NL2002923C2 - Inrichting voor het centraal aansturen van stroomaansluitingen. - Google Patents

Description

Inrichting voor het centraal aansturen van stroomaansluitingen

De uitvinding betreft een inrichting voor het centraal 5 aansturen van stroomaansluitingen.

Het is bekend om stroomaansluitingen, zoals stopcontacten en lichtpunten te schakelen door middel van een schakelaar. Dit wordt bijvoorbeeld toegepast in één ruimte om met één schakelaar een aantal lampen tegelijk aan of uit te 10 zetten. Bij een dergelijke uitvoering is een stopcontact uitsluitend geschikt om geschakeld te worden door middel van de schakelaar en is het niet mogelijk om een stopcontact buiten deze schakeling te plaatsen.

Daarnaast is het bekend, dat stroomaansluitingen in een 15 gebouw in groepen zijn onderverdeeld en dat deze groepen in de stoppenkast centraal geschakeld kunnen worden door het uitschakelen of inschakelen van een stop. Hiermee is het mogelijk om een gehele groep van stroomaansluitingen, die over verschillende ruimten verdeeld kunnen zijn in één keer in of uit 20 te schakelen.

Uit recent onderzoek is gebleken dat ongeveer 15% van het stroomverbruik van een huishouden veroorzaakt wordt door lampen die onnodig aan blijven staan en door apparaten, die in een stand-by stand staan. Wanneer een televisietoestel of 25 computer uitgezet wordt, blijft een deel van de elektronica stroom verbruiken, bijvoorbeeld om te kunnen reageren op signalen van een afstandbediening, waarmee het apparaat weer ingeschakeld kan worden.

Om dergelijk stroomverbruik terug te dringen, zouden 30 deze apparaten losgekoppeld moeten worden van de stroomaansluiting. Wanneer men een gebouw verlaat zouden de apparaten in elk geval losgekoppeld kunnen worden. Dit is echter arbeidsintensief.

Het loskoppelen van de apparaten en lampen door het 35 uitschakelen van een groep in de stoppenkast is eveneens 2 ongewenst, omdat ook apparaten, die aan moeten blijven, zoals bijvoorbeeld een koelkast of CV-ketel, dan ook uitgeschakeld worden.

Het is derhalve een doel van de uitvinding om de 5 bovengenoemde nadelen te verminderen of zelfs te voorkomen.

Dit doel wordt bereikt met een inrichting volgens de aanhef, welke inrichting omvat: - een aantal stroomaansluitingen, die elk ten minste een keuzeschakelaar omvatten voor het naar keuze in een geschakelde 10 stand zetten van de stroomaansluiting; en - centraal aangebrachte aansturingsmiddelen voor het afhankelijk van de gekozen stand aansturen van de stroomaansluitingen.

Door het aanbrengen van een keuzeschakelaar op elke 15 stroomaansluiting, kan gekozen worden of de stroomaansluiting door de centraal aangebrachte aansturingsmiddelen wel of niet aangestuurd worden. Zo kan per stroomaansluiting ingesteld worden of het betreffende apparaat continu van stroom voorzien dient te worden, zoals bijvoorbeeld een koelkast of CV-ketel, of 20 dat de stroomaansluiting centraal uitgeschakeld kan worden.

De centraal aangebrachte aansturingsmiddelen kunnen op een geschikte plaats zijn aangebracht, bijvoorbeeld naast de voordeur van een gebouw, zodat bij het verlaten van het gebouw alle geschakelde stroomaansluitingen, zoals stopcontacten en 25 lichtpunten, in één keer uitgeschakeld kunnen worden en bij het binnenkomen van het gebouw alle stroomaansluitingen weer ingeschakeld kunnen worden.

In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding sturen de aansturingsmiddelen de stroomaansluitingen 30 radiografisch aan. Een radiografische aansturing heeft als voordeel, dat dit gemakkelijk geïmplementeerd kan worden in een bestaand gebouw. Weliswaar zal het radiografische deel van de stroomaansluiting een kleine hoeveelheid stroom verbruiken om op het radiografisch verstuurde aanstuursignaal te kunnen reageren. 35 Daarnaast bestaat de kans, dat niet elke stroomaansluiting 3 reageert op een radiografisch verstuurd aanstuursignaal als gevolg van slechte ontvangstcondities binnen een gebouw.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is tussen de aansturingsmiddelen en de 5 stroomaansluitingen een aansturingsdraad is aangebracht. Met een dergelijke aansturingsdraad is het mogelijk om de stroomaansluitingen betrouwbaar aan te sturen. Daarnaast kan gewaarborgd worden dat de stroomaansluiting volledig uitgeschakeld wordt en er geen minimaal stroomverbruik is, zoals 10 bij een radiografische aansturing.

