NL2001215C2 - Bustenhouder met meerdere cupsegmenten. - Google Patents

Description

Bustenhouder met meerdere cupsegmenten

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bustenhouder omvattende: twee onderling gekoppelde cups, twee rugsluitbanden die elk aansluiten op een verschillende 5 cup en die aan de van de cups afgekeerde zijden losneembaar met elkaar koppelbaar zijn, en schouderbanden die eenzijdig aangrijpen op de bovenzijden van de cups en aan de overliggende zijden aangrijpen op een rugsluitband.

Dergelijke bustenhouders (ook wel aangebuid als BH of bikinitop) zijn reeds lange tijd 10 bekend. Omdat de omvang en vorm van vrouwen verschilt zijn er in meerdere landen verschillende systemen ter standaardisatie van de maatvoering van bustenhouders ontwikkeld. Dergelijke systemen van maten bestaan uit een combinatie van maten van de onderborstwijdte en de borstwijdte (onderborstwijdte bijvoorbeeld in centimeters en de borstwijdte bijvoorbeeld in de vorm van zogenaamde cupmaten waardoor een 15 maatbepalende code ontstaat in de vorm van 75B of 80C). Nadeel van de bestaande bustenhouders is dat zij veelal niet goed passen omdat het maatsysteem niet voldoende fijnmazig is en omdat in de maatvoering slechts rekening houdt met twee variabelen ten aanzien van vorm en afmeting. In een dergelijke systeem kunnen brede lage borsten resulteren in een zelfde maat als smalle hoge borsten. Volgens Stephan Gray, 20 hoogleraar Trent University (UK) maakt dat het huidige maatsysteem slechts voor 10% van de vrouwen leidt tot een passende bustenhouder. Gevolgen van een slechte pasvorm zijn ondermeer dat het draagcomfort beperkt is, de bustenhouder niet het gevraagde niveau van ondersteuning verschaft en/of dat het dragen van de betreffende bustenhouder niet resulteert in een wenselijk uiterlijk effect.

25

Doel van de onderhavige uitvinding is daarom het verschaffen van een verbeterde bustenhouder van het in aanhef genoemde type dat leidt tot een verbeterde pasvorm, een hogere mate van ondersteuning van de borsten en/of een verhoogd draagcomfort.

30 De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een bustenhouder van het in aanhef genoemde type, waarbij de individuele cups ieder ten minste twee elkaar gedeeltelijk overlappende cupsegmenten omvatten, welke afzonderlijke cupsegmenten worden aangegrepen door afzonderlijke schouderbanden en aan de van de schouderbanden afgekeerde zijde onderling zijn gekoppeld. Bijvoorkeur zijn de overlappende 2 cupsegmenten van een cup slechts aan de van de schouderbanden afgekeerde zijde onderling gekoppeld. Een belangrijk voordeel van de overlappende cupsegmenten is dat de overlappende cupsegmenten, in beperkte mate, ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn zodat de door de overlappende cupsegmenten in werkzame toestand samengestelde 5 cup een vorm kan aannemen die zich voegt naar, en aansluit bij, de door de cup gehouden borst. Aldus zal een veel betere pasvorm kunnen worden verkregen dan met de gestandaardiseerde vaste cupmaten volgens de stand der techniek. Niet alleen kunnen beperkte afwijkingen in het volume van een specifieke borst ten opzichte van de standaard maten door de verbeterde bustenhouder worden gecorrigeerd; ook verschillen 10 in borstvorm (zoals bijvoorbeeld druppel-, kegel-, peer- of hybride vormen) kunnen worden opgevangen door onderlinge verplaatsing van de overlappende cupsegmenten.

Verder kunnen met de bustenhouder volgens de uitvinding nu ook periodieke wijzigingen in de borstomvang en wijzigingen in de borstomvang ten gevolge van 15 verandering van lichaamsgewicht (denk bijvoorbeeld aan gewichtsvermindering ten gevolge van een dieet) worden gecompenseerd. Zelfs asymmetrie in borstomvang of borstvolume kunnen worden opgevangen. De overlappende cupsegmenten zullen zich -binnen bepaalde grenzen - immers kunnen voegen naar de vorm en afmeting van de gehouden borst. Omdat de overlappende cupsegmenten worden aangegrepen door 20 verschillende schouderbanden zal de onderlinge verplaatsbaarheid van de overlappende cupsegmenten in ieder geval ter hoogte van de aangrijpposities op de schouderbanden (dat wil tijdens gebruik zeggen de bovenzijde van de overlappende cupsegmenten) aanwezig zijn.

25 Verder mag niet onvermeld blijven dat de bustenhouder volgens de onderhavige uitvinding comfortabel is in het gebruik; het dragen hoeft hoegenaamd geen enkele belemmering op te leveren voor de draagster. Zo kunnen ondermeer het ongewenst ontstaan van plooien in de cup en het uitpuilen van de bosten worden voorkomen. Daarnaast biedt de bustenhouder door de verbeterde pasvorm ook een goede 30 ondersteuning van de borsten.

