NL2001010C2 - Spiraaltransporteur. - Google Patents

Spiraaltransporteur. Download PDF

Info

Publication number
NL2001010C2
NL2001010C2 NL2001010A NL2001010A NL2001010C2 NL 2001010 C2 NL2001010 C2 NL 2001010C2 NL 2001010 A NL2001010 A NL 2001010A NL 2001010 A NL2001010 A NL 2001010A NL 2001010 C2 NL2001010 C2 NL 2001010C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
spiral
conveyor belt
drive
conveyor
drive device
Prior art date
Application number
NL2001010A
Other languages
English (en)
Inventor
Lothar Pasch
Original Assignee
Kaak Johan H B
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kaak Johan H B filed Critical Kaak Johan H B
Priority to NL2001010A priority Critical patent/NL2001010C2/nl
Priority to PCT/NL2008/050725 priority patent/WO2009064184A1/en
Priority to EP08850602A priority patent/EP2212222A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2001010C2 publication Critical patent/NL2001010C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G21/00Supporting or protective framework or housings for endless load-carriers or traction elements of belt or chain conveyors
    • B65G21/16Supporting or protective framework or housings for endless load-carriers or traction elements of belt or chain conveyors for conveyors having endless load-carriers movable in curved paths
    • B65G21/18Supporting or protective framework or housings for endless load-carriers or traction elements of belt or chain conveyors for conveyors having endless load-carriers movable in curved paths in three-dimensionally curved paths
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G23/00Driving gear for endless conveyors; Belt- or chain-tensioning arrangements
    • B65G23/02Belt- or chain-engaging elements
    • B65G23/04Drums, rollers, or wheels
    • B65G23/06Drums, rollers, or wheels with projections engaging abutments on belts or chains, e.g. sprocket wheels
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G23/00Driving gear for endless conveyors; Belt- or chain-tensioning arrangements
    • B65G23/02Belt- or chain-engaging elements
    • B65G23/14Endless driving elements extending parallel to belt or chain
    • B65G23/16Endless driving elements extending parallel to belt or chain with dogs engaging abutments on belts or chains
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G2207/00Indexing codes relating to constructional details, configuration and additional features of a handling device, e.g. Conveyors
    • B65G2207/24Helical or spiral conveying path

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Structure Of Belt Conveyors (AREA)

