NL194903C

NL194903C - Hoekverbindingsorgaan voor buizen.

Info

Publication number: NL194903C
Application number: NL9400600A
Authority: NL
Inventors: William Barry Thompson
Original assignee: Electrix Int Ltd
Priority date: 1993-04-20
Filing date: 1994-04-15
Publication date: 2003-06-04
Also published as: GB2277411B; DE4412996A1; GB2277411A; FR2704295A1; NL194903B; GB9308098D0; NL9400600A; DE4412996C2; FR2704295B1; GB9407213D0

Description

1 194903

Hoekverbindingsorgaan voor buizen

De uitvinding heeft betrekking op een verbindingsorgaan voor het onder een hoek aaneenkoppelen van twee buizen, waarbij het verbindingsorgaan een stijf langgerekt lichaam omvat, dat voorzien is van moffen 5 aan zijn uiteinden voor het ontvangen van de buizen, en dat voorzien is van een omtrek gevormd door een buitenste boogvormige contour en een binnenste boogvormige contour ter vorming van een bocht tussen de beide moffen, waarbij verder voorzien zijn een hoekige langgerekte opening in de wand van het lichaam, een in hoofdzaak plenair deksel dat gevormd is om de opening te sluiten, een combinatie van middelen voor het bevestigen van de uiteinden van het deksel op het lichaam, alsmede een gat ter plaatse van een 10 uitsteeksel of verbrede wand in het gebied van de buitenste boogvormige contour van het lichaam voor het bevestigen van het deksel op het lichaam.

Een verbindingsorgaan van de in de aanhef vermelde soort is bekend als ’’Bend Inspection, No. M145” uit de ’’Electrical Installation Equipment Trade Catalogue”, Barton Engineering Ltd., mei 1989. Dit hoekverbindingsorgaan is een in een bocht gevormd stuk buis, voorzien van een opening in de wand van 15 de buis teneinde inspectie toe te staan of de mogelijkheid te bieden dat bijvoorbeeld kabels erdoor getrokken worden. Het verbindingsorgaan is voorzien van een deksel, dat de vorm van een vlakke klep heeft, die gevormd is om de opening te bedekken, en die gekromd is om de vorm van het verbindingsorgaan op dat punt te volgen. In het bekende verbindingsorgaan is de klep op de opening bevestigd door middel van een schroef aan elk uiteinde van het deksel en door een derde schroef die nabij de top van de 20 externe hoek van het deksel geplaatst is, welke schroef bevestigd is aan een lip die aan de buitenzijde van het verbindingsorgaan geplaatst is op een positie die overeenkomt met de positie van het bijbehorende schroefgat in het deksel. De functie van deze derde schroef is de langste rand van het deksel te bevestigen aan het verbindingsorgaan teneinde te voorkomen dat het deksel wegbuigt van de opening en vocht iaat toetreden, zoals het anders zou doen.

25 Een probleem bij het gebruik van deze bekende verbindingsorganen is dat vuil of ander materiaal zich kan verzamelen achter de externe lip waaraan de derde schroef is bevestigd en dat dit gebied moeilijk schoon te maken is. Dit probleem is in het bijzonder aanzienlijk in toepassingen waarbij reinheid speciaal van belang is, bijvoorbeeld in een brouwerij of een voedselverwerkende fabriek.

Het is een doel van de uitvinding hierin verbetering te brengen.

30 Hiertoe wordt het verbindingsorgaan van de in de aanhef vermelde soort gekenmerkt doordat het krommingsmiddeipunt van de buitenste boogvormige contour van de bocht in de richting van de buitenste boogvormige contour verschoven ligt ten opzichte van het krommingsmiddeipunt van de binnenste boogvormige contour ter vorming van een vergrote dwarsdoorsnede in het gebied van de bocht en dat het uitsteeksel of de verbrede wand binnenwaarts uitsteekt vanuit de omtrek van het lichaam gevormd door de 35 buitenste boogvormige contour tot in het gebied van de vergrote dwarsdoorsnede. Aldus wordt het introduceren van een extern uitsteeksel in de wand ter plaatse van de bocht voorkomen, waardoor vuil zich daar niet meer kan verzamelen en problemen van het schoonmaken achter het externe uitsteeksel vermeden worden. Hierbij wordt toegestaan dat het uitsteeksel of de verbrede wand wordt opgenomen zonder het dwarsdoorsnede-oppervlak in de buurt van de bocht tot minder dan dat van de moffen te 40 reduceren. De doorgang van bijvoorbeeld een kabel wordt daarom niet beperkt door het uitsteeksel of de verbrede wand.

Opgemerkt wordt nog dat uit het Zwitserse cctrccischrift CH-A-0.589.954 bekend is een Sangsgedeeld verbindingsstuk met een bocht met vergrote dwarsdoorsnede waarbij het probleem wordt opgelost van het bevestigen van het met de buizen gekoppelde verbindingsstuk tegen een wand. Het gedeelte met vergrote 45 dwarsdoorsnede is bedoeld om de, voor bevestiging van één langshelft van het verbindingsstuk tegen de wand dienende, enkele schroef te positioneren ter plaatse van het snijpunt van de hartlijnen van de te verbinden leidingen. Hiermee kan bereikt worden dat krachten in axiale richting op de zo verbonden leidingen het verbindingsstuk niet doen roteren. Het Zwitsers octrooischrift leert de vakman dus hoe een langsgedeeld bochtstuk te bevestigen aan een wand.

50 in een uitvoeringsvorm is de buitenste kromtestraal of hoek van de bocht niet groter dan de binnenste kromtestraal of hoek.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de bocht gekromd en zijn de kromtestraal van zowel de binnenste als de buitenste krommingen van de bocht hetzelfde als, of vergelijkbaar met, de straal van de moffen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn aanvullende middelen voor het aanvullend bevestigen van het 55 deksel op het lichaam voorzien, waarbij de aanvullende middelen in het lichaam in het gebied van vergrote doorsnede voorzien zijn, waarbij de aanvullende middelen een beugel omvatten op het deksel die aangrijpt op een bijbehorende gleuf in het lichaam, of een beugel op het lichaam die aangrijpt op een gleuf in het

Claims

10 Figuur 1 toont een verbindingsorgaan 10, voorzien van twee getapte moffen 11 en 12 met cirkelvormige dwarsdoorsnede die met hun assen onder een hoek van 90° ten opzichte van elkaar geplaatst zijn. Het verbindingsorgaan is van roestvrij staal en heeft een inspectie-opening 13 en een deksel 14 en een pakking 15, getoond in figuur 3. De straal van de interne bocht 16 is hetzelfde als de straal van de externe bocht 17. Dientengevolge is 15 de kortste afstand tussen de wanden van het verbindingsorgaan over het breedste deel van de bocht groter dan die op enig ander punt langs het verbindingsorgaan. Deze toegevoegde ruimte bevat een lip 18 die een getapt doodlopend gat 19 heeft dat zich uitstrekt vanaf het bovenste oppervlak daarvan. De pakking en het deksel kunnen bovenop de opening 13 geplaatst worden om die te sluiten. Een vlak oppervlak 22 rondom de rand van de opening verzekert een goed contact tussen het vlakke deksel en het verbindingsorgaan. Het 20 deksel wordt op zijn plaats gehouden met schroeven 23, 24 en 25 die zich uitstrekken door gaten in het deksel en de pakking in getapte doodlopende gaten 19,20, respectievelijk 21. Aldus wordt duidelijk dat het beschreven verbindingsorgaan voldoende bevestigingspunten verschaft voor het deksel doch geen enkel extern uitsteeksel heeft dat vuil kan opvangen en een belemmering voor het schoonmaken kan opleveren. 25

1. Verbindingsorgaan voor het onder een hoek aaneenkoppelen van twee buizen, waarbij het verbindings-30 orgaan een stijf langgerekt lichaam omvat, dat voorzien is van moffen aan zijn uiteinden voor het ontvangen van de buizen, en dat voorzien is van een omtrek gevormd door een buitenste boogvormige contour en een binnenste boogvormige contour ter vorming van een bocht tussen de beide moffen, waarbij verder voorzien zijn een hoekige langgerekte opening in de wand van het lichaam, een in hoofdzaak plenair deksel dat gevormd is om de opening te sluiten, een combinatie van middelen voor het bevestigen van de uiteinden 35 van het deksel op het lichaam, alsmede een gat ter plaatse van een uitsteeksel of verbrede wand in het gebied van de buitenste boogvormige contour van het lichaam voor het bevestigen van het deksel op het lichaam, met het kenmerk, dat het krommingsmiddelpunt van de buitenste boogvormige contour (17) van de bocht in de richting van de buitenste boogvormige contour (17) verschoven ligt ten opzichte van het krommingsmiddelpunt van de binnenste boogvormige contour (16) ter vorming van een vergrote dwarsdoor-40 snede in het gebied van de bocht en dat het uitsteeksel of de verbrede wand (18) binnenwaarts uitsteekt vanuit de omtrek van het lichaam (10) gevormd door de buitenste boogvormige contour (17) tot in het gebied van de vergrote dwarsdoorsnede.

2. Verbindingsorgaan conclusie 1, met het kenmerk, dat de buitenste kromtestraal (17) of hoek van de bocht niet groter dan de binnenste kromtestraal (16) of hoek Is.

3. Verbindingsorgaan volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de bocht gekromd is en de kromtestraal van zowel de binnenste (16) als de buitenste (17) krommingen van de bocht hetzelfde zijn als, of vergelijkbaar zijn met, de straal van de moffen (11,12).

4. Verbindingsorgaan volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat aanvullende middelen voor het aanvullend bevestigen van het deksel (14) op het lichaam (10) voorzien zijn, waarbij de aanvullende 50 middelen in het lichaam (10) in het gebied van vergrote doorsnede voorzien zijn, waarbij de aanvullende middelen een beugel omvatten op het deksel (14) die aangrijpt op een bijbehorende gleuf in het lichaam (10), of een beugel op het lichaam (10) die aangrijpt op een gleuf in het deksel (14). Hierbij 1 blad tekening