NL2002286C2 - Werkwijze voor analyseren van koolwaterstofhoudende mengsels die zuurstofhoudende verbindingen bevatten. - Google Patents

Werkwijze voor analyseren van koolwaterstofhoudende mengsels die zuurstofhoudende verbindingen bevatten. Download PDF

Info

Publication number
NL2002286C2
NL2002286C2 NL2002286A NL2002286A NL2002286C2 NL 2002286 C2 NL2002286 C2 NL 2002286C2 NL 2002286 A NL2002286 A NL 2002286A NL 2002286 A NL2002286 A NL 2002286A NL 2002286 C2 NL2002286 C2 NL 2002286C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
component
mixture
oxygen
reference compound
molecular weight
Prior art date
Application number
NL2002286A
Other languages
English (en)
Inventor
Walter Spieksma
Original Assignee
A C Analytical Controls Holdin
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by A C Analytical Controls Holdin filed Critical A C Analytical Controls Holdin
Application granted granted Critical
Publication of NL2002286C2 publication Critical patent/NL2002286C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N33/00Investigating or analysing materials by specific methods not covered by groups G01N1/00 - G01N31/00
    • G01N33/26Oils; Viscous liquids; Paints; Inks
    • G01N33/28Oils, i.e. hydrocarbon liquids
    • G01N33/2835Specific substances contained in the oils or fuels
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N30/00Investigating or analysing materials by separation into components using adsorption, absorption or similar phenomena or using ion-exchange, e.g. chromatography or field flow fractionation
    • G01N30/02Column chromatography
    • G01N30/62Detectors specially adapted therefor
    • G01N30/64Electrical detectors
    • G01N30/68Flame ionisation detectors
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N30/00Investigating or analysing materials by separation into components using adsorption, absorption or similar phenomena or using ion-exchange, e.g. chromatography or field flow fractionation
    • G01N30/02Column chromatography
    • G01N30/86Signal analysis
    • G01N30/8675Evaluation, i.e. decoding of the signal into analytical information

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Other Investigation Or Analysis Of Materials By Electrical Means (AREA)
  • Organic Low-Molecular-Weight Compounds And Preparation Thereof (AREA)

