NL2003408C2 - Binding van het klapskitype voor een ski of schaats. - Google Patents

Binding van het klapskitype voor een ski of schaats. Download PDF

Info

Publication number
NL2003408C2
NL2003408C2 NL2003408A NL2003408A NL2003408C2 NL 2003408 C2 NL2003408 C2 NL 2003408C2 NL 2003408 A NL2003408 A NL 2003408A NL 2003408 A NL2003408 A NL 2003408A NL 2003408 C2 NL2003408 C2 NL 2003408C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
hinge pin
binding
magnets
ski
Prior art date
Application number
NL2003408A
Other languages
English (en)
Inventor
Pieter Meint Klok
Jaap Kingma
Franacois Baverel
Original Assignee
Gimo Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gimo Holding B V filed Critical Gimo Holding B V
Priority to NL2003408A priority Critical patent/NL2003408C2/nl
Priority to PCT/NL2010/050538 priority patent/WO2011025376A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2003408C2 publication Critical patent/NL2003408C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63CSKATES; SKIS; ROLLER SKATES; DESIGN OR LAYOUT OF COURTS, RINKS OR THE LIKE
    • A63C9/00Ski bindings
    • A63C9/02Non-self-releasing bindings with swivel sole-plate or swivel parts, i.e. Ellefsen-type
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63CSKATES; SKIS; ROLLER SKATES; DESIGN OR LAYOUT OF COURTS, RINKS OR THE LIKE
    • A63C1/00Skates
    • A63C1/22Skates with special foot-plates of the boot
    • A63C1/28Pivotally-mounted plates
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63CSKATES; SKIS; ROLLER SKATES; DESIGN OR LAYOUT OF COURTS, RINKS OR THE LIKE
    • A63C17/00Roller skates; Skate-boards
    • A63C17/04Roller skates; Skate-boards with wheels arranged otherwise than in two pairs
    • A63C17/06Roller skates; Skate-boards with wheels arranged otherwise than in two pairs single-track type
    • A63C17/065Roller skates; Skate-boards with wheels arranged otherwise than in two pairs single-track type with movements during use of the foot plate or shoe relative to the chassis, e.g. inline clap skate
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63CSKATES; SKIS; ROLLER SKATES; DESIGN OR LAYOUT OF COURTS, RINKS OR THE LIKE
    • A63C2201/00Use of skates, skis, roller-skates, snowboards and courts
    • A63C2201/06Telemark

Landscapes

  • Footwear And Its Accessory, Manufacturing Method And Apparatuses (AREA)

