NL2001026C2 - Mastinrichting. - Google Patents

Mastinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL2001026C2
NL2001026C2 NL2001026A NL2001026A NL2001026C2 NL 2001026 C2 NL2001026 C2 NL 2001026C2 NL 2001026 A NL2001026 A NL 2001026A NL 2001026 A NL2001026 A NL 2001026A NL 2001026 C2 NL2001026 C2 NL 2001026C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mast
section
carriage
mast section
parts
Prior art date
Application number
NL2001026A
Other languages
English (en)
Inventor
Louisito Joannes Eusebio Kroon
Albert Louisito Phillipus Kroon
Original Assignee
Cobra Beheer Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cobra Beheer Bv filed Critical Cobra Beheer Bv
Priority to NL2001026A priority Critical patent/NL2001026C2/nl
Priority to DE602008003647T priority patent/DE602008003647D1/de
Priority to AT08166756T priority patent/ATE489148T1/de
Priority to EP08166756A priority patent/EP2062626B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2001026C2 publication Critical patent/NL2001026C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H12/00Towers; Masts or poles; Chimney stacks; Water-towers; Methods of erecting such structures
    • E04H12/18Towers; Masts or poles; Chimney stacks; Water-towers; Methods of erecting such structures movable or with movable sections, e.g. rotatable or telescopic
    • E04H12/182Towers; Masts or poles; Chimney stacks; Water-towers; Methods of erecting such structures movable or with movable sections, e.g. rotatable or telescopic telescopic
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63GMERRY-GO-ROUNDS; SWINGS; ROCKING-HORSES; CHUTES; SWITCHBACKS; SIMILAR DEVICES FOR PUBLIC AMUSEMENT
    • A63G1/00Roundabouts
    • A63G1/08Roundabouts power-driven
    • A63G1/10Roundabouts power-driven electrically driven
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63GMERRY-GO-ROUNDS; SWINGS; ROCKING-HORSES; CHUTES; SWITCHBACKS; SIMILAR DEVICES FOR PUBLIC AMUSEMENT
    • A63G1/00Roundabouts
    • A63G1/28Roundabouts with centrifugally-swingable suspended seats
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63GMERRY-GO-ROUNDS; SWINGS; ROCKING-HORSES; CHUTES; SWITCHBACKS; SIMILAR DEVICES FOR PUBLIC AMUSEMENT
    • A63G1/00Roundabouts
    • A63G1/30Roundabouts with seats moving up-and-down, e.g. figure-seats

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)
  • Earth Drilling (AREA)

