NL2001083C2 - Houder met ventilatieconstructie. - Google Patents

Description

Houder met ventilatieconstructie

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het oogsten van gewassen. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op het oogsten van bol -en 5 knolgewassen zoals kostbare bollen die zeer gevoelig zijn voor bederf. Dergelijke bollen worden veelal mechanisch geoogst met een zich over het veld bewegende machine waarbij zogenaamde kuubkisten opgesteld zijn waarin het geoogste gewas gebracht wordt. Deze kuubkisten worden door de machine opgenomen en bewegen met de machine mee tijden het vullen daarvan en bij het gevuld zijn worden deze weer op 10 het veld afgezet.

De kisten worden vervolgens naar een geklimatiseerde ruimte zoals een schuur bewogen waarbij voor opslag optimale klimatologische omstandigheden aanwezig zijn.

15 Gebleken is dat ondanks deze behandeling toch nog aanzienlijke schade aan de bollen optreedt die waarschijnlijk terug te voeren is tot het te lang op het veld verblijven van de houders zoals kuubkisten. Echter is in een oogstperiode personeel schaars zodat het niet mogelijk is om de houders na het afgeven door de machine direct naar de geklimatiseerde ruimte te verplaatsen.

20

Het doel van de onderhavige uitvinding schade ontstaan door te lang op het veld staan van de houders te voorkomen. Dit doel wordt verwezenlijkt met een ventilatieconstructie omvattende een in hoofdzaak vlakke plaat met een afmeting van tenminste 0,8 x 0,8 meter voorzien van een opening en een daarin aangebrachte 25 ventilator. Deze dient in combinatie met een houder gebruikt te worden. Meer in het bijzonder zal de plaat met ventilator boven op de houder geplaatst worden en door het aanschakelen van de ventilator een luchtstroom door de houder opgewerkt worden. Een dergelijke ventilatieconstructie wordt volgens de uitvinding in het veld direct na het afzetten van de houder door de oogstmachine aangebracht en in werking gesteld.

30 Daardoor worden bollen of andere geoogsten producten direct aan ventilatie blootgesteld waardoor eventueel vocht afgevoerd kan worden en schimmels en andere ongewenste ziekten vermeden kunnen worden. Gebleken is dat met toepassing van de hierboven beschreven ventilatieconstructie op een houder aanzienlijk minder schade aan de in de houder opgeslagen gewassen optreedt.

2

De plaat waarin de ventilator aangebracht is heeft afmetingen die overeenkomen met de bovenzijde van de houder. Dergelijke houders hebben een afmeting van tenminste 0,8 x 0,8 meter.

5

Volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding kan de plaat op enigerlei wijze met bevestigingsmiddelen aan de houder bevestigd worden. Een dergelijke bevestiging kan eveneens in afdichting voorzien. Als voorbeeld wordt een wikkelfolie genoemd waarmee zowel de houder gestabiliseerd respectievelijk afgedicht wordt als de positie 10 van de plaat ten opzichte van de houder vastgelegd wordt. Echter is het ook mogelijk andere bevestigingsmiddelen al dan niet in combinatie met dit folie te gebruiken.

Indien folie of dergelijke gebruikt wordt om in afdichting te voorzien zal de luchtstroom bij voorkeur vanaf de bodem door de houder heen naar de ventilator die 15 aan de bovenzijde van de houder is aangebracht, of omgekeerd, plaatsvinden.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een samenstel bestaande uit een hierboven beschreven houder en een ventilatieconstructie omvattende omvattende een in hoofdzaak vlakke plaat met een afmeting van tenminste 0,8 x 0,8 meter voorzien van 20 een opening en een daarin aangebrachte ventilator.

Deze houder kan op enigerlei voorstelbare wijze uitgevoerd zijn. Deze kan in principe een grote kartonnen doos omvatten maar bij voorkeur bestaat deze uit een zogenaamde kuubkist welke bijvoorbeeld uit houtmateriaal (planken) vervaardigd is. Meer in 25 bijzonder is deze kist voorzien van een palletvoet waardoor met behulp van vorklepels verplaatsing plaats kan vinden.

De hierboven beschreven combinatie van ventilatieconstructie en houder kan niet alleen gebruikt worden bij het wachten tot transport van het veld naar de opslagruimte 30 maar ook in de transportruimte (erbij dus het transport). Bovendien is bij voorkeur de ventilatieconstructie zodanig uitgevoerd dat de kisten of houders stapelbaar blijven zonder dat het effect van de ventilatie beïnvloed wordt. Dat wil zeggen in de opslagruimte kunnen de houders op elkaar gestapeld worden en kunnen de ventilatoren 3 op een externe energie voorziening aangesloten worden. Gebleken is dat op deze wijze een veel effectievere ventilatie van de individuele kisten plaatsvindt gekoppeld met een veel lager stroomverbruik. Deze plaat kan enig voorstelbaar materiaal omvatten, zoals stijve materialen waardoor op de plaat gestapeld kan worden of een vlak 5 stukdoekmateriaal.

