NL190319C - A method for manufacturing a mesh structure from flat or substantially flat plastic material by biaxial stretching, and using a mesh structure manufactured in this way for stabilizing soil. - Google Patents

A method for manufacturing a mesh structure from flat or substantially flat plastic material by biaxial stretching, and using a mesh structure manufactured in this way for stabilizing soil. Download PDF

Info

Publication number
NL190319C
NL190319C NL9200761A NL9200761A NL190319C NL 190319 C NL190319 C NL 190319C NL 9200761 A NL9200761 A NL 9200761A NL 9200761 A NL9200761 A NL 9200761A NL 190319 C NL190319 C NL 190319C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
strands
mesh structure
thickness
stretching
zone
Prior art date
Application number
NL9200761A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL190319B (en
NL9200761A (en
Inventor
Frank B Mercer
Original Assignee
Plg Res
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL7907475A external-priority patent/NL189009C/en
Application filed by Plg Res filed Critical Plg Res
Priority to NL9200761A priority Critical patent/NL190319C/en
Publication of NL9200761A publication Critical patent/NL9200761A/en
Publication of NL190319B publication Critical patent/NL190319B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL190319C publication Critical patent/NL190319C/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D04BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
    • D04HMAKING TEXTILE FABRICS, e.g. FROM FIBRES OR FILAMENTARY MATERIAL; FABRICS MADE BY SUCH PROCESSES OR APPARATUS, e.g. FELTS, NON-WOVEN FABRICS; COTTON-WOOL; WADDING ; NON-WOVEN FABRICS FROM STAPLE FIBRES, FILAMENTS OR YARNS, BONDED WITH AT LEAST ONE WEB-LIKE MATERIAL DURING THEIR CONSOLIDATION
    • D04H3/00Non-woven fabrics formed wholly or mainly of yarns or like filamentary material of substantial length
    • D04H3/02Non-woven fabrics formed wholly or mainly of yarns or like filamentary material of substantial length characterised by the method of forming fleeces or layers, e.g. reorientation of yarns or filaments
    • D04H3/04Non-woven fabrics formed wholly or mainly of yarns or like filamentary material of substantial length characterised by the method of forming fleeces or layers, e.g. reorientation of yarns or filaments in rectilinear paths, e.g. crossing at right angles
    • D04H3/045Non-woven fabrics formed wholly or mainly of yarns or like filamentary material of substantial length characterised by the method of forming fleeces or layers, e.g. reorientation of yarns or filaments in rectilinear paths, e.g. crossing at right angles for net manufacturing
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D71/00Bundles of articles held together by packaging elements for convenience of storage or transport, e.g. portable segregating carrier for plural receptacles such as beer cans or pop bottles; Bales of material
    • B65D71/50Bundles of articles held together by packaging elements for convenience of storage or transport, e.g. portable segregating carrier for plural receptacles such as beer cans or pop bottles; Bales of material comprising a plurality of articles held together only partially by packaging elements formed otherwise than by folding a blank
    • B65D71/504Bundles of articles held together by packaging elements for convenience of storage or transport, e.g. portable segregating carrier for plural receptacles such as beer cans or pop bottles; Bales of material comprising a plurality of articles held together only partially by packaging elements formed otherwise than by folding a blank the element being formed from a flexible sheet provided with slits or apertures intended to be stretched over the articles and adapt to the shape of the article
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D17/00Excavations; Bordering of excavations; Making embankments
    • E02D17/20Securing of slopes or inclines
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D29/00Independent underground or underwater structures; Retaining walls
    • E02D29/02Retaining or protecting walls
    • E02D29/0225Retaining or protecting walls comprising retention means in the backfill
    • E02D29/0233Retaining or protecting walls comprising retention means in the backfill the retention means being anchors

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Shaping By String And By Release Of Stress In Plastics And The Like (AREA)

Description

11 19031911 190319

Werkwijze voor het vervaardigen van een mazenstructuur uit vlak of nagenoeg vlak kunststof-materiaal door biaxiaal rekken, alsmede gebruik van een zodanig vervaardigde mazenstructuur voor het stabiliseren van grond 5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een mazenstructuur uit een vlak of nagenoeg vlak kunststofvel, dat is voorzien van een patroon van uitsparingen waarvan de middens op de snijpunten van een denkbeeldig rechthoekig rooster van rijen en kolommen liggen, welk vel eerst gerekt wordt in een eerste richting evenwijdig aan de kolommen onder vorming van langsstrengen, waarbij de oriëntatie van de langsstrengen aan beide zijden van het kunststofvel tijdens het rekken van de eerste 10 richting in de verbindingen doordringt, en het vel vervolgens gerekt wordt in een tweede richting evenwijdig aan de rijen onder vorming van georiënteerde, door verbindingen met elkaar gekoppelde dwarsstrengen, waarbij elke verbinding vertakkingen met randzones omvat, die tijdens het rekken in de tweede richting worden georiënteerd tot georiënteerde randzones die aansluiten op de in de verbinding met elkaar gekoppelde langs- en dwarsstrengen en waarbij de oriëntatie van elke streng in de verbinding doordringt.The invention relates to a method for manufacturing a mesh structure from a flat or substantially flat plastic material, by means of biaxial stretching, and the use of a mesh structure manufactured in this way for stabilizing soil. plastic flat sheet, patterned with recesses centered at the intersections of an imaginary rectangular grid of rows and columns, which sheet is first stretched in a first direction parallel to the columns to form longitudinal strands, the orientation of which the longitudinal strands on both sides of the plastic sheet penetrate into the joints during the stretching of the first direction, and the sheet is then stretched in a second direction parallel to the rows to form oriented cross-linked cross-ties, each joint branching with edge zones which, during stretching, are oriented in the second direction to oriented edge zones that adjoin the longitudinal and transverse strands coupled together in the joint and wherein the orientation of each strand penetrates the joint.

15 Een dergelijke werkwijze is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.013.752, waarbij een uitgangs-kunststofvel met een dikte van ongeveer 0,2 mm door biaxiaal rekken gevormd wordt tot een betrekkelijk vlakke mazenstructuur, waarvan de verbindingen niet duidelijk dikker zijn dan de strengen. Hierdoor is het product zonder verhoogde punten en klonten in de verbindingen slechts geschikt voor het versterken van lichte materialen, bijvoorbeeld als versterking in vezelvliezen of papier.Such a method is known from US Pat. No. 4,013,752, in which a starting plastic sheet with a thickness of about 0.2 mm is formed by biaxial stretching into a relatively flat mesh structure, the connections of which are not clearly thicker than the strands. As a result, the product without raised points and lumps in the joints is only suitable for reinforcing light materials, for example as reinforcement in non-woven fabrics or paper.

20 De verbindingen worden bij deze bekende werkwijze betrekkelijk sterk georiënteerd, waarbij de strengen zich verdelen in afzonderlijke filamenten die dunne foliegebieden omsluiten. Figuur 5 toont zelfs een zich door de verbinding uitstrekkend georiënteerd filament.The compounds are relatively strongly oriented in this known method, the strands dividing into separate filaments enclosing thin film regions. Figure 5 even shows an oriented filament extending through the connection.

