NL2001194C2 - Inrichting voor het in een ruimte verspreiden van een geur, en ruimte voorzien van een dergelijke inrichting. - Google Patents

Description

Inrichting voor het in een ruimte verspreiden van een geur, en ruimte voorzien van een dergelijke inrichting

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in een ruimte 5 verspreiden van een geur. Inrichtingen voor het afgeven van een geur zijn op zich bekend, en omvatten doorgaans middelen voor het in een ruimte blazen van een geurende vloeistof, zoals een etherische olie, een parfum, een vloeistofgedragen aroma of vloeistofgedragen extract.

10 De bestaande systemen hebben echter diverse nadelen. Doordat zij zodanig geconstrueerd zijn dat de olie door de lucht de ruimte in wordt geblazen sputteren zij bij het afgeven van de olie, hetgeen niet alleen een goede verdeling van de geur in de ruimte tegenwerkt, maar ook tot onprettige geluiden en bevuiling van de omgeving rondom een afgiftepunt leidt. Voorts brengt hun constructie, waarbij zowel een 15 compressor als een reservoir voor de geurolie in de nabijheid van een afgiftepunt geplaatst zijn, diverse nadelen met zich mee. De inrichtingen veroorzaken daardoor relatief veel geluid, en wanneer het reservoir in de nabijheid van de ruimte waarin de geur dient te worden afgegeven is geplaatst, vormt er zich in het reservoir veelal condens, zodat de inrichting na verloop van tijd slechts water in de ruimte verspreidt.

20 Bovendien zijn de bekende inrichtingen niet in staat een grote ruimte snel van een bepaalde geur te voorzien, of van geur te laten veranderen. Hierdoor is hun toepassingsgebied beperkt tot kleine ruimtes, of ruimtes waarin altijd dezelfde, of een weinig verschillende geur gebracht dient te worden.

25 De onderhavige uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen voor het in een ruimte verspreiden van een geur, welke ten minste één van de bovengenoemde nadelen althans gedeeltelijk wegneemt, danwel het verschaffen van een bruikbaar alternatief.

De uitvinding verschaft daartoe een inrichting voor het in een ruimte verspreiden van 30 een geur, omvattende een luchtaanvoerkanaal voor lucht onder druk, een vloeistofaanvoerkanaal voor een geurende vloeistof, zoals een etherische olie, een parfum, een vloeistofgedragen aroma of vloeistofgedragen extract, waarbij het vloeistofaanvoerkanaal overgaat in een holle naald, waarvan een open einde in het luchtaanvoerkanaal is opgenomen, en waarbij het luchtaanvoerkanaal eindigt in een in 2 de ruimte uit te monden afgifteopening. Veelal zal hierbij de vloeistof worden verstoven in de uit de afgifteopening tredende lucht.

Door deze configuratie wordt de geurende vloeistof door middel van venturiwerking 5 door de luchtstroom meegenomen in de van een geur te voorziene ruimte. Gebleken is dat de inrichting zo in staat is om een grote ruimte snel van een bepaalde geur te voorzien, of van geur te laten veranderen. Bovendien worden de geurstoffen direct in de ruimte verneveld, in plaats van eerst te worden vermengd met door de inrichting te voeren lucht, hetgeen het voordeel heeft boven de bekende inrichtingen dat niet alleen 10 de vluchtige bestanddelen de ruimte bereiken.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding heeft het aanvoerkanaal ten minste rond het open einde van de holle naald een vernauwde diameter, welke zich in de richting van de afgifteopening verder uitstrekt dan de holle naald.

15

Hierdoor wordt de snelheid en daarmee de zuigkracht van de lucht ter hoogte van het open einde van de holle naald vergroot, waardoor vloeistof optimaal wordt meegevoerd, en wordt voorkomen dat de lucht de vloeistof juist de naald inblaast.

20 Bij voorkeur heeft de naald een binnendiameter van ongeveer 0,3 mm. Gebleken is dat etherische oliën, parfums, vloeistofgedragen aroma’s en vloeistofgedragen met een viscositeit tussen de 0,79 en 1,1 hierdoor in de gewenste hoeveelheden, van rond de 120 ml per uur, kan worden afgegeven.

25 Daarbij heeft de naald bij voorkeur een buitendiameter van ongeveer 0,4 mm, in combinatie met een vernauwde diameter van het kanaal van ongeveer 1,5 mm. Op deze manier kan een voldoende grote luchtstroom worden verkregen voor het meevoeren van de vloeistof. Door het open einde van de holle naald schuin af te snijden, met een hoek van ongeveer 30 graden ten opzichte van een vlak loodrecht op de lengterichting, kan de 30 opname van de vloeistof door de luchtstroom verder worden verbeterd.

