NL2000716C1 - Sluitinrichting voor het gesloten houden van een deur. - Google Patents

Sluitinrichting voor het gesloten houden van een deur. Download PDF

Info

Publication number
NL2000716C1
NL2000716C1 NL2000716A NL2000716A NL2000716C1 NL 2000716 C1 NL2000716 C1 NL 2000716C1 NL 2000716 A NL2000716 A NL 2000716A NL 2000716 A NL2000716 A NL 2000716A NL 2000716 C1 NL2000716 C1 NL 2000716C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cable
closing device
door
tensioning
band
Prior art date
Application number
NL2000716A
Other languages
English (en)
Inventor
Dirk Buis
Original Assignee
Dirk Buis
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL2000408A external-priority patent/NL2000408C2/nl
Application filed by Dirk Buis filed Critical Dirk Buis
Priority to NL2000716A priority Critical patent/NL2000716C1/nl
Priority to CN2007800483679A priority patent/CN101617096B/zh
Priority to EP07800149A priority patent/EP2097602A1/en
Priority to CA2611641A priority patent/CA2611641C/en
Priority to JP2009543971A priority patent/JP5113189B2/ja
Priority to PCT/NL2007/050471 priority patent/WO2008078985A1/en
Priority to DE200720015578 priority patent/DE202007015578U1/de
Priority to US11/955,907 priority patent/US8132434B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2000716C1 publication Critical patent/NL2000716C1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05CBOLTS OR FASTENING DEVICES FOR WINGS, SPECIALLY FOR DOORS OR WINDOWS
    • E05C19/00Other devices specially designed for securing wings, e.g. with suction cups
    • E05C19/18Portable devices specially adapted for securing wings
    • E05C19/182Portable devices specially adapted for securing wings insertable in the gap between the wing and the frame or in the gap between a lock and its striker, e.g. for cooperation with the striker
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B63/00Locks or fastenings with special structural characteristics
    • E05B63/0004Additional locks added to existing lock arrangements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B67/00Padlocks; Details thereof
    • E05B67/38Auxiliary or protective devices
    • E05B67/383Staples or the like for padlocks; Lock slings; Arrangements on locks to cooperate with padlocks
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B15/00Other details of locks; Parts for engagement by bolts of fastening devices
    • E05B15/0046Ratchet mechanisms
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B15/00Other details of locks; Parts for engagement by bolts of fastening devices
    • E05B15/16Use of special materials for parts of locks
    • E05B15/1635Use of special materials for parts of locks of plastics materials
    • E05B2015/165Use of special materials for parts of locks of plastics materials for bolts
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B45/00Alarm locks
    • E05B45/005Chain-locks, cable-locks or padlocks with alarms
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B67/00Padlocks; Details thereof
    • E05B67/003Chain, wire or cable locks
    • E05B67/006Chain, wire or cable locks with retraction of the cable for storage
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S292/00Closure fasteners
    • Y10S292/69Washing machine or stove closure latch
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T24/00Buckles, buttons, clasps, etc.
    • Y10T24/39Cord and rope holders
    • Y10T24/3936Pivoted part
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T24/00Buckles, buttons, clasps, etc.
    • Y10T24/39Cord and rope holders
    • Y10T24/3936Pivoted part
    • Y10T24/394Cam lever
    • Y10T24/3947Fixed and movable jaws, movable jaw pulled
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T292/00Closure fasteners
    • Y10T292/20Clamps
    • Y10T292/228Portable
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T292/00Closure fasteners
    • Y10T292/34Portable
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T70/00Locks
    • Y10T70/40Portable
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T70/00Locks
    • Y10T70/40Portable
    • Y10T70/411Clamps
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T70/00Locks
    • Y10T70/50Special application
    • Y10T70/5009For portable articles
    • Y10T70/5031Receptacle
    • Y10T70/5058Trunk and/or suitcase
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T70/00Locks
    • Y10T70/50Special application
    • Y10T70/5889For automotive vehicles
    • Y10T70/5903Hood

