappen omvat; het met de sensoren bepalen van meetwaarden; het aanvoeren van de meetwaarden van de senso-5 ren naar de informatieverwerkingseenheid, waarbij één van de meetwaarden de aandrukkracht van het plaatsingsamenstel op de schroefboor is; het uitvoeren van algoritmes op de meetwaarden voor het berekenen van de draagkracht van de schroefboorpaal.
6. Werkwijze volgens een der conclusies 3-5, waarbij de draagkracht van de schroefboorpaal afgeleid wordt op basis de aandrukkracht op de schroefboor.
7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, waarbij in de informatieverwerkingseenheid een softwareprogramma 15 geladen kan worden, dat, wanneer uitgevoerd, een conusweerstand simuleert.
8. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, waarbij de uitgevoerde algoritmes ten minste één van de volgende groep algoritmes omvatten; 20. het berekenen van een netto aandrukkracht Pnetto als maat voor de kracht die de paalvoet uitoefent op de ondergrond, door de aandrukkracht Pbruto,-n op de schroefboor te verminderen met een cumulatieve dynamische wrij-vingskracht Pdynwrijvcum;i-->n-i als maat voor de cumulatief 25 opgebouwde wrijvingskracht tussen de mantel van de schroefboor en de ondergrond, het berekenen van de cumulatieve dynamische wrijvingskracht Pdynwrijvcum;i-->n-i/ waarbij n het meetinterval is waarin gemeten wordt, door per gepasseerd meetinterval 30 een effectieve verticale grondspanning ö'VJn, een coëfficiënt van de horizontale gronddruk Kh;na;n en een tangens van de hoek van effectieve inwendige wrijving cp'na;tl niet elkaar te vermenigvuldigen, door bij de uitkomst daarvan de effectieve cohesie c'n of de wandadhesie fadh;n op te tellen, en 35 door de uitkomst daarvan te vermenigvuldigen met een omtrek 0 als maat voor de oppervlakte van de omtrek van de mantel en met een lengte Lintervai als maat voor het steeds gelijke meetinterval, en door de uitkomst daarvan te vermenigvuldigen met een factor Fdyn;n als maat voor de verhouding tussen de dynamische wrijving tussen de mantel en de ondergrond en de statische wrijving van de ondergrond en het sommeren van 5 de berekende dynamische wrijving van de afzonderlijke door de schroefboor gepasseerde intervallen, het berekenen van een conusweerstand qCjp;voor;n als maat voor de druk die een conus van een sondeerinrich-ting zou hebben uitgeoefend als deze was aangebracht ter 10 plaatse van de schroefboor in de nog onberoerde ondergrond voorafgaand aan het aanbrengen van de schroefboor, door de netto aandrukkracht Pnetto;n te delen door een oppervlakte A als maat voor de oppervlakte onder de paalvoet, en door de uitkomst daarvan te vermenigvuldigen met een vermenigvuldi-15 gingsfactor A± als maat voor de verhouding tussen de conusweerstand qc;p;voor;n en de netto aandrukkracht Pnetto;n gedeeld door de oppervlakte A.
9. Plaatsingsamenstel dat kennelijk bestemd en geschikt is voor toepassing in de werkwij ze volgens conclu-20 sies 1-8, welk plaatsingsamenstel een meetinrichting omvat, waarbij de meetinrichting sensoren en een informatieverwer-kingseenheid omvat, waarbij de sensoren met de informatie-verwerkingseenheid verbonden zijn voor het daaraan toevoeren van meetwaarden, waarbij een van de meetwaarden de 25 aandrukkracht van het plaatsingsamenstel op de schroefboor is, waarbij in de informatieverwerkingseenheid een softwareprogramma geladen wordt, dat, wanneer uitgevoerd, een conusweerstand simuleert, waaruit de draagkracht van een schroefboorpaal bepaald kan worden.
10. Meetinrichting die kennelijk bestemd en geschikt is voor toepassing in de werkwij ze volgens conclusies 1-8, waarbij de meetinrichting sensoren en een informatieverwerkingseenheid omvat, waarbij de sensoren met de informatieverwerkingseenheid verbonden zijn voor het daar-35 aan toevoeren van meetwaarden, waarbij een van de meetwaarden de aandrukkracht van het plaatsingsamenstel op de schroefboor is, waarbij in de informatieverwerkingseenheid een softwareprogramma geladen wordt, dat, wanneer uitgevoerd, een conusweerstand simuleert, waaruit de draagkracht van een schroefboorpaal bepaald kan worden. -o-o-o-o-o-o-o-o- 2004073
NL2004073A 2010-01-07 2010-01-07 Werkwijze voor het plaatsen van een schroefboorpaal. NL2004073C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004073A NL2004073C2 (nl) 2010-01-07 2010-01-07 Werkwijze voor het plaatsen van een schroefboorpaal.
NL2005943A NL2005943C2 (nl) 2010-01-07 2010-12-31 Werkwijze voor het plaatsen van een grondverdringende schroefboorpaal.
EP20100197451 EP2348159A1 (en) 2010-01-07 2010-12-31 Method for the installation of a rotary soil displacing pile

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004073A NL2004073C2 (nl) 2010-01-07 2010-01-07 Werkwijze voor het plaatsen van een schroefboorpaal.
NL2004073 2010-01-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2004073C2 true NL2004073C2 (nl) 2011-07-11

