NL194512C

NL194512C - Valve device.

Info

Publication number: NL194512C
Application number: NL9100106A
Authority: NL
Inventors: Kenneth Stanley Gibson
Original assignee: Furmanite Internat Ltd
Priority date: 1990-02-10
Filing date: 1991-01-23
Publication date: 2002-06-04
Also published as: GB9003053D0; GB2240834A; NO910523L; GB2240834B; NL194512B; NO910523D0; NO172762B; NO172762C; NL9100106A

Description

1 1945121 194512

KlepapparaatValve device

De uitvinding heeft betrekking op een klepapparaat, bestaande uit een huis, een primaire en ten minste één secundaire terugslagklep die in het huis zijn aangebracht, een afdichtbare ruimte in het huis tussen de 5 primaire terugslagklep en de ten minste ene secundaire terugslagklep en middelen voor het meten van de druk in die afdichtbare ruimte, een inlaatkanaal om onder druk gebracht medium door het huis te laten stromen door de primaire terugslagklep, de afdichtbare ruimte en de ten minste ene secundaire terugslagklep naar een onder druk te brengen apparaat, een eerste uitlaatkanaal om onder druk gebracht medium uit de afdichtbare ruimte te laten stromen door de eerste terugslagklep en uit het klepapparaat.The invention relates to a valve device consisting of a housing, a primary and at least one secondary non-return valve arranged in the housing, a sealable space in the housing between the primary non-return valve and the at least one secondary non-return valve and means for measuring the pressure in that sealable space, an inlet channel for allowing pressurized medium to flow through the housing through the primary check valve, the sealable space and the at least one secondary check valve to a pressurizable device, a first outlet channel for pressurized medium to flow out of the sealable space through the first check valve and out of the valve device.

10 Een dergelijk klepapparaat is, naar aanvraagster weet, bekend.Such a valve device is known to the applicant.

In olie- en gaspijpleidingen worden vaak pluggen gebruikt om bepaalde secties van de pijpleidingen te isoleren. De in deze gevallen gebruikte pluggen bezitten voor de afdichting tegen de pijpleidingwand vaak een of meer opblaasbare banden die door een hydraulisch medium, zoals water of olie opgeblazen. Het is uiteraard noodzakelijk, dat de druk in de plugbanden wordt gehandhaafd en dat enig verlies van druk wordt 15 gedetecteerd.In oil and gas pipelines, plugs are often used to isolate certain sections of the pipelines. The plugs used in these cases often have one or more inflatable tires which are inflated by a hydraulic medium such as water or oil for sealing against the pipeline wall. It is of course necessary for the pressure in the plug bands to be maintained and for any loss of pressure to be detected.

Gewoonlijk moet een hydraulisch medium aan elke plugband worden toegevoerd via de primaire en een secundaire terugslagklep, hetgeen een "dubbele blokkering” wordt genoemd. Het achter elkaar aanbrengen van de twee terugslagkleppen draagt uiteraard bij aan het verminderen van de lekkagekansen vanuit de plugbanden via het hydraulisch toevoersysteem.Typically, a hydraulic medium must be supplied to each dowel via the primary and a secondary check valve, which is referred to as a "double block." Arranging the two check valves one after the other naturally contributes to reducing the chances of leakage from the plug tires via the hydraulic supply system.

20 Het is noodzakelijk om eventuele lekkage vanuit de plugbanden door beide terugslagkleppen te testen.It is necessary to test any leakage from the plug bands through both non-return valves.

Dit kan worden uitgevoerd door het verminderen van de druk in de afdichtbare ruimte tussen de eerste en tweede terugslagkleppen, aangezien een aansluitende drukverhoging in deze ruimte een lek aanduidt door de terugslagklep die het dichtste bij de plugbanden is, terwijl een drukdaling een lek aanduidt in de terugslagklep die het verste van de plugbanden is.This can be done by reducing the pressure in the sealable space between the first and second check valves, since a subsequent pressure increase in this space indicates a leak through the check valve closest to the plug bands, while a pressure drop indicates a leak in the non-return valve that is furthest from the plug bands.

25 Voor maximale veiligheid is het ook gewenst dat een dergelijke klepopstelling zo dicht mogelijk bij de plug wordt aangebracht. Een dergelijke plaatsing betekent echter, dat het niet altijd gemakkelijk is om toegang te hebben tot de terugslagkleppen, om de druk in de afdichtbare ruimte respectievelijk de plugbanden te kunnen verlagen.For maximum safety, it is also desirable that such a valve arrangement is arranged as close as possible to the plug. However, such a placement means that it is not always easy to have access to the non-return valves in order to be able to reduce the pressure in the sealable space or the plug bands.

