NL2003768C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een prefab gevelelement. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een prefab gevelelement

De uitvinding betreft een werkwij ze voor het 5 vervaardigen van een prefab gevelelement.

Prefab gevelelementen worden gebruikt voor de bouw van nieuwe gebouwen en voor de renovatie van bestaande gebouwen. Bij nieuwe gebouwen wordt eerst een binnengevel van betonplaten neergezet. Vervolgens wordt tegen de buitenzijde van de 10 binnengevel isolatiemateriaal aangebracht, waarna een en ander afgewerkt wordt door voorgefabriceerde gevelelementen.

Wanneer een gebouw gerenoveerd wordt, wordt het gebouw gestript zodat alleen de binnenste gevelbladen overeind blijven staan. De veelal gemetselde buitenmuren worden daarbij 15 verwijderd. Bij het vervolgens weer opbouwen van het gebouw wordt tegen de binnenste gevelbladen isolatiemateriaal aangebracht, waarna voorgefabriceerde gevelelementen parallel aan de binnenste gevelelementen geplaatst worden.

Een gemetseld uiterlijk van gebouwen heeft een grote 20 voorkeur. Metselen van een gevel met gebakken gevelstenen is arbeidsintensief. Derhalve zijn er in de stand van techniek voorgefabriceerde, gemetselde gevelelementen bekend. Hierbij wordt in de fabriek een gevelelement gemetseld en verstevigd door middel van een wapening, die zich door de gevelstenen heen 25 uitstrekt. Dit brengt echter hoge kosten met zich mee, doordat de gevelstenen van doorgangen voorzien moeten worden om daarin de wapening aan te brengen.

In WO 2006079835 wordt een werkwijze beschreven, waarbij gebakken gevelstenen in een mal geplaatst worden, waarna over de 30 geplaatste gevelstenen een laag mortel gestort wordt. Eventueel kan een wapening meegenomen worden in de gestorte laag mortel. Het nadeel van deze werkwijze is dat een relatief dik gevelelement ontstaat. Bovenop de dikte van de gevelstenen komt nog de dikte van de mortellaag, waarin de wapening is opgenomen. 35 Dergelijke gevelelementen kunnen eventueel gebruikt 2 worden bij nieuwe gebouwen, omdat dan rekening gehouden kan worden bij het ontwerp van het gebouw. Bij renovatie van een gebouw is dit echter niet mogelijk, omdat de beschikbare ruimte beperkt is. Bovendien zijn oude gebouwen vaak volgens oude eisen 5 gemaakt. Zo was het vroeger gebruikelijk om een spouwbreedte van 7 centimeter of zelfs minder aan te houden, terwijl de huidige eisen vaak een spouwbreedte van ten minste 10 centimeter voorschrijven. Het gebruik van een prefab gevelelement, dat dikker is dan gebruikelijke gevelstenen, zal bij renovatie er 10 juist toe leiden dat de spouwbreedte afneemt, hetgeen ongewenst is.

Het is nu een doel van de uitvinding om een gevelelement te verschaffen, waarbij de bovengenoemde nadelen verminderd of zelfs voorkomen worden.

15 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een werkwijzen, die de stappen omvat: - het verschaffen van een mal met een bodem en een langs de bodem opstaande omtreksrand; - het verschaffen van een groot aantal gebakken 20 gevelstenen; - het over de lengte delen van de gevelstenen; - het met het deelvlak omhoog gericht op de bodem van de mal plaatsen van de gevelstenen; en - het volstorten van de mal met een mortel.

25 Doordat de gebakken gevelstenen over de lengte gedeeld worden, wordt de dikte van de gevelstenen gehalveerd. Hierdoor kan de dikte van het gevelelement volgens de uitvinding gelijk zijn of zelfs dunner dan de dikte van een volledige gevelsteen. Een en ander is daarbij afhankelijk van de mortellaag, die 30 bovenop de gedeelde gevelstenen wordt aangebracht.

De gebruikte mortel is bijvoorkeur een speciale gietmortel met goede eigenschappen op het gebied van hechtsterkte, waterdichtheid en uitslaggevoeligheid. De hechtsterkte zorgt ervoor dat voor het gevelelement minder 35 mortel en in het algemeen minder dan wel lichtere wapening nodig 3 is dan bij elementen volgens de stand van techniek.

