NL2002186C2 - Doseerinrichting voor stukgoed. - Google Patents
Doseerinrichting voor stukgoed. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2002186C2 NL2002186C2 NL2002186A NL2002186A NL2002186C2 NL 2002186 C2 NL2002186 C2 NL 2002186C2 NL 2002186 A NL2002186 A NL 2002186A NL 2002186 A NL2002186 A NL 2002186A NL 2002186 C2 NL2002186 C2 NL 2002186C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- coupling
- coupling part
- dispensing device
- vibrating
- bearing
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65B—MACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
- B65B37/00—Supplying or feeding fluent-solid, plastic, or liquid material, or loose masses of small articles, to be packaged
- B65B37/04—Supplying or feeding fluent-solid, plastic, or liquid material, or loose masses of small articles, to be packaged by vibratory feeders
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65B—MACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
- B65B35/00—Supplying, feeding, arranging or orientating articles to be packaged
- B65B35/06—Separating single articles from loose masses of articles
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65B—MACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
- B65B37/00—Supplying or feeding fluent-solid, plastic, or liquid material, or loose masses of small articles, to be packaged
- B65B37/16—Separating measured quantities from supply
- B65B37/20—Separating measured quantities from supply by volume measurement
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65B—MACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
- B65B57/00—Automatic control, checking, warning, or safety devices
- B65B57/20—Applications of counting devices for controlling the feed of articles
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65B—MACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
- B65B5/00—Packaging individual articles in containers or receptacles, e.g. bags, sacks, boxes, cartons, cans, jars
- B65B5/10—Filling containers or receptacles progressively or in stages by introducing successive articles, or layers of articles
- B65B5/101—Filling containers or receptacles progressively or in stages by introducing successive articles, or layers of articles by gravity
- B65B5/103—Filling containers or receptacles progressively or in stages by introducing successive articles, or layers of articles by gravity for packaging pills or tablets
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Jigging Conveyors (AREA)
Description
Nr. NLP182474A
Doseerinrichting voor stukgoed
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een doseerinrichting voor stukgoed, zoals bijvoorbeeld capsules 5 of tabletten in de farmaceutische industrie.
Een bekende doseerinrichting voor stukgoed omvat een transporteur en een afgifte-inrichting voor afgifte van het stukgoed aan de transporteur. De transporteur is voorzien van een aantal opeenvolgende trilgoten voor 10 doorvoer van stukgoed vanaf de afgifte-inrichting. De trilgoten zijn verbonden met elektrische spoelen die een bepaalde trilfrequentie kunnen verzorgen. De reactiekrachten van de trillende trigoten werken door naar de nabijgelegen delen van de doseerinrichting, waardoor onbeheersbare 15 resonanties kunnen optreden die nadelig kunnen zijn voor de doorvoer van het stukgoed over de trilgoten.
Een doel van de uitvinding is een doseerinrichting te verschaffen met beheersbare dynamische eigenschappen.
20
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De uitvinding verschaft, vanuit één aspect, een doseerinrichting voor stukgoed, omvattend een gestel met een 2 transporteur en een afgifte-inrichting voor afgifte van het stukgoed aan de transporteur, waarbij de transporteur is voorzien van een subgestel, een met het subgestel verbonden eerste rechtgeleider die een eerste trilgoot draagt en een 5 met het subgestel verbonden tweede rechtgeleider die een tweede trilgoot draagt, waarbij de eerste en tweede trilgoot opeenvolgend zijn opgesteld voor doorvoer van het stukgoed vanaf de afgifte-inrichting in een in hoofdzaak horizontale doorvoerrichting, waarbij de eerste en tweede rechtgeleider 10 de eerste en tweede trilgoot geleiden in een eerste respectievelijk tweede trilrichting die evenwijdig aan elkaar en schuin op de doorvoerrichting zijn gericht met een richtingscomponent in de doorvoerrichting die groter is dan dwars daarop, en een aandrijving voor het translerend op en 15 neer bewegen van de eerste en tweede trilgoot, waarbij de aandrijving is voorzien van een door het subgestel gelagerde aandrijfas of werkzaam gekoppelde aandrijfastrein, die is voorzien van een eerste excentrisch geplaatst lager dat met een eerste koppeling is gekoppeld met de eerste trilgoot, 20 een tweede excentrisch geplaatst lager dat met een tweede koppeling is gekoppeld met de tweede trilgoot, en een derde excentrisch geplaatst lager dat met een derde koppeling is gekoppeld met een compensatiemassa, waarbij het subgestel is voorzien van een derde rechtgeleider voor geleiding van de 25 compensatiemassa in een derde trilrichting in hoofdzaak evenwijdig aan de eerste en tweede trilrichting.