Description

Mastinrichting
De uitvinding betreft een mastinrichting, omvattende een verticaal opstelbare mast uit meerdere op elkaar aansluitende mastdelen, een langs de mast geleidbare 5 wagen alsmede hefmiddelen voor het verplaatsen van de wagen langs de mast.
Een dergelijke mastinrichting is bekend, en bestaat uit een aantal identieke mastdelen. Deze mastdelen moeten bij het opbouwen van de mastinrichting door middel van een hijskraan boven op elkaar worden geplaatst, en vervolgens aan elkaar bevestigd worden. Aldus wordt een uniforme mast met over de hoogte constante dwarsafmetin-10 gen verkregen, waarlangs de wagen kan op en neer kan worden geleid. Een dergelijke bekende mastinrichting wordt veelal toegepast als kermisattractie, hetgeen inhoudt dat deze frequent moet worden opgebouwd en afgebroken.
Daarbij blijkt echter de gecompliceerde wijze van opbouwen en afbreken van de mastinrichting problemen op te leveren. Allereerst moet daarvoor altijd een hijskraan 15 worden gebruikt, wat gepaard gaat met hoge kosten. Daarnaast duurt het opbouwen en afbreken van de mastinrichting vrij lang. Tot nu toe echter werden deze problemen als onvermijdelijk gezien, omdat de wagen over de gehele hoogte van de mast op uniforme wijze geleid moest worden.
Vooral bij de steeds hogere lasten gaan deze problemen echter steeds zwaarder 20 wegen. Er bestaat daarom behoefte aan een mastinrichting die eenvoudiger opgebouwd kan worden, en waarmee niettemin de wagen toch over de gehele hoogte van de mast betrouwbaar geleid kan worden.
Doel van de uitvinding is daarom een mastinrichting van het in de aanhef genoemde type te verschaffen dat deze nadelen met betrekking tot opbouwen en afbreken 25 niet bezit, terwijl toch de gewenste stabiele geleiding van de wagen langs de mast behouden blijft.
Dat doel wordt bereikt doordat: -tenminste twee der mastdelen in elkaar telescopeerbaar zijn, -telkens het buitenste mastdeel van twee in elkaar telescopeerbare mastdelen uit 30 twee mastsecties bestaat die op elkaar zijn gemonteerd door middel van losneembare montagemiddelen, 2 -de bovenste mastsectie van die twee mastsecties geleidingsorganen draagt voor het ten opzichte van elkaar geleiden van die bovenste mastsectie en het binnenste mast-deel, -de wagen en die bovenste mastsectie zijn voorzien van koppelmiddelcn voor het 5 onderling koppelen van die wagen en de bovenste mastsectie, -het binnenste mastdecl en de onderste mastsectie zijn voorzien van steunmiddc-len voor het ten opzichte van elkaar ondersteunen van dat binnenste mastdeel en die onderste mastsectie in de toestand waarin het binnenste mastdeel opwaarts ten opzichte van het buitenste mastdeel is verplaatst, 10 -en regelmiddelen zijn voorzien door middel waarvan de montagemiddelen, kop- pelmiddelen en steunmiddelen activeerbaar zijn respectievelijk deactiveerbaar zijn afhankelijk van de positie van de wagen langs de mast, zodanig dat de montagemiddelen geactiveerd zijn en de koppelmiddelen gedeactiveerd zijn indien de wagen is gepositioneerd ter hoogte van de onderste mastsectie, dat de montagemiddelen gedeactiveerd 15 zijn en de koppelmiddelen geactiveerd zijn indien de wagen is gepositioneerd ter hoogte van de bovenste mastsectie, en dat de montagemiddelen gedeactiveerd zijn en de koppelmiddelen alsmede de steunmiddelen geactiveerd zijn indien de wagen met daaraan gekoppelde bovenste mastsectie is gepositioneerd langs het op de onderste mastsectie ondersteunde binnenste mastdeel.