Description

P89287NL00
Titel: Binding van het klapskitype voor een ski of schaats,
De uitvinding heeft betrekking op een binding van het klapskitype voor een ski of schaats, omvattend een tijdens gebruik op een ski of schaats bevestigde basisplaat, een tijdens gebruik op de basisplaat bevestigd scharnierdeel, een op afstand daarachter op de basisplaat bevestigde steun, 5 en een in bedrijf middels een scharnierpen tussen een gesloten stand en een open stand verzwenkbaar aan het scharnierdeel bevestigd frame, dat is voorzien van voorste en achterste bevestigingsmiddelen voor een schoen van een sportbeoefenaar, waarbij terugstelmiddelen zijn voorzien, die het frame vanuit een open stand in de gesloten stand kunnen terugbrengen.
10 Bindingen van het klapskitype zijn in diverse varianten uit de praktijk bekend. Dergelijke bindingen zijn oorspronkelijk ontworpen voor schaatswedstrijden op ijs. Dit heeft geleid tot de bekende klapschaats, waarbij de schoen aan de voorzijde via een scharnier is verbonden met het ijzer van de schaats, waardoor het ijzer langer in contact kan blijven met 15 het ijs.
Deze techniek kan toegepast worden bij rolschaatsen zoals gebruikt bij skeeleren of inline skating. In deze beschrijving en de bijbehorende conclusies wordt met de term “schaats”dan ook zowel een schaats voor toepassing op ijs als een schaats met wielen begrepen.
20 Voorts is deze techniek recent toegepast bij zogenaamde cross country ski’s, ook wellanglaufski’s genoemd. Opgemerkt wordt, dat bij cross-country ski’s de schoen van oudsher al uitsluitend bij de teen aan de ski was bevestigd en derhalve op en neer kan zwenken. Daarbij werd traditioneel echter niet een scharnierend frame toegepast. Een constructie 25 met een scharnierend frame is recent echter wel toegepast in een door de firma CadoMotus op de markt gebrachte XC-binding (“XC”staat voor crosscountry).
2
Voorts heeft aanvraagster voor een deelnemer aan de Olympische winterspelen van 2006 in Turijn een klapski-binding van de bovengenoemde soort ontwikkeld. Deze bekende klapski-binding resulteerde inderdaad in een verbetering van de persoonlijke prestaties van de deelnemer. Toch 5 bleek, dat op een aantal punten nog verbetering van de binding mogelijk is.
De uitvinding beoogt derhalve een verbeterde klapski-binding ter beschikking te stellen. Hiertoe wordt een binding van de bovenbeschreven soort daardoor gekenmerkt, dat de terugstelmiddelen tenminste één of meer eerste permanente magneten omvatten die aan het vóór de scharnierpen 10 gelegen deel van het frame zijn aangebracht en die samenwerken met één of meer tweede permanente magneten, die tegenover de eerste permanente magneten aan het scharnierdeel zijn aangebracht, waarbij de eerste en tweede permanente magneten elkaar afstoten.
In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met 15 verwijzing naar de bij gevoe gde tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur 1 toont schematisch in zij-aanzicht een ski voorzien van een klapski-binding; figuur 2 toont schematisch een aanzicht met uiteengenomen delen van een voorbeeld van een skibinding volgens de uitvinding; 20 figuur 3 toont schematisch in perspectivisch zij-aanzicht het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2; figuur 4 toont schematisch in zij-aanzicht een detail van figuur 3; figuur 5 toont schematisch in zij-aanzicht een voorbeeld van een dempingsorgaan voor een klapski-binding volgens de uitvinding; 25 figuur 6 toont schematisch in zij-aanzicht een voorbeeld van magnetische terugstelmiddelen voor een klapski-binding volgens de uitvinding; figuur 7 toont schematisch een voorbeeld van magnetische terugstelmiddelen voor een klapski-binding volgens de uitvinding; 3 figuur 8 toont schematisch een voorbeeld van een in een binding volgens de uitvinding toepasbare Halbach-configuratie; figuur 9 toont schematisch een voorbeeld van snelkoppelmiddelen voor toepassing in een binding volgens de uitvinding; 5 figuur 10 toont schematisch en voorbeeld van een loopframe; en figuur 11 toont schematisch een voorbeeld van bevestigingsmiddelen voor een skischoen.
Figuur 1 toont schematisch in zij-aanzicht een ski 1 voorzien van een binding van het klapskitype. Zoals reeds opgemerkt, kan een dergelijke 10 binding ook worden toegepast bij een ander type drager dan een ski, zoals bijvoorbeeld een schaatsijzer of een wielstel van een inlineskate. In de hierna volgende beschrijving zij-aanzicht eenvoudigheidshalve steeds worden uitgegaan van toepassing bij een ski voor cross-country sport.
Op de ski is een scharnierdeel 2 bevestigd, dat middels een 15 scharnierpen 3 scharnierend is verbonden met een frame 4. De scharnierpen is evenwijdig aan de breedterichting van de ski en het frame kan ten opzichte van de ski omhoog zwenken. Op het frame 4 is via voorste en achterste bevestigingsmiddelen 5, 6 een schoen 7 bevestigd. De neus van de schoen ligt nabij de scharnierpen 3, Het van de scharnierpen 3 afgekeerde 20 achterste einde van het frame 4 rust in de getoonde situatie op een steun 8, doch is daarmee niet vast verbonden (zie in dit verband echter de in het volgende nader beschreven werking van de in figuur 2 getoonde veer 75).
Het frame kan derhalve om de scharnierpen 3 vanuit de getoonde gesloten stand omhoog zwenken in een open stand, zoals met een pijl 9 is 25 aangegeven.
Het scharnierdeel 2 en de steun 8 zijn bij voorkeur onder tussenkomst van een basisplaat 10 op de ski bevestigd. De basisplaat maakt het mogelijk om de steun 8 en het scharnierdeel 2 onafhankelijk van elkaar over een beperkte afstand in de lengterichting van de ski te verschuiven en in 30 een gewenste positie te vergrendelen.
4
