NL2002881C2 - Waterkering, omvattende een zanderige bodem met een helling, alsmede werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Waterkering, omvattende een zanderige bodem met een helling, alsmede werkwijze voor het vervaardigen daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL2002881C2
NL2002881C2 NL2002881A NL2002881A NL2002881C2 NL 2002881 C2 NL2002881 C2 NL 2002881C2 NL 2002881 A NL2002881 A NL 2002881A NL 2002881 A NL2002881 A NL 2002881A NL 2002881 C2 NL2002881 C2 NL 2002881C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
geotextile
water barrier
screen
anchor
anchor element
Prior art date
Application number
NL2002881A
Other languages
English (en)
Inventor
Antonius Hajos
Original Assignee
Jetton Solutions Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jetton Solutions Ltd filed Critical Jetton Solutions Ltd
Priority to NL2002881A priority Critical patent/NL2002881C2/nl
Priority to PCT/NL2010/050279 priority patent/WO2010131964A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2002881C2 publication Critical patent/NL2002881C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B3/00Engineering works in connection with control or use of streams, rivers, coasts, or other marine sites; Sealings or joints for engineering works in general
    • E02B3/18Reclamation of land from water or marshes
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B3/00Engineering works in connection with control or use of streams, rivers, coasts, or other marine sites; Sealings or joints for engineering works in general
    • E02B3/04Structures or apparatus for, or methods of, protecting banks, coasts, or harbours

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Revetment (AREA)

Description

Waterkering, omvattende een zanderige bodem met een helling, alsmede werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
De uitvinding heeft betrekking op een waterkering, omvattende een zanderige 5 bodem met een helling. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke waterkering.
Een dergelijke waterkering is algemeen bekend. De waterkering kan bijvoorbeeld een duin of een dijk zijn. De waterkering kan naast een water, zoals bijvoorbeeld de zee, voorzien zijn. De waterkering kan zich in een langsrichting van de waterlijn 10 uitstrekken. De waterkering omvat een helling met een hoogte. De hoogte is zodanig, dat de waterkering achterliggend land beschermt tegen hoog water, bijvoorbeeld ten gevolge van vloed of van een storm.
Het is een nadeel van de bekende waterkering, dat het dwarsprofiel van de kering veranderbaar is. Met name is het een nadeel van de bekende waterkering dat het profiel 15 aan erosie onderhevig is. Het profiel van bijvoorbeeld een duin kan veranderen, tengevolge van erosie door wind en/of water. Bij een duin kan duinafslag optreden. Duinafslag is het verschijnsel dat na een harde storm en hoge zee een flink deel van de duinen kan afslaan. Duinafslag is een natuurlijk proces. Na de afslag stuift het zand langzamerhand vanzelf weer op. Dit leidt tot een zekere toeslag die echter kleiner is 20 dan de afslag. Duinafslag, als de duinen deel uitmaken van de zeewering, vormt een groot risico voor overstroming van het achterland. Gebouwen die te dicht op de rand van de duinen zijn gebouwd, kunnen door de duinafslag ondermijnd worden en uitcindclijk verzakken. Een dcrgclijk proces kan ook optreden bij andere waterkeringen.
25 Het is derhalve een doel van de uitvinding om te voorzien in een waterkering, omvattende een zanderige bodem met een helling, waarbij tenminste een nadeel van de bekende waterkeringen verminderd of voorkomen wordt. Het is een verder doel van de uitvinding om te voorzien in een waterkering, waarmee het profiel van de helling gehandhaafd en/of gevormd kan worden. Het is tevens een doel om te voorzien in een 30 werkwijze voor het vervaardigen van een waterkering, waarmee tenminste een nadeel van de bekende waterkeringen verminderd of voorkomen wordt.
Om tenminste een van de doelen te bereiken, voorziet de uitvinding in een waterkering, omvattende een zanderige bodem met een helling, waarbij de waterkering 2 een tenminste gedeeltelijk in de bodem geplaatst geotextiel omvat voor het daarmee vormen en/of handhaven van de zanderige bodem, alsmede tenminste drie in de bodem geplaatste ankerelementen die in contact gebracht zijn met het geotextiel voor het daarmee vormen van een geotextielscherm, waarbij tenminste twee ankerelementen ten 5 opzichte van tenminste één ankerelement op een hogere positie in de helling geplaatst zijn. Het geotextielscherm is, door de plaatsing van de ankerelementen, met een kromming, vanaf een relatief hoog punt op de helling, via een lager gelegen punt op de helling, naar weer een hoger punt op de helling voorzien. De kromming kan een V-vorm zijn, of een U-vorm. Het geotextielscherm kan zigzagsgewijs geplaatst zijn in de 10 helling. In het geotextielscherm is als het ware een kom gevormd. Het geotextiel is waterdoorlaatbaar, maar is niet doorlaatbaar voor de zanderige bodem. Het geotextielscherm in de helling zorgt er aldus voor dat de zanderige bodem op zijn plek gehouden wordt. Het geotextielscherm zorgt ervoor dat de helling relatief goed gestabiliseerd wordt, waardoor erosie en afslag voorkomen worden.
