NL2000545C1 - Van een opening voorzien horloge met in de opening aangebrachte wijzer. - Google Patents

Description

Van een opening voorzien horloge met in de opening aangebrachte wijzer

De uitvinding betreft een horloge, omvattende een uurwerk en tenminste een eerste door het uurwerk aandrijfbare in een wijzervlak beweegbare wijzer. Dergelijke horloges zijn 5 bekend, zowel als polshorloge, maar ook als zakhorloge.

Bij deze tot de stand van de techniek behorende horloges zijn zowel het uurwerk als de wijzerplaat, waarover de wijzers zich bewegen binnen een horlogekast geplaatst. Hierbij bevindt het uurwerk zich achter de wijzerplaat.

10

Bij het ontwerpen van dergelijke horloges bestaat weinig vrijheid; slechts de vorm van de betreffende delen kan worden gewijzigd. Er bestaat dan ook behoefte aan horloges met een grotere ontwerpvrijheid.

15 Dit doel wordt bereikt doordat de parallelle projectie van het wijzervlak en het uurwerk op een zich parallel aan het wijzervlak uitstrekkend vlak buiten elkaar vallen. Met behulp van deze maatregelen wordt het wijzergebied als het ware buiten of naast het uurwerk geplaatst. Hierbij wordt erop gewezen dat deze maatregel zowel voor polshorloges als voor zakhorloges toepasbaar is; de bij polshorloges beperktere ruimte 20 vereist echter dat daar kleine uurwerken worden toegepast.

Volgens een eerste uitvoeringsvorm omvat het horloge een horlogekast, waarbij het uurwerk in de horlogekast is geplaatst en waarbij het wijzergebied zich buiten de rand van de horlogekast uitstrekt. Hierbij strekt de tenminste ene wijzer zich radiaal uit 25 vanuit het huis. Om deze constructie voldoende stevig te maken, is de wijzer bij voorkeur op een ringvormige in rotatie aandrijfbare, bijvoorbeeld transparante drager geplaatst.

Volgens een alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm omvat het horloge een horlogekast, 30 waarbij in de horlogekast een opening is aangebracht en waarbij het wijzergebied zich tenminste gedeeltelijk binnen de opening van de horlogekast uitstrekt. Hierbij wordt het uurwerk in de horlogekast of in de daarop aansluitende elementen ondergebracht, zodat de het wijzergebied vrij blijft. De opening in de kast kan dan worden gebruikt als een het uiterlijk van het horloge bepalend deel van het horloge, waardoor grotere vrijheid 2 ontstaat bij het ontwerp van dergelijk horloge. Stilzwijgend wordt veelal uitgegaan van een ronde vorm voor de opening. Het is echter eveneens mogelijk openingen met andere vormen toe te passen zoals veelhoekige openingen.

5 Een bijzondere uitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat de eerste wijzer zich vanaf de horlogekast tot in de opening uitstrekt. Hierbij is de wijzer zelfdragend. Dit leidt tot een uitzonderlijk en verrassend uiterlijk van het horloge.

Ondanks de zelfdragendheid van de wijzer, is deze wel een kwetsbaar onderdeel. Om 10 deze kwetsbaarheid te verminderen stelt een volgende uitvoeringsvorm voor dat de opening aan de zichtzijde door een plaat van transparant materiaal wordt afgedekt.

Volgens een volgende uitvoeringsvorm is de tenminste eerste wijzer aangebracht op een eerste roteerbare transparante drager welke zich in het wijzergebied uitstrekt en welke 15 eerste transparante drager door het uurwerk aandrijfbaar is. Deze maatregel handhaaft de doorzichtigheid van de opening in de horlogekast, waarbij de wijzer duidelijk zichtbaar is. De transparante drager wordt bijvoorbeeld door krasvast glas gevormd, waarbij de wijzer bijvoorbeeld als een streep op het glas is aangebracht.

20 Als alternatief voor de hierboven genoemde uitvoeringsvormen verschaft een volgende uitvoeringsvorm de maatregel dat tenminste een van de wijzers is geplaatst op een zich binnen de opening in de horlogekast uitstrekkende, in rotatie aandrijfbare ring. Ook bij deze uitvoeringsvorm wordt de doorzichtigheid van de opening gehandhaafd, omdat de ring slechts een deel van de opening in beslag neemt. De ring fungeert dan als drager 25 van de wijzer. Overigens kan de ring hierbij zowel ondoorzichtig als transparant zijn uitgevoerd.

