NL2000180C2 - Gesimuleerd gloeibed met gesimuleerd vuur. - Google Patents

Description

Sch/svk/Vicaroth-2p

GESIMULEERD GLOEIBED MET GESIMULEERD VUUR

De uitvinding heeft betrekking op een haard met gesimuleerd vuur. Dergelijke haarden zijn in vele uitvoeringen in de handel verkrijgbaar en algemeen bekend.

5 Het is een doel van de uitvinding, de natuurgetrouwheid van de simulatie van de haard met een gesimuleerd vuur te verbeteren.

Met het oog op deze doelstelling verschaft de uitvinding een gesimuleerd gloeibed voor een haard met 10 gesimuleerd vuur, welk gloeibed omvat: een ten dele translucente en ten dele opake kap met het uiterlijk van althans ten dele verkoolde stukken hout en/of kool; en ten minste één onder die kap opgestelde lichtbron, 15 die licht op de kap richt, welk licht zodanige eigenschappen, zoals plaats, kleur en intensiteit, bezit, dat de kap de illusie wekt gloeiende stukken hout en/of kool te omvatten.

Bij voorkeur vertoont het gloeibed volgens de 20 uitvinding de bijzonderheid dat de kap bestaat uit polyurethaan-schuim.

Volgens een volgend aspect van de uitvinding vertoont het gloeibed de bijzonderheid dat de oppervlakken van de kap in hoofdzaak continu zijn.

25 Deze continue buitenvlakken kunnen worden gerealiseerd door het gebruik van een overmaat aan polyurethaan tijdens het opschuimen in een mal.

Tijdens onderzoek is gebleken, dat een gloeibed volgens de uitvinding de praktische bijzonderheid kan 30 vertonen dat de translucente gebieden van de kap een dikte in de orde van 1 mm bezitten en de opake gebieden 2 van de kap een dikte in de orde van 3 mm bezitten. Een dikte in de orde van 1 mm biedt een voldoende mate van translucentie onder behoud van een toereikende mechanische stabiliteit en sterkte van de kap op die 5 plaats. Een dikte in de orde 3 mm en meer verzekert, dat het betreffende gebied nagenoeg geheel opaak is. De mate van translucentie respectievelijk opaciteit wordt na het uit de productiemal nemen van een kap conform de wensen van de ontwerper aangepast door het uitvoeren van 10 oppervlaktebewerkingen, zoals het aanbrengen van verf, lak, pigmenten bevattende deklagen, en dergelijke, waardoor het gloeibed een zeer bedrieglijke overeenstemming bezit met een werkelijk gloeibed, dat ten dele uitgebrande stukken hout en/of kool bevat.

15 Volgens een volgend aspect van de uitvinding omvat het gloeibed een aantal lichtbronnen die individueel of in groepen aan de gesimuleerde stukken hout en/of kool zijn toegevoegd. Dit komt overeen met de realiteit, waarin individuele stukken meestal een individueel 20 gloeipatroon bezitten. Dit gloeipatroon kan zelfs tussen naburige stukken sterk verschillen.

Een hoge mate van natuurgetrouwheid kan worden gerealiseerd met een uitvoering waarin de lichtbronnen door een processor zodanig worden bestuurd, dat de 25 eigenschappen van het uitgezonden licht in de tijd variëren.

Een verrassende verfijning wordt bereikt met een uitvoering waarin de lichtbronnen voor maximaal circa 10%, steeds gedurende korte tijd, wit en/of blauw licht 30 afgeven. Het kortstondig optredende witte licht suggereert kleine vonken terwijl het blauwe licht de simulatie geeft van de soms in een brandend vuur optredende blauwe vlammen.

Tevens betreft de uitvinding een haard met een 35 gesimuleerd gloeibed van één van de hierboven besproken types. Volgens de uitvinding omvat deze haard bij voorkeur ten minste één tweede lichtbron die het gloeibed van boven af belicht.

3

Een dergelijke haard volgens de uitvinding omvat bij voorkeur een aantal tweede lichtbronnen, die rood licht . (piekgolflengte 62 6 nm) en amberkleurig licht (piekgolflengte 590 nm) uitzenden.

