NL2001787C2 - Inrichting voor het onder algehele anesthesie brengen van een dier. - Google Patents

Inrichting voor het onder algehele anesthesie brengen van een dier. Download PDF

Info

Publication number
NL2001787C2
NL2001787C2 NL2001787A NL2001787A NL2001787C2 NL 2001787 C2 NL2001787 C2 NL 2001787C2 NL 2001787 A NL2001787 A NL 2001787A NL 2001787 A NL2001787 A NL 2001787A NL 2001787 C2 NL2001787 C2 NL 2001787C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
units
air
foregoing
unit
anesthesia
Prior art date
Application number
NL2001787A
Other languages
English (en)
Inventor
Renee Agnies Van Notten
Original Assignee
Renee Agnies Van Notten
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Renee Agnies Van Notten filed Critical Renee Agnies Van Notten
Priority to NL2001787A priority Critical patent/NL2001787C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2001787C2 publication Critical patent/NL2001787C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61DVETERINARY INSTRUMENTS, IMPLEMENTS, TOOLS, OR METHODS
    • A61D7/00Devices or methods for introducing solid, liquid, or gaseous remedies or other materials into or onto the bodies of animals
    • A61D7/04Devices for anaesthetising animals by gases or vapours; Inhaling devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M16/00Devices for influencing the respiratory system of patients by gas treatment, e.g. mouth-to-mouth respiration; Tracheal tubes
    • A61M16/01Devices for influencing the respiratory system of patients by gas treatment, e.g. mouth-to-mouth respiration; Tracheal tubes specially adapted for anaesthetising
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M16/00Devices for influencing the respiratory system of patients by gas treatment, e.g. mouth-to-mouth respiration; Tracheal tubes
    • A61M16/021Devices for influencing the respiratory system of patients by gas treatment, e.g. mouth-to-mouth respiration; Tracheal tubes operated by electrical means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M2209/00Ancillary equipment
    • A61M2209/08Supports for equipment
    • A61M2209/084Supporting bases, stands for equipment
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M2250/00Specially adapted for animals

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Anesthesiology (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Emergency Medicine (AREA)
  • Hematology (AREA)
  • Pulmonology (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Infusion, Injection, And Reservoir Apparatuses (AREA)