Bij de aanwezigheid op het veld kan een in de plaat aangebrachte batterij de ventilator van stroom voorzien maar het is ook mogelijk gebruik te maken van een externe generator die al dan niet een aantal van dergelijke houders van energie voorziet. Door 10 de onderhavige uitvinding is het niet meer noodzakelijk kisten zo snel mogelijk naar het geoost zijn van de bollen of ander gewas naar de geklimatiseerde ruimte over te brengen. Dat betekent dat minder personeel noodzakelijk is en dat zonder schade de houders enkele uren tot bijvoorbeeld een dag op het veld kunnen blijven zonder dat daardoor wezenlijke schade aan de gewassen optreedt.

15

Begrepen zal worden dat de onderhavige uitvinding niet alleen toepasbaar is bij bollen maar ook bij andere gewassen en ook toegepast kan worden bij het oogsten van fruit dat in houders opgeslagen wordt. Bovendien maakt de onderhavige uitvinding het mogelijk om onder ongunstige omstandigheden te oogsten zoals bij regenval omdat 20 door het direct ventileren, rot van de geooste gewassen niet te vrezen valt.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het behandelen van een geoogst bol/knolgewas omvattende het direct na het oogsten inbrengen in een houder en het in die houder verplaatsen daarvan naar een geklimatiseerde ruimte, 25 waarbij die houder na het inbrengen van dat gewas en voor het aanbrengen in die geklimatiseerde ruimte geforceerd geventileerd wordt. Behalve het voorkomen van schimmels en ziektes is het met ventilatie eveneens mogelijk gebleken op effectieve wijze ongewenste gassen en dergelijke die vrijkomen van de producten aanwezig in de houder direct af te voeren. Als voorbeeld worden bij rijping onstaande gassen genoemd 30 zoals ethyleen. Bij een kuubkist is een gering vermogen al voldoende om beschadiging te voorkomen. Als voorbeeld worden waarden van ongeveer 30 watt genoemd. Eventueel kan de ventilator aan de bovenzijde daarvan voorzien zijn van een beschermkap om inregenen en dergelijke te voorkomen. De gewassen kunnen op 4 willekeurige wijze in de houder gestort worden maar het is ook mogelijk de gewassen zoals bollen eerst in gasdoorlatende verpakkingen aan te brengen en vervolgens deze verpakkingen in de kisten of andere houders te plaatsen. Bij gebruik in een geklimatiseerde ruimte is het mogelijk om bijzondere gassen aan de houders toe te 5 voeren waardoor het gewas verder geconditioneerd wordt. Als voorbeeld wordt stikstof genoemd.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen: 10 Fig. 1 het oogsten van bollen op het veld;

Fig. 2 in detail het samenstel volgens de uitvinding en Fig. 3 een stapel samenstellen volgens de uitvinding.

In fig. 1 is het veld waarin zich te oogsten gewas bevindt met 1 aangegeven. In het 15 bijzonder gaat het in dat uitvoeringsvoorbeeld om het oogsten van bloembollen.

Begrepen dient te worden dat de onderhavige uitvinding toegepast kan worden bij elk soort gewas dat via een houder naar een andere opslagruimte gebracht wordt.

Voor het oogsten wordt een oogstmachine 2 gebruikt waarmee bijvoorbeeld de bol en 20 het zich daaraan bevindende loof gescheiden worden. De oogstmachine 2 neemt steeds een houder zoals een kuubkist 3 van het veld op en deze wordt volgestort met bollen en daarna weer op het veld terug geplaatst. Daardoor zijn verspreid over het veld kuubkisten 3 aanwezig gevuld met bollen. Deze dienen vervolgens, zoals met pijl 21 aangegeven is naar een schematisch met 4 aangegeven schuur respectievelijk 25 geklimatiseerde opslag verplaatst te worden.

Omdat vaak onvoldoende tijd is om een kuubkist 3 direct na het plaatsen op het veld uit de oogstmachine naar de opslag 4 te verplaatsen verblijft het geoogste gewas zoals bollen enige tijd op het veld en gebleken is dat daardoor daaraan schade ontstaat. Om 30 deze schade te voorkomen wordt volgens de onderhavige uitvinding voorgesteld om op elk van de kuubkisten 3 een in fig. 2 getoonde ventilatieconstructie 6 aan te brengen.

