NL194407C - Veiligheidsafsluiter. - Google Patents
Veiligheidsafsluiter. Download PDFInfo
- Publication number
- NL194407C NL194407C NL9101604A NL9101604A NL194407C NL 194407 C NL194407 C NL 194407C NL 9101604 A NL9101604 A NL 9101604A NL 9101604 A NL9101604 A NL 9101604A NL 194407 C NL194407 C NL 194407C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- valve
- valve plate
- piston
- annular
- housing
- Prior art date
Links
- 238000007789 sealing Methods 0.000 claims description 29
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 claims description 21
- 239000012530 fluid Substances 0.000 claims description 14
- 230000002093 peripheral effect Effects 0.000 claims 1
- 210000002445 nipple Anatomy 0.000 description 7
- 230000006378 damage Effects 0.000 description 5
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 description 4
- 239000010959 steel Substances 0.000 description 4
- 230000015572 biosynthetic process Effects 0.000 description 3
- 238000006243 chemical reaction Methods 0.000 description 2
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 2
- 238000007790 scraping Methods 0.000 description 2
- 238000013459 approach Methods 0.000 description 1
- 210000000078 claw Anatomy 0.000 description 1
- 238000011109 contamination Methods 0.000 description 1
- 230000008878 coupling Effects 0.000 description 1
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 description 1
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 description 1
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 description 1
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 1
- 239000004922 lacquer Substances 0.000 description 1
- 230000036316 preload Effects 0.000 description 1
- 230000000306 recurrent effect Effects 0.000 description 1
- 230000008439 repair process Effects 0.000 description 1
- 230000000717 retained effect Effects 0.000 description 1
- 239000000725 suspension Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E21—EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
- E21B—EARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
- E21B34/00—Valve arrangements for boreholes or wells
- E21B34/06—Valve arrangements for boreholes or wells in wells
- E21B34/10—Valve arrangements for boreholes or wells in wells operated by control fluid supplied from outside the borehole
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E21—EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
- E21B—EARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
- E21B34/00—Valve arrangements for boreholes or wells
- E21B34/06—Valve arrangements for boreholes or wells in wells
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E21—EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
- E21B—EARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
- E21B2200/00—Special features related to earth drilling for obtaining oil, gas or water
- E21B2200/05—Flapper valves
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Geology (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Environmental & Geological Engineering (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Geochemistry & Mineralogy (AREA)
- Lift Valve (AREA)
- Sliding Valves (AREA)
Description
1 194407
Veiligheidsafsluiter
De uitvinding heeft betrekking op een veiligheidsafsluiter voor in een ondergrondse buiskolom van het type met een buisvormig huis dat geschikt is voor geschroefde verbinding in een productiebuisserie en met een 5 daarin gevormde kamer, een in de kamer stekende huls, waarvan het einde een ringvormige klepzitting vormt rond een productiestromingsdoorlaat, en een in de kamer aan zijn rand zwenkbare klepplaat die is voorbelast naar de sluitrand en is uitgerust met een ringvormig op een virtueel convex oppervlak gelegen afdichtoppervlak en die in de sluitstand samenwerkt met de klepzitting, waarvan het ringvormige afdicht-oppervlak op een virtueel met het convexe oppervlak overeenkomend concaaf oppervlak is gelegen en de 10 klepplaat openstootbaar is door een binnen het hulsdeel verschuifbare bedieningshuls.
Een dergelijke veiligheidsafsluiter is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US-4.457.376. Doordat de samenwerkende ringvormige afdichtoppervlakken van klepplaat en klepzitting hierbij conisch zijn, wordt het nadeel verkregen dat een geringe vervorming van de conclusie van de klepplaat ertoe zal leiden, dat de ringvormige afdichtoppervlakken niet exact tegen elkaar aan zullen liggen. Een vervorming van de klepplaat 15 zelf of een beschadiging van het scharnier van de klepplaat kunnen vanwege de enorme krachten die in productieputten optreden, eenvoudig worden verkregen. Een afwijking van de uitlijning van de afdichtoppervlakken leidt altijd tot een lekkagebaan door de veiligheidsafsluiter.
Een dergelijke afwijking zal derhalve het correct zitten en afdichten van de klepplaat verhinderen en een grote hoeveelheid formatievloeistof of -gas zal door de beschadigde afsluiter kunnen ontsnappen, hetgeen 20 verlies en vervuiling kan veroorzaken. Tijdens situaties waarin een beschadiging van de productieputafsluiter optreedt, dient de boorputstroming volledig te worden afgesloten voordat reparaties kunnen worden uitgevoerd en de productie kan worden hervat. Zelfs een kleine lekkage door de veiligheidsklep in een gasput kan een catastrofale beschadiging veroorzaken.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt een verbeterde veiligheidsafsluiter verschaft. Met name is het 25 hierbij een doel een veiligheidsafsluiter te verschaffen welke met verhoogde zekerheid een afsluiting kan verzorgen. Ter verkrijging van dit doel wordt de uitvinding gekenmerkt, doordat de ringvormige afdichtoppervlakken worden gevormd doof bolsegmenten. Het bolsegment van de afsluiterzitting is hierbij passend gemaakt met het bolsegment van de klepplaat.