Figuur 2 toont schematisch een “exploded view” van een voorbeeld van een binding volgens de uitvinding en figuur 3 toont dezelfde binding in samengestelde vorm in perspectivisch aanzicht. Overeenkomstige delen zijn in de figuren 1, 2 en 3 met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven. De ski en 5 de schoen van figuur 1 zijn in de figuren 2 en 3 niet getoond. De diverse onderdelen van de getoonde skibinding kunnen, afhankelijk van hun functie van kunststof of metaal zijn vervaardigd. Met het oog op enerzijds de gewenste sterkte en anderzijds een zo gering mogelijk gewicht zijn de metalen delen bij voorkeur uit aluminium gefreesd. Bij de opbouw van een 10 binding volgens de uitvinding wordt eerst de basisplaat 10 op de gewenste drager, in dit geval een ski, bevestigd met behulp van in figuur 2 aangegeven geschikte schroeven. De basisplaat is voorzien van althans deels ondersneden langsranden 12, die in bedrijf samenwerken met corresponderende geprofileerde bevestigingsdelen 13 en 14 van het 15 scharnierdeel 2 en de steun 8. De profileringen van de bevestigingsdelen 13, 14 grijpen om de ondersneden langsranden 12 van de basisplaat, zodat de bevestigingsdelen en daarmee het scharnierdeel 2 en de steun 8 over de basisplaat 10 verschoven kunnen worden.
De basisplaat 10 is voorts voorzien van drie reeksen van zich dwars 20 op de lengterichting van de basisplaat 10 uitstrekkende sleufgaten 15a, 15b en 16. De sleufgaten 15a en 15b werken in dit voorbeeld beide samen met de uiteinden van een nog nader te beschrijven verende grendelstrip 17. De reeks sleufgaten 16 werkt in dit voorbeeld samen met één uiteinde van een enkele verende grendelstrip 18, die met het bevestigingsdeel 14 van de 25 steun 8 is verbonden of gekoppeld of daarvan deel uitmaakt. De sleufgaten 15a en 15b maken het mogelijk de positie van de sportbeoefenaar op de ski enigszins te wijzigen. Aangezien de door de gebruiker op de ski in de lengterichting uitgeoefende krachten in hoofdzaak door het scharnierdeel worden overgebracht zijn twee reeksen sleufgaten 15a en 15b samen met 30 een zowel in voorwaartse als achterwaartse richting vergrendelende strip 17 5 toegepast, De steun 8 hoeft in beginsel geen krachten in de lengterichting op te vangen. Daar echter steun 8 in de situatie waarin het frame 4 zich in de gesloten stand bevindt omsloten wordt door een nog nader te omschrijven, aan het frame bevestigde kooi 19 dient het bevestigingsdeel 18 met de 5 daarop bevestigde steun 8 ook in de lengterichting van de ski verstelbaar te zijn. Bovendien moet de positie van de kooi 19 ten opzichte van het scharnierdeel aangepast kunnen worden aan de grootte van de op het frame 4 te bevestigen schoen, hetgeen een extra insteltraject voor de steun 8 wenselijk maakt. Derhalve is in het getoonde voorbeeld een aantal 10 sleufgaten 16 toegepast dat groter is dan het aantal sleufgaten van de reeksen 15a en 15b en kan het bevestigingsdeel 14 met de steun 8 over een groter bereik versteld worden dan het scharnierdeel 2.
Een voorbeeld van een grendelstrip 17 voor het scharnierdeel 2 is schematisch in zij-aanzicht in figuur 4 getoond. De getoonde grendelstrip 15 heeft in zij-aanzicht een enigszins gebogen vorm en is in het middengebied voorzien van een rond staafvormig dwarselement 20, dat aan weerszijden in de grendelstrips zich tot voorbij de grendelstrip uitstrekkende vrije uiteinden heeft. De zich aan weerszijden van het dwarselement uitstrekkende delen van de grendelstrip vormen verende lippen 21, 22 20 waarvan de uiteinden van elk van een neerwaartse rand 23, 24 zijn voorzien. De neerwaarts gerichte randen hebben elk aan de buitenzijde een vlak vertikaal oppervlak 25, dat in bedrijf tegen een corresponderend vlak vertikaal oppervlak van één der sleuven 15a of 15b ligt. Het naar binnen gekeerde oppervlak 26 van de randen is afgeschuind.
25 De grendelstrip is voorts voorzien van aan weerszijden van het dwarselement aangebrachte bedieningslippen 28, 29. Als de bedieningslip 29 omhoog wordt getrokken komt de in bedrijf in een sleuf 15b reikende rand 24 vrij en kan de grendelstrip 17 naar rechts worden geschoven. Daarbij komt de rand 23 als gevolg van het schuine oppervlak 26 omhoog 30 zodat de rand 23 de verschuiving niet blokkeert. Op soortgelijke wijze kan 6 de grendelstrip 17 naar links worden verschoven door de bedieningslip 28 omhoog te trekken.
De uiteinden van het staafvormige dwarselement 20 liggen opgesloten in openingen van twee ópstaande oren 30, die zich aan 5 weerszijden van de grendelstrip bevinden en die deel uitmaken van zich achterwaarts uitstrekkende armen 31 van het bevestigingsdeel 13 van het seharnierdeel 2,
Opgemerkt wordt, dat het seharnierdeel 2 en het bevestigingsdeel 13 losse delen kunnen zijn, die met elkaar worden verbonden met geschikte 10 middelen, zoals de in figuur 2 getoonde boutjes 32, doch dat het seharnierdeel en het bevestigingsdeel ook één geheel kunnen vormen, dat bijvoorbeeld uit één blok aluminium of ander geschikt materiaal kan zijn vervaardigd.
Het seharnierdeel 2 heeft twee aan weerszijden opstaande flenzen 15 35 met daarin openingen 36 voor de scharnierpen 3. Het frame 4 past met het voorste einde 40 tussen de flenzen 35 van het seharnierdeel 2 en is voorzien van een boring 41 voor het op nemen van de scharnierpen 3.
De openingen 36 zijn in dit voorbeeld beide voorzien van zich tot de rand van de flenzen uitstrekkende sleuven 37, die een doorgang vormen 20 voor afgeplatte delen 28 om de scharnierpen 3 als deze zich in de juiste stand voor de sleuven bevinden. De scharnierpen is voorts aan één einde voorzien van een kop 39 en aan het andere einde van een bedieningskruk 42. De bedieningskruk 42 is bij voorkeur voorzien van een arrêteerkogeltje, dat op gebruikelijke wijze in een uitholling 43 in het seharnierdeel valt om 25 een ruststand te handhaven. In de ruststand ligt een deel van de bedieningskruk nog tegen een uitstekende rand 44 van het seharnierdeel, zodat de kruk vanuit de ruststand slechts in één richting verdraaid kan worden. Als in dit voorbeeld de kruk vanuit de getekende stand een kwartslag naar voren wordt gedraaid komen de afgeplatte delen 38 van de 7 scharnierpen 3 in lijn met de sleuven te liggen en kan de scharnierpen uit de openingen 36 worden genomen.