15 Bij voorkeur, omvat de waterkering een aanvullend aantal in de bodem geplaatste ankerelementen die in contact gebracht zijn met het geotextiel, waarbij de ankerelementen, in een langsrichting van de waterkering, afwisselend op een hoge en lage positie voorzien zijn voor het vormen van een geotextielscherm met een zaagtandvormige dwarsdoorsnede. De grootte van de komvormige delen, zoals 20 bijvoorbeeld de V-vormige delen, kan variëren. Het geotextielscherm kan zigzagsgewijs geplaatst zijn. Hierdoor wordt de waterkering over een zekere lengte gestabiliseerd. Afschuiving van de zanderige waterkering wordt hiermee voorkomen. Ook erosie wordt tegengegaan.
Anderzijds is het mogelijk dat de waterkering een aanvullend aantal in de bodem 25 geplaatste ankerelementen omvat die in contact gebracht zijn met het geotextiel, waarbij telkens twee ankerelementen, in een langsrichting van de waterkering, afwisselend op een hoge en lage positie geplaatst zijn, voor het vormen van een geotextielscherm met een zwaluwplaatvormige dwarsdoorsnede. Ook hier wordt de waterkering over een zekere lengte gestabiliseerd. Deze uitvoeringsvorm zorgt tevens 30 voor een relatief goede stabilisatie, en kan bijvoorbeeld gebruikt worden als alternatief voor damwanden.
Om een gewenst profiel van de waterkering te verkrijgen, is het mogelijk dat een bovenzijde van het geotextielscherm met een afstand boven de helling uitsteekt.
3
Zanddeeltjes van de zanderige bodem zullen zich hierdoor kunnen verzamelen in een punt van de V-vorm of U-vorm. De zanderige bodem zal hierdoor opgestuwd kunnen worden tussen een bovenste deel van de helling en het geotextielscherm. Op deze wijze is het profiel van de waterkering te vormen tot een gewenst veiligheidsprofïel. Het is 5 bijvoorbeeld gebleken dat afgeslagen zand van een duin grotendeels door de stroming afgevoerd wordt. Dit zand zal opstuiven op het duin. Hierdoor is er toeslag op het duin. De uitstekende geotextielschermen houden het opstuivende zand beter vast, waardoor het duin gevormd kan worden.
Het is mogelijk dat tenminste één ankerelement een in hoofdzaak hol 10 ankerelement is. Het holle ankerelement is relatief licht. Het ankerelement zorgt echter wel voor voldoende stevigheid . Het ankerelement kan daarnaast relatief eenvoudig geplaatst worden.
Om het geotextielscherm grondiger te verankeren, is het mogelijk dat tenminste één ankerelement in de grond verankerd is met een bindmiddel. Het verankeren van 15 aanvullende ankerelementen is uiteraard mogelijk.
Het bindmiddel kan een verhardende specie omvatten. De specie kan relatief eenvoudig aangebracht worden, waarna de specie zal verharden. De ankerelement zal hierdoor stevig verankerd worden in de bodem.
In een uitvoeringsvorm, omvat het ankerelement een bamboe paal. Bamboe is een 20 relatief goedkoop en milieu-vriendelijk materiaal. Bamboe is tevens een relatief licht en stevig materiaal. Bamboe is tevens relatief veerkrachtig.
De diameter van het ankerelement kan ongeveer 20 cm zijn. Het ankerelement kan een lengte hebben die gelegen is tussen 3 en 6 m. Deze diameter cn/of lengte van het ankerelement zorgt ervoor dat het ankerelement relatief goed hanteerbaar is. Het 25 ankerelement is tevens relatief eenvoudig aan te brengen in de grond.
Het ankerelement kan, indien nodig, zodanig ingericht zijn dat deze verlengd kan worden. Het is bijvoorbeeld mogelijk om opzetstukken, inzetstukken en/of klampen toe te passen om tot grotere afmetingen dan 3 tot 6 meter te komen.
In een uitvoeringsvorm, omvat de waterkering tenminste een tweede 30 geotextielscherm dat lager of hoger op de helling geplaatst is dan het eerste geotextielscherm. Toepassing van meer geotextielschermen op verschillende hoogtes zal bijdragen aan de stabiliteit van de waterkering.
4
Bij voorkeur strekt het tweede geotextielscherm zich in hoofdzaak evenwijdig aan het eerste geotextielscherm uit. De tenminste twee geotextielschermen kunnen bijvoorbeeld cascadegewijs geplaatst zijn in de waterkering. Op deze wijze kan het profiel van de waterkering over een breedte daarvan gehandhaafd blijven worden.