30 De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding weergeeft.
Figuur 1 is een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van een productieboorput met een vanaf het oppervlak geregelde, met een staaldraad terughaalbare, ondergrondse veiligheidsafsluiter.
Figuur 2 is een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van de veiligheidsafsluiter volgens figuur 1, 35 tezamen met zijn bedieningsbuis en productiehuis.
Figuur 3 is een gedeeltelijk weggebroken zijaanzicht van het inlaatuiteinde van de veiligheidsafsluiter die details van de klepplaat illustreert.
Figuur 4 is een op grotere schaal weergegeven en gedeeltelijk weggebroken langsdoorsnede, die details van de klepplaat en klepzitting Illustreert.
40 Figuur 5 is een vereenvoudigde doorsnede, die de stand van de klepplaat ten opzichte van de bedieningsbuis en het veiligheidsafsluiterhuis in de geopende stand van de afsluiter weergeeft.
Figuur 6 is een perspectivisch aanzicht van de klepzitting.
Figuur 7 is een bovenaanzicht van de klepplaat van figuur 2.
Figuur 8 is een linker zijaanzicht daarvan.
45 Figuur 9 is een achteraanzicht daarvan.
Figuur 10 is een vooraanzicht daarvan.
Figuur 11 is een onderaanzicht daarvan.
Figuur 12 is een perspectivisch aanzicht vanaf de onderzijde daarvan.
Figuur 13 is een perspectivisch aanzicht vanaf de rechterzijde daarvan.
50 Figuur 14 is een perspectivisch rechter vooraanzicht daarvan.
Figuur 15 is een perspectivisch vooraanzicht van de bovenzijde daarvan.
Figuur 16 is een perspectivisch linker zijaanzicht daarvan.
Figuren 17 en 18 zijn langsdoorsneden van een vanaf de oppervlakte geregelde, met een buis terughaalbare ondergrondse veiligheidsafsluiter, waarbij de relatieve stand van zijn onderdelen in de geopende 55 stand zijn weergegeven.
Figuren 19 en 20 zijn langsaanzichten van de door een buis terughaalbare ondergrondse veiligheidsafsluiter van de figuren 17 en 18, waarbij de verschillende onderdelen van de veiligheidsafsluiter in de 194407 2 gesloten stand daarvan zijn weergegeven.
De vanaf de oppervlakte geregelde ondergrondse veiligheidsalsluiter 10 (figuur 1) kan aan een staaldraad opgehaald of in de boring van een productiebuisserie 12 worden neergelaten en geplaatst. De productie-5 buisserie 12 is opgehangen aan een ophangplaat 13 die een deel van een putmondsamenstel 14 vormt. Het putmondsamenstel 14 omvat een put hydraulisch bediende, omgekeerd werkende bovengrondse veiligheidsafsluiter 16 die met betrekking tot de stroming in serie is geschakeld met een productiestroomlei-ding 18. De drukomstandigheden in de stroomleiding worden waargenomen door een controle-orgaan 20. Een hydraulisch druksignaal 20A dat wordt geproduceerd door het controle-orgaan 20 wordt ingevoerd in 10 een hydraulische regulateur 22 die de stroming van hydraulische vloeistof H regelt door een toevoerleiding 24 die is verbonden met een hydraulische pomp en een reservoir (niet weergegeven). Drukomstandigheden worden in een stromingsleiding waargenomen door het controle-orgaan 20, en de regulateur 22 richt hydraulische vloeistof onder druk naar het hydraulische bedieningsorgaan 16A van de schuifafsluiter 16 en naar de ondergrondse regelafsluiter 10.
15 De regelleiding 26 verloopt door de ringvormige ruimte 30 tussen de boorputverbuizing 28 en de productiebuisserie 12.
Volgens figuur 2 is de vanaf de oppervlakte regelbare veiligheidsafsluiter 10 terughaalbaar geplaatst in de boring van een plaatsingsnippel 32 door middel van intrekbare grendelklauwen 34 die zijn gemonteerd op een grendeldoorn 36.
20 De grendelklauwen zijn in gearreteerde ingrijping opgenomen in een ringvormige groef 40 in het binnenwanddeel 32A van de plaatsingsnippel, waarbij de ringspleet tussen de plaatsingsnippel en de grendeldoorn 36 is afgedicht door een chevronafdichtingssamenstei 38. De plaatsingsnippel 32 is gekoppeld met de productiebuisserie 12 door een van schroefdraad voorziene koppelingskraag 42. Het bovenste uiteinde van de veiligheidsafsluiter 10 omvat een verbindingsstuk 44 dat is verbonden met de grendeldoorn 25 36 door een schroefdraadverbinding T. De ringspleet tussen de plaatsingsnippel en het verbindingsstuk 44 is afgedicht door chevronafdichtingssamenstei 46.
Het onderste uiteinde van de ondergrondse veiligheidsafsluiter 10 omvat een huisdeel 48, waarin een gestroomlijnde klepplaat en een kiepzitting zijn geïnstalleerd. Het huisdeel 48 bezit een inlaatpoort 50 die formatiemedium F in de productiebuisboring 12A toelaat voor de doorleiding door de veiligheidsafsluiter 10 30 naar het boorputafsluitersamenstel 14 waar het wordt afgevoerd door de stromingsleiding 18, zoals is weergegeven in figuur 1. Het huisdeel 48 bezit tevens een vensteropening 48W (figuur 3) die de achterzijde van de klepplaat opneemt, zoals hierna zal worden beschreven.