Description

Sch/svk/Notten-1
INRICHTING VOOR HET ONDER ALGEHELE ANESTHESIE BRENGEN VAN
EEN DIER
In de veterinaire anesthesie bestaan er grote verschillen met betrekking tot toegepaste apparatuur. In sommige veterinaire praktijken wordt er niet gelntubeerd, terwijl andere praktijken zijn voorzien van een volledige 5 mechanische ventilatie en monitoring. In klinieken en ziekenhuizen waar menselijke patiënten worden behandeld is praktisch elke voorziening, vaak op het hoogste technische en wetenschappelijke niveau, verkrijgbaar, maar op veterinair vlak ligt dat anders. In de praktijk 10 blijkt, dat er op de anesthesie wordt bezuinigd, omdat, naar gebleken is, het vaak goed gaat, zonder dat de veterinaire arts enige objectieve meting uitvoert.
Voor een op gezelschapsdieren gespecialiseerde dierenarts bestaat er weinig keuze met betrekking tot 15 apparaten ten behoeve van anesthesie. De enige praktische markt is de tweedehands markt van humane apparatuur, zowel voor beademing als voor monitoring. Op zichzelf is deze apparatuur uitstekend en op zichzelf ook goed bruikbaar, maar vaak is de apparatuur buitengewoon 20 gecompliceerd, voor het beoogde doel te uitgebreid en moeilijk te bedienen. Voor de niet-gebruikte extra technische functies moet wel worden betaald en de apparaten vergen vaak een diepgaande scholing van het personeel respectievelijk de veterinaire arts om ze te 25 bedienen.
Het is wezenlijk op te merken, dat de verschillen tussen humane en veterinaire anesthesie groot zijn en dat daar in de praktijk tot heden weinig aandacht aan wordt geschonken.
30 In de diergeneeskundige praktijk is het vaak 2 een paraveterinair die de anesthesie bewaakt en een anestheticum en analgeticum toedient onder toezicht van de veterinair arts. In de praktijk kan deze door twee personen uitgevoerde functionaliteit problemen met zich 5 meebrengen. Voorzover er wordt gemeten is het de vraag, hoe de ene persoon aan de andere persoon binnen de vaak zeer korte ter beschikking staande tijd meedeelt, wat er moet gebeuren als er een probleem optreedt.
Vastgesteld kan worden, dat er een opmerkelijk 10 verschil bestaat in de man-vrouwverhouding binnen de humane en de veterinaire anesthesiologie. Er is een relatief groot aantal vrouwelijke dierenartsen in de praktijken voor gezelschapsdieren werkzaam. Het is in dit verband tevens van belang op te merken, dat de 15 recoveryruimte, waarin de meeste gassen op basis van damp-anesthesie vrijkomen, onder meer isofluranen of sevofluranen, in een ziekenhuis veel groter is en van een veel betere luchtventilatie is voorzien dan in de gemiddelde praktijk voor gezelschapsdieren het geval is. 20 Hierbij moet worden opgemerkt, dat in het bijzonder voor zwangere vrouwen de toegepaste anesthesiedampen gevaarlijk zijn.
In verband hiermee streeft de uitvinding ernaar, voorzieningen te bieden die het mogelijk maken, 25 intraveneuze anesthesie toe te passen in plaats van damp-anesthesie.
Ook de omgevingsinvloeden en de in verband daarmee aan de apparatuur te stellen eisen verschillen tussen de humane anesthesie-apparatuur en de veterinaire 30 anesthesieapparatuur. Een eerste evidente waarneming is, dat de mens nu eenmaal minder behaard is dan de meeste gezelschapsdieren, in het bijzonder honden en katten. Daardoor is er in een veterinaire praktijk altijd veel meer stof aanwezig. Tevens worden er meestal minder hoge 35 eisen aan de hygiëne gesteld dan in een ziekenhuis.
Zoals hiervoor beschreven, wordt er in de veterinaire praktijken veelal gebruik gemaakt van tweedehands humane apparatuur. De nagestreefde 3 functionaliteit wordt op die basis gerealiseerd met individuele eenheden, elk met een specifieke functie.
Door de onsamenhangende opstelling van de diverse eenheden in de ruimte is er in de praktijk sprake 5 van een ongewenst groot ruimtebeslag en een willekeurige, weinig geordende opstelling.
Het is voor de veterinaire arts en eventueel de paraveterinair lastig om de eventuele presentatie-eenheden, zoals beeldschermen, van de verschillende 10 apparaten af te lezen, laat staan dat het mogelijk, in nagenoeg één blik een algehele situatie snel te beoordelen.
Op basis van het bovenstaande is het een doel van de uitvinding, een anesthesie-inrichting voor 15 veterinair gebruik, in het bijzonder voor gezelschapsdieren, te verschaffen, die een compacte bouw bezit, waarin diverse eenheden op geringe afstand van elkaar zijn geplaatst, efficiënt is, eenvoudig bediend kan worden, robuust is en gebaseerd is op intraveneuze 20 anesthesie in plaats van damp-anesthesie.
Het is een verder doel van de uitvinding een inrichting zodanig uit te voeren, dat hij in een basisvorm kan worden geleverd, en zich voor eenvoudige uitbreiding leent, namelijk door aanschaf van een of meer 25 additionele eenheden, die op eenvoudige wijze aan de reeds beschikbare inrichting kunnen worden toegevoegd.
TIVA (Total Intravenous Anaesthesia) met propofol via een infuuspomp is volgens de uitvinding een veilig alternatief, dat humaan al vaak wordt toegepast.
30 Zonder een toereikende mechanische ventilatie is opiaat-anesthesie (fentanyl, sufentanil), vrijwel niet mogelijk in verband met de ademdepressieve bijwerking.
In verband met het bovenstaande verschaft de uitvinding een inrichting voor het onder algehele 35 anesthesie brengen van een dier, bijvoorbeeld een te opereren dier, in het bijzonder een gezelschapsdier, bijvoorbeeld een hond of kat, welke inrichting omvat: een gestel dat is ingericht voor het 4 wegneembaar dragen van een aantal voor anesthesie toe te passen eenheden; en ten minste de volgende, door het gestel wegneembaar gedragen eenheden: 5 een infuuspomp voor het continu toedienen van een vloeibaar hypnoticum; en een beademingseenheid.
Verdere eenheden behoeven niet noodzakelijkerwijze deel uit te maken van een 10 basisapparaat. Ze kunnen daar desgewenst later, bijvoorbeeld als er meer budget beschikbaar is, aan worden toegevoegd.