Voor een verdere verduidelijking van het begrip van de onderhavige uitvinding zullen de afzonderlijke onderdelen van de bustenhouder met hun bijbehorende functionaliteit worden besproken. De cups zijn zodanig vormgegeven dat zij ieder een borst ten minste 3 gedeeltelijk kunnen omgrijpen. Met de rugsluitbanden worden de cups tegen de borsten gedrongen; de rugsluitbanden worden aan de rugzijde met elkaar verbonden middels een geschikt sluitmechanisme. De schouderbanden houden de cups op de gewenste hoogte en leveren een belangrijk deel van de bij het ondersteunen van de borsten 5 benodigde krachten. De schouderbanden kunnen doorgaans eenvoudig worden versteld zodanig dat ze langer of korter zijn te maken.

In een specifieke uitvoeringsvariant van de bustenhouder gaan de afzonderlijke op de elkaar gedeeltelijk overlappende cupsegmenten van een cup aangrijpende 10 schouderbanden over in een enkele schouderband, welke enkele schouderband vervolgens aangrijpt op een rugsluitband. Het voordeel van het overgaan van de meerdere schouderbanden in een enkele schouderband (dat wil zeggen dat deze overgang plaatsvindt op enige afstand van de cup) heeft als voordeel dat eventuele hinder van meerdere schouderbanden kan worden gereduceerd of zelf voorkomen.

15 Hierbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan de hinder die kan ontstaan als er meerdere schouderbanden over een schouder lopen en/f het in elkaar verstrengeld raken van meerdere schouderbanden. Door de verschillende schouderbanden te laten samenkomen in een enkele schouderband, bijvoorbeeld voor het midden van de schouderbanden, kan dit worden voorkomen.

20

In een andere uitvoeringsvariant is de locatie instelbaar waar de afzonderlijke schouderbanden van de elkaar gedeeltelijk overlappende cupsegmenten van een cup overgaan in een enkele schouderband. Door deze maatregel kan de onderlinge verplaatsbaarheid van de overlappende cupsegmenten, en dus de instelbaarheid van de 25 cup, worden beïnvloed. In een extreem geval is het mogelijk om de schouderbanden al direct ter hoogte van de aansluiting op de overlappende cupsegmenten samen te laten gaan in een enkele schouderband; hierdoor wordt de onderlinge verplaatsbaarheid van de overlappende cupsegmenten geminimaliseerd. Dit kan bijvoorbeeld wenselijk zijn in het geval dat een cup juist in deze positie zeer goed aansluit bij de gehouden borst. In 30 een andere extreme situatie komen de afzonderlijke schouderbanden pas ter hoogte van de rugsluitband samen; aldus wordt de onderlinge verplaatsbaarheid van de overlappende cupsegmenten gemaximaliseerd.

4

Ook is het voordelig indien de onderling gekoppelde cups aan de onderzijde zijn voorzien van een verstevigingstructuur en waarbij de elkaar gedeeltelijk overlappende cupsegmenten van een cup vast verbonden zijn met de verstevigingstructuur. Een dergelijke verstevigingstructuur kan bijvoorbeeld worden gevormd door een beugel, 5 maagband of andere onder de cups doorlopende structuur. De overlappende cupsegmenten komen juist ter hoogte van deze verstevigingstructuur samen en kunnen naar wens al dan niet juist onderling gekoppeld zijn onder tussenkomst van een dergelijke verstevigingstructuur. Aldus verkrijgt een bustenhouder een zodanig stevige constructie dat deze een substantiële ondersteuning kan geven aan de borsten; ook in het 10 geval van grotere cupmaten.

Verder is het wenselijk dat ten minst een deel van de cupsegmenten is voorgevormd. Met voorgevormd wordt hier bedoeld een vorm die afwijkt van een vlakke vorm. Uiteraard is het ook mogelijk dat alle cupsegmenten zijn voorgevormd. Voorgevormde 15 cupsegmenten hebben als voordeel dat deze een goede aansluiting mogelijk maken op de te houden borst. De verschillende cupsegmenten van een cup kunnen ook zijn uitgevoerd in materialen die verschillende structuur bezitten. Dit verschil in structuur kan al dan niet worden gekoppeld met een uitvoering van de bustenhouder waarbij verschillende cupsegmenten van een cup verschillende kleuren hebben. De 20 verschillende structuren kunnen zo worden gekozen dat de verschillende functies van de overlappende cupsegmenten worden geoptimaliseerd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de eisen die gesteld worden aan het cupsegment dat aanligt tegen de tepel en de naar elkaar gerichte zijden van de afzonderlijke overlappende cupsegmenten om een onderlinge verplaatsbaarheid mogelijk te maken maar ook enige onderlinge weerstand op te leveren 25 in de gebruikstoestand. Ook kan de lucht- en vochtdoorlaatbaarheid van de alzonderlijke overlappende cupsegmenten anders worden gekozen. Verder kan door een samenwerken van verschillende structuren ook een specifiek esthetisch effect worden nagestreefd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan doorzicht daar waar de overlappende cupsegmenten elkaar niet overlappen en juist minder of geen doorzicht daar waar de 30 overlappende cupsegmenten wel overlappen.