Om het aflezen van de tijd te vergemakkelijken, is het aantrekkelijk wanneer de horlogekast van een zich rondom het wijzergebied uitstrekkende schaalverdeling is 30 voorzien. Deze schaalverdeling fungeert hierbij als wijzerplaat.

Alhoewel tijdaanwijzing mogelijk is met een enkele wijzer, wordt de tijdaanwijzing duidelijker wanneer op de klassieke wijze gebruik wordt gemaakt van twee wijzers, namelijk een korte wijzer voor de uren en een lange wijzer voor de minuten.

3

Deze uitvoeringsvorm kan worden geïmplementeerd doordat een tweede wijzer die zich vanaf de horlogekast tot in de opening uitstrekt. Hierbij wordt wederom gebruik gemaakt van een wijzer die zich zelfdragend vanaf de aan de buitenzijde gelegen horlogekast naar binnen toe uitstrekt.

5

Tevens kan gebruik worden gemaakt van een tweede wijzer, die op een tweede drager is geplaatst die zich binnen het wijzergebied uitstrekt, welke tweede drager door een uurwerk aandrijfbaar is. Deze tweede wijzer kan, evenals de eerste worden uitgevoerd als een op een transparante plaat aangebrachte wijzer. Hierbij zijn in de opening in de 10 horlogekast twee transparante dragers boven elkaar aangebracht.

Ook de tweede wijzer kan als een ring worden uitgevoerd, hierbij is dan sprake van twee concentrische ringen die elk van een wijzerindicatie zijn voorzien.

15 Tevens is het mogelijk gebruik te maken van een combinatie van de hierboven genoemde wijzersoorten, bijvoorbeeld een combinatie van een losse zelfdragende wijzer met een opeen ring aangebrachte wijzer of van een losse zelfdragende wijzer met een op een transparante drager aangebrachte wijzer.

20 De hierboven genoemde wijzers moeten worden aangedreven, zowel in het geval van een enkele wijzer als in het geval van een twee wijzers. Hiertoe verschaft een volgende uitvoeringsvorm de maatregel dat tenminste de eerste wijzer verbonden is met een eerste in de horlogekast gelagerde, zich rondom het wijzergebied uitstrekkende tandkrans, die voor aandrijving is gekoppeld met het uurwerk. De tandkrans maakt 25 immers een gemakkelijke, directe koppeling mogelijk met de wijzerdrager, terwijl een tandkrans gemakkelijk aandrijfbaar is.

Wanneer twee afzonderlijke wijzerdragers worden toegepast, moeten zij beide worden aangedreven, Hiertoe verschaft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm de maatregel dat 30 de tweede wijzer is verbonden met een tweede in de horlogekast gelagerde zich rondom het wijzergebied uitstrekkende tandkrans, die met een uurwerk is gekoppeld. De tandkransen kunnen hierbij concentrisch boven elkaar of elkaar omringend worden gerangschikt.

4

Beide tandkransen moeten worden aangedreven. Het is uiteraard mogelijk elk van de tandkransen te koppelen met een eigen uurwerk, maar om de kosten laag te houden, en het ruimtebeslag zo klein mogelijk te maken, is het aantrekkelijk wanneer de eerste en de tweede tandkrans met hetzelfde uurwerk zijn gekoppeld. Hierbij moet uiteraard wel 5 een factor 12 in de overbrengingsverhouding tussen beide tandkransen worden ingebouwd.

Er bestaan talloze mogelijkheden voor het lageren van de tandkransen, maar een eenvoudige stabiele lagering wordt verkregen wanneer tenminste een van de 10 tandkransen van uitwendige tanding is voorzien en dat deze tandkrans door tenminste drie uitwendige tandwielen in radiale richting is opgesloten.

Een andere mogelijkheid is dat tenminste een van de tandkransen is opgesloten in een lagerhuis. Ook hier kunnen uiteraard combinaties van beide mogelijkheden worden 15 toegepast, maar het is bijzonder aantrekkelijk wanneer beide tandkransen gebruik maken van dezelfde soort lagering.