Description

Werkwijze voor analyseren van koolwaterstofhoudende mengsels die zunrstofhoudende verbindingen bevatten
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het kwantitatief 5 analyseren van koolwaterstofhoudende mengsels die zuurs to fhoudende verbindingen bevatten, door middel van een vlamionisatiedetector die aan een gaschromatografiekolom is gekoppeld.
Om meerdere redenen, die zowel van economische aard zijn als verband houden met de bescherming van personen en van het milieu, is het wenselijk om de 10 samenstelling te kennen van de uit raffinaderijen afkomstige brandstoffen die in de handel worden gebracht.
In het geval van de gebruikelijke brandstoffen op basis van aardolie, dat wil zeggen die welke bijna uitsluitend koolwaterstoffen bevatten, wordt deze analyse op klassieke wijze uitgevoerd door een brandstofmonster te injecteren in een 15 gaschromatografiekolom die aan een vlamionisatiedetector (F1D) is gekoppeld.
Een dergelijke detector, die vaak wordt gebruikt bij organische analyses, omvat een vlam, die wordt verkregen door waterstof en lucht te verbranden, alsook een collectorelektrode die gewoonlijk de vorm heeft van een cilindrisch rooster dat rond de as van de vlam is geconcentreerd en die op een potentiaal is gebracht welke gewoonlijk 20 tussen 100 en 300 V varieert.
Het eluaat dat uit de chromtografiekolom komt dringt door in de vlam, hetgeen leidt tot ontleding van de organische verbindingen, die onder invloed van het omringende elektrostatische veld positief geladen koolstofionen vormen; deze ionen worden op de gepolariseerde elektrode afgezet waar ze een ionisatiestroom 25 veroorzaken die vervolgens wordt versterkt en geregistreerd.
Men verkrijgt aldus bij de uitgang van de vlamionisatiedetector een chromatogram, bestaande uit een opeenvolging van pieken die elk met een van de bestanddelen van het mengsel corresponderen, die voorafgaande in de chromatografiekolom zijn gescheiden.
30 Aan een dergelijke detector kleeft het nadeel dat het te analyseren monster wordt afgebroken, doch deze bezit tegelijkertijd meerdere voordelen die in het bijzonder veiband houden met de gevoeligheid ervan voor een groot aantal organische veibindingen, met de snelheid van de responsietijd ervan en met de eenvoud van zowel 2 het gebruik als het onderhoud ervan; de responsie van een vlamionisatiedetector is bovendien lineair met de concentratie en deze bezit een goede stabiliteit van de basislijn.
Het is bekend dat in een chromatogram het oppervlak A, van de piek die met een 5 bestanddeel i van het geanalyseerde mengsel correspondeert aan de massa m, van dit bestanddeel is gerelateerd via de formule: m - RFi(Ai) (I) waarin RF, een specifieke coëfficiënt voor het bestanddeel i is die de responsiefactor van de detector voor dit bestanddeel weergeeft.
10 | Het gewichtsgehalte (W%) van het bestanddeel i in het mengsel wordt bijgevolg weergegeven door de betrekking: |wt% - 100 = 100 (II) Σ'"· Μ <»t waarin Af met het aantal bestanddelen van het mengsel correspondeert.
15 De kwantitatieve analyse van een koolwaterstofhoudende verbinding met behulp van een evaporatieve vlamionisatiedetector impliceert bijgevolg de bepaling van de specifieke responsiefactor RF( voor elk van de bestanddelen i van het te analyseren mengsel.
In het geval van mengsels die slechts een enkel bestanddeel of een gering aantal 20 bestanddelen die alle bekend zijn bevatten, kan deze bepaling worden uitgevoerd dankzij een voorafgaande ijking van de detector, waarbij de ijking bestaat uit het vaststellen van de relatie tussen de massa van een bestanddeel en het oppervlak van de corresponderende piek, uitgaande van een reeks monsters van bekende samenstelling, waarbij bij voorkeur klassieke normalisatietechnieken worden toegepast.
25 Bij aanwezigheid van mengsels die een groot aantal bestanddelen bevatten die mogelijk niet alle bekend zijn, is een dergelijke, voorafgaande ijking echter nauwelijks zinvol, al was het alleen maar vanwege de lange tijd die daaraan zou moeten worden besteed.
Wanneer men een referentiemengsel gebruikt, moet bovendien worden 30 aangenomen dat het te analyseren monster een vergelijkbare samenstelling heeft, 3 hetgeen niet altijd het geval is, omdat anders de responsie van de detector kan worden veranderd vanwege eventuele interacties tussen de verschillende bestanddelen.
Het valt bovendien op te merken dat sommige bestanddelen van een mengsel instabiel kunnen zijn en een beperkte levensduur kunnen hebben.
5 Teneinde zich te onttrekken aan de verplichting om een dergelijke voorafgaande ijking uit te voeren, heeft men reeds, in het bijzonder overeenkomstig de norm ASTM D 6839, een werkwijze voor kwantitatieve analyse van koolwaterstofhoudende mengsels voorgesteld door middel van een aan een chromatografiekolom gekoppelde vlamionisatiedetector die is gebaseerd op een berekening van een theoretische 10 responsiefactor RFi voor elk bestanddeel van dit mengsel, uitgaande van de molecuulstructuur van dit bestanddeel.