De cups kunnen zijn verbonden onder tussenkomst van een middenvoordeel. Door een middenvoordeel kan de pasvorm en de stevigheid van de bustenhouder verder worden 5 vergroot. Deze maatregel is probleemloos te combineren met cups die zijn samengesteld uit verschillende cupsegmenten.

In weer een ander uitvoeringsvariant zijn de cups onderling losneembaar koppelbaar.

5 Naast het voordeel dat het zo eenvoudig wordt om één of beide borsten (tijdelijk) vrij te maken, bijvoorbeeld voor het geven van borstvoeding, kan aldus de bustenhouder ook worden opgedeeld in twee volledig losse onderdelen. Dit kan voordelig zijn bij het vervaardigen, wassen en onderhouden van de bustenhouder. Bovendien kunnen er naar believen bustehouderdelen met verschillende maten worden gecombineerd, 10 bijvoorbeeld in het geval van gebruik van de bustenhouder met een niet symmetrisch vrouwenlichaam. Ook deze maatregel is probleemloos te combineren met cups die zijn samengesteld uit verschillende cupsegmenten.

In een voorkeursvariant van de bustenhouder is deze ten minste gedeeltelijk, zoals 15 bijvoorbeeld ter plaatste van de rugsluitbanden en de schouderbanden, vervaardigd uit een elastisch materiaal. Overige onderdelen worden bij voorkeur juist met een minder of niet elastisch materiaal vervaardigd; hierbij wordt voornamelijk gedacht aan de cups. Elastisch materiaal kan schokken opvangen en kan aldus worden vergeleken met een in de bustenhouder ingebouwde “vering”. De elasticiteit dient niet te groot te zijn om zo de 20 ondersteunende werking van de borsten niet al te zeer te verminderen. Ten aanzien van alle gebruikte materialen zij vermeld dat deze voordelig kunnen zijn vervaardigd uit ademende en/of vocht absorberende weefsels. Ook kan er uiteraard gebruik worden gemaakt van gelaagde materialen; om zo de functie van de afzonderlijke materiaal lagen naar hun specifieke aanwending te kunnen optimaliseren.

25

In weer een andere alternatieve uitvoeringsvariant zijn de rugsluitbanden aan de van de cups afgekeerde zijden permanent met elkaar verbonden; zij kunnen zelfs als een enkel materiaaldeel zijn uitgevoerd. Met een dergelijke constructie zal het aan en uit doen van de bustenhouder minder makkelijk zijn, maar is ook de uitvoering ervan eenvoudiger.

30 Een dergelijke uitvoeringsvariant van de bustenhouder wordt ook wel aangeduid als een “sport BH”.

De uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in navolgende figuren weergegeven niet limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin tonen: 6 figuur 1 een perspectivische aanzicht op een bustenhouder volgens de onderhavige uitvinding, figuur 2 een perspectivische aanzicht op een alternatieve uitvoeringsvariant van de bustenhouder volgens de onderhavige uitvinding, en 5 figuur 3 een perspectivische aanzicht op een bustenhouder volgens de onderhavige uitvinding in een werkzame toestand.

