NL194020C

NL194020C - Electric hollow wall box.

Info

Publication number: NL194020C
Application number: NL9600016A
Authority: NL
Inventors: Albertus Berendsen
Original assignee: Abb Patent Gmbh
Priority date: 1994-03-31
Filing date: 1996-09-11
Publication date: 2001-04-03
Also published as: NL194142C; NL9600015A; NL194142B; NL194020B; NL9600016A

Description

1 1940201 194020

Elektrische holle wanddoosElectric hollow wall box

De uitvinding heeft betrekking op een elektrische holle wanddoos, zoals bijvoorbeeld een schakelaardoos, een aftakdoos e.d., welke doos van voren in een doorgaand gat in een wand kan worden ingezet, met een 5 radiaal buitenwaarts uitstekende, aan de vrije rand aangebrachte vasthoudflens en met ten minste een tweetal van voren te bedienen, aan de omtrek gelijkmatig verdeeld aangebrachte fixeerorganen, welke in de ingezette toestand van die holle wanddoos van achteren tegen de wand kunnen worden aangetrokken, zodanig, dat de wand tussen die vasthoudflens en de fixeerorganen vastgeklemd kan komen te zitten, waarbij elk fixeerorgaan een langgerekte, zich langer dan de axiale lengte van de holle wanddoos 10 uitstrekkende vorm heeft, en in een axiale geleiding op het buitenvlak van de holle wanddoos verplaatsbaar geleid wordt en aan zijn, zich van de vasthoudflens afgekeerde zijde bevindende einde een aanvormsel bevat, waarvan althans een gedeelte dwars op de langsrichting van het fixeerorgaan is gericht, en een aanslag vormt voor aankomst tegen de achterzijde van de holle wand, waarbij de geleiding voor het fixeerorgaan voorzien is van middelen voor het in een radiale richting tegenhouden van het fixeerorgaan, en 15 ter plaatse van de geleiding voor het fixeerorgaan fixatiemiddelen voorzien zijn die aangrijpen op het fixeerorgaan om een teruggaande verplaatsing daarvan te voorkomen.The invention relates to an electrical hollow wall box, such as, for example, a switch box, a branch box, etc., which box can be inserted from the front into a through-hole in a wall, with a retaining flange radially outwardly projecting and provided with a free edge. at least two front-facing, uniformly distributed fixing members, which in the deployed condition of said hollow wall box can be pulled against the wall from behind, such that the wall can be clamped between said holding flange and the fixing members wherein each fixing member has an elongated shape extending longer than the axial length of the hollow wall box 10 and is displaceably guided in an axial guide on the outer surface of the hollow wall box and at its end facing away from the retaining flange mold, at least part of which is transverse to the longitudinal direction of the fixing member an is oriented and forms a stop for arrival against the rear side of the hollow wall, the guide for the fixing member being provided with means for holding the fixing member in a radial direction, and fixing means at the position of the guide for the fixing member provided which engage on the fixing member to prevent a return movement thereof.

Een dergelijke holle wanddoos of elektrische doos voor een spouwmuur is bekend uit de Franse octrooiaanvrage 2.566.848 welke doos wordt bevestigd in een doorgaand gat in de wand, welke zich op een bepaalde afstand van een muurwandvlak.Such a hollow wall box or electrical box for a cavity wall is known from French patent application 2.566.848, which box is fixed in a through hole in the wall, which is located at a certain distance from a wall wall surface.

20 Bij installatie van de bekende holle wanddoos worden de fixeerorganen aangetrokken totdat de aanvormsels daarvan tegen de achterzijde van de holle wand aankomen. Tandineengrijping tussen een vertanding op het fixeerorgaan enerzijds en een vertanding op de wand van de holle wanddoos anderzijds voorkomt dat het fixeerorgaan terug kan bewegen.When installing the known hollow wall box, the fixing members are tightened until the moldings thereof touch the rear side of the hollow wall. Tooth engagement between a toothing on the fixing member on the one hand and a toothing on the wall of the hollow wall box on the other prevents the fixing member from moving back.

Men zal ernaar streven om de klemmende bevestiging van de holle wanddoos op de holle wand zo zeker 25 mogelijk te maken. De tandineengrijping zal daarvoor zo betrouwbaar mogelijk dienen te zijn, hetgeen beperkende gevolgen heeft voor de vrijheid van keuze van het materiaal voor het fixeerorgaan en voor het overige deel van de holle wanddoos.The aim will be to make the clamping fastening of the hollow wall box on the hollow wall as secure as possible. The tooth engagement will have to be as reliable as possible for this, which has limiting consequences for the freedom of choice of the material for the fixing member and for the rest of the hollow wall box.

Doel van de uitvinding is om hierin verbetering te brengen. Hiertoe voorziet de uitvinding er in, dat de fixatiemiddelen als een apart onderdeel opgenomen zijn in de holle wanddoos.The object of the invention is to improve on this. To this end, the invention provides that the fixation means are included as a separate part in the hollow wall box.

30 Door de maatregel volgens de uitvinding is men voor de keuze van het materiaal van de fixatiemiddelen niet afhankelijk van het materiaal waarvan de holle wanddoos gemaakt is, zodat daarvoor een optimaal, sterk materiaal gekozen kan worden, terwijl het vormen van de holle wanddoos eenvoudiger zal kunnen zijn.By the measure according to the invention, the choice of the material of the fixation means does not depend on the material of which the hollow wall box is made, so that an optimal, strong material can be chosen for this, while the formation of the hollow wall box will be easier. can be.

