NL2003045C2 - Werkwijze voor het controleren van de status van bagagestukken, en gegevensdrager voor gebruik in een dergelijke werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het controleren van de status van bagagestukken, en gegevensdrager voor gebruik in een dergelijke werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL2003045C2
NL2003045C2 NL2003045A NL2003045A NL2003045C2 NL 2003045 C2 NL2003045 C2 NL 2003045C2 NL 2003045 A NL2003045 A NL 2003045A NL 2003045 A NL2003045 A NL 2003045A NL 2003045 C2 NL2003045 C2 NL 2003045C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
piece
data
data carrier
luggage
data set
Prior art date
Application number
NL2003045A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Josephus Lierop
Original Assignee
Petrus Josephus Lierop
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Petrus Josephus Lierop filed Critical Petrus Josephus Lierop
Priority to NL2003045A priority Critical patent/NL2003045C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2003045C2 publication Critical patent/NL2003045C2/nl

Links

Landscapes

  • Management, Administration, Business Operations System, And Electronic Commerce (AREA)

Description

Werkwijze voor het controleren van de status van bagagestukken, en gegevensdrager voor gebruik in een dergelijke werkwijze.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bewaken en 5 controleren van de status van bagagestukken, en op een gegevensdrager voor gebruik in een dergelijke werkwijze.
Het controleren van de status van bagagestukken dient in het bijzonder bij het in- en uitklaren van die bagagestukken op vliegvelden nauwgezet plaats te vinden om na te 10 gaan of de aangereikte bagagestukken, veelal koffers, geen niet-toegestane inhoud bevatten, zoals drugs of cxplosicvcn, en of de bagagestukken wel op de juiste wijze gerouteerd worden. Daarnaast is het wenselijk om na te kunnen gaan of er aan de inhoud van een eenmaal ingeklaard bagagestuk tijdens het transport geen modificaties worden aangebracht. Voorts is het wenselijk om na te kunnen gaan of een bagagestuk 15 wel naar de juiste bestemming getransporteerd wordt, en wanneer dat niet zo is, de juiste bestemming te kunnen vaststellen om het daar alsnog heen te transporteren of het bagagestuk te retourneren aan de rechtmatige eigenaar.
Voor dit doel worden bagagestukken bij het inklaren gecontroleerd door personeel van 20 de luchthaven. Wanneer de inhoud is goedgekeurd wordt het bagagestuk voorzien van een label, en via een transportsysteem binnen het vliegveld naar een vliegtuig getransporteerd. Daarbij wordt het bagagestuk tegenwoordig op sommige vliegvelden uitgerust met een op afstand uitleesbare gegevensdrager, veelal geïntegreerd in een label welk op afstand uitleesbare gegevens over de eigenaar van het bagagestuk of de 25 bestemming omvat.
Een dergelijk systeem biedt echter geen bescherming tegen modificaties van de inhoud van een bagagestuk. Vanaf het inklaren van het bagagestuk tot het afsluiten van een laadruimte van een vliegtuig waarin het bagagestuk wordt getransporteerd worden er 30 met het bagagestuk diverse transporthandelingen uitgevoerd die met tussenkomst van luchthavenpersoneel geschieden. Dergelijke handelingen bieden de mogelijkheid om het bagagestuk in zijn geheel te doen laten verdwijnen of de inhoud van het bagagestuk te modificeren: er waardevolle spullen uit weg te nemen, of er niet-toegestane zaken in te plaatsen. Een dergelijke modificatie kan, wanneer het bagagestuk uiterlijk niet 2 gewijzigd wordt, pas tijdens het openen van de koffer op de bestemmingslocatie geconstateerd worden.
Ook biedt een dergelijk systeem geen bescherming tegen het verloren raken van bagage, 5 wanneer de op afstand uitleesbare gegevensdrager, vaak in de vorm van een label, van het bagagestuk losraakt. Het bagagestuk is daarmee niet meer identificeerbaar en kan dan niet meer naar de juiste bestemming of terug naar de eigenaar getransporteerd worden.
10 Daarnaast is het transporteren van bagagestukken door tussenkomst van alle personeel een arbeidsintensieve aangelegenheid.