20 Bij de mastinrichting volgens de uitvinding zijn telescopeerbare mastdelen toege- past, waardoor het opbouwen van de mast snel en eenvoudig kan verlopen, De mastinrichting kan daartoe eigen mastaandrijvingen bezitten, zodanig dat de mastdelen zelfstandig ten opzichte van elkaar kunnen worden verplaatst. Ook het terugbrengen van de mast in de transporttoestand kan op een eenvoudige wijze worden uitgevoerd door de 25 mastdelen terug in elkaar te laten zakken. Het is niet nodig daarvoor een hijskraan te gebruiken. Bovendien kan het oprichten en afbouwen van de mast snel geschieden, omdat de stap van het nauwkeurig ten opzichte van elkaar positioneren van de mastdelen, en het vervolgens aan elkaar bevestigen, achterwege kan blijven.
De mastinrichting volgens de uitvinding kan ook met meer dan twee in elkaar 30 opneembare mastdelen zijn uitgerust. In dat verband kunnen tenminste drie in elkaar telescopeerbare mastdelen zijn voorzien, waarbij de bovenste mastsectie van een buitenste mastdeel alsmede de bovenste mastsectie van een direct daarbinnen zich bevindend mastdeel zijn voorzien van hulpkoppelmiddelen voor het onderling koppelen van 3 die bovenste mastsecties, zodanig dat de hulpkoppelmiddelen gedeactiveerd zijn indien de bovenste mastsectie van het buitenste mastdeel zich bevindt ter hoogte van de onderste mastsectie van het direct daarbinnen zich bevindende mastdeel, en geactiveerd zijn indien de bovenste mastsectie van het buitenste mastdeel zich bevindt ter hoogte 5 van bovenste mastsectie van het direct daarbinnen zich bevindende mastdeel.
Bij een dergelijke uitvoering is het voordeel dat de mastinrichting kan worden opgebouwd zonder gebruik te maken van een hijskraan, nog groter. De mastinrichting kan bijvoorbeeld met vier of vijf mastdelen een zodanig grote hoogte bereiken, dat de dan vereiste hijskraan een navenant grote hoogte zou moeten bezitten. De kosten van 10 het gebruik van een dergelijke hijskraan zijn eveneens hoog.
De mastdelen kunnen op verschillende manieren zijn uitgevoerd. Bij voorkeur bestaan zij uit vakwerkconstructies, die een laag gewicht en een hoge sterkte en stijfheid bezitten. In het bijzonder kan elk mastdeel tenminste drie onderling verbonden staanders omvatten, zodanig dat de staanders van verschillende mastdelen direct naast 15 elkaar zijn geplaatst en ten opzichte van elkaar kunnen worden geleid. De staanders kunnen onderling zijn verbonden door vakwerkconstructies. Bij voorkeur zijn vier staanders toegepast, en is de dwarsdoorsnede van elk mastdeel vierkant.
De wagen kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd. In het geval dat de mastinrichting wordt toegepast als een kermisattractie, kan de wagen een aantal regel-20 matig in omtreksrichting ten opzichte van de langshartlijn van de mast verdeelde en zich dwars uitstrekkende armen dragen. Aan het eind van elke arm kan zich dan een zitconstructie voor tenminste een persoon bevinden. De in de zitconstructies zich bevindende personen kunnen de sensatie ondergaan van het langs de uitgestoken mast omhoog te bewegen, waarbij het uiteindelijke uitzicht wordt bepaald door de hoogte 25 van de mast. Daarnaast kan een draaiende beweging van de wagen worden verkregen indien een voetstuk is voorzien, en de mast draaibaar ten opzichte van zijn langshartlijn op de voet is opgenomen.
Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
30 Figuur 1 toont een zijaanzicht van de amusementsinrichting in uitgeschoven en uitgeklapte toestand.
Figuur 2 toont het detail II van figuur 1 op grotere schaal en in perspectief.
Figuur 3 toont het detail III van figuur 1 op grotere schaal en in perspectief.
4
Figuur 4 toont een detail in perspectief waarbij de wagen van de amusementsinrichting de hoogste positie in de mast heeft bereikt.