Family

ID=42556940

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2004073A NL2004073C2 (nl) 2010-01-07 2010-01-07 Werkwijze voor het plaatsen van een schroefboorpaal.
NL2005943A NL2005943C2 (nl) 2010-01-07 2010-12-31 Werkwijze voor het plaatsen van een grondverdringende schroefboorpaal.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2005943A NL2005943C2 (nl) 2010-01-07 2010-12-31 Werkwijze voor het plaatsen van een grondverdringende schroefboorpaal.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2348159A1 (nl)
NL (2) NL2004073C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109339126A (zh) * 2018-11-14 2019-02-15 昆明理工大学 一种室内固化桩体的成桩模拟装置

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2013113104A1 (en) * 2012-02-03 2013-08-08 Techno Pieux Inc. Method and apparatus for driving a support structure into a solid base
CN102587427B (zh) * 2012-04-05 2014-09-03 铁道第三勘察设计院集团有限公司 基于触探技术估算桩基沉降变形的分析方法
CN103267601B (zh) * 2013-05-07 2014-10-08 山东科技大学 采空区覆岩运动稳定性监测系统及稳定性监测判别方法
CN106442937B (zh) * 2016-10-14 2019-09-10 中交天津港湾工程研究院有限公司 一种新型海洋浅层土体特性探测系统及其评估方法
CH715377A1 (de) * 2018-09-24 2020-03-31 Krinner Innovation Gmbh Verfahren zur Tragfähigkeitsprüfung eines Fundaments.
CN115033973B (zh) * 2022-08-11 2022-10-25 中国铁路设计集团有限公司 基于天然源面波计算基坑双排桩桩间土对桩侧压力的方法

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3300988A (en) * 1960-12-23 1967-01-31 Raymond Int Inc Apparatus for forming piles
US3535919A (en) * 1968-12-02 1970-10-27 John P Budlong Dynamic determination of pile load capacity
GB2323174A (en) * 1997-03-14 1998-09-16 Kvaerner Cementation Found Ltd Automatic static load testing for piles
GB2346917A (en) * 1998-12-22 2000-08-23 Robert Tjhing Bo Oei Piling system with continuous load measurement
EP1884599A2 (en) * 2006-07-25 2008-02-06 GeoDynamic Method for checking the bearing capacity of a pile

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3300988A (en) * 1960-12-23 1967-01-31 Raymond Int Inc Apparatus for forming piles
US3535919A (en) * 1968-12-02 1970-10-27 John P Budlong Dynamic determination of pile load capacity
GB2323174A (en) * 1997-03-14 1998-09-16 Kvaerner Cementation Found Ltd Automatic static load testing for piles
GB2346917A (en) * 1998-12-22 2000-08-23 Robert Tjhing Bo Oei Piling system with continuous load measurement
EP1884599A2 (en) * 2006-07-25 2008-02-06 GeoDynamic Method for checking the bearing capacity of a pile

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109339126A (zh) * 2018-11-14 2019-02-15 昆明理工大学 一种室内固化桩体的成桩模拟装置

Also Published As

Publication number Publication date
NL2005943C2 (nl) 2011-11-29
NL2005943A (nl) 2011-07-11
EP2348159A1 (en) 2011-07-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2004073C2 (nl) Werkwijze voor het plaatsen van een schroefboorpaal.
Debnath et al. Bearing capacity of geogrid reinforced sand over encased stone columns in soft clay
Ghazavi et al. Bearing capacity of geosynthetic encased stone columns
Naderi et al. Model testing and numerical investigation of interference effect of closely spaced ring and circular footings on reinforced sand
Deb et al. Laboratory model studies on unreinforced and geogrid-reinforced sand bed over stone column-improved soft clay
El-Garhy et al. Behavior of raft on settlement reducing piles: Experimental model study
CN102094432B (zh) 一种由工程环境效应引起地面沉降的模型及其试验方法
Latha et al. Seismic response of reinforced soil retaining wall models: influence of backfill relative density
Viswanadham et al. Centrifuge modeling of geotextile-reinforced slopes subjected to differential settlements
Hasan et al. Experimental and numerical analysis of geosynthetic-reinforced floating granular piles in soft clays
Sharma et al. Laboratory study on pullout capacity of helical soil nail in cohesionless soil
Kumar et al. Bearing capacity tests of strip footings on reinforced layered soil
Yan et al. Experimental study of barrier effect on moisture movement and mechanical behaviors of loess soil
Niroumand et al. The influence of soil reinforcement on the uplift response of symmetrical anchor plate embedded in sand
Tanchaisawat et al. Numerical simulation and sensitivity analyses of full-scale test embankment with reinforced lightweight geomaterials on soft Bangkok clay
Fattah et al. Bearing capacity of closed and open ended pipe piles installed in loose sand with emphasis on soil plug
Roy et al. Effect of aspect ratio of footing on behavior of two closely-spaced footings on geogrid-reinforced sand
Yazdandoust et al. Performance of two-tiered reinforced-soil retaining walls under strip footing load
Tilak et al. Pullout capacity of multi-plate horizontal anchors in sand: an experimental study
Arabameri et al. Microstructure and strength effect on bearing capacity of helical piles installed in golestan loess
Changizi et al. Behavior of geocell-reinforced soil abutment wall: A physical modeling
Mollaei et al. Seismic evaluation of helical soil-nailed walls using shaking table testing
CN114034558B (zh) 可开展轮胎加筋土地基承载力及轮胎拉拔试验的装置
Fattah et al. Contact pressure distribution under circular shallow foundation subjected to vertical and rocking vibration modes
Fattah et al. Effect of embedment depth on cyclic behavior of tank footings on dry sand

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150801