5 Het is mogelijk dat bovenzijdes van de tenminste twee geotextielschermen samenvallen met een gewenst niveau van de helling. Op deze wijze is het mogelijk om het profiel van de waterkering te vormen tot een gewenst profiel. Het gewenst profiel kan een veiligheidsprofiel zijn. Het veiligheidsprofiel kan bijvoorbeeld gebaseerd zijn op een rekenpeil.
10 Bij voorkeur is tenminste één geotextielscherm in een vooroever van een kustlijn geplaatst, en is tenminste één geotextielscherm in een duinvoet van een duinprofiel geplaatst. De waterkering is in dit geval een duin. De geotextielschermen kunnen op plekken geplaatst worden, waar een relatief grote verandering in steilheid van het profiel van het duin aanwezig is. Deze plekken zijn doorgaans de vooroever en de 15 duinvoet. Het geotextielscherm in de vooroever kan zich gedeeltelijk of geheel onder water bevinden. Dit geotextielscherm is ingericht om het profiel van de vooroever te beschermen. Tn de vooroever vindt continue erosie plaats door de cyclische beweging van de zee. Zeestroming zorgt tevens voor een continue aanvoer van zanderige bodem. Deze zanderige grond kan met behulp van een geotextielscherm in de vooroever 20 opgevangen worden. Hierdoor kan het profiel van met name het voorland beschermd worden. Het profiel van de waterkering, ter plaatse van de vooroever, kan gehandhaafd en/of gevormd worden. Dit vergroot de stabiliteit van de basis van de waterkering. In combinatie met ccn geotextielscherm in dc duinvoet van het duin, wordt dc gehele waterkering gestabiliseerd.
25 Om de stabiliteit van de complete waterkering te vergroten, zijn bij voorkeur tenminste twee geotextielschermen in de vooroever geplaatst, en zijn tenminste twee geotextielschermen in de duinvoet geplaatst.
Volgens een aspect van de uitvinding, wordt voorzien in een werkwijze voor het verstevigen van een waterkering omvattende een zanderige bodem met een helling. De 30 werkwijze omvat de stappen van: het in de bodem aanbrengen van een geotextiel; het in de bodem plaatsen van tenminste drie ankerelementen, waarbij tenminste twee ankerelementen ten opzichte van tenminste één ankerelement op een hogere positie van de helling geplaatst worden; en het in contact brengen van het geotextiel met de 5 tenminste drie ankerelementen, en het aldus vormen van een geotextielscherm. Op deze wijze is het relatief eenvoudig om een geotextielscherm in een zanderige bodem te voorzien, en aldus de waterkering, zoals bijvoorbeeld een duin, te verstevigen.
Het is mogelijk dat de werkwijze de stappen omvat van het in de bodem plaatsen 5 van tenminste een aanvullend ankerelement, en het in contact brengen van het geotextiel met het tenminste ene aanvullende ankerelement. Op deze wijze is het plaatsen van een relatief lang geotextielscherm in de bodem mogelijk. Het geotextielscherm kan bijvoorbeeld zich uitstrekken in een langsrichting van de waterkering, en zodoende een grote lengte van de waterkering verstevigen.
10 Het geotextiel kan om en om in contact gebracht worden met de ankerelementen.
Het geotextiel kan zodanig op relatief eenvoudige wijze gespannen worden.
Het is mogelijk dat de werkwijze volgens de uitvinding tenminste eenmaal herhaald wordt. Het is daarbij mogelijk om een langgerekt geotextielscherm te verkrijgen, of om een additioneel geotextielscherm te plaatsen.
15 Het herhalen van de werkwijze kan omvatten het op een lagere of hogere positie van de helling voorzien van een additioneel geotextielscherm. Op deze wijze wordt een systeem van geotextielschermen verkregen, waarmee over een breedte van de helling deze gehandhaafd en/of gevormd kan worden.
De werkwijze kan de aanvullende stap omvatten van het in de bodem aanbrengen 20 van een groef, en het vervolgens daarin plaatsen van het geotextiel. Op deze wijze is het geotextiel relatief makkelijk en snel te plaatsen.
Bij voorkeur gebeurt het in de grond aanbrengen van de groef met een groeffrees. Op deze wijze is relatief eenvoudig, veilig cn snel ccn groef aan tc brengen in ccn zanderige bodem.
25 Bij voorkeur omvat het in de grond aanbrengen van de ankerelementen, het indraaien van de ankerelementen. De ankerelementen kunnen zo stevig verankerd worden in de bodem. Tevens maakt het indraaien van de ankerelement het mogelijk om het geotextiel strak te spannen. Het aanbrengen van de ankerelementen door middel van indraaien is relatief eenvoudig. Het indraaien kan eventueel met de hand gebeuren, of 30 met behulp van een daartoe ingerichte machine. De ankerelementen kunnen ook voorzien worden van een spitse kop, zodanig dat het indraaien in de bodem makkelijk plaats kan vinden. Ook het aanbrengen van een gekartelde rand kan het indraaien vergemakkelijken.