De klepplaat 52 is zwenkbaar gekoppeld met een scharnierdeel 54 door een schamierpen 56. De klepplaat 52 is uitgevoerd als een half cilindrisch segment met een langsas F (figuur 15). De klepplaat 52 is 35 voorgespannen voor een draaibeweging naar de gesloten stand van de afsluiter (figuur 2) door een gewikkelde torsieveer 58 (figuur 3). In de geopende stand van de afsluiter zoals is weergegeven in figuur 3, is de veervoorspanning overwonnen en is de klepplaat 52 in de geopende stand van de afsluiter vastgehouden teneinde toe te laten dat formatiemedium bovenwaarts door de productiebuisserie naar het boorputafsluitersamenstel 14 stroomt. De klepplaat 52 wordt in de geopende stand van de afsluiter gehouden door 40 een dunwandige cilindrische bedieningsbuis 60.
De bedieningsbuis 60 is door een schroefdraadverbinding T verbonden met een buisvormige zuiger 62.
De bedieningsbuis 60 en de zuiger 62 zitten in een cilindrisch veerhuis 64 dat aan zijn onderste uiteinde is verenigd met een afsluiterzittingdeel 66 door een schroefdraadverbinding T, en dat aan zijn bovenste uiteinde door een schroefdraadverbinding T is aangesloten op het verbindingsstuk 44.
45 Hydraulische vloeistof H wordt door de regelleiding 26 geleverd tot in een inlaatpoort P (figuur 2) die is gevormd in de zijwand van de plaatsingsnippel 32. Een ondersneden ringvormige ruimte 32B tussen het verbindingsstuk 44 en de plaatsingsnippelboring 32A is gevuld met de vloeistof. De hydraulische vloeistof wordt door een of meer in het verbindingsstuk 44 gevormde radiale stromingspoorten Q gevoerd tot in een ondersneden ringvormige ruimte 44A die is gevormd tussen de buisvormige zuiger 62 en de binnen-50 diameterboring van het verbindingsstuk 44. De hydraulische vloeistof wordt opgesloten in de ruimte 44A door een inwendig gemonteerde O-ringafdichting S die op de binnendiameterboring van het verbindingsstuk 44 is gemonteerd, en door een uitwendige O-ringafdichting S die op het uitwendige oppervlak van de buisvormige zuiger 62 is gemonteerd. Wanneer aan de ringvormige ruimte 44A hydraulische vloeistof onder druk wordt toe gevoerd, wordt de buisvormige zuiger 62 naar beneden gedreven door het veerhuis 64, 55 waardoor de bedieningsbuis 60 naar de geopende stand van de afsluiter wordt uitgezet, zoals is weergegeven in figuur 3. Terugkerend naar figuur 2 is te zien, dat de bedieningsbuis 60 en de zuiger 62 radiaal zijn opgesloten in het cilindrische veerhuis 64. De zuiger 62 is geschikt voor de verschuifbare afdichtende 3 194407 aangrijping tegen de binnendiameterboring van het verbindingsstuk 44 en is verschuifbaar en afdichtend geplaatst tegen de O-ringafdichting S die op een schouder 44B van het verbindingsstuk 44 is gemonteerd. Op dezelfde wijze steunt een op een radiaal getrapt zuigerschoudergedeelte 62A gemonteerde uitwendige O-ringafdichting S in afdichtende aangrijping tegen de binnendiameterboring van de schouder 44B van het 5 verbindingsstuk. Wanneer de ringvormige ruimte 44A onder druk is gezet door hydraulische vloeistof die door de radiale stromingspoort Q binnentreedt, worden de zuiger 62 en de bedieningsbuis 60 benedenwaarts gedreven. Een voortgezette uitzetting van de zuiger 62 drijft de bedieningsbuis 60 tot in de stand met geopende afsluiter en geopende boring, zoals is weergegeven in figuur 3.
Volgens de figuren 1, 2 en 3, wordt de klepplaat 52 door de bedieningsbuis 60 tot tegen een radiaal 10 getrapte schouder 48A van het huisdeel 48 geduwd. Hydraulische regeldruk wordt door de regulateur 22 gehandhaafd totdat enige ongebruikelijke stromingsleidingomstandigheid wordt waargenomen, of in reactie op een ophefcommando van de bedienende persoon. In reactie op een dergelijke omstandigheid of commando wordt hydraulische vloeistof uit de ringvormige ruimte 44A gelaten, waarbij deze hydraulische vloeistof naar het reservoir aan het oppervlak wordt teruggevoerd in een omgekeerde stroming door de 15 regelleiding 26 en de toevoerleiding 24, wanneer de zuiger 62 door een terugstelveer 68 naar boven wordt teruggetrokken.