De waterdichte eigenschappen van de mortellaag hebben het voordeel dat het gevelelement geschikt kan zijn voor naisoleren. Na-isoleren is het vullen van de spouw met 5 isolatiemateriaal na het plaatsen van het prefab gevelelement.

Bijvoorkeur is de mortel zodanig gekozen, dat de kans op uitbloei van ongebonden kalk uit de mortel en vergipsing van de gevel nagenoeg nihil is.

Wanneer het gevelelement volgens de uitvinding een 10 kleinere dikte heeft dan een gebruikelijke gevelsteen kan bij renovatie juist de spouwbreedte vergroot worden, zodat ondanks de leeftijd van een gebouw, toch voldaan kan worden aan aan de nieuwere eisen van een bouwbesluit.

Daarnaast heeft een gevelelement volgens de uitvinding 15 het voordeel van lagere materiaal kosten. Doordat de gevelstenen gedeeld worden, is slechts de helft van de stenen nodig om een gevelelement volgens de uitvinding het uiterlijk te geven van een volledig gemetselde gevel.

Bij voorkeur worden bij de werkwijze volgens de 20 uitvinding de gevelstenen in verband op de bodem van de mal geplaatst. Door het verband wordt er extra stevigheid in het gevelelement verkregen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, omvat de werkwijze de stap van het plaatsen van 25 een wapening op de gevelstenen, alvorens de mal met mortel wordt volgestort. De wapening zorgt er voor dat de laag mortel op de gevelstenen extra stevigheid krijgt, waardoor de dikte van deze laag beperkt kan worden. Hierdoor zal de totale dikte van het gevelelement gereduceerd worden, waardoor het gevelelement 30 uitermate geschikt wordt voor gebruik bij renovatie. Bijvoorkeur omvat de wapening ten minste één wapeningsmat.

In een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding zijn aan de wapeningsmat een aantal lintvoegwapeningen aangebracht, welke lintvoegwapeningen in een 35 voeg tussen twee aangrenzende gevelstenen steken. De 4 lintvoegwapeningen zorgen voor een dwars verbinding tussen de wapening in de mortellaag en de gedeelde gevelstenen.

Volgens weer een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding zijn op de bodem van de mal 5 positioneringselementen aangebracht voor het positioneren van gevelstenen. De positioneringselementen vereenvoudigen de plaatsing van de gevelstenen in de mal.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de positioneringselementen strengvormig, zoals een slang, houten 10 strip of rubber band. De strengvormige positioneringselementen markeren de voegen, zodat de stenen op de juiste plek geplaatst kunnen worden. Daarnaast vullen de strengvormige positioneringselementen de voegen tussen de stenen, zodat de mortel tegengehouden wordt en een gewenste diepte van de voegen 15 van het gevelelement verkregen wordt. Zo kan met de strengvormige positioneringselementen ingesteld worden of een diepte of ondiepe voeg verkregen wordt. In een andere uitvoering kunnen de voegen gevuld zijn met een fijn zand om de gewenste voegdiepte te verkrijgen.

20 Doordat met deze strengvormige positioneringselementen of het fijne zand, de voegdiepte ingesteld kan worden, kunnen eenvoudig gevelelementen geleverd worden, waarbij de voegen nog nagevoegd moeten worden, of waarbij het uiterlijk verkregen wordt van voegen vervaardigd volgens de doorstrijkmethode.

25 In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding zijn aangrenzend aan een beoogde doorgang in het gevelelement L-vormige gevelstenen aangebracht. De L-vormige gevelstenen vormen met één been van de L-vorm de zichtzijde van het gevelelement, terwijl het andere been van de 30 L-vorm de zichtzijde vormt van de beoogde doorgang.

Eventueel kan in de mal een stelframe geplaatst worden om de beoogde doorgang te vormen.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren.

35 Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht schematisch de 5 eerste paar stappen van een werkwijze volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont in dwarsdoorsnede aanzicht de overige stappen van de werkwijze volgens figuur 1.

Figuur 3A toont een spouwmuur volgens de stand van 5 techniek in dwarsdoorsnede aanzicht.

Figuur 3B toont een spouwmuur met een gevelelement volgens de uitvinding in dwarsdoorsnede aanzicht.