Daar de scharnierpen 3 zich in bedrijf door de boring 41 van het frame 4 uitstrekt, kan op deze wijze het frame snel losgenomen worden en 5 desgewenst worden vervangen door een ander, bijvoorbeeld langer of korter frame. Omgekeerd kan ook de ski worden vervangen door een ander type ski. Dat bijvoorbeeld aangepast is aan het type wedstrijd en/of aan de heersende omstandigheden, of door een nog nader te omschrijven loopframe, waarmee de skiër kan lopen op plaatsen waar geen sneeuw ligt.
10 Voorts maakt de mogelijkheid het frame snel los te nemen het schoonmaken van de binding eenvoudiger.
De zich aan de achterzijde van het bevestigingsdeel 14 van de steun 8 bevindende grendelstrip 18 omvat een enkele verende gebogen lip, die op een soortgelijke wijze als de lippen 21, 22 van de grendelstrip 17 aan 15 het uiteinde is voorzien van een neerwaarts gerichte rand met een naar achter gericht vlak vertikaal oppervlak en een naar binnen gekeerd afgeschuind oppervlak. Voorts is op soortgelijke wijze als bij de grendelstrip 17 een bedieningslip 46 aanwezig om de neerwaarts gerichte rand uit een sleuf 16 te tillen als de steun verschoven dient te worden.
20 De steun 8 is bij voorkeur van kunststof vervaardigd en bestaat uit een in hoofdzaak rechthoekig blok met afgeschuinde vertikale ribben. Bij voorkeur loopt het blok naar boven toe enigszins taps toe. Het blok is in gemonteerde toestand met behulp van twee boutjes 47 op het bevestigingsdeel 14 gemonteerd, 25 Het frame 4 is zodanig gevormd, dat het achterste einde 50 hoger ligt dan het voorste einde 40.
De bevestigingsmiddelen 5 en 6 voor respectievelijk de neus en de hak van een schoen zijn in gemonteerde toestand met bouten 51, 52 vastgezet in openingen 53, 54 van het frame 4. De openingen 53, 54 zijn 30 sleufgaten, die het mogelijk maken de bevestigingsmiddelen in de 8 lengterichting van het frame 4 te verplaatsen, De schoen van de gebruiker wordt bij voorkeur zodanig op het frame bevestigd, dat de scharnieras 3 onder de bal van de voet ligt. Hierdoor kan de gebruiker indien hij zich met de ski afzet, veel efficiënter en stabieler duwkracht overbrengen dan in het 5 geval van een traditionele binding voor cross-country ski’s, waarbij het verbindingspunt van de schoen met de ski nog vóór de tenen van de gebruiker ligt.
Het frame 4 is voorts aan het achtereinde aan de onderzijde voorzien van de reeds genoemde kooi 19, die in de rusttoestand (zie figuur 3) 10 om de steun valt. De kooi is in dit voorbeeld in gemonteerde toestand met twee boutjes 55, 56 aan het frame bevestigd. Het frame en de kooi kunnen van elk geschikt materiaal worden vervaardigd doch zijn bij voorkeur van hoogwaardig aluminium gemaakt. Om een zo licht mogelijke binding te verkrijgen zijn in de diverse onderdelen op diverse plaatsen openingen en/of 15 uitsparingen aangebracht.
De steun 8 geeft behalve vertikale ondersteuning van het frame ook zijdelingse steun in samenwerking met de kooi 19. Hierdoor is in de in figuur 3 getoonde neergeklapte stand van het frame, die zich voordoet als de ski over de sneeuw glijdt, een zeer stabiele verbinding tussen de voet van de 20 gebruiker en de ski verkregen.
Tijdens het skiën (of schaatsen) worden slagen gemaakt, waarbij de sporter op één been steunt, terwijl het andere been wordt opgetrokken en naar voren wordt bewogen. De klapski-binding van de ski aan de voet van het opgetrokken been klapt daarbij open, doordat de ski naar beneden 25 zwenkt. Daarbij draait de basisplaat met de vast daarop bevestigde delen om de seharnierpen 3 en komt de kooi 19 vrij Van de steun 8. Bij het neerkomen klapt de binding met kracht dicht, hetgeen een als onprettig ervaren schok tot gevolg heeft, die tevens gepaard gaat met een storend geluid.
9
Volgens de uitvinding worden daarom bij voorkeur schok- en geluiddempende middelen toegepast tussen de kooi en/of het achtereinde van het frame en de steun en/of het bevestigingsdeel van de steun.
Een voorbeeld van eenvoudig doch effectief werkende schok- en 5 geluiddempende middelen is schematisch getoond in figuur 5. De steun 8 is langs de onderrand voorzien van een rondgaande groef 60, waarin een strak passende O-ring 61 ligt. Bij het dichtklappen van de binding wordt de onderrand van de kooi 19 op gevangen door de O-ring.
Voorts zijn terugstelmiddelen voorzien, die na het openklappen van 10 de binding de ski weer terugtrekken naar het frame. De skiër krijgt hierdoor een betere controle over de ski aan de op getilde voet. Hiertoe zou gebruik kunnen worden gemaakt van schroefveren, doch een bezwaar is dan dat dergelijke veren moeilijk te reinigen zijn. Ook kunnen de veren losspringen of breken, waardoor de binding niet meer juist functioneert en de piste 15 vervuild wordt.
Volgens de uitvinding wordt gebruik gemaakt van een stelsel van compacte doch krachtige permanente magneten om de gewenste terugstelkracht te verschaffen.
Hiertoe zijn volgens de uitvinding in het voorste deel 40, ofwel de 20 kop, van het frame tenminste vóór en bij voorkeur ook achter de scharnierpen 3 magneten aangebracht, die samenwerken met magneten, die in het scharnierdeel 2 zijn aangebracht. Daarbij zijn de magneten zodanig opgesteld, dat de zich voor de scharnierpen bevindende magneten in de kop 40 en in het scharnierdeel 2 elkaar afstoten, terwijl de achter de 25 scharnierpen geplaatste magneten in de kop en in het scharniergedeelte elkaar juist aantrekken.