De onderhavige uitvinding beoogt derhalve een werkwijze te verschaffen voor het controleren van de status van bagagestukken, die de bovengenoemde nadelen althans 15 gedeeltelijk ontbeert.
De uitvinding verschaft daartoe een werkwijze voor het bewaken van het controleren van de status van bagagestukken, omvattende het in het bagagestuk aanbrengen van een op afstand uitleesbare eerste gegevensdrager voor een eerste gegevensset, het op de 20 eerste gegevensdrager plaatsen van eerste gegevensset, omvattende ten minste een unieke identificatiecode waarmee het bagagestuk identificeerbaar is, het zodanig op het bagagestuk aanbrengen van ten minste een op afstand uitleesbare tweede gegevensdrager voor een tweede gegevensset, dat een eerste gedeelte van de tweede gegevensdrager verbonden is met een eerste gedeelte van het bagagestuk en een tweede 25 gedeelte van de tweede gegevensdrager verbonden is met een voor het openen van het bagagestuk ten opzichte van het eerste gedeelte te verplaatsen tweede gedeelte van het bagagestuk; en waarbij de tweede gegevensdrager is ingericht voor het blokkeren van het uitlezen van de tweede gegevensset wanneer het eerste gedeelte van de tweede gegevensdrager bewogen is ten opzichte van het tweede gedeelte van de tweede 30 gegevensdrager, en het tijdens het controleren van de status van het bagagestuk uitlezen van de eerste gegevensset en de tweede gegevensset.
De uitvinding verschaft in een bijzondere uitvoeringsvorm een werkwijze voor het bewaken van het controleren van de status van bagagestukken, omvattende het in het 3 bagagestuk aanbrengen van een op afstand uitleesbare eerste gegevensdrager voor een eerste (eigenaar-specifieke) gegevensset,omvattende ten minste een unieke identificatiecode waarmee het bagagestuk, land van herkomst en eigenaar identificeerbaar is. Aanvullend wordt op het bagagestuk tenminste een, maar bij 5 voorkeur twee, van ten minste op afstand uitleesbare tweede (en derde) gegevensdrager voor een tweede (en derde) gegevensset aangebracht, dat een eerste gedeelte van de eerste gegevensdrager (de zgn. eigenaar-specifieke gegevens) ‘koppelt’ aan het tweede gedeelte van de tweede (en derde) gegevensdrager. Deze tweede en derde gegevensdragers zijn zodanig met het bagagestuk verbonden dat het openen van het 10 bagagestuk tot een onherstelbare beschadiging van het tweede en eventueel derde gegevensset leidt waardoor het uitlezen van dc tweede cn/of derde gegevensset onmiddellijk geblokkeerd wordt.
Doordat de eerste gegevensdrager aan een binnenzijde van het bagagestuk wordt 15 aangebracht wordt de kans op het verliezen ervan geminimaliseerd. De gegevensdrager kan zelf ook weer op een drager zijn aangebracht die in het bagagestuk wordt geplaatst, bijvoorbeeld een (papieren) strook die door een bevoegde instantie, zoals een reisbureau of vliegtuigmaatschappij wordt uitgegeven, of een stikker of een kunststof kaart. Ook kan de gegevensdrager zodanig zijn uitgevoerd dat deze zodanig in het bagagestuk 20 ondergebracht kan worden dat deze bij (vluchtige) optische inspectie niet wordt waargenomen. Een eventuele kwaadwillende is er zich dan, wanneer hij het bagagestuk wenst te ontvreemden, niet van bewust dat het op afstand te volgen is. Ook kan ervoor gekozen worden om het bagagestuk aan de buitenzijde juist zodanig te markeren, dat een kwaadwillende zich ervan bewust is dat het bagagestuk op afstand te volgen is, om 25 op die manier een afschrikwekkend effect teweeg te brengen.
Het eerste gedeelte van het bagagestuk en het ten opzichte van het eerste gedeelte te verplaatsen tweede gedeelte van het bagagestuk kunnen zich bijvoorbeeld aan weerszijden van een klep of sluiting of opening bevinden, of delen van een scharnier of 30 knip vormen.
Door de unieke identificatiecode is elk bagagestuk eenduidig te identificeren. Een dergelijke code dient daartoe bij voorkeur door een daartoe bevoegde instantie te worden toegekend, en is bij voorkeur gekoppeld aan een unieke code van de eigenaar 4 van het bagagestuk, zoals zijn sociaal-fiscaal nummer of zijn paspoortnummer. Daarbij kunnen er aan een unieke code van een eigenaar meerdere codes van bagagestukken worden toegekend, daar een persoon over meerdere bagagestukken kan beschikken.