Een bezwaar van deze mazenstructuren is dat deze buitengewoon zwak zijn. De reden voor deze zwakheid is, dat de foliegebieden in de verbindingen gemakkelijk splijten en als beginpunten voor scheur-25 vormingen optreden. De aldus ontstane splijting of scheur zet zich voort in de strengen die zich verdelen als zij in de verbinding binnenkomen, zodat de gehele structuur gemakkelijk uit elkaar gescheurd wordt.A drawback of these mesh structures is that they are extremely weak. The reason for this weakness is that the foil areas in the joints easily split and act as starting points for cracking. The cleavage or tear thus created continues in the strands which divide as they enter the joint, so that the entire structure is easily torn apart.

Een dergelijke kwetsbare mazenstructuur is niet geschikt voor het stabiliseren en versterken van grondmassa’s waarbij de verbindingen onderworpen worden aan door de strengen uitgeoefende krachten. Daar de verbindingen van één geheel vormende mazenstructuren voldoende sterk moeten zijn zonder al 30 te veel kunststofmateriaal te bevatten, is derhalve het doel van de uitvinding een werkwijze van het in aanvang genoemde type zodanig uit te voeren, dat een daarbij verkregen mazenstructuur bij verminderde hoeveelheid kunststof per oppervlakte-eenheid een verhoogde sterkte bezit.Such a delicate mesh structure is not suitable for stabilizing and strengthening ground masses where the joints are subjected to forces exerted by the strands. Since the connections of integral mesh structures must be sufficiently strong without containing too much plastic material, the object of the invention is therefore to carry out a method of the type mentioned in the beginning such that a mesh structure obtained thereby with a reduced amount of plastic has an increased strength per unit area.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de mazenstructuur vervaardigd wordt door rekken van een kunststofvel met een dikte van ten minste 1,5 mm, zodanig dat gemeten op de as van elk der 35 strengen die overgaan in de verbinding, geen zone in de verbinding wordt gevormd met een dikte van minder dan 75% van de dikte van het midden van elk der strengen die in de verbinding overgaan, en de maximumdikte van de verbinding groter is dan de dikte van het midden van elk der strengen die in de verbinding overgaan.This object is achieved according to the invention in that the mesh structure is produced by stretching a plastic sheet with a thickness of at least 1.5 mm, such that, measured on the axis of each of the 35 strands which merge into the joint, no zone in the connection is formed with a thickness of less than 75% of the thickness of the center of each of the strands which merge into the connection, and the maximum thickness of the connection is greater than the thickness of the center of each of the strands which merge into the connection .

De eerste kenmerkende maatregel volgens de uitvinding berust op het inzicht dat er een neiging tot het 40 vormen van de sterk georiënteerde verbindingen met dunne foliegebieden volgens de stand der techniek bestaat beneden een dikte van 1,5 mm en dat deze neiging toeneemt naarmate de dikte van het vel of de plaat afneemt tot beneden één mm en in het bijzonder wanneer de plaatdikten dalen tot in het gebied van 0,75-0,5 mm, in het bijzonder wanneer de verhouding van de afstand tussen de holten of verdiepingen van naburige kolommen of rijen in de uitgangsplaat tot de dikte van de plaat te groot is.The first characteristic feature of the present invention is based on the recognition that there is a tendency to form the prior art highly oriented joints with thin film regions below a thickness of 1.5 mm and that this tendency increases as the thickness of the sheet or plate decreases below one mm and in particular when the plate thicknesses fall in the range of 0.75-0.5 mm, especially when the ratio of the distance between the cavities or depressions of adjacent columns or rows in the output plate until the thickness of the plate is too great.

45 Door toepassing van de genoemde dikte van het uitgangsvel van ten minste 1,5 mm verkrijgt men een mazenstructuur die zich wel goed blijkt te lenen voor versterking en versteviging van grondmassa’s. Met een dergelijk uitgangsmateriaal verkrijgt men namelijk verbindingen die als één geheel bestand zijn tegen door de strengen uitgeoefende krachten. Daar de centra van de verbindingen in de mazenstructuur volgens de uitvinding namelijk niet zo sterk, of zelfs in het geheel niet, georiënteerd worden als de strengen, wordt 50 bereikt dat in de verbinding een zone aanwezig is die dikker is dan het midden van elke in de verbinding doorlopende streng. De verbindingen zullen breder zijn dan de strengen en derhalve een redelijke dwarsdoorsnede bezitten met betrekking tot de strengen. Hierdoor bezit de mazenstructuur tamelijk veel ’’klontachtige” verbindingen, doch dit is een voordeel bij het stabiliseren, respectievelijk versterken van grondmassa’s. Door ervoor te zorgen dat op de as van elke streng die in de verbinding doorloopt geen zone 55 in de verbinding aanwezig is met een dikte van minder dan 75% van de dikte van het midden van een in de verbinding gaande streng, wordt gewaarborgd dat de eventueel aanwezige dunnere zones van de verbinding voldoende sterkte bezitten om bestand te zijn tegen de door de strengen uitgeoefende krachten.45 By applying the said thickness of the starting sheet of at least 1.5 mm, a mesh structure is obtained which proves to lend itself well to reinforcement and reinforcement of ground masses. Namely, with such a starting material one obtains compounds which as a whole are resistant to forces exerted by the strands. Namely, since the centers of the compounds in the mesh structure according to the invention are not oriented as strongly, or even at all, as the strands, it is achieved that in the connection there is a zone thicker than the center of each the connection continuous strand. The joints will be wider than the strands and will therefore have a reasonable cross-section with respect to the strands. As a result, the mesh structure has quite a lot of "lumpy" connections, but this is an advantage in stabilizing or strengthening ground masses. By ensuring that on the axis of each strand passing through the joint, there is no zone 55 in the joint having a thickness less than 75% of the thickness of the center of a strand entering the joint, ensuring that the any thinner zones of the joint present have sufficient strength to withstand the forces exerted by the strands.

190319 2190319 2

De verbindingen behouden een vorm, die goede banen voor het overbrengen van spanningen levert. De georiënteerde vertakkingen stellen de structuur in staat om grote krachten tussen twee in aanvang loodrecht op elkaar staande strengen te weerstaan.The joints retain a shape that provides good stress transfer paths. The oriented branches allow the structure to withstand large forces between two strands initially perpendicular to each other.

IBij de mazenstructuur verkregen volgens de werkwijze der uitvinding, omvatten de rek en de moleculaire 5 oriëntatie ook de verbindingen. Hierdoor worden de verbindingen lichter dan bij een mazenstructuur waarin de verbindingen volledig onbeïnvloed zijn. Vanwege de oriëntatie, d.w.z. de rek van de verbindingen, wordt ook kunststofmateriaal bespaard.In the mesh structure obtained by the method of the invention, the elongation and molecular orientation also include the compounds. This makes the connections lighter than with a mesh structure in which the connections are completely unaffected. Due to the orientation, i.e. the elongation of the joints, plastic material is also saved.