Description

Nr. NLP181726A
Spiraaltransporteur
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een spiraaltransporteur omvattende een stellage voor het onder-5 steunen van een spiraalvormige baan met een aantal boven elkaar geplaatste windingen of etages, een modulaire transportband die op de spiraalvormige baan ligt en hierover kan glijden, een aandrijfinrichting die een zijkant van de modulaire transportband aangrijpt bij een aantal boven 10 elkaar geplaatste windingen of etages. De uitvinding heeft voorts betrekking op een aandrijfinrichting voor een dergelijke spiraaltransporteur.
De Nederlandse octrooiaanvrage 8702276 beschrijft een spiraaltransporteur voor het gedurende een bepaalde tijd 15 onder geconditioneerde omstandigheden laten circuleren van producten, in het bijzonder voedingsproducten zoals deegwaren. Binnen de spiraalvormige baan is een roteerbare trommel opgesteld voor het met wrijving aandrijven van de transportband. De omtreksnelheid van de trommel is iets 20 hoger dan de voortbewegingssnelheid van de transportband. Er zal dus enige slip optreden. De betreffende transporteurs staan echter bloot aan temperatuurveranderingen en er vindt soms ook verontreiniging plaats door de producten. De wrijvingscoëfficiënt tussen de trommel en de modulaire 2 transportband kan daardoor een andere waarde krijgen hetgeen tot problemen aanleiding kan geven.
Verder is de bekende spiraaltransporteur voorzien van een roteerbare trommel, in de vorm van een roestvrij -5 stalen buis. Deze buis vormt een kostbaar element van de spiraaltransporteur en is, in het kader van de afmetingen van de bekende spiraaltransporteurs, van grote afmeting hetgeen tot problemen aanleiding kan geven bij het transport of de opbouw van de spiraaltransporteur.
10 De onderhavige uitvinding heeft als doel om één of meer van de bovenstaande problemen althans ten dele op te lossen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING 15
Volgens een eerste aspect verschaft de uitvinding een spiraaltransporteur omvattende een stellage voor het ondersteunen van een spiraalvormige baan met een eerste aantal boven elkaar geplaatste windingen of etages, 20 een modulaire transportband die op de spiraalvormige baan ligt en hierover kan glijden, een aandrijfinrichting die een zijkant van de modulaire transportband aangrijpt bij een tweede aantal boven elkaar geplaatste windingen of etages, waarbij het tweede aantal kleiner of gelijk is aan 25 het eerste aantal, waarbij de spiraaltransporteur een binnen de spiraalvormige baan opgestelde, vrij draaibare steunrol omvat voor het afsteunen van een naar de binnenzijde van de spiraalvormige baan gerichte zijkant van de modulaire transportband, en waarbij de aandrijfinrichting 30 aan een buitenzijde van de spiraalvormige baan geplaatst is. In plaats van de binnen de spiraalvormige baan opgestelde roteerbare trommel volgens de stand der techniek, is de spiraaltransporteur volgens de uitvinding voorzien van een vrij draaibare steunrol, die binnen de 35 spiraalvormige baan opgesteld is voor het afsteunen van een naar de binnenzijde van de spiraalvormige baan gerichte zijkant van de modulaire transportband, in het 3 bijzonder nabij de plaats waar de aandrijfinrichting aan de buitenzijde van de spiraalvormige baan geplaatst is en aangrijpt aan de buitenzijkant van de modulaire transportband. De modulaire transportband wordt aldus 5 tussen de steunrol aan de binnenzijde van de transportbaan en de aandrij f inrichting aan de buitenzijde van de transportbaan doorgevoerd. Daar de vrij draaibare steunrol in de spiraaltransporteur volgens de uitvinding enkel gebruikt wordt voor het afsteunen van de transportband, en 10 niet voor het met wrijving aandrijven van de transportband, kan deze veel lichter uitgevoerd worden, zal de transportband in hoofdzaak niet slippen langs de steunrol, en kan de diameter van de steunrol kleiner zijn dan een binnendiameter van de spiraalvormige baan.
15 Door het in hoofdzaak vermijden van slip tussen de transportband en de steunrol, zal de modulaire transportband minder onderhevig zijn aan slijtage hetgeen kan leiden tot vermindering van verontreinigingen door slijt-producten en/of verlenging van de levensduur van met name 20 de transportband.
In een uitvoeringsvorm kan de diameter van de steunrol kleiner zijn dan de binnendiameter van de spiraalvormige baan. De diameter van de steunrol kan ingericht zijn om enkel ondersteuning te bieden ter plaatse 25 van de aandrij f inrichting. In een uitvoeringsvorm is de aandrijfinrichting zodanig ten opzichte van de steunrol geplaatst, dat de steunrol mogelijke radiale krachten die door de aandrijfinrichting uitgeoefend worden op de transportband, op geschikte wijze opvangen. In een 30 uitvoeringsvorm is de aandrijfinrichting in hoofdzaak radiaal ten opzichte van de steunrol geplaatst.
In een uitvoeringsvorm kan de spiraal transporteur voorzien zijn van een aantal, bij voorkeur op regelmatige afstanden, binnen de spiraalvormige baan ver-35 deelde steunrollen.
In een uitvoeringsvorm kunnen meerdere aandrijfinrichtingen rondom de spiraaltransporteur 4 geplaatst zijn, in verband met maximum band krachten.