Voorts kunnen in het achterste deel 50 van het frame en in de steun 8 nog elkaar aantrekkende magneten zijn toegepast.
Figuur 6 toont schematisch een voorbeeld van een mogelijke 30 configuratie van magneten in het scharnierdeel 2 en de kop 40 van het 10 frame 4. In geschikte openingen in de kop 40 zijn magneten 62, waarvan er één in figuur 6 zichtbaar is, aangebracht.
Figuur 3 toont drie van degelijke openingen 63 in de vorm van blinde boringen in het voorvlak 64, dat wil zeggen het in gemonteerde 5 toestand voor de scharnierpen 3 liggende deel van de kop 40, Als het frame 4 bij het opheffen van de voet van de skiër om de scharnierpen 3 draait, zwenkt het voorvlak 64 naar beneden en komen de magneten 62 tegenover in het scharnierdeel geplaatste contramagneten 65 te liggen. De magneten 62 en 65 zijn zodanig op gesteld, dat gelijke polen naar elkaar toe zijn 10 gekeerd. De magneten 64 en 65 stoten elkaar dus af, waardoor op het scharnierdeel 2 en daarmee de daaraan bevestigde ski, een moment rotatiekracht wordt uitgeoefend, waardoor de ski weer met de achterzijde omhoog wordt geduwd in de richting van de ruststand. De werking van de afstotende kracht tussen de magneten 62 en 65 kan nog worden versterkt 15 door toepassing van soortgelijke, maar elkaar aantrekkende magneten, die in tegenover elkaar liggende vlakken achter de scharnierpen 3 zijn geplaatst. In figuur 6 zijn met verwijzingscijfer 67 één of meer magneten getoond, die in openingen in een ondervlak 68 van de kop zijn geplaatst. Tegenover de magneten 67 zijn in het scharnierdeel 2 corresponderende 20 magneten 69 aangebracht. De magneten 67 en 69 trekken elkaar aan.
Op soortgelijke wijze kunnen elkaar aantrekkende magneten zijn toegepast in de steun 8 en het achterste deel 50 van het frame 4 en/of de kooi 19.
Figuur 7 toont volledigheidshalve schematisch een voorbeeld van 25 een dergelijke configuratie, waarbij de steun 8 is voorzien van drie magneten 70 en in dit voorbeeld de kooi 19 ook is voorzien van drie magneten 71, waarbij de magneten 70 en 71 elkaar aantrekken. Met voordeel kunnen bijvoorbeeld de magneten 65 en 69 in het scharnierdeel in een zogenaamde Halbaeh-configuratie zijn geplaatst. Bij een Halbach-30 configuratie wordt een aantal magneten met steeds afwisselende oriëntatie 11 naast elkaar geplaatst op zodanige wijze dat het resulterende magnetische veld zich concentreert aan één zijde van de configuratie.
Een voorbeeld van een voor toepassing in het scharnierdeel 2 geschikte Halbach-cOnfiguratie is schematisch getoond in figuur 8. De 5 getoonde Halbach-configuratie H omvat in dit voorbeeld vijf naast elkaar geplaatste magneten Ml t/m M5, die de magneten 65 en 69 van figuur 6 kunnen vervangen. De pijlen in de magneten geven de richting van het magneetveld in de magneten aan. Buiten de magneten is het magnetische veld in hoofdzaak boven de magneetconfiguratie H geconcentreerd.
10 Boven de magneetconfiguratie zijn de scharnierpen 3 en de magneten 62 en 67 van de kop 40 van het frame 4 aangegeven. De magneet 62 wordt afgestoten door het veld van de Halbach-configuratie en in het bijzonder door de fluxlijnen die door de magneet M2 gaan. De magneet 67 wordt daarentegen aangetrokken door de Halbach-configuratie en in het 15 bijzonder als gevolg van de fluxlijnen, die door de magneet M4 gaan.
De scharnierpen 3 ligt bij voorkeur ongeveer boven het zwaartepunt van de ski, zodat zo min mogelijk kracht nodig is om de ski te verzwenken. Desgewenst kan ook in de steun 8 of de kooi 19 een Halbach-configuratie worden toegepast.
20 Door de beschreven werking van de magneten aan het voorste en het achterste einde van het frame 4 wordt de ski, die aan de voet van een door de sporter omhoog bewogen been is bevestigd, en die in eerste aanleg in de stand blijft die overeenkomt met de stand waarin de ski op de sneeuw rust, terwijl de voet al omhoog beweegt en de binding openklapt, weer naar 25 de oorspronkelijke stand ten opzichte van de voet van de skiër getrokken. Daarbij beweegt de achterzijde van de ski omhoog, terwijl de punt van de ski naar beneden wordt gericht. Om te voorkomen, dat de ski zich bij het neerkomen van de voet met de punt in de sneeuw boort, worden bij voorkeur middelen toe gepast Om te zorgen, dat de binding niet geheel dichtklapt 30 zolang de ski nog boven de sneeuw zweeft. In het onderhavige voorbeeld is 12 het frame 4 hiertoe voorzien van tussen het frame 4 en de basisplaat 10 werkzame veermiddelen, die voorkomen dat de binding zich geheel sluit. In het getoonde voorbeeld omvatten de veermiddelen een bladveer 75 (figuur 2, figuur 3), die met boutjes 76 of dergelijke tegen de onderzijde van het frame 5 4 is bevestigd. Het vrije einde van de bladveer is naar achter en naar beneden gericht en werkt samen met het bovenvlak van de basisplaat 10, Als alternatief kan bijvoorbeeld een aan de basisplaat bevestigde bladveer worden toegepast, die met het vrije einde tegen het frame duwt.
In het voorgaande is reeds beschreven dat het frame 4 snel en 10 eenvoudig van de rest van de klapski-binding losgekoppeld kan worden door de kruk 42 een kwartslag te draaien, waarna de kop 40 van het frame met de scharnierpen uit de positie tussen de oren 35 respectievelijk in de openingen 36 kan worden weggenomen. Dit kan gedaan worden terwijl de skiër nog de op het frame 4 bevestigde skischoen aan heeft. Het frame 4 kan 15 desgewenst vervolgens op een loopframe worden bevestigd. Een voorbeeld van een dergelijk loopframe is schematisch getoond in figuur 10.