De aan een dierlijke patiënt toegevoerde lucht wordt meestal verrijkt met additionele zuurstof, die 15 afkomstig is uit een drukcilinder. Om de uitgeademende lucht, die nog steeds een overmaat aan zuurstof bevat, opnieuw te kunnen gebruiken kan de inrichting de bijzonderheid vertonen, dat een eenheid is ingericht voor het uit de door een onder behandeling zijnd dier 20 uitgeademende lucht verwijderen van koolzuurgas voor hergebruik van die lucht.
Op deze wijze kan de zuurstof effectief worden hergebruikt, waarbij aangetekend wordt, dat er bekende en goedkope technieken beschikbaar zijn voor het verwijderen 25 van koolzuurgas uit lucht.
Opgemerkt wordt, dat het beschreven recirculatie- of "cirkel"-systeem een zekere gebruiksbeperking kent. Als gevolg van de aanwezigheid van de middelen voor het uit de expiratie lucht 30 verwijderen van koolzuurgas ondervindt die lucht een zekere extra stromingsweerstand. Dat is de reden, waarom dit systeem in het algemeen meer toepassing vindt bij grotere dieren dan bij kleinere dieren. Bij kleinere dieren wordt veelal van een half-open of een open systeem 35 gebruik gemaakt. Enig verlies aan additionele zuurstof wordt in dat geval voor lief genomen.
Een praktische uitvoering van het beschreven cirkelsysteem vertoont het kenmerk, dat de genoemde 5 eenheid een voor de genoemde lucht doorstroombare houder is, die ten dele is gevuld met een koolzuurgas absorberend materiaal, bijvoorbeeld "sodalime"-korrels.
Als het absorberende materiaal verzadigd is met 5 koolzuurgas, hetgeen eenvoudig kan worden vastgesteld door het verschil te bepalen tussen de koolzuurgasconcentratie aan de uitgang en de koolzuurgasconcentratie aan de ingang van de houder, moet hij worden vervangen door een nieuwe houder, althans een 10 houder met een nieuwe vulling met absorberend materiaal.
Volgens de uitvinding wordt ernaar gestreefd, de verwisseling van houders zo gemakkelijk, snel en betrouwbaar mogelijk te doen plaatsvinden. Met het oog daarop kan de inrichting de bijzonderheid vertonen, dat 15 de houder wegneembaar insteekbaar is in het gestel en twee openingen vertoont, namelijk een invoeropening en een afvoeropening, welke openingen in de ingestoken bedrijfsstand aansluiten aan koppelingen die deel uitmaken van een beademingslucht-circuit.
20 De basis-inrichting volgens de uitvinding omvat een eerste infuuspomp voor het continu toedienen van een vloeibaar hypnoticum. Hiermee kan worden gerealiseerd, dat een dier gedurende een behandeling, bijvoorbeeld een behandeling waarbij het dier geheel stil moet liggen, 25 zoals een ct-scan, het maken van röntgenfoto's, en andere beeldvormende technieken, onbeweeglijk is.
Om ook bijvoorbeeld een operatie mogelijk te maken kan de inrichting verder de bijzonderheid vertonen, dat een eenheid een tweede infuuspomp is voor het continu 30 toedienen van een vloeibaar analgeticum.
Een zeer praktische en relatief goedkope uitvoering vertoont de bijzonderheid, dat een infuuspomp een met een instelbare snelheid aangedreven zuiger omvat, die afdichtend met een met de af te geven infuusvloeistof 35 gevulde cilinder omvat, met welke cilinder een infuusslang verbindbaar is, welke infuusslang althans tijdens bedrijf aan zijn einde een infuusnaald draagt. Zeer eenvoudig is een uitvoering, waarin de of elke 6 infuuspomp een ruimte voor het accommoderen van een gevulde injectiespuit, zonder naald, omvat, die door aandrijfmiddelen met een gewenste snelheid wordt aangedreven, zodanig, dat een gewenst infuusdebiet wordt 5 gerealiseerd.
Volgens weer een ander aspect van de uitvinding vertoont de inrichting de bijzonderheid, dat de beademingseenheid meetmiddelen en instelraiddelen voor lucht en zuurstof, in het bijzonder meetmiddelen voor 10 zuurstof-saturatie, omvat. Hierbij wordt opgemerkt, dat de techniek voor het meten van ademfuncties wordt aangeduid als "spirometrie".
Volgens een verder aspect van de uitvinding kan de inrichting de bijzonderheid vertonen, dat een eenheid 15 een elektrocardiograaf (ECG) omvat. Hiermee kunnen hartfuncties continu worden bewaakt.
Volgens weer een verder aspect van de uitvinding kan de inrichting de bijzonderheid vertonen, dat een eenheid een kapnograaf omvat. Met een kapnograaf 20 wordt de concentratie koolzuurgas in de expiratielucht gemeten. In dit verband wordt verwezen naar de hiervoor gaande beschrijving met betrekking tot het cirkelsysteem.
Volgens weer een ander aspect van de uitvinding vertoont de inrichting de bijzonderheid, dat een eenheid 25 een inrichting voor het uitvoeren van een invasieve of non-invasieve bloeddrukmeting omvat. Een invasieve bloeddrukmeting wordt veelal als relatief belastend voor de patiënt beschouwd. De voorkeur wordt daarom veelal gegeven aan een non-invasieve meting, waarbij de 30 bloeddruk door de huid heen wordt gemeten.
Volgens een zeer belangrijk aspect van de uitvinding kan de inrichting omvatten: een met althans een aantal van de door het gestel gedragen eenheden gekoppelde ontvanger voor het ontvangen van van een 35 separate afstandbedienings-inrichting afkomstige signalen voor het besturen van ten minste één van de genoemde eenheden, bijvoorbeeld ten minste één infuuspomp voor het instellen van het infuusdebiet, en/of de 7 beademingseenheid voor het instellen van de beademingsfrekwentie en/of het ademteugvolurne.
Volgens weer een ander, zeer praktisch aspect van de uitvinding vertoont de inrichting het kenmerk, dat 5 een eenheid een centrale elektrische voedingseenheid is voor het voeden van althans een aantal van de door het gestel gedragen eenheden.
Het is van groot belang, dat de behandelende veterinaire arts of zijn assistent tijdens de behandeling 10 van een dierlijke patiënt zoveel mogelijk in één blik inzicht kan krijgen in de volledige medische momentane toestand van de behandelde patiënt.