Hoewel de aldus bepaalde theoretische responsiefactor RF representatief blijkt te zijn voor koolwaterstoffen, dat wil zeggen verbindingen waarvan het molecuul slechts koolstof en waterstof bevat, is dat echter niet het geval voor zuurstofhoudende 15 verbindingen die bijvoorbeeld in een grote hoeveelheid aanwezig zijn in biobrandstoffen.
Het schaars worden van aardolie, met als uitvloeisel de aanhoudende verhoging van de prijs ervan, alsmede de toenemende mate waarin rekening wordt gehouden met de problemen die verband houden met de bescherming van het milieu, hebben ertoe 20 geleid dat deskundigen op zoek zijn naar vervangende energiebronnen.
Speciaal op het gebied van auto’s hebben deze onderzoeken geleid tot de ontwikkeling van biobrandstoffen op basis van alcohol, in het bijzonder op basis van ethanol, welke een bijzonder belangrijk alternatief vormen voor de klassieke brandstoffen op basis van aardolie, omdat dit nu economisch haalbaar is en terwijl het 25 aldus eveneens mogelijk is om afvalproducten in de landbouw rendabel te maken en de bebouwbare oppervlakken uit te breiden.
Dergelijke biobrandstoffen hebben samenstellingen die kunnen variëren, in het bijzonder naar gelang het jaargetijde waarin ze worden verbouwd en vanwege het feit dat ze worden bereid uit verschillende grondstoffen, al naar gelang de plaats waar ze 30 worden geproduceerd, (hoofdzakelijk graangewassen, zonnebloemen, beetwortels, suikerriet ...); hoge transportkosten leiden bovendien tot een grote geografische spreiding van de plaatsen waar biobrandstoffen worden geproduceerd, welke bij voorkeur dichtbij deze plaatsen worden geleverd.
4
Het valt overigens op te merken dat biobrandstoffen naast bestanddelen van plantaardige oorsprong eveneens standaardbrandstoffen op basis van aardolie en eventueel ook andere bestanddelen kunnen bevatten, die kunnen variëren van visolie tot 5 industrieel of huishoudelijk afval, zoals bijvoorbeeld bakolie.
Vanuit chemisch oogpunt bevatten biobrandstoffen in het algemeen naast koolwaterstoffen zuurstofhoudende verbindingen die verschillende structuren kunnen bezitten, en wel in variabele gehalten, in het bijzonder ethanol, methanol, grotere alcoholen zoals propanol of butanol, ethers of esters alsook ketonen of ook azijnzuur.
10 Het is bijgevolg noodzakelijk om biobrandstoffen kwantitatief te analyseren, in het bijzonder door middel van een aan een chromatografiekolom gekoppelde vlamionisatiedetector.
Met dit doel hebben deskundigen grotendeels empirische methoden verschaft waarmee, na ijking op grond van een vooraf opgestelde lijst, een theoretische 15 responsiefactor RFj van een bestanddeel i in het mengsel kan worden verkregen, uitgaande van een referentiebestanddeel.
Met deze methoden kunnen aldus de percentages van de verschillende bestanddelen van een mengsel worden bepaald.
Onder deze methoden vallen bijvoorbeeld de door de norm ASTM D 6729 20 gedefinieerde methode, waarvoor het referentiebestanddeel methaan is, de door de norm ASTM D 6733 gedefinieerde methode, waarvoor het referentiebestanddeel benzeen is, of ook de door de norm ASTM D 6730 gedefinieerde methode, waarvoor het referentiebestanddeel n-heptaan is.
Deze methoden vereisen echter de toepassing van bijzonder langdurige en lastige 25 ijkstappen.
De onderhavige uitvinding heeft als doel het ondervangen van dit nadeel door een weikwijze te verschaffen voor het kwantitatief analyseren van koolwaterstofhoudende mengsels die zuurstofhoudende verbindingen bevatten, in het bijzonder biobrandstoffen, door middel van een aan een gaschromatografiekolom gekoppelde 30 vlamionisatiedetector, waarmee de ijkingsbewerkingen kunnen worden beperkt en waarmee door een eenvoudige berekening de theoretische responsiefactor RFj van een bestanddeel i van een mengsel kan worden verkregen, uitgaande van de 5 molecuulstructuur van dit bestanddeel, waarbij tevens de nauwkeurigheid van de verkregen resultaten aanzienlijk wordt verbeterd.
Volgens de uitvinding wordt deze werkwijze gekenmerkt door de berekening van een theoretische responsiefactor RF, voor elk van de bestanddelen / van het te 5 analyseren mengsel, door toepassing van de volgende formule waarin c' het aantal koolstofatomen in het bestanddeel i voorstelt, o' het aantal zuurstofatomen in dit bestanddeel voorstelt, A/f het molateemgewicht van koolstof voorstelt, M° het molateemgewicht van zuurstof voorstelt, M het moleetnrigewicht 10 van het bestanddeel / voorstelt, C* het aantal koolstofatomen in een | referentieverbinding voorstelt en Me^ het moleemdgewicht van deze referentieverbinding voorstelt.
Volgens een eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de referentieverbinding methaan, in welk geval de factor
wML
15 u* gelijk is aan 0,7489.