Het rekken in de eerste richting vindt zodanig plaats, dat een punt, aangebracht op een in ongerekte toestand aan de uitsparingen rakende lijn, na het rekken in de richting van de rijen op een relatief geringe 10 afstand van de raaklijn aan de dan bestaande uitsparingen is gelegen, waarbij de oriëntatie van de langsstrengen in de verbindingen doordringt. Gebleken is dat de verbindingen bij al te grote rek en oriëntatie in de richting van de kolommen tot splijting resp. breken leiden, vooral bij het daarna rekken in de richting van de rijen. De rek in de richting van de kolommen wordt derhalve beperkt door het splijtingsgevaar. Opgemerkt wordt, dat uit het Amerikaanse octrooischrift 4.140.826 bekend is om een vlakke kunststof-15 foelie met een dikte van 0,076 mm tot 0.635 mm met daarin volgens een rechthoekig rooster geponste gaten biaxiaal te oriënteren door rekken, onder vorming van een vlak product met vlakke verbindingen tussen de strengen. Hierbij ontstaat in het midden van de verbinding een gebied van biaxiale moleculaire oriëntatie dat niet dikker is dan de georiënteerde strengen. Dit gebied is minder bestand tegen scheuren dan de strengen, die een grotere uniaxiale sterkte bezitten dan het midden, waardoor deze gebieden als 20 een scheuraanzetter werken en ertoe leiden dat scheuren zich voortzetten. De geringe dikte van het uitgangsmateriaal is nodig om een volledig vlak materiaal met zachte greep te verkrijgen dat als versterkingsmateriaal in papiervellen gebruikt kan worden. Deze kwetsbare dunne producten zijn niet geschikt voor het versterken of stabiliseren van grondmassa’s waarvoor men veel dikkere uitgangsproducten moet gebruiken waarbij de verbindingen bij het rekken geschikt geprofileerd kunnen worden. In dit document 25 is geen enkele aanwijzing te vinden dat het gebruik van uitgangsmaterialen met een dikte van ten minste 1,5 mm mazenstructuren zou geven die doelmatig zouden zijn voor laatstgenoemd doel.The stretching in the first direction takes place in such a way that a point, applied to a line tangent to the recesses in a non-stretched state, after stretching in the direction of the rows is at a relatively small distance from the tangent line to the existing recesses located, with the orientation of the longitudinal strands penetrating into the joints. It has been found that with excessive stretch and orientation in the direction of the columns, the joints are split or split. lead to breakage, especially when stretching towards the rows afterwards. The stretch in the direction of the columns is therefore limited by the risk of splitting. It is noted that from U.S. Pat. No. 4,140,826 it is known to biaxially orient a flat plastic film having a thickness of 0.076 mm to 0.635 mm with holes punched therein according to a rectangular grid by stretching, to form a flat product with flat connections between the strands. This creates a region of biaxial molecular orientation in the center of the junction that is no thicker than the oriented strands. This area is less resistant to tearing than the strands, which have greater uniaxial strength than the center, causing these areas to act as a cracker and cause cracks to continue. The small thickness of the starting material is necessary to obtain a completely flat soft-grip material that can be used as reinforcement material in paper sheets. These fragile thin products are not suitable for strengthening or stabilizing ground masses for which much thicker starting products must be used, whereby the joints can be appropriately profiled during stretching. There is no indication in this document 25 that the use of raw materials with a thickness of at least 1.5 mm would give mesh structures which would be effective for the latter purpose.

Voorts is uit het Britse octrooischrift 982.036 bekend een mazenstructuur te vervaardigen uitgaande van een vlak kunststofvel met een uit uitsparingen bestaand patroon met een denkbeeldig, rechthoekig, uit door verbindingen aan elkaar gekoppelde kolommen en rijen opgebouwd rooster dat men biaxiaal rekt. Hoewel 30 een uitgangsdikte voor het vel van 3 mm genoemd is, wordt volgens de voorbeelden een dikte gebruikt van 0,3 mm. Bij het rekken worden de strengen georiënteerd maar niet de verbindingen, waardoor deze dik en zwaar zijn. Hoewel de strengen door het oriënteren een grotere treksterkte bezitten, wordt de totale sterkte ook bepaald door de verbindingen die niet verstrekt zijn. Dientengevolge moet men voor het verkrijgen van een bepaalde sterkte een mazenstructuur uit betrekkelijk veel kunststof per eenheid van oppervlak 35 vervaardigen.Furthermore, it is known from British Patent 982,036 to produce a mesh structure starting from a flat plastic sheet with a recess pattern with an imaginary, rectangular grid constructed of columns and rows coupled together by biaxial stretching. Although a sheet thickness of 3 mm has been mentioned, a thickness of 0.3 mm is used according to the examples. When stretching, the strands are oriented but not the joints, making them thick and heavy. Although the strands have greater tensile strength due to orientation, the overall strength is also determined by the compounds that are not stretched. As a result, in order to obtain a certain strength, a mesh structure must be manufactured from a relatively large amount of plastic per unit of surface.

Bij de werkwijze volgens de uitvinding verkrijgt men mazenstructuren met een veel grotere treksterkte per meter breedte en zelfs per meter breedte per eenheid van gewicht.In the method according to the invention, mesh structures with a much greater tensile strength per meter width and even per meter width per unit weight are obtained.

Een ander nadeel van deze bekende mazenstructuur is dat de niet-georiënteerde verbindingen veel kruip aan het materiaal geven waardoor deze structuur niet geschikt is voor het stabiliseren of versterken van 40 grondmassa’s.Another drawback of this known mesh structure is that the non-oriented joints give a lot of creep to the material, so that this structure is not suitable for stabilizing or strengthening 40 ground masses.

De oriëntatie van de vertakkingen eindigt bij deze bekende mazenstructuur ook ongeveer in het midden van de vertakking, dat wil zeggen, dat deze niet zoals bij de uitvinding rondom de vertakking loopt.With this known mesh structure, the orientation of the branches also ends approximately in the middle of the branch, that is to say that it does not extend around the branch as in the invention.

Tenslotte is uit het Britse octrooischrift 969.205 bekend om een ruitvormige mazenstructuur in een eerste diagonale richting en vervolgens in een tweede diagonale richting te rekken ter vorming van volledig 45 georiënteerde verbindingen. De bedoeling is om een sterke verbinding te verkrijgen waardoor het verkregen product bruikbaar is als visnet. De verbindingen zijn echter vlak en bezitten een slechte oriëntatie tegen op de tegenover elkaar liggende strengen uitgeoefende krachten, waardoor deze mazenstructuren niet geschikt zijn voor het stabiliseren van grondmassa’s waarbij juist krachten uitgeoefend worden dwars op tegenover elkaar liggende strengen.Finally, it is known from British Patent 969,205 to stretch a diamond mesh structure in a first diagonal direction and then in a second diagonal direction to form fully 45 oriented joints. The aim is to obtain a strong connection so that the product obtained can be used as a fishing net. However, the joints are flat and have a poor orientation against forces applied to the opposing strands, making these mesh structures unsuitable for stabilizing ground masses where forces are applied transversely to opposing strands.