Daarvoor is het volgens de uitvinding van het grootste belang, dat alle belangrijke functies in één 15 ruimte met beperkte afmetingen geconcentreerd zijn, op de wijze van een dashboard van een voertuig. Het is daarbij tevens van belang, dat de uitlezing van de relevante informatie zo gemakkelijk mogelijk plaatsvindt. In verband daarmee kan de inrichting met voordeel de 20 bijzonderheid vertonen, dat een eenheid een beeldscherm omvat, welke eenheid met althans een aantal van de overige eenheden verbonden is, zodanig, dat het beeldscherm van die eenheden afkomstige informatie kan weergeven.
25 Hierbij wordt opgemerkt, dat ook gebruik zou kunnen worden gemaakt van beeldschermen of andere, technisch vergelijkbare weergeefmiddelen, die individueel aan de betreffende eenheden zijn toegevoegd. Het gebruik van één centraal beeldscherm kan het voordeel hebben van 30 een uniforme presentatie van de weergegeven gegevens.
Soms kan het goedkoper zijn, gebruik te maken van een inrichting, waarin ten minste één eenheid een eigen beeldscherm omvat.
Zowel in het geval van een centraal beeldscherm 35 als in het geval van gedistribueerde beeldschermen kan de inrichting de bijzonderheid vertonen, dat een beeldscherm een touchscreen is, dat zowel voor weergave als voor besturing met de of elke betreffende eenheid gekoppeld 8 is.
Zoals hiervoor beschreven, is een veterinaire praktijk een niet altijd schone omgeving, althans in vergelijking met vergelijkbare behandelruimten in een 5 humane praktijk, in het bijzonder een ziekenhuis. In verband daarmee kan de inrichting de bijzonderheid vertonen, dat de door het gestel gedragen eenheden zijn omhuld door een althans ten dele transparante, in hoofdzaak stofdichte omhulling.
10 Bij voorkeur wordt een dergelijke inrichting zodanig uitgevoerd, dat het inwendige van de omhulling een luchttoevoeropening met een stoffilter en een luchtafvoeropening, alsmede ventilatormiddelen omvat, zodanig dat van stof ontdane lucht door het inwendige van 15 de omhulling wordt getransporteerd vanaf de luchttoevoeropening naar de luchtafvoeropening, welke lucht kan dienen voor het koelen van de binnen de omhulling geplaatste eenheden.
Een zeer praktische mogelijkheid, die een 20 praktische en snelle bediening mogelijk maakt op basis van gewenning aan bepaalde standaard-coderingen, is hierin gelegen, dat althans een aantal van van de inrichting deel uitmakende eenheden van een kleurcodering voorzien zijn en de eventuele op een desbetreffende 25 afstandsbediening aanwezige, met de betreffende functie corresponderende knoppen en de betreffende aanduidingen op een eventueel beeldscherm van eenzelfde kleurcodering voorzien zijn, bijvoorbeeld: - ademhaling: blauw 30 - hartfuncties: groen - kapnografie: wit
Terwille van een goede mechanische stootbeveiliging kan de inrichting de bijzonderheid vertonen, dat het samenstel van het gestel en de daarin 35 geplaatste eenheden een grosso modo blokvormige hoofdvorm bezit en van ten minste één op enige afstand van althans een aantal van zijn twaalf ribben gelegen stootbestendige strip voorzien is, zodanig, dat aan elk van de zes 9 zijvlakken van de behuizing ten minste twee strips zijn toegevoegd, die samen een imaginair plat vlak bepalen, dat buiten het betreffende vlak van de behuizing ligt.
Een praktische en goedkoop te realiseren 5 uitvoering vertoont de bijzonderheid, dat de strips zijn verenigd tot één stootbeugel.
Een in de praktijk vaak belangrijk aspect van de uitvinding is hierin gelegen, dat de inrichting draagbaar is uitgevoerd.
10 Tevens kan de inrichting de bijzonderheid vertonen, dat de omhulling separaat en draagbaar is uitgevoerd.
Van groot belang is een uitvoering, waarin de inrichting een modulaire opbouw vertoont. Een modulaire 15 opbouw houdt in, dat de inrichting zonder nadere aanpassing geschikt is voor bijvoorbeeld het accommoderen van twee infuuspompen, één voor een anestheticum en één voor een analgeticum, maar ook voor bijvoorbeeld drie of vier infuuspompen en/of andere eenheden. Op deze wijze 20 kan als het ware op de wijze van een bouwdoos een basispakket al naar de wensen en financiële mogelijkheden van de betreffende veterinaire praktijk geleidelijk worden uitgebreid.
Deze laatste uitvoering kan in het bijzonder 25 zodanig zijn ontworpen, dat de inrichting een gestel omvat, waarin de door de eigenaar aangeschafte eenheden door middel van steekverbindingen kunnen worden ingestoken en weer worden verwijderd.
Een licht, compact en goedkoop apparaat van het 30 beschreven type kan bijvoorbeeld het voordeel hebben, dat meerdere dierenartsen-praktijken het apparaat gezamenlijk kunnen aanschaffen en het gebruik delen. Bij het delen van de gebruikelijke afzonderlijke apparaten voor elke gewenste functie is het delen van de totale hoeveelheid 35 benodigde apparatuur buitengewoon lastig. Met een compact en draagbaar apparaat waarin vele, zelfs alle, functies zijn geïntegreerd kan door het delen van het gebruik van de apparatuur tevens worden bereikt, dat de kosten per 10 praktijk worden verlaagd.
Infuuspompen kunnen zijn geïmplementeerd als door middel van een actuator aangedreven injectiespuiten. Bijvoorbeeld kan worden gedacht aan een dosering in de 5 orde van 10 - 15 ml/kg lichaamsgewicht.
Een beademingseenheid kan zijn ingericht met een balg met een bepaald volume, waarbij het gewenste balgvolume kan worden ingesteld. De beademing kan plaatsvinden met zuurstofrijke lucht, bijvoorbeeld met 10 een aandeel van 30% zuurstof of meer. De basislucht kan bijvoorbeeld worden betrokken uit een persluchtsysteem waarin additionele zuurstof is toegevoegd. Verder kan er gebruik worden gemaakt van een open systeem, waarbij de retourlucht wordt afgeblazen. Daarbij treedt 15 zuurstofverlies op, hetgeen kostenverhogend werkt. Een op zichzelf bekend gesloten systeem, het beschreven cirkelsysteem, is in staat tot het afvangen van koolzuurgas en maakt eventueel gebruik van een zuurstofsensor aan de ingang.