Een alternatieve uitvoeringsvorm van de snel losneembare scharnierpen is schematisch getoond in figuur 9. Het getoonde uitvoerings-voorbeeld komt in grote lijnen overeen met het dikwijls voor fietswielen 20 toegepaste snelspansysteem, waarbij een wielas is voorzien van een scharnierende hefboom met een tegen een om de as geplaatste ring liggende nok. De ring bevindt zich aan de buitenzijde van de vork en wordt door verzwenken van de hefbom tegen de vork geklemd.
Figuur 9 toont een scharnierpen 3, die een schotelvormig uiteinde 25 80 heeft, dat aansluit op een cilindrisch deel 81 met een kleinere diameter dan het schotelvormige uiteinde 80. Het schotelvormige uiteinde ligt in gemonteerde toestand tegen het buitenoppervlak van een eerste oor 35 van het scharnierdeel 2, en het cilindrische deel reikt door een van een uitneemsleuf voorziene opening in het oor 35 in de richting van het 30 tegenoverliggende, tweede, oor 35. Het van het schotelvormige uiteinde 13 afgekeerde einde van het cilindrische deel 81 ligt op enige afstand van het tweede oor 35 en is van een door een eveneens van een uitneemsleuf voorziene opening van het tweede oor 35 reikend topeind 82 voorzien. Aan de buitenzijde van het tweede oor 35 ligt rondom het topeind een 5 schotelvormig element 83, dat over het topeind kan schuiven. Öp het vrije einde van het topeind is van dwarsboring voorzien cilindrisch busje 84 geschroefd, dat zelf weer voorzien is van een snelspanhandle 85 met een nokoppervlak 86, dat met het schotelvormige element 83 samenwerkt. Als vanuit de in figuur 9 getoonde stand de snelspanhandle linksom (dus naar 10 boven) wordt verdraaid, duwt het nokoppervlak 86 de schotel 83 naar links, terwijl gelijktijdig het schotelvormige uiteinde 80 naar rechts wordt getrokken. Derhalve kan op eenvoudige en snelle wijze de scharnierpen 3 vastgezet of losgenomen worden met behulp van de snelspanhandle 85.
Figuur 10 toont schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een 15 loop frame 90, dat de skiër kan gebruiken om te lopen op plaatsen waar het moeilijk of onmogelijk is om met ski’s aan te lopen, zonder dat het nodig is de skischoenen uit te doen. Het getoonde loopframe is aan de voorzijde 91 op soortgelijke wijze uitgevoerd als het scharnierdeel 2 van de klapski-binding, zodat de kop 40 van het frame 4 aan de voorzijde 91 op dezelfde wijze kan 20 worden bevestigd als aan het scharnierdeel van de binding. Aan de achterzijde 92 is het loopframe 90 voorzien van een uitsparing 93, die de kooi 19 van het frame 4 kan opnemen. In de uitsparing is een enigszins wigvormig blokje 94 geplaatst, dat een soortgelijke vorm heeft als de steun 8 van de binding en dat in de kooi 19 kan worden opgenomen. De uitsparing 25 93 heeft voorts aan de achterzijde een ondersnijding of uitsparing 95, die een aan de achterzijde van de kooi 19 gevormde nok of neus 96 kan opnemen.
Het frame 4 kan op het loopframe bevestigd worden door in een schuine stand van het frame 4, zoals getoond, eerst de kooi 19 van het frame 30 met de nok 96 in de ondersnijding 95 te plaatsen zoals in figuur 10 met een 14 pijl 97 is aangegeven. Vervolgens wordt het frame 4 met de voorzijde naar beneden gezwenkt, zoals met een pijl 98 is aangegeven. Daarbij valt eerst de kooi over het blokje 94 en valt vervolgens de scharnierpen 3 van het frame 4 in openingen 99 in oren 100 van het voorste deel 91 van het loopframe.
5 Vervolgens wordt de scharnierpen vergrendeld met behulp van de kruk 42 of een snelspanhandle als getoond in figuur 9 of een soortgelijk bevestigingssysteem afhankelijk van de uitvoering van het frame 4.
Hierbij wordt de veer 75 van het frame 4 onder spanning op genomen in een holte 101 van het loopframe. Als het frame 4 weer op een 10 skibinding geplaatst dient te worden, wordt de scharnierpen in de lossende stand gedraaid, waarna de veer 75 het frame naar boven duwt, zodat het eenvoudig kan worden losgenomen.
Opgemerkt wordt, dat na het voorgaande diverse constructieve varianten van de klapski-binding en/of het loopframe voor de deskundige 15 voor de hand liggen.
Ook is het mogelijk om de schoen op andere wijze op het frame 4 te bevestigen. Hiertoe zouden bijvoorbeeld ter plaatse van de bevestigingsmiddelen 5 en 6 snelkoppelsystemen zoals bijvoorbeeld in de wielersport worden toe gepast, gemonteerd kunnen worden. Dergelijke 20 systemen worden bijvoorbeeld door Shimano op de markt gebracht en omvatten een opneemorgaan met een verend randgedeelte en op de zool van een schoen bevestigd nokorgaan dat in het opneemorgaan geklikt kan worden. Gebruikelijk kan de schoen losgemaakt worden door de voet zijwaarts te draaien. Bij de beschreven klapski-binding is dit echter niet 25 mogelijk omdat de schoen daarbij zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde vast zit. Daarom is een modificatie nodig waardoor de achterste koppeling met de hand of met behulp van een skistok ontgrendeld kan worden, zodat de hiel opgetild kan worden. Vervolgens kan dan de voorste koppeling losgemaakt worden door de voet zijwaarts te draaien.
15
Figuur 11 toont schetsmatig een voorbeeld van een aangepaste achterste koppeling 110. De aanpassing omvat een bedieningshefboom 111, die tegen veerdruk in naar beneden kan worden gedrukt met de hand of met een skistok of dergelijke. De koppeling opent zich dan en de hiel van de voet 5 kan omhoog gezwenkt worden. Daarna kan de voorste koppeling op gebruikelijke wijze door verdraaiing van de voet ontkoppeld worden.
De op de schoen aangebrachte delen van een dergelijke koppeling zijn tamelijk plat, zodat op een der gelijke schoen gelopen kan worden. Een loopframe is dan niet nodig en het frame 4 hoeft niet losgenomen te worden.
10 Deze en andere voor de deskundige voor de hand liggende modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