Figuur 5 toont een zijaanzicht van een amusementsinrichting ingeschoven en ingeklapte toestand.
5 De in Figuur 1 weergegeven mastinrichting volgens de uitvinding bestaat uit een viertal mastdelen 1-4, waarvan het onderste mastdeel 1 door middel van een draaikrans 5 is ondersteund op een basis 6, bijvoorbeeld een op geschikte wijze ondersteunde oplegger waarop de ingeschoven en ingeklapte mastinrichting (zoals weergegeven in figuur 5) kan worden opgenomen in verband met transport. Het is ook mogelijk om het 10 onderste mastdeel star, zonder draaikrans, te bevestigen op de basis 6. Telescopeerbaar binnen het onderste mastdeel 1 is het tweede mastdeel 2 opgenomen; telescopeerbaar binnen het tweede mastdeel 2 is het derde mastdeel 3 opgenomen en telescopeerbaar binnen het derde mastdeel 3 is het vierde mastdeel 4 opgenomen. Aan het onderste mastdeel 1 is de wagen 7 over een zekere afstand reeds omhoog bewogen. Deze wagen 15 7 draagt een aantal armen 8 die een radiaal naar buiten uitsteken ten opzichte van de mastinrichting en die regelmatig in omtreksrichting zijn verspreid.
De mastinrichting zoals weergegeven in figuur 1 kan vanuit de geheel uitgeschoven toestand worden overgebracht in de in figuur 5 weergegeven ingeschoven toestand. Tevens kunnen de armen 8 worden ingeklapt langs het onderste mastdeel 1. Vervolgens 20 kan vanuit de in figuur 5 weergegeven toestand het geheel over 90 graden worden neergelaten op de slechts schematisch weergegeven oplegger 6.
Onder verwijzing naar figuur 1 en volgende zal vervolgens worden toegelicht op welke wijze de wagen 7 omhoog kan bewegen langs de mastinrichting en in het bijzonder over kan gaan vanaf het onderste mastdeel 1 naar het tweede mastdeel 2. In dat ver-25 band wordt allereerst verwezen naar figuur 2. Aldaar is de overgang afgebeeld tussen het onderste mastdeel 1 en het tweede mastdeel 2. Het onderste mastdeel 1 bestaat uit een onderste mastsectie 9 en een bovenste mastsectie 10, die aanvankelijk door de montagemiddelen 11 op elkaar zijn vastgezet. De bovenste mastsectie 10 is voorzien van geleidingsorganen 12, die het tweede mastdeel 2 geleiden bij het ten opzichte van 30 het eerste mastdeel 1 verplaatsen daarvan.
Verder zijn steunmiddelen 13 voorzien door middel waarvan het tweede mastdeel 2 stabiel kan worden ondersteund ten opzichte van de onderste mastsectie 9 van het onderste mastdeel 1. Nadat het tweede mastdeel 2 inderdaad zodanig ver omhoog be- 5 wogen ten opzichte van het onderste mastdeel 1 dat de in figuur 2 weergegeven, uiterste uitgestoken positie is bereikt, worden de steunmiddelen 13 geactiveerd. Het tweede mastdeel 2 is dan bevestigd aan en ondersteund op de onderste mastsectie 9 van het onderste mastdeel 1.
5 In een volgende stap kunnen de montagemiddelen 11 tussen de onderste mastsec tie 9 en de bovenste mastsectie 10 van het onderste mastdeel 1 worden gedeactiveerd. In die toestand is de bovenste mastsectie 10 omhoog verplaatsbaar langs het tweede mastdeel 2. De geleidingsorganen 12 fungeren nu als middelen door middel waarvan de bovenste mastsectie 10 wordt geleid langs het tweede mastdeel 2. Evenwel vindt die 10 verplaatsing van de bovenste mastsectie 10 van het onderste mastdeel 1 niet direct plaats, doch slechts nadat de wagen 7 waarvan slechts het bovenste gedeelte gedeeltelijk en schematisch met onderbroken lijnen is weergegeven is aangekomen ter hoogte van die bovenste mastsectie 10, en daaraan is gekoppeld door middel van de koppel-middelen 14. In die toestand wordt de gekoppelde combinatie van de bovenste mast-15 sectie 10 van het eerste mastdeel 1 en de wagen 7 omhoog bewogen langs het tweede mastdeel 2. De geleidingsorganen 17 (zie figuur 4) van het de bovenste mastsectie 10 van het eerste mastdeel 1 zorgen daarbij voor een stabiele geleiding van de combinatie van de wagen 7 en de bovenste mastsectie 10 langs de mastinrichting.