50 Volgens een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de structuur vrijgelaten om in de eerste richting te verkorten tijdens de tweede rekbewerking, wat tot een bijzonder goede sterkte leidt.According to an effective embodiment of the invention, the structure is released to shorten in the first direction during the second stretching operation, which leads to a particularly good strength.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vasthouden of stabiliseren van deeltjesvormig materiaal zoals grond waarbij men in het deeltjesvormige materiaal een mazenstructuur van kunststofmateriaal begraaft, die gekenmerkt is doordat men een mazenstructuur verkregen onder toepassing 55 van de werkwijze der uitvinding toepast. Op deze wijze wordt een zeer goede stabilisatie verkregen.The invention also relates to a method for holding or stabilizing particulate material such as soil, in which a mesh structure of plastic material is buried in the particulate material, characterized in that a mesh structure obtained using the method of the invention is used. In this way a very good stabilization is obtained.

In de onderhavige beschrijving is met ’’nagenoeg vlak” bedoeld dat het kunststofvel slechts onbetekenende afwijkingen van een volledig vlakke vorm mag hebben en welke afwijkingen geen invloed mogen 3 190319 hebben op het ten opzichte van het velmiddenvlak symmetrische rekproces.In the present description, by "substantially flat" is meant that the plastic sheet may have only insignificant deviations from a completely flat shape and which deviations must not affect the stretching process symmetrical with respect to the sheet center plane.

De uitdrukking ’’georiënteerd” betekent moleculair georiënteerd en worden de uitdrukkingen ’’rijen” en ’’kolommen” toegepast om de assen van het rechthoekige rooster aan te geven.The term "oriented" means molecularly oriented and the terms "rows" and "columns" are used to indicate the axes of the rectangular grid.

De uitdrukking ’’uitsparing” omvat zowel doorgaande holten als verdiepingen met uitzondering van ten 5 opzichte van het middenvlak van het uitgangsmateriaal asymmetrische uitsparingen of verdiepingen, omdat dan de vereiste, ten opzichte van het velmiddenvlak symmetrische oriëntatie in de strengen en verbindingen niet wordt bereikt. Een eventueel in een verdieping aanwezig membraan dient zodanig dun te zijn dat de symmetrische oriëntatie niet wordt verstoord.The term "recess" includes both through-holes and recesses with the exception of recesses or recesses asymmetrical with respect to the center plane of the stock material, because the required orientation symmetrical to the sheet center plane in the strands and joints is not achieved. Any membrane present in a recess should be so thin that the symmetrical orientation is not disturbed.

De uitdrukkingen ”dik”, ”dun”, ’’dikte”, ’’diep”, ’’diepte” en ’’ondiep” hebben betrekking op de dimensie 10 loodrecht op het vlak van het uitgangsmateriaal of de mazenstructuur en de uitdrukkingen ’’breed”, ’’smal” en ’’breedte” hebben betrekking op de betreffende dimensie in het vlak van het uitgangsmateriaal of de mazenstructuur.The terms "thick", "thin", "" thickness "," "deep", "" depth ", and" "shallow" refer to dimension 10 perpendicular to the plane of the mesh or mesh structure and the terms "" wide ”,” “narrow” and “” width ”refer to the respective dimension in the plane of the starting material or the mesh structure.

De dikte van het uitgangsmateriaal of de mazenstructuur is de afstand tussen de buitenste oppervlakken van het uitgangsmateriaal of de mazenstructuur.The thickness of the stock material or mesh structure is the distance between the outer surfaces of the stock material or mesh structure.

15 De dikte of diepte van een streng is de dikte van de doorsnede, waarbij de verhoogde randen niet meegerekend worden.The thickness or depth of a strand is the thickness of the cross-section, not including the raised edges.

De uitvinding zal nader toegelicht worden aan de hand van de tekening. Hierin toont resp. tonen: figuren 1 en 2 twee stadia tijdens een vervaardiging van een mazenstructuur volgens de werkwijze der 20 uitvinding; figuren 3a, 3b en 3c doorsneden langs de overeenkomstige in figuur 2 weergegeven lijnen; figuur 4 een doorsnede overeenkomstig die van figuur 3c doch met een variant; figuren 5 en 6 de verbindingen in twee verschillende, volgens de werkwijze verkregen structuren; figuur 7 verschillende vormen van holten of verdiepingen, die in het uitgangsmateriaal kunnen worden 25 toegepast, en figuur 8 een schematische weergave van een inrichting voor de vervaardiging van biaxiaal gerekte structuren volgens de uitvinding.The invention will be further elucidated with reference to the drawing. Herein resp. Figures 1 and 2 show two stages during the manufacture of a mesh structure according to the method of the invention; Figures 3a, 3b and 3c show sections along the corresponding lines shown in Figure 2; figure 4 shows a section according to that of figure 3c but with a variant; Figures 5 and 6 show the connections in two different structures obtained according to the method; Figure 7 shows various shapes of cavities or recesses that can be used in the starting material, and Figure 8 shows a schematic representation of a device for the production of biaxially stretched structures according to the invention.

In figuur 1 bestaat het uitgangsmateriaal uit een kunststofvel 11 met vlakke zijden, waarin cirkelvormige 30 holten of verdiepingen 12 zijn gevormd. De ’’holten" 12 behoeven niet geheel door het vel of de plaat heen te lopen maar kunnen ook verdiepingen in één of beide zijden van de plaat zijn, waarbij een ononderbroken membraan, bij voorkeur in het middenvlak van de plaat, overblijft. Figuur 1 toont een knooppunt ofwel verbindingszone 13. Deze zone 13 vormt het snijpunt van de kolomzone 14, die ligt tussen en raakt aan twee kolommen van holten of verdiepingen 12 en de rijzone 15, die ligt tussen en raakt aan twee rijen van 35 holten of verdiepingen 12. In de figuren 1 en 2 zijn lijnen 14', 15' getekend om te tonen wat er gebeurt bij rekken.In Figure 1, the starting material consists of a plastic sheet 11 with flat sides, in which circular cavities or recesses 12 are formed. The 'cavities' 12 need not run entirely through the sheet or plate, but may also be depressions in one or both sides of the plate, leaving an unbroken membrane, preferably in the center plane of the plate. Figure 1 shows a junction or connecting zone 13. This zone 13 forms the intersection of the column zone 14, which lies between and touches two columns of cavities or floors 12 and the row zone 15, which lies between and touches two rows of 35 cavities or floors 12 In Figures 1 and 2, lines 14 ', 15' are drawn to show what happens during stretching.