6
Het is mogelijk dat het ankerelement hol is, en tenminste één mantelopening omvat die vanaf de buitenmantel tot aan de binnenmantel loopt, en die in open verbinding staat met een vulopening aan de bovenzijde van het ankerelement. De werkwijze kan de aanvullende stap omvatten van het verankeren van de 5 ankerelementen. Het verankeren kan door middel van het via de vulopening onder druk inspuiten van een bindmiddel, en het via de mantelopening met de grond verbinden van het bindmiddel. De vulopening en de mantelopening van het ankerelement zorgt ervoor dat op relatief eenvoudige wijze het ankerelement steviger te verankeren is met een bindmiddel. Het bindmiddel kan bijvoorbeeld een verhardende specie omvatten.
10 Volgens een verder aspect van de uitvinding wordt voorzien in een geotextielscherm voor toepassing in een waterkering volgens de uitvinding, waarbij het geotextielscherm een geotextiel en tenminste drie ankerelementen omvat.
De uitvinding zal verder worden beschreven aan de hand van een beschrijving 15 van een aantal uitvoeringsvoorbeelden die getoond zijn in de figuren. De uitvinding is echter niet beperkt tot deze uitvoeringen. Alhoewel de uitvinding beschreven wordt aan de hand van een aantal expliciet genoemde voordelen, omvatten de beschreven uitvoeringen ook een aantal niet expliciet genoemde voordelen. Het is mogelijk een afsplitsing in te dienen gericht op een van deze expliciete of impliciete voordelen.
20
In dc figuren tonen:
Fig. 1: een zijaanzicht in doorsnede van een duinprofiel voorzien van een systeem van een aantal geotextielschermen voor het handhaven cn/of vormen van het duinprofiel; 25 Fig. 2a en 2b: een bovenaanzicht en een aanzicht in perspectief van een uitvoeringsvorm van een geotextielscherm;
Fig. 3a en 3b: bovenaanzichten van uitvoeringsvormen van het geotextielscherm;
Fig. 4: ccn zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van het geotextielscherm.
30 Fig. 1 toont een aanzicht in doorsnede van een zanderige kust 1 met een duin 2 en zee 3. Het duin omvat een vooroever 11, een strand 12, een duinvoet 13 en een duintop 15. Het duin vormt een zanderige bodem met een helling. De zee 3 bezit een niveau of peil, dat overeenkomt met het huidige peil (bijvoorbeeld N.A.P. - Normaal Amsterdams Peil), en dat aangegeven is met de lijn I. Het rekenpeil, dat wil zeggen het 7 verwachte stormvloedpeil in de nabije toekomst, rekening houdend met de stijging van de zeespiegel, is aangegeven met de lijn II. Tevens is het vernachte peil over een aantal eeuwen, bijvoorbeeld het rekenpeil over 200 jaar, aangegeven met de lijn III. De peilen 11, Til in de nabije en verre toekomst liggen hoger dan het huidig peil 1. Het huidig 5 profiel van de duintop is aangegeven met de doorgetrokken lijn A. Het huidig duinprofïel heeft een duintop 15. De hoogte van het bestaande duinprofïel, dat wil zeggen de hoogte van de top 15 kan in sommige gevallen ontoereikend zijn voor een voldoende bescherming tegen stijgend water. Met name kan het zo zijn dat de hoogte van de top 15 ontoereikend is voor een voldoende bescherming, uitgaande van het 10 rekenpeil II, en zeker het toekomstige rekenpeil III, indien er geen maatregelen in het voorland van de kering worden getroffen. Het kan daarom gewenst zijn om het duinprofïel op te hogen tot een gewenst profiel. Het gewenste of vereiste profiel van het duin 2 is aangegeven met de stippellijn B. In het gewenste profiel heeft het duin een duintop 14, die hoger gelegen is dan de duintop 15 van het huidig profiel A.
15 In het duin 2 zijn een aantal geotextielschermen 21 -25 aangebracht, voor het daarmee vormen en/of handhaven van het duin. Het geotextielscherm kan een aantal ankerelementen, alsmede een met de ankerelementen in contact gebracht geotextiel omvatten. De ankerelementen en het geotextiel zijn in de getoonde uitvoeringsvorm in hoofdzaak verticaal in de bodem aangebracht. Een andere plaatsing, zoals bijvoorbeeld 20 een enigszins schuine plaatsing, zijn natuurlijk mogelijk. Elk geotextielscherm 21-25 strekt zich bij voorkeur in hoofdzaak in een langsrichting van de grens tussen land 2 en zee 3 uit (ook wel aangeduid met de waterlijn). De geotextielschermen 21-25 kunnen in hoofdzaak parallel aan elkaar lopen. Het kan echter voordelig zijn om plaatsclijk twee geotextielschermen ten opzichte van elkaar onder een hoek te plaatsen.