5 Een dergelijke haard kan met voordeel de bijzonderheid vertonen, dat de processor tevens de tweede lichtbronnen bestuurt.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen van een aantal 10 uitvoeringsvoorbeelden, waartoe de uitvinding zich niet beperkt. In de tekeningen tonen:

Figuur 1 een haard met een gesimuleerd gloeibed volgens de uitvinding, van welke haard ter wille van de duidelijkheid de wanden niet zijn getekend; 15 Figuur 2A een schematisch bovenaanzicht van een gloeibed;

Figuur 2B een langsdoorsnede door het gloeibed volgens figuur 2A;

Figuur 2C een transparant getekend bovenaanzicht van 20 het gloeibed volgens de figuren 2A en 2B.

' Figuur 3A een bovenaanzicht van een gloeibed;

Figuur 3B een bovenaanzicht van het gloeibed volgens Figuur 3A;

Figuur 3C een onderaanzicht van het gloeibed volgens 25 de Figuur 3A en 3B;

Figuur 4A een perspectivisch bovenaanzicht van het gloeibed;

Figuur 4B een perspectivisch onderaanzicht van het gloeibed; en 30 Figuur 5 een schematische doorsnede van een deel van de uit polyurethaan-schuim bestaande kap; en

Figuur 6A een perspectivisch aanzicht van een houtblok volgens de uitvinding;

Figuur 6B een perspectivisch aanzicht van het 35 onderste deel van het houtblok volgens figuur 6A; en

Figuur 6C een drager voor houtblokken met elektrische voedingsaansluitingen.

Figuur 1 toont een haard 2 met gesimuleerd vuur. De 4 haard 2 omvat een gesimuleerd gloeibed 1. Dit gloeibed 1 omvat een ten dele translucente en ten dele opake kap 3 met het uiterlijk van althans ten dele verkoolde stukken 4 hout en/of kool, en een aantal onder die kap 3 5 opgestelde lichtbronnen 5 (zie figuur 2) die licht op de kap 3 richten, welk licht zodanige eigenschappen, zoals plaats, kleur en intensiteit, bezitten, dat de kap 3 de illusie wekt, gloeiende stukken 4 hout en/of kool te omvatten.

10 De haard 2 omvat verder een onder een hoek van circa 14° schuin opgesteld projectiescherm 7, dat ten dele translucent is. Achter dit projectiescherm 7 zijn niet-getekende lichtbronnen opgesteld, die zodanig zijn uitgevoerd, dat ze lichtpatronen met de vorm en overige 15 eigenschappen van vlammen op het projectiescherm 7 projecteren. Dit aspect wordt evenwel slechts voor de volledigheid vermeld en is voor de onderhavige uitvinding niet van belang.

Zoals figuur 2 toont, zijn de lichtbronnen 5 zodanig 20 opgesteld, dat ze in groepen aan de gesimuleerde stukken 4 hout en/of kool zijn toegevoegd en de vorm van de stukken 4 althans min of meer volgen.

De lichtbronnen 5 worden door een niet-getekende, onder de kap 3 opgestelde processor zodanig bestuurd dat 25 de eigenschappen van het door de lichtbronnen 5 uitgezonden licht in de tijd varieert.

Een bijzonder natuurgetrouwe simulatie wordt verkregen in het geval, waarin de lichtbronnen 5 voor circa 60 % rood licht (626 nm), voor circa 20 % 30 amberkleurig licht (590 nm) en voor circa 20 % oranje licht (605 nm) afgeven.

Verder kunnen de lichtbronnen 5 voor maximaal circa 10%, en in de praktijk zelfs minder, steeds gedurende korte tijd, wit en/of blauw licht afgeven. Dit komt de 35 natuurgetrouwheid van de simulatie van het gloeien van de stukken 4 met af en toe kleine blauwe vlammen en het afgeven van kleine vonken, nog verder ten goede.

De figuren 3A, 3B en 3C, 4A en 4B tonen in sterk 5 geschematiseerde vorm het gloeibed 1 met de gesimuleerde stukken 4 hout en/of kool.

Niet is getekend, dat de bodem 8 van de haard elektrische voorzieningen draagt, zoals de centrale 5 processor voor het besturen van de eerste lichtbronnen 5 en de tweede lichtbronnen 6 (zie figuur 1 en de hierna volgende beschrijving), alsmede koppelmiddelen, bijvoorbeeld stekerverbindingen voor het koppelen van de aan de bodem 8 aangebrachte centrale processor met de 10 lichtbronnen 5 en 6.