Deze gekoppelde combinatie van de bovenste mastsectie 10 van het eerste mast-20 deel 1 en van de wagen 7 beweegt vervolgens langs het tweede mastdeel 2 omhoog. Dit tweede mastdeel 2 bestaat op zijn beurt eveneens uit een onderste mastsectie 9' en een bovenste mastsectie 10', onderling losneembaar gekoppeld door de montagemiddelen 11'. Tevens zijn aldaar steunmiddelen 13' aanwezig, door middel waarvan het derde mastdeel 3 ondersteunbaar is ten opzichte van de onderste mastsectie 9' van het tweede 25 mastdeel 2. Verder zijn geleidingsorganen 17' aanwezig, door middel waarvan het derde mastdeel 3 op en neer geleid kan worden ten opzichte van het tweede mastdeel 2. Daarnaast zijn hulpkoppelmiddelen 15 aanwezig waarvan de functie hieronder zal worden toegelicht.
Zodra nu de combinatie uit wagen 7 en de bovenste mastsectie 10 is aangekomen 30 ter hoogte van de bovenste mastsectie 10' van het tweede mastdeel 2, herhaalt zich de volgorde van activeren en deactiveren van de montagemiddelen 11' en de steunmiddelen 13'. Dit houdt in dat de bovenste mastsectie 10’ van het tweede mastdeel 2 omhoog beweegbaar wordt langs het derde mastdeel 3. Alvorens de beweging omhoog wordt 6 ingezet, wordt echter de bovenste mastsectie 10 van het eerste mastdeel 1 gekoppeld met de bovenste mastsectie 10' van het tweede mastdeel 2, en wel door de hulpkoppel-middelen 15. In die toestand kan de combinatie bestaande uit de wagen 7, de via de koppelmiddelen 14 daarmee gekoppelde bovenste mastsectie 10 van het eerste mast-5 deel 1, en via de hulpkoppelmiddelen gekoppelde bovenste mastsectie 10 van het eerste mastdeel 1 en de bovenste mastsectie 10' van het tweede mastdeel 2 omhoog bewogen worden langs het derde mastdeel 3. De geleidingsorganen 12' zorgen daarbij voor de geleiding van genoemde combinatie langs het derde mastdeel 3.
Het zal duidelijk zijn dat een zelfde verloop van activeren en de activeren van de 10 verschillende onderdelen van de mastinrichting plaats zal vinden bij de overgang tussen het derde mastdeel 3 en het vierde mastdeel 4, en eventueel een verdere mastdelen indien aanwezig. In de in figuur 4 weergegeven toestand heeft de wagen 7 de top bereikt van het bovenste mastdeel 4, waarbij de verschillende tussen geschakelde bovenste mastsecties 10, 10' en 10” naast elkaar zijn weergegeven. Ook zijn te zien de koppel-15 middelen 14 tussen de wagen 7 en de bovenste mastsectie 10, alsmede de hulpkoppelmiddelen 15 tussen de bovenste mastsecties 10 en 10’ en de hulpkoppelmiddelen 16 tussen de bovenste mastsecties 10' en 10”. verder zijn te zien de als rollen uitgevoerde geleidingsorganen 17 tussen de bovenste mastsecties 10 en 10', De geleidingsorganen 17' tussen de bovenste mastsectie 10' en 10” alsmede de geleidingsorganen 17” tussen 20 de bovenste mastsectie 10” en het vierde mastdeel 4 zijn eveneens weergegeven.
Zoals ook zien is in figuur 4 zijn de armen 8 door middel van scharnieren 17 verbonden aan de wagen 2. Aan de uiteinden van de armen kunnen zitinrichtingen 22 zijn opgehangen, zoals schematisch weergegeven in figuur 1.
Zoals verder in de figuren te zien is, bestaat elk mastdeel 1-4 uit een viertal staan-25 ders 19. Deze staanders 19 zijn onderling verbonden door kruislings verlopende staven 20 (schematisch weergegeven), zodat vakwerkconstructies worden gevormd. Verder bestaat de wagen uit een aantal kolommen 21, die zich elk nabij een der staanders 19 bevinden.