Wanneer de plaat 11 in een eerste rekbewerking in verticale richting (kijkend naar figuur 1) wordt gerekt, worden de kolomzones 14 (figuur 1) gerekt tot de in figuur 2 afgebeelde langsstrengen 17. Het materiaal wordt zo gerekt dat de buitenste gedeelten van de verbindingszones 13 uitgerekt en georiënteerd worden 40 (hetgeen geschiedt indien de afstand tussen de uiteinden van een opening na het rekken bijvoorbeeld 7 maal groter is dan voor het rekken) onder vorming van de georiënteerde eindgedeelten van de strengen 17, die vloeiend overgaan in de rest van de georiënteerde streng (zie figuur 3c). De oriëntatie kan geheel of bijna geheel door het centrum van de verbindingszone 13 lopen. Een punt 18 (figuur 1), dat bij de uitgangsplaat 11 op de raaklijn 19 aan de rijen van holten of verdiepingen 12 ligt, heeft zich met de streng 45 mee verplaatst (figuur 2) tot op een afstand x (figuren 2 en 3c) van de raaklijn 19'. Dit wordt toegelicht met de in figuur 2 getoonde lijnen 15'. De afstand x bedraagt bij voorkeur niet minder dan 25% van de dikte van het midden van de strengen 17.When the sheet 11 is stretched in a vertical direction (looking at Figure 1) in a first stretching operation, the column zones 14 (Figure 1) are stretched to the longitudinal strands 17 shown in Figure 2. The material is stretched such that the outer portions of the joining zones 13 are stretched and oriented 40 (which occurs if the distance between the ends of an opening after stretching is, for example, 7 times greater than before stretching) to form the oriented end portions of the strands 17, which flow smoothly into the rest of the oriented strand (see figure 3c). The orientation can run wholly or almost entirely through the center of the connecting zone 13. A point 18 (figure 1), which lies at the exit plate 11 on the tangent line 19 to the rows of cavities or floors 12, has moved along with the strand 45 (figure 2) to a distance x (figures 2 and 3c) of the tangent line 19 '. This is illustrated by the lines 15 'shown in Figure 2. The distance x is preferably not less than 25% of the thickness of the center of the strands 17.

Als gevolg van de eerste rekbewerking vormen de rijzones 15 dwarsstaven, zoals weergegeven in figuur 2, die elk afwisselend eerste zones 20, die-de uiteinden van op één lijn liggende strengen 17 verbinden, en 50 tweede zones 21, die tussen de eerste zones 20 liggen, bevatten. De tweede zones 21 zijn niet wezenlijk georiënteerd en bezitten nog steeds de oorspronkelijke dikte van de plaat 11. Ze bezitten vlakke buitenzijden, zoals in figuren 3c en 4 is afgebeeld. De eerste zones 20 zijn echter georiënteerd, en wel in de richting van de strengen 17 onder vorming van een golfdal in de dwarsstaaf, zoals weergegeven in figuren 3a en 3b. Het centrum van elke eerste zone 20, overeenkomende met het centrale gebied van de eerste 55 verbindingszone, is dikker en minder georiënteerd dan de strengen 17 (figuur 3c). De dikte van dit centrum kan variëren van net iets groter dan die van de strengen 17 tot de dikte van het uitgangsmateriaal 11. Wanneer de oriëntatie geheel door de eerste zone 20 heen gaat, kan het centrale deel van de eerste zone 190319 4 20 gerekt zijn tot op 1,5 maal zijn oorspronkelijke lengte. In de in figuur 3c weergegeven structuur neemt de dikte vanaf het punt 18 naar het centrum van de eerste zone 20 geleidelijk toe.As a result of the first stretching operation, the row zones 15 form cross bars, as shown in Figure 2, which alternately connect first zones 20, which connect the ends of aligned strands 17, and 50 second zones 21, which are between the first zones 20 lie. The second zones 21 are not substantially oriented and still have the original thickness of the plate 11. They have flat outer sides, as shown in Figures 3c and 4. However, the first zones 20 are oriented in the direction of the strands 17 to form a trough in the crossbar, as shown in Figures 3a and 3b. The center of each first zone 20, corresponding to the central area of the first 55 junction zone, is thicker and less oriented than the strands 17 (Figure 3c). The thickness of this center can vary from just slightly greater than that of the strands 17 to the thickness of the starting material 11. When the orientation passes entirely through the first zone 20, the central part of the first zone 190319 4 20 may be stretched up to 1.5 times its original length. In the structure shown in Figure 3c, the thickness gradually increases from the point 18 to the center of the first zone 20.

Figuur 4 toont een variant waarbij zo weinig gerekt is dat praktisch alleen oriëntatie langs de rand van de eerste zone 20 heeft plaatsgevonden. Er is slechts een geringe verdunning in het centrum van de zone 20 5 en er is een scherpe overgang van deze zone naar de strengen 17 ter plaats van het punt 23 (figuur 2) ontstaan.Figure 4 shows a variant in which so little is stretched that practically only orientation has taken place along the edge of the first zone 20. There is only slight thinning in the center of zone 20 5, and a sharp transition from this zone to strands 17 at point 23 (Figure 2) has occurred.

Indien de oriëntatie zich door de eerste zone 20 uitstrekt zal de vloei daar bij belasting op trek van de strengen laag zijn. Aangezien het centrum van elke verbindingszone 13 aanzienlijk minder georiënteerd wordt dan bij de strengen, bestaat een kleiner gevaar voor scheuren in die verbindingszone bij buigen van 10 de dwarsstaven.If the orientation extends through the first zone 20, the flow there will be low under strain on the tensile stress. Since the center of each connecting zone 13 is oriented considerably less than at the strands, there is a smaller risk of cracks in that connecting zone when bending the cross bars.

De structuur van figuur 2 wordt vervolgens onderworpen aan een tweede rekbewerking in de volgens het aanzicht van figuur 2 horizontale richting. Door deze tweede rekbewerking worden de zones 24 uit figuur 1, die overeenkomen met de tweede zones 21 uit figuur 2, uitgerekt tot georiënteerde dwarsstrengen 25 die gedeeltelijk in de figuren 5 en 6 zichtbaar zijn. Wanneer tijdens de tweede rekbewerking de structuur wordt 15 vrijgelaten om in de eerste richting te verkorten, wordt de lengte van de openingen in de richting van de eerste rekbewerking kleiner, mogelijkerwijze tot 33%, en worden de eindgedeelten van de strengen 17 gedeeltelijk of volledig in de verbindingszones getrokken en worden deze eindgedeelten zelfs uitgetrokken in de richting van de tweede rekbewerking onder vorming van eindgedeelten van de strengen 25. De buitenste gedeelten van de oorspronkelijke verbindingszones 13, die aan het einde van de eerste rekbewerking een 20 oriëntatie bezitten in de richting van de eerste rekbewerking, hebben aan het einde van de tweede rekbewerking een overwegende oriëntatie in de richting van de tweede rekbewerking of ongeveer eenzelfde oriëntatie in beide richtingen. Het resultaat hangt af van de rekverhoudingen in de twee rekbewerkingen.The structure of Figure 2 is then subjected to a second stretching operation in the horizontal direction according to the view of Figure 2. By this second stretching operation, the zones 24 of Figure 1, which correspond to the second zones 21 of Figure 2, are stretched into oriented transverse strands 25 which are partially visible in Figures 5 and 6. During the second stretching operation, when the structure is released to shorten in the first direction, the length of the openings in the direction of the first stretching operation becomes smaller, possibly up to 33%, and the end portions of the strands 17 become partially or completely the joining zones are drawn and these end portions are even extended in the direction of the second stretching operation to form end portions of the strands 25. The outer portions of the original joining zones 13, which at the end of the first stretching operation have an orientation in the direction of the first stretch, at the end of the second stretch, have a predominant orientation toward the second stretch or about the same orientation in both directions. The result depends on the stretching ratios in the two stretching operations.