Het plaatsen van een aandrijfinrichting aan een buitenzijde van de spiraalvormige baan van een spiraal-transporteur op zich is bekend uit het Amerikaanse octrooi 5 5,454,467. Met name figuur 7 van dit Amerikaanse octrooi toont een aandrijfinrichting die werkzaam verbonden is met een naar de buitenzijde van de spiraalvormige baan gerichte zijkant van de transportband. Mede om ervoor te zorgen dat de aandrijfinrichting goed contact maakt met de 10 transportband, is het pad van de transportband geheel of gedeeltelijk voorzien van geleiders (verwijzingscijfers 32 en 33) die een laterale verschuiving van de transportband tegengaan. Een nadeel van deze geleiders 32, 33 is dat zij zorgen voor extra wrijving en/of verontreinigingen daar de 15 transportband voortdurend langs deze geleiders schuift. Door de vrij draaibare steunrol in de spiraaltransporteur volgens de uitvinding, zijn deze geleiders niet nodig.
In een uitvoeringsvorm omvat de aandrijfinrichting voor elke van het tweede aantal boven elkaar ge-20 plaatste windingen een aandrijfelement voor werkzame verbinding met een naar de buitenzijde van de spiraalvormige baan gerichte zijkant van de modulaire transportband. Hierdoor kunnen de krachten die door de aandrijfinrichting worden uitgeoefend op de modulaire transportband verdeeld 25 worden over een aantal plaatsen langs de lengte van de spiraalvormige baan, in het bijzonder over een aantal boven elkaar gelegen plaatsen langs de spiraalvormige baan.
In een uitvoeringsvorm omvat het aandrijfelement 30 een boven het aandrijfelement geplaatste eerste opsluit-element dat zich althans ten dele boven een randgebied van de modulaire transportband uitstrekt. In deze uitvoeringsvorm, wordt de transportband nabij het aandrijfelement in verticale zin opgesloten tussen de spiraalvormige baan aan 35 de onderzijde en het eerste opsluitelement aan de bovenzijde. Het eerste opsluitelement zorgt ervoor dat de transportband althans nabij het aandrijfelement niet 5 omhoog kan klappen, waardoor de werkzame verbinding'tussen het aandrijfelement en de transportband verzekerd is.
In een uitvoeringsvorm omvat het aandrijfelement verder een onder het aandrijfelement geplaatste tweede 5 opsluitelement dat zich althans ten dele onder een randgebied van de modulaire transportband uitstrekt. In deze uitvoeringsvorm wordt de modulaire transportband althans ter plaatse van het aandrijfelement opgesloten tussen het eerste en tweede opsluitelement.
10 In een uitvoeringsvorm zijn het eerste en/of tweede opsluitelement delen van het aandrijfelement, en zullen aldus slechts locaal de transportband fixeren althans nabij het aandrijfelement. In deze uitvoeringsvorm omvat het eerste en/of het tweede sluitelement een naar het 15 aandrijfelement gekeerde zelfzoekende rand. Hierdoor wordt de naar de buitenzijde van de spiraalvormige baan gerichte zijkant van de modulaire transportband nabij het aandrijfelement naar dit aandrijfelement toe gevoerd door middel van de zelfzoekende rand.
20 In een uitvoeringsvorm omvat het aandrijfelement een tandwiel dat werkzaam verbonden is met de naar de buitenzijde van de spiraalvormige baan gerichte zijkant van de modulaire transportband. Bij voorkeur is de modulaire transportband aan de naar de buitenzijde van de spiraalvor-25 mige baan gerichte zijkant voorzien van een serie nokken voor aangrijping van het tandwiel. De tanden van het tandwiel kunnen aldus ingrijpen in uitsparingen tussen de serie nokken voor aandrijving van de transportband.
In een uitvoeringsvorm omvat het eerste en/of 30 tweede opsluitelement een aangrenzend aan het tandwiel geplaatste schijf waarbij de diameter van de schijf groter is dan de diameter van het tandwiel. Het schijfvormige eerste en/of tweede opsluitelement is respectievelijk boven en/of onder het tandwiel geplaatst waarbij de schijf of 35 schijven bij voorkeur op de aandrijfas van het tandwiel geplaatst zijn. In deze uitvoeringsvorm zullen het eerste en/of het tweede opsluitelement samen met het tandwiel 6 gedraaid kunnen worden. Door deze verdraaibare opsluitelementen, kan enerzijds de wrijving tussen de opsluitelementen en de transportband verminderd worden en anderzijds kunnen remkrachten die de transportband 5 ondervindt door stationaire opsluitelementen in hoofdzaak vermeden worden.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat het aandrijf-element een eerste en tweede tandwiel die naast elkaar geplaatst zijn en waar omheen een aandrijfketting geplaatst 10 is voor werkzame verbinding met de aan de buitenzijde van de spiraalvormige baan gerichte zijkant van de modulaire transportband. Ook hierbij is de modulaire transportband bij voorkeur aan de naar de buitenzijde van de spiraalvormige baan gerichte zijkant voorzien van een serie nokken voor 15 ingrijping van de aandrijfketting. In tegenstelling tot de hierboven besproken uitvoeringsvorm waarbij gebruik wordt gemaakt van een tandwiel voor het aandrijven van de modulaire transportband, welk tandwiel in hoofdzaak aangrijpt op een punt van de spiraalvormige baan, zal het 20 aandrijfelement volgens deze uitvoeringsvorm, dus met een aandrijfketting, aangrijpen langs een traject van de spiraalvormige baan, waarbij de lengte van het traject gedefinieerd wordt door de afstand tussen het eerste en tweede tandwiel. De aandrijfkrachten die het aandrijfelement 25 uitoefent op de transportband, in het bijzonder de aandri j f krachten ter plaatse van een winding of etage waar het betreffende aandrijfelement op de transportband aangrijpt, kan over het traject verdeeld worden.