Claims (8)

1. Mastinrichting, omvattende een verticaal opstelbare mast uit meerdere op elkaar aansluitende mastdelen (1-4) , een langs de mast geleidbare wagen (7) alsmede 5 hefmiddelen voor het verplaatsen van de wagen (7) langs de mast, met het kenmerk -dat tenminste twee der mastdelen (1-4) in elkaar telescopeerbaar zijn, -dat telkens het buitenste mastdeel van twee in elkaar telescopeerbare mastdelen uit twee mastsecties (9, 10; 9', 10' ...) bestaat die op elkaar zijn gemonteerd door middel van losneembare montagemiddelen (11,11'....), 10 -dat de bovenste mastsectie (10, 10'...) van die twee mastsecties (9,10; 9', 10'...) geleidingsorganen (12, 12'...) draagt voor het ten opzichte van elkaar geleiden van die bovenste mastsectie (10,10'...) en het binnenste mastdeel, -dat de wagen (7) en die bovenste mastsectie (10) zijn voorzien van koppelmidde-len (14) voor het onderling koppelen van die wagen (7) en de bovenste mastsectie (10) , 15 -dat het binnenste mastdeel en de onderste mastsectie (9, 9'...) zijn voorzien van steunmiddelen (13, 13'...) voor het ten opzichte van elkaar ondersteunen van dat binnenste mastdeel en die onderste mastsectie (9, 9'...) in de toestand waarin het binnenste mastdeel opwaarts ten opzichte van het buitenste mastdeel is verplaatst, -en dat regelmiddelen zijn voorzien door middel waarvan de montagemiddelen 20 (11, 11'...), koppelmiddelen (14, 14'...) en steunmiddelen (13, 13'...) activeerbaar zijn respectievelijk deactiveerbaar zijn afhankelijk van de positie van de wagen (7) langs de mast, zodanig dat de montagemiddelen (11, 11’...) geactiveerd zijn en de koppelmiddelen (14, 14'...) gedeactiveerd zijn indien de wagen (7) is gepositioneerd ter hoogte van de onderste mastsectie, dat de montagemiddelen (11, 11’...) gedeactiveerd zijn en 25 de koppelmiddelen (14, 14'...) geactiveerd zijn indien de wagen (7) is gepositioneerd ter hoogte van de bovenste mastsectie, en dat de montagemiddelen (11, 11'...) gedeactiveerd zijn en de koppelmiddelen (14, 14'...) alsmede de steunmiddelen (13, 13'...) geactiveerd zijn indien de wagen (7) met daaraan gekoppelde bovenste mastsectie (10, 10’...) is gepositioneerd langs het op de onderste mastsectie (9, 9'...) ondersteunde bin-30 nenste mastdeel.
2. Mastinrichting volgens conclusie 1, waarbij tenminste drie in elkaar telescopeerbare mastdelen (1-4) zijn voorzien, en de bovenste mastsectie (10, 10'...) van een buitenste mastdeel alsmede de bovenste mastsectie (10, 10’...) van een direct daarbinnen zich bevindend mastdeel zijn voorzien van hulpkoppelmiddelen (15, 16) voor het onderling koppelen van die bovenste mastsecties (10, 10'...), zodanig dat de hulpkoppelmiddelen (15, 16) gedeactiveerd zijn indien de bovenste mastsectie (10, 5 10'...) van het buitenste mastdeel zich bevindt ter hoogte van de onderste mastsectie (10, 10’...) van het direct daarbinnen zich bevindende mastdeel, en geactiveerd zijn indien de bovenste mastsectie (10, 10'...) van het buitenste mastdeel zich bevindt ter hoogte van bovenste mastsectie (10, 10’...) van het direct daarbinnen zich bevindende mastdeel. 10
3. Mastinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de bovenste mastsectie (10, 10'...) is voorzien van rollen (17, 17'...) door middel waarvan het binnenste mastdeel ten opzichte van het buitenste mastdeel is geleid.
4. Mastinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elk mastdeel (1-4) tenminste drie onderling verbonden staanders (19) omvat, en de staanders (19) van verschillende mastdelen (1-4) direct naast elkaar zijn geplaatst.
5. Mastinrichting volgens conclusie 4, waarbij telkens twee zich naast elkaar 20 bevindende staanders (19) een vakwerkconstructie vormen.
6. Mastinrichting volgens conclusie 4 of 5, waarbij vier staanders (19) zijn voorzien en de dwarsdoorsnede van elk mastdeel (1 -4) vierkant is.
7. Mastinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de wagen (7) een aantal regelmatig in omtreksrichting ten opzichte van de langshartlijn van de mast verdeelde en zich dwars uitstrekkende armen (8) draagt.
8. Mastinrichting volgens conclusie 7, waarbij zich aan het eind van elke arm (8) 30 een zitconstructie (20 ) voor tenminste een persoon bevindt.
NL2001026A 2007-11-21 2007-11-21 Mastinrichting. NL2001026C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001026A NL2001026C2 (nl) 2007-11-21 2007-11-21 Mastinrichting.
DE602008003647T DE602008003647D1 (de) 2007-11-21 2008-10-16 Teleskopmastanlage
AT08166756T ATE489148T1 (de) 2007-11-21 2008-10-16 Teleskopmastanlage
EP08166756A EP2062626B1 (en) 2007-11-21 2008-10-16 Telescopic mast assembly