De aandrijfas synchroniseert op mechanische wijze de trilbeweging van de eerste en tweede trilgoot, welke door de eerste en tweede rechtgeleider in een vastgelegde 30 trilbaan trillen. Het dynamisch gedrag van de eerste en tweede trilgoot is daardoor vastgelegd en te compenseren met de compensatiemassa die met dezelfde freguentie en in dezelfde richting meetrilt. Het geheel van de trillende delen kan daarmee dynamisch worden gebalanceerd, waardoor de 35 doorvoer van trillingen aan de omliggende delen van de transporteur kan worden tegengegaan.
In een uitvoeringsvorm strekt de aandrijfas zich 3 in hoofdzaak dwars op de eerste en tweede trilrichting uit, waardoor axiale belastingen op de aandrijfas of de excentrische lagers beperkt kan blijven.
In een uitvoeringsvorm strekt de aandrijfas zich 5 in zijn lengterichting uit in een eerste verticaal vlak. De eerste en tweede koppeling kunnen zich dan evenwijdig naast elkaar uitstrekken om de koppeling te vormen met de opeenvolgende trilgoten.
In een uitvoeringsvorm zijn trilbanen het eerste 10 massamiddelpunt van de eerste trilgoot, het tweede massamiddelpunt van de tweede trilgoot en het derde massamiddelpunt van de compenstatiemassa gelegen in een gezamenlijk tweede verticaal vlak. De belangrijkste massatraagheidskrachten van de trillende delen werken dan in 15 hetzelfde verticale vlak, hetgeen dynamisch gunstig is.
In een uitvoeringsvorm zijn het eerste en tweede verticale vlak hetzelfde vlak, bij voorkeur het verticale symmetrievlak van de transporteur. De doorvoerrichting kan zich dan evenwijdig aan het symmetrievlak uitstrekken.
20 In een uitvoeringsvorm bezit het tweede excentrische lager een grotere excentriciteit dan het eerste excentrische lager. Daarmee verkrijgt de tweede trilgoot een langere trilslag dan de eerste trilgoot, waardoor de doorvoersnelheid op de tweede trilgoot groter kan zijn dan 25 op de eerste trilgoot. Een voordeel hiervan is dat op de tweede trilgroot in de doorvoerrichting een grotere spreiding in het stukgoed kan worden verkregen dan op de eerste trilgoot het geval is. De spreiding is gunstig voor bijvoorbeeld het geautomatiseerd uittellen van het stukgoed. 30 In een uitvoeringsvorm verschillen het eerste lager en het tweede lager in de rotatierichting van de aandrijfas in fase. Dit faseverschil kan ervoor zorgen dat de trilgoten over ten minste een gedeelte van hun trilslag in tegengestelde richting bewegen, waardoor de door de 35 trilgoten opgewekte en daaruit resulterende trilling beperkt kan blijven. De grootte van de compensatiemassa om dat te compenseren kan daardoor ook beperkt blijven.
4
Voornoemde door de trilplaten resulterende trillingen kunnen in het bijzonder worden tegengegaan of bij gelijke massa's van de trilgoten zelfs volledig afwezig zijn indien het eerste en tweede excentrische lager in hoofdzaak 5 in tegenfase zijn.
In een uitvoeringsvorm staat het tweede lager in de lengterichting van de aandrijfas tussen het eerste en derde lager, waarbij het eerste lager en het derde lager in fase staan. De eerste trilgoot en de compensatiemassa 10 bewegen daardoor ten opzichte van de aandrijfas steeds dezelfde kant op, terwijl de trilbeweging die vanuit het daartussen gelegen tweede lager wordt geïnitieerd daarvan kan afwijken. Dit is in het bijzonder gunstig wanneer het eerste excentrische lager en het tweede excentrische lager 15 in tegenfase zijn.
In een uitvoeringsvorm bevinden in verticale richting het eerste en tweede massamiddelpunt van de eerste respectievelijk tweede trilgoot zich boven het gezamenlijk massamiddelpunt van de transporteur en bevindt het 20 massamiddelpunt van de compensatiemassa zich onder het gezamenlijk massamiddelpunt.
In een uitvoeringsvorm omvat de transporteur een met de aandrijfas gekoppelde servomotor voor de aandrijving van de aandrijfas. Het toerental kan door de servomotor 25 nauwkeurig worden ingesteld, waardoor de trilgoten een trilfrequentie krijgen die optimaal is voor het te doseren stukgoed.
In een uitvoeringsvorm is het subgestel via veersteunen met het gestel verbonden.
30 In een uitvoeringsvorm subgestel een gesloten behuizing bepaalt waarin de rechtgeleiders, de aandrijfas en de compensatiemassa zijn opgenomen. De behuizing kan de bewegende koppelingen afschermen van aan de bovenzijde passerend stukgoed. Bijvoorbeeld smeermiddel voor de 35 bewegende delen kan daardoor weggehouden worden van het stukgoed. Dit is met name relevant indien de doseerinrichting wordt ingezet in de farmaceutische 5 industrie.