Volgens een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de referentieverbinding benzeen, in welk geval de factor
Ofiil 20 gelijk is aan 0,9227.
Volgens een derde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de referentieverbinding n-heptaan, in welk geval de factor
Cmf — C
M* gelijk is aan 0,8392.
25 | Het valt op te merken dat het moleeuulgewicht M van een molecuul / dat uit koolstof, waterstof en zuurstof bestaat, wordt gedefinieerd door de volgende vergelijking: 6 Μ» = c'Mc + lvMH + o'M°, | waarin h' het aantal waterstofatomen in dit molecuul en M^het molatoomgewicht van waterstof voorstelt.
De vergelijking (III) kan bijgevolg op de volgende wijze worden geschreven: RF, - Μ"1 l c‘hic c‘Mc) 5
Daaruit volgt dat de specifieke theoretische responsiefactor RFt voor een bestanddeel i van een koolwaterstofhoudend mengsel dat zuurstofhoudende verbindingen bevat, afhangt van de verhouding tussen het aantal waterstofatomen en het aantal koolstofatomen alsook van de verhouding tussen het aantal zuurstofatomen 10 en het aantal koolstofatomen in het molecuul van dit bestanddeel.
Deze verschillende verhoudingen zijn in tabel 1 hierna weergegeven voor een reeks families van koolwaterstofhoudende verbindingen.
Tabel 1 h* o*
Paraffinen 2c' + 2 0
Alkenen & Naftenen 2c' 0
Aromatische Benzenen 2c' -6 0
Aromatische Naftalenen 2c'-12 0
Alcoholen & Ethers 2c‘ + 2 1
Esters 2c1 2
Glycerol en triolen 2c + 2 3 15
Uit deze tabel blijkt dat alkenen en naftenen alle een specifieke theoretische responsiefactor RFi hebben, ongeacht het aantal koolstofatomen in hun molecuul; de verhouding tussen het aantal waterstofatomen en het aantal zuurstofatomen, hl/c', in 20 hun molecuul is namelijk constant en altijd gelijk aan 2.
Volgens de uitvinding kunnen krommen worden getrokken die de variaties van de specifieke theoretische responsiefactor RFi van verscheidene families van verbindingen weergeven als functie van het aantal koolstofatomen in het molecuul van 7 deze verbindingen onder toepassing van formule (III), waarbij als referentiebestanddeel methaan, benzeen en n-heptaan zijn genomen.
De theoretische responsiefactor RF zijn als krommen in figuur 1 in het geval van methaan, figuur 2 in het geval van benzeen en in figuur 3 in het geval van n-heptaan 5 weergegeven. Daarin zijn de atoommassa’s A/7, M0 en M° resp. 1,00698, 12,01309 en 15,99940 g/mol.
Dergelijke krommen kunnen worden opgesteld tijdens een voorbereidende ijkstap, uitgaande van en gering aantal bestanddelen dat vervolgens voor de analyse van een monster in de vorm van een mengsel wordt gebruikt.
10 Het valt op te merken dat een hoge waarde van de responsiefactor RFj voor een bestanddeel i aangeeft dat de detector weinig gevoelig is voor dit bestanddeel.
De in de figuren 1, 2 en 3 afgebeelde krommen zijn derhalve van dien aard dat daaruit blijkt dat de detector in het bijzonder gevoelig is in het geval van naftalenen.
Teneinde de geschiktheid van de werkwijze volgens de uitvinding te controleren, 15 zijn de theoretische responsiefactoren RFt van een reeks chemische verbindingen enerzijds volgens de door de normen ASTM D 6729, ASTM D 6733 en ASTM D 6730 en anderzijds volgens formule (III) volgens de uitvinding bepaald, waarbij in deze formule elke keer hetzelfde referentiebestanddeel als dat wat door de norm is gedefinieerd werd gebruikt.
20 De aldus verkregen resultaten zijn in de hierna afgebeelde tabel 2 weergegeven.
In deze tabel zijn de verbindingen met een relatief verschil van meer dan 5% tussen de volgens formule (III) bepaalde responsiefactor en de volgens de ASTM-norm bepaalde responsiefactor onderstreept.
Aldus is aangetoond dat een uitstekende overeenstemming tussen formule (III) en 25 de normen voor koolwaterstoffen verkrijgbaar is, en dat in het geval van zuurstofhoudende verbindingen het verschil altijd kleiner dan 5% is, behalve voor methaan als referentie voor de drie ASTM-methoden en voor TBME, doch daarvoor alleen als referentie voor de norm ASTM D 6729.
Het valt echter op te merken dat het hoofdbestanddeel in biobrandstoffen altijd 30 ethanol is, die wordt gevormd uit natuurlijke fermentatie van de gebruikte grondstoffen en dat methanol slechts een ongewenst bijproduct vormt dat slechts in de vorm van sporen aanwezig is.
8
Tabel 2
Referentie CH4 Benzeen n-heptaan
Verbinding / Form. Ill D6729 Form. Ill D6733 Form. Ill D6730 CH4 1,000 1,000 1,232 ' - Ü2Ï 1,121
Heptaan 0,892 0,892 ί,099 1,099 1,000 1,000 lithëen 0,874 0,874 1,077 ÜÖ75 0,980 0,980
Benzeen ’ 0,812 0,812 1,000 1,000 0,910 0,910
Naftaleen " 0,799 0,799 0,985 1,030 0,895 0,896
MeOH 2,995 2,672 3,690 2,850 3,356 3,148
EtOH Ü935 Ü62 2,384 2,300 2,168 2,193 TBME Ü299 Ü4Ö7 U600 1,520 1,455 1,417 TAME Ï228 Ü21Ö Ü13 - Ü76 1,318 TBME = tert-butylmethylether; TAME = tert-amylmethylether 5 Tabel 2 laat zien dat de werkwijze volgens de uitvinding het mogelijk maakt om inderdaad een significante kwantitatieve analyse van biobrandstoffen te verkrijgen.