Door het aanbrengen van een opening in de horlogekast is de hierin resulterende ruimte beperkt. Toch is het, uiteraard bij toepassing van een voldoend klein uurwerk, mogelijk 20 dat het tenminste ene uurwerk in de horlogekast is geplaatst. Onder een uurwerk wordt hier overigens niet alleen een elektrisch, op een kwartskristal gebaseerd elektrisch uurwerk verstaan, maar eveneens een volledig mechanisch uurwerk, als zal dit laatste snel tot problemen met beschikbare plaatsruimte leiden.

25 Deze problemen met betrekking tot de plaatsruimte kunnen voor een groot deel worden opgelost wanneer het horloge van een armband is voorzien en dat de armband tenminste een star met de horlogekast verbonden deel omvat, waarin het tenminste ene uurwerk is geplaatst. Dit star met de horlogekast verbonden deel kan worden gevormd door een deel van een van een scharnier en een slot verbonden armband waarin de horlogekast is 30 geplaatst, maar het kan eveneens worden gevormd door een aan de horlogekast grenzende schakel van een schakelarmband waarin de horlogekast is geplaatst.

Wanneer waarde wordt gehecht aan een flexibele koppeling tussen de kast en de daarop aansluitende schakel, bijvoorbeeld bij een dameshorloge, heeft het de voorkeur dat het 5 horloge van een armband is voorzien en dat de armband tenminste een schamierbaar met de horlogekast verbonden deel omvat, waarin het tenminste ene uurwerk is geplaatst en waarbij het uurwerk door middel van een beweging tussen schakel en kast toelaatbare aandrijving met de tandkrans is verbonden.

5

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen waarin voorstellen:

Figuur 1: een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding; 10 Figuur 2: een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Figuur 3: een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Figuur 4: een perspectivisch aanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van de 15 uitvinding;

Figuur 5: een perspectivisch aanzicht van een vijfde uitvoeringsvorm van de uitvindingen

Figuur 6: een explosieaanzicht van een zesde uitvoeringsvorm van de uitvinding.

20 In figuur 1 is een polshorloge 1 afgebeeld dat een horlogekast 2 omvat, die is opgenomen in een flexibele horlogeband 3. In de horlogekast 2 is een ronde opening 4 aangebracht. In de ronde opening 4 is een, zich vanaf de horlogekast 2 naar binnen uitstrekkende wijzer 5 roteerbaar aangebracht. Rondom de ronde opening 4 is een schaalverdeling 7 aangebracht. De wijzer 5 is een langgerekte starre zelfdragende 25 constructie die slechts aan een enkel einde met een roteerbaar deel van de horlogekast 2 in de vorm van een ring 6 is verbonden.

In de horlogekast 2 is een in de figuur niet weergegeven uurwerk, bijvoorbeeld een kwartsuurwerk aangebracht. Het kwartsuurwerk is ingericht voor het in rotatie 30 aandrijven van de ring 6 met een snelheid van een omwenteling per 12 uur, te weten de snelheid van een kleine wijzer van een gewoon uurwerk. Om toch een zekere mate van nauwkeurigheid van tijdaflezing te verkrijgen, is de schaalverdeling 7 voorzien van de fijne schaal, in het onderhavige geval een streepje per 5 minuten.

6

In plaats van de hier getoonde uitvoeringsvorm met een enkele wijzer 5 is het mogelijk twee wijzers toe te passen, bijvoorbeeld door twee ringen 5 boven elkaar te plaatsen die elk zijn verbonden met een wijzer. De tweede ring 5 moet dan wel worden aangedreven met een snelheid welke een twaalfde bedraagt van de snelheid van de 5 eerste ring 5.

In figuur 2 is een uitvoeringsvorm getoond welke in grote lijnen overeenkomt met de in figuur 2 afgebeelde uitvoeringsvorm. De horlogekast 2 zodanig klein is dat deze veeleer kan worden opgevat als een ring. Er is hier echter geen sprake van een flexibele 10 horlogeband maar van een starre armband 8a, 8B. Beide delen 8A, 8B van deze armband zijn vast verbonden met de horlogekast 2. Dit biedt de mogelijkheid het uurwerk of een deel hiervan onder te brengen in een van de delen 8A, 8B van de armband, waardoor het probleem van ruimtegebrek in de eigenlijke horlogekast wordt vermeden.