Opgemerkt wordt dat uit de Franse octrooiaanvrage 2.147.029 een holle wanddoos bekend is, die net als de holle wanddoos volgens de Franse octrooiaanvrage 2,566.848 voorzien is van een vertanding gevormd 35 aan de wand van de wanddoos, waarmee een vertanding op het fixeerorgaan samenwerkt.It is noted that from French patent application 2.147.029 a hollow wall box is known, which, like the hollow wall box according to French patent application 2.566.848, is provided with a toothing formed on the wall of the wall box, with which a toothing on the fixing member cooperates.

Bij voorkeur zijn de fixatiemiddelen radiaal binnenwaarts werkzaam.The fixation means preferably act radially inwardly.

Bij voorkeur omvatten de fixatiemiddelen weerhaken, waarbij het voordelig is indien de weerhaken als grendelelementen ingegoten zijn in de holle wanddoos.The fixation means preferably comprise barbs, it being advantageous if the barbs are cast as locking elements in the hollow wall box.

Alternatief kunnen de weerhaken in een uitsparing van de holle wanddoos door het innemen van een 40 ligplaats vast vergrendeld zijn. Bij voorkeur is daarbij een weerhaak aangevormd aan een U-vormig grendelelement, en wel aan diens ene been.Alternatively, the barbs can be securely locked in a recess of the hollow wall box by taking up a berth. Preferably, a barb is formed on a U-shaped locking element on its one leg.

Bij voorkeur is daarbij voor het fixeren van het U-vormige grendelelement in de uitsparing een uitgeponst gedeelte naar de buitenzijde van de U weggedrukt, welk uitgeponste gedeelte in de gemonteerde toestand op vergrendelende wijze een ligplaats inneemt in een uitsparing van de holle wanddoos.Preferably, in order to fix the U-shaped locking element in the recess, a punched-out part is pressed away to the outside of the U, which punched-out part, in the mounted state, locks in a recess in the hollow wall box.

45 Bij voorkeur is daarbij het U-vormige grendelelement aan het de weerhaak bevattende been voorzien van een verder uitgeponst gedeelte, dat het wegdrukken van de weerhaak van het fixeerorgaan mogelijk maakt.Preferably, the U-shaped locking element on the leg containing the barb is provided with a further punched-out part, which makes it possible to push the barb away from the fixing member.

Alternatief heeft het grendelelement een golfvormige gedaante en neemt dit met een drietal in tegengestelde richting uitstekende golftoppen steun tegen tegenover elkaar gelegen binnenwanden van een, in de vrije rand van de zijwand van de holle wanddoos aangebrachte groef, waarbij het grendelelement in het 50 bereik van één van de golftoppen een uitgeponst gedeelte bevat, dat in de gemonteerde toestand achter een achterwaartse verspringing tegen de naburige binnenwand van de U-vormige groef steun neemt.Alternatively, the locking element has a wave-like shape and supports three oppositely protruding wave tips against opposing inner walls of a groove arranged in the free edge of the side wall of the hollow wall box, the locking element being in the range of one of the wave crests includes a punched-out portion which, in the assembled state, takes support behind the backward offset against the adjacent inner wall of the U-shaped groove.

Volgens een verder alternatief is als grendelelement voorzien in een U-vormige beugel waarvan de beide vrije beeneinden in buitenwaartse richting zijn omgeknikt voor het vormen van weerhaken terwijl de beugel om het buitenvlak van de holle wanddoos lopend aan de holle wanddoos vergrendeld is.According to a further alternative, as a locking element, a U-shaped bracket is provided, the two free leg ends of which are bent outwardly to form barbs, while the bracket is locked on the hollow wall box around the outer surface of the hollow wall box.

55 Bij voorkeur worden daarbij de benen geleid in, op het buitenvlak van de zijwand aangebrachte, axiaal verlopende groeven die tevens dienst doen als axiale geleiding voor de fixeerorganen.Preferably, the legs are guided in axially extending grooves arranged on the outer surface of the side wall which also serve as axial guides for the fixing members.

Het heeft daarbij verder de voorkeur dat het lijf van de U-vormige beugel convex naar de bodem van de 194020 2 holle wanddoos toe, voorgevormd is.It is further preferred that the body of the U-shaped bracket is preformed convex towards the bottom of the 194020 2 hollow wall box.

Voordelig is daarbij bovendien indien de vrije beeneinden ongeveer V-vormig naar buiten toe dubbel omgezet zijn, waarbij de punt van de V-vorm ter vergrendeling verend ingrijpt in een uitsparing aan de holle wanddoos.It is also advantageous here if the free leg ends are approximately V-shaped outwardly doubled outwards, wherein the point of the V-shape engages resiliently in a recess on the hollow wall box for locking.

5 Volgens nog een verder alternatief is de holle wanddoos voor het opnemen van een weerhaak voorzien van een axiaal verlopende, zwaluwstaartvormige uitsparing, waarin de weerhaak strak gespannen ingepast is.According to yet a further alternative, the hollow wall box for receiving a barb is provided with an axially extending, dovetail-shaped recess, into which the barb is tightly fitted.

Aan de hand van de tekening, waarin enkele uitvoeringsvoorbeelden volgens de uitvinding zijn afgebeeld, 10 zal de uitvinding en zullen verdere voordelige nadere uitwerkingen en verbeteringen daarvan thans nog worden toegelicht en beschreven.The invention and further advantageous further elaborations and improvements thereof will now be explained and described with reference to the drawing, in which some exemplary embodiments according to the invention are shown.