5 Dankzij het aanbrengen van ten minste een op afstand uitleesbare tweede gegevensdrager voor een tweede gegevensset, waarbij een eerste gedeelte van de tweede gegevensdrager verbonden is met een eerste gedeelte van het bagagestuk en een tweede gedeelte van de tweede gegevensdrager verbonden is met een voor het openen van het bagagestuk ten opzicht van het eerste gedeelte te verplaatsen tweede gedeelte van het 10 bagagestuk, waarbij de tweede gegevensdrager is ingericht voor het blokkeren van het uitlezen van de tweede gegevensset wanneer het eerste gedeelte van de tweede gegevensdrager bewogen is ten opzichte van het tweede gedeelte van de tweede gegevensdrager, kan worden vastgesteld dat het bagagestuk geopend is geweest, en dat de inhoud van het bagagestuk mogelijk is gewijzigd.
15
Zelfs echter wanneer de tweede gegevensdrager compleet verwijderd wordt, kan de eigenaar of thuislocatie van het bagagestuk nog steeds vastgesteld worden, in tegenstelling tot werkwijzen uit de stand van de techniek, waarbij slechts één gegevensdrager wordt gebruikt.
20
Bij voorkeur wordt er als eerste gegevensdrager een eenmalig beschrijfbare gegevensdrager gebruikt, zodat het niet mogelijk is om gegevens die op de gegevensdrager staan te modificeren, bijvoorbeeld met het oogmerk om zich als eigenaar van het bagagestuk voor te kunnen doen.
25
Bij voorkeur omvat ten minste de eerste of de tweede gegevensdrager een radio frequency identificatie chip (RFID). Een dergelijke identificatie omvat een combinatie van een halfgeleiderchip met een antenne, waarbij de halfgeleiderchip is ingericht voor het bevatten van gegevens, welke via de antenne op afstand uitgelezen kunnen worden.
30 Het uitlezen van de gegevens is met een zodanig hoge snelheid mogelijk dat hoge aantallen bagagestukken die op een transportband langs een lezer, zoals een scanner, worden geleid kunnen worden uitgelezen.
5
Met het voordeel dat de gegevenssets van de eerste gegevensdrager en de tweede gegevensdrager met behulp van één en dezelfde leesinrichting kunnen worden uitgelezen, omvatten bij voorkeur de eerste en de ten minste tweede gegevensdrager een RFID.
5
Daarbij is de tweede gegevensdrager bij voorkeur voorzien van een onder invloed van mechanische kracht breekbare elektrische component, zoals een antenne, die zich uitstrekt van het eerste gedeelte van de tweede gegevensdrager naar het tweede gedeelte van de tweede gegevensdrager. Doordat het eerste gedeelte van de tweede 10 gegevensdrager verbonden is met een eerste gedeelte van het bagagestuk en een tweede gedeelte van dc tweede gegevensdrager verbonden is met een voor het openen van het bagagestuk ten opzicht van het eerste gedeelte te verplaatsen tweede gedeelte van het bagagestuk, zal de breekbare elektrische component breken onder invloed van (een poging tot) het openen van het bagagestuk, waardoor de tweede gegevensdrager is 15 ingericht voor het blokkeren van het uitlezen van de tweede gegevensset.
Doordat de onder invloed van mechanische kracht breekbare elektrische component ook kan breken wanneer deze bijvoorbeeld tijdens het transport een mechanische kracht ondervindt, zou ten onrechte op basis van het niet meer uitleesbaar zijn van de 20 gegevensset kunnen worden geconstateerd dat het bagagestuk geopend is. Om deze reden kan het wenselijk zijn om een derde of verdere gegevensdrager voor een tweede gegevensset aan te brengen, waarbij een eerste gedeelte van de derde of verdere gegevensdrager verbonden is met een eerste gedeelte van het bagagestuk en een tweede gedeelte van de derde of verdere gegevensdrager verbonden is met een voor het openen 25 van het bagagestuk ten opzicht van het eerste gedeelte te verplaatsen tweede gedeelte van het bagagestuk, waarbij de derde of verdere gegevensdrager net als de tweede gegevensdrager is ingericht voor het blokkeren van het uitlezen van een derde of verdere gegevensset wanneer het eerste gedeelte van de derde of verdere gegevensdrager bewogen is ten opzichte van het tweede gedeelte van de tweede 30 gegevensdrager.