Claims (4)

1. Werkwijze voor het kwantitatief analyseren van koolwaterstofhoudende mengsels die zuurstofhoudende verbindingen bevatten, in het bijzonder biobrandstoffen, door middel 5 van een aan een gaschromatografiekolom gekoppelde vlamionisatiedetector, waarbij in de kolom een monster van een te analyseren mengsel wordt geïnjecteerd, en bij de uitgang van de detector een chromatogram wordt genomen, waarbij het chromatogram bestaat uit een opeenvolging van pieken die elk met een van de bestanddelen van het mengsel corresponderen, waarbij het oppervlak Aj van de piek die 10 met een bestanddeel i correspondeert aan de massa m, van dit bestanddeel is gerelateerd via de formule nu = RFiA i (I) waarin RFj een specifieke coëfficiënt voor het bestanddeel / is die de responsiefactor van de 15 detector voor dit bestanddeel weergeeft en het gewichtsgehalte (W{%) van het bestanddeel i in het mengsel wordt weergegeven door de formule I WL% = 100 -P~ - 100 ^,Α' (II) Σ>< Σ^,α, (I /=J waarin N correspondeert met het aantal bestanddelen van het mengsel, met het kenmerk, dat 20 voor elk van de bestanddelen i van het te analyseren mengsel een theoretische responsiefactor RFj wordt berekend door toepassing van de formule __ cnfMc( } waarin c' het aantal koolstofatomen in het bestanddeel i voorstelt, o' het aantal zuurstofatomen in dit bestanddeel voorstelt, mF het molateem gewicht van koolstof 25 voorstelt, M° het ateemmolgewicht van zuurstof voorstelt, Af het moleeuulgewicht van het bestanddeel / voorstelt, Ce^ het aantal koolstofatomen in een j referentieverbinding voorstelt en fvfef het moleeuulgewicht van de referentieverbinding voorstelt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de referentieverbinding methaan is.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de referentieverbinding 5 benzeen is.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de referentieverbinding n-heptaan is.
NL2002286A 2007-12-05 2008-12-04 Werkwijze voor analyseren van koolwaterstofhoudende mengsels die zuurstofhoudende verbindingen bevatten. NL2002286C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR0759568A FR2924812B1 (fr) 2007-12-05 2007-12-05 Procede d'analyse quantitative de melanges hydrocarbones renfermant des composes oxygenes au moyen d'un detecteur a ionisation de flamme
FR0759568 2007-12-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2002286C2 true NL2002286C2 (nl) 2009-06-08

Family

ID=39580042

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2002286A NL2002286C2 (nl) 2007-12-05 2008-12-04 Werkwijze voor analyseren van koolwaterstofhoudende mengsels die zuurstofhoudende verbindingen bevatten.