Description

Sluitinrichting voor het gesloten houden van een deur
De uitvinding betreft een sluitinrichting voor het gesloten houden van een deur overeenkomstig de aanhef van conclusie 1. Dergelijke sluitinrichtingen zijn ondermeer 5 bekend uit US 5369970 en US 5582046. Bij deze bekende inrichtingen wordt de kabel of band met behulp van een haak in de achter de deur liggende ruimte vastgezet. Het is daarbij noodzakelijk dat in deze ruimte een bevestigingspunt aanwezig is waar de haak achter vastgezet kan worden. 10 Het blijkt dat een dergelijk bevestigingspunt voor een haak niet altijd aanwezig is en ook niet zonder beschadigingen aangebracht kan worden. Ook zijn er dikwijls geen randen waar de haak achter gehaakt kan worden, zoals het geval is bij kleine ruimtes achter de deur. Een voorbeeld hiervan is 15 een in een hotelkamer of woonhuis gemonteerde kluis. Voor deze kleine ruimtes kan de bekende sluitinrichting vaak niet gebruikt worden.
Ten einde dit nadeel te vermijden is de sluitinrichting volgens de uitvinding uitgevoerd overeenkomstig het 20 kenmerk van conclusie 1. Doordat de steun zich aan weerszijden van de kabel of band uitstrekt zal deze ook aan weerszijden van de kabel of band steunen op de deur of de sponning, zonder dat er de noodzaak is dat deze zich met een haak of iets dergelijks vast moet haken. Hierdoor kan 25 de sluitinrichting overal gebruikt worden.
In overeenstemming met een uitvoering is de sluitinrichting uitgevoerd volgens conclusie 2. Hierdoor is de steun op eenvoudige wijze af te steunen op de sponning, waarbij de pen eventueel op lengte gemaakt kan worden zodat 30 deze toegepast kan worden bij deuren van verschillende afmetingen .
2
In overeenstemming met een uitvoering is de sluitin-richting uitgevoerd volgens conclusie 3. Hierdoor is de steun steeds loodrecht op de kier georiënteerd en zal op de deur en de sponning steunen en kan het lint stevig worden 5 aangespannen.
In overeenstemming met een uitvoering is de sluitin-richting uitgevoerd volgens conclusie 4. Hierdoor wordt voorkomen dat bij gespannen kabel of band onbevoegden de kabel of band kunnen doorknippen.
10 In overeenstemming met een uitvoering is de sluitin- richting uitgevoerd volgens conclusie 5. Een dergelijke band is op eenvoudige wijze door de kier te leiden en in het spanmechanisme te bevestigen.
In overeenstemming met een uitvoering is de sluitin-15 richting uitgevoerd volgens conclusie 6. Door koord te gebruiken kan de spaninrichting zeer compact uitgevoerd worden .
In overeenstemming met een uitvoering is de sluitin-richting uitgevoerd volgens conclusie 7. Hierdoor dan de 20 spanunit met voldoende kracht tegen de deur en/of de sponning getrokken worden zodat spaninrichting moeilijk te verschuiven is en de kabel of band niet doorgeknipt kan worden .
In overeenstemming met een uitvoering is de sluitin-25 richting uitgevoerd volgens conclusie 8. Hiermede is het op eenvoudige wijze mogelijk in de kabel of band grote spanning aan te brengen en de spanunit met grote kracht tegen de deur te trekken.
In overeenstemming met een uitvoering is de sluitin-30 richting uitgevoerd volgens conclusie 9. Hierdoor kan de kabel of band met een eenvoudig bedienbare spaninrichting gespannen worden.
3
In overeenstemming met een uitvoering is de sluitin-richting uitgevoerd volgens conclusie 10. Hierdoor wordt de kabel of band door veerkracht steeds vastgeklemd en is lostrillen of schudden van de klem niet mogelijk, waardoor de 5 sluitinrichting niet door onbevoegden losneembaar is.
In overeenstemming met een uitvoering is de sluitinrichting uitgevoerd volgens conclusie 11. Hierdoor is ongemerkt openen van de sluitinrichting niet mogelijk.
In overeenstemming met een uitvoering is de sluitin-10 richting uitgevoerd volgens conclusie 12. Hierdoor is het bevestigen van de steun voordat de kabel of band gespannen wordt op eenvoudige wijze mogelijk.
De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van een tekening. In de 15 tekening toont
Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een kluis met een deur die is afgesloten door een eerste uitvoeringsvorm van een sluitinrichting,
Figuur 2 de kluis met de sluitinrichting van figuur 1 in 20 zijaanzicht,
Figuur 3 een doorsnede in bovenaanzicht van de deur en de sluitinrichting van figuur 2.
Figuur 4 een schematische doorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van de sluitinrichting, 25 Figuur 5 een schematische doorsnede van een klem zoals gebruikt in de sluitinrichting van figuur 4,