25 Zoals verderop aan de hand van Fig. 2 en 3 zal worden uitgelegd, zijn de ankerelementen van één geotextielscherm op verschillende hoogtes in de helling geplaatst. In het geotextielscherm zijn aldoende V-vormige, of U-vormige delen voorzien. De V-vormige of U-vormige delen kunnen zodanig in het geotextiel gevormd zijn, dat het geotextielscherm zigzagsgewijs geplaatst is in de helling. De V-vormige, 30 of U-vormige delen vormen opvangdelen. De open zijdes van die opvangdelen zijn naar de top 15 van de helling gericht. De open zijde vormt als het ware een opvangbak voor zanderige bodem, om te voorkomen dat het zand van het duin naar zee beweegt.
8
Het geotextielscherm 21,22 kan zich grotendeels onder de grond bevinden. Op deze wijze wordt ervoor gezorgd dat de zanderige bodem 2 op zijn plek gehouden wordt. Het zand wordt tegengehouden, zodat het niet naar zee (in richting van lagere potentiaal) kan bewegen. De stabiliteit van de helling wordt hiermee vergroot.
5 Het is daarnaast mogelijk dat een deel van het geotextielscherm 23-25 zich boven de grond bevindt. Het wordt hierdoor mogelijk om het profiel van de waterkering te vormen. Door bijvoorbeeld invloeden van de wind zal het zand in de richting van de top 15 van de helling gevoerd worden. De zwaartekracht zal er vervolgens voor zorgen dat het zand in de richting van de voet van de helling zal bewegen. Het zand zal 10 vervolgens opgevangen worden door het geotextielscherm. In het geotextielscherm vindt als het ware zandafzetting plaats, waardoor het profiel van de waterkering verhoogd wordt.
Het is moge lijk om een systeem 5,6 van een aantal geotextielschermen 21-22,23-25 in de bodem te voorzien. De geotextielschermen zijn onderling op afstand, en ten 15 opzichte van elkaar op een hogere of lagere positie in de helling geplaatst. De geotextielschermen kunnen zich in hoofdzaak parallel aan elkaar uitstrekken. De toppen 28 van de geotextielschermen kunnen boven de grond 2 uitsteken. De toppen 28 kunnen zodanig geplaatst zijn dat deze samenvallen met een gewenst duinprofïel B.
De geotextielschermen kunnen op diverse plekken in het duin 2 voorzien zijn. In 20 de getoonde uitvoeringsvorm zijn in de vooroever 11 twee geotextielschermen 21,22 op onderlinge afstand van elkaar geplaatst. De geotextielschermen in de vooroever 11 vormen een systeem 5. Het systeem 5 bevindt zich onder de waterspiegel. Het systeem 5 voorkomt afkalving van dc vooroever 11, en beschermt als het ware het fundament van het duin. Door de vooroever 11 te beschermen, en de waterdiepte ter plekke relatief 25 ondiep te houden, zal de energie van de golven lokaal gedissipeerd kunnen worden. De kracht van de golven die het strand 12 en de duinvoet 13 bereiken zal hierdoor relatief klein zijn. In feite wordt hiermee ook het duinprofïel ter plaatse van de top 15 beschermd. Om het duinprofïel ter plaatse van de vooroever 11 te vormen, is het tevens mogelijk dat de geotextielschermen 21,22 deels uit de grond steken. Het geotextiel is 30 waterdoorlaatbaar, zodat het water vrijelijk door het scherm kan bewegen. Het geotextiel is echter niet doorlaatbaar voor zand, waardoor het door de stroming meegevoerde zand op zijn plek gehouden wordt. De geotextielen zijn relatief sterk, waardoor ze werken als een versterkingslaag voor het op de plek houden van een deel 9 van het duin. Hierdoor wordt plaatselijke zandafzetting mogelijk, en zal de vooroever minder diep worden.
Om bij hoogwater en storm de golfaanval te breken kan het systeem ter plaatse van de vooroever voorzien zijn van geotextiel dat zeewaarts neergelaten is en aan de 5 bovenkant voorzien is van zichzelf opblaasbare compartimenten die bij een bepaalde waterstand en/of storm omhoog komen en zodoende de golfaanval zullen breken.
In de duinvoet 13 bevinden zich drie geotextielschermen 23-25 op onderlinge afstand van elkaar. Ook deze geotextielschermen 23-25 vormen een systeem 6. Dit systeem is zodanig geplaatst dat zandafzettingen zullen leiden tot de vorming van een 10 duin met een gewenst duinprofïel B. De toppen 28 kunnen bijvoorbeeld samenvallen met het gewenste profiel, maar kunnen ook daarboven geplaatst worden. Het is tevens mogelijk additionele geotextielschermen te plaatsen, door bijvoorbeeld een geotextielscherm nabij of op de top 15 te plaatsen. Het is tevens mogelijk om deze additionele geotextielschermen na verloop van tijd te plaatsen, zodanig dat het 15 duinprofïel al enigszins opgehoogd is.