In een uitvoeringsvorm zijn de eerste en tweede trilgoot buiten de behuizing met een losneembare vierde koppeling verbonden met de eerste respectievelijk tweede 5 rechtgeleider, waarbij de vierde koppeling is voorzien van een eerste koppeldeel dat is verbonden met de rechtgeleider en een daarmee samenwerkend tweede koppeldeel dat is verbonden met de trilgoot voor het aankoppelen en afkoppelen van de trilgoot. De trilgoten kunnen worden afgekoppeld om 10 bijvoorbeeld te worden gereinigd. Daarbij kan gebruikt worden gemaakt van een wisselset trilgoten, zodat de doseerinrichting tijdens het reinigen van de gewisselde goten in bedrijf kan blijven.
De trilgoten kunnen met overzicht worden gekoppeld 15 indien de vierde koppeling is ingericht voor plaatsing van de trilgoot met het tweede koppeldeel van bovenaf op het eerste koppeldeel, in een plaatsingsinrichting in hoofdzaak dwars op de trilrichting.
In een uitvoeringvorm omvat de vierde koppeling 20 een door het eerste koppeldeel beweegbare drukstift die met een vrij uiteinde uitsteekt van het eerste koppeldeel, waarbij de drukstift is ingericht om door verplaatsing van het vrije uiteinde naar het eerste koppeldeel aan te grijpen op het tweede koppeldeel en deze in spelingsvrije aanslag te 25 drukken met het eerste koppeldeel, zodat losraken of rammelen van de koppeling tijdens bedrijf van de doseerinrichting kan worden tegengegaan. De drukstift kan vanaf de zijde van het eerste koppeldeel met het vrije uiteinde tegen het tweede koppeldeel komen om deze in 30 onderlinge aanslag te drukken. De drukstift vormt een gedeelte van het eerste koppeldeel, en wordt derhalve niet gewisseld bij het wisselen van de trilgoten.
In een uitvoeringsvorm omvat de doseerinrichting een hydraulische of pneumatische cilinder voor verplaatsing 35 van de drukstift ten opzichte van de steun.
In een uitvoeringsvorm is de drukstift voorgespannen naar zijn naar het eerste koppeldeel 6 geplaatste koppelstand, waardoor de vierde koppeling tijdens bedrijf uit zichzelf in gekoppelde toestand kan blijven.
De uitvinding verschaft voorts, vanuit een verder aspect, een doseerinrichting voor stukgoed, omvattend een 5 gestel met een transporteur en een afgifte-inrichting voor afgifte van het stukgoed aan de transporteur, waarbij de transporteur is voorzien van een subgestel, een met het subgestel verbonden eerste rechtgeleider die een eerste trilgoot draagt voor de doorvoer van het stukgoed vanaf de 10 afgifte-inrichting in een in hoofdzaak horizontale doorvoerrichting, waarbij de eerste en tweede rechtgeleider de eerste trilgoot geleidt in een eerste trilrichting die schuin op de doorvoerrichting is gericht met een richtingscomponent in de doorvoerrichting die groter is dan 15 dwars daarop, waarbij de eerste trilgoot met een losneembare vierde koppeling is verbonden met de eerste rechtgeleider, waarbij de vierde koppeling is voorzien van een eerste koppeldeel dat is verbonden met de rechtgeleider en een daarmee samenwerkend tweede koppeldeel dat is verbonden met 20 de trilgoot voor het aankoppelen en afkoppelen van de trilgoot.
De trilgoot kan door middel van de vierde koppeling worden afgekoppeld om bijvoorbeeld te worden gereinigd. Daarbij kan gebruikt worden gemaakt van een 25 wisselset trilgoten, zodat de doseerinrichting tijdens het reinigen van de gewisselde goten in bedrijf kan blijven. De vierde koppeling maakt het mogelijk de trilgoten af te koppelen om te worden gereinigd. Dit is met name relevant indien de doseerinrichting wordt ingezet in de 30 farmaceutische industrie.
De uitvinding kent voorkeursuitvoeringen zoals hiervoor beschreven.
De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze 35 aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop 7 gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
5
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde tekeningen weergegeven 10 voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:
Figuur 1 een isometrisch vooraanzicht van een doseerinstallatie volgens de uitvinding, in afgesloten bedrij fstoestand;
Figuur 2 een isometrisch vooraanzicht van de 15 doseerinstallatie volgens figuur 1, deels geopend waardoor inwendige doseerinrichtingen van de doseerinstallatie zichtbaar zijn;
Figuur 3 een zijaanzicht van een van de doseerinrichtingen met transporteur volgens figuren 1 en 2; 20 en
Figuren 4A-C isometrische vooraanzichten en een zijaanzicht van de behuizing van de transporteur volgens figuur 3.