Om ervoor te zorgen dat door een omhoog beweging 30 van de transportband de koppeling tussen de transportband en het aandrijfelement mogelijk verloren kan gaan, althans tijdelijk, omvat een eerste uitvoeringsvorm met aandrijfketting een eerste en/of tweede opsluitelement. Deze opsluitelement zijn uitgevoerd als een aangrenzend aan het 35 eerste en/of tweede tandwiel geplaatste schijf, waarbij de diameter van de schijf groter is dan de diameter van het tandwiel met de daar omheen geplaatste aandrijfketting.
7
Aldus zal de schijf zich boven en/of onder een randgebied van de transportband kunnen uitstrekken om ervoor te zorgen dat het aandrijfelement voortdurend gekoppeld blijft met de transportband.
5 In een tweede uitvoeringsvorm met aandrijfketting, is de aandrijfketting voorzien van eerste en/of tweede opsluitelementen die zich boven en/of onder een randgebied van de transportband kunnen uitstrekken op het moment dat de aandrijfketting nabij de transportband gelegen is.
10 In een uitvoeringsvorm omvat de aandrijfketting een aantal in hoofdzaak verticaal uitstrekkende pinnen voor werkzame verbinding met de naar de buitenzijde van de spiraalvormige baan gerichte zijkant van de modulaire transportband. De pinnen kunnen hierbij ingrijpen in de 15 uitsparingen tussen de nokken.
De aandrijfketting kan verder voorzien zijn van boven en onder de pennen geplaatste schalmen voor het vormen van de aandrijfketting. Bij voorkeur zijn de verticaal uitstrekkende pennen in hoofdzaak centraal in de 20 aandrijfketting geplaatst. Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat op de aandrijfketting in hoofdzaak geen moment uitgeoefend wordt, in tegenstelling tot de van tanden voorziene aandrijfketting zoals getoond in figuur 7 van het Amerikaanse octrooi 5,454,467.
25 In een verdere uitvoeringsvorm omvat de bovenste schalmen de eerste opsluitelementen. In een uitvoeringsvorm is althans één van de bovenste schalmen als één geheel gevormd met althans één van de opsluitelementen. In een uitvoeringsvorm omvatten de onderste schalmen de tweede 30 opsluitelementen waarbij, in een uitvoering, althans één van de onderste schalmen als één geheel gevormd is met althans één van de tweede opsluitelementen. In deze uitvoeringsvormen hebben de schalmen aldus een tweeledige functie, enerzijds voor het vormen van de aandrijfketting, anderzijds 35 voor het opsluiten van de transportband nabij het aandrij felement.
Volgens een tweede aspect verschaft de uitvinding 8 een aandrijfinrichting voor een spiraaltransporteur omvattende een stellage voor het ondersteunen van een spiraalvormige baan met een eerste aantal boven elkaar geplaatste windingen of etages, een modulaire transportband die op de 5 spiraalvormige baan ligt en hierover kan glijden, en een binnen de spiraalvormige baan opgestelde, vrij draaibare steunrol voor het afsteunen van een naar de binnenzijde van de spiraalvormige baan gerichte zijkant van de modulaire transportband, waarbij de aandrijfinrichting aan een bui-10 tenzijde van de spiraalvormige baan geplaatst is, in hoofdzaak radiaal tegenover de steunrol, voor werkzame verbinding van de aandrijfinrichting met een zijkant van de modulaire transportband bij een tweede aantal boven elkaar geplaatste windingen of etages, waarbij het tweede aantal kleiner of 15 gelijk is aan het eerste aantal. In een uitvoeringsvorm is deze aandrij f inrichting voorzien van één of meer van de hiervoor genoemde maatregelen of aspecten die in de verschillende uitvoeringsvormen benoemd zijn.
De in deze beschrijving en conclusies van de 20 aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten, zoals de eerste en/of tweede op-sluitelementen en de aandrijfketting met een aantal in 25 hoofdzaak verticaal uitstrekkende pinnen, en andere aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
30
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand 35 van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:
Figuur 1 toont een aanzicht van een uitvoerings- 9 vorm van een spiraaltransporteur volgens de stand der techniek;
Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van de spiraaltransporteur volgens figuur 1; 5 Figuur 3 toont een schematisch bovenaanzicht van een voorbeelduitvoeringsvorm van een spiraaltransporteur volgens de uitvinding;
Figuur 4 toont een schematisch bovenaanzicht van een tweede voorbeelduitvoeringsvorm van een spiraal-10 transporteur volgens de uitvinding;
Figuur 5A en 5B toont een schematisch zijaanzicht van voorbeelduitvoeringsvormen van de spiraal-transporteur volgens de uitvinding;
Figuren 6 en 7 tonen een dwarsdoorsnede aanzicht 15 van een voorbeelduitvoeringsvorm ter plaatse van een winding of etage van een spiraaltransporteur met aandrijving door een tandwiel volgens de uitvinding;
Figuur 8 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een voorbeelduitvoeringsvorm ter plaatse van een winding of 20 etage van een spiraaltransporteur met aandrijving door een aandrijfketting volgens de uitvinding; en
Figuren 9A en 9B tonen detail aanzichten van de aandrijfketting en het aangrijpen hiervan op een transportband.
25
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Figuur 1 toont een spiraaltransporteur volgens de stand der techniek bestaande uit een gestel van liggers 1 en 30 stijlen 2. Op de volgens een veelhoek opgestelde stijlen 2 zijn binnenwaarts gerichte houders 3 aangebracht die met behulp van een spiraalvormige baan 4 steun bieden aan een modulaire transportband 5. Binnen de spiraalvormige baan 4 is een trommel 6 opgesteld die om een verticale as 7 draai-35 baar kan worden aangedreven door een motor (niet getoond). De trommel 6 is bekleed met op afstand van elkaar gelegen in hoofdzaak verticale balken 9. Als de modulaire transportband 10 5 op de juiste spanning wordt gehouden, neemt de roterende trommel 6 de transportband 5 mee. Daarbij treedt bewust enige slip op. In dwarsdoorsnede, langs een vlak in hoofdzaak dwars op de verticale as 7, is de bekende spi-5 raaltransporteur getoond in figuur 2.