Verder voordeel kan worden behaald wanneer het deel van het luchtaanvoerkanaal met de vernauwde diameter zich in de richting van de afgifteopening ongeveer 1,5 mm uitstrekt voorbij het open uiteinde van de naald. Gebleken is dat bij deze lengte de 3 meezuigende werking van de luchtstroom zeer behoorlijk is, terwijl afzetting van vloeistof rond de afgifteopening minimaal is. In een verdere uitvoeringsvorm omvat de inrichting een schakelbare klep, opgenomen in het luchtaanvoerkanaal, voor het gecontroleerd vrijgeven danwel blokkeren van de toevoer van perslucht.

5

Door middel van het in en uitschakelen schakelen van de luchttoevoer in het luchttoevoerkanaal kan de hoeveelheid vloeistof worden beïnvloed. Wanneer het wenselijk is om meer vloeistof, of anders geurende vloeistof in de ruimte te brengen, wordt de klep geopend, en wanneer de hoeveelheid in de ruimte gebrachte vloeistof 10 voldoende wordt geacht, wordt de klep gesloten. Het opnemen van een klep in het luchttoevoerkanaal heeft het verdere voordeel dat de compressor die gebruikt wordt voor het opwekken van perslucht niet in- en uitgeschakeld behoeft te worden voor het beïnvloeden van de geur in de ruimte. Dit voordeel is in het bijzonder aanwezig wanneer een dergelijke compressor ook voor andere doeleinden of installaties gebruikt 15 wordt.

Voordeligerwijs is de klep elektrisch schakelbaar, en is de inrichting verder voorzien van middelen voor het aansturen van de klep volgens een voorafbepaald patroon. Deze middelen kunnen een computersysteem omvatten dat is ingericht voor het aansturen van 20 één of meerdere kleppen, en kan zijn ingericht of programmeerbaar zijn voor het op voorafbepaalde tijden openen en sluiten van de kleppen. Aldus kan bijvoorbeeld het verloop van de geur in de ruimte in de tijd worden bepaald (bijvoorbeeld afhankelijk van de momenten waarop er mensen in de ruimte aanwezig worden geacht), of kan de opbouw van de geur in de loop van de tijd worden bepaald (bijvoorbeeld de sterkte van 25 de geur in het verloop van de tijd, of de verandering of combinatie van geuren in de loop van de tijd).

De inrichting kan verder voorzien zijn van een compressor voor het opwekken van perslucht, met een druk tussen de 1 en de 4 atmosfeer. Gebleken is dat bij deze drukken 30 een optimale verspreiding van de geur binnen de ruimte kan plaatsvinden. Een dergelijke compressor kan verder zijn ingericht voor het opwekken en afgeven van perslucht aan meerdere inrichtingen voor het in een ruimte verspreiden van een geur. Niet alleen kan een reeds in de nabijheid van een ruimte aanwezige compressor op deze manier worden gebruikt, maar tevens kan een energiezuinige opstelling worden bereikt 4 ten opzichte van de situatie waarin er in de nabijheid van ieder afgiftepunt een compressor opgesteld dient te worden.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding heeft het 5 vloeistofaanvoerkanaal een opvoerhoogte tussen de 0 en de 5 meter. Hierdoor is het mogelijk een vloeistofreservoir buiten de van een geur te voorziene ruimte te plaatsen, en het onder voor de toegepaste vloeistof optimale omstandigheden te bewaren. Deze omstandigheden kunnen bijvoorbeeld een bepaalde temperatuur of hoeveelheid licht omvatten, teneinde bederf of condensvomiing binnen het reservoir te voorkomen. Ook 10 kan het hierdoor mogelijk zijn een aanzienlijk grotere hoeveelheid vloeistof op te slaan, waardoor het bijvullen van de inrichting minder frequent hoeft te geschieden. In bestaande gevallen kan de grootte van het reservoir immers worden beperkt door de locatie waarop de inrichting dient te worden geplaatst, welk nadeel door de onderhavige uitvinding wordt opgeheven door het mogelijk te maken de vloeistof op grotere afstand 15 van het afgiftepunt op te slaan.

Het vloeistofaanvoerkanaal omvat daartoe bijvoorbeeld een slang met een binnendoorsnede van ongeveer 1 mm. Doordat deze doorsnede groter is dan die van de naald, veroorzaakt de slang een verwaarloosbare doorvoerwrijving voor de vloeistof.

20

De slang kan daarbij een buitendiameter omvatten met een doorsnede van ongeveer 4mm. Een dergelijke slang wordt door de onderdruk die de luchtstroom op de vloeistof uitoefent niet dichtgezogen, zodat een continue vloeistoftoevoer gewaarborgd is.

25 Om bestendig te zijn tegen inwerkingen van de gebruikte vloeistoffen, wordt de inrichting bij voorkeur ten minste gedeeltelijk vervaardigd uit één of meerdere van de materialen: roestvast staal, aluminium, polyoximethyleen (POM), polyurethaan (PUR) bakeliet, glas of Teflon.

30 Voor het vergroten van het bedieningsgemak en het verkleinen van de benodigde tijd voor onderhoud, is de naald bij voorkeur als uitneembare vervangbare naald uitgevoerd.

5

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarin:

Figuur 1 een doorsnede toont van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding, en 5 - Figuur 2 een ruimte toont, voorzien van een aantal inrichtingen volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 1 toont een inrichting 1 voor het in een ruimte verspreiden van een geur, omvattende een luchtaanvoerkanaal 2 voor lucht onder druk, een 10 vloeistofaanvoerkanaal 3 voor een geurende vloeistof. De ruimte wordt bij voorkeur, doch niet noodzakelijkerwijs gevormd door een door mensen tijdelijk bezochte ruimte, zoals een saunaruimte, een bioscoop, een warenhuis of een winkelcentrum. Het vloeistofaanvoerkanaal 3 gaat over in een holle naald 4, waarvan een open einde 5 in het luchtaanvoerkanaal 2 is opgenomen, en waarbij het luchtaanvoerkanaal 2 eindigt in 15 een in de ruimte uit te monden afgifteopening 6.

Het luchtaanvoerkanaal 2 heeft ten minste rond het open einde 5 van de holle naald 4 een gedeelte 7 met een vernauwde diameter, welke zich in de richting 8 van de afgifteopening verder uitstrekt dan de holle naald 4. Het uiteinde 5 van de holle naald 4 20 is schuin afgesneden, met een hoek van ongeveer 30 graden ten opzichte van een vlak loodrecht op de lengterichting van de holle naald 4. De inrichting 1 is bij voorkeur ten minste gedeeltelijk vervaardigd uit één van de materialen: roestvast staal, aluminium, polyoximethyleen (POM), polyurethaan (PUR) bakeliet, glas of Teflon.

25 Figuur 2 toont een ruimte 10A, gevormd door een bioscoopzaal, waarin een aantal inrichtingen 11,12, 13 voor het verspreiden van een geur volgens de onderhavige uitvinding is geplaatst, zoals weergegeven in figuur 1. Het luchtaanvoerkanaal van inrichting 11 is via luchtleiding 15 verbonden met compressor 26, en het vloeistofaanvoerkanaal van inrichting 11 is via vloeistofslang 14 verbonden met 30 reservoir 20, waarin zich een eerste vloeistof bevindt, met een eerste geur.

Het luchtaanvoerkanaal van inrichting 12 is via luchtleiding 17 verbonden met compressor 26, en het vloeistofaanvoerkanaal van inrichting 12 is via vloeistofslang 16 verbonden met reservoir 21, waarin zich een tweede vloeistof bevindt, met een tweede 6 geur. Het luchtaanvoerkanaal van inrichting 13 is via luchtleiding 19 verbonden met compressor 26 voor het opwekken van perslucht, en het vloeistofaanvoerkanaal van inrichting 13 is via vloeistofslang 18 verbonden met reservoir 22, waarin zich een derde vloeistof bevindt, met een derde geur. De compressor 26 bevindt zich evenals een deel 5 van de leidingen 15, 17, 19 en een deel van de slangen 14, 16, 18 in een tweede ruimte 10B, welke bijvoorbeeld wordt gevormd door een kelder onder de bioscoopzaal 10A.

In de leidingen 15, 17,19 zijn de respectievelijke luchtkleppen 23, 24, 26 opgenomen, welke aangestuurd worden door een zich al dan niet op afstand binnen of buiten de 10 ruimte 10B bevindend besturingssysteem, in het getoonde geval gevormd door een computersysteem 27. Het is overigens eveneens mogelijk dat in de vloeistoftoevoerleidingen keuzekleppen zijn aangebracht en dat diverse reservoirs met eenzelfde inrichting zijn verbonden.

15 Het computersysteem kan zijn ingericht voor het in afhankelijkheid van de door projector 28 verstuurde beeld bedienen van de lucht- of vloeistofkleppen op een zodanige manier, dat er in de bioscoop een bij de vertoonde beelden passende of behorende geur wordt verspreid. Deze geur kan betrekking hebben op een locatie waarin een filmscene zich afspeelt, en aldus bijvoorbeeld een zeelucht of een boslucht 20 betreffen, of betrekking hebben op een reclameboodschap die wordt vertoond, en aldus een parfumlucht, een wasmiddellucht of een voedingswaarlucht, zoals die van een drank of van popcorn welke in of nabij de bioscoopzaal verkocht wordt.