Wanneer de oriëntatie geheel door of nagenoeg geheel door de verbindingszone 13 heen loopt, wordt een betere verbinding in het eindproduct verkregen. Gebleken is evenwel dat de oriëntatie zelfs niet vrijwel 25 geheel door de verbindingszone 13 behoeft te gaan.When the orientation runs entirely through or almost completely through the connecting zone 13, a better connection in the end product is obtained. However, it has been found that the orientation need not even go almost entirely through the connecting zone 13.

De figuren 5 en 6 tonen elk een voorbeeld van verbindingen 26 die zijn gevormd tussen de strengen 17 en 25. Elke verbinding 26 is in het algemeen ruit- of lensvormig, waarbij de hoofdas of maximale afmeting op één lijn ligt met de strengen 25 die bij de tweede rekbewerking worden gevormd en groter of veel groter is dan de kleine as of minimale afmeting die op één lijn ligt met de strengen 17. De zijden van de verbinding 30 26 worden begrensd door vertakkingen. De vertakkingen tussen naburige strengen 17, 25 hebben randzones die tijdens het rekken in de tweede richting zijn georiënteerd tot georiënteerde randzones die aansluiten op de in de verbinding overgaande langs- en dwarsstrengen 17, 25. De randzones gaan zeer geleidelijk over in de zijden van de strengen 25 doch (vooral in de uitvoeringsvorm volgens figuur 6) betrekkelijk abrupt in de zijden van de strengen 17. De afmeting van de verbinding 26 is veel groter dan die 35 van de snijpuntszone 26' die gevormd wordt door het verlengde van de strengen 17 en 25 (zie figuur 5).Figures 5 and 6 each show an example of connections 26 formed between strands 17 and 25. Each connection 26 is generally diamond or lens shaped with the major axis or maximum dimension aligned with the strands 25 which the second stretching operation is formed and is larger or much larger than the minor axis or minimum dimension aligned with the strands 17. The sides of the joint 26 are bounded by branches. The branches between neighboring strands 17, 25 have edge zones oriented in the second direction during stretching into oriented edge zones connecting to the longitudinal and transverse strands 17, 25 merging into the joint. The edge zones transition very gradually into the sides of the strands 25 but (especially in the embodiment of Figure 6) relatively abruptly in the sides of the strands 17. The size of the joint 26 is much larger than that of the intersection zone 26 'formed by the extension of the strands 17 and 25 (see Figure 5).

Elke verbinding 26 is in hoofdzaak symmetrisch ten opzichte van het middenvlak van de mazenstructuur, waarbij elke verbinding echter niet vlak is maar een bepaalde contour heeft. De minimale dikte van elke verbinding is niet kleiner dan 75% van de dikte in het midden van elk van de strengen 17, 25. Wanneer de minimale dikte afneemt tot minder dan de dikte van het midden van de dikste streng 17 of 25, tot 90% of 40 80% van de waarde of minder, neemt de sterkte van de verbinding af. De maximale dikte van de verbinding is aanzienlijk groter dan de dikte van het midden van elk van de strengen 17, 25.Each connection 26 is substantially symmetrical with respect to the center plane of the mesh structure, however, each connection is not flat but has a certain contour. The minimum thickness of each joint is not less than 75% of the thickness in the center of each of the strands 17, 25. When the minimum thickness decreases to less than the thickness of the center of the thickest strand 17 or 25, up to 90 % or 40 80% of the value or less, the strength of the connection decreases. The maximum thickness of the joint is considerably greater than the thickness of the center of each of the strands 17, 25.

Het is gebruikelijk om de dikte van een streng van een mazenstructuur te meten in het midden van de streng. Er is echter waargenomen dat in het bijzonder wanneer de oorspronkelijke holten of verdiepingen cirkelvormig waren, het midden van een streng niet het dunst behoeft te zijn.It is common to measure the thickness of a strand of a mesh structure in the center of the strand. However, it has been observed that especially when the original cavities or depressions were circular, the center of a strand need not be the thinnest.

45 Elke verbinding heeft een centrale zone 27, die dikker is dan de georiënteerde zones 28,28' aan ten minste twee tegenover elkaar liggende zijden daarvan en die gewoonlijk ook dikker is dan de middens van ten minste twee van de strengen 17, 25. Hierdoor treedt een aanzienlijke toename in de dikte op bij de overgang van een streng 17 via de verbinding 26 naar een op dezelfde lijn liggende streng 17. Wanneer de oriëntatie niet geheel door de eerste zones 20 heeft plaatsgevonden, kan de centrale zone 27 zelfs nog 50 dikker zijn. In het algemeen zal de centrale zone 27 aanzienlijk minder georiënteerd zijn dan de zijzones 28, 28' en kan het centrale gedeelte van de centrale zone 27 zelfs niet georiënteerd zijn. Het grootste gedeelte van de verbinding moet echter georiënteerd zijn. In het slechtste geval zou slechts 70% van het oppervlak van de verbinding zijn georiënteerd.45 Each joint has a central zone 27, which is thicker than the oriented zones 28, 28 'on at least two opposite sides thereof, and usually also thicker than the centers of at least two of the strands 17, 25. As a result a significant increase in thickness occurs at the transition from a strand 17 via the connection 26 to a similarly aligned strand 17. When the orientation has not taken place entirely through the first zones 20, the central zone 27 may become even 50 thicker to be. In general, the central zone 27 will be considerably less oriented than the side zones 28, 28 'and the central part of the central zone 27 may not even be oriented. Most of the connection, however, must be oriented. At worst, only 70% of the surface of the joint would be oriented.