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001026A NL2001026C2 (nl) 2007-11-21 2007-11-21 Mastinrichting.
NL2001026 2007-11-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001026C2 true NL2001026C2 (nl) 2009-05-25

Family

ID=39551710

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001026A NL2001026C2 (nl) 2007-11-21 2007-11-21 Mastinrichting.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP2062626B1 (nl)
AT (1) ATE489148T1 (nl)
DE (1) DE602008003647D1 (nl)
NL (1) NL2001026C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
RU2757232C2 (ru) * 2020-03-18 2021-10-12 Станислав Алексеевич Козлов Аттракцион "эвольвентный маятник"

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7209608A (nl) * 1971-07-12 1973-01-16
FR2476727A2 (fr) * 1979-07-30 1981-08-28 Icpp Pylone autoelevateur mobile
DE20109626U1 (de) * 2001-06-08 2002-10-17 Liebherr Werk Biberach Gmbh Kran
US20050239563A1 (en) * 2004-01-29 2005-10-27 Walter Pondorfer Amusement ride

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7209608A (nl) * 1971-07-12 1973-01-16
FR2476727A2 (fr) * 1979-07-30 1981-08-28 Icpp Pylone autoelevateur mobile
DE20109626U1 (de) * 2001-06-08 2002-10-17 Liebherr Werk Biberach Gmbh Kran
US20050239563A1 (en) * 2004-01-29 2005-10-27 Walter Pondorfer Amusement ride

Also Published As

Publication number Publication date
EP2062626B1 (en) 2010-11-24
ATE489148T1 (de) 2010-12-15
EP2062626A1 (en) 2009-05-27
DE602008003647D1 (de) 2011-01-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
ES2637626T3 (es) Unidad de elevación para ascender y descender un andamio
EP2478171B1 (en) Tubular building structure with hingedly connected platform segment
US9133632B2 (en) Platform support device for lifting loads or persons the height of a structure
US10287142B2 (en) Crane boom segment for assembly of a crane boom, method for assembling a crane boom
EP2818148B1 (en) Wheelchair lift
NL2015438B1 (en) Telescopic access bridge, unit provided therewith, and method there for.
SE501529C2 (sv) Anordning för höjning och sänkning av en upptill upphängd enhet, exempelvis en monitor
US20180065833A1 (en) Method for Assembling a Crane and Method for Operating a Crane
US3977531A (en) Stiff-leg crane
EP2055362B1 (en) Upright support structure for a fairground attraction, in particular a ferris wheel
AU2006207858B2 (en) Shading apparatus
NL2001026C2 (nl) Mastinrichting.
EP1407804A1 (en) Amusement device
US9938720B2 (en) Support structure module and modular beam structure
KR20150127559A (ko) 접이식 매단 비계
NL2012595B1 (nl) Verkeersregelinrichting en werkwijze voor het oprichten daarvan.
EP0611856A1 (en) Frame assembly for a temporary stairway
NL2012614B1 (nl) Mastsysteem voor het opbouwen van een mast.
RU2383701C2 (ru) Передвижные подмости
EP2872694B1 (en) Mobile bridge and method for erecting such a mobile bridge
NL2029242B1 (en) Tiltable Mast
WO2005052282A1 (en) Scaffolding
NL2030798B1 (nl) Verbeterd mobiel reuzenrad en werkwijze voor het opbouwen van het reuzenrad
GB2408285A (en) Self-contained extensible mobile access tower
US1100873A (en) Stiff-leg derrick.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20171201