Figuur 1 toont een bustenhouder 1 die is voorzien van twee cups 2, 3. Op de bovenzijde van de cups 2, 3 sluiten respectievelijk schouderbanden 4, 5; 6, 7 aan. De cups 2,3 zijn 10 onderling verbonden onder tussenkomst van een middenvoordeel 8 terwijl onder de cups 2, 3 zich een maagband 9 bevindt. De maagband 9 gaat aan de twee overliggende langszijden over in rugsluitbanden 10, 11. Deze rugsluitbanden 10, 11 zijn aan de van de cups 2, 3 afgekeerde zijde (dat wil zeggen de rugzijde) met een rugsluiting 12 (bijvoorbeeld van het haak-oog type) losneembaar gekoppeld. De schouderbanden 4, 5; 15 6, 7 zijn (aan de rugzijde) voorzien van traditionele lengte-instellingen 13 terwijl de schouderbanden 4, 5; 6, 7 (aan de voorzijde) zijn voorzien van koppeldelen 14 waarmee steeds twee van de schouderbanden 4, 5 en 6, 7 op een instelbare hoogte gekoppeld kunnen worden. Een zeer wezenlijk element van de bustenhouder 1 volgens de uitvinding is dat de cups 2, 3 beiden bestaan uit twee afzonderlijke cupsegmenten 20 respectievelijk 15, 16 en 17, 18. De samenwerkende cupsegmenten respectievelijk 15, 16 en 17, 18 kennen een overlappend deel resp. 19 en 20. De cupsegmenten respectievelijk 15, 16 en 17, 18 zijn vast verbonden met de maagband 9 zodat zij ter hoogte van deze maagband 9 niet onderling verplaatsbaar zijn. Echter op enige afstand van dé maagband 9 bezitten de cupsegmenten respectievelijk 15, 16; 17, 18, ondermeer 25 vanwege de flexibiliteit van het materiaal waaruit zij zijn vervaardigd, onderling enige bewegingsvrijheid. Dit is weergegeven door de pijlen Pi en P2. Door deze onderlinge verplaatsbaarheid (Pi, P2) kunnen de overlappende delen 19,20 groter en kleiner worden. Aldus kan de inhoud van de cups 2, 3 variëren om steeds opnieuw tot een optimale pasvorm te kunnen geraken. Doordat de cupsegmenten 15, 16; 17, 18 ieder 30 zijn voorzien van een individuele schouderband 4, 5; 6, 7 bezitten de cupsegmenten 15, 16; 17, 18 op afstand van de maagband 9 de gewenste bewegingsvrijheid.

De in figuur 2 getoonde bustenhouder 30 lijkt voor een deel op de in figuur 1 getoonde bustenhouder 1; de overeenkomstige onderdelen zijn daarom aangeduid met identieke 7 verwijscijfers. De cup 2, 3 met respectievelijk cupsegmenten 15, 16 en 17, 18 grenzen aan de onderzijde nu echter aan een beugel 31 waardoor de stijfheid van de bustenhouder 30 groter is dan die van de bustenhouder 1. Ander verschillen tussen de bustenhouders 1 en 30 zijn dat de in figuur 2 getoonde bustenhouder 30 is voorzien van 5 een doorlopende rugsluitband 32 en dat de cupsegmenten 15, 16 en 17, 18 aan de bovenzijde aangrijpen op individuele schouderbanden 33, 34; 35, 36 die paarsgewijs overgaan in een gemeenschappelijke schouderbanden 37, 38.

In figuur 3 toont ter verder illustratie een model 40 dat een bustenhouder 1 draagt zoals 10 is weergegeven in figuur 1. Duidelijk zichtbaar is dat de cups 2, 3 zijn samengesteld uit cupsegmenten 15, 16; 17; 18 die uit verschillende stofsoorten bestaan.

Claims (10)

1. Bustenhouder omvattende: twee onderling gekoppelde cups, 5. twee rugsluitbanden die elk aansluiten op een verschillende cup en die aan de van de cups afgekeerde zijden losneembaar met elkaar koppelbaar zijn, en schouderbanden die eenzijdig aangrijpen op de bovenzijden van de cups en aan de overliggende zijden aangrijpen op een rugsluitband, met het kenmerk dat de individuele cups ieder ten minste twee elkaar gedeeltelijk 10 overlappende cupsegmenten omvatten, welke afzonderlijke cupsegmenten worden aangegrepen door afzonderlijke schouderbanden en aan de van de schouderbanden afgekeerde zijde onderling zijn gekoppeld.

2. Bustenhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de afzonderlijke op de 15 elkaar gedeeltelijk overlappende cupsegmenten van een cup aangrijpende schouderbanden overgaan in een enkele schouderband welke enkele schouderband vervolgens aangrijpt op een rugsluitband.

3. Bustenhouder volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de locatie waar de 20 afzonderlijke schouderbanden van de elkaar gedeeltelijk overlappende cupsegmenten van een cup overgaan in een enkele schouderband instelbaar is.

4. Bustenhouder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de onderling gekoppelde cups aan de onderzijde zijn voorzien van een 25 verstevigingstructuur en waarbij de elkaar gedeeltelijk overlappende cupsegmenten van een cup vast verbonden zijn met de verstevigingstructuur.

5. Bustenhouder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de cupsegmenten aan de aan de van de schouderbanden afgekeerde zijde onderling zijn 30 gekoppeld onder tussenkomst van de verstevigingsstructuur.

6. Bustenhouder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat ten minst een deel van de cupsegmenten is voorgevormd.

7. Bustenhouder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de verschillende cupsegmenten van een cup verschillende structuur bezitten.

8. Bustenhouder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de 5 verschillende cupsegmenten van een cup verschillende kleuren hebben.

9. Bustenhouder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de cups zijn verbonden onder tussenkomst van een midden voordeel.

10. Bustenhouder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de cups onderling losneembaar koppelbaar zijn.