20 Belangrijk volgens de uitvinding is, dat er een monitoring plaatsvindt van de voor de veterinaire arts belangrijke functies. Zo kan hij bijvoorbeeld een bloeddrukmeting door de inrichting laten uitvoeren, een temperatuurmeting (eventueel kan daarvoor ook een gewone 25 thermometer gebruikt worden), bepaling van hartfuncties, bijvoorbeeld op basis van een ECG, zoals hartfrekwentie, elektrische activiteit, de vorm van de hartpulsen, en de zuurstofsaturatie in het bloed. Verder kunnen ademfuncties worden gemonitord, bijvoorbeeld met een 30 kapnograaf, die de hoeveelheid koolzuurgas in de expiratielucht meet.
De mogelijkheid van toepassing van een afstandsbediening wordt als belangri.j k in het kader van de voorliggende uitvinding beschouwd. Een dergelijke 35 optie is, voorzover uitvindster op het moment van indiening van deze octrooiaanvrage bekend, niet beschikbaar op in de markt verkrijgbare humane en veterinaire anesthesie-apparaten.
11
Tevens kan de inrichting een ademballon omvatten voor het met de hand beademen van de patiënt, een reduceerventiel en de mogelijkheid van spontane ademhaling door middel van "switch".
5 De afstandsbediening maakt het de veterinaire arts, die optreedt als chirurg, maar tevens als anesthesist, mogelijk om ondanks zijn "steriliteit" tijdens de operatie wijzigingen aan te brengen in bijvoorbeeld de infuus-instellingen, de beademings-10 instellingen of andere functionele instellingen, zonder het niet-steriele apparaat aan te hoeven raken. De afstandsbediening daartoe kan van een na gebruik weg te gooien transparante, flexibele hoes of huls voorzien worden.
15 Duidelijk zal zijn, dat de inrichting volgens de uitvinding flexibel inzetbaar en overzichtelijk moet zijn. Tevens moet de bediening ervan zeer eenvoudig zijn, zodanig dat ook minder geschoold personeel op aanwijzing van bijvoorbeeld de veterinaire arts instellingen kan 20 aanpassen. Met name is hiervoor de mogelijkheid van een kleurcodering als optie aanwezig.
Ter uitbreiding van het basis-anesthesie-apparaat kunnen er additionele monitor-faciliteiten worden aangesloten, en indien gewenst ook bijvoorbeeld 25 extra infuuspompen. Voor de monitoring kan gedacht worden aan een kapnograaf, die de gemeten hoeveelheid koolzuurgas in de expiratielucht tijdens de ademcyclus kan meten en grafisch kan weergeven, een ECG voor het bepalen van de elektrische activiteit van het hart via 30 drie basiselektrodes op het lichaam, de saturatie van zuurstof in het bloed met behulp van een pulsoximeter op de tong, terwijl als extra bij de meer uitgebreide chirurgie ook een niet-invasieve of een invasieve bloeddrukmeting als uitbreiding aan de basis-inrichting 35 kan worden toegevoegd.
De eerder genoemde ademballon verschaft een buffervolume aan lucht, maar kan tevens worden gebruikt om met de hand, door de ballon in te knijpen, extra lucht 12 aan de patiënt toe te voeren.
De afmetingen van een praktisch apparaat kunnen bijvoorbeeld zijn: hoogte ca. 300 mm, diepte ca. 300 mm, breedte ca. 450 mm.
5 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen.
In de tekeningen tonen: figuur 1 een sterk geschematiseerd perspectivisch deelaanzicht van een inrichting volgens de 10 uitvinding, die wordt ingeschoven in een stootbeugel; figuur 2 de geassembleerde eenheid van de inrichting volgens de uitvinding en de stootbeugel volgens figuur 1 in perspectivisch aanzicht; figuur 3A een perspectivisch aanzicht van de 15 bovenzijde van de inrichting volgens figuur 2, waarop een aantal additionele eenheden zijn geplaatst; figuur 3B het detail III van figuur 3A op vergrote schaal; figuur 4 een bovenaanzicht, ongeveer op ware 20 grootte van een afstandsbediening, die deel uitmaakt van de inrichting volgens de uitvinding; en figuur 5 een met figuur 2 corresponderend aanzicht, waarbij tevens een aantal slangen, kabels en sensoren zijn getekend.
25 Figuur 1 toont een inrichting 1 volgens de uitvinding, die in dit uitvoeringsvoorbeeld volgens een pijl 2 omlaag op rails 3, 4 wordt geplaatst binnen de buitencontouren van een integrale stootbeugel 5, die is opgebouwd uit buisvormig materiaal. Deze stootbeugel zal 30 aan de hand van figuur 2 verder worden besproken. In de bedrijfsstand is de inrichting schematisch transparant weergegeven en met het verwijzingsgetal 1' aangeduid.
Figuur 2 toont het samenstel van de inrichting 1' en de stootbeugel 5.
35 Dit samenstel 6 van het gestel 1' en de stootbeugel 5 bezit een grosso modo blokvormige hoofdvorm en is van ten minste één op enige afstand van acht van zijn twaalf ribben gelegen stootbestendige strip 7 13 voorzien, zodanig dat aan elk van de zes zijvlakken van de inrichting 1 twee of drie strips 7 zijn toegevoegd, die samen een imaginair plat vlak bepalen, dat buiten het betreffende vlak van de inrichting 1' ligt. De strips 5 bestaan bijvoorbeeld uit buisvormig materiaal en zijn op de in figuur 2 duidelijk getoonde wijze verenigd tot één stootbeugel 5. In de praktijk kan de stootbeugel door buigen uit één buis of stang zijn vervaardigd.
De inrichting 1' draagt aan zijn voorzijde, 10 waar zich alle aflees- en bedieningselementen en aansluitingen voor slangen, kabels en sensoren bevinden, een eerste infuuspomp 8 voor het continu en met een instelbaar debiet afgeven van een vloeibaar hypnoticum. Zoals figuur 2 duidelijk toont, is deze infuuspomp 8 15 uitgevoerd als een injectiespuit, waarvan de zuigerstang 15 vanaf de bovenzijde door niet-getekende aandrijfmiddelen volgens een pijl 9 omlaag kan worden verplaatst voor het via een afgifteopening 10 via een niet-getekende infuusslang afgeven van het hypnoticum.