Fig. 2a en Fig. 2b tonen respectievelijk een bovenaanzicht en een aanzicht in perspectief van (een deel van) een geotextielscherm 31. Het geotextielscherm omvat een geotextiel 35, dat in contact gebracht is met tenminste drie ankerelementen 32-34. De ankerelementen 32-34 zorgen ervoor dat het geotextiel 35 op spanning gebracht is. 20 Het geotextiel kan om-en-om rond de ankerelementen aangebracht zijn, zodanig dat het geotextiel eenvoudig op spanning te brengen is. De ankerelementen 32-24 zijn ten opzichte van elkaar zigzagsgewijs geplaatst. De ankerelementen 32-34 vormen een driehoek. Een basis wordt gevormd door een denkbeeldige lijn tussen ankcrclcmcnt 34 en ankerelement 32. Het geotextiel loopt tussen ankerelement 34 en ankerelement 33 25 met een hoek α ten opzichte van de basis. Ankerelement 33 bezit een afstand δ loodrecht op de basis. Het geotextielscherm vormt aldus een V-vormige dwarsdoorsnede. Het is mogelijk dat twee ankerelementen 32,34 ten opzichte van elkaar op een hogere positie in de helling geplaatst zijn, dan één ankerelement 33.
In Fig. 3a en 3b zijn uitvoeringsvormen van geotextielschermen getoond. Fig. 3a 30 toont daarbij een geotextielscherm 41 met een aantal ankerelementen 42,43,46 die in contact gebracht zijn met een geotextiel 45. Het geotextiel kan verbonden zijn met de ankerelementen, met behulp van daartoe geschikte middelen, zoals bijvoorbeeld klittenband. De ankerelementen zijn zo geplaatst, dat een zwaluwplaatvormig 10 geotextielscherm 41 gevormd is. In het geotextielscherm zijn zo opvangdelen 47,48 tot stand gebracht. Fig 3b toont een geotextielscherm 51 met een zaagtandvormige dwarsdoorsnede, als gevolg van een geschikte plaatsing van ankerelementen 52,56 en het geotextiel 55. Ook hier zijn opvangdelen 57,58 tot stand gebracht.
5 Fig. 4 toont een zijaanzicht van een deel van een geotextielscherm 60 volgens een uitvoeringsvorm. Het geotextielscherm 60 is in een zanderige bodem 61 geplaatst. Het geotextielscherm 60 steekt een deel boven het bodemoppervlak N uit. Het geotextielscherm omvat een geotextiel 65 met hoogte h, dat in contact gebracht is met het ankerelement 62 met hoogte H. Het ankerelement is dieper in de bodem 61 10 geplaatst dan het geotextiel 65. Het ankerelement kan een hol ankerelement zijn. Aan een bovenzijde van het ankerelement is een vulopening 67 aanwezig. Aan een onderzijde van het ankerelement zijn mantelopeningen 64 voorzien. De mantelopeningen 64 kunnen rondom de mantel voorzien zijn. De mantelopeningen 64 zijn ingericht om het ankerelement 62 op eenvoudige wijze te kunnen verankeren, door 15 vanaf de vulopening een geschikt bindmiddel onder druk in te voeren. Dit bindmiddel zal vervolgens via de mantelopeningen naar buiten stromen 66, en in contact komen met de zanderige bodem 61.
Het is mogelijk om verschillende geotextielen toe te passen. De geotextielen kunnen bijvoorbeeld volgens de wijze van fabricage onderverdeeld worden in geweven, 20 niet-geweven en gebreid textiel. De materialen die meestal gebruikt worden om geotextielen te vervaardigen, zijn polypropyleen en polyester, maar ook andere kunststoffen zoals polyethyleen, nylon en glasvezel zijn bruikbaar. Soms wordt er ook jute, hennep of kokos gebruikt. Deze materialen zijn bijzonder geschikt voor toepassing in situaties waarin het geotextiel biologisch afbreekbaar dient te zijn. In combinatie met 25 een ankerelement dat van bamboe gemaakt is, wordt een volledig biologisch afbreekbaar geotextielscherm verkregen. De watervoerendheid van de verschillende geotextielen kan anders zijn. Naar wens kan een geschikte watervoerendheid van het geotextiel gekozen worden.
Het moge duidelijk zijn voor de vakman dat het geotextielscherm volgens de 30 uitvinding, toegepast kan worden voor het handhaven en/of vormen van een waterkering. De toepassing is niet beperkt tot een toepassing in een duin met een zee. Het geotextielscherm kan bijvoorbeeld ook toegepast worden voor het verstevigen van andere grondlichamen. Toepassing in een (zanderige) dijk is moge lijk. Ook toepassing 11 van het geotextielscherm bij bouwplaatsen is mogelijk. Het geotextielscherm is bijzonder voordelig toepasbaar bij bouwplaatsen om verzakkingen van de grond op of nabij de bouwplaatsen te voorkomen.