25 GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De doseerinstallatie 1 voor stukgoed volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding zoals weergegeven in figuren 1 en 2 omvat een metalen behuizing 2 met meerdere 30 deuren 3 voor toegang tot het inwendige van de doseerinstallatie 1. De doseerinstallatie 1 is voorzien van een elektronische besturing 6 met een beeldscherm 4 aan de buitenzijde van de behuizing 2. De doseerinstallatie 1 omvat meerdere, identieke doseerinrichtingen 20 die evenwijdig 35 naast elkaar zijn opgesteld. Onder de doseerinrichtingen 20 zijn opvanggoten 7 opgesteld.
Eén van de doseerinrichtingen 20 is tevens in 8 zijaanzicht weergegeven in figuur 3. De doseerinrichting 20 omvat een transporteur 21 met een behuizing 22 en twee in cascade opgestelde, zich horizontaal uitstrekkende trilgoten 25a, 25b waarin evenwijdige doorvoerkanalen 31 zijn gevormd, 5 een afgifte-inrichting 50 met een stortbunker 51 voor opname en afgifte van stukgoed 2 9 in de horizontale hoofddoorvoerrichting D aan de eerste trilgoot 25a, en een telwerk 30 voor het uittellen van gedoseerd door de tweede trilgoot 25b afgegeven stukgoed 29. De baan van één stuk 10 stukgoed 29 is weergegeven met pijl G.
De doseerinstallatie 1 kan worden gebruikt in de farmaceutische industrie, voor het verdelen van relatief kleine batches capsules of tabletten over een groot aantal flesjes. De batches bestaan bijvoorbeeld uit enkele 15 duizenden capsules die worden verdeeld over enkele honderden flesjes. Hierbij is het belangrijk dat exact het aantal op het etiket aangegeven capsules of tabletten in de flesjes komt. Een medewerker 28 stort daarbij de capsules in de stortbunkers 51 en controleert het proces vanaf zijn 20 werkplek 8 aan de voorzijde van de doseerinstallatie 1.
Figuren 4A-C tonen de behuizing van de transporteur 21 van één van de doseerinrichtingen 20. In figuren 3 en 4C is de behuizing weergegeven in de oriëntatie zoals deze is opgenomen in de doseerinstallatie 1. De 25 metalen behuizing 22 omvat een bovenhuis 33 dat aan de voorzijde getrapt overgaat in een langer middenhuis 34, en onder het middenhuis 34 een onderhuis 35. De getrapte vorm bepaalt aan de bovenzijde een uitsparing 23 die ruimte biedt voor het aankoppelen van de eerste trilgoot 25a. De 30 behuizing 22 staat op rubberen steunblokken 27.
De transporteur 21 omvat twee zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende glijlagerbussen 26a, 26b waarin cilindrische steunen 41a, 41b zijn opgenomen. De cilindrische steunen 41a, 41b steken aan de voorzijde door 35 een kopvlak van het bovenhuis 33 respectievelijk het middenhuis 34. Door de glijlagerbussen 25a. 25b steken evenwijdige spieën 46a, 46b die enerzijds vast zijn 9 verbonden met de behuizing 22 en die anderzijds door verder niet getoonde sleuven in de cilindrische steunen 41a, 41b steken om de bewegingsvrijheid daarvan te beperken tot een translerende beweging in trilrichting Tl, T2. De 5 trilrichtingen Tl, T2 zijn evenwijdig aan elkaar gericht en bezitten een horizontale bewegingscomponent in de in hoofdzaak horizontale hoofddoorvoerrichting D. De trilrichtingen Tl, T2 staan in deze uitvoeringsvorm onder een hoek van 17 graden ten opzichte van de horizontale 10 hoofddoorvoerrichting D.
De cilindrische steunen 41a, 41b zijn buiten de behuizing 22 voorzien van een uitwendige koppelflens 42a, 42b. Inwendig is een centrische langsboring voorzien waarin een koppelstift 43a, 43b met een flensvormig uiteinde 44a, 15 44b is opgenomen. De koppelstiften 43a, 43b zijn beweegbaar in een koppelrichting Rl, R2 evenwijdig aan de trilrichting Tl, T2. De flensvormige uiteinden 44a, 44b zijn voorzien van omlopende schuine zoekrand 63a, 63b. De koppelstiften 43a, 43b zijn door middel van een verder niet getoonde drukveer 20 voorgespannen naar een de richting van de steunen 41a, 41b teruggetrokken koppelstand, en kunnen door middel van een verder niet getoonde, inwendige pneumatische cilinder tijdelijk naar de in figuren 4A-C getoonde uitgezette ontkoppelstand worden gezet. De pneumatische cilinders zijn 25 aangesloten op een starre luchtleiding 47a, 47b die door de achterzijde van de behuizing 21 steekt. De luchtleidingen 47a, 47b zijn vanaf daar met een flexibele slang verbonden met een verder niet getoonde persluchtbron.