De uitvinding tracht een klepapparaat te leveren met ten minste twee achter elkaar opgestelde terugslag-30 kleppen, welke kleppen op afstand bedienbaar zijn om ten minste de druk in de afdichtbare ruimte tussen de twee kleppen op een lagere druk te kunnen brengen.The invention seeks to provide a valve device with at least two non-return valves arranged one behind the other, which valves can be operated remotely in order to be able to at least lower the pressure in the sealable space between the two valves.

De uitvinding tracht ook een klepapparaat te leveren waarmee de druk in een onder druk gebracht apparaat kan worden afgelaten door afstandsbediening van beide kleppen in het klepapparaat.The invention also seeks to provide a valve device with which the pressure in a pressurized device can be released by remote control of both valves in the valve device.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een klepapparaat van de in de aanhef omschreven soort, gekenmerkt 35 door tweede uitlaatkanaal om een onder druk gebracht medium uit een onder druk gebrachte apparaat te laten stromen dor de ten minste ene secundaire terugslagklep, door de afdichtbare ruimte en uit het klepapparaat buiten de primaire terugslagklep om, welke primaire terugslagklep door bediening op afstand van het klepapparaat te openen is om onder druk gebracht medium te laten ontsnappen uit de afdichtbare ruimte via de primaire terugslagklep en het eerste uitlaatkanaal, en de ten minste ene secundaire terugslag-40 klep tevens te openen is door bediening op afstand van het klepapparaat om onder druk gebracht medium te laten ontsnappen uit het onder druk gebrachte apparaat via het tweede uitlaatkanaal.To this end, the invention provides a valve device of the type described in the preamble, characterized by a second outlet channel for flowing a pressurized medium from a pressurized device through the at least one secondary non-return valve, through the sealable space and out of the valve device outside the primary check valve, which primary check valve can be opened by remote control of the valve device to allow pressurized medium to escape from the sealable space via the primary check valve and the first outlet channel, and the at least one secondary check valve 40 The valve can also be opened by remote control of the valve device to allow pressurized medium to escape from the pressurized device through the second outlet channel.

Voor afstandsbediening valt vooral te denken aan door het inlaatkanaal te steken stangmiddelen, om direct aan te grijpen op de primaire terugslagklep, dan wel om indirect, via het hiervoor verschuifbaar te monteren lichaam van de primaire terugslagklep, aan te grijpen op de secundaire terugslagklep.For remote control, in particular, rod means to be inserted through the inlet channel, for engaging directly on the primary non-return valve, or for indirectly engaging the secondary non-return valve via the body of the primary non-return valve to be slidably mounted for this purpose.

4545

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een klepapparaat volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont: figuur 1 een doorsnede van een pijpleiding met een plug en een daarin opgenomen klepapparaat 50 volgens de uitvinding, figuur 2 een detail van het klepapparaat van figuur 1 in een eerste werkstand, figuur 3 een gedeelte van het klepapparaat van figuur 2, welk klepapparaat staat in een tweede werkstand, en figuur 4 het klepapparaat van figuur 2 in een derde werkstand.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, which shows by way of example an embodiment of a valve device according to the invention. In the drawing: figure 1 shows a section of a pipeline with a plug and a valve device 50 according to the invention included therein, figure 2 a detail of the valve device of figure 1 in a first operating position, figure 3 a part of the valve device of figure 2 which valve device is in a second operating position, and Figure 4 the valve device of Figure 2 in a third operating position.

Volgens figuur 1 bevindt een plug 2 zich in een pijpleiding 4. De plug 2 heeft om zijn buitenomtrek drie opblaasbare grijphanden 6, drie opblaasbare afdichtbanden 8, en een opblaasbare middenafdichting 10.According to Figure 1, a plug 2 is located in a pipeline 4. The plug 2 has around its outer circumference three inflatable gripping hands 6, three inflatable sealing tapes 8, and an inflatable center seal 10.

55 194512 255 194512 2

Een klepapparaat 12 is direct bevestigd aan een dwarsplaat 14 van de plug, waarvan het andere einde is afgesloten door een dwarsplaat 16 met een neusconus 16a van polyurethaan.A valve device 12 is directly attached to a transverse plate 14 of the plug, the other end of which is closed by a transverse plate 16 with a nose cone 16a of polyurethane.

Het klepapparaat 12 is op hieronder te beschrijven wijze door hydraulische leidingen verbonden met de banden 6 en 8.The valve device 12 is connected by hydraulic lines to the bands 6 and 8 in the manner described below.

5 Volgens figuur 2 heeft het klepapparaat 12 een huis dat is opgebouwd uit een bovenhuis 18 en een onderhuis 20, welke boven- en onderhuizen aan elkaar zijn bevestigd door bouten 22 die tevens het klephuis direct aan de dwarsplaat 14 bevestigen. Een verdere kring van bouten 24 bevestigt het onderhuis 20 direct aan de dwarsplaat 14.According to Figure 2, the valve device 12 has a housing which is composed of an upper housing 18 and a lower housing 20, which upper and lower housing are attached to each other by bolts 22 which also fasten the valve housing directly to the transverse plate 14. A further circuit of bolts 24 fastens the lower housing 20 directly to the transverse plate 14.

Het bovenhuis 18 heeft een centrale doorgang 26 die uitmondt in een holte 28, en het onderhuis heeft 10 drie doorgangen 30, waarvan er slechts één is weergegeven.The upper housing 18 has a central passage 26 which opens into a cavity 28, and the lower housing has three passages 30, only one of which is shown.

Een toevoerbuis 32 is geschroefd in een bovengedeelte van de doorgang 26 en wordt op zijn plaats gehouden door een stelschroef 34.A feed tube 32 is screwed into an upper portion of the passage 26 and is held in place by a set screw 34.

Een afdichtplaat 36 met een stomp 38 is geplaatst in het bovenhuis 18, waarbij de stomp 38 steekt in het ondereinde van de centrale doorgang 26 en één vlak 36A van de afdichtplaat in aanraking kan zijn met een 15 wand 28A van de holte 28.A sealing plate 36 with a stub 38 is placed in the upper housing 18, the stub 38 protruding into the lower end of the central passage 26 and one face 36A of the sealing plate may be in contact with a wall 28A of the cavity 28.

Een primaire terugslagklep 40 bevindt zich in een centrale doorgang 42 in de afdichtplaat en stomp 36, 38. De stomp 38 is voorzien van een aantal verticale boringen 44 die in verbinding staan met dwarspoorten 46, die in de omtrekswand van de stomp uitmonden. Het bovenoppervlak 36A van de afdichtplaat 36 is voorzien van een afdichtring 48 om afdichtend contact te maken met de wand 28A van de holte 28.A primary non-return valve 40 is located in a central passage 42 in the sealing plate and stub 36, 38. The stub 38 is provided with a number of vertical bores 44 which communicate with transverse ports 46 which open into the peripheral wall of the stub. The upper surface 36A of the sealing plate 36 is provided with a sealing ring 48 to make sealing contact with the wall 28A of the cavity 28.

20 Een veer 50 bevindt zich tussen de afdichtplaat 28 en een secundair klephuis 52 dat zich in de holte 28 bevindt. Drie secundaire terugslagkleppen 54, waarvan er slechts één Is weergegeven, bevinden zich in de drie doorgangen 30. Elke terugslagklep 54 heeft een gegroefde bedieningspen 56 die zich bevindt in een opening 58 van het klephuis 52.A spring 50 is located between the sealing plate 28 and a secondary valve housing 52 located in the cavity 28. Three secondary non-return valves 54, only one of which is shown, are located in the three passages 30. Each non-return valve 54 has a grooved actuator pin 56 located in an opening 58 of the valve housing 52.

Het boveneinde van elke terugslagklep 54 bevindt zich in een ruimte 60 van het klephuis 52 en een 25 dwarspoort 62 is aangebracht in de omtrekswand van het klephuis 52 in verbinding met de ruimte 60 hierbinnen. Drie locatiepennen 64, waarvan er slechts één is weergegeven, zijn aangebracht om rotatie te voorkomen tussen de afdichtplaat 36 en het klephuis 52.The upper end of each non-return valve 54 is located in a space 60 of the valve housing 52 and a transverse port 62 is arranged in the peripheral wall of the valve housing 52 in connection with the space 60 therein. Three location pins 64, only one of which is shown, are provided to prevent rotation between the sealing plate 36 and the valve housing 52.

De bovenhuis 18 is voorzien van een opening 66 om een (niet weergegeven) drukomzetter in te kunnen schroeven om de druk in de holte 28 aan te geven.The upper housing 18 is provided with an opening 66 for screwing in a pressure transducer (not shown) to indicate the pressure in the cavity 28.

30 Op soortgelijke wijze sluit op elke doorgang 30 in het onderhuis 20 een dwarsboring 68 aan die in verbinding staat met een opening 70, waarin een drukomzetter 71 kan worden geschroefd voor het waarnemen van de'druk in elke doorgang 30.A transverse bore 68 connects to each passage 30 in the lower housing 20 and communicates with an opening 70 into which a pressure transducer 71 can be screwed for detecting the pressure in each passage 30.

Een bus met een vast gedeelte 72 en een beweegbaar gedeelte 74 bevindt zich in de centrale doorgang 26 van het bovenhuis 18. De bovenste vaste bus heeft een aantal op gelijke afstanden gelegen doorgangen 35 76 en de beweegbare bus 74 heeft een aantal soortgelijke op gelijke afstand gelegen doorgangen 78. De bovenbus 72 heeft een centrale doorgang 80 die in lijn is met een corresponderende doorgang 82 in de onderbus 74, waarbij het ondereinde van de doorgang 82 een kleinere diameter 82A heeft dan het boveneinde van die doorgang.A bus with a fixed part 72 and a movable part 74 is located in the central passage 26 of the upper housing 18. The upper fixed bus has a number of equally spaced passages 76 and the movable bus 74 has a number of similar equally spaced distances passageways 78. The upper bush 72 has a central passageway 80 that is aligned with a corresponding passageway 82 in the lower bush 74, the lower end of the passageway 82 having a smaller diameter 82A than the upper end of that passageway.

De beweegbare bus heeft een cilindrisch verlengstuk 84 dat in aanraking is met het bovenoppervlak van 40 de stomp 38 en het bovengedeelte van de terugslagklep 40 omringt.The movable sleeve has a cylindrical extension 84 that contacts the upper surface of 40 the stub 38 and surrounds the upper portion of the check valve 40.

Het klephuis 52 en het onderhuis 20 hebben stuurgaten 100 die een veiligheidsvoorziening leveren in geval de terugslagklep niet werkt. Om druk af te laten wordt in nood een doorgang geboord door de primaire terugslagklep, die deze klep vernielt, en dan door de stuurgaten 100 tot aan de, de doorgangen 30 doorkruisende dwarsboringen 68, om de druk uit deze doorgangen af te laten.The valve housing 52 and the lower housing 20 have control holes 100 which provide a safety feature in case the non-return valve does not work. To relieve pressure, a passage is drilled in emergency through the primary non-return valve, which destroys this valve, and then through the control holes 100 up to the transverse bores 68, which pass through the passages 30, to release the pressure from these passages.

45 Om het klepapparaat te kunnen gebruiken, wordt het apparaat bevestigd aan de dwarsplaat 14 van de plug 2, die zich in de pijplijn 4 bevindt. Leidingen 86, 88 en 90 worden bevestigd tussen één van de doorgangen 30 en één van de opblaasbare vastgrijpbanden 6 en één van de opblaasbare afdichtranden 8 op de plug. Een onder druk gebracht medium, zoals water of hydraulisch fluïdum, wordt onder druk voor de toevoerbuis 32 gepompt en passeert door de doorgang 80, door de primaire terugslagklep 40 naar de holte 50 28 en via de dwarspoorten 62 door de drie secundaire terugslagkleppen 54 en door de doorgangen 30 en leidingen 86, 88 en 90 om alle banden 6 en 8 op te pompen. De banden 6 en 8 worden op een tevoren bepaalde druk gebracht en de druk in de toevoerbuis 32 wordt afgelaten tot omgevingsdruk. De druk in elk van de leidingen 86, 88, 90 wordt via de drukomzetters 71 af gelezen en hetzelfde geldt voor de druk in de holte 28. Alle drukken worden afgelezen om te waarborgen, dat de tevoren bepaalde druk niet daalt en dat 55 de primaire terugslagklep 40 op de juiste wijze functioneert.45 To be able to use the valve device, the device is attached to the cross plate 14 of the plug 2, which is located in the pipeline 4. Pipes 86, 88 and 90 are attached between one of the passages 30 and one of the inflatable gripping tapes 6 and one of the inflatable sealing edges 8 on the plug. A pressurized medium, such as water or hydraulic fluid, is pumped under pressure for the supply pipe 32 and passes through the passage 80, through the primary check valve 40 to the cavity 50 28 and through the transverse ports 62 through the three secondary check valves 54 and through the passages 30 and conduits 86, 88 and 90 for pumping up all tires 6 and 8. The bands 6 and 8 are brought to a predetermined pressure and the pressure in the supply tube 32 is released to ambient pressure. The pressure in each of the lines 86, 88, 90 is read via the pressure transducers 71 and the same applies to the pressure in the cavity 28. All pressures are read to ensure that the predetermined pressure does not drop and that 55 the primary non-return valve 40 functions properly.

Het juiste functioneren van de secundaire terugslagkleppen 54 en de primaire terugslagklep 40 kan worden gecontroleerd door het verlagen van de druk in de holte 28.The proper functioning of the secondary check valves 54 and the primary check valve 40 can be checked by lowering the pressure in the cavity 28.

3 194512 . De druk in de holte 28 wordt verminderd door het openen van de primaire terugslagklep 40 in figuur 3.3 194512. The pressure in the cavity 28 is reduced by opening the primary check valve 40 in Figure 3.

Een onttrekstang 92 met een einde 94 van kleinere diameter wordt hiertoe gestoken in de toevoerbuis 32, zodat het einde 94 in zijn lijn komt met een ontlastpen (niet weergegeven) in het boveneinde van de klep 40. Als de stang 92 naar binnen wordt gedrukt in de richting van de pijlen A, zal de primaire klep tegen de 5 veerbelasting 50 worden ingedrukt om de klep 40 te openen, doch een afdichtende aanraking wordt nog steeds gehandhaafd tussen de afdichtplaat 36 en de wand 28A van de holte 28. Het onder druk gebrachte medium in de holte 28 zal dan stromen naar de toevoerbuis 32 rond de stang 92 via de klep 40. De druk in de holte wordt afgelezen door gebruik te maken van de drukomzetter totdat een tevoren bepaalde druk is bereikt. De onttrekstang 92 wordt dan verwijderd en de klep 40 zal automatisch sluiten.A withdrawal rod 92 with an end 94 of smaller diameter is inserted for this purpose into the supply tube 32, so that the end 94 comes into line with a relief pin (not shown) in the upper end of the valve 40. When the rod 92 is pushed in in the direction of the arrows A, the primary valve will be pressed against the spring load 50 to open the valve 40, but a sealing contact is still maintained between the sealing plate 36 and the wall 28A of the cavity 28. The pressurized medium in the cavity 28 will then flow to the supply tube 32 around the rod 92 via the valve 40. The pressure in the cavity is read by using the pressure transducer until a predetermined pressure is reached. The withdrawal rod 92 is then removed and the valve 40 will close automatically.

10 Hoewel de afdichtplaat 36 verplaatst van de wand 28a van de holte 28 is weergegeven in figuur 3, blijft de afdichtplaat in aanraking met de wand 28A door de drukverlagende werking, zoals weergegeven in figuur 2.Although the sealing plate 36 displaced from the wall 28a of the cavity 28 is shown in Figure 3, the sealing plate remains in contact with the wall 28A due to the pressure-reducing action, as shown in Figure 2.

De beweegbare bus 74 waarin het einde van de onttrekstang 92 wordt gestoken, is voorzien van een schouder en de lengte van het einde 94 is gekozen om te voorkomen dat de klep en daardoor de afdicht-15 plaat 36 te ver worden ingedrukt tegen de last van de veer 50, omdat anders de secundaire terugslagkleppen zouden kunnen worden ingedrukt, waardoor het onder druk gebrachte medium ontsnapt door boringen 44 en dwarspoorten 46 in de stomp 48. De beweegbare bus 74 kan niet axiaal in het huis 18 worden bewogen door de werking van de onttrekstang 92, aangezien de bus 74 op zijn plaats in de centrale doorgang 26 van het bovenhuis 18 is geschroefd.The movable sleeve 74 into which the end of the withdrawal rod 92 is inserted is provided with a shoulder and the length of the end 94 is chosen to prevent the valve and thereby the sealing plate 36 from being pressed too far against the load of the spring 50, because otherwise the secondary non-return valves could be depressed, causing the pressurized medium to escape through bores 44 and cross gates 46 in the stub 48. The movable sleeve 74 cannot be moved axially in the housing 18 due to the action of the withdrawal rod 92, since the sleeve 74 is screwed into place in the central passage 26 of the upper housing 18.

20 Indien de druk in de holte 28 eenmaal het gewenste niveau heeft bereikt, wordt de druk in de holte 28 vastgesteld door middel van de holtedrukomzetter. Indien de druk in de holte 28 begint toe te nemen, zou dit een lek aanduiden in een of meer van de secundaire kleppen 54. Indien de druk in de holte 28 begint te verminderen, zou dit op soortgelijke wijze een lek aanduiden in de primaire terugslagklep 40.Once the pressure in the cavity 28 has reached the desired level, the pressure in the cavity 28 is determined by means of the cavity pressure transducer. If the pressure in the cavity 28 started to increase, this would indicate a leak in one or more of the secondary valves 54. If the pressure in the cavity 28 started to decrease, this would similarly indicate a leak in the primary non-return valve. 40.

Aangezien er een drukverschil is tussen de holte 28 en eik van de leidingen 86, 88 en 90, kan elk 25 systeem worden gecontroleerd door gebruik te maken van zijn bijbehorende drukomzetter 71 en de drukomzetter van de holte 28 om een correcte werking te waarborgen.Since there is a pressure difference between the cavity 28 and each of the conduits 86, 88 and 90, any system can be controlled using its associated pressure transducer 71 and the pressure transducer of the cavity 28 to ensure proper operation.

Aangenomen dat zowel de primaire als alle secundaire kleppen op correcte wijze functioneren, dan worden de drukken in de holte 28 en elk van de leidingen 86, 88 en 90 op regelmatige intervallen ingesteld om te waarborgen dat de respectieve drukken worden gehandhaafd.Assuming that both the primary and all secondary valves function correctly, the pressures in the cavity 28 and each of the conduits 86, 88 and 90 are adjusted at regular intervals to ensure that the respective pressures are maintained.

30 Om de banden 6, 8 in de plug 2 te ontlasten wordt in de eerste plaats eventuele druk in de holte 28 afgelaten door op de eerder beschreven wijze gebruik te maken van onttrekstang 92. Vervolgens wordt een ontlaatstang 96 (figuur 4) door de holle as 32 gestoken. Het ondereinde van de ontlaststang heeft en schroefgedeelte 98 dat samenwerkt met een binnendraad in de onderbus 74. De ontlaatstang 96 wordt geroteerd, zodat de onderbus 74 wordt gedraaid en neerwaarts in de centrale doorgang 26 van het 35 bovenhuis 18 beweegt en het verlengstuk 84 van de onderbus komt in samenwerking met het boveneinde van de stomp 36 en beweegt de stomp en daardoor de afdichtplaat 38 tegen de belasting van de veer 50 in. Het ondervlak van de afdichtplaat drukt elk van de van een groef voorziene pennen 56 in het huis 52 en zal alle secundaire terugslagkleppen 54 gelijktijdig openen.In order to relieve the straps 6, 8 in the plug 2, any pressure is first released in the cavity 28 by making use of the withdrawal rod 92 in the manner previously described. Subsequently, a discharge rod 96 (Fig. 4) is passed through the hollow inserted shaft 32. The lower end of the relief rod has a screw portion 98 which cooperates with an inner thread in the lower bush 74. The discharge rod 96 is rotated so that the lower bush 74 is rotated and moves downward in the central passage 26 of the upper housing 18 and the extension 84 of the The lower bushing cooperates with the upper end of the stub 36 and moves the stub and thereby the sealing plate 38 against the load of the spring 50. The bottom surface of the sealing plate presses each of the grooved pins 56 into the housing 52 and will open all secondary non-return valves 54 simultaneously.

Het onder druk gebrachte medium in elk van de leidingen 86, 88 en 90 zal daardoor passeren door hun 40 bijbehorende secundaire terugslagkleppen en door de dwarspoorten 62 naar de holte 28. Het onder druk gebrachte medium zal dan door de dwarspoorten 46 en boringen 44 in de stomp 38 stromen om de terugslagklep 40 heen. Het onder druk gebrachte medium stroomt dan naar de toevoerbuis 32 rond de ontlaatstang 96 via de boringen 78 en 76 in de bussen 72 en 74.The pressurized medium in each of the conduits 86, 88 and 90 will thereby pass through their associated secondary non-return valves and through the cross gates 62 to the cavity 28. The pressurized medium will then pass through the cross gates 46 and bores 44 in the stub 38 flows around the check valve 40. The pressurized medium then flows to the supply tube 32 around the discharge rod 96 through the bores 78 and 76 in the sleeves 72 and 74.

Opgemerkt zal worden, dat het klepapparaat 12 voor ontlaten van druk opening van de primaire 45 terugslagklep en de secundaire terugslagklep toestaat onafhankelijk van elkaar.It will be noted that the pressure relief device 12 allows opening of the primary check valve and the secondary check valve independently of each other.

Om druk uit het klepapparaat 12 af te laten, behoeft slechts de primaire terugslagklep te worden geopend, doch bij het ontlaten van de druk uit het onder druk gebrachte apparaat, moet de druk in het klepapparaat 12 eerst uit de holte 28 worden ontlaten, en dan kunnen de secundaire terugslagkleppen worden ontlast om de druk in de onder druk gebrachte banden van de plug 2 te ontlaten. De onttrekstang 50 92 en de ontlaatstang 96 kunnen beide een lengte hebben tot aan drie of vier meter. Begrepen zal daarom worden, dat het klepapparaat 12 dicht kan worden opgesteld bij een pijpleidingplug en op afstand van die plaats kan worden bediend.In order to release pressure from the valve device 12, only the primary non-return valve needs to be opened, but upon releasing the pressure from the pressurized device, the pressure in the valve device 12 must first be released from the cavity 28, and then the secondary non-return valves can be relieved to relieve pressure in the pressurized bands of the plug 2. The withdrawal rod 50 92 and the release rod 96 can both have a length of up to three or four meters. It will therefore be understood that the valve device 12 can be positioned close to a pipeline plug and can be operated remotely from that location.

Claims

194512 4

A valve apparatus, comprising a housing, a primary and at least one secondary non-return valve disposed in the housing, a sealable space in the housing between the primary non-return valve and the at least one secondary non-return valve and means for measuring the pressure in said sealable space, an inlet channel for allowing pressurized medium to flow through the housing through the primary non-return valve, the sealable space and the at least one secondary non-return valve to a pressurized device, a first outlet channel for pressurized medium from allowing the sealable space to flow through the first check valve and out of the valve device, characterized by a second outlet channel 10 (62, 46, 44, 78, 76) to allow a pressurized medium to flow from a pressurized device through the at least one secondary non-return valve (54), through the sealable space (28) and out of the valve apparatus outside the primary non-return valve (40), which pr The non-return valve (40) can be opened by remote control of the valve device to allow pressurized medium to escape from the sealable space via the primary non-return valve and the first outlet channel, and the at least one secondary non-return valve can also be opened by remote control of the valve device, to allow pressurized medium to escape from a pressurized device through the second outlet channel.

Valve device according to claim 1, characterized by a movable plate (36) present in the sealable space (28), and spring means (50) for forcing the plate (36) into contact with a wall of the sealable space (28), the movable plate (36) having an opening (42) therethrough, in which the first check valve (40) is located, by sealing means (48) for making a seal between the plate (36) and the wall of the sealable space (28) and through internal passages (46, 44) on an inlet side of the sealing means (36), which internal passages form part of the second outlet channel.

3. Valve device according to claim 2, characterized in that a bush (12, 74) is provided in the inlet channel, which bush has an opening (80, 82) to provide access to a tool (92) remote from the valve device is operable to open the primary check valve (40) and allow pressurized medium to escape from the valve device through the primary check valve (40) and the first outlet channel in the sealable space (28).

Valve device according to claim 3, characterized in that the bushing (72, 72) has through openings (78, 76) that form the second outlet channel.

Valve device according to claim 3 or 4, characterized in that the sleeve consists of two parts, a first part (72) attached to the housing (18) and a second part (74) that can be operated remotely from the valve device is to move the sealing plate (36) against the load exerted by the first spring means (50) outside of engagement with the wall (28A) of the sealable space (28), 35 and to open the secondary check valve (54) to allowing pressurized medium to flow through the secondary check valve (54) to the sealable space (28) and be discharged from the valve device through the second outlet channel (62, 46, 44, 78, 76).

Valve device according to one of the claims, characterized by two or more secondary non-return valves (54), and by pressure gauges (71) in communication with the through openings (30) in the valve housing 40 and leading from the secondary non-return valves (54) to the pressurized device. Hereby 4 sheets of drawing