Los daarvan, kan het geotextielscherm volgens de uitvinding diverse 5 instabiliteiten van waterkeringen helpen voorkomen. Deze instabiliteiten kunnen bijvoorbeeld macro-instabiliteiten (binnenwaarts en/of buitenwaarts), instabiliteiten als gevolg van infiltratie en erosie bij overslag, piping, en/of heaving zijn. De vakman zal bekend zijn met deze instabiliteiten, en zal in staat zijn om de geotextielschermen zodanig te plaatsen dat deze instabiliteiten voorkomen worden.
10

Claims (24)

1. Waterkering, omvattende een zanderige bodem met een helling, waarbij de waterkering een tenminste gedeeltelijk in de bodem geplaatst geotextiel omvat voor het 5 daarmee vormen en/of handhaven van de zanderige bodem, alsmede tenminste drie in de bodem geplaatste ankerelementen die in contact gebracht zijn met het geotextiel voor het daarmee vormen van een geotextielscherm, waarbij tenminste twee ankerelementen ten opzichte van tenminste één ankerelement op een hogere positie van de helling geplaatst zijn. 10
2. Waterkering volgens conclusie 1, omvattende een aanvullend aantal in de bodem geplaatste ankerelementen die in contact gebracht zijn met het geotextiel, waarbij de ankerelementen, in een langsrichting van de waterkering, afwisselend op een hoge en lage positie voorzien zijn voor het vormen van een geotextielscherm met een zaagtand- 15 vormige dwarsdoorsnede.
3. Waterkering volgens conclusie 1, omvattende een aanvullend aantal in de bodem geplaatste ankerelementen die in contact gebracht zijn met het geotextiel, waarbij telkens twee ankerelementen, in een langsrichting van de waterkering, afwisselend op 20 een hoge en lage positie geplaatst zijn, voor het vormen van een geotextielscherm met een zaagtandvormigc dwarsdoorsnede.
4. Waterkering volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een bovenzijde van het geotextielscherm met een afstand boven de bodem uitsteekt. 25
5. Waterkering volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tenminste één ankerelement een in hoofdzaak hol ankerelement is.
6. Waterkering volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tenminste één 30 ankerelement in de bodem verankerd is met een bindmiddel.
7. Waterkering volgens conclusie 6, waarbij het bindmiddel een verhardende specie omvat.
8. Waterkering volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het ankerelement een bamboe paal omvat.
9. Waterkering volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het ankerelement 5 een diameter heeft van ongeveer 20 cm.
10. Waterkering volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het ankerelement een lengte heeft die gelegen is tussen 3 en 6 m.
11. Waterkering volgens een der voorgaande conclusies, omvattende tenminste een tweede geotextielscherm dat lager of hoger op de helling geplaatst is dan het eerste geotextielscherm.
12. Waterkering volgens conclusie 11, waarbij het tweede geotextielscherm zich in 15 hoofdzaak evenwijdig aan het eerste geotextielscherm uitstrekt.
13. Waterkering volgens conclusie 11 of 12, waarbij bovenzijdes van de tenminste twee geotextielschermen samenvallen met een gewenst niveau van de helling.
14. Waterkering volgens een der conclusies 11-13, waarbij tenminste één geotextielscherm in een vooroever van een kustlijn geplaatst is, en waarbij tenminste één geotextielscherm in een duinvoet van een duinprofiel geplaatst is.
15. Waterkering volgens conclusie 14, waarbij de waterkering tenminste twee 25 geotextielschermen omvat die in de vooroever geplaatst zijn, en waarbij de waterkering tenminste twee geotextielschermen omvat die in de duinvoet geplaatst zijn.
16. Werkwijze voor het verstevigen van een waterkering omvattende een zanderige bodem met een helling, waarbij de werkwijze de stappen omvat van:
30. Het in de bodem aanbrengen van een geotextiel; • Het in de bodem plaatsen van tenminste drie ankerelementen, waarbij tenminste twee ankerelementen ten opzichte van tenminste één ankerelement op een hogere positie van de helling geplaatst worden. • Het in contact brengen van het geotextiel met de tenminste drie ankerelementen, en het aldus vormen van een geotextielscherm.
17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij de werkwijze de stappen omvat van het 5 in de bodem plaatsen van tenminste een aanvullend ankerelement, en het in contact brengen van het geotextiel met het tenminste ene aanvullende ankerelement.
18. Werkwijze volgens conclusie 16 of 17, waarbij de werkwijze tenminste eenmaal herhaald wordt. 10
19. Werkwijze volgens conclusie 18, waarbij het herhalen van de werkwijze omvat het op een lagere of hogere positie van de helling voorzien van een additioneel geotextielscherm.
20. Werkwijze volgens een der conclusies 16-19, waarbij de werkwijze de aanvullende stap omvat van het in de bodem aanbrengen van een groef, en het vervolgens daarin plaatsen van het geotextiel.