15

Figuur 3 toont een derde uitvoeringsvorm, waarbij evenals bij de in figuur 2 afgebeelde uitvoeringsvorm het uurwerk in een aan de horlogekast 2 grenzend deel van de band is aangebracht. In deze uitvoeringsvorm is de band gevormd door een schakelarmband 9, waarvan twee schakels 9A en 9B grenzen aan de horlogekast 2. In de schakel 9a is het 20 uurwerk aangebracht. De schakels zijn elk onderling en met de aan de horlogekast 2 grenzende schakels 9A en 9B met de horlogekast 2 scharnierend verbonden. Het uurwerk is dan ook door een deze onderlinge beweging toelatend overbrengingsmechnisme, zoals paren tandwielen waarvan er één een bolle vorm heeft of een cardanas, verbonden met een zich rondom de opening 4 uitstrekkende ring 6 die 25 gekoppeld is met de wijzer 5.

In figuur 4 is een uitvoeringsvorm getoond die sterk overeenkomt met de in figuur 2 afgebeelde uitvoeringsvorm, maar waarbij de horlogekast 2 en de armband 8 breder zijn gedimensioneerd. Voorts is de armband 11 in twee delen 1 IA en 11B gedeeld door een 30 schanier 12. Het deel 1 IA is star verbonden met de horlogekast 2 en het deel 11B is door middel van een slot 13 verbonden met de kast 2. Het evenmin in de onderhavige figuur weergegeven uurwerk strekt zich dan ook uit in het deel 1 IA. Hierbij is geen flexibele overbrenging noodzakelijk tussen het uurwerk en de wijzer.

7

De in figuur 5 getoonde uitvoeringsvorm wijkt af van de in figuur 1 afgebeelde uitvoeringsvorm door de afwezigheid van een wijzer 5 In plaats daarvan wordt de tijd aangewezen door een op een draaibare ring 15 aangebrachte markering 16. Deze ring 15 is draaibaar bevestigd tegen de binnenwand van de opening 4, waarbij de ring in rotatie 5 aandrijfbaar is door het uurwerk. Hiermede wordt dezelfde functionaliteit verkregen als bij de voorgaande uitvoeringsvormen.

Het zal duidelijk zijn dat deze uitvoeringsvorm kan worden gecombineerd met een van de vorige uitvoeringsvormen. Hierbij kan bijvoorbeeld de ring worden gebruikt voor het 10 aangeven van de minuten en kan de wijzer worden gebruikt voor het aangaven van de uren.

Het is overigens eveneens mogelijk gebruik te maken van twee concentrische ringen voor het aangeven van de genoemde aanduidingen.

15

In figuur 6 is een explosieaanzicht getoond van een horlogekast 2 volgens een zesde uitvoeringsvorm. Deze horlogekast 2 is samengesteld uit een bodemdeel 18 en een deksel 19. De kast 2 heeft een gedeelde vorm, zodat de kast, wanneer deze is gesloten, de wordt gevormd door een middendeel, met het uiterlijk van een eigenlijke horlogekast 20 en twee zijdelen die elk het uiterlijk hebben van een schakel van een schakelarmband.

In de kast zijn vier geleidende tandwielen 20 gelagerd, die dienen als radiaal lager voor een ring 21. In een van de zijdelen van de kast is een uurwerk 22 aangebracht, dat voorzien is van een aandrijvend tandwiel 23, dat in aangrijping is met de van een 25 uitwendige tanding voorzien ring 21. Bij de getoonde uitvoeringsvorm is deze ring 21 door middel van een verbindingsring 24 verbonden met een in de kast 2 gelagerde ring 15 die van een indicator 16 is voorzien zoals bij de vijfde uitvoeringsvorm; het zal eveneens duidelijk zijn dat de verbindingsring kan zijn gekoppeld met een glazen plaat zoals bij de eerdere uitvoeringsvormen.

30

Het zal duidelijk zijn dat ook deze uitvoeringsvorm van twee indicatoren kan zijn voorzien. Hierbij wordt gebruik gemaakt van verschillende ringen en glazen platen die concentrisch van elkaar zijn gelagerd. De aanwezigheid van een tweede ruimte in de kast maakt het mogelijk daar en tweede uurwerk aan te brengen.

8

Afgezien van de hierboven genoemde uitvoeringsvormen en varianten, kunnen voorts talloze variaties worden aangebracht op de getoonde uitvoeringsvormen; zo kunnen de indicatoren niet alleen worden gebruikt voor het aangeven van de tijd, mar ook voor het 5 aangeven van de datum of andere voor horloges gebruikelijke grootheden.

Claims (18)

1. Horloge, omvattende een uurwerk en tenminste een eerste door het uurwerk aandrijfbare in een wijzervlak beweegbare wijzer, met het kenmerk, dat de parallelle 5 projectie van het wijzervlak en het uurwerk op een zich parallel aan het wijzervlak uitstrekkend vlak buiten elkaar vallen.

2. Horloge volgens conclusie 1, gekenmerkt door een horlogekast, waarbij het uurwerk in de horlogekast is geplaatst en waarbij het wijzergebied zich buiten de rand 10 van de horlogekast uitstrekt.

3. Horloge volgens conclusie 1, gekenmerkt door een horlogekast, waarbij het uurwerk in de horlogekast is geplaatst en waarbij in de horlogekast een opening is aangebracht en waarbij het wijzergebied zich tenminste gedeeltelijk binnen de opening 15 van de horlogekast uitstrekt.

4. Horloge volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de eerste wijzer zich vanaf de horlogekast tot in de opening uitstrekt.

5. Horloge volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de opening aan de zichtzijde door een plaat van transparant materiaal wordt afgedekt.

6. Horloge volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de eerste wijzer is aangebracht op een eerste roteerbare transparante drager welke zich in het wijzergebied 25 uitstrekt en welke eerste transparante drager door het uurwerk aandrijfbaar is.

7. Horloge volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een van de wijzers is geplaatst op een zich binnen de opening in de horlogekast uitstrekkende, in rotatie aandrijfbare ring. 30

8. Horloge volgens een van de conclusies 3-7, met het kenmerk, dat de horlogekast van een zich rondom het wijzergebied uitstrekkende schaalverdeling is voorzien.

9. Horloge volgens conclusie 3 of 4, gekenmerkt door een tweede wijzer die zich vanaf de horlogekast tot in de opening uitstrekt.

10. Horloge volgens een van de conclusies 1-8, gekenmerkt door een tweede 5 wijzer, die op een tweede drager is geplaatst die zich binnen het wijzergebied uitstrekt, welke tweede drager door een uurwerk aandrijfbaar is

11. Horloge volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste de eerste drager verbonden is met een eerste in de horlogekast gelagerde, zich 10 rondom het wijzergebied uitstrekkende tandkrans, die voor aandrijving is gekoppeld met het uurwerk.

12. Horloge volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de tweede drager is verbonden met een tweede in de horlogekast gelagerde zich rondom het wijzergebied 15 uitstrekkende tandkrans, die met een uurwerk is gekoppeld.

13. Horloge volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de eerste en de tweede tandkrans met hetzelfde uurwerk zijn gekoppeld.

14. Horloge volgens conclusie 11, 12 of 13, met het kenmerk, dat tenminste een van de tandkransen van uitwendige tanding is voorzien en dat deze tandkrans door tenminste drie uitwendige tandwielen in radiale richting is opgesloten.

15. Horloge volgens conclusie 11, 12 of 13, met het kenmerk, dat tenminste een 25 van de tandkransen is opgesloten in een lagerhuis.

16. Horloge volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tenminste ene uurwerk in de horlogekast is geplaatst.

17. Horloge volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het horloge van een armband is voorzien en dat de armband tenminste een star met de horlogekast verbonden deel omvat, waarin het tenminste ene uurwerk is geplaatst.

18. Horloge volgens een van de conclusies 1-15, met het kenmerk, dat het horloge van een armband is voorzien en dat de armband tenminste een schamierbaar met de horlogekast verbonden deel omvat, waarin het tenminste ene uurwerk is geplaatst en waarbij het uurwerk door middel van een beweging tussen schakel en kast toelaatbare 5 aandrijving met de tandkrans is verbonden.