In figuur 1 worden de eerste stappen van een uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding getoond. 10 Volgens deze werkwijze wordt allereerst een mal met een bodem 1 en een opstaande wand 2 voorzien. In de mal 1,2 is een stelframe 3 op de bodem 1 geplaatst, waar bijvoorbeeld een raamopening in het te vervaardigen gevelelement dient te komen.

Op de bodem 1 zijn strengvormige 15 positioneringselementen, zoals als rubberstrengen 4 aangebracht. De rubberstrengen 4 vormen een patroon op de bodem 1, dat in figuur 1 niet volledig is afgebeeld.

Vervolgens worden gebakken gevelstenen 5 over de lengte gedeeld op het deelvlak 6. Dit delen kan door middel van zagen 20 of knippen.

De gedeelde stenen 5 worden volgens in het patroon op de bodem 1 van de mal 1,2 geplaatst, waarbij het deelvlak 6 naar boven is gericht.

Voor de omlijsting van het stelframe 3 worden 25 gevelstenen 7 tot een L-vorm gezaagd. Het ene been 9 van de gevelsteen 7 vormt dan onderdeel van de zichtzijde van de gevel, terwijl het andere been 8 aanligt tegen de doorgang in de gevel en de zichtzijde van de rand van de doorgang vormt.

In figuur 2 is de mal 1, 2 in dwarsdoorsnede getoond. Op 30 de in de mal 1, 2 geplaatste stenen 5 wordt vervolgens een wapeningsmat 10 geplaatst. Aan deze wapeningsmat 10 zijn verder lintvoegwapeningen 11 aangebracht, die in de voegen tussen de stenen 5 steken.

Tenslotte wordt in de mal 1, 2 een mortel 12 gestort, 35 die de ruimte in de voegen en rond de wapeningsmat 10 opvult. Na 6 het uitharden van de mortel 12 kan de mal 1, 2 verwijderd worden en is er een gevelelement gevormd met het uiterlijk van een gemetselde gevel en een beperkte dikte.

In figuur 3A is in dwarsdoorsnede een conventionele 5 spouwmuur 15 getoond. Deze spouwmuur 15 heeft een gemetseld binnenblad 16 en een gemetselde gevel 17. Op het binnenblad 16 is een isolatielaag 18 aangebracht met een zondanig dikte, dat er nog een luchtspleet 19 overblijft. Wanneer een dergelijke spouwmuur 15 gerenoveerd wordt, wordt de gemetselde gevel 17 10 afgebroken en wordt de isolatielaag 18 verwijderd.

In figuur 3B is een gerenoveerde spouwmuur 20 getoond. Hierbij is op het gemetselde binnenblad een nieuwe isolatielaag 21 aangebracht. Vervolgens is voor deze isolatielaag 21 een gevelelement 22 volgens de uitvinding geplaatst, waarbij tussen 15 de isolatielaag 21 en het gevelelement 22 een luchtspleet 23 overblij ft.

Het gevelelement 22 wordt door middel van schroeven aan het binnenblad 16 verankerd. Deze schroeven kunnen instelbaar zijn, zodat het gevelelement 22 goed waterpas gesteld kan 20 worden.

Claims (8)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een prefab gevelelement, welke werkwijze de stappen omvat: 5. het verschaffen van een mal met een bodem en een langs de bodem opstaande omtreksrand; - het verschaffen van een groot aantal gebakken gevelstenen; - het over de lengte delen van de gevelstenen; 10. het met het deelvlak omhoog gericht op de bodem van de mal plaatsen van de gevelstenen; en - het volstorten van de mal met een mortel.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de gevelstenen in verband op de bodem van de mal worden geplaatst.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende de stap van het plaatsen van een wapening op de gevelstenen, alvorens de mal met mortel wordt volgestort.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij de wapening ten minste één wapeningsmat omvat.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij aan de wapeningsmat een aantal lintvoegwapeningen zijn aangebracht, welke lintvoegwapeningen in een voeg tussen twee aangrenzende gevelstenen steken.

6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, 25 waarbij op de bodem van de mal positioneringselementen zijn aangebracht voor het positioneren van gevelstenen.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij de positioneringselementen strengvormig zijn, zoals een slang, houten strip of rubber band.

8. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij aangrenzend aan een beoogde doorgang in het gevelelement L-vormige gevelstenen zijn aangebracht.