21. Werkwijze volgens conclusie 20, waarbij het in de grond aanbrengen van de 20 groef met een groeffrees gebeurt.
22. Werkwijze volgens een der conclusies 16-21, waarbij het in de grond aanbrengen van de ankerelementen omvat het indraaien van de ankerelementen.
23. Werkwijze volgens een der conclusies 16-22, waarbij het ankerelement hol is, en tenminste één mantelopening omvat die vanaf de buitenmantel tot aan de binnenmantel loopt, en die in open verbinding staat met een vulopening aan de bovenzijde van het ankerelement, waarbij dc werkwijze dc aanvullende stap omvat van het verankeren van de ankerelementen, omvattende het via de vulopening onder druk inspuiten van een 30 bindmiddel, en het via de mantelopening met de grond verbinden van het bindmiddel.
24. Geotextielscherm voor kennelijk gebmik in een waterkering volgens een der conclusies 1-15, omvattende een geotextiel en tenminste drie ankerelementen.
NL2002881A 2009-05-13 2009-05-13 Waterkering, omvattende een zanderige bodem met een helling, alsmede werkwijze voor het vervaardigen daarvan. NL2002881C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002881A NL2002881C2 (nl) 2009-05-13 2009-05-13 Waterkering, omvattende een zanderige bodem met een helling, alsmede werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
PCT/NL2010/050279 WO2010131964A1 (en) 2009-05-13 2010-05-12 Water-barrier, comprising sandy soil and a slope, and a method for the provision thereof

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002881A NL2002881C2 (nl) 2009-05-13 2009-05-13 Waterkering, omvattende een zanderige bodem met een helling, alsmede werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
NL2002881 2009-05-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2002881C2 true NL2002881C2 (nl) 2010-11-18

Family

ID=41401855

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2002881A NL2002881C2 (nl) 2009-05-13 2009-05-13 Waterkering, omvattende een zanderige bodem met een helling, alsmede werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2002881C2 (nl)
WO (1) WO2010131964A1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1403944A (en) * 1972-11-17 1975-08-28 Naue Kg E A H Erosion protection mat
WO1996025560A1 (en) * 1995-02-16 1996-08-22 Geo-Syn Products Company Device for erosion control
US20070280789A1 (en) * 2006-06-01 2007-12-06 Mason W Britten Erosion control barrier
US20080019779A1 (en) * 2006-07-21 2008-01-24 Henderson Joy K Steel-Cased Concrete Piers

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1403944A (en) * 1972-11-17 1975-08-28 Naue Kg E A H Erosion protection mat
WO1996025560A1 (en) * 1995-02-16 1996-08-22 Geo-Syn Products Company Device for erosion control
US20070280789A1 (en) * 2006-06-01 2007-12-06 Mason W Britten Erosion control barrier
US20080019779A1 (en) * 2006-07-21 2008-01-24 Henderson Joy K Steel-Cased Concrete Piers

Also Published As

Publication number Publication date
WO2010131964A1 (en) 2010-11-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5697736A (en) Seawalls and shoreline reinforcement systems
US20110033237A1 (en) Device and method for floor protection, coastal protection, or scour protection
Sorensen et al. Control of erosion, inundation, and salinity intrusion caused by sea level rise
US3564853A (en) Method of controlling erosion on seashores
Corbella et al. Geotextile sand filled containers as coastal defence: South African experience
US20090252555A1 (en) Protective wall, dyke and method of producing a dyke
JPH04504151A (ja) 透水形防波堤
RU2525405C1 (ru) Способ крепления откоса геосотовым геосинтетическим материалом
Pilarczyk Alternatives for coastal protection
NL2002881C2 (nl) Waterkering, omvattende een zanderige bodem met een helling, alsmede werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
Greenway et al. Engineered approaches for limiting erosion along sheltered shorelines: a review of existing methods
EP2112276A1 (en) Method for control of soil erosion on slopes
Sulaiman et al. Beach profile changes due to low crested breakwaters at Sigandu beach, Central Java
Griggs et al. Rip rap revetments and seawalls and their effectiveness along the central California coast
RU2560952C1 (ru) Способ снижения подтопления поймы рек паводковыми водами
RU34945U1 (ru) Устройство для укрепления откоса грунтового сооружения
RU93093U1 (ru) Георешетка
RU2648121C1 (ru) Устройство для укрепления откосов земляной насыпи
Hansom et al. Managing lakeshore erosion: Impacts of bank protection on Loch Lomond, Scotland
GB2529207A (en) Flood defence
Moni Systematic study of coastal erosion and defence works in the southwest Coast of India
KR102264637B1 (ko) 바이오 폴리머 피복 다공성 골재를 이용한 콘크리트 블록 존치형 수변사면 침식방지 구조체 및 그 시공방법
RU2193086C2 (ru) Берегоукрепительное сооружение
Walker et al. PART 4: TOUR OF THE COLVILLE RIVER DELTA.
KR102234137B1 (ko) 친환경 투수 바이오 폴리머 콘크리트 블록

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20121201