Figuur 6 een schematische doorsnede van een verankering die tijdelijk bevestigd is aan de zijwand van de kluis met geopende deur, en 30 Figuur 7 de doorsnede van figuur 6 waarbij de deur gesloten is.
Figuur 1 toont een kluis 1 in perspectivisch aanzicht waarbij een borgsluiting 7 gebruikt wordt als extra afslui- 4 ting. De kluis 1 omvat een afsluitbare ruimte met een sponning 2. Aan de sponning 2 is met scharnieren 3 een deur 5 bevestigd. De deur 5 sluit in de sponning 2 waarbij er tussen de sponning 2 en de deur 5 een kier 8 blijft (zie fi-5 guur 3). Voor afsluiten van de kluis 1 is de deur 5 voorzien van een slot 4 dat in de deur 5 is ingebouwd. Met het slot 4 worden grendels 9 (zie figuur 2) bediend voor het afsluiten van de kluis 1. Als extra vergrendeling, ondermeer tegen onbevoegd openen van de kluis 1 door mensen die 10 beschikking hebben over een master code van het slot 4, is de borgsluiting 7 op de deur 5 aangebracht. De borgsluiting 7 heeft een hangslot 6 dat de toegang tot de onderdelen van de borgsluiting 7 verhindert waardoor de borgsluiting 7 niet weggenomen kan worden en de kluis 1 niet ongemerkt 15 en/of zonder sporen van braak geopend kan worden ook al is het slot 4 geopend.
Figuur 2 toont de kluis 1 en de deur 5 in zijaanzicht waarbij de zijwand van de kluis 1 voor de duidelijkheid is weggelaten. Een ankerpen 13 is aan de binnenzijde van de 20 deur 5 geplaatst zodanig dat de ankerpen 13 met de beide -> uiteinden steunt tegen de binnenzijde van de sponning 2. De ankerpen 13 heeft een sleuf 14 waardoor een spanband 16 steekt. De spanband 16 loopt door de kier 8 van de binnenkant van de kluis 1 naar de buitenkant van de kluis 1 waar-25 bij de hoogte van de doorgang door de kier 8 zodanig gekozen wordt dat de spanband 16 vrij blijft van de grendels 9. Daartoe is de sleuf 14 zodanig breed dat de spanband 16 op verschillende hoogten in de sleuf 14 van de ankerpen 13 kan worden aangebracht.
30 Het uiteinde van de spanband 16 aan de binnenzijde van de kluis 1 is door de sleuf 14 gestoken en bevestigd aan een ankerplaat 15, bijvoorbeeld doordat de spanband 16 in de vorm van een lus 30 (zie figuur 3) door twee openingen 5 29 loopt en zo aan de ankerplaat 15 is bevestigd. Een andere manier van bevestigen kan zijn dat de spanband 16 door een enkele opening in de ankerplaat 15 is gestoken en daar is dubbelgevouwen en vastgenaaid tot een blokkering die 5 niet door de opening in de ankerplaat 15 gestoken kan worden .
De ankerpen 13 is getoond als pen van vaste lengte.
Het zal duidelijk zijn dat de ankerpen 13 een zodanige lengte moet hebben dat deze aan de bovenkant en de onder-10 kant op de sponningen 2 van de deur 5 afsteunt, eventueel staat de ankerpen 13 daartoe onder een helling. Naast de getoonde vaste lengte is het mogelijk om de ankerpen 13 zodanig uit te voeren dat de lengte ervan op eenvoudige wijze kan worden aangepast aan de hoogte van de kluis 1, bijvoor-15 beeld door het aanbrengen van opschroefstukken op de ankerpen 13 of door aan de uiteinden stukken buis op de ankerpen 13 te schuiven. Bij voorkeur kunnen deze stukken buis worden vastgezet, waardoor de lengte van de ankerpen 13 kan worden ingesteld en deze op eenvoudige wijze pas gemaakt 20 kan worden voor de hoogte van de deur 5 en aan de binnenkant' van de deur 5 geplaatst "kan worden. Eventueel is de ankerpen 13 uitschroefbaar waarbij de ankerpen 13 wordt vastgezet door deze tussen de wanden uit elkaar te schroeven waardoor deze vast komt te zitten tussen de wanden. De 25 ankerpen 13 kan aan de uiteinden voorzien zijn van geharde punten die zicht vast kunnen zetten in de wanden.
De spanband 16 steekt door de kier 8 naar de buitenkant van de kluis 1 en wordt na het sluiten van de deur 5 in de borgsluiting 7 strak getrokken, waardoor de ankerpen 30 13 aan de binnenzijde van de kluis 1 tegen de sponning 2 wordt vastgetrokken en een gefixeerde positie krijgt. Tegelijk krijgt ook de borgsluiting 7 aan de buitenzijde van de deur 5 een vaste positie.
6