De stroomvoorziening loopt in deze uitvoering via de aansturingsdraad en door de stroomvoorziening door middel van een centraal aangebrachte mechanische schakelaar te onderbreken wordt het stroomverbruik van de geschakelde stroomaansluitingen 15 tot nul gereduceerd.

In een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat de keuzeschakelaar van elke stroomaansluiting ten minste een tweede geschakelde stand en omvatten de aansturingsmiddelen een timer voor het na een 20 gekozen tijd aansturen van stroomaansluitingen, waarvan de keuzeschakelaar in de tweede geschakelde stand is geplaatst.

In deze uitvoeringsvorm is het mogelijk om een stroomaansluiting in een geschakelde stand te zetten, waarin de stroomaansluiting na een vooraf ingestelde tijd afgesloten wordt 25 van de stroom. Daartoe is in de aansturingsmiddelen een timer voorzien, die na het verstrijken van een bepaalde tijd, de stroomaansluitingen, die in de timer stand zijn gezet, uitschakelt.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat 30 middelen voor het constant houden van stroom tijdens het omzetten van de keuzeschakelaar. In het geval een apparaat aangesloten op de stroomaansluiting reeds aanstaat, zoals een computer, is het ongewenst dat de stroom kortstondig onderbroken wordt tijdens het omzetten van de keuzeschakelaar. Dit wordt bij 35 deze uitvoeringsvorm voorkomen.

4

Bij voorkeur omvat de keuzeschakelaar een drukstand ten einde de stroom constant de houden tijdens het omzetten van de schakelaar. Hiermee is het mogelijk om de keuzeschakelaar in te drukken, waardoor de stroomvoorziening constant blijft en het 5 vervolgens mogelijk is om de keuzeschakelaar in een andere stand te zetten, zonder dat de stroomvoorziening door het verzetten van de schakelaar onderbroken wordt.

In weer een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding zijn de stroomaansluitingen in ten minste 10 twee afzonderlijke stroomgroepen onderverdeeld en sturen de aansturingsmiddelen de ten minste twee afzonderlijke stroomgroepen gelijktijdig aan. Het is in een gebouw gebruikelijk om de stroomaansluitingen in groepen te verdelen. Met deze uitvoeringsvorm is het mogelijk om verschillende 15 groepen van stroomaansluitingen gelijktijdig aan te sturen.

In weer een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvatten de aansturingsmiddelen een elektromechanische schakelaar. Met een elektromechanische schakelaar is het mogelijk om verschillende groepen gelijktijdig 20 aan te sturen elektronisch aan te sturen, terwijl de daadwerkelijke schakeling desondanks mechanisch uitgevoerd wordt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt de elektromechanische schakelaar 25 door een stuursignaal aangestuurd. Dit stuursignaal kan afkomstig zijn van een besturingscomputer of van een kleine schakelaar, die bijvoorbeeld in het slot van een voordeur is verwerkt. In dit laatste geval kunnen de stroomaansluitingen automatisch uitgeschakeld worden, zodra de voordeur op slot 30 gedraaid wordt.

De uitvinding omvat verder een gebouw omvattende een inrichting volgens de uitvinding, waarbij de stroomaansluitingen verdeeld zijn over de verschillende ruimten van het gebouw en waarbij de aansturingsmiddelen centraal, bijvoorbeeld bij de 35 voordeur, zijn aangebracht.

5

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het gebouw volgens de uitvinding wordt het stuursignaal gegenereerd door een slot in een deur, bijvoorbeeld de voordeur.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader 5 toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren.

Figuur 1 toont schematisch een eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont schematisch een deel van een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

10 Figuur 3 toont schematisch een derde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

In figuur 1 wordt een eerste uitvoeringsvorm 1 van een inrichting volgens de uitvinding. De inrichting 1 heeft een aantal stroomaansluitingen 2. Elke stroomaansluiting 2 heeft 15 twee aansluitpolen 3, 4. De pool 4 is direct verbonden met een stroombron 5, terwijl de pool 3 met een schakelaar 6 is verbonden.

De schakelaar 6 heeft twee standen. In de eerste stand verbindt de schakelaar 6 de pool 3 met een eerste circuit 7, dat 20 direct met de stroombron 5 is verbonden. In de tweede stand verbindt de schakelaar 6 de pool 3 door met een tweede circuit 8. Dit tweede circuit 8 is via een centraal geplaatste schakelaar 9 verbonden met de stroombron 5.