In de uitvoeringsvorm volgens figuur 5 zijn de tweede zones 21 (zie figuur 2) gerekt na de eerste zones 55 20. De eerste zones 20 zijn niet volledig gerekt; er kan zelfs een smalle centrale zone van niet-georiënteerd materiaal zijn overgebleven in elke zone 20. De centrale zone 27 van de verbinding 26 heeft hierdoor deIn the embodiment of Figure 5, the second zones 21 (see Figure 2) are stretched after the first zones 55 20. The first zones 20 are not fully stretched; there may even be a narrow central zone of non-oriented material left in each zone 20. As a result, the central zone 27 of the joint 26 has the

.nnn Mnmn imrl/rnnon Πο Vn-rnncic Ofl -7iin \A/pl ΠΡΙ’ΜΊΟΠίοΡΙ'Γΐ ΡΠ hP7ÏttPn ΡΡΠ HiktP Hip iptR.nnn Mnmn imrl / rnnon Πο Vn-rnncic Ofl -7iin \ A / pl ΠΡΙ’ΜΊΟΠίοΡΙ'Γΐ ΡΠ hP7ÏttPn ΡΡΠ HiktP Hip iptR

5 190319 groter is dan die van elk van de strengen 17 of 25, waar deze overgaan in de verbinding 26 en welke dikte groter is dan de dikte van het midden van de strengen 17 en 25. De structuur kan ongeveer dezelfde sterkte langs elke as bezitten, indien de doorsnede en de tussenafstanden tussen de strengen 17 en 25 gelijk zijn. De vorming van het in figuur 5 weergegeven type verbinding 26 wordt vergemakkelijkt door het 5 materiaal te verhinderen in de tweede rekrichting te verkorten bij uitvoering van de eerste rekbewerking en de oriëntatie wel goed in maar niet geheel door de eerste zones 20 heen te laten gaan.190319 is greater than that of each of the strands 17 or 25, where they merge into the joint 26 and which thickness is greater than the thickness of the center of the strands 17 and 25. The structure may have approximately the same strength along each axis if the cross section and the spacing between the strands 17 and 25 are equal. The formation of the type of joint 26 shown in Figure 5 is facilitated by preventing the material from shortening in the second stretching direction when performing the first stretching operation and allowing the orientation to pass well through but not entirely through the first zones 20.

Figuur 6 toont een verbinding die bij verder rekken in de tweede richting wordt verkregen. De centrale zone 27 is meer rechthoekig van uiterlijk. De vertakkingen zijn nog steeds geleidelijk gekromd met een oriëntatie in de randzones, doch zijn op de hoeken van de centrale zone 27 buitenwaarts gebogen.Figure 6 shows a connection obtained with further stretching in the second direction. The central zone 27 is more rectangular in appearance. The branches are still gradually curved with an orientation in the marginal zones, but are bent outward at the corners of the central zone 27.

10 De vervaardiging van de beschreven verbindingen 26 hangt af van de vormen en afstanden van de holten of verdiepingen, de rekomstandigheden zoals de temperatuur en het kunststof materiaal. Hierna worden enkele details als richtlijn gegeven.The manufacture of the described joints 26 depends on the shapes and distances of the cavities or depressions, the stretching conditions such as the temperature and the plastic material. Some details are given as a guide below.

Bij voorkeur gebruikt men rektemperaturen, die beneden de door de fabrikant aanbevolen rek-temperaturen liggen, bijvoorbeeld 97°C voor hoge dichtheid polyetheen in plaats van iets onder 126°C.Preferably, stretching temperatures below the stretching temperatures recommended by the manufacturer are used, for example 97 ° C for high density polyethylene instead of slightly below 126 ° C.

15 Bij de eerste rekbewerking is het mogelijk dat de oriëntatie niet door de verbindingszones 13 (figuur 1) gaat of zelfs niet voldoende ver in de zones 13 komt. Deze neiging kan vermeden of verminderd worden door vermindering van de afstand tussen de holten of verdiepingen in de eerste rekrichting, vermindering van de afstand tussen de holten of verdiepingen in de tweede rekrichting of vermindering van de straal van de hoeken van de holten of verdiepingen.During the first stretching operation, it is possible that the orientation does not pass through the connecting zones 13 (figure 1) or even does not reach sufficiently far into the zones 13. This tendency can be avoided or reduced by reducing the distance between the cavities or depressions in the first stretching direction, reducing the distance between the cavities or depressions in the second stretching direction, or reducing the radius of the corners of the cavities or depressions.

20 In het algemeen wordt door verlaging van de verhouding w:d de scheurbestendigheid verhoogd.Generally, by reducing the ratio w: d, the tear resistance is increased.

Het uitgangsmateriaal kan elke geschikte dikte van 1,5 mm en hoger bezitten en plaat- of buisvormig zijn. Aangenomen wordt dat het gedrag van het materiaal verandert bij kleinere dikten, aangezien de afmetingen van de moleculen zelf een grotere rol gaan spelen. Het toegepaste materiaal is vlak of nagenoeg vlak, waarmee bedoeld wordt dat afgezien van een membraan (dat niet op het middenvlak 25 behoeft te liggen), alle zones van het uitgangsmateriaal symmetrisch zijn ten opzichte van het middenvlak van het uitgangsmateriaal. Onbetekenende afwijkingen hiervan zijn echter niet uitgesloten. Genoemde membranen en afwijkingen mogen het ten opzichte van het velmiddenvlak symmetrische rekproces niet beïnvloeden. De holten of verdiepingen kunnen gevormd worden door stansen of tijdens de vorming van het uitgangsmateriaal zelf door afsluiten van een spleetmatrijs, bijvoorbeeld zoals beschreven in het Franse 30 octrooischrift 368.393. Het verdient de voorkeur om enig uitsteeksel van betekenis rond de omtrek van de holten of verdiepingen te vermijden. Aldus bezitten de zones 21 bij voorkeur vlakke boven- en onderzijden zoals weergegeven in figuren 3c en 4 waardoor enige neiging tot de vorming van folievormige plekken in de verbindingen van de biaxiaal gerekte structuren wordt voorkomen. Bij de vorming van verdiepingen kan het membraan, dat de verdiepingen afsluit, tijdens het rekken verbroken worden en het resterende filmachtige 35 materiaal kan verwijderd worden.The starting material may have any suitable thickness of 1.5 mm and higher and be plate or tubular. It is believed that the behavior of the material changes at smaller thicknesses, as the dimensions of the molecules themselves will play a larger role. The material used is flat or substantially flat, meaning that apart from a membrane (which need not be on the center plane 25), all zones of the stock material are symmetrical with respect to the center plane of the stock material. However, minor deviations from this are not excluded. Said membranes and deviations must not influence the stretching process which is symmetrical with respect to the sheet center plane. The cavities or depressions can be formed by punching or during the formation of the starting material itself by closing a slit die, for example as described in French patent 368,393. It is preferable to avoid any significant protrusion around the perimeter of the cavities or depressions. Thus, zones 21 preferably have planar tops and bottoms as shown in Figures 3c and 4, thereby avoiding any tendency to form foil patches in the joints of the biaxially stretched structures. In the formation of depressions, the membrane sealing the depressions can be broken during stretching and the remaining film-like material can be removed.

Het uitgangsmateriaal is praktisch niet georiënteerd, hoewel oriëntatie door smeltvloei aanwezig kan zijn.The starting material is practically not oriented, although orientation by melt flow may be present.