De lichtbronnen 5 dienen voor het simuleren van een gloeibeeld op basis van doorvallend licht door de relatief translucente delen van de uit polyurethaan-schuim bestaande kap 3. Deze translucente delen bezitten 15 een dikte in de orde van 1 mm, terwijl de opake delen een dikte van meer dan 2 a 3 mm bezitten. Een grotere dikte is uit lichttechnische overwegingen niet zinvol.

De kap 3 is aan zijn buitenzijde door middel van verf, lak, pigmenthoudende deklagen, of dergelijke, 20 zodanig bewerkt, dat hij een zeer natuurgetrouwe weergave van een aantal houtblokken of dergelijke vormt. Deze technieken zijn op zichzelf bekend en zijn dan ook voor de onderhavige uitvinding niet van belang.

Behalve belichting vanaf de onderzijde omvat de 25 haard 2 ook voorzieningen om de kap 3 ook vanaf de bovenzijde te belichten. Daartoe draagt de haard 2 aan zijn bovenzijde een aantal tweede lichtbronnen 6. Deze zijn zichtbaar in de gedeeltelijk opengewerkt getekende bovenrand 9. Het zal duidelijk, dat deze rand geheel 30 gesloten is en de tweede lichtbronnen 6 geheel afdekt voor naar voren stralend licht, zodanig dat ze onder geen enkele omstandigheid rechtstreeks zichtbaar zijn.

De lichtbronnen 6 zenden bij voorkeur voor 50 % rood licht (626 nm) en voor 50 % amberkleurig licht (590 nm) 35 uit.

Door de besturing vanuit de centrale processor worden ook deze lichtbronnen 6 in de tijd gemoduleerd, evenals de lichtbronnen 5. Deze modulatie vindt zodanig 6 plaats, dat effectief de belichte plaats, de kleur van het uitgezonden licht en de intensiteit van dat licht continue worden gevarieerd.

Alle lichtbronnen 5, 6 worden zodanig door de 5 processor aangestuurd, dat de simulatie van een werkelijk gloeibed zo goed is, dat slechts een zeer attente waarnemer het verschil kan waarnemen.

Figuur 5 toont ter illustratie een dwarsdoorsnede door een diffuus translucent deel van de kap 3. Dit deel 10 bezit een wanddikte van 2 è 3 mm en omvat een kern 10 polyurethaan-schuim en bevat gesloten cellen of luchtbellen en continue, dat wil zeggen gesloten buitenvlakken 11, 12. Deze continue buitenvlakken 11, 12 kunnen worden gerealiseerd door het gebruik van een 15 overmaat aan polyurethaan tijdens het opschuimen in een mal.

Uit figuur 5 blijkt het effect van de schuimstructuur van de kern 10. Deze zorgt voor een verstrooiing of diffuus doorlaten van het invallende 20 licht 13, dat afkomstig is van de eerste lichtbronnen 5. Dit licht wordt na te zijn ingevallen op het binnenste vlak 11 door de kern 10 zodanig verstrooid, dat het de kap 3 als uittredend licht 14 verlaat in een in hoofdzaak omni-directioneel patroon.

25 Voor de volledigheid wordt opgemerkt, dat de polyurethaan kap 3, na de modelleermatrijs te hebben verlaten en geheel te zijn uitgehard, in hoofdzaak kleurloos is. Het natuurlijke uiterlijk wordt pas verkregen door de beschreven nabewerkingen en het 30 gloeibeeld wordt pas verkregen door de werking van de lichtbronnen 5 onder besturing door de processor.

Figuur 6A toont een houtblok 15 als onderdeel voor een gesimuleerd gloeibed volgens de uitvinding.

Figuur 6B toont de binnenzijde van het houtblok 15. 35 Ten minste één langwerpige opstelling 18 met LEDs 20 strekt zich in de langsrichting van het houtblok 15 uit en volgt aldus de vorm daarvan. De LEDs 20 zijn opgesteld in een interne holte 19 van het houtblok 15. De LEDs 20 7 kunnen door middel van een besturingseenheid 21, die van batterijen is voorzien, worden gevoed voor het volgens een gewenst programma door de bijbehorende processor besturen van de LEDs, waardoor de eigenschappen van het 5 uitgezonden licht in de tijd variëren.