Wanneer de zuiger 62 door de terugstelveer 68 is teruggetrokken, wordt de bedieningsbuis 60 in de langsrichting uit de afsluiterkamer 70 teruggetrokken. De klepplaat 52 zal beginnen te draaien binnen de kamer 70 en zal tegen de cirkelvormige rand 60E van de bedieningsbuis trekken, waarbij de cirkelvormige 20 rand 60E een afgeknot kegelvormig oppervlak vertegenwoordigt waarop reactiekrachten worden geconcentreerd. Wanneer de klepplaat 52 binnen de afsluiterkamer 70 een hoekstand nadert waar aanzienlijke smoring van de stroming van putmedium optreedt, kunnen de grote reactiekrachten de bedieningsbuis 60, de klepplaat 52 of de scharnierpen 56 vervormen. Bovendien kan de uitlijning van de klepplaat 52 ten opzichte van de klepzitting worden verstoord in reactie op de slag van het dichtslaan van de klepplaat tegen 25 klepzittinginzetstuk 74.
Onder verwijzing naar de figuren 3, 4 en 5 bezit de klepplaat 52 een scharnierdeel 72 dat is gekoppeld met het hulsvormige scharnierdeel 54 door de scharnierpen 56. Het scharnierdeel 72 is opgenomen in een radiale sleuf 54A die langs het onderoppervlak van het scharnierdeel 54 is gevormd. Het scharnierdeel 72 is uitgevoerd met een boring 72a waardoorheen de scharnierpen 56 verloopt. De scharnierpen 56 is door een 30 boring 48B gestoken die de cilindrische zijwand van het huisdeel 48 doorsnijdt (figuur 3). De gewikkelde torsieveer 58 omvat een onderste arm 58A die aangrijpt op de onderzijde van de klepplaat 52, eri een bovenste arm 58B die aangrijpt op het scharnierdeel 54 voor het uitoefenen van de veerkracht die wordt opgewekt bij een draaien van de klepplaat 52 tegen de wijzers van de klok in weg van de sluitstand (figuur 4).
35 Het scharnierdeel 72 wordt axiaal opgesloten door de schouder 54A van het scharnierdeel 54 en wordt tegen een radiale beweging opgesloten door de scharnierpen 56. De scharnierpen 56, het scharnierdeel 72 en de radiale sleuf 54A zijn vervaardigd met nauwe toleranties teneinde een soepele scharnierbeweging van de klepplaat 52 te verschaffen.
Het klepzittinginzetstuk 74 is opgesloten in een holte 76 gevormd door een verzinkboring die is gevormd 40 in de zijwand van het terugstelveerhuis 64. Het klepzittinginzetstuk 74 bezit een stromingsdoorlaatboring 74B die voor het doorlaten van stroming in lijn ligt met de boring 64B van het terugstelveerhuis 64. Het klepzittinginzetstuk 74 ligt aan tegen een radiaal getrapte schouder 78 die de holte 76 begrenst. Het klepzittinginzetstuk 74 is axiaal opgesloten in de holte 76 door een radiaal getrapte schouder 80 die is gevormd op het hulsvormige scharnierdeel 54. Het scheidingsvlak tussen het klepzittinginzetstuk 74 en de 45 holte 76 hiervoor is afgedicht door een O-ringafdichting 82. De afdichtoppervlakken van de klepplaat 52 en het afsluiterzittinginzetstuk 74 worden gevormd door passende bolsegmentoppervlakken die elkaar overlappen voor het vormen van een metaal-tegen-metaal afdichting. Het afdichtende oppervlak van het klepzittinginzetstuk 74 is een concaaf bolsegment 74S en het afdichtende oppervlak van de klepplaat 52 is een convex bolsegment 52S. Het middelpunt van het convexe afdichtende bolsegmentoppervlak 52S is 50 aangeduid door de streeplijn M (figuur 4).Het convexe afdichtende oppervlak 52S en het concave afdichtende klepzittingoppervlak 74S zijn beide in het algemeen een oppervlak van een omwenteling die wordt geproduceerd door het draaien van een half cirkelvormige boog met een booglengte Z (figuren 4, 6 en figuur 13) en een krommingsstraal R. Zoals is weergegeven in figuur 4, is de krommingsstraal van het convexe afdichtende klepplaatoppervlak 52S althans ongeveer gelijk aan de krommingsstraal van het 55 concave bolsegmentoppervlak 74S van de klepzitting.
Dit wil zeggen dat de sferische krommingsstraal van het concave klepzittingbolsegment 74S is afgestemd op de sferische krommingsstraal van het convexe bolsegment 52S dat het afdichtende oppervlak van de 194407 4 klepplaat 52 begrenst. Zoals hierin wordt gebruikt, betekent: ’’afgestemde krommingsstraal” dat de krommingsstraal van het convexe bolsegment van de klepplaat althans ongeveer gelijk is aan, doch niet groter is dan de krommingsstraal van het concave sferische segment oppervlak van de klepzitting. Bij voorkeur zijn de convexe en concave oppen/lakken met elkaar overlappend voor het verschaffen van een 5 soepele, niet bindende oppervlakaangrijping van het convexe afdichtingsopperviak 52S van de klepplaat tegen het concave oppervlak 74S van de klepzitting.