Country Status (4)

Country Link
FR (1) FR2924812B1 (nl)
IT (1) IT1393187B1 (nl)
NL (1) NL2002286C2 (nl)
WO (1) WO2009071970A1 (nl)

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1584978A (en) * 1978-05-30 1981-02-18 Gough T A Gas chromatography
US6711532B1 (en) * 1998-09-01 2004-03-23 A.C. Analytical Controls Holding, B.V. Method and apparatus for predicting a distillation temperature range of a hydrocarbon-containing compound
FR2845479A1 (fr) * 2002-10-03 2004-04-09 Air Liquide Dispositif et procede d'analyse de melanges de composes organiques gazeux
FR2892818B1 (fr) * 2005-11-03 2008-10-24 Renault Sas Procede de determination de la teneur en gazole dans une huile lubrifiante de moteur a combustion

Also Published As

Publication number Publication date
ITTO20080901A1 (it) 2009-06-06
IT1393187B1 (it) 2012-04-11
FR2924812B1 (fr) 2009-12-04
FR2924812A1 (fr) 2009-06-12
WO2009071970A1 (fr) 2009-06-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Costa et al. Multiple headspace-solid-phase microextraction: An application to quantification of mushroom volatiles
Zellner et al. Linear retention indices in gas chromatographic analysis: a review
Ng et al. Organic aerosol components observed in Northern Hemispheric datasets from Aerosol Mass Spectrometry
Barros et al. Development and validation of automatic HS-SPME with a gas chromatography-ion trap/mass spectrometry method for analysis of volatiles in wines
Qiu et al. Analysis of terpenes and turpentines using gas chromatography with vacuum ultraviolet detection
Sanderman et al. Ramped thermal analysis for isolating biologically meaningful soil organic matter fractions with distinct residence times
Song et al. Impact of cooking style and oil on semi-volatile and intermediate volatility organic compound emissions from Chinese domestic cooking
Harvey et al. Characterization of diesel fuel by chemical separation combined with capillary gas chromatography (GC) isotope ratio mass spectrometry (IRMS)
EA026446B1 (ru) Жидкие композиции для маркировки жидкого углеводородного моторного топлива и других горючих материалов, моторное топливо и другие горючие материалы, содержащие их, и способ обнаружения маркеров
Verheyden et al. Comparison between δ13C of α-cellulose and bulk wood in the mangrove tree Rhizophora mucronata: implications for dendrochemistry
Guillon et al. Chemical characterization and stable carbon isotopic composition of particulate Polycyclic Aromatic Hydrocarbons issued from combustion of 10 Mediterranean woods
Eglinton Carbon isotopic evidence for the origin of macromolecular aliphatic structures in kerogen
Fidelis et al. Correlation between maturity of tree and GC× GC–qMS chemical profiles of essential oil from leaves of Aniba rosaeodora Ducke
Bruno et al. Comparison of diesel fuel oxygenate additives to the composition-explicit distillation curve method. Part 1: Linear compounds with one to three oxygens
Diefendorf et al. A phylogenetic analysis of conifer diterpenoids and their carbon isotopes for chemotaxonomic applications
França et al. Molecular-level characterization of Brazilian pre-salt crude oils by advanced analytical techniques
Sutherland Derivatisation using m-(trifluoromethyl) phenyltrimethylammonium hydroxide of organic materials in artworks for analysis by gas chromatography–mass spectrometry: unusual reaction products with alcohols
Bruno et al. Weathering patterns of ignitable liquids with the advanced distillation curve method
NL2002286C2 (nl) Werkwijze voor analyseren van koolwaterstofhoudende mengsels die zuurstofhoudende verbindingen bevatten.
Van Bramer et al. Determination of plant volatiles using Solid Phase Microextraction GC–MS
Baker et al. Impact of HO 2/RO 2 ratio on highly oxygenated α-pinene photooxidation products and secondary organic aerosol formation potential
Lyu et al. Aliphatic carbonyl compounds (C 8–C 26) in wintertime atmospheric aerosol in London, UK
Uhler et al. Molecular fingerprinting of gasoline by a modified EPA 8260 gas chromatography-mass spectrometry method
Cheng et al. Nonderivatization analytical method of fatty acids and cis-pinonic acid and its application in ambient PM2. 5 aerosols in the greater Vancouver area in Canada
Jílková et al. Determination of water content in pyrolytic tars using coulometric Karl-Fisher titration

Legal Events

Date Code Title Description
PD2A A request for search or an international type search has been filed
ZD Corrections to earlier publications

Free format text: PAT. BUL. 08/2009, HEADING PD, SECTIONS 4 AND 6, PAGES 1237 AND 1241, PATENT NUMBER 2002286: THE NAME OF THE PROPRIETOR OF THE PATENT "A.C. ANALYTICAL CONTROLS HOLDING B.V." SHOULD BE MODIFIED INTO; A.C. ANALYTICAL CONTROLS B.V.