Indien in een dergelijk geval de gegevensset van slechts één van de tweede en verdere gegevensdragers die over dezelfde ten opzichte van elkaar te bewegen delen zijn aangebracht, niet meer uitgelezen kan worden, kan ervoor gekozen worden om het 6 bagagestuk niet in quarantaine te plaatsen, maar de verwerking ervan te continueren. Op die manier wordt onnodig oponthoud bij het transporteren van bagagestukken voorkomen in die gevallen waarbij het niet meer uitleesbaar zijn van een gegevensdrager met grote waarschijnlijkheid niet veroorzaakt is door modificaties aan 5 het bagagestuk.
Aan de unieke identificatiecode die op de eerste gegevensdrager is opgeslagen kunnen persoonsgegevens van een gebruiker of eigenaar van het bagagestuk, worden gekoppeld, zoals zijn adres of telefoonnummer. Deze gegevens kunnen op de eerste 10 gegevensdrager worden opgeslagen, of in een centrale databank, waarin zij op basis van het unieke identificatienummer kunnen worden opgezocht. Met behulp van de persoonsgegevens kan het bagagestuk aan de rechtmatige eigenaar worden geretourneerd indien een juiste bestemming niet kan worden vastgesteld. Het opslaan van de persoonsgegevens in een centrale databank biedt het voordeel dat een 15 kwaadwillende die de gegevensset van de eerste gegevensdrager weet uit te lezen, geen directe toegang heeft tot de persoonsgegevens van een eigenaar of gebruiker van het bagagestuk.
Voorts kunnen op ten minste één van de eerste of de tweede gegevensdrager gegevens 20 over ccn beoogde route die het bagagestuk dient te volgen worden opgcslagcn. Dit biedt het voordeel dat wanneer tijdens het uitlezen van deze gegevens blijkt dat een bagagestuk afwijkt van een beoogde route, het bagagestuk in quarantaine kan worden geplaatst, of het transport van het bagagestuk kan worden bijgesteld.
25 Verder voordeel kan worden behaald wanneer het transport van het bagagestuk wordt gebaseerd op basis van de opgeslagen gegevens van de beoogde route van het bagagestuk. Doordat er hierbij minder personeel vereist is, neemt het aantal mogelijkheden voor het plegen van fraude ook af. Daarnaast wordt het transporteren van bagagestukken hierdoor minder arbeidsintensief.
30
Het controleren van de status van de bagagestukken geschiedt bij voorkeur met behulp van een eerste controle-inrichting op een eerste controlepunt, voor het uitlezen van de respectievelijke eerste en tweede gegevensset van de eerste en ten minste tweede gegevensdragers, en een tweede controle-inrichting op een tweede controlepunt, voor 7 het uitlezen van de respectievelijke eerste en tweede gegevensset van de eerste en ten minste tweede gegevensdragers, en het vervolgens vergelijken van de op het tweede controlepunt uitgelezen eerste gegevensset en tweede gegevensset met de respectievelijke op het eerste controlepunt uitgelezen eerste gegevensset en tweede 5 gegevensset. De controlepunten kunnen daarbij zodanig gepositioneerd worden dat zij het bagagestuk voor en nadat het een bepaalde risicovolle locatie gepasseerd heeft controleren, of dat zij het bagagestuk na een beoogd tijdsinterval controleren, of na een bepaalde afgelegde afstand.
10 Om redenen van veiligheid kan het bagagestuk in quarantaine geplaatst worden indien de op het tweede controlepunt uitgelezen eerste gegevensset en tweede gegevensset cn de respectievelijke op het eerste controlepunt uitgelezen eerste gegevensset en tweede gegevensset onderling verschillen.
15 De veiligheid kan verder worden vergroot door tijdens het op de eerste gegevensdrager plaatsen van eerste gegevensset de gegevensset ten minste gedeeltelijk te versleutelen. Hierdoor wordt het derden - mochten zij al in staat zijn de gegevens van de eerste gegevensdrager te lezen - bemoeilijkt deze ook te ontcijferen.
20 Tijdens het inklaren van ccn bagagestuk kunnen de gegevens gekoppeld aan het unieke identificatienummer opgeslagen op de eerste gegevensdrager worden vergeleken met die van een identificatiemiddel van de eigenaar van het bagagestuk. Hierdoor kan met grotere zekerheid worden vastgesteld dat het bagagestuk inderdaad is ingeklaard door een eigenaar daarvan.