Het uitgangsmateriaal kan elk geschikt thermoplastisch materiaal zijn, zoals bijvoorbeeld polyetheen van hoge dichtheid, polyetheen van lage dichtheid, polypropeen, copolymeren van hoge dichtheid polyetheen en polypropeen, en polyamiden. Het uitgangsmateriaal kan aan elke zijde een huid bezitten, die een ultraviolet-40 stabilisator bevat.The starting material may be any suitable thermoplastic material, such as, for example, high density polyethylene, low density polyethylene, polypropylene, copolymers of high density polyethylene and polypropylene, and polyamides. The starting material may have a skin on either side containing an ultraviolet-40 stabilizer.

Na het rekken kunnen de structuren op bekende wijze ontlaten worden.After stretching, the structures can be tempered in a known manner.

Figuur 7 toont verschillende vormen voor de holten of verdiepingen. Voor de vervaardiging van de in twee richtingen gerekte structuren kan het rooster, waarop de centra liggen, vierkant of rechthoekig zijn.Figure 7 shows different shapes for the cavities or depressions. For the manufacture of the bidirectional stretched structures, the grid on which the centers lie may be square or rectangular.

Enigszins afhankelijk van de vorm van de holten is in het algemeen het oppervlak van de holten of 45 verdiepingen bij voorkeur minder dan 50% van het vlakke oppervlak van het uitgangsmateriaal en in het bijzonder minder dan 25%.Somewhat depending on the shape of the cavities, generally the surface of the cavities or 45 wells is preferably less than 50% of the planar surface of the starting material and in particular less than 25%.

Een geschikte inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze is schematisch in figuur 8 weergegeven, doch de eenheden van de inrichting zelf zijn gebruikelijke eenheden. Een afwikkeleenheid 41 ondersteunt een rol 42 van niet-geperforeerd uitgangsmateriaal, dat langs de door de stippellijnen en pijlen aangegeven 50 baan door de inrichting loopt. Het uitgangsmateriaal gaat door een vlakmakende eenheid 43, een perforator 44, een in dwarsrichting oriënterende (rekkende) machine 45, een in lengterichting oriënterende (rekkende) machine 46 en wordt opgewonden op een opwikkeleenheid 47. In de tweede oriëntatiemachine 46 moet men een te korte afstand tussen de klemmen vermijden om enige zijdelingse contractie van de mazen-structuur mogelijk te maken.A suitable device for carrying out the method is schematically shown in Figure 8, but the units of the device themselves are conventional units. An unwinding unit 41 supports a roll 42 of non-perforated stock material, which runs through the device along the path indicated by the dotted lines and arrows. The stock material passes through a flattening unit 43, a perforator 44, a transverse orienting (stretching) machine 45, a longitudinal orienting (stretching) machine 46 and is wound on a winding unit 47. In the second orientation machine 46, one must be too short avoid distance between the clamps to allow any lateral contraction of the mesh structure.

Claims (4)

190319 6 Voorbeelden In de tabellen A en B zijn twee voorbeelden vermeld. De afmetingen zijn in mm en een streepje betekent dat de waarde niet opgetekend is. De rekverhoudingen zijn over het geheel. In tabel B zijn in alle kolommen dikten vermeld. 5 Alleen bij voorbeeld II was enige beperking, hoewel niet volledig, in de richting loodrecht op de rek-richting tijdens de tweede rekbewerking, terwijl de eerste rekbewerking zonder beperking was. In voorbeeld II bedroeg de verhouding w:d minder dan 1, en hoewel de rekverhoudingen betrekkelijk laag waren, is de gehele verbinding 26 georiënteerd. De in twee richtingen gerekte mazenstructuur kan bijvoorbeeld worden toegepast voor het afrasteren van 10 voorraden, op tuinbouwgebied, in de bouw, het oogsten van olijven en als versterking tussen gelaagde platen. De beschreven mazenstructuur kan met voordeel worden toegepast voor het vasthouden en stabiliseren van deeltjesvormig materiaal van elke geschikte vorm, zoals aarde, zand, klei of gravel en op elke geschikte plaats, zoals aan de zijkant van een uitgraving of ophoging, onder een wegoppervlak, starten landingsbanen of spoorwegen, onder een gebouw of kade. De mazenstructuur kan in het bijzonder 15 geschikt zijn om te voorkomen dat stutwanden van hun plaats gedrukt worden door de druk van deeltjesvormig materiaal erachter. TABEL A 20 Voorbeeld Mate- Begin- Afme- Vorm- w/d Afstand Afstand 1e 2e Tem- No. riaal dikte tingen holten tussen tussen rek- rek- peratuur holten holten holten ver- ver- °C (1e (andere houding houding richting) richting) 25 - I HDPE 4,5 6,35 cir- 1,41 12,7 12,7 4:1 3,5 1 97 kei vormig II HDPE 4,5 3,18 Cir- 0,71 6,35 6,35 3,5:1 3,75:1 97 30 kei vormig TABEL B 35 Voorbeeld Middelpunt- Middelpunt- Middelpunt Zone 28 Zone 28' No. streng 17, streng 25 zone 27 twee richtingen gerekt 40 _ I 1,37 1,61 4,33 1,63 2,43 II 1,85 1,7 3,22 2,2 45190319 6 Examples Tables A and B list two examples. The dimensions are in mm and a dash means that the value is not recorded. The rack ratios are overall. Table B lists thicknesses in all columns. Only in Example II was some limitation, although not complete, in the direction perpendicular to the stretching direction during the second stretching operation, while the first stretching operation was without limitation. In Example II, the ratio w: d was less than 1, and although the stretch ratios were relatively low, the entire compound 26 was oriented. The two-way stretched mesh structure can be used, for example, for fencing up stocks, in horticultural areas, in construction, harvesting olives and as reinforcement between layered plates. The described mesh structure can be advantageously used for holding and stabilizing particulate material of any suitable shape, such as earth, sand, clay or gravel, and starting in any suitable location, such as on the side of an excavation or embankment, under a road surface runways or railways, under a building or quay. The mesh structure may in particular be suitable for preventing prop walls from being forced out of place by the pressure of particulate material behind it. TABLE A 20 Example Mate- Start- Size- w / d Distance Distance 1st 2nd Tem- No. rial thickness tings cavities between between elongation-stretching cavities cavities cavities ver ° C (1st (different posture posture direction) direction) 25 - I HDPE 4.5 6.35 cir- 1.41 12.7 12, 7 4: 1 3.5 1 97 boulder shaped II HDPE 4.5 3.18 Cir- 0.71 6.35 6.35 3.5: 1 3.75: 1 97 30 boulder shaped TABLE B 35 Example Midpoint Midpoint - Midpoint Zone 28 Zone 28 'No. strand 17, strand 25 zone 27 two-way stretched 40 _ I 1.37 1.61 4.33 1.63 2.43 II 1.85 1.7 3.22 2.2 45 1. Werkwijze voor het vervaardigen van een mazenstructuur uit een vlak of nagenoeg vlak kunststofvel, dat is voorzien van een patroon van uitsparingen waarvan de middens op de snijpunten van een denkbeeldig 50 rechthoekig rooster van rijen en kolommen liggen, welk vel eerst gerekt wordt in een eerste richting evenwijdig aan de kolommen onder vorming van langsstrengen waarbij de oriëntatie van de langsstrