NL194583C

NL194583C - Flexibele, om een drukcilinder aan te brengen, velvormige drager.

Info

Publication number: NL194583C
Application number: NL9001030A
Authority: NL
Original assignee: Anderson & Vreeland Bv
Priority date: 1990-04-27
Filing date: 1990-04-27
Publication date: 2002-08-05
Also published as: NL194583B; NL9001030A

Description

1 194583

Flexibele, om een drukcilinder aan te brengen velvormige drager

De uitvinding betreft een flexibele, om een drukcilinder aan te brengen, velvormige drager die van hoofdzakelijk niet rekbaar materiaal is vervaardigd, waarbij onder de drager een laag veerkrachtig materiaal 5 is aangebracht en waarbij aan twee tegenover elkaar liggende zijden van de drager bevestigingsmiddelen zijn aangebracht voor de samenwerking met aan de drukcilinder aangebrachte fixatiemiddelen.

Een dergelijke velvormige drager is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US-A-4.047.481,

Bij deze tot de stand van de techniek behorende drager worden de bevestigingsmiddelen gevormd door aan een zijde van de drager aangevormde haakvormige lippen en aan de andere zijde van de drager door 10 middel van veerkrachtige banden aangebrachte haken.

Bij deze bekende drager is zowel de laag tussen de drager en de drukcilinder als de verbinding tussen de drager en de bevestigingsmiddelen elastisch, hetgeen de positie van het op de drager geplaatste drukpatroon onvoldoende definieert.

Hiermee ligt de plaats van het gedrukte patroon onvoldoende vast, hetgeen, in het bijzonder bij 15 meerkleurendrukwerk, leidt tot het niet in register zijn van het drukwerk.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een drager waarmee de plaats van het afgedrukte patroon beter gedefinieerd is.

Dit doel wordt bereikt, doordat de aan beide zijden van de drager aangebrachte bevestigingsmiddelen zijn ingericht voor het vormen van een rekvrije verbinding tussen de drager en de fixatiemiddelen.

20 Hiermede resteert slechts een enkele veerkrachtige laag, waardoor de positie van het af te drukken patroon nauwkeurig bepaald is.

Bij voorkeur zijn de aan een zijde van de drager gevormde bevestigingsmiddelen ingericht om andere bevestigingsmiddelen te overlappen, waarbij beide bevestigingsmiddelen zijn ingericht om in overlappende toestand samen te werken met de aan de drukcilinder aangebrachte fixatiemiddelen.

25 Hiermede is het mogelijk gebruik te maken van een enkele drager die zich rondom de gehele omtrek van de drukcilinder heen uitstrekt. Er behoeft dan slechts gebruik gemaakt te worden van enkele, aan de drukcilinder aangebrachte fixatiemiddelen. Tevens kan hierbij gebruik worden gemaakt van verscheidene, zich elk over een deel van de omtrek uitstrekkende dragers, waarbij de bevestigingsmiddelen van verschelde dragers met elkaar samenvallen.

30 In beide gevallen is een groter deel van de omtrek beschikbaar voor het afdrukken dan bij de stand van de techniek.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: 35 figuur 1: een perspectivisch aanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een drager volgens de onderhavige uitvinding; figuur 2: een doorsnede-aanzicht van de in figuur 1 afgebeelde drager, zoals deze op een drukrol is aangebracht; en figuur 3: een detaildoorsnedeaanzicht van de bevestiging van de drager op de drukrol.

40

De in figuur 1 afgebeelde drager 1 wordt gevormd door een vel 2 van niet of moeilijk rekbaar materiaal, zoals bijvoorbeeld polystyreen. In beide kopeinden van het vel is een reeks van vier gaten 3 aangebracht. Deze gaten worden toegepast als bevestigingsorgaan, zoals vervolgens aan de hand van figuur 2 zal worden toegelicht.

45 Onder het vel 2 is een laag 4 van een veerkrachtig materiaal, bijvoorbeeld een schuimstof aangebracht.

Bij voorkeur is deze schuimstof van gesloten poriën voorzien, om te voorkomen, dat inkt en dergelijke tot in de schuimstof dringen.

De laag veerkrachtig materiaal strekt zich echter niet over de gehele lengte van het vel 2 uit; de strook 5, waarin een reeks gaten 3 is aangebracht, blijft vrij.