25
Voorts kunnen de routegegevens van een bagagestuk worden opgenomen in een centrale databank, zodat op basis daarvan, in combinatie met de op de eerste of tweede gegevensdrager opgeslagen gegevensset ter hoogte van een controlepost kan worden gecontroleerd of het bagagestuk nog steeds naar de juiste bestemming wordt gerouteerd. 30
De gegevensdrager is bij voorkeur uitgevoerd als een pleister, sticker, kaart of clip, die is ingericht om aangebracht te worden over een beoogde opening van het bagagestuk. Deze bevat daartoe bij voorkeur een ten minste gedeeltelijk eenzijdig zelfklevende 8 strook materiaal, waarbij de strook voorzien is van een breeklijn, en waarbij de breekbare elektrische component de breeklijn snijdt.
Verder kan er voor het afschrikken van kwaadwillenden aan de buitenzijde van het 5 bagagestuk een label worden aangebracht, dat aangeeft dat het bagagestuk van de eerste gegevensdrager voorzien is.
De uitrusting van bagagestukken met deze vorm van verzegeling stelt de logistieke transporteur tevens in staat om bagagestukken welke gereed zijn voor lading in het 10 betreffende toestel, in afwachting daarvan, op afstand, elektronisch te monitoren en derhalve te bewaken zonder dat dit aanvullende personele inspanningen vergt.
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de volgende niet-limitatieve figuren, waarin: 15 Figuur 1 een gegevensdrager voor een tweede gegevensset toont voor gebruik in de onderhavige uitvinding; en
Figuur 2 de gegevensdrager uit Figuur 1 toont, met daarop een overlappende sticker.
Figuur 1 toont een gegevensdrager 10 voor een “tweede gegevensset” in de werkwijze 20 volgens dc onderhavige uitvinding, met een eerste gedeelte 6 dat bestemd is om verbonden te worden met een eerste gedeelte van een bagagestuk en een tweede gedeelte 7 dat bestemd is om verbonden te worden met een voor het openen van het bagagestuk ten opzichte van het eerste gedeelte 6 te verplaatsen tweede gedeelte van het bagagestuk. De gegevensdrager is ingericht voor het blokkeren van het uitlezen van de 25 “tweede gegevensset”, die is opgeslagen op een chip 3, wanneer het eerste gedeelte 6 van de gegevensdrager bewogen is ten opzichte van het tweede gedeelte 7 van de gegevensdrager. Daartoe is er een perforatie 4 aangebracht tussen het eerste gedeelte 6 en het tweede gedeelte 7. Een antenne 5, verbonden met de chip 3 voor het uitlezen van de op de chip 3 aangebrachte “tweede gegevensset” strekt zich uit vanaf het eerste 30 gedeelte 6 naar het tweede gedeelte 7. Wanneer het eerste gedeelte 6 en het tweede gedeelte 7 van elkaar gescheiden worden beschadigt de antenne, en kan de “tweede gegevensset” niet meer uitgelezen worden. In het getoonde voorbeeld is het voor het kunnen uitlezen van de tweede gegevensset tevens noodzakelijk dat er een tweede antenne 1, aangebracht op een derde gedeelte 8 van de gegevensdrager, aanwezig is.
9
Deze tweede antenne strekt zich uit van het tweede gedeelte 7 naar het derde gedeelte 8 van de gegevensdrager 10. Tussen het tweede gedeelte 7 en het derde gedeelte 8 van de gegevensdrager 10 is er een perforatie 2 aangebracht, welke ervoor zorgt dat de antenne 1 beschadigt indien het tweede gedeelte 7 en het derde gedeelte 8 ten opzichte van 5 elkaar bewogen worden.
Figuur 2 toont de gegevensdrager 10 uit figuur 1, voorzien van een overlappende sticker 9, ter bevestiging van de gegevensdrager 10 op een bagagestuk. Het geniet daarbij de voorkeur wanneer de sticker 9 een zodanige hechting op de gegevensdrager 10 heeft dat 10 een poging tot verwijderen van de sticker leidt tot breuk van het eerste gedeelte 5 of het derde gedeelte 8 van de gegevensdrager ten opzichte van het tweede gedeelte 7 van de gegevensdrager.
Hoewel de uitvinding is toegelicht en beschreven aan de hand van bovengenoemde 15 uitvoeringsvormen zal het duidelijk zijn dat hieraan vele wijzigingen en aanvullingen kunnen worden doorgevoerd die binnen de beschermingsomvang van de hieronder weergegeven conclusies vallen.

Claims (16)

1. Werkwijze voor het controleren van de status van bagagestukken, omvattende: - het in het bagagestuk aanbrengen van een op afstand uitleesbare eerste 5 gegevensdrager voor een eerste gegevensset; - het op de eerste gegevensdrager plaatsen van de eerste gegevensset, omvattende ten minste een unieke identificatiecode waarmee het bagagestuk identificeerbaar is; - het zodanig op het bagagestuk aanbrengen van ten minste een op afstand 10 uitleesbare tweede gegevensdrager voor een tweede gegevensset, dat o een eerste gedeelte van de tweede gegevensdrager verbonden is met een eerste gedeelte van het bagagestuk en o een tweede gedeelte van de tweede gegevensdrager verbonden is met een voor het openen van het bagagestuk ten opzichte van het eerste gedeelte 15 te verplaatsen tweede gedeelte van het bagagestuk; en waarbij o de tweede gegevensdrager is ingericht voor het blokkeren van het uitlezen van de tweede gegevensset wanneer het eerste gedeelte van de tweede gegevensdrager bewogen is ten opzichte van het tweede gedeelte van de tweede gegevensdrager; 20. het tij dcns het controleren van dc status van het bagagestuk uitlezen van de eerste gegevensset en de tweede gegevensset.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de eerste gegevensdrager een eenmalig beschrijfbare gegevensdrager is. 25
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de eerste en/of de ten minste tweede gegevensdrager een RFID omvat.
4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de tweede 30 gegevensdrager een onder invloed van mechanische kracht breekbare elektrische component omvat, die zich uitstrekt van het eerste gedeelte van de tweede gegevensdrager naar het tweede gedeelte van de tweede gegevensdrager,
5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende het aan de unieke identificatiecode koppelen van persoonsgegevens van een gebruiker van het bagagestuk, zoals een adres.
6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende het op ten minste één van de eerste of de tweede gegevensdrager opslaan van ten minste gegevens over een beoogde route die het bagagestuk dient te volgen.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, omvattende het op basis van de opgeslagen 10 gegevens over een beoogde route transporteren van het bagagestuk.
8. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies omvattende: - het op een eerste controlepunt verschaffen van een eerste controle-inrichting, voor het uitlezen van de respectievelijke eerste en tweede gegevensset van de 15 eerste en ten minste tweede gegevensdrager, en; - het op een tweede controlepunt verschaffen van een tweede controle-inrichting, voor het uitlezen van de respectievelijke eerste en tweede gegevensset van de eerste en ten minste tweede gegevensdragers, en; - het vergelijken van de door de tweede controle-inrichting uitgelezen eerste 20 gegevensset cn tweede gegevensset met dc respectievelijke door dc eerste controle-inrichting uitgelezen eerste gegevensset en tweede gegevensset.
9. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende het in quarantaine plaatsen van het bagagestuk indien de op het tweede controlepunt 25 uitgelezen eerste gegevensset en tweede gegevensset en de respectievelijke op het eerste controlepunt uitgelezen eerste gegevensset en tweede gegevensset onderling verschillen.
10. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de stap van het 30 plaatsen van de eerste gegevensset op de eerste gegevensdrager het ten minste gedeeltelijk versleutelen van de gegevensset omvat.
11. Werkwijze volgens conclusie 5, verder omvattende het vergelijken van aan de unieke identificatiecode opgeslagen op de eerste gegevensdrager gekoppelde gegevens met die van een identificatiemiddel van de eigenaar van het bagagestuk.
12. Werkwijze volgens conclusie 6, omvattende het opnemen van gegevens over een 5 beoogde route die het bagagestuk dient te volgen in een centrale databank.
13. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende het aan de buitenzijde van het bagagestuk aanbrengen van een label, dat aangeeft dat het bagagestuk van de eerste gegevensdrager voorzien is. 10
14. Gegevensdrager, kennelijk bestemd om aangebracht tc worden aan de binnenzijde van een bagagestuk.
15. Gegevensdrager, kennelijk bestemd om aangebracht te worden over een 15 beoogde opening van het bagagestuk.
16. Gegevensdrager volgens conclusie 14, omvattende een ten minste gedeeltelijk zelfklevende strook materiaal, waarbij de strook voorzien is van een breeklijn, en waarbij een antenne van een RFID de breeklijn snijdt.
NL2003045A 2009-06-18 2009-06-18 Werkwijze voor het controleren van de status van bagagestukken, en gegevensdrager voor gebruik in een dergelijke werkwijze. NL2003045C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003045A NL2003045C2 (nl) 2009-06-18 2009-06-18 Werkwijze voor het controleren van de status van bagagestukken, en gegevensdrager voor gebruik in een dergelijke werkwijze.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003045A NL2003045C2 (nl) 2009-06-18 2009-06-18 Werkwijze voor het controleren van de status van bagagestukken, en gegevensdrager voor gebruik in een dergelijke werkwijze.
NL2003045 2009-06-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2003045C2 true NL2003045C2 (nl) 2010-12-21