Afhankelijk van de stand van de schakelaar 6 van een 25 stroomaansluiting 2 zijn de polen 3, 4 direct verbonden met de stroombron 5 of zijn de polen 3, 4 verbonden via de centraal geplaatste schakelaar 9. Zo is het mogelijk om per stroomaansluiting te kiezen voor een centraal geschakelde stroomaansluiting 2 of voor een permanente stroomaansluiting 2. 30 In figuur 2 is een alleen de centraal geplaatste schakelaar 10 van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding getoond. Deze schakelaar 10 omvat drie schakelaars 9 van drie verschillende circuits volgens figuur 1. Een dergelijke uitvoering komt bijvoorbeeld voor wanneer verschillende groepen 35 stroomaansluitingen aanwezig zijn in een gebouw.

6

De drie schakelaars 9 zijn met elkaar verbonden en worden bediend door een elektromagneet 11. Het geheel van schakelaars 9 en elektromagneet 11 vormt een elektromechanische schakelaar 10.

5 De elektromagneet 11 kan worden aangestuurd door een stuursignaal, dat bijvoorbeeld afkomstig is van een schakelaar 12, die in een slot verwerkt is. Zo zal bij het op slot draaien van een voordeur de elektromechanische schakelaar 10 de geschakelde stroomaansluitingen uitschakelen.

10 In figuur 3 is een derde uitvoeringsvorm 15 van de uitvinding getoond. Deze uitvoeringsvorm 15 heeft twee stroomaansluitingen 16, die elk voorzien zijn van twee polen 17, 18. De pool 18 is direct verbonden met een stroombron 19, terwijl de pool 17 met een drieweg schakelaar 20 is verbonden.

15 In een eerste stand van de schakelaar 20 is de pool 17 verbonden met het circuit 21, dat direct op de stroombron 19 is aangesloten. In deze stand is de stroomaansluiting 16 een continue aansluiting.

In een tweede stand van de schakelaar 20 is de pool 17 20 verbonden met het circuit 22. Dit circuit 22 omvat een centrale schakelaar 23, zodat in deze stand de stroomaansluiting 16 een centraal geschakelde stroomaansluiting is.

In de derde stand van de schakelaar 20 is de pool 17 met het circuit 23 verbonden. Dit circuit 23 is via een timer 24 met 25 de stroombron 19 verbonden. De timer 24 is verder via aanstuurleiding 25 met het circuit 22 verbonden.

Wanneer de centraal geplaatste schakelaar 23 geopend wordt zodat het circuit 22 onderbroken wordt, zal de timer 24 deze onderbreking signaleren en de timer functie starten. Pas na 30 het verstrijken van een ingestelde tijd, zal de timer 24 het circuit 23 onderbreken. Hierdoor is het mogelijk om zo ingestelde stroomaansluitingen 16 na uitschakeling van de centrale schakelaar 23 nog enige tijd van stroom te voorzien.

Eventueel kan verder door middel van de centrale 35 schakelaar een elektrisch bedienbare klep aangestuurd worden, 7 waarmee de gastoevoer of watertoevoer afgesloten kan worden.

Claims (11)

1. Inrichting voor het centraal aansturen van 5 stroomaansluitingen, omvattende: - een aantal stroomaansluitingen, die elk ten minste een keuzeschakelaar omvatten voor het naar keuze in een geschakelde stand zetten van de stroomaansluiting; en - centraal aangebrachte aansturingsmiddelen voor het 10 afhankelijk van de gekozen stand aansturen van de stroomaansluitingen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de aansturingsmiddelen de stroomaansluitingen radiografisch aansturen.

3. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij tussen de aansturingsmiddelen en de stroomaansluitingen een aansturingsdraad is aangebracht.

4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de keuzeschakelaar van elke stroomaansluiting ten minste 20 een tweede geschakelde stand omvat en waarbij de aansturingsmiddelen een timer omvatten voor het na een gekozen tijd aansturen van stroomaansluitingen, waarvan de keuzeschakelaar in de tweede geschakelde stand is geplaatst.

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, 25 omvattende middelen voor het constant houden van stroom tijdens het omzetten van de keuzeschakelaar.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de keuzeschakelaar een drukstand omvat ten einde de stroom constant de houden tijdens het omzetten van de schakelaar.

7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de stroomaansluitingen in ten minste twee afzonderlijke stroomgroepen zijn onderverdeeld en waarbij de aansturingsmiddelen de ten minste twee afzonderlijke stroomgroepen gelijktijdig aansturen.

8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de aansturingsmiddelen een elektromechanische schakelaar omvatten.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de elektromechanische schakelaar door een stuursignaal aangestuurd 5 wordt.

10. Gebouw omvattende een inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de stroomaansluitingen verdeeld zijn over de verschillende ruimten van het gebouw en waarbij de aansturingsmiddelen centraal, bijvoorbeeld bij de voordeur, zijn 10 aangebracht.

11. Gebouw volgens conclusie 10 en een inrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij het stuursignaal gegenereerd wordt door een slot in een deur, bijvoorbeeld de voordeur.