De passende convexe en concave boloppervlakken 52S, 74S zijn overlappend voor het toestaan van een nauwsluitend nestende ingrijping van de klepplaat in de concave klepzitting. Dit maakt een soepele hoekverpiaatsing van de klepplaat 52 ten opzichte van de klepzittinginzetstuk 74 mogelijk zonder een 10 onderbrekende oppervlak-tegen-oppervlak ingrijping daartussen. Dat wil zeggen dat een verstoring van de klepplaat door een op en neergaande of slingerende beweging die wordt veroorzaakt door de schrapende aangrijping van de klepplaat tegen de bedieningsbuis 60 tijdens de sluitbeweging, of door het aanslaan van de klepplaat tegen het huisdeel 48 tijdens de openingsbeweging, de oppervlak-tegen-oppervlak ingrijping tussen de geneste bolsegmenten niet zal onderbreken, doch slechts het gebied van de overlappende 15 ingrijping zal verschuiven en het effectieve overlappingsgebied enigszins zal verminderen. Als gevolg daarvan wordt, alhoewel het effectieve afdichtingsgebied tussen de geneste bolsegmenten kan worden verminderd, een continue, positieve metaal-tegen-metaal afdichting volledig om het bolsegmentscheidings-vlak gehandhaafd,
In de figuren 7-16 is te zien, dat de klepplaat 52 de algemene vorm bezit van een cilindrisch segment 20 dat machinaal is bewerkt voor het bewerkstelligen van het convexe afdichtende boloppervlak 52S en dat ook machinaal is bewerkt voor het verschaffen van een ondiep, half cirkelvormig kanaal 84 in de bovenzijde van de klepplaat in lijn met zijn langsas F. Het radiale uitsteeksel van de klepplaat 52 is geminimaliseerd, zodat in de geopende stand volgens figuur 5 de bedieningsbuis 60 is opgenomen in het half cilindrische kanaal 84, waarbij het convexe afdichtende bolsegment 52S in de ringvormige ruimte 86 tussen de 25 bedieningsbuis 60 en het huisdeel 46 en tot in de vensteropening 48W uitsteekt.
Het dient te worden opgemerkt dat het convexe afdichtende bolsegmentoppervlak 52S niet wordt aangeraakt door de bedieningsbuis 60 tijdens het openen of sluiten, waardoor beschadiging of vernieling van het afdichtende oppervlak wordt vermeden. De bedieningsbuis 60 grijpt in plaats daarvan aan op het vlakke bovenoppervlak 52T en op het half cilindrische kanaal 84, hetgeen een schraapcontact met het 30 geheel onder het bovenoppervlak van de klepplaat 52 liggende afdichtende bolsegmentoppervlak 52S verhindert.
Alhoewel de klepplaat 52 en het klepzittinginzetstuk 74 zijn beschreven als onderdeel van een aan een staaldraad terughaalbare ondergrondse veiligheidsafsluiter, kan deze ook worden toegepast in combinatie met een door een buis terughaalbare ondergrondse veiligheidsafsluiter. De door een buis terughaalbare 35 veiligheidsafsluiter bezit een relatief grotere productieboring en is derhalve goed geschikt voor toepassing in bronnen met hoge stroomsterkte. De werking van het door een buis terughaalbare veiligheidsafsluiters-amenstel 110 volgens de figuren 17, 18, 19 en 20 is in hoofdzaak gelijk aan het door een staaldraad terughaalbare veiligheidsafsluitersamenstel 10 van figuur 2, met de uitzondering dat het veiligheidsafsluiters-amenstel 110 direct in serie is verbonden met de productiebuis 12 en de hydraulische regeldruk door een in 40 de zijwand van het bovenste verbindingsstuk 44 gevormde langsboring wordt geleid. De werking van de door een buis terughaalbare ondergrondse veiligheidsafsluiter met een beschreven klepplaat is verder in alle opzichten identiek aan de werking van de uitvoering van de vanaf het oppervlak regelbare veiligheidsafsluiter die met een staaldraad terughaalbaar is.
Onder verwijzing naar de figuren 17, 18, 19 en 20 is een met een buis terughaalbare ondergrondse 45 veiligheidsafsluiter 110 geïllustreerd. De door de buis terughaalbare veiligheidsafsluiter 110 bezit een relatief grote productieboring en is derhalve bedoeld voor toepassing in bronnen met een hoge stroomsterkte.
De werking van het door een buis terughaalbare veiligheidsafsluitsamenstel 110 is in hoofdzaak dezelfde als bij de door een straaldraad terughaalbare uitvoering volgens de figuren 1-6, met de uitzondering dat het veiligheidsafsluitersamenstel 110 direct in serie is verbonden met de productiebuis 12. Hydraulische 50 regeldruk wordt geleid door de leiding 26 die is verbonden in aansluiting met een langsboring 112 die is gevormd in de zijwand van het bovenste verbindingsstuk 44. Hydraulische vloeistof onder druk wordt door de langsboring 112 aangevoerd tot in een ringvormige kamer 114 die is gevormd door een verzinkboring 116 die in verbinding staat met een ringvormige ondersnijding 118 die is gevormd in de zijwand van het bovenste verbindingsstuk 44. Een binnenste huisdoorn 120 is verschuifbaar gekoppeld met en afgedicht 55 tegen het bovenste stuk 44 door een slipverbinding U en afdichting S, waarbij de ondersnijding 118 een ringvormige ruimte begrenst tussen de binnenste doorn en de zijwand van het bovenste verbindingsstuk 44.