Uit fig. 1 blijkt dat voor de elektrische stroomvoorziening van de hierna te beschrijven ventilator een kabeling 23 op de grond gelegd wordt die verbonden is met een op het 5 veld opgestelde generator 22. Begrepen zal worden dat voor elke kuubkist ook een individuele generator 22 gebruikt kan worden maar het is eveneens mogelijk elke ventilatieconstructie van een eigen energievoorziening te voorzien zoals hierna beschreven zal worden.

5

In fig. 2 is het samenstel bestaande uit een houder zoals een kuubkist 3 en een ventilatieconstructie 6 getoond. Een ventilatieconstructie 6 bestaat uit een vlakke plaat 7 met afmetingen a en b. Deze afmetingen a en b zijn zodanig dat deze plaat precies past op/in de open bovenzijde van kuubkist 3. De dikte van de plaat 7 is met c 10 aangegeven en deze komt overeen met de inbouwdikte van een ventilator 9 die in opening 8 van plaats 7 geplaatst is. Het is het mogelijk dat de ventilator zich hetzij onder hetzij naar boven voorbij plaat 7 uitsteekt. Eventueel kan de ventilator 9 aan de bovenzijde voorzien zijn van een afschermkap om de invloed van inregenen tegen te gaan met name indien de ventilator 9 niet werkzaam is. Uit figuur 2 blijkt dat de 15 elektrische aansluiting van de ventilator verbonden is met een stuuring 5. Eventueel is een accu 14 aanwezig en bovendien is een aansluiting 10 aanwezig die in verbinding voorziet met de hierboven beschreven kabel 23 die gaat naar generator 22.

Bevestigingsmiddelen 18, dien niet verder in detail uitgewerkt zijn, zijn aanwezig om 20 in vergrendeling tussen plaat 7 en de bovenzijde van kist 3 te voorzien. Deze vergrendeling is vanzelfsprekend losneembaar en zodanig uitgevoerd dat bij normale belastingen plaat 7 niet ongewild van houder 3 verdwijnt. Eventueel kunnen afdichtmiddelen aanwezig zijn zoals flappen aangebracht aan de rand van de plaat 7 om in afdichting tussen plaat 7 en kist 3 te voorzien.

25

Kist 3 bestaat uit zijwanden 11 opgebouwd op planken 12 die in hoofdzaak afdichtend op elkaar aansluiten. De bodem van de kist is met 13 aangegeven en bestaat uit op enige afstand aangebrachte bodemplanken waartussen openingen 17 begrensd zijn. Aan de onderzijde van de bodem zijn palletvoeten 15 aangebracht. Bij voorkeur bestaat de 30 kist uit hout maar het is vanzelfsprekend mogelijk deze uit kunststofmateriaal of enig ander voorstelbaar materiaal te vervaardigen.

6

Na het vullen van de kist 3 op het veld wordt met een eenvoudige handeling de verhoudingsgewijs compacte plaat (geringe dikte) op de kist geplaatst en daarbij direct de ventilator in werking gesteld. Eventueel kan in een later stadium of direct bij oogstmachine een wikkelfolie aangebracht worden dat zich uitstrekt om de wanden 11 5 van de kuubkist en de plaat 7. Op deze wijze wordt de plaat verder op zijn plek gehouden en is een afdichting aanwezig tussen plaat 7 en de zijwanden 11.

Doordat op dit moment perfecte ventilatie plaatsvindt in de houder is het niet langer noodzakelijk om op zeer korte termijn de kuubkist in de opslag 4 te brengen. Deze kan 10 zonder bezwaar enige uren tot tientallen uren op het veld achterblijven.

In fig. 3 is een deel van de opslag 4 getoond waarbij enkele samenstellen bestaande uit houder en ventilatieconstructie 6 op elkaar gestapeld getoond zijn. Daaruit blijkt dat de aanwezigheid van de ventilatieconstructie de stapelbaarheid van de houders 3 niet 15 beïnvloedt. Door de reeds aanwezige ventilatoren 9 in de platen 7 te blijven gebruiken, dat wil zeggen aan te sluiten op het in de opslag aanwezige elektriciteitsnet kan door de aanwezigheid van met name de palletvoeten 15 nog steeds effectieve ventilatie optreden. Immers door de bodem 13 van bijvoorbeeld de onderste houder 3 aangezogen lucht, die met 20 aangegeven is, kan zonder belemmering in de opslagruimte 4 20 afgevoerd worden zoals aangegeven is met pijl 21. In plaats van lucht kan enig ander gas voor ventilatie gebruikt worden. Dit betekent dat per houder in de opslagruimte slechts een zeer geringe vermogensbehoefte bestaat voor het ventileren van elke afzonderlijke houder. De in dit voorbeeld gebruikte ventilatoren hebben vermogensbehoefte van enkele tientallen watts hetgeen in contrast staat met de vele 25 kilowatts die gebruikt worden voor centrale ventilatieconstructies. Bovendien hebben deze centrale ventilatieconstructies het nadeel dat niet gegarandeerd kan worden dat elke kist voldoende geventileerd wordt.