Figuur 3 toont een eerste voorbeelduitvoeringsvorm van een spiraaltransporteur 10 volgens de uitvinding. Figuur 3 toont een bovenaanzicht dat zich in hoofdzaak dwars op de symmetrieas van de spiraaltransporteur 10 uitstrekt. De 10 spiraaltransporteur 10 volgens deze eerste voorbeelduitvoeringsvorm omvat een stellage omvattende liggers 11 en stijlen 12. Op de stijlen 12 zijn naar buitenwaarts gerichte uithouders 13 aangebracht die, met behulp van de geleiders 14 die in een spiraalvormige baan op 15 de uithouders 13 geplaatst zijn, steun bieden aan de transportband 15.
Binnen de spiraalvormige baan zijn een aantal, in dit voorbeeld vier, vrij draaibare steunrollen 16 aangebracht voor het afsteunen van een naar de binnenzijde van de 20 spiraalvormige baan gerichte zijkant 151 van de modulaire transportband 15. De steunrollen 16 zijn vrij draaibaar geplaatst langs een in hoofdzaak verticale as. De steunrollen 16 zijn bijvoorbeeld aan hun boven- en onderzijde verbonden met verdere liggers (niet getoond) van de 25 stellage.
Uit het aanzicht van figuur 3 blijkt een verder voordeel van de inrichting volgens de uitvinding. De stellage kan namelijk in hoofdzaak binnen de spiraalvormige baan gelegen zijn. Daar er buiten de spiraalvormige baan in 30 hoofdzaak geen verticale stijlen 12 aanwezig hoeven te zijn, kan de modulaire transportband 15 op eenvoudige wijze op de geleiders 14 van de spiraalvormige baan geplaatst worden. In een uitvoeringsvorm, ligt de modulaire band vrij, in het bijzonder los op de geleiders 14 van de spiraalvormige baan. 35 De spiraaltransporteur 10 volgens deze eerste voorbeelduitvoeringsvorm, is voorzien van een aandrijfinrichting in de vorm van een tandwiel 17 die aan een 11 buitenwaarts gerichte zijkant 152 van de modulaire transportband 15 aangrijpt. Het tandwiel 17 is in hoofdzaak radiaal tegenover één van de steunrollen 16 geplaatst, zoals getoond in figuur 3. De naar de buitenzijde van de 5 spiraalvormige baan gerichte zijkant van de modulaire transportband 15 is voorzien van openingen 154 die plaats bieden voor het aangrijpen van tanden 171 van het tandwiel 17. Het tandwiel 17 is om een verticale as draaibaar aangedreven door een motor Ml, zoals schematisch getoond in 10 figuur 5A.
Figuur 4 toont een tweede voorbeelduitvoeringsvorm van een spiraaltransporteur 20 volgens de uitvinding. Ook deze tweede voorbeelduitvoeringsvorm omvat een stellage voorzien van liggers 21 en stijlen 22. Op de stijlen 22 zijn 15 buitenwaarts gerichte uithouders 23 aangebracht die voorzien zijn van geleiders 24 die een spiraalvormige baan vormen voor het afsteunen van de transportband 25. Ter plaatse van de transportband 25, zijn de stijlen 22 die nabij de spiraalvormige baan gelegen zijn, voorzien van vrij 20 draaibare steunrollen 26. In deze uitvoeringsvorm strekken de vrij draaibare steunrollen 26 zich in hoofdzaak niet uit over de gehele hoogte van de spiraaltransporteur 20, maar zijn de stijlen 22 enkel ter plaatse van de spiraalvormige baan voorzien van steunrollen met een beperkte hoogte die 25 ingericht is voor het adequaat af steunen van een naar de binnenzijde van de spiraalvormige baan gerichte zijkant 251 van de modulaire transportband 25. Deze combinatie van verticale stijlen 22 met daarop geplaatste steunrollen 26 is schematisch getoond in figuur 5B.
30 In de tweede voorbeelduitvoeringsvorm, zoals getoond in dwarsdoorsnede van figuur 4, is een steunrol 261 geplaatst tegenover de aandrijfinrichting 27. De aandrijf-inrichting 27 volgens deze tweede voorbeelduitvoeringsvorm omvat een tweetal op afstand van elkaar geplaatste 35 tandwielen 28 en een daar omheen geplaatste aandrijfketting 29. Ook in deze voorbeelduitvoeringsvorm is een naar de buitenzijde van de spiraalvormige baan gerichte zijde van de 12 transportband 25 voorzien van uitsparingen of openingen 254 voor het hierin opnemen van verticaal uitstrekkende pennen 291 van de aandri j f ketting 29. Daar de eerste en tweede tandwielen 28 op afstand geplaatst zijn langs de buitenzijde 5 van de spiraalvormige baan, zullen voortdurend een aantal van de pinnen 291 in de uitsparingen 254 geplaatst zijn, waardoor een aandrijving plaatsheeft langs het traject dat gelegen is tussen de eerste en tweede tandwielen 28. Door één of beide tandwielen 28 te koppelen met een 10 aandrijfinrichting M2, zoals een elektromotor, kan de spiraaltransporteur aangedreven worden.
De tegenover de aandrijfinrichting 27 geplaatste afsteunrol 261 is in hoofdzaak radiaal geplaatst ten opzichte van een symmetrievlak 271 van de aandrijfinrichting 15 27. In deze voorbeelduitvoeringsvorm zijn de eerste en tweede tandwielen 28 in hoofdzaak spiegelsymmetrisch geplaatst ten opzichte van het symmetrievlak 271.
Voor het opvangen van de door de aandri j f inrichting 27 radiaal uitgeoefende krachten op de transportband 20 25, kan de steunrol 261 die in hoofdzaak radiaal tegenover de aandrijfinrichting 27 geplaatst is, uitgevoerd worden met een grotere diameter zoals de steunrol 261 van figuur 4. De overige steunrollen 26 kunnen lichter, eventueel met een kleinere diameter, uitgevoerd worden.