Family

ID=43607785

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2003045A NL2003045C2 (nl) 2009-06-18 2009-06-18 Werkwijze voor het controleren van de status van bagagestukken, en gegevensdrager voor gebruik in een dergelijke werkwijze.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2003045C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6050622A (en) * 1991-12-19 2000-04-18 Gustafson; Ake Safety sealing device
DE10007127A1 (de) * 2000-02-17 2001-08-23 Hugues Edwin Luedi Verfahren zur Abfertigung von Passagieren und/oder Gepäckstücken
EP1320062A2 (en) * 1997-11-21 2003-06-18 Matrics Technology Systems, Inc. System and method for electronic inventory
WO2005062247A1 (en) * 2003-12-24 2005-07-07 Singapore Technologies Logistics Pte Ltd Rfid seal tag

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6050622A (en) * 1991-12-19 2000-04-18 Gustafson; Ake Safety sealing device
EP1320062A2 (en) * 1997-11-21 2003-06-18 Matrics Technology Systems, Inc. System and method for electronic inventory
DE10007127A1 (de) * 2000-02-17 2001-08-23 Hugues Edwin Luedi Verfahren zur Abfertigung von Passagieren und/oder Gepäckstücken
WO2005062247A1 (en) * 2003-12-24 2005-07-07 Singapore Technologies Logistics Pte Ltd Rfid seal tag

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7301460B2 (en) Packaging that can be checked for tampering
RU2345938C1 (ru) Контейнер многократного использования с радиочастотным идентификационным запечатывающим средством
US20050275531A1 (en) Methods and systems for verifying the position and status of hierarchically arranged objects
US20070069895A1 (en) Rfid seal tag
US20060202824A1 (en) Electronic seal and method of shipping container tracking
NL1034134C2 (nl) Beveiliging van voorwerpen.
US20100050709A1 (en) Security Device for Mobile Retail Cart
CN110651281A (zh) 安全的包裹递送
US20090188214A1 (en) Method for securely transporting value documents and objects and a box for carrying out said method
US20050104733A1 (en) Inventory management system
US11667440B2 (en) Securable clip
WO2000068921A1 (en) Cargo closure for sealing a cargo item
NL2003045C2 (nl) Werkwijze voor het controleren van de status van bagagestukken, en gegevensdrager voor gebruik in een dergelijke werkwijze.
CA2553625C (en) Methods and apparatus for facilitating security and tamper control
US11131123B2 (en) Method and apparatus for upgrading ink stain antitheft tags with RFID communications function
US20050156437A1 (en) Methods and apparatus for facilitating security and tamper control
BE1022103B1 (nl) Inrichting voor het verzegelen van containers en dergelijke
WO2017130128A1 (en) Suitcase or briefcase tamper alert using bluetooth
GB2443814A (en) Bag strap and timer display apparatus
PT869463E (pt) Dispositivo de reconhecimento
Daschkovska et al. How can Electronic Seals Contribute to the Efficiency of Global Container System?
US20110203330A1 (en) Method and system for securing luggage
Krestyanpol The developing of smart packaging. The information technology use for the logistics
NL1032994C2 (nl) Beveiliging van voorwerpen.
NL1042286B1 (nl) Kentekendocument met geïntegreerde RFID-chip

Legal Events

Date Code Title Description
SD Assignments of patents

Effective date: 20121128

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220701