Figuur 1 is een aanzicht van een holle wanddoos volgens de uitvinding; figuur 2 is een doorsnede-met-aanzicht volgens de lijn ll-ll in figuur 1; figuur 3 is een aanzicht in pijlrichting P van de holle wanddoos; 15 figuur 4 toont, op vergrote schaal een deel van de uitgevonden holle wanddoos; figuur 5 is een doorsnede-met-aanzicht volgens de lijn V-V; figuur 6 laat een verdere nadere uitwerking van de uitvinding zien overeenkomstig de aanzichtfiguur 5; figuur 7 is een doorsnede-met-aanzicht van een holle wanddoos met een verdere uitvoeringsvorm van grendelelementen voor de fixeerorganen; 20 figuur 8 is een doorsnede-met-aanzicht volgens de lijn Vlll-Vlll in figuur 7; figuur 9 toont een verdere uitvoeringsvorm voor het vormen van een grendeielement; figuur 10 is een doorsnede-met-aanzicht volgens de lijn X-X in figuur 9; figuur 11 is een gedeeltelijke doorsnede-met-aanzicht van een holle wanddoos met een deelbereik van een fixeerorgaan en met een grendeielement; 25 figuur 12 is een doorsnede-met-aanzicht volgens de lijn XII-XII in figuur 11; en figuur 13 laat een verdere uitvoeringsvorm van het fixeerorgaan zien.Figure 1 is a view of a hollow wall box according to the invention; Figure 2 is a cross-sectional view taken along line II-II in Figure 1; Figure 3 is an arrow direction view P of the hollow wall box; Figure 4 shows, on an enlarged scale, a part of the invented hollow wall box; Figure 5 is a cross-sectional view taken along line V-V; figure 6 shows a further elaboration of the invention according to the view figure 5; Figure 7 is a cross-sectional view of a hollow wall box with a further embodiment of locking elements for the fixation members; Figure 8 is a cross-sectional view taken along line Vlll-Vlll in Figure 7; Figure 9 shows a further embodiment for forming a locking element; Figure 10 is a cross-sectional view taken along line X-X in Figure 9; Figure 11 is a partial cross-sectional view of a hollow wall box with a partial range of a fixing member and with a locking member; Figure 12 is a cross-sectional view taken along line XII-XII in Figure 11; and Figure 13 shows a further embodiment of the fixing member.

Allereerst wordt thans verwezen naar figuur 2.First, reference is now made to Figure 2.

Volgens deze figuur bevindt zich in een wand 10 een doorgaand gat 11, waarin een potvormige, 30 elektrische holle wanddoos 12 is ingezet. Die holle wanddoos 12 bevat een cilindervormïg gedeelte 13, dat aan zijn ene einde door middel van een bodemwand 14 gesloten is en aan zijn andere einde een radiaal buitenwaarts gerichte bevestigingsflens 15 bevat, welke in de gemonteerde stand van de holle wanddoos 12 tegen de buitenzijde van de wand 10 aan ligt. Blijkens figuur 1 is de vasthoudflens 15 niet rondgaand aangebracht doch onderverdeeld in een tweetal, elk betrekkelijk klein omtreksbereik van de holle wanddoos 35 12 bedekkende vasthoudflenzen 15, 15a, welk diametraal tegenover elkaar liggen en radiaal buitenwaarts uitsteken, waarbij de buitendiameter van die vasthoudflensgedeelten 15 en 15a groter is, dan de diameter van het door de muur gebroken gat 11.According to this figure, there is a through hole 11 in a wall 10, in which a pot-shaped, electric hollow wall box 12 is inserted. Said hollow wall box 12 comprises a cylindrical portion 13, which is closed at one end by means of a bottom wall 14 and at its other end a radially outwardly directed mounting flange 15, which in the mounted position of the hollow wall box 12 is against the outside of the wall 10 is on. As shown in Figure 1, the retaining flange 15 is not circumferentially mounted but is divided into two retaining flanges 15, 15a, each of which covers a relatively small circumferential range of the hollow wall box 12, which are diametrically opposite and project radially outwardly, the outer diameter of said retaining flange portions 15 and 15a is larger than the diameter of the hole 11 broken through the wall.

Tussen de vasthoudflensgedeelten 15 en 15a bevinden zich eveneens diametraal tegenover elkaar twee fixeerplaatsen 16 en 17, terwijl zich tussen de vasthoudflensgedeelten 15, 15a en die fixeerplaatsen 16 en 40 17 aan het cilindrische gedeelte telkens een uitsparing 18 en 19 bevindt, welke uitsparingen een zwaluwstaartvormige gedaante hebben zodat verdere holle wanddozen op die uitsparingen 18 en 19 kunnen worden aangesloten.Between the retaining flange parts 15 and 15a there are also two diametrically opposed fixing points 16 and 17, while between the retaining flange parts 15, 15a and those fixing points 16 and 40 17 there are in each case a recess 18 and 19 on the cylindrical part, which recesses have a dovetail shape so that further hollow wall boxes can be connected to those recesses 18 and 19.

De fixeerplaatsen 16 en 17, waarvan in figuur 2 de fixeerplaats 16 nader is afgebeeld, bezitten een aanvormsel 20, dat in het bereik van de wand 10 nabij de vrije rand van de holle wanddoos 12 als een 45 gesloten oog 21 is uitgevoerd en in het bereik tussen het oog 21 en de bodem 14 een open C-vormige dwarsdoorsnede heeft, welke vrije beeneinden 22 en 23 naar elkaar toe zijn gekeerd. Door het oog 21 heen reikend en geleid en in het C-vormige aanvormsel 20 is een langgerekt, in dwarsdoorsnede plat rechthoekig fixeerdeel 24 ingezet, dat, zoals in figuur 2 met streeppuntlijnen weergegeven, aan zijn ene einde is voorzien van een U-vormige haak 25, waarvan de U-vorm ongeveer loodrecht op de langsrichting van het 50 fixeerdeel 24 verloopt, waarbij het vrije been 26 van die U-vormige haak ongeveer in het verlengde van het fixeerdeel 24 eindigt, terwijl daarentegen de bodem van de U-vorm tot voorbij de platzijde van het fixeerdeel 24 reikt.The fixing points 16 and 17, of which the fixing point 16 is shown in more detail in Figure 2, have an extension 20, which is designed as a closed eye 21 in the region of the wall 10 near the free edge of the hollow wall box 12 and in the region between the eye 21 and the bottom 14 has an open C-shaped cross section, which free leg ends 22 and 23 face each other. Reaching and guided through the eye 21 and in the C-shaped extension 20, an elongated, cross-sectional flat rectangular fixing part 24 is inserted, which, as shown in dashed lines in Figure 2, is provided at one end with a U-shaped hook 25, the U-shape of which extends approximately perpendicular to the longitudinal direction of the fixing part 24, the free leg 26 of that U-shaped hook ending approximately in line with the fixing part 24, while the bottom of the U-shape on the other hand extends beyond the flat side of the fixing part 24.

Voor het beter inbrengen van het fixeerdeel 24 is dit aan zijn tegengestelde einde voorzien van een dwarsdoorsnedevernauwing 27.For better insertion of the fixing part 24, this is provided at its opposite end with a cross-section narrowing 27.

55 Voor het fixeren van de holle wanddoos in het inwendige van het gat 11 wordt het fixeerdeel respectievelijk wordt telkens een fixeerdeel 24 door de C-vorm van het aanvormsel 20 en door het oog 21 van de bodem uit naar voren toe doorgestoken en wel zo ver, dat de haak 25, zoals weergegeven in figuur 2, tot 3 194020 achter de bodem 14 van de holle wanddoos 12 grijpt. Uiteraard wordt een fixeerdeel 24 zowel op de fixeerplaats 16 alsook op de fixeerplaats 17 aangebracht. De stand van de fixeerdelen 24, zoals in figuur 2 met streeplijnen weergegeven, waarbij de haken 25 van die fixeerdelen achter de bodem 14 van de holle wanddoos 12 grijpen, is de opslag- en transportstand.55 For fixing the hollow wall box in the interior of the hole 11, the fixing part or a fixing part 24 is respectively protruded through the C-shape of the blank 20 and through the eye 21 of the bottom forwards, so far that the hook 25, as shown in Figure 2, engages to 19402020 behind the bottom 14 of the hollow wall box 12. Naturally, a fixing part 24 is provided both on the fixing place 16 and on the fixing place 17. The position of the fixing parts 24, as shown in dashed lines in Figure 2, in which the hooks 25 of those fixing parts engage behind the bottom 14 of the hollow wall box 12, is the storage and transport position.

5 Wanneer nu de holle wanddoos 12 in het gat 11 van de wand 10 moet worden gefixeerd, wordt eerst de holle wanddoos 12 door het gat 11 heengestoken, totdat de flenzen 15 en 15a komen aan te liggen tegen de buitenzijde van de wand 10. Het invoegen van de holle wanddoos met de fixeerorganen 24 kan zonder problemen worden uitgevoerd, aangezien zich wegens de vormgeving van de haken 25 met de in niet vervormde toestand uit de langsprojectie uitstekende bodem van de U-vorm van de haken 25 en de benen 10 26 binnen de contour van de holle wanddoos 12 en daardoor ook binnen de, door het gat 11 gedefinieerde cilinder bevinden. Wanneer nu de holle wanddoos 12 in de in figuur 2 weergegeven stand in het gat 11 van de wand 10 is ingezet, worden de fixeerdelen 24 voorwaarts in pijlrichting A er uitgetrokken, waarbij de haak 25 door het oplopen op het cilindrische gedeelte 13 van de holle wanddoos 12 zodanig vervormd raakt, dat het vrije been naar buiten wordt gespreid en aldus in het bereik buiten de door het gat 11 gedefinieerde 15 cilinder komt te liggen. Zodra het been 26 tegen het binnenvlak van de wand komt aan te liggen, één en ander zoals in figuur 2 met getrokken lijnen is weergegeven, is de holle wanddoos gefixeerd en kan het naar buiten uitstekende lengtestuk van de fixeerdelen 24 worden afgesneden.5 When now the hollow wall box 12 has to be fixed in the hole 11 of the wall 10, the hollow wall box 12 is first inserted through the hole 11, until the flanges 15 and 15a come into contact with the outside of the wall 10. The insertion of the hollow wall box with the fixing members 24 can be carried out without problems, since due to the design of the hooks 25 with the bottom of the U-shape of the hooks 25 and the legs 10 26 protruding from the longitudinal projection in the undeformed state, the contour of the hollow wall box 12 and therefore also within the cylinder defined by the hole 11. When the hollow wall box 12 is now inserted in the hole 11 of the wall 10 in the position shown in figure 2, the fixing parts 24 are pulled forward in the direction of the arrow A, the hook 25 rising on the cylindrical part 13 of the hollow wall box 12 becomes deformed such that the free leg is spread outwards and thus lies in the region outside the cylinder defined by the hole 11. As soon as the leg 26 comes into contact with the inner surface of the wall, all this as shown in solid lines in figure 2, the hollow wall box is fixed and the outwardly protruding length piece of the fixing parts 24 can be cut off.

De afstand van de vrije benen 22 en 23 moet zodanig worden gekozen, dat de haak 25 respectievelijk het been 26 naar buiten kan zwenken. In plaats van een C-vorm van het aanvormsel kan uiteraard op 20 eenvoudige wijze ook een U-vormige gedaante worden toegepast, zoals in figuur 3 is aangeduid. Wanneer een C-vormige gedaante wordt toegepast, zou het bereik van de haak 25 ten opzichte van de rest van het fixeerdeel 24 overeenkomstig de afstand van de beeneinden 22, 23 smaller worden uitgevoerd.The distance of the free legs 22 and 23 must be chosen such that the hook 25 or the leg 26 can swing outwards. Instead of a C-shape of the blank, a U-shaped shape can of course also be used, as indicated in figure 3. When a C-shaped shape is used, the range of the hook 25 relative to the rest of the fixation member 24 would be narrower according to the distance of the leg ends 22, 23.