50 In figuur 2 is getoond, hoe een drager 1 op een drukrol 6 is aangebracht. Tevens is getoond, dat op de drager 2 clichés 12 zijn aangebracht. Hierbij strekt de lengte van de drager 1 zich over de gehele omtrek van de rol 6 heen uit, waarbij het vel 2 zichzelf over een breedte van de strook 5 overlapt. Tevens is hierbij zichtbaar, hoe door middel van pennen 7, die zich door een van elk van de reeksen gaten 3 heen uitstrekt tot in een in de drukrol 6 aangebracht gat 8. De dimensionering van de drager 1 is zodanig, dat het vel 2 55 gespannen op de drukcilinder is bevestigd, zodat, mede met behulp van de gatpen-fixatie een goede localisatie van de drager 1 op de drukcilinder 6 wordt verkregen. Dit wordt bijvoorbeeld verkregen door de dikte d van de laag veerkrachtig materiaal zodanig te kiezen, dat geldt:

Claims

194583 2 2 π (d+r) < L, waarbij r de straal van de drukcilinder is, en waarbij L de afstand tussen de centra van de twee reeksen gaten 3 aanduidt. Hiermee wordt zowel een goede localisatie als een goede fixatie verkregen. 5 Tenslotte toont figuur 3 hoe de fixatie door middel van de pen 7 plaatsvindt. Het gat 8 in de drukcilinder 6 heeft een zodanige vorm, dat aan de onderzijde een bajonetsluiting wordt gevormd. De pennen 7 zijn aan hun onderzijde van een bajonetstuk 9 voorzien, dat in het desbetreffende deel 10 van het gat 8 past. Verder is de pen 7 voorzien van een zo plat mogelijke kop 11. Overigens moeten de afmetingen van de gaten 3 en de pennen 7 zodanig zijn, dat de pennen 7 zo 10 nauwkeurig mogelijk in de gaten 3 passen; het is van belang, dat zo min mogelijk speling hiertussen ontstaat. Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm kan slechts een reeks gaten worden toegepast; hierbij wordt de drager aan een zijde gefixeerd, terwijl aan de andere zijde de drager door middel van een spaninrichting, bijvoorbeeld met de tot de stand van de techniek behorende banden wordt bevestigd. Het is verder mogelijk andere, plaatsbepalende bevestigingsorganen toe te passen. Het is mogelijk met 15 schroeven te werken, die uiteraard van een platte kop moeten zijn voorzien om het drukproces zo min mogelijk te hinderen, en het is tevens mogelijk gebruik te maken van een in de drukrol aangebrachte groef, waarin door middel van een wig een strook van de drager wordt vastgelegd. Om hierbij een goede plaatsbepaling of localisatie te verkrijgen, is het uiteraard van belang, dat dan een aanslag wordt gebruikt. 20

1. Flexibele, om een drukcilinder aan te brengen, velvormige drager die van hoofdzakelijk niet rekbaar materiaal is vervaardigd waarbij onder de drager een laag veerkrachtig materiaal is aangebracht en waarbij 25 aan twee tegenover elkaar liggende zijden van de drager bevestigingsmiddelen zijn aangebracht voor de samenwerking met aan de drukcilinder aangebrachte fixatiemiddelen, met het kenmerk, dat de aan beide zijde van de drager (1) aangebrachte bevestigingsmiddelen (3, 7) zijn ingericht voor het vormen van een rekvrije verbinding tussen de drager (1) en de fixatiemiddelen (8, 10).

2. Flexibele drager volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aan een zijde van de drager (1) gevormde 30 bevestigingsmiddelen (3) zijn ingericht om andere bevestigingsmiddelen (3) te overlappen, waarbij beide bevestigingsmiddelen (3) zijn ingericht om in overlappende toestand samen te werken met de aan de drukcilinder (6) aangebrachte fixatiemiddelen (8, 10).

3. Flexibele drager volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aan de drager (1) aangebrachte bevestigingsmiddelen (3) in de drager aangebrachte openingen omvatten, en dat de fixatiemiddelen (8, 10) 35 in de drukcilinder aangebrachte gaten omvatten, waarin pennen (7) vergrendelbaar zijn die zich door de openingen in de drager (1) heen uitstrekken. Hierbij 1 blad tekening