25 In plaats van het gebruik van een groot aantal steunrollen 16, 26, zoals getoond in de figuren 3 en 4, kan een verdere voorbeelduitvoeringsvorm van de spiraaltransporteur volgens de uitvinding ook een enkele vrij draaibare steunrol omvatten. Dat wil zeggen een vergelijkbare trommel 30 6, zoals bekend uit de stand der techniek, waarbij de trommel 6 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, vrij draaibaar is opgesteld, in combinatie met een aan de buitenzijde van de spiraalvormige baan geplaatste aandrijf-inrichting.
35 In een verdere voorbeelduitvoeringsvorm, ligt de transportband 15, 25 los boven op de geleiders 13, 23, die in een spiraalvormige baan geplaatst zijn. Deze situatie is 13 schematisch weergegeven in de figuren 6, 7 en 8. Aan een binnen de spiraalvormige baan gelegen zijde van de modulaire transportband 15, 25 is de vrij draaibare steunrol 16, 26 geplaatst. Radiaal tegenover de steunrol 16, 26, is de 5 aandrijfinrichting 17, 28 geplaatst die werkzaam gekoppeld is met een naar de buitenzijde van de spiraalvormige baan gekeerde zijkant van de transportband 15, 25, zoals hiervoor beschreven.
In de voorbeelduitvoeringsvorm, zoals getoond in 10 figuur 6, is de transportband 15, 25 nabij zijn naar de buitenzijde van de spiraalvormige baan gekeerde uiteinde ondersteund door een geleider 13, 23. Verder is de aandrij f inrichting 17, 28 voorzien van een eerste opsluitele- ment 31 dat zich radiaal uitstrekt tot boven het naar de 15 buitenzijde van de spiraalvormige baan gelegen uiteinde 152, 252 van de transportband 15, 25. Door dit eerste opsluitelement kan voorkomen worden dat de transportband 15, 25 omhoog kan klappen waardoor de werkzame verbinding tussen de transportband 15, 25 en het aandrijfelement 17, 28 20 verloren zou kunnen gaan. In een uitvoeringsvorm kan het eerste opsluitelement 31 met de aandrijfinrichting 17, 28 mee roteren. In een verdere voorbeelduitvoeringsvorm is het eerste opsluitelement 31 voorzien van een schuine, zelfzoekende rand 311 voor het onder het eerste opsluitelement 31 25 voeren van de zijkant 152, 252 van de transportband 15, 25.
In een verdere voorbeelduitvoeringsvorm is het eerste opsluitelement 31 op afstand geplaatst van het aandrijfelement 17, 28 om ruimte te bieden voor de schuin lopende transportband 15, 25 in zijn spiraalvormige baan.
30 In een verdere voorbeelduitvoeringsvorm, zoals getoond in figuur 7, is de aandrij f inrichting 17, 28, en in het bijzonder de tandwielen hiervan, voorzien van zowel een eerste opsluitelement 31 alsook een tweede opsluitelement 32. Beide opsluitelementen 31, 32 strekken zich radiaal uit 35 tot over de zijkant 152, 252 van de transportband 15, 25, zodat de zijkant 152, 252 opgesloten zit tussen het eerste en tweede opsluitelement 31, 32. Beide opsluitelementen 31, 14 32 zijn voorzien van een schuine rand 311, 321 voor het naar het aandrijfelement 17, 28 geleiden van de zijkant 152, 252 van de transportband 15, 25. Ook hier zijn de opsluitelementen 31, 32 op afstand geplaatst van het 5 aandrijfelement 17, 28 om ruimte te bieden voor de schuin lopende transportband 15, 25 in zijn spiraalvormige baan.
In een verdere voorbeelduitvoeringsvorm, voorzien van een aandrijfketting, zoals hiervoor beschreven en getoond in figuur 4, is de aandrijfketting voorzien van in 10 hoofdzaak verticaal uitstrekkende pinnen 291 die onderling verbonden zijn met schakels. Deze schakels dienen tevens als eerste opsluitelement 41 en tweede opsluitelement 42 voor het hiertussen opsluiten van de zijkant 252 van de transportband 25, zoals getoond in figuur 8.
15 Dit is meer in detail getoond in het zijaanzicht in figuur 9A en het bovenaanzicht in figuur 9B. De transportband 25 in deze voorbeelduitvoeringsvorm is een schalmenband, zoals bijvoorbeeld bekend uit de internationale octrooiaanvrage WO2003/093147. Hierbij de 20 individuele modules 251 die in serie gekoppeld zijn door middel van verbindingsstangen 252. De modules 251 zijn ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zodat de modules 251 enerzijds in hoofdzaak parallel aan elkaar geplaatst zijn bij het doorlopen van een in hoofdzaak recht stuk van de 25 transportbaan, en anderzijds onder een hoek ten opzichte van elkaar geplaatst zijn bij het doorlopen van een gekromd stuk van de transportbaan, in het bijzonder bij het doorlopen van het spiraalvormige deel van de transportbaan. In het spiraalvormige deel van de transportbaan zijn de modules 251 30 onder een kleine hoek ten opzichte van elkaar geplaatst, waardoor aan de buitenbocht openingen 254 ontstaan waarin de pennen 291 van de aandrijfketting 29 plaatsbaar zijn.
In de voorbeelduitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 9A zijn de schalmen 41, 42 van de aandrij f ketting 29 35 zodanig op afstand van elkaar geplaatst, dat tussen de schalmen 41, 42 voldoende ruimte geboden wordt voor de schuin lopende transportband 25 in zijn spiraalvormige baan.
15
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen 5 voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.
Zo kan een spiraaltransporteur volgens de uitvinding voorzien zijn van meerdere aandrijfinrichtingen die aan een omtrek geplaatst zijn. Daarnaast kan een 10 aandrijfinrichting die naast een eerste spiraaltransporteur geplaatst is tevens een verdere aangrenzend geplaatste tweede spiraaltransporteur aandrijven.