De fixeerplaats 16 is in de figuren 4 en 5 op vergrote schaal afgebeeld. In het inwendige van het oog 21 wordt het fixeerdeel 24 geleid, waarbij de haak 25 door het U-vormige of C-vormige aanvormsel 20 wordt 25 geleid.The fixing location 16 is shown on an enlarged scale in Figures 4 and 5. The fixing part 24 is guided in the interior of the eye 21, the hook 25 being guided through the U-shaped or C-shaped preform 20.

Het vrije einde van het been 26 is, betrokken op het buitenvlak van het been 26, afgeschuind onder een hoek a, welke zodanig is bemeten, dat het vrije einde 28 van het been 26 in de gemonteerde toestand, dat wil zeggen in de stand volgens figuur 5 loodrecht op de langsas van de holle wanddoos 12 verloopt en daardoor passend tegen het binnenvlak 29 van de wand 10 komt aan te liggen.The free end of the leg 26, relative to the outer surface of the leg 26, is chamfered at an angle α, which is dimensioned such that the free end 28 of the leg 26 is in the assembled position, i.e. in the position according to Figure 5 runs perpendicular to the longitudinal axis of the hollow wall box 12 and thereby fits snugly against the inner surface 29 of the wall 10.

30 Ter fixering van het fixeerorgaan 24 in de in figuur 5 weergegeven stand is, in de vrije rand 30 van de holle wanddoos 12 een grendelelement 31 ingegoten, dat een L-vormige gedaante heeft, waarbij het korte been 32 van de L-vorm onder een stompe hoek ten opzichte van het lijf 33 van de L-vorm van het grendelelement is omgebogen; dat lijf 33 van het grendelelement 31 verloopt evenwijdig aan de middenas van de holle wanddoos 12 terwijl de punt van het been 32 naar buiten is gericht en grijpt in de glijbaan van 35 het fixeerorgaan 24, zodat de punt van het been 32 in geringe mate tot in het inwendige van het fixeerorgaan 24 ingeboord of ingedrukt kan komen te zitten.In order to fix the fixing member 24 in the position shown in figure 5, a locking element 31 is cast in the free edge 30 of the hollow wall box 12, which has an L-shaped shape, wherein the short leg 32 of the L-shape is an obtuse angle with respect to the body 33 of the L-shape of the locking element is bent; said body 33 of the locking element 31 extends parallel to the center axis of the hollow wall box 12 while the tip of the leg 32 is directed outwardly and engages the slide of the fixing member 24, so that the tip of the leg 32 is slightly can be drilled or pressed into the interior of the fixing member 24.

Met andere woorden: de afstand van de punt van het been 32 tot het tegenovergelegen binnenvlak van het oog 21 is kleiner, dan de dikte van het fixeerorgaan 24.In other words, the distance from the tip of the leg 32 to the opposite inner surface of the eye 21 is less than the thickness of the fixer 24.

Figuur 6 laat een alternatieve uitvoeringsvorm zien ten opzichte van hetgeen in figuur 5 is afgebeeld.Figure 6 shows an alternative embodiment to that shown in Figure 5.

40 In de vrije rand 34 van de holle wanddoos 35, waarbij de fixeerplaatsen zo zijn uitgevoerd als bij de holle wanddoos 12 volgens figuur 1, is voorzien in een naar buiten naar de vrije rand toe open U-vormige groef 36, waarin een U-vormig grendelelement 37 is ingezet. Dat grendelelement 37 bevat een tweetal onderling evenwijdige benen 38 en 39, waarvan het been 39 aan zijn vrije einde is voorzien vein een onder een stompe hoek ten opzichte daarvan aangebracht omgeknikt gedeelte 40; dit omgeknikte gedeelte 40 komt, 45 wat de werking en de functie daarvan betreft overeen met het been 32 van het grendelelement 31. Het omgeknikte gedeelte 40 is daarbij voorzien van een punt 41, waarvan de afstand tot het niet nader weergegeven oog kleiner is dan overeenkomt met de dikte van het fixeerorgaan, zodat de punt 41 tot in de bewegingsbaan van het fixeerorgaan 24 reikt. De door de groef 36 gevormde, zich radiaal buiten bevindende beenwand 42 van de holle wanddoos 35 is, op afstand van het vrije einde voorzien van een 50 doorgaande opening 43, waarin een uitgeponst gedeelte 44 aan het been 39 ter vergrendeling ingrijpt, wanneer het grendelelement 37 in de groef 36 is ingestoken. Betrokken op de U-vorm van het grendelelement 37 reikt het uitgeponste gedeelte 44 naar buiten, in dezelfde richting als het omgeknikte gedeelte 40.40 In the free edge 34 of the hollow wall box 35, the fixing points of which are configured as in the hollow wall box 12 according to figure 1, a U-shaped groove 36, open to the free edge, is provided, in which a U- shaped locking element 37 is inserted. Said locking element 37 comprises two mutually parallel legs 38 and 39, the leg 39 of which is provided at its free end, in an angled portion 40 arranged at an obtuse angle thereto; this bent-over portion 40 corresponds, in operation and function thereof, to the leg 32 of the locking element 31. The bent-over portion 40 is thereby provided with a point 41, the distance from which the eye (not shown) is less than corresponding with the thickness of the fixing member, so that the point 41 extends into the path of movement of the fixing member 24. The radially outer leg wall 42 of the hollow wall box 35 formed by the groove 36 is provided, at a distance from the free end, with a through-hole 43, into which a punched-out portion 44 on the leg 39 engages for locking when the locking element 37 is inserted into the groove 36. Relating to the U-shape of the locking element 37, the punched-out portion 44 extends outward in the same direction as the buckled portion 40.