20 Een tweede infuuspomp 11, in het bijzonder voor een vloeibaar analgeticum, is eveneens als injectiespuit uitgevoerd. Via een afgifteopening 12 wordt vloeibaar analgeticum via een niet-getekende infuusslang afgegeven bij neerwaartse aandrijving volgens een pijl 13 van de 25 zuigerstang 14 van de tweede infuuspomp 11.
Door middel van twee touchscreens 16, 17 kunnen de eerste infuuspomp 8 en de tweede infuuspomp 11 worden bediend.
Een beademingseenheid 18 omvat een met een 30 gekozen frekwentie en ademteugvolume aandrijfbare balg 19. Aan de balg is een transparante behuizing 36 met een schaalverdeling 37 toegevoegd. De van de balg 19 afkomstige inspiratielucht wordt door de beademingseenheid 18 afgegeven via een lucht-35 toevoeropening 20, terwijl de door de patiënt afgegeven expiratielucht in de beademingseenheid 18 wordt teruggevoerd via een luchtafvoeropening 21. Niet zijn getekend snelkoppelingen en slangen voor het 14 transporteren van de toegevoerde lucht en de afgevoerde lucht. Door middel van een luchtdebietmeter 22 en een zuurstofdebietmeter 23 kunnen het luchtdebiet en het zuurstofdebiet van de inspiratielucht worden gemeten. Een 5 instelknop 53 dient voor het instellen van luchtdebiet. Voor het instellen van het zuurstofdebiet wordt gebruik gemaakt van een instelknop 54.
Manometers 24 en 25 geven de aanvoerdruk van respectievelijk de lucht en de zuurstof in de 10 inspiratielucht weer.
De beademingseenheid 18 omvat een veld 26 met weergeefmiddelen en knoppen, die de indicaties dragen Vt, RR, PAW en i : E. Vt betekent teugvolume van de adem, RR de Respiration Rate, PAW de Pressure Air Way en i : E de 15 verhouding tussen de inspiratietijd en de expiratietijd (meestal in de orde van grootte van 1 : 2).
Een APL(Airway Pressure Limit)-knop 27 dient voor het begrenzen van de Air Way Pressure bij beademing met de hand, waartoe een externe 20 handbeademingsaansluiting 28 aanwezig is, waaraan door middel van een eenvoudige koppeling, zoals een snelkoppeling, een ademballon kan worden aangesloten.
Een schakelaar 29 met bijbehorende klep dient voor omschakeling tussen mechanische beademing en 25 spontane ademhaling.
De PAW wordt gemeten door middel van een weergeefeenheid 30.
Een houder 33 kan in de inrichting 1' worden geplaatst en daaruit worden verwijderd volgens een pijl 30 32, bijvoorbeeld voor vervanging. Deze houder 33 omvat sodalime-korrels, die in de expiratielucht aanwezig koolzuurgas kunnen absorberen voor recirculatie van de in bijzonder met zuurstof verrijkte expiratielucht. Daartoe omvat de houder 32 aan zijn onderzijde een toevoeropening 35 34 en aan zijn bovenzijde een afvoeropening, zodanig, dat de houder 33 voor de expiratielucht doorstroombaar is.
In de getekende bedrijfsstand van de houder 33 zijn de openingen 34, 35 afdichtend zijn gekoppeld met 15 aansluitingen, die deel uitmaken van het beademingscircuit.
De getekende constructie maakt het eenvoudig mogelijk, de houder 33 te vervangen, wanneer wordt 5 geconstateerd, dat de sodalime-korrels verzadigd zijn met koolzuurgas.
Figuur 2 toont verder de aanwezigheid van een notitiebord of dergelijke, waarop de veterinaire arts en/of assistenten aantekeningen kunnen maken.
10 Figuur 3A toont, dat aan de basis-inrichting 1' nog meer eenheden kunnen worden toegevoegd. Getekend zijn als voorbeeld een kapnograaf 38, een elektrocardiograaf 39 en een zuurstofmeter 40. De eenheden zijn voorzien van aansluitpluggen 41 voor samenwerking met contrapluggen 42 15 voor koppeling met een naburige eenheid.
Figuur 3B toont dit in iets meer detail op grotere schaal.
Het zal duidelijk zijn, dat op de in figuur 3A aangeduide wijze de inrichting 1' naar wens kan worden 20 uitgebreid.
Figuur 4 toont een afstandsbedieningsinrichting 42.
De afstandsbediening 42 omvat een met Vt aangeduide knop 43 voor instelling van het 25 ademteugvolume, een met RR aangeduide knop 44 voor de ademfrekwentie, een met "1" aangeduide knop 45 voor bediening van de eerste infuuspomp 8, en een met "2" aangeduide knop 46 voor het besturen van de tweede infuuspomp 11.
30 Door middel van de met 47 respectievelijk 48 aangeduide +(plus) respectievelijk -{min) bedieningsknoppen kunnen de genoemde grootheden in stappen worden geïncrementeerd of gedecrementeerd.
Verder omvat de afstandsbedieningsinrichting 42 35 een knoppenveld 49 met numerieke knoppen 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, een start-knop 50 en een stop-knop 51 voor exacte instelling van het ademteugvolume, de ademfrekwentie en de infuuspompen, respectievelijk 16 starten en stoppen van de beademing.
Terwille van een gemakkelijke bediening en een stevige greep zal naar verwachting de afstandsbedieningsinrichting 42 iets langer worden 5 uitgevoerd dan in figuur 4 getekend. Dit is in het bijzonder van belang bij bediening van de onderste knoppen van het veld 49.
In figuur 2 is niet getekend, dat de inrichting 1, 1' een ontvanger voor de door de 10 afstandsbedieningsinrichting 42 uitgezonden signalen omvat.
Verder is niet getekend, dat de inrichting 1 of de stootbeugel 5 een of meer dragers voor additionele voorzieningen kan dragen, bijvoorbeeld een kolom voor het 15 dragen van een druppelinfuus, verlichtingsmiddelen, draagmiddelen voor draden, kabels, slangen en dergelijke.
Figuur 5 toont de inrichting 1 volgens figuur 3A met een kapnograaf 38, een ECG-apparaat 39 en een zuurstofmeter 40.
20 Ten opzichte van de figuren 2 en 3A zijn verder een aantal slangen, kabels en sensoren weergegeven.
Zo verwijst het verwijzingsgetal 55 naar een beademingsslang, 56 naar een infuusslang, die is aangesloten op de eerste infuuspomp 8, 57 naar een 25 infuusslang van de tweede infuuspomp 11, welke beide infuusslangen aan hun einden respectieve infuusnaalden dragen. Een kabel met sensoren, behorende bij het ECG-apparaat 39, is met het verwijzingsgetal 58 aangeduid.
Aan de kapnograaf 38 is een kabel 59 met bijbehorende 30 sensor aangesloten, terwijl aan de zuurstofmeter 40 een kabel 60 met zuurstofsensor is aangesloten.
k k k k k

Claims (24)

1. Inrichting voor het onder algehele anesthesie brengen van een dier, welke inrichting omvat: een gestel dat is ingericht voor het wegneembaar dragen van een aantal voor anesthesie toe te 5 passen eenheden; en ten minste de volgende, door het gestel wegneembaar gedragen eenheden: een infuuspomp voor het continu toedienen van een vloeibaar hypnoticum; en 10 een beademingseenheid.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin een eenheid is ingericht voor het uit de door een onder behandeling zijnd dier uitgeademende lucht verwijderen 15 van koolzuurgas voor hergebruik van die lucht.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarin de genoemde eenheid een voor de genoemde lucht doorstroombare houder is, die ten dele is gevuld met een 20 koolzuurgas absorberend materiaal, bijvoorbeeld "sodalime"-korrels.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarin de houder wegneembaar insteekbaar is in het gestel en twee 25 openingen vertoont, namelijk een invoeropening en een afvoeropening, welke openingen in de ingestoken bedrijfsstand aansluiten aan koppelingen die deel uitmaken van een beademingslucht-circuit.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin een eenheid een tweede infuuspomp is voor het continu toedienen van een vloeibaar analgeticum.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin een infuuspomp een met een instelbare 5 snelheid aangedreven zuiger omvat, die afdichtend met een met de af te geven infuusvloeistof gevulde cilinder omvat, met welke cilinder een infuusslang verbindbaar is, welke infuusslang althans tijdens bedrijf aan zijn einde een infuusnaald draagt. 10
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin de beademingseenheid meetmiddelen en instelmiddelen voor lucht en zuurstof, in het bijzonder meetmiddelen voor zuurstof-saturatie, omvat. 15
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin een eenheid een elektrocardiograaf (ECG) omvat.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin een eenheid een kapnograaf omvat.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin een eenheid een inrichting voor het 25 uitvoeren van een invasieve of non-invasieve bloeddrukmeting omvat.
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een met althans een aantal van de 30 door het gestel gedragen eenheden gekoppelde ontvanger voor het ontvangen van van een separate afstandbedienings-inrichting afkomstige signalen voor het besturen van ten minste één van de genoemde eenheden, bijvoorbeeld ten minste één infuuspomp voor het instellen 35 van het infuusdebiet, en/of de beademingseenheid voor het instellen van de beademingsfrekwentie en/of het ademteugvolume.
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin een eenheid een centrale elektrische voedingseenheid is voor het voeden van althans een aantal van de door het gestel gedragen eenheden. 5
13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin een eenheid een beeldscherm omvat, welke eenheid met althans een aantal van de overige eenheden verbonden is, zodanig, dat het beeldscherm van 10 die eenheden afkomstige informatie kan weergeven.
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin ten minste één eenheid een eigen beeldscherm omvat. 15
15. Inrichting volgens een der conclusies 13 en 14, waarin een beeldscherm een touchscreen is, dat zowel voor weergave als voor besturing met de of elke betreffende eenheid gekoppeld is. 20
16. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin de door het gestel gedragen eenheden zijn omhuld door een althans ten dele transparante, in hoofdzaak stofdichte omhulling. 25
17. Inrichting volgens conclusie 16, waarin het inwendige van de omhulling een luchttoevoeropening met een stoffilter en een luchtafvoeropening, alsmede ventilatormiddelen omvat, zodanig dat van stof ontdane 30 lucht door het inwendige van de omhulling wordt getransporteerd vanaf de luchttoevoeropening naar de luchtafvoeropening, welke lucht kan dienen voor het koelen van de binnen de omhulling geplaatste eenheden.
18. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin althans een aantal van van de inrichting deel uitmakende eenheden van een kleurcodering voorzien zijn en de eventuele op een desbetreffende afstandsbediening aanwezige, met de betreffende functie corresponderende knoppen en de betreffende aanduidingen op een eventueel beeldscherm van eenzelfde kleurcodering voorzien zijn, bijvoorbeeld: 5. ademhaling: blauw - hartfuncties: groen - kapnografie: wit
19. Inrichting volgens een der voorgaande 10 conclusies, waarin het samenstel van het gestel en de daarin geplaatste eenheden een grosso modo blokvormige hoofdvorm bezit en van ten minste één op enige afstand van althans een aantal van zijn twaalf ribben gelegen stootbestendige strip voorzien is, zodanig, dat aan elk 15 van de zes zijvlakken van de behuizing ten minste twee strips zijn toegevoegd, die samen een imaginair plat vlak bepalen, dat buiten het betreffende vlak van de behuizing ligt.
20. Inrichting volgens conclusie 19, waarin de strips zijn verenigd tot één stootbeugel.
21. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin de inrichting draagbaar is uitgevoerd. 25
22. Inrichting volgens conclusie 16 of 17, waarin de omhulling separaat en draagbaar is uitgevoerd.
23. Inrichting volgens een der voorgaande 30 conclusies, waarin de inrichting een modulaire opbouw vertoont.
24. Inrichting volgens conclusie 23, waarin de inrichting een gestel omvat, waarin de door de gebruiker 35 gekozen eenheden door middel van steekverbindingen kunnen worden ingestoken en weer worden verwijderd. *****
NL2001787A 2008-07-10 2008-07-10 Inrichting voor het onder algehele anesthesie brengen van een dier. NL2001787C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001787A NL2001787C2 (nl) 2008-07-10 2008-07-10 Inrichting voor het onder algehele anesthesie brengen van een dier.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001787A NL2001787C2 (nl) 2008-07-10 2008-07-10 Inrichting voor het onder algehele anesthesie brengen van een dier.
NL2001787 2008-07-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001787C2 true NL2001787C2 (nl) 2010-01-12