Naast de toepassing in een bioscoop zijn er talloze andere toepassingen waarin de 25 onderhavige uitvinding gebruikt kan worden, zoals die van een saunaruimte, waarin een programma van geuren en geurintensiteiten kan worden verwezenlijkt, bijvoorbeeld menthol of vanillegeuren, of een winkelruimte, waarin de geur van een door de winkel gevoerde geurlijn wordt verspreid. Daarnaast kan de uitvinding in al dan niet openbaar toegankelijke ruimten worden gebruikt, waarin het wenselijk is een frisse geur te 30 brengen, zoals bijvoorbeeld kleedkamers of toiletten. Het zal duidelijk zijn dat de toepassing van de uitvinding niet beperkt is tot dit soort ruimten, maar eveneens kan worden toegepast in andere mimten waarin mensen tijdens een bezoek tijdelijk verblijven.

Claims (15)

1. Inrichting voor het direct in een verblijfsruimte voor mensen verspreiden van een etherische olie, een parfum, een vloeistofgedragen aroma of vloeistofgedragen extract, 5 omvattende: middelen voor het door middel van venturiwerking met een luchtstroom doen meenemen van de etherische olie, het parfum, het vloeistofgedragen aroma of het vloeistofgedragen extract naar de van een geur te voorziene verblijfsruimte, voor het aldus direct in de ruimte vernevelen van de etherische olie, het parfum, 10 het vloeistofgedragen aroma of het vloeistofgedragen extract; een in- en uitschakelbare luchttoevoer; - een besturingssysteem, voor het in- en uitschakelen van de luchttoevoer.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de middelen voor het onder venturiwerking 15 met een luchtstroom meenemen van de etherische olie, het parfum, het vloeistofgedragen aroma of het vloeistofgedragen extract omvatten: een luchtaanvoerkanaal voor lucht onder druk; een vloeistofaanvoerkanaal voor de etherische olie, het parfum, het vloeistofgedragen aroma of het vloeistofgedragen extract; waarbij 20 - het vloeistofaanvoerkanaal overgaat in een holle naald, waarvan een open einde in het luchtaanvoerkanaal is opgenomen; en - waarbij het luchtaanvoerkanaal eindigt in een in de verblijfsruimte uit te monden afgifteopening.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het luchtaanvoerkanaal ten minste rond het open einde van de holle naald een vernauwde diameter heeft, welke vernauwing zich in de richting van de afgifteopening verder uitstrekt dan de holle naald.

4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de naald een 30 binnendiameter van ongeveer 0,3 mm heeft, waarbij de naald een buitendiameter van ongeveer 0,4 mm heeft, en waarbij de vernauwde diameter van het kanaal ongeveer 1,5 mm bedraagt.

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het deel van het luchtaanvoerkanaal met de vernauwde diameter zich in de richting naar de afgifteopening ongeveer 1,5 mm uitstrekt voorbij het open uiteinde van de naald. 5

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende een in het luchtaanvoerkanaal opgenomen schakelbare klep, voor het gecontroleerd vrijgeven danwel blokkeren van de toevoer van perslucht.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de klep elektrisch schakelbaar is, en de inrichting verder middelen voor het aansturen van de klep volgens een voorafbepaald patroon omvat.

8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, verder voorzien van een 15 compressor voor het opwekken van perslucht, met een druk tussen de 1 en de 4 atmosfeer.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de compressor is ingericht voor het opwekken en afgeven van perslucht aan meerdere inrichtingen voor het in een ruimte verspreiden 20 van een geur.

10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het vloeistofaanvoerkanaal een opvoerhoogte heeft tussen de 0 en de 5 meter.

11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het vloeistofaanvoerkanaal een slang omvat met een binnendoorsnede van ongeveer 1 mm.

12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de slang een buitendiameter omvat met een doorsnede van ongeveer 4mm. 30

13. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, ten minste gedeeltelijk vervaardigd uit één van de materialen: roestvast staal, aluminium, polyoximethyleen (POM), polyurethaan (PUR), bakeliet, glas, of Teflon.

14. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het besturingssysteem wordt gevormd door een computersysteem dat is ingericht om een 5 programma van geuren en geurintensiteiten in de verblijfsruimte te verwezenlijken.

15. Verblijfsruimte, zoals een bioscoop, warenhuis of sauna, voorzien van een inrichting volgens één van de voorgaande conclusies.