Claims (14)

1. Binding van het klapskitype voor een ski of schaats, omvattend een tijdens gebruik op een ski of schaats bevestigde basisplaat, een tijdens gebruik op de basisplaat bevestigd scharnierdeel, een op afstand daarachter op de basisplaat bevestigde steun, en een in bedrijf middels een 5 seharnierpen tussen een gesloten stand en een open stand verzwenkbaar aan het scharnierdeel bevestigd frame, dat is voorzien van voorste en achterste bevestigingsmiddelen voor een schoen van een sportbeoefenaar, waarbij terugstelmiddelen zijn voorzien, die het frame vanuit een open stand in de gesloten stand terug kunnen brengen, met het kenmerk, dat de 10 terugstelmiddelen tenminste één of meer eerste permanente magneten omvatten die aan het vóór de seharnierpen gelegen deel van het frame zijn aangebracht en die samenwerken met één of meer tweede permanente magneten, die tegenover de eerste permanente magneten aan het scharnierdeel zijn aangebracht, waarbij de eerste en tweede permanente 15 magneten elkaar afstoten.
2. Binding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het direkt achter de seharnierpen gelegen deel van het frame is voorzien van één of meer derde magneten, die liggen tegenover één of meer vierde magneten, die aan het scharnierdeel zijn bevestigd, waarbij de derde en de vierde 20 magneten elkaar aantrekken.
3. Binding volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het van de seharnierpen afgekeerde achterste deel van het frame aan de naar de basisplaat gekeerde onderzijde is voorzien van een aan de onderzijde open kooi, die in de gesloten stand van het frame om een op de basisplaat 25 bevestigde steun valt.
4. Binding volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de steun is voorzien van één of meer vijfde magneten, die liggen tegenover één of meer zesde magneten van de kooi, waarbij de vijfde en de zesde magneten elkaar aantrekken.
5. Binding volgens één der conclusies 2 t/m 4, met het kenmerk, dat tenminste de aan het scharnierdeel aangebrachte tweede en vierde 5 magneten gezamenlijk zijn op gesteld in een Halbach-configuratie.
6. Binding volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de vijfde of de zesde magneten een Halbach-configuratie omvatten.
7. Binding volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat scharnierpen is voorzien van afgeplatte delen en in gemonteerde 10 toestand reikt door openingen in twee aan weerszijden van het voorste deel van het frame gelegen oren van het scharnierdeel, welke oren elk via een sleuf naar de rand om de oren toegankelijk zijn, waarbij de afgeplatte delen van de scharnierpen de sleuven kunnen passeren, en waarbij de scharnierpen is voorzien van een bedieningskruk om de scharnierpen te 15 kunnen verdraaien tussen een stand waarin afgeplatte delen voor de sleuven liggen, zodat de scharnierpen samen met het frame kan worden losgenomen en een grendelstand, waarin de afgeplatte delen niet voor de sleuven liggen.
8. Binding volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de scharnierpen 20 twee in de lengterichting ten opzichte van elkaar verschuifbare delen omvat, die elk aan hun vrije uiteinde van een schotelvormig deel zijn voorzien, alsmede van een aan één uiteinde aangebrachte snelspanhandle met een nok, die de verschuifbare delen naar elkaar toe kan trekken.
9. Binding volgens één der conclusies 1 t/m 8, met het kenmerk, dat 25 de basisplaat met een ondersnijding geprofileerde zijranden heeft, waaromheen een bevestigingsdeel van het scharnierdeel en een bevestigingsdeel voor de steun met corresponderende profileringen grijpen, zodanig dat de bevestigingsdelen heen en weer kunnen worden geschoven.
10. Binding volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat voor de 30 bevestigingsdelen van het scharnierstel en de steun grendelmiddelen zijn voorzien, die de vorm hebben van een enigszins bol staande bladveer, die met één of twee nokvormige vrije uiteinden in dwarssleuven van de basisplaat vallen en die zijn voorzien van één of twee bedieningslippen om de nokvormige uiteinden uit een dwarssleuf te tillen,
11. Binding volgens één der voorgaande conclusies, gekemnerkt door tussen het verzwenkbare frame en de basisplaat werkzame veermiddelen, die bewerkstelligen dat het frame in onbelaste toestand niet geheel in de gesloten stand wordt getrokken.
12. Binding volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 10 dat de bevestigingsmiddelen voor een schoen snelkoppelsystemen omvatten, waarbij een snelkoppelsysteem voor de achterzijde van de schoen is voorzien van een ontkoppelhefboom, die met de hand of een skistok bedienbaar is.
13. Binding volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen voor een schoen zodanig zijn gepositioneerd, 15 dat de scharnierpen zich onder de bal van de voet van de gebruiker bevindt.
14. Loopframe voorzien van bevestigingsmiddelen voor een frame van een binding volgens één der conclusies 1 t/m 12, waarbij de bevestigingsmiddelen voorste en achterste bevestigingsmiddelen omvatten, waarbij de voorste bevestigingsmiddelen twee oren omvatten met openingen die via 20 sleuven toegankelijk zijn, welke openingen de scharnierpen voor het frame van de binding kunnen opnemen, waarbij het voorste deel van het frame tussen de oren ligt, en waarbij de achterste bevestigingsmiddelen een holte omvatten, waarin zich een met de steun van een binding overeenkomend blok bevindt, waarbij de opening is voorzien van een ondersneden 25 achterrand, waaronder een nokgedeelte van een kooi van de binding kan grijpen, welke kooi tevens het blok kan opnemen.
NL2003408A 2009-08-28 2009-08-28 Binding van het klapskitype voor een ski of schaats. NL2003408C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003408A NL2003408C2 (nl) 2009-08-28 2009-08-28 Binding van het klapskitype voor een ski of schaats.
PCT/NL2010/050538 WO2011025376A2 (en) 2009-08-28 2010-08-27 Binding of the clap ski -type for a ski or skate