Boven het uitgeponste gedeelte 44 is voorzien in een verder uitgeponst gedeelte 45 dat binnenwaarts 55 reikt en de veerwerkzaamheid van het omgeknikte gedeelte verbetert. Het been 39, waaraan zich het omgeknikte gedeelte 40 bevindt, is langer dan het been 38, dat in het inwendige van de groef 36 is ingelaten. Het uitgeponste gedeelte 45 heeft daarenboven nog het verdere voordeel, dat - in tegenstelling 194020 4 met de uitvoeringsvorm volgens figuur 5 - het omgeknikte gedeelte 40 door middel van een gereedschap, bijvoorbeeld een schroevendraaier, van het fïxeerorgaan 24 kan worden afgelicht, zodat het fixeerorgaan gemakkelijker in zijn geleiding, dat wil zeggen in het oog 21 bewogen respectievelijk verplaatst kan worden.Above the punched-out portion 44, a further punched-out portion 45 extends inwardly 55 and improves the springiness of the buckled portion. The leg 39, on which the kinked portion 40 is located, is longer than the leg 38, which is recessed into the interior of the groove 36. The punched-out portion 45 also has the further advantage that - in contrast to 194020 4 with the embodiment according to Figure 5 - the bent-over portion 40 can be removed from the fixing member 24 by means of a tool, for example a screwdriver, so that the fixing member can be more easily removed. can be moved or moved in its guide, i.e. in the eye 21.

Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 5 is het vrije einde 28 van het been 26 vlak; uiteraard kan het ook 5 puntig, afgerond of van tanden voorzien zijn waarmee dat vrije been tot in het binnenvlak 29 van de wand 10 kan indringen.In the embodiment of Figure 5, the free end 28 of the leg 26 is flat; it can of course also be pointed, rounded or provided with teeth with which that free leg can penetrate into the inner surface 29 of the wall 10.

Bij bepaalde holle wanddozen kan het omtreksbereik van de vasthoudflensgedeelten 15 en 15a vergroot uitgevoerd zijn, hetgeen in het bijzonder het geval is, wanneer het niet nodig is, naast een holle wanddoos een verdere holle wanddoos met uitsparingen 18 en 19 aan te sluiten.With certain hollow wall boxes, the circumferential range of the holding flange parts 15 and 15a can be enlarged, which is particularly the case, when it is not necessary to connect a further hollow wall box with recesses 18 and 19 in addition to a hollow wall box.

10 Zoals hierboven aangegeven, kan het aanvormsel C-vormig, zoals in figuur 4 weergegeven, zijn uitgevoerd; ook is echter een U-vormige gedaante mogelijk en, op bijzonder vereenvoudigde wijze is een geleiding onder bepaalde omstandigheden niet noodzakelijk. Er kan dan mee worden volstaan dat de haak 25 in het bereik van de vrije rand van de buitenwand respectievelijk het buitenvlak van het wandgedeelte 13 naar buiten wordt gedrukt.As indicated above, the blank can be C-shaped, as shown in Figure 4; however, a U-shaped shape is also possible and, in a particularly simplified manner, guidance is not necessary under certain circumstances. It will then suffice that the hook 25 is pressed outwards in the region of the free edge of the outer wall or the outer surface of the wall portion 13.

15 Het is ook mogeiijk, in plaats van het ingezette grendelelement 31 respectievelijk 37 aan de holle wanddoos een op geschikte wijze aangevormd, een passende punt bevattend aanvormsel toe te passen; voor dat geval zou aan de zijde van het fixeerorgaan 24, dat met dat aanvormsel zou moeten samenwerken, een ribbeling kunnen worden toegepast, waarin dit aanvormsel vergrendelend een ligplaats zou kunnen innemen.It is also possible, instead of using the inserted locking element 31 and 37 respectively, on the hollow wall box to use a suitably formed, fitting point-containing form; in that case, on the side of the fixing member 24, which should cooperate with that mold, a corrugation could be used, in which this mold could lock in a berth.

20 Figuur 7 laat een holle wanddoos 50 zien met een bodem 51 en een zijwand 52. Blijkens figuur 8 is de zijwand 52 aan diametraal tegenover elkaar gelegen mantellijnen voorzien van axiaal verlopende groeven 53, welke worden begrensd door axiaal verlopende, radiaal uitstekende lijsten 54 en 55. Voor het vormen van grendelelementen of weerhaken voor de fixeerorganen is voorzien in een U-vormige strook 56 uit verend elastisch materiaal, bij voorkeur uit verenstaal, welke benen 57 en 58 in de groeven 53 worden 25 geleid; tegen het buitenvlak van de bodem 51 ligt het lijf 59 van de beugel 56 aan. Dit lijf 59 is in niet gemonteerde, ontspannen toestand convex naar het buitenvlak van de bodem 51 door een stempel-bewerking voorgevormd respectievelijk voorgebogen.Figure 7 shows a hollow wall box 50 with a bottom 51 and a side wall 52. Figure 8 shows that the side wall 52 on diametrically opposite jacket lines is provided with axially extending grooves 53, which are bounded by axially extending, radially projecting strips 54 and 55. To form locking elements or barbs for the fixing members, a U-shaped strip 56 of resilient elastic material, preferably of spring steel, is provided, which legs 57 and 58 are guided in the grooves 53; the body 59 of the bracket 56 abuts the outer surface of the bottom 51. In the unassembled, relaxed condition, this body 59 is convexly preformed or pre-bent convexly to the outer surface of the bottom 51 by means of a stamping operation.

De einden van de benen 57 en 58 zijn ongeveer V-vormig dubbel omgezet, waarbij het ene been 60 van de V-vorm aansluit op het been 57; het andere been 61, dat van een punt soortgelijk aan de punt 32 of 41 30 is voorzien, reikt tot buiten de contour van de holle wanddoos en is daardoor op identieke wijze werkzaam aan de punten 32 en 41; zij raken vastgehaakt in het fixeerorgaan 24. De punt van de V-vorm grijpt in een radiaal doorgaand gat 62 respectievelijk 63 terwijl, op grond van de convexe voorbuiging van het lijf 59 en de daardoor bereikte veerwerking de beugel 56 vastgeklemd raakt tussen het lijf en de armen 60 van de V-vormige beeneinden.The ends of the legs 57 and 58 are approximately V-shaped double-folded, with one leg 60 of the V-shape connecting to the leg 57; the other leg 61, which is provided with a point similar to the point 32 or 41 30, extends beyond the contour of the hollow wall box and thereby acts identically on the points 32 and 41; they become hooked in the fixing member 24. The tip of the V-shape engages in a radially through hole 62 and 63 respectively, while, due to the convex pre-bending of the body 59 and the spring effect achieved thereby, the bracket 56 is clamped between the body and the arms 60 of the V-shaped leg ends.

35 De V-vorm van de beeneinden is schematisch afgebeeld; uiteraard zijn er ook modificaties en optimaliseringen van deze vorm mogelijk, teneinde een veilige, betrouwbare fixering en vergrendeling van de fixeerorganen te bereiken.The V-shape of the leg ends is shown schematically; of course, modifications and optimizations of this shape are also possible, in order to achieve a safe, reliable fixing and locking of the fixing members.

Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 5 is het grendelelement respectievelijk de weerhaak 31 in de holle wanddoos ingegoten; het grendelelement 31 kan, blijkens de figuren 9 en 10, ook in een zwaluwstaartvor-40 mige groef 65 en daarin gefixeerd worden.In the embodiment according to Figure 5, the locking element or the barb 31 is cast in the hollow wall box; according to Figures 9 and 10, the locking element 31 can also be fixed in a dovetail-shaped groove 65 and fixed therein.

Thans wordt nader verwezen naar figuur 11.Reference is now made to Figure 11.

Aan de zijwand 70 van een holle wanddoos 71 is aan het einde daarvan voorzien in een verdikking 72, waarin een, naar de vrije rand van de zijwand 70 toe open groef 73 is ingebracht, welke met de groef 36 volgens figuur 6 overeenkomt. Op gelijke wijze als daar, is er, in de zich aan de buitenzijde bevindende 45 wand 74 van de groef 73 een achterwaartse verspringing aangebracht welke om vervaardigingsredenen door een in figuur 11 niet weergegeven uitsparing (soortgelijk aan de uitsparing 43 in figuur 6) wordt gevormd. In de groef 73 is een golfvormig grendelelement 76 ingestoken, dat een viertal in tegengestelde richting uitstekende golftoppen 77, 78, 79 en 80 bevat; de golftoppen 77 en 79 komen aan te liggen tegen de wand 74 van de groef 73 en de golftop 78 tegen de tegenovergelegen zich aan de binnenzijde 50 bevindende wand 81 van de groef 73, zodat door deze drie golftoppen het grendelelement 76 in het inwendige van de groef 73 is vastgelegd; het grendelelement 76 bezit een met het uitgesponste gedeelte 44 overeenkomend uitgeponst gedeelte 82, dat achter de achterwaartse verspringing 75 grijpt, zodat het grendelelement 76 niet uit de groef 73 kan worden getrokken. Op de golftop 80 sluit de punt 83 van het grendelelement 76 aan, welke in een zaagtandvormige verdieping 84 aan het fixeerorgaan 85 ingrijpt.At the end thereof, on the side wall 70 of a hollow wall box 71, a thickening 72 is provided, in which a groove 73, which is open towards the free edge of the side wall 70, is inserted, which corresponds to the groove 36 according to figure 6. In the same manner as there, in the outer wall 45 of groove 73, there is a rear offset which is formed for manufacturing reasons by a recess not shown in Figure 11 (similar to recess 43 in Figure 6) . A wave-shaped locking element 76 is inserted into the groove 73 and contains four oppositely protruding wave tips 77, 78, 79 and 80; the wave crests 77 and 79 abut against the wall 74 of the groove 73 and the wave crest 78 against the opposite wall 81 of the groove 73 located on the inside 50, so that through these three wave crests the locking element 76 in the interior of the groove 73 is fixed; the locking element 76 has a punched-out portion 82 corresponding to the punched-out portion 44, which engages behind the rear offset 75 so that the locking element 76 cannot be pulled out of the groove 73. The tip 83 of the locking element 76, which engages in a saw-tooth-shaped recess 84 on the fixing member 85, connects to the wave tip 80.