De zuiger 62 wordt in verschuifbare, afgedichte aangrijping opgenomen in de inwendige boring van een
Claims (1)
- 5 194407 buitensluithuis (binnenste doorn) 120. De ondersneden ringvormige ruimte 118 mondt uit in een zuigerkamer 122 in de ringvormige ruimte tussen de inwendige boring van een verbindingsstuk 124 en het uitwendige oppervlak van de zuiger 62. De uitwendige straal van een bovenste zijwandsectie 62C van de zuiger 62 is machinaal bewerkt en verkleind voor het vormen van een radiale speling tussen de zuiger en het verbin-5 dingsstuk 124. Een ringvormig hellend oppervlak 62D van de zuiger wordt tegengewerkt door het hydraulische vloeistof onder druk dat wordt aangevoerd door de regelleiding 26. In de figuren 17 en 18 is de zuiger 62 volledig uitgezet, waarbij de zuigerschouder 66 aangrijpt op het bovenste ringvormige vlak 60A van de bedieningsbuis 60. In de geopende stand van de afsluiter is de terugstelveer 68 volledig samengedrukt. De klepplaat 52 is zwenkbaar gemonteerd op het hulsvormige scharnierdeel 54 dat is verbonden met het 10 onderste uiteinde van het veerhuis 64 door een schroefdraadverbinding T. Het afsluiterzittinginzetstuk 74 is opgesloten in de verzinkboring 76 door de radiaal getrapte schouder 80 die is gevormd op het scharnierdeel 54. Het onderste uiteinde van de veiligheidsafsluiter 110 is verbonden met de productiehuis 12 door een onderste verbindingsstuk 130. Het onderste verbindingsstuk 130 bezit een verzinkboring 132 die een afsluiterkamer 134 vormt. Derhalve vormt het onderste verbindingsstuk 130 een deel van de omhulling van 15 het afsluiterhuis. De klepplaat 52 is tweezijdig en symmetrisch afgeknot aan tegenover liggende zijden van zijn langsas F (figuren 8, 9 en 11) langs hellende zijvelden 52A, 52B voor het vermijden van contact met de binnen-diameterboring van het huisdeel. Het lichaam van de klepplaat 52 is ook afgeknot langs een bodem-oppervlak 52W dat binnenwaarts helt ten opzichte van het achteroppervlak 52R. Bovendien zijn het 20 bovenoppervlak 52T van de klepplaat 52 het dichtst bij het scharnier 72 en zijn achterste (onderste) oppervlak 52R zodanig gedimensioneerd dat de twee buitenranden K, L (figuur 9) in aanraking zullen komen met de bodem van de verzinkboring 132 voordat deze wordt aangeraakt door de buitenrand van het convexe afdichtende oppervlak 52S. Dat wil zeggen, indien in reactie op een krachtige openingsdruk die wordt uitgeoefend door de bedieningsbuis 60 tegen het bovenoppervlak 52T van de klepplaat 52, de 25 klepplaat in de richting tegen de wijzers van de klok in wordt aangedreven tot in aangrijping met het onderste huisdeel 130 de klepplaat het onderste huisdeel zal raken tegen zijn achterste randen K, L war de klepplaat het dikst is, in plaats van langs de omtreksrand 52S waar deze het dunst is en het meest gevoelig voor kromtrekken of vervormen. De werking van de door een buis terughaalbare ondergrondse veiligheidsafsluiter 110 is voor het overige 30 in alle opzichten gelijk aan de werking van de vanaf het oppervlak regelbare, door staaldraad terughaalbare veiligheidsafsluiteruitvoering 10 volgens figuren 1-6. 35 Veiligheidsafsluiter voor in een ondergrondse buiskolom van het type met een buisvormig huis dat geschikt is voor geschroefde verbinding in een productiebuisserie en met een daarin gevormde kamer, een in de kamer stekende huls, waarvan het einde een ringvormige klepzitting vormt rond een productiestromings-doorlaat, en een in de kamer aan zijn rand zwenkbare klepplaat die is voorbelast naar de sluitstand en is 40 uitgerust met een ringvormig op een virtueel convex oppervlak gelegen afdichtoppervlak en die in de sluitstand samenwerkt met de klepzitting, waarvan het ringvormige afdichtoppervlak op een virtueel met het convexe oppervlak overeenkomend concaaf oppervlak is gelegen en de klepplaat openstootbaar is door een binnen het hulsdeel verschuifbare bedieningshuls, met het kenmerk, dat de ringvormige afdichtoppervlakken worden gevormd door bolsegmenten. Hierbij 7 bladen tekening
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US59141690 | 1990-10-01 | ||
US07/591,416 US5137089A (en) | 1990-10-01 | 1990-10-01 | Streamlined flapper valve |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9101604A NL9101604A (nl) | 1992-05-06 |
NL194407B NL194407B (nl) | 2001-11-01 |
NL194407C true NL194407C (nl) | 2002-03-04 |
Family
ID=24366401
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9101604A NL194407C (nl) | 1990-10-01 | 1991-09-23 | Veiligheidsafsluiter. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
US (2) | US5137089A (nl) |
GB (1) | GB2248464B (nl) |
NL (1) | NL194407C (nl) |
NO (1) | NO913109L (nl) |
Families Citing this family (28)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5125457A (en) * | 1991-06-11 | 1992-06-30 | Otis Engineering Corporation | Resilient seal for curved flapper valve |
US5564502A (en) * | 1994-07-12 | 1996-10-15 | Halliburton Company | Well completion system with flapper control valve |
AU1610497A (en) * | 1996-02-03 | 1997-08-22 | Ocre (Scotland) Limited | Improved downhole apparatus |
GB9716277D0 (en) * | 1997-07-31 | 1997-10-08 | Phoenix Petroleum Services | Automatic blanking completion tool |
US6209663B1 (en) * | 1998-05-18 | 2001-04-03 | David G. Hosie | Underbalanced drill string deployment valve method and apparatus |
GB2358420B (en) | 1998-09-21 | 2002-12-18 | Camco Int | Eccentric subsurface safety valve |
US6196261B1 (en) * | 1999-05-11 | 2001-03-06 | Halliburton Energy Services, Inc. | Flapper valve assembly with seat having load bearing shoulder |
US6263910B1 (en) | 1999-05-11 | 2001-07-24 | Halliburton Energy Services, Inc. | Valve with secondary load bearing surface |
US6644411B2 (en) * | 2001-04-18 | 2003-11-11 | Kvaerner Oilfield Products, Inc. | Tubing hanger with flapper valve |
US6772842B2 (en) * | 2002-06-27 | 2004-08-10 | Schlumberger Technology Corporation | Curved flapper valve |
US7314091B2 (en) * | 2003-09-24 | 2008-01-01 | Weatherford/Lamb, Inc. | Cement-through, tubing retrievable safety valve |
US7270191B2 (en) * | 2004-04-07 | 2007-09-18 | Baker Hughes Incorporated | Flapper opening mechanism |
DK1895091T3 (da) * | 2006-08-22 | 2010-05-25 | Bj Services Co | Fremgangsmåde og indretning til brug af en underjordisk sikkerhedsventil |
US8050786B2 (en) * | 2007-07-11 | 2011-11-01 | Stratasys, Inc. | Method for building three-dimensional objects with thin wall regions |
US20100163241A1 (en) * | 2007-07-19 | 2010-07-01 | Dudley Iles Klatt | Modular saddle flapper valve |
GB0721746D0 (en) | 2007-11-06 | 2007-12-19 | Petrowell Ltd | Device |
US20090229829A1 (en) * | 2008-03-17 | 2009-09-17 | Hemiwedge Valve Corporation | Hydraulic Bi-Directional Rotary Isolation Valve |
US9784057B2 (en) * | 2008-04-30 | 2017-10-10 | Weatherford Technology Holdings, Llc | Mechanical bi-directional isolation valve |
CN101956540B (zh) * | 2009-07-15 | 2015-03-25 | 中国石油集团西部钻探工程有限公司克拉玛依钻井工艺研究院 | 一种新型钻杆阀 |
US8651188B2 (en) * | 2009-12-30 | 2014-02-18 | Schlumberger Technology Corporation | Gas lift barrier valve |
JP4963511B2 (ja) * | 2010-03-05 | 2012-06-27 | トヨタ自動車株式会社 | 排気弁構造 |
US8776889B2 (en) * | 2010-07-14 | 2014-07-15 | Weatherford/Lamb, Inc. | Irregularly shaped flapper closure and sealing surfaces |
US8863767B2 (en) | 2012-03-19 | 2014-10-21 | Baker Hughes Incorporated | Alignment system for flapper valve |
AU2012383527B2 (en) * | 2012-06-27 | 2015-12-10 | Halliburton Energy Services, Inc. | Safety valve with independent flow tube |
US20140230137A1 (en) * | 2013-02-19 | 2014-08-21 | As Ip Holdco, Llc | Pour-Flush Latrines, Latrine Pans, Latrine Pan Assemblies, and Related Methods |
WO2014130017A1 (en) * | 2013-02-19 | 2014-08-28 | As Ip Holdco, Llc | Pour-flush latrines, latrine pans, latrine pan assemblies, and related methods |
CN103953766A (zh) * | 2014-05-09 | 2014-07-30 | 合肥顶呱呱专利研发推广有限公司 | 一种弹力关闭的扇形腔门阀及配有该门阀的装置和系统 |
MX2023006021A (es) * | 2020-12-28 | 2023-06-08 | Halliburton Energy Services Inc | Valvula de seguridad subterranea con carga uniforme. |
Family Cites Families (23)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2162578A (en) * | 1937-05-27 | 1939-06-13 | Marcus L Hacker | Core barrel operated float valve |
US3071151A (en) * | 1958-11-05 | 1963-01-01 | Otis Eng Co | Pressure responsive control valve for well tubing |
US3172424A (en) * | 1962-07-24 | 1965-03-09 | Crawford K Stillwagon | Disc type check valve |
GB1147410A (en) * | 1967-10-21 | 1969-04-02 | Rolls Royce | Improvements in or relating to valves |
US3671151A (en) * | 1970-05-11 | 1972-06-20 | Miracle Pet Products Inc | Combination aquarium pump and gang valve |
US3865141A (en) * | 1973-06-29 | 1975-02-11 | Schlumberger Technology Corp | Subsurface safety valve apparatus |
US3955623A (en) * | 1974-04-22 | 1976-05-11 | Schlumberger Technology Corporation | Subsea control valve apparatus |
US4077473A (en) * | 1977-04-18 | 1978-03-07 | Camco, Incorporated | Well safety valve |
US4160484A (en) * | 1978-01-16 | 1979-07-10 | Camco, Incorporated | Surface control well safety valve |
US4161960A (en) * | 1978-02-23 | 1979-07-24 | Camco, Incorporated | High and low tubing pressure actuated well safety valve |
US4331315A (en) * | 1978-11-24 | 1982-05-25 | Daniel Industries, Inc. | Actuatable safety valve for wells and flowlines |
US4376464A (en) * | 1980-12-08 | 1983-03-15 | Otis Engineering Corporation | Well safety valve |
US4378847A (en) * | 1981-02-09 | 1983-04-05 | Otis Engineering Corporation | Valve |
US4457376A (en) * | 1982-05-17 | 1984-07-03 | Baker Oil Tools, Inc. | Flapper type safety valve for subterranean wells |
US4449587A (en) * | 1983-01-06 | 1984-05-22 | Otis Engineering Corporation | Surface controlled subsurface safety valves |
US4531587A (en) * | 1984-02-22 | 1985-07-30 | Baker Oil Tools, Inc. | Downhole flapper valve |
US4605070A (en) * | 1985-04-01 | 1986-08-12 | Camco, Incorporated | Redundant safety valve system and method |
US4583596A (en) * | 1985-09-13 | 1986-04-22 | Camco, Incorporated | Dual metal seal for a well safety valve |
US4723606A (en) * | 1986-02-10 | 1988-02-09 | Otis Engineering Corporation | Surface controlled subsurface safety valve |
US4674575A (en) * | 1986-04-11 | 1987-06-23 | Baker Oil Tools, Inc. | Sealing system for downhole well valves |
US4834183A (en) * | 1988-02-16 | 1989-05-30 | Otis Engineering Corporation | Surface controlled subsurface safety valve |
US4854387A (en) * | 1988-10-11 | 1989-08-08 | Camco, Incorporated | Large bore retrievable well safety valve |
US4890674A (en) * | 1988-12-16 | 1990-01-02 | Otis Engineering Corporation | Flapper valve protection |
-
1990
- 1990-10-01 US US07/591,416 patent/US5137089A/en not_active Expired - Lifetime
-
1991
- 1991-08-09 NO NO91913109A patent/NO913109L/no unknown
- 1991-08-23 GB GB9118199A patent/GB2248464B/en not_active Expired - Lifetime
- 1991-09-23 NL NL9101604A patent/NL194407C/nl not_active IP Right Cessation
-
1993
- 1993-09-03 US US08/117,335 patent/US5323859A/en not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US5137089A (en) | 1992-08-11 |
NO913109D0 (no) | 1991-08-09 |
GB9118199D0 (en) | 1991-10-09 |
NL194407B (nl) | 2001-11-01 |
NL9101604A (nl) | 1992-05-06 |
NO913109L (no) | 1992-04-02 |
GB2248464B (en) | 1994-06-22 |
GB2248464A (en) | 1992-04-08 |
US5323859A (en) | 1994-06-28 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL194407C (nl) | Veiligheidsafsluiter. | |
US5884705A (en) | Equalizing valve seat for a subsurface safety valve | |
US5125457A (en) | Resilient seal for curved flapper valve | |
US6296061B1 (en) | Pilot-operated pressure-equalizing mechanism for subsurface valve | |
US6227299B1 (en) | Flapper valve with biasing flapper closure assembly | |
US5310005A (en) | Flapper valve assembly with floating hinge | |
US5293943A (en) | Safety valve, sealing ring and seal assembly | |
US6626239B2 (en) | Internal gate valve for flow completion systems | |
US4360064A (en) | Circulating valve for wells | |
CA1144065A (en) | Methods and apparatus for controlling fluid flow | |
US4161219A (en) | Piston actuated well safety valve | |
US6079497A (en) | Pressure equalizing safety valve for subterranean wells | |
US5040606A (en) | Annulus safety valve | |
US4452310A (en) | Metal-to-metal high/low pressure seal | |
US4945993A (en) | Surface controlled subsurface safety valve | |
MXPA01011463A (es) | Valvula con superficie secundaria portadora de carga. | |
US5873414A (en) | Bypass valve for downhole motor | |
US6283217B1 (en) | Axial equalizing valve | |
US5598864A (en) | Subsurface safety valve | |
US4434847A (en) | Flow controlling apparatus | |
US4524831A (en) | Hydraulic controlled well valve | |
WO1998057029A1 (en) | Pressure equalizing safety valve for subterranean wells | |
NO326484B1 (no) | Sandstyringstetning for undergrunns sikkerhetsventil | |
GB2235938A (en) | Annulus safety valve | |
US20020007950A1 (en) | Valves |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
CNR | Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection) |
Free format text: HALLIBURTON COMPANY |
|
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20110401 |