Door gebruik van de onderhavige uitvinding kan een belangrijk deel van het 30 oogstverlies, (opbrengst) dat in de stand der techniek tenminste 10% bedroeg, beperkt worden. Met name in gevallen waarbij water in contact geweest is met de gewassen is het direct ventileren daarvan, van grote invloed op de latere opbrengst daarvan. Dit betreft niet alleen het hierboven beschreven oogsten tijdens regenen, maar eveneens die 7 gewassen die direct na het oogsten gespoeld om daaraan hechtende klei en andere aarde te verwijderen. Door het direct ventileren krijgen ziektekiemen en schimmels geen kans zich (verder) te ontwikkelen terwijl tijdens de drukke oogstperiode de extra activiteit van het afvoeren van de kisten naar een wat later tijdstip verschoven kan worden.

5

Na het bovenstaande zal begrepen worden dat de onderhavige uitvinding niet alleen bij bollen maar bij elk ander aan bederf onderhevig gewas toegepast kan worden zowel in opslagruimtes, op het veld als tijdens transport (over grotere afstanden in vrachtwagens). Deze en verdere varianten zullen dadelijke opkomen bij degene 10 bekwaam in de stand der techniek bij het lezen van de beschrijving en liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies. Bovendien worden uitdrukkelijk rechten gevraagd voor de materie beschreven in de volgconclusies onafhankelijk van de hoofdconclusie.

15

Claims (14)

1. Ventilatieconstructie (6) omvattende een in hoofdzaak vlakke plaat (7) met een 5 afmeting van tenminste 0,8 x 0,8 meter voorzien van een opening (8) en een daarin aangebrachte ventilator (9).

2. Ventilatieconstructie volgens conclusie 1, waarbij die plaat (7) nabij de omtrek daarvan voorzien is van bevestigingsmiddelen voor bevestiging aan een houder. 10

3. Ventilatieconstructie volgens een van de voorgaande conclusies waarbij die plaat van een accumulator (14) voor die ventilator voorzien is.

4. Ventilatieconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die plaat 15 nabij de omtrek daarvan voorzien is van afdichtmiddelen (19) voor samenwerking met afdichtmiddelen van een houder.

5. Samenstel omvattende een houder (3), met bodem (13), zijwanden (11) en open bovenzijde alsmede een ventilatieconstructie volgens een van de voorgaande 20 conclusies, waarbij de plaat van die ventilatieconstructie op die open bovenzijde is aangebracht.

6. Samenstel volgens conclusie 5, waarbij de bodem (13) van die houder een palletvoet (15) omvat. 25

7. Samenstel volgens conclusie 5 of 6, waarbij aan de bovenzijde van die houder een de plaat opnemende wikkel (19) is aangebracht.

8. Samenstel volgens een van de conclusies 5-7, waarbij de bodem en/of zijwand 30 van die houder van openingen (17) voorzien is.

9. Samenstel volgens een van de conclusies 5-8, waarbij die houder een houten houder met gesloten zijwanden een gedeeltelijk open bodem omvat.

10. Stapel omvattende twee boven elkaar aangebrachte samenstellen volgens een van de conclusies 5-9.

11. Werkwijze voor het behandelen van een geoogst bol/knolgewas omvattende het direct na het oogsten inbrengen in een houder (3) en het in die houder verplaatsen daarvan naar een geklimatiseerde ruimte (4), met het kenmerk, dat die houder na het inbrengen van dat gewas en voor het aanbrengen in die geklimatiseerde ruimte geforceerd geventileerd wordt. 10

12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij die geforceerde ventilatie vanaf de bovenzijde van die houder uitgevoerd wordt.

13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, waarbij dat gewas bloembollen omvat. 15

14. Werkwijze volgens een van de conclusies 11-13, waarbij tussen dat oogsten en dat plaatsen in de geklimatiseerde ruimte tenminste twee uur verstrijkt.