Aan het einde van het houtblok 15 bevindt zich een voedingsaansluiting 22 die kan worden verbonden met een voedingssteker 17. Deze voedingssteker 17 kan op de in figuur 6C getoonde wijze losneembaar zijn aangebracht aan 10 een drager 16 voor de houtblokken 15 als alternatief en zijn verbonden met een niet-getekende elektrische voeding voor het opladen van de batterijen van de besturingseenheid 21.

Afhankelijk van de wensen van de ontwerper en een 15 gebruiker kunnen de houtblokken 15 door middel van de beschreven stekerverbindingen een voeding ontvangen tijdens hun werkzaamheid in het gloeibed, of bijvoorbeeld in de drager 16 zijn aangesloten voor het opladen van de daarin aanwezige batterijen. Dit zijn uiteenlopende 20 opties binnen het kader van de uitvinding.

Gedacht wordt aan de volgende relatieve verdeling van de kleuren van het door de LEDs uitgezonden licht: 20% geel, 40% amber en 40% rood.

25 *****

Claims (12)

1. Gesimuleerd gloeibed (1) voor een haard (2) met gesimuleerd vuur, welk gloeibed (1) omvat: een ten dele translucente en ten dele opake kap (3) met het uiterlijk van althans ten dele verkoolde 5 stukken (4) hout en/of kool; en ten minste één onder die kap (3) opgestelde lichtbron (5), die licht op de kap {3) richt, welk licht zodanige eigenschappen, zoals plaats, kleur en intensiteit, bezit, dat de kap (3) de illusie wekt 10 gloeiende stukken hout (4) en/of kool te omvatten.

2. Gloeibed (1) volgens conclusie 1, waarin de kap (3) bestaat uit polyurethaan-schuim.

3. Gloeibed (1) volgens conclusie 2, waarin de oppervlakken van de kap (3) in hoofdzaak continu zijn.

4. Gloeibed (1) volgens conclusie 1, waarin de translucente gebieden van de kap (3) een dikte in de orde 20 van 1 mm bezitten en de opake gebieden van de kap (3) een dikte in de orde van 3 mm bezitten.

5. Gloeibed (1) volgens conclusie 1, omvattende een aantal lichtbronnen (5) die individueel of in groepen 25 aan de gesimuleerde stukken (4) hout en/of kool zijn toegevoegd.

6. Gloeibed (1) volgens conclusie 5, waarin de lichtbronnen (5) door een processor zodanig worden 30 bestuurd, dat de eigenschappen van het uitgezonden licht in de tijd varieert.

7. Gloeibed (1) volgens conclusie 5, waarin de lichtbronnen (5) voor circa 60 % rood licht (piekgolflengte 626 nm), voor circa 20 % amberkleurig licht (piekgolflengte 590 nm) en voor circa 20 % oranje 5 licht (piekgolflengte 605 nm) afgeven.

8. Gloeibed volgens conclusie 7, waarin de lichtbronnen voor maximaal circa 10%, steeds gedurende korte tijd, wit en/of blauw licht afgeven. 10

9. Haard (2) met een gesimuleerd gloeibed (1) volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende ten minste één tweede lichtbron (6) die het gloeibed (1) van boven af belicht. 15

10. Haard (2) volgens conclusie 9, omvattende een aantal tweede lichtbronnen (6), die rood licht (piekgolflengte 626 nm) en amberkleurig licht (piekgolflengte 590 nm) uitzenden. 20

11. Haard (2) volgens de conclusies 9 of 10 en 6, waarin de processor tevens de tweede lichtbronnen (6) bestuurt.

12. Gesimuleerd stuk (15) hout of kool, uitgevoerd en kennelijk bestemd als losneembaar onderdeel van een gloeibed volgens een der conclusies 1 - 8 en omvattende: een ten dele translucente en ten dele opake kap 30 (3) met het uiterlijk van althans ten dele verkoolde stukken (4) hout en/of kool; en ten minste één onder die kap (3) opgestelde lichtbron (5), die licht op de kap (3) richt, welk licht zodanige eigenschappen, zoals plaats, kleur en 35 intensiteit, bezit, gloeiende delen te bezitten. Ά· -k -k -k -k