Zoals in figuur 3 in het detail getoond zijn de 30 trilgoten 25a, 25b aan de onderzijde voorzien van een opzetkoppeling 61a, 61b. De opzetkoppeling 61a, 61b omvat een zich dwars op de trilrichting Tl, T2 uitstrekkende U-vormige bek die in opzetrichting Ml, M2 van bovenaf op de uitwendige koppelflens 42a, 42b aangrijpt, waarbij de twee 35 tegengestelde, naar beneden gerichte, evenwijdige gedeelten of kaken van de bek passend aanliggen tegen twee in de opzetrichting Ml, M2 gerichte pasvlakken 62a, 62b aan 10 weerszijden van de koppelflens 42a, 42b. Na ontluchting van de pneumatische cilinder trekt de drukveer de koppelstift 43a, 43b naar de koppelflens 42a, 42b waardoor de U-vormige bek in richting Rl, R2 krachtig tegen de koppelflens 42a, 5 42b wordt geperst. Hierdoor ontstaat een vaste, vormgesloten perspassing tussen de cilindrische steun 41a, 41b en de trilgoot 25a, 25b die weer kan worden opgeheven door de pneumatische cilinder te bekrachtigen. De aangrijping op de pasvlakken 62a, 62b zorgt ervoor dat de trilgoten 25a, 25b 10 rotatievast aan de cilindrische steunen 41a, 41b zijn gekoppeld, waardoor de trilgoten 25a, 25b in de getoonde rechte stand blijven staan.
De behuizing 22 is inwendig voorzien van vier vaste rotatielagers 71 waarmee een krukas 72 is gelagerd die 15 in hoofdzaak dwars op de trilrichting Tl, T2 is gericht. De krukas strekt zich in zijn lengterichting uit in een verticaal vlak. De krukas 72 is aan de onderzijde gekoppeld met een uitwendige servomotor 75 die tegen de onderzijde van de behuizing 22 is bevestigd. De krukas 72 is in deze 20 uitvoeringvorm één enkele as. Echter deze kan ook gevormd zijn met een serie krukassegmenten waarvan de rotatie is gekoppeld. De cilindrische steunen 41a, 41b zijn inwendig gekoppeld aan drijfstangen 45a, 45b. De drijfstangen 45a, 45b zijn aan de van de cilindrische steunen 41a, 41b 25 afgekeerde uiteinde voorzien van een dubbel lagerhuis 48a, 48b met twee rotatielagers 49a, 49b. De dubbele lagerhuizen 48a, 48b zijn door middel van de rotatielagers 49a, 49b bevestigd om een eerste respectievelijk tweede excentrisch gedeelte van de krukas 72, waarbij de excentrische gedeelten 30 in zuivere tegenfase staan en verschillende amplitudes hebben. De amplitude van het eerste excentrische gedeelte is kleiner dan de amplitude van het tweede excentrische gedeelte, in deze uitvoeringsvorm 0,8 mm respectievelijk 0,9 mm.
35 De behuizing 22 is in het onderhuis 35 voorzien van een glijlagerbus 40 waarin een cilindrische compensatiemassa 56 is opgenomen. De compensatiemassa 56 is 11 translerend beweegbaar in richting T3 evenwijdig aan de trilrichting Tl, T2 van de cilindrische steunen 41a, 41b. De compensatiemassa 56 is inwendig gekoppeld aan een drijfstang 57. De drijfstang 57 is aan het van de compensatiemassa 56 5 afgekeerde uiteinde voorzien van een dubbel lagerhuis 58 met twee rotatielagers 59. De rotatielagers 59 zijn bevestigd om een derde excentrisch gedeelte van de krukas 72 dat in fase is met het eerste excentrische gedeelte en derhalve in tegenfase met het tweede excentrische gedeelte. De amplitude 10 van het derde excentrische gedeelte is groter dan van het tweede excentrische gedeelte, in deze uitvoeringsvorm 1,5 mm.
De behuizing 22 is in het onderhuis 35 voorzien van een oliekamer 36 waarin een circulatiepomp 37 is 15 opgenomen. De circulatiepomp 37 is gekoppeld aan een uitwendige elektromotor 38. De circulatiepomp 37 houdt in bedrijf een oliestroom in stand voor de smering van de bewegende delen van de transporteur 21. Tegen de achterzijde van de behuizing 22 is een ventilator 39 bevestigd die lucht 20 door uitwendige koelribben van de behuizing 22 voert.
Tijdens bedrijf drijft de servomotor 75 de krukas 72 aan met een toerental dat is afgestemd op het te tellen stukgoed 29. Hierdoor bewegen de eerste trilgoot 25a en de compensatiemassa 56 in richting Tl, T3 synchroon en in fase 25 op en neer. De tweede trilgoot 25b beweegt daaraan in tegenfase in richting T2. De bewegingsbanen van de massazwaartepunten Ml, M2, M3 strekken zich buiten eikaars verlengden en evenwijdig aan elkaar uit in hetzelfde verticale vlak als de krukas 72. Dit verticale vlak is het 30 symmetrievlak van de transporteur 21. In verticale richting liggen het massamiddelpunt Ml, M2 van de eerste en tweede trilgoot 25a, 25b boven het gezamenlijke massamiddelpunt M4 van de transporteur 21, en ligt het massamiddelpunt M3 van de compensatiemassa 56 daar onder.