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003408A NL2003408C2 (nl) 2009-08-28 2009-08-28 Binding van het klapskitype voor een ski of schaats.
NL2003408 2009-08-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2003408C2 true NL2003408C2 (nl) 2011-03-01

Family

ID=42083916

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2003408A NL2003408C2 (nl) 2009-08-28 2009-08-28 Binding van het klapskitype voor een ski of schaats.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2003408C2 (nl)
WO (1) WO2011025376A2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2974308A1 (fr) * 2011-04-21 2012-10-26 Patrice Jean Andre Cornillon Dispositif permettant la fixation d'un ressort aidant a la montee et a l'avancee pour planches de glisse (ski alpinisme, ski de randonnee, ski de fond) ou de marche (raquettes a neige)
ITTO20110598A1 (it) * 2011-07-07 2013-01-08 Elmi S R L Puntale per attacco da sci o racchette da neve con sistema autocentrante magnetico
WO2015160885A1 (en) * 2014-04-16 2015-10-22 Aussprung Brent E Hybrid skate

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE20108681U1 (de) * 2000-07-10 2001-08-16 F B C Di Giuliano Frati & C S Verbesserter Langlaufski
US20040090022A1 (en) * 1999-05-06 2004-05-13 Maarten Bobbert Connecting mechanism for pivotally connecting a shoe to a sporting device
WO2009011586A1 (en) * 2007-07-17 2009-01-22 Widee B.V. Frame for a clap skate, and clap skate with such a frame
EP2036595A2 (en) * 2007-09-13 2009-03-18 B.V. Bouwadvies B.B.A. Improved ice or inline skates

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20040090022A1 (en) * 1999-05-06 2004-05-13 Maarten Bobbert Connecting mechanism for pivotally connecting a shoe to a sporting device
DE20108681U1 (de) * 2000-07-10 2001-08-16 F B C Di Giuliano Frati & C S Verbesserter Langlaufski
WO2009011586A1 (en) * 2007-07-17 2009-01-22 Widee B.V. Frame for a clap skate, and clap skate with such a frame
EP2036595A2 (en) * 2007-09-13 2009-03-18 B.V. Bouwadvies B.B.A. Improved ice or inline skates

Also Published As

Publication number Publication date
WO2011025376A9 (en) 2011-04-21
WO2011025376A3 (en) 2011-06-23
WO2011025376A2 (en) 2011-03-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7681904B2 (en) Configurable snowshoe and ski device
US4322090A (en) Ski mountaineering binding
US20120274036A1 (en) Splitboard binding apparatus and systems
US7281717B2 (en) Binding adjustment system
US5382052A (en) In-line roller blade figure skate
NL2003408C2 (nl) Binding van het klapskitype voor een ski of schaats.
US20080184599A1 (en) Pivoting footwear systems and, configurable traction systems
US9010797B2 (en) Climbing skin plates
US20090179403A1 (en) Pivoting footwear systems and configurable traction system
US9339718B2 (en) Assistance system for a gliding board or snowshoe
JP2007518458A (ja) 可変構造式のかんじき及びスキー装置
US6561525B1 (en) In-line skating device of roller skate
US20100253021A1 (en) Step-in telemark ski binding
US7493709B2 (en) Snowshoe
US20040021297A1 (en) Hybrid device combining snowshoe and ski functions
TW202120156A (zh) 雪板鞋套
RU2603250C2 (ru) Лыжное крепление
US20220088466A1 (en) Brake arrangement for a touring binding
NL1008552C2 (nl) Zwenkmechanisme en een inrichting voorzien van een dergelijk zwenkmechanisme ter vorming van een schaats, een langlaufski, een rolski, een skeeler of in-line rolschaats.
NL2012447B1 (nl) Wintersportartikel.
US11857863B2 (en) Shoeski
EP0385842B1 (fr) Dispositif de patinage sur neige
NL2008593C2 (nl) Schaats met losneembare schoen.
EP1923104B1 (en) Binding for a piece of footwear and a piece of sports equipment
NL192503C (nl) Noorse schaats.

Legal Events

Date Code Title Description
SD Assignments of patents

Effective date: 20140425

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150301

RD1H A request for restoration to the prior state has been filed

Effective date: 20150820

NE A request for restoration to the prior state has been filed

Effective date: 20150820

NF Patent restored after lapse

Effective date: 20160112

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210901