Family

ID=40348025

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001787A NL2001787C2 (nl) 2008-07-10 2008-07-10 Inrichting voor het onder algehele anesthesie brengen van een dier.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2001787C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN112972813A (zh) * 2020-12-29 2021-06-18 马石林 一种哺乳动物输液装置及输液方法

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4202676A (en) * 1978-07-31 1980-05-13 Raymond Fink Safety enclosure
US5160357A (en) * 1992-01-15 1992-11-03 Gte Government Systems Corporation Container for electronic equipment
WO2000016839A1 (en) * 1998-09-23 2000-03-30 The Johns Hopkins University Emergency life support system
WO2002096335A2 (en) * 2001-05-25 2002-12-05 Hill-Rom Services, Inc. Architectural system adaptable to patient acuity level
WO2003053503A1 (en) * 2001-12-06 2003-07-03 Alaris Medical Systems, Inc. Co2 monitored drug infusion system
WO2003097111A2 (en) * 2002-05-16 2003-11-27 Scott Laboratories, Inc. System and method for permitting sterile operation of a sedation and analgesia system
GB2429647A (en) * 2005-08-30 2007-03-07 Ahmed Messahel Fluid or blood warmer

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4202676A (en) * 1978-07-31 1980-05-13 Raymond Fink Safety enclosure
US5160357A (en) * 1992-01-15 1992-11-03 Gte Government Systems Corporation Container for electronic equipment
WO2000016839A1 (en) * 1998-09-23 2000-03-30 The Johns Hopkins University Emergency life support system
WO2002096335A2 (en) * 2001-05-25 2002-12-05 Hill-Rom Services, Inc. Architectural system adaptable to patient acuity level
WO2003053503A1 (en) * 2001-12-06 2003-07-03 Alaris Medical Systems, Inc. Co2 monitored drug infusion system
WO2003097111A2 (en) * 2002-05-16 2003-11-27 Scott Laboratories, Inc. System and method for permitting sterile operation of a sedation and analgesia system
GB2429647A (en) * 2005-08-30 2007-03-07 Ahmed Messahel Fluid or blood warmer

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN112972813A (zh) * 2020-12-29 2021-06-18 马石林 一种哺乳动物输液装置及输液方法
CN112972813B (zh) * 2020-12-29 2023-01-17 来宾市新桂生物科技有限公司 一种哺乳动物输液装置及输液方法

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2005280197B2 (en) Medical effector system
CN1311877C (zh) 为患者缓解与内科或外科处理相关的痛苦的设备和方法
CN100381184C (zh) 根据合适的临床试探来缓解神志有意识病人由于医疗或外科操作而引起的疼痛及焦虑的设备
JP2010094541A (ja) 鎮静および鎮痛システム
EP1191961A1 (en) An arrangement for anaesthetising a living creature
CN101432036A (zh) 医学端部执行器系统
US20170181694A1 (en) System and method for providing transitional monitoring along sedation continuum
NL2001787C2 (nl) Inrichting voor het onder algehele anesthesie brengen van een dier.
US20170182277A1 (en) System and method for addressing hypoxemia
AU2012201651B2 (en) Medical effector system
ES2362085T3 (es) Aparato para proporcionar alivio del dolor y de la ansiedad asociados con procedimientos médicos o quirúrgicos.
Tear Patient Monitoring

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120201