De borgsluiting 7 bestaat uit een bodemplaat 10 met daarop een afdekkap 11. In de door de bodemplaat 10 en de afdekkap 11 gevormde ruimte is een ratel 12, welke geschikt is voor het spannen van de spanband 16. De ratel 12 is on-5 dermeer bekend van het gebruik bij het spannen van spanbanden voor het vastzetten van ladingen op een voertuig en bij vele andere toepassingen waarbij iets met een spanband wordt vastgezet. Bij de bekende toepassingen komt het vaak voor dat de spanband 16 met een lus aan de ratel is beves-10 tigd bijvoorbeeld aan bevestigingsstang 31 (zie figuur 3), vervolgens wordt de spanband 16 om de samen te bundelen voorwerpen gewikkeld en met zijn vrije einde 21 door een sleuf 25 in een spanas 23 (zie figuur 3) gestoken, waarna de spanas 23 wordt geroteerd en de spanband 16 op spanning 15 wordt gebracht. Door de spanning in de spanband 16 klemt deze zich vast om de spanas 23. In de hier getoonde toepassing wordt de spanband 16 niet om een te bundelen voorwerp gewikkeld, het op spanning brengen van de spanband 16 nadat het vrije einde 21 door de sleuf 25 van de spanas 23 is ge-20 stoken gebeurt echter op vergelijkbare wijze. Door het spannen van de spanband 16 op de ratel 12 wordt de spanband tussen de ratel 12 en de ankerplaat 15 strak gespannen waardoor de bodemplaat 10 stijf tegen de deur 5 drukt zodat het openen van de deur 5 niet meer mogelijk is.
25 Figuur 3 toont de borgsluiting 7 in meer detail. De ratel 12 heeft een hefboom 32 waarmee de spanas 23 kan worden geroteerd, zodat de spanband 16 om de spanas 23 wikkelt. Teneinde de spanband 16 op spanning te houden en af-wikkelen van de spanband 16 te voorkomen is de spanas 23 30 voorzien van (niet getoonde) tanden waarop een eerste verende pal (niet getoond) die gekoppeld is met de bodemplaat 10 in ingrijping komt. De hefboom 32 is voorzien van een tweede verende pal die eveneens ingrijpt op de tanden van 7 de spanas 23. Als de tweede pal van de hefboom 32 in in-grijping is met de tanden op de spanas 23 en de hefboom wordt bewogen komt steeds een volgende eerste pal in in-grijping waardoor de spanas 23 wordt opgewikkeld. Tijdens 5 het opwikkelen van de spanband 16 ontstaan in de spanband 16 hoge krachten. Voor een ratel 12 die zodanig is uitgevoerd dat om de spanas 23 een spanband van 20-25 mm breed en 1 mm dik kan worden gewikkeld kan op deze wijze met weinig moeite in de spanband 16 een kracht van 5.000-10.000 N 10 worden aangebracht, zodat de bodemplaat 10 met deze kracht tegen de deur 5 en de sponning 2 wordt gedrukt.
Onder de bodemplaat 10 is een tussenplaat 17 aangebracht, die bijvoorbeeld gemaakt is van rubber dat in kan veren onder invloed van de kracht in de spanband 16. Door 15 deze tussenplaat 17 wordt beschadiging van de deur 5 en de sponning 2 voorkomen. Door tussen de ratel 12 en de deur 5 waarop de borgsluiting 7 afsteunt enige elasticiteit aan te brengen is het op spanning brengen van de spanband 16 met de ratel 12 eenvoudiger en wordt verschuiven van de borg-20 sluiting 7 langs de deur 5 moeilijker gemaakt. Eventueel is de ratel 12 verend op de bodemplaat 10 aangebracht.
In de bodemplaat 10 zijn naast elkaar enkele openingen 22 aangebracht. De openingen 22 hebben min of meer de afmeting van de spanband 16, waardoor deze nauwkeurig naar de 25 kier 8 geleid wordt en er rondom de opening 22 een voldoende brede rand van de onderplaat 10 is. De afstand van de opening 22 tot de rand van de bodemplaat 10 is bij voorkeur ten minste 10 mm, voor verder verbeterde bescherming tegen doorknippen van de spanband 16 is deze afstand ten minste 30 15 mm. In de tussenplaat 17 zijn overeenkomstige openingen 28. Door de rand om de openingen 22 en 28 is de spanband 16 vanaf de zijkant van de bodemplaat 10 niet toegankelijk als de bodemplaat 10 door de spanband 16 tegen de deur 5 en de 8 sponning 2 getrokken is en kan dan niet doorgeknipt worden. (Overigens zou het doorknippen opgemerkt worden en is daarmee braak vastgesteld) Doordat de spanband 16 niet ongemerkt kan worden losgenomen wordt dus voorkomen dat de 5 borgsluiting 7 op andere wijze dan door het ontspannen van de ratel 12 van de deur wordt losgenomen.
In de bodemplaat 10 en de tussenplaat 17 zijn op meerdere plaatsen naast elkaar openingen 22, 28 aangebracht, waardoor de bodemplaat 10 op verschillende posities ten op-10 zichte van de kier 8 geplaatst kan worden, afhankelijk van de situatie en de afmetingen van de kluis 1.
De ratel 12 is zodanig uitgevoerd dat door het losnemen van de eerste pal en de tweede pal van de tanden van de spanas 23 deze kan roteren zodat de spanning van de span-15 band 16 verdwijnt, de spanband 16 kan worden losgewikkeld en de ratel 12 van de spanband 16 kan worden losgenomen. Om het ontspannen van de ratel 12 door onbevoegden te verhinderen is op de bodemplaat 10 een afdekkap 11 aangebracht.
De bodemplaat 10 heeft rondom een verstevigingsrand 18. In 20 de verstevigingsrand 18 zijn één of meer openingen 26 gemaakt en in deze openingen 26 worden de haken 23, die aan een zijde van de afdekkap 11 zijn aangebracht, vastgehaakt. Aan de andere zijde van de openingen 26 is op de bodemplaat 10 een beugel 20 aangebracht. De beugel 20 steekt bij ge-25 sloten afdekkap 11 door een opening 19 in een uitstekend deel van de afdekkap 11. Het hangslot 6 wordt door de beugel 20 gehaakt waardoor het wegnemen van de afdekkap 11 wordt verhinderd en er voor onbevoegden geen toegang is tot de ratel 12.
30 In het hier getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de afdek kap 11 voorzien van een hangslot 6. In andere uitvoeringen kan de koppeling tussen de bodemplaat 10 en afdekkap 11 op andere wijze met een slot 6 geborgd worden, bijvoorbeeld 9 door in de afdekkap 11 een slot in te bouwen. Ook kan in de afdekkap 11 een alarmering en/of verklikker worden aangebracht, waarmee de gebruiker wordt geïnformeerd dat de afdekkap 11 door onbevoegden geopend is of dat er een poging 5 toe gedaan is.
In het uitvoeringsvoorbeeld is de borgsluiting 7 door een spanband 16 gekoppeld met de ankerpen 13. De spanband 16 kan van gevlochten kunststof zijn, ook kan er staaldraad doorheen gevlochten zijn. In plaats van een spanband 16 kan 10 ook een kabel gebruikt worden. Deze kabel kan van gevlochten staaldraad zijn of ook van kunststof met hoge treksterkte. De ratel 12 en de openingen 22, 28 worden dan overeenkomstig aangepast.
Voor de toepassing met de kluis 1 is de verankering 15 uitgevoerd met de ankerpen 13. Het zal duidelijk zijn dat deze verankering hier en bij andere toepassingen ook anders uitgevoerd kan worden. Er zullen situaties zijn waarbij alleen een ankerplaat 15 voldoende is, eventueel is de afmeting daarvan groter zodat de trekkracht in de spanband 16 20 over een groter oppervlak wordt verdeeld. In de situatie dat er alleen een ankerplaat 15 is, is deze aan elke kant van de spanband 16 ten minste 10 mm breed, zodat bij gespannen spanband 16 de ene kant van de ankerplaat 15 steunt op de sponning 2 en de andere kant van de ankerplaat 15 25 steunt op de deur 5. Ook kan de verankering voorzien zijn van een rubberen tussenplaat, vergelijkbaar met de tussenplaat 17 bij de bodemplaat 10, om de krachten goed te kunnen verdelen en beschadiging te voorkomen.
Het zal duidelijk zijn dat bij een grote spanning in 30 de spanband 16 de deur 5 met grote kracht in de sponning 2 getrokken wordt. Meestal betekent dit dat niet de deur 5 tegen de sponning 2 afsteunt, maar dat deze grote kracht wordt opgevangen door de grendels 9 die in openingen in de 10 sponning 2 steken. Hierdoor zijn deze grendels 9 slecht of niet te bewegen als de spanband 16 onder spanning staat.
Dit belemmert eveneens het ongewenst openen van de deur 5 bij het gebruik van de borgsluiting 7.
5 Figuur 4 toont een tweede uitvoering van de borgslui ting 7. De bodemplaat 10 is voorzien van drie openingen 22, ook de tussenplaat 17 die aan de bodemplaat 10 is bevestigd heeft drie openingen 28. De tussenplaat 17 is van 2-5 mm dik rubber, bijvoorbeeld Pararubber, met een hardheid van 10 40 - 45 Shore. De openingen 22 hebben afmetingen die de spanband 16 nauw omsluiten en de bodemplaat 10 heeft een zodanige grootte dat de afstand van de opening 22 tot de rand van de bodemplaat 10 ten minste 5-7 mm bedraagt en bij voorkeur ten minste 10 mm bedraagt.
15 De bodemplaat 10 heeft een hoge rand 54 en een afdek- kap 55 welke de rand 54 omvat. In de afdekkap 55 is een opening 35 waardoorheen de beugel 20 steekt. Door het hangslot 6 aan te brengen in een slotgat 36 wordt het afnemen van de afdekkap 55 voorkomen, zodat de inwendige ruimte 20 binnen de hoge rand 54 alleen toegankelijk is als het afne-r-f men van de afdekkap 55 niet verhinderd wordt door het hang slot 6.
Voor het spannen van de spanband 16 is binnen de ruimte omsloten door de hoge rand 54 een klem 33 geplaatst. De 25 klem 33 is uitneembaar uit de ruimte binnen de hoge rand 54, bijvoorbeeld voor het plaatsen van de klem 33 om de spanband 16, en kan in drie posities op de bodemplaat 10 geplaatst worden. Voor het positioneren van de klem 33 heeft de bodemplaat 10 nokken 37.
30 Zoals getoond in detail A van figuur 4 en in figuur 5 heeft de klem 33 een stationaire klembek 44 en een beweegbare klembek 47. De beweegbare klembek 47 kan roteren om een as 38 en wordt door een veer 48 geroteerd, zodanig dat 11 de opening tussen de klembekken 44,47 minimaal wordt en/of de klembekken tegen elkaar komen te rusten. De stationaire klembek 44 en de beweegbare klembek 47 zijn aan de naar elkaar gerichte zijden voorzien van een vertanding, groeven 5 of dergelijke die zich vast kunnen drukken in de spanband 16 die tussen de stationaire klembek 44 en de beweegbare klembek 47 vastgeklemd kan worden. De beweegbare klembek 47 is zodanig vormgegeven dat bij rotatie onder invloed van de veer 48 de spleet tussen de klembekken 49, 47 kleiner 10 wordt, en bij rotatie in de tegengestelde richting, als bijvoorbeeld op een hefboom 34 gedrukt wordt, de spleet tussen de klembekken 44, 47 groter wordt. Door deze constructie klemt de spanband 16 tussen de klembekken 44, 47 als er van de zijde van de opening 22 aan getrokken wordt 15 en de spanband 16 kan alleen in tegengestelde richting bewogen worden en/of losgenomen worden door op de hefbomen 34 te drukken.
Voor het spannen van de spanband 16 is in de stationaire klembek 44 een schroef 39 aangebracht die met de hand 20 geschroefd kan worden door een wiel 40 te draaien. Het uit-1 einde van de schroef 39 is uitgevoerd met een punt 43 die een kleine radius heeft en waarbij de punt 43 bij voorkeur gehard is, zodat deze onder belasting niet vervormt. De klem 33 met een pen 45 en een wand 46 is door de nokken 37 25 zodanig gepositioneerd dat de punt 43 steunt op een rug 41 tussen en naast de openingen 22. Eventueel is de bodemplaat 10 onder de punt 43 versterkt met een eventueel geharde plaat 42 zodat in de bodemplaat 10 onder de punt 43 geen vervormingen optreden onder invloed van de kracht in de 30 spanband 16.
Voor het spannen van de spanband 16 wordt de schroef 39 geroteerd waardoor de klem 33 naar boven gedrukt wordt waarbij deze een maximale hellingshoek β met de bodemplaat 12 10 kan maken. Als de klem 33 vlak op de bodemplaat 10 ligt maakt de schroef 39 een hoek α met de loodlijn op het bo-demvlak. De grootte van de hoek α is ongeveer de helft van de maximale hellingshoek β. In het hier getoonde voorbeeld 5 is β maximaal ongeveer 20° zodat α ongeveer 10° is. Hierdoor en doordat de klem 33 niet kan verschuiven door de nokken 37 wordt bereikt dat de punt 43 min of meer op dezelfde positie naast de opening(en) 22 blijft en de punt 43 niet klem kan komen te zitten in een spleet 22.
10 Figuur 6 en 7 tonen een anker 50 waarmee het aanbren gen van een verankering aan de binnenzijde van de kluis 1 eenvoudig is uit te voeren. Het anker 50 bestaat uit een U-vormig profiel waarvan de opstaande benen van de U steeds korter worden en eindigen in een afronding 53. In de bodem 15 van het U-vormige anker 50 zijn drie sleuven 51 aangebracht waardoor de spanband 16 geregen kan worden en op eenvoudige wijze aan het anker 50 bevestigd kan worden. Op het anker 50 zijn twee magneten 52 aangebracht voor het aan de sponning 2 vastklemmen van het anker 50. De afstand van de af-20 ronding 53 tot de meest nabije sleuf 51 bedraagt een afstand a, waarbij a ongeveer 10 - 15 mm bedraagt.
Het anker 50 wordt zodanig gebruikt dat het anker 50 geopende deur 5 met de magneten 52 aan een binnenwand 49 van de kluis 1 wordt vastgezet. Op het moment dat na het 25 sluiten van de deur 5 aan de spanband 16 wordt getrokken zal het anker 50 langs de wand 49 schuiven totdat de afronding 53 tegen het sponning 2 stoot. Dan zal het anker 50 van de zijwand 49 losgetrokken worden en kantelen rond de afronding 53 ten gevolge van de afstand a en voor de kier 8 30 vastgeklemd worden doordat het anker 50 tegelijk steunt op de sponning 2 en de deur 5. Door de schuine vorm van het anker 50 zal het ook voldoende afsteunen tegen de deur 5 13 als de deur 5 enigszins terug valt ten opzichte van de sponning 2.
De hiervoor beschreven spanband 16 is van polyester en is bijvoorbeeld 0,8 mm dik. De trekkracht kan dan 3000 N 5 bedragen. Eventueel kan de spanband 16 van sterker materiaal gemaakt worden zoals van Kevlar.
De uitvinding is in het voorgaande beschreven aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden voor het borgen van de sluiting van een kluisdeur, waarbij het ongewenst is dat 10 de deur zo verschijnselen van braak geopend zou kunnen worden. Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat er meer situaties zijn waarbij inbraak niet altijd te voorkomen is maar waarbij het voor de eigenaar van belang is dat bij inbraak schade waarneembaar is. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld 15 deuren van een kajuit van motor- of zeiljacht in een haven, buitenhuisjes of andere adressen waar weinig toezicht is. Ook in deze situaties is de sluitinrichting volgens de uitvinding op eenvoudige wijze toepasbaar, waarbij de verankering steeds aan de situatie aangepast kan worden en waarbij 20 ingeval van braak hetzij het slot op de sluitinrichting beschadigd zal zijn of de spanband.

Claims (12)

1. Sluitinrichting voor het gesloten houden van een deur (5) die in een sponning (2) kan scharnieren omvattende een verankering (13,15) die aan een eer- 5 ste kant van de gesloten deur geplaats kan worden alsmede een spanunit (7) die aan een tweede kant van de gesloten deur geplaatst kan worden en een kabel of band (16), die bij gesloten deur door een kier (8) tussen deur en sponning loopt en met het 10 ene uiteinde aan de verankering is bevestigd en met het andere uiteinde in de spanunit bevestigd is, waarbij de spanunit ondermeer een bodemplaat (10) omvat met een opening (22) voor het doorleiden van de kabel of band alsmede een spanmechanisme (12;33) 15 voor het op spanning brengen en houden van de door de opening geleide kabel of band en een afdekkap (11;54,55) met een slot (6) die afsluitend om het spanmechanisme (12;33) op de bodemplaat (10;54) ge-f plaatst kan worden -met het kenmerk dat de veranke-20 ring een steun (13,15) omvat die zich ten minste 10 mm aan beide zijden van de kabel of band uitstrekt.
2. Sluitinrichting volgens conclusie 1 waarbij de steun is uitgevoerd als een pen van zodanige lengte dat deze afsteunt tegen aan weerszijden van de deur 25 liggende sponningen, waarbij de pen eventueel in lengte instelbaar is.
3. Sluitinrichting volgens conclusie 1 waarbij de kabel of band een lint is van ten minste 5 tot 10 mm breedte en de steun zich loodrecht op het lint aan 30 weerszijden van het lint uitstrekt.
4. Sluitinrichting volgens een der voorgaande conclusies waarbij een afstand van de opening (22) in de bodemplaat (10) tot een rand van de bodemplaat ten minste 5 mm en bij voorkeur ten minste 10 mm is.
5. Sluitinrichting volgens een der voorgaande conclu sies waarbij de kabel of band (16) een gevlochten kunststof band omvat met eventueel in de band gevlochten staaldraad.
6. Sluitinrichting volgens een der voorgaande conclu- 10 sies waarbij de kabel of band (16) is uitgevoerd als koord van staaldraad of hoge sterkte kunststof draad.
7. Sluitinrichting volgens een der voorgaande conclusies waarbij de kabel of band (16) een treksterkte 15 heeft van ten minste 3000 N.
8. Sluitinrichting volgens een der voorgaande conclusies waarbij het spanmechanisme (12) een roterende as (23) omvat voor het opwikkelen van de kabel of band (16) met een eerste pal die het roteren van de 20 as kan blokkeren en een hefboom met een tweede pal voor het roteren van as.
9. Sluitinrichting volgens een der voorgaande conclusies waarbij het spanmechanisme een klem (33) omvat voor het vastklemmen van de kabel of band (16) en 25 een schroef (39,40) voor het van de opening (22) in -j — i 1 . / η n \ -J— ^ ^ i,i aw. U.C jjuucmpiaat \ i o / uuwcu vau j.·
10. Sluitinrichting volgens conclusie 9 waarbij de klem (33) een spleet voor het doorleiden van de kabel of band (16) omvat tussen een beweegbare klem- 30 bek (47) en een stationaire klembek (44) alsmede een veer (48) voor het klemmen van de beweegbare klem op de kabel of band.
11. Sluitinrichting volgens een der voorgaande conclusies waarbij de spanunit (7) waarschuwingsmidde-len omvat die ondermeer geactiveerd worden als er ongebruikelijk geweld op uitgeoefend wordt.
12. Sluitinrichting volgens een der voorgaande con clusies waarbij de steun (50) met magneten (52) aan een sponning (2) bevestigd kan worden.
NL2000716A 2006-12-27 2007-06-19 Sluitinrichting voor het gesloten houden van een deur. NL2000716C1 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000716A NL2000716C1 (nl) 2006-12-27 2007-06-19 Sluitinrichting voor het gesloten houden van een deur.
CN2007800483679A CN101617096B (zh) 2006-12-27 2007-09-28 用于保持关闭门的闭合装置
EP07800149A EP2097602A1 (en) 2006-12-27 2007-09-28 Closure means for holding closed a door
CA2611641A CA2611641C (en) 2006-12-27 2007-09-28 Closure means for holding closed a door
JP2009543971A JP5113189B2 (ja) 2006-12-27 2007-09-28 ドアの閉塞を保持するための閉鎖手段
PCT/NL2007/050471 WO2008078985A1 (en) 2006-12-27 2007-09-28 Closure means for holding closed a door
DE200720015578 DE202007015578U1 (de) 2006-12-27 2007-11-09 Verschlussmittel zum Geschlossenhalten einer Tür
US11/955,907 US8132434B2 (en) 2006-12-27 2007-12-13 Closure means for holding closed a door

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000408 2006-12-27
NL2000408A NL2000408C2 (nl) 2006-12-27 2006-12-27 Sluitinrichting voor het afsluiten van een deur.
NL1033383A NL1033383C1 (nl) 2006-12-27 2007-02-13 Sluitinrichting voor het afsluiten van een deur.
NL1033383 2007-02-13
NL2000716A NL2000716C1 (nl) 2006-12-27 2007-06-19 Sluitinrichting voor het gesloten houden van een deur.
NL2000716 2007-06-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2000716C1 true NL2000716C1 (nl) 2008-06-30

Family

ID=38779689

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2000716A NL2000716C1 (nl) 2006-12-27 2007-06-19 Sluitinrichting voor het gesloten houden van een deur.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2000716C1 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1766168B1 (en) Lockable tie down
US5377510A (en) Key-releasable restraint
US9212508B2 (en) Security link
AU2008247633B2 (en) Tie down and tensioning system
US4296615A (en) Anti-theft arrangement, particularly for a mast of a sailing craft
US20080307612A1 (en) Tie down tensioning device
US20090013511A1 (en) Cargo bracing device
US5471713A (en) Cord retaining and fastening device
US8132434B2 (en) Closure means for holding closed a door
US4693097A (en) Portable chain lock
US20080232922A1 (en) Cargo bracing device
NL1033383C1 (nl) Sluitinrichting voor het afsluiten van een deur.
US5765801A (en) J shaped storage hook
WO1997004247A1 (en) Securement device and method
US6163935A (en) Method and apparatus for securing pleasure crafts
US11118655B2 (en) Assembling structure for timely and securely locking and releasing a rope
NL2000716C1 (nl) Sluitinrichting voor het gesloten houden van een deur.
GB2351530A (en) Cable end securing means
US20050241117A1 (en) Open sided cam lock for ropes
EP0727334A1 (en) Attachment device for securing vehicle utility racks to rooftop elongated bars
US5573289A (en) Entry way security chain
US20090321486A1 (en) Roof rack
GB2247656A (en) Apparatus for securing a load
WO1990009535A1 (en) Security device for straps and the like
CA2119592A1 (en) Cord retaining and fastening device

Legal Events

Date Code Title Description
SD Assignments of patents

Effective date: 20100702

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110101