Claims (25)

1. Spiraaltransporteur omvattende een stellage voor het ondersteunen van een spiraalvormige baan met een eerste aantal boven elkaar geplaatste windingen of etages; 5 een modulaire transportband die op de spiraalvormige baan ligt en hierover kan glijden; een aandrijfinrichting die een zijkant van de modulaire transportband aangrijpt bij een tweede aantal boven elkaar geplaatste windingen of etages, waarbij het 10 tweede aantal kleiner of gelijk is aan het eerste aantal; waarbij de spiraaltransporteur een binnen de spiraalvormige baan opgestelde, vrij draaibare steunrol omvat voor het afsteunen van een naar de binnenzijde van de spiraalvormige baan gerichte zijkant van de modulaire 15 transportband, en waarbij de aandrijfinrichting aan een buitenzijde van de spiraalvormige baan geplaatst is.
2. Spiraaltransporteur volgens conclusie 1, waarbij de steunrol en de aandrijfinrichting aan weerszijde 20 van de modulaire transportband geplaatst zijn.
3. Spiraaltransporteur volgens conclusie 1 of 2, waarbij de aandrijfinrichting in hoofdzaak radiaal tegenover de steunrol geplaatst is.
4. Spiraaltransporteur volgens een der voorgaande 25 conclusies, waarbij de aandrijfinrichting, voor elke van het tweede aantal boven elkaar geplaatste windingen, een aandrijfelement omvat voor werkzame verbinding met een naar de buitenzijde van de spiraalvormige baan gerichte zijkant van de modulaire transportband,
5. Spiraaltransporteur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het aandrijfelement een boven het aandrijfelement geplaatst eerste opsluitelement omvat dat zich althans ten dele boven een randgebied van de modulaire transportband uitstrekt.
6. Spiraaltransporteur volgens een der voorgaande 5 conclusies, waarbij het aandrijfelement verder een onder het aandrijfelement geplaatst tweede opsluitelement omvat dat zich althans ten dele onder een randgebied van de modulaire transportband uitstrekt.
7. Spiraaltransporteur volgens conclusie 5 of 6, 10 waarbij het eerste en/of het tweede opsluitelement een naar het aandrijfelement gekeerde zelfzoekende rand omvat.
8. Spiraaltransporteur volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het aandrijfelement een tandwiel omvat voor werkzame verbinding met de naar de buitenzijde van de 15 spiraalvormige baan gerichte zijkant van de modulaire transportband.
9. Spiraaltransporteur volgens conclusie . 8, waarbij het eerste en/of het tweede opsluitelement een aangrenzend aan het tandwiel geplaatste schijf omvat, 20 waarbij de diameter van de schijf groter is dan de diameter van het tandwiel.
10. Spiraaltransporteur volgens één der conclusies 1 - 7, waarbij het aandrijfelement een eerste en tweede tandwiel omvat die naast elkaar geplaatst zijn en waaromheen 25 een aandrijfketting geplaatst is voor werkzame verbinding met de naar de buitenzijde van de spiraalvormige baan gerichte zijkant van de modulaire transportband.
11. Spiraaltransporteur volgens conclusie 10, waarbij het eerste en/of het tweede opsluitelement een 30 aangrenzend aan het eerste en/of tweede tandwiel geplaatste schijf omvat, waarbij de diameter van de schijf groter is dan de diameter van het tandwiel met de daaromheen geplaatste aandrijfketting.
12. Spiraaltransporteur volgens conclusie 10, 35 waarbij de aandrijfketting voorzien is van eerste en/of tweede opsluitelementen.
13. Spiraaltransporteur volgens conclusie 12, waarbij de aandrijfketting een aantal in hoofdzaak verticaal uitstrekkende pennen omvat voor werkzame verbinding met de naar de buitenzijde van de spiraalvormige baan gerichte zijkant van de modulaire transportband, en boven en onder de 5 pennen geplaatste schalmen voor het vormen van de ketting.
14. Spiraaltransporteur volgens conclusie 13, waarbij de bovenste schalmen de eerste opsluitelementen omvatten.
15. Spiraaltransporteur volgens conclusie 14, 10 waarbij althans één van de bovenste schalmen als één geheel gevormd is met althans één van de eerste opsluitelement.
16. Spiraaltransporteur volgens conclusie 13, 14 of 15, waarbij de onderste schalmen de tweede opsluitelementen omvatten.
17. Spiraaltransporteur volgens conclusie 16, waarbij althans één van de onderste schalmen als één geheel gevormd is met althans één van de tweede opsluitelement.
18. Spiraaltransporteur volgens één der conclusies 8-17, waarbij de modulaire transportband aan de naar de 20 buitenzijde van de spiraalvormige baan gerichte zijkant voorzien is van een serie uitsparingen of openingen voor ingrijpen van het aandrijfelement.
19. Spiraaltransporteur volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de diameter van de steunrol kleiner is 25 dan een binnendiameter van de spiraalvormige baan.
20. Aandrijfinrichting kennelijk geschikt en bedoeld voor een spiraaltransporteur volgens één der voorgaande conclusies.
21. Aandrijfinrichting voor een spiraal- 30 transporteur omvattende een stellage voor het ondersteunen van een spiraalvormige baan met een eerste aantal boven elkaar geplaatste windingen of etages, een modulaire transportband die (vrij) op de spiraalvormige baan ligt en hierover kan glijden, en een binnen de spiraalvormige baan 35 opgestelde, vrij draaibare steunrol voor het afsteunen van een naar de binnenzijde van de spiraalvormige baan gerichte zijkant van de modulaire transportband, waarbij de aandrijfinrichting aan een buitenzijde van de spiraalvormige baan plaatsbaar is, in hoofdzaak radiaal tegenover de steunrol, voor werkzame verbinding van de aandrijfinrichting met een zijkant van de modulaire 5 transportband bij een tweede aantal boven elkaar geplaatste windingen of etages, waarbij het tweede aantal kleiner of gelijk is aan het eerste aantal.
22. Aandrijfinrichting volgens conclusie 21, voorzien van een of meer van de maatregelen zoals op zich 10 beschreven in de conclusies 2 - 19.
23. Spiraaltransporteur voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
24. Aandrij f inrichting voorzien van een of meer 15 van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
25. Werkwijze voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. 20 -o-o-o-o-o-o-o-o- BP/MB
NL2001010A 2007-11-16 2007-11-16 Spiraaltransporteur. NL2001010C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001010A NL2001010C2 (nl) 2007-11-16 2007-11-16 Spiraaltransporteur.
PCT/NL2008/050725 WO2009064184A1 (en) 2007-11-16 2008-11-13 Helical conveyor
EP08850602A EP2212222A1 (en) 2007-11-16 2008-11-13 Helical conveyor