35 De amplitude van de tweede trilgoot 25b is groter dan van de eerste trilgoot 25a waardoor het stukgoed 2 9 op de tweede trilgoot 25b een grotere doorvoersnelheid krijgt 12 in de doorvoerkanalen 31. Dit bevordert de spreiding van het stortgoed 29 in de hoofddoorvoerrichting D, en lijnt het stortgoed uit in de doorvoerkanalen 31.
De trilbanen van het massazwaartepunt Ml, M2 van 5 de tegengesteld bewegende eerste en tweede trilgoot 25a, 25b liggen buiten eikaars verlengden. De hieruit voortvloeiende dynamische onbalans wordt volledig gecompenseerd door de synchroon meebewegende compensatiemassa 56 waarvan de trilbaan van het massazwaartepunt M3 evenwijdig is aan en 10 buiten het verlengde ligt van de trilbanen van Ml en M2. Alternatief beschouwd bewegen de massazwaartepunten Ml, M3 van de eerste trilgoot 25a en de compensatiemassa 56 synchroon in fase in evenwijdige, buiten eikaars verlengden gelegen trilbanen, en beweegt het massazwaartepunt M2 van de 15 tweede trilgoot 25b in tegenfase daarmee in een evenwijdige, daar tussen gelegen trilbaan. Netto brengt de transporteur 21 daardoor geen of nauwelijks trillingen over op de behuizing 2. Verschillen in massa tussen de drijfstangen 25a, 25b kan worden gecompenseerd door het gewicht van de 20 compensatiemassa 56 daarop aan te passen.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen 25 voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.
Claims (24)
1. Doseerinrichting voor stukgoed, omvattend een gestel met een transporteur en een afgifte-inrichting voor afgifte van het stukgoed aan de transporteur, waarbij de transporteur is voorzien van een subgestel, een met het 5 subgestel verbonden eerste rechtgeleider die een eerste trilgoot draagt en een met het subgestel verbonden tweede rechtgeleider die een tweede trilgoot draagt, waarbij de eerste en tweede trilgoot opeenvolgend zijn opgesteld voor doorvoer van het stukgoed vanaf de afgifte-inrichting in een 10 in hoofdzaak horizontale doorvoerrichting, waarbij de eerste en tweede rechtgeleider de eerste en tweede trilgoot geleiden in een eerste respectievelijk tweede trilrichting die evenwijdig aan elkaar en schuin op de doorvoerrichting zijn gericht met een richtingscomponent in de 15 doorvoerrichting die groter is dan dwars daarop, en een aandrijving voor het translerend op en neer bewegen van de eerste en tweede trilgoot, waarbij de aandrijving is voorzien van een door het subgestel gelagerde aandrijfas of werkzaam gekoppelde aandrijfastrein, die is voorzien van een 20 eerste excentrisch geplaatst lager dat met een eerste koppeling is gekoppeld met de eerste trilgoot, een tweede excentrisch geplaatst lager dat met een tweede koppeling is gekoppeld met de tweede trilgoot, en een derde excentrisch geplaatst lager dat met een derde koppeling is gekoppeld met 25 een compensatiemassa, waarbij het subgestel is voorzien van een derde rechtgeleider voor geleiding van de compensatiemassa in een derde trilrichting in hoofdzaak evenwijdig aan de eerste en tweede trilrichting.
2. Doseerinrichting volgens conclusie 1, waarbij 30 de aandrijfas zich in hoofdzaak dwars op de eerste en tweede trilrichting uitstrekt.
3. Doseerinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de aandrijfas zich in zijn lengterichting uitstrekt in een eerste verticaal vlak.
4. Doseerinrichting volgens een der voorgaande 5 conclusies, waarbij de trilbanen van het eerste massamiddelpunt van de eerste trilgoot, het tweede massamiddelpunt van de tweede trilgoot en het derde massamiddelpunt van de compenstatiemassa gelegen zijn in een gezamenlijk tweede verticaal vlak.
5. Doseerinrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij het eerste en tweede verticale vlak hetzelfde vlak zijn, en bij voorkeur samenvallen met het verticale symmetrievlak van de transporteur.
6. Doseerinrichting volgens een der voorgaande 15 conclusies, waarbij het tweede excentrische lager een grotere excentriciteit bezit dan het eerste excentrische lager.
7. Doseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste lager en het tweede lager in 20 de rotatierichting van de aandrijfas in fase verschillen.
8. Doseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste lager en het tweede lager in de rotatierichting van de aandrijfas in tegenfase zijn.
9. Doseerinrichting volgens een der voorgaande 25 conclusies, waarbij het tweede lager in de lengterichting van de aandrijfas tussen het eerste en derde lager staat, waarbij het eerste lager en het derde lager in fase staan.
10. Doseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in verticale richting het eerste en 30 tweede massamiddelpunt van de eerste respectievelijk tweede trilgoot zich boven het gezamenlijk massamiddelpunt van de transporteur bevinden en het massamiddelpunt van de compensatiemassa zich onder het gezamenlijk massamiddelpunt bevindt.
11. Doseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de transporteur een met de aandrijfas gekoppelde servomotor omvat voor de aandrijving van de aandrijfas.
12. Doseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het subgestel via veersteunen met het gestel is verbonden.
13. Doseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het subgestel een gesloten behuizing bepaalt waarin de rechtgeleiders, de aandrijfas en de compensatiemassa zijn opgenomen.
14. Doseerinrichting volgens conclusie 13, waarbij 10 de eerste en tweede trilgoot buiten de behuizing met een losneembare vierde koppeling zijn verbonden met de eerste respectievelijk tweede rechtgeleider, waarbij de vierde koppeling is voorzien van een eerste koppeldeel dat is verbonden met de rechtgeleider en een daarmee samenwerkend 15 tweede koppeldeel dat is verbonden met de trilgoot voor het aankoppelen en afkoppelen van de trilgoot.
15. Doseerinrichting volgens conclusie 14, waarbij de vierde koppeling is ingericht voor plaatsing van de trilgoot met het tweede koppeldeel van bovenaf op het eerste 20 koppeldeel, in een plaatsingsinrichting in hoofdzaak dwars op de trilrichting.
16. Doseerinrichting volgens conclusie 14 of 15, waarbij de vierde koppeling een door het eerste koppeldeel beweegbare drukstift omvat die met een vrij uiteinde 25 uitsteekt van het eerste koppeldeel, waarbij de drukstift is ingericht om door verplaatsing van het vrije uiteinde naar het eerste koppeldeel aan te grijpen op het tweede koppeldeel en deze in spelingsvrije aanslag te drukken met het eerste koppeldeel.
17. Doseerinrichting volgens conclusie 16, waarbij de vierde koppeling een hydraulische of pneumatische cilinder omvat voor verplaatsing van de drukstift ten opzichte van het eerste koppeldeel.
18. Doseerinrichting volgens conclusie 16 of 17, 35 waarbij de drukstift is voorgespannen naar zijn naar het eerste koppeldeel geplaatste koppelstand.
19. Doseerinrichting voor stukgoed, omvattend een gestel met een transporteur en een afgifte-inrichting voor afgifte van het stukgoed aan de transporteur, waarbij de transporteur is voorzien van een subgestel, een met het subgestel verbonden eerste rechtgeleider die een eerste 5 trilgoot draagt voor de doorvoer van het stukgoed vanaf de afgifte-inrichting in een in hoofdzaak horizontale doorvoerrichting, waarbij de eerste en tweede rechtgeleider de eerste trilgoot geleidt in een eerste trilrichting die schuin op de doorvoerrichting is gericht met een 10 richtingscomponent in de doorvoerrichting die groter is dan dwars daarop, waarbij de eerste trilgoot met een losneembare vierde koppeling is verbonden met de eerste rechtgeleider, waarbij de vierde koppeling is voorzien van een eerste koppeldeel dat is verbonden met de rechtgeleider en een 15 daarmee samenwerkend tweede koppeldeel dat is verbonden met de trilgoot voor het aankoppelen en afkoppelen van de trilgoot.
20. Doseerinrichting volgens conclusie 19, waarbij de vierde koppeling is ingericht voor plaatsing van de 20 trilgoot met het tweede koppeldeel van bovenaf op het eerste koppeldeel, in een plaatsingsinrichting in hoofdzaak dwars op de trilrichting.
21. Doseerinrichting volgens conclusie 19 of 20, waarbij de vierde koppeling een door het eerste koppeldeel 25 beweegbare drukstift omvat die met een vrij uiteinde uitsteekt van het eerste koppeldeel, waarbij de drukstift is ingericht om door verplaatsing van het vrije uiteinde naar het eerste koppeldeel aan te grijpen op het tweede koppeldeel en deze in spelingsvrije aanslag te drukken met 30 het eerste koppeldeel.
22. Doseerinrichting volgens conclusie 21, waarbij de vierde koppeling een hydraulische of pneumatische cilinder omvat voor verplaatsing van de drukstift ten opzichte van het eerste koppeldeel.
23. Doseerinrichting volgens conclusie 21 of 22, waarbij de drukstift is voorgespannen naar zijn naar het eerste koppeldeel geplaatste koppelstand.
24. Doseerinrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. 5 -o-o-o-o-o-o-o-o- FG/HZ
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2002186A NL2002186C2 (nl) | 2008-11-07 | 2008-11-07 | Doseerinrichting voor stukgoed. |
PCT/NL2009/050678 WO2010053370A2 (en) | 2008-11-07 | 2009-11-09 | Dispensing device for piece goods |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2002186 | 2008-11-07 | ||
NL2002186A NL2002186C2 (nl) | 2008-11-07 | 2008-11-07 | Doseerinrichting voor stukgoed. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2002186C2 true NL2002186C2 (nl) | 2010-05-10 |
Family
ID=40716993
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2002186A NL2002186C2 (nl) | 2008-11-07 | 2008-11-07 | Doseerinrichting voor stukgoed. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2002186C2 (nl) |
WO (1) | WO2010053370A2 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN107140445A (zh) * | 2017-07-11 | 2017-09-08 | 常州工学院 | 一种基于直线振动器的自动补料装置 |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH461361A (de) * | 1967-06-02 | 1968-08-15 | Knorr Naehrmittel Ag | Dosierungseinrichtung für rieselfähiges Gut |
EP0048495A1 (de) * | 1980-09-24 | 1982-03-31 | Klöckner-Humboldt-Deutz Aktiengesellschaft | Verfahren und Vorrichtung zum Abziehen eines Bunkers mit Austragschlitz |
WO2003089341A1 (de) * | 2002-04-19 | 2003-10-30 | Garvens Automation Gmbh | Antrieb für eine schwingrinne |
WO2003097459A2 (en) * | 2002-05-21 | 2003-11-27 | I.M.A. Industria Macchine Automatiche S.P.A. | Unit for filling containers with products, in particular, pharmaceutical products |
-
2008
- 2008-11-07 NL NL2002186A patent/NL2002186C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2009
- 2009-11-09 WO PCT/NL2009/050678 patent/WO2010053370A2/en active Application Filing
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH461361A (de) * | 1967-06-02 | 1968-08-15 | Knorr Naehrmittel Ag | Dosierungseinrichtung für rieselfähiges Gut |
EP0048495A1 (de) * | 1980-09-24 | 1982-03-31 | Klöckner-Humboldt-Deutz Aktiengesellschaft | Verfahren und Vorrichtung zum Abziehen eines Bunkers mit Austragschlitz |
WO2003089341A1 (de) * | 2002-04-19 | 2003-10-30 | Garvens Automation Gmbh | Antrieb für eine schwingrinne |
WO2003097459A2 (en) * | 2002-05-21 | 2003-11-27 | I.M.A. Industria Macchine Automatiche S.P.A. | Unit for filling containers with products, in particular, pharmaceutical products |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2010053370A2 (en) | 2010-05-14 |
WO2010053370A3 (en) | 2010-07-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4313535A (en) | Excited frame, vibratory conveying apparatus for moving particulate material | |
US9776214B2 (en) | Multi-deck screening assembly | |
US7635261B2 (en) | Large pallet machine for forming molded products | |
JP4249275B2 (ja) | コンクリート製品成形装置、コンクリート製品の成形用型枠箱、およびコンクリート製品成形装置における型枠の位置合わせ方法 | |
US7553064B2 (en) | Agitating and conveying machine for shaking a container | |
US8925731B2 (en) | Unbalanced drive for screening machines | |
CN105939944A (zh) | 用于输送系统的传递装配件 | |
KR0161275B1 (ko) | 콘크리트 블록 성형용 방법 및 그 장치 | |
NL2002186C2 (nl) | Doseerinrichting voor stukgoed. | |
US20140147544A1 (en) | Shuttle for a feedbox of a block machine | |
JP2006298492A (ja) | ばら荷を整列させ、さらに搬送する装置 | |
CA2661219A1 (en) | Travelling conveyor belt storage system, belt store, and hopper car for one such travelling conveyor belt storage system | |
KR20130018423A (ko) | 스윙 가이드 판으로 병목현상을 해소(解消) 시킨 자동 진동정렬장치 | |
US5183143A (en) | Apparatus and methods for conveying materials | |
CN210258988U (zh) | 一种振动平台及具有该振动平台的理料输送装置 | |
JP5245979B2 (ja) | ふるい分け装置 | |
US20140041997A1 (en) | Treatment device for free-flowing bulk material | |
CN110697180A (zh) | 敞口袋灌装机的自动切换整形装置 | |
CN213558474U (zh) | 一种医药加工用胶囊收料装置 | |
CN208177840U (zh) | 一种振动筛 | |
CN110667929A (zh) | 一种软包装装箱设备 | |
US6705458B2 (en) | Gate for a vibratory conveyor | |
US2234069A (en) | Machine for settling and compacting flour in bags | |
CN220536675U (zh) | 一种胶囊生产线振动运输设备 | |
CN218576442U (zh) | 一种橡胶制品运输装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20151201 |