55 Het fixeerorgaan 24 volgens de figuren 1, 2 en 5 is voorzien van een haak 25 van ongeveer L-vormige gedaante. Het fixeerorgaan 85 bevat een boogvormige haak 86, welks dikte van de wortel 87 van de haak met de dikte D1 naar het vrije einde 88 toe afneemt. De buitencontour 89 gaat over in een cirkelboog, welksThe fixing member 24 according to Figures 1, 2 and 5 is provided with a hook 25 of approximately L-shaped shape. The fixing member 85 includes an arc-shaped hook 86, the thickness of the root 87 of the hook of which the thickness D1 decreases towards the free end 88. The outer contour 89 merges into a circular arc, which

Claims

1. Electric hollow wall box, such as, for example, a switch box, a junction box, etc., which box can be inserted from the front into a through-hole in a wall, with a radially outwardly projecting, free-standing flange provided with the free edge and with at least two of front-operated, uniformly distributed fixing members on the periphery, which, in the deployed condition of said hollow wall box, can be pulled against the wall from behind, such that the wall can be clamped between said holding flange and the fixing members, each fixing member has an elongated shape extending longer than the axial length of the hollow wall box, and is movably guided in an axial guide on the outer surface of the hollow wall box and has a mold on its end facing away from the retaining flange, of which at least a part transverse to the longitudinal direction of the fixing member, and forming a stop prior to arrival against the rear of the hollow wall, wherein the guide for the fixing member is provided with means for holding the fixing member in a radial direction, and fixing means are provided at the location of the guide for the fixing member which engage on the fixing member to prevent a return movement thereof, characterized in that the fixing means (31 37; 60; 80 are included as a separate part in the hollow wall box (12).

Hollow wall box according to claim 1, characterized in that the fixing means (31; 37; 60; 80) act radially inwardly.

Hollow wall box according to claim 1 or 2, characterized in that the fixing means comprise barbs (32; 40; 61; 83).

Hollow wall box according to claim 3, characterized in that the barbs are cast as locking elements (31) in the hollow wall box (12).

Hollow wall box according to claim 3, characterized in that the barbs (40) are firmly locked in a recess (36) of the hollow wall box (35) by taking up a berth.

194020 center point MH coincides with the center point of the inner contour 90 of the hook 86. The inner contour 90 merges with the circular longitudinal side 91 of the fixing element 85, in the mounted position on the hollow wall box, into a circular arc with a radius of curvature R1t, which size should only be dimensioned in such a way that notches and stress peaks caused thereby are avoided. Therefore, the hook 86 with the elongated range of the fixing member 85 forms a V-shape, the V-shape having a pointed opening angle in the region of the root 87 of the hook; the free end 88 of the hook 86 extends along the tangent line, which runs perpendicular to the longitudinal side surface 91. The inner contour 90, in the assembled state, lies against the inner surface 93 of a wall 94.

Hollow wall box according to claim 5, characterized in that a barb is formed on a 194020 6 U-shaped locking element (37), namely on its one leg (39).

Hollow wall box according to claim 6, characterized in that, in order to fix the U-shaped locking element (37) in the recess (36), a punched-out part (44) is pressed away to the outside of the U, which punched-out part in the assembled state locks into a recess in a recess (43) of the hollow wall box (35).

Hollow wall box according to claim 7, characterized in that the U-shaped locking element (37) on the leg (39) containing the barb (40) is provided with a further punched-out part (45), which pushes away the barb (40) of the fixing member (24).

Hollow wall box according to claim 5, characterized in that the locking element (76) has a wave-like shape and with three oppositely protruding wave tips (77, 78, 79) support against opposite inner walls of a, in the free edge of the side wall (70) of the hollow wall box (71) provided groove (73), wherein the locking element (76) in the region of one of the wave crests includes a punched-out portion (82) which, in the assembled state, behind a rearward offset (75) against the adjacent inner wall of the U-shaped groove (73).

Hollow wall box according to claim 3, characterized in that a locking element is provided in a U-shaped bracket (56), the two free leg ends of which are bent outwardly to form barbs (61), while the bracket ( 56) is locked around the outer surface of the hollow wall box (50) on the hollow wall box.

As can be seen from Figure 12, the fixing member 85 has a dovetail cross-section in the region of the elongated portion 95, which is guided in a correspondingly designed groove 96; that groove corresponds, for example, to the groove 20, however, the groove 20 has only a U-shaped shape but no dovetail shape. Of course, the groove 20 could also be dovetail-shaped, just like the elongated part of the fixing member 24.

Figure 13 shows a further embodiment of the hook 100 of a fixer 101 for a hollow wall box 102. The hook 100 comprises an arm 104 extending perpendicularly to the elongated part 103 of the fixer 101, which is provided with a parallel to the elongated part 103 extending rib 105 which serves to guide a spring 106. Namely, it is important in the fixation of the hollow wall box, as in the other embodiments 20 according to figures 1-11, that the hook has 25 or 86 or 100 resilient properties. While the resilient properties of the material and the shape of the locking element are used in the embodiments according to Figs. 1-11, the spring according to Fig. 13 is caused by resilient properties. Such a spring is necessary in order to allow tolerances in the equalize the thickness of a hollow wall 94 or other changes over time.

Naturally, a number of modifications are possible without thereby leaving the scope of the invention. It is important that a forwardly retractable fixing member is provided on the hollow wall box, which has a guide on the hollow wall box in the axial direction and is provided with a hook which, when pulled out through the outer surface of the hollow wall box, extends radially outwardly to is pressed behind the wall 10. 30

Hollow wall box according to claim 10, characterized in that the legs (57, 58) are guided in axially extending grooves (53) arranged on the outer surface of the side wall (52), which also serve as axial guidance. for the fixing members.

Hollow wall box according to claim 11, characterized in that the body of the U-shaped bracket (56) is preformed convex towards the bottom (51) of the hollow wall box.

Hollow wall box according to claim 12, characterized in that the free leg ends are doubly bent outwards in the shape of a V-shape, the point of the V-shape engaging resiliently in a recess (62, 63) on the hollow wall box.

Hollow wall box according to claim 3, characterized in that the hollow wall box for receiving a barb (31) is provided with an axially extending, dovetail-shaped recess (65), into which the barb (31) is tightly fitted. Hereby 5 sheets drawing