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001010A NL2001010C2 (nl) 2007-11-16 2007-11-16 Spiraaltransporteur.
NL2001010 2007-11-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001010C2 true NL2001010C2 (nl) 2009-05-19

Family

ID=39493632

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001010A NL2001010C2 (nl) 2007-11-16 2007-11-16 Spiraaltransporteur.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2212222A1 (nl)
NL (1) NL2001010C2 (nl)
WO (1) WO2009064184A1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ITTV20110060A1 (it) * 2011-05-10 2012-11-11 Alit S R L Dispositivo di trasmissione del moto per il traino di nastri trasportatori e per nastri trasportatori a spirale in particolare
ITPD20130341A1 (it) * 2013-12-16 2015-06-17 Alit S R L Nastro trasportatore particolarmente per l'industria alimentare
NL2014355B1 (en) 2015-02-26 2016-10-13 Kaak Groep B V Linked conveyor belt and method of manufacturing a linked conveyor belt.
DK3472071T3 (da) * 2016-06-15 2024-01-08 Laitram Llc Fladt topside-drevet modulært transportbånd
DE102020004666B3 (de) * 2020-07-31 2021-07-15 Lipsia Automation GmbH Trommelantrieb für rotierende Trommeln

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8702276A (nl) * 1987-09-24 1989-04-17 Willibrordus Kaak Stephanus Spiraaltransporteur.
US5454467A (en) * 1993-03-08 1995-10-03 Tecno Pool S.P.A. Chain conveyor
EP1281641A1 (en) * 2001-08-03 2003-02-05 Frigor-Box S.r.l. Drive system for modular link conveyor belts
US6578704B1 (en) * 2002-11-18 2003-06-17 The Laitran Corporation Belts and belt modules for spiral conveyors
US20030234162A1 (en) * 2002-06-19 2003-12-25 Laitram, L.L.C. Boost drive for a modular plastic conveyor belt

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8702276A (nl) * 1987-09-24 1989-04-17 Willibrordus Kaak Stephanus Spiraaltransporteur.
US5454467A (en) * 1993-03-08 1995-10-03 Tecno Pool S.P.A. Chain conveyor
EP1281641A1 (en) * 2001-08-03 2003-02-05 Frigor-Box S.r.l. Drive system for modular link conveyor belts
US20030234162A1 (en) * 2002-06-19 2003-12-25 Laitram, L.L.C. Boost drive for a modular plastic conveyor belt
US6578704B1 (en) * 2002-11-18 2003-06-17 The Laitran Corporation Belts and belt modules for spiral conveyors

Also Published As

Publication number Publication date
EP2212222A1 (en) 2010-08-04
WO2009064184A1 (en) 2009-05-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2001010C2 (nl) Spiraaltransporteur.
ES2425366T3 (es) Transportador
JP3616421B2 (ja) 予め定めた選択基準に基づいて製品、特に果物を分別するようになされた製品を搬送する装置
CA3029624C (en) Direct-drive spiral conveyor
DK2848560T3 (en) Forced spiral conveyor.
DK1981785T3 (en) Conveyor with trough belt with low friction and form-drive
RU2592759C2 (ru) Лента с роликами поперечного вращения и транспортер
EP2310305B1 (en) Buffer conveyor for conveying and buffering products
NL2001774C2 (nl) Bandtransporteur.
JP6189412B2 (ja) コンベア
EP2039626B1 (en) Apparatus for transporting of products
US9856089B2 (en) Accumulating portal conveyor
ES2627833T3 (es) Unidad de almacenamiento para núcleos de bobinado tubulares
KR20120108005A (ko) 자동 제거 컨베이어 이송 시스템 및 이송 플레이트
NL2003328C (nl) Buffertransporteur voor het transporteren en bufferen van producten.
NL2012475B1 (nl) Transporteur voor het in hoogterichting transporteren van goederen.
JP3909579B2 (ja) スパウト又はスパウト付き袋のチェーン式搬送装置
US20240025663A1 (en) Accumulating conveyor
NL1032614C2 (nl) Sorteerinrichting.
US9139370B1 (en) Conveyor system and a mechanical chain having a plurality of links
US20140014478A1 (en) Method and transport device for returning empty packaging, particularly bottles and cans
KR102148798B1 (ko) 순환형 이송장치
NL1027215C2 (nl) Inrichting voor het overbrengen van goederen.
JP7268237B1 (ja) 搬送システムおよび搬送システムに用いられるガイド機構
NL2032056B1 (nl) Verenplukinrichting voor het verwijderen van aan eieren gehechte veren

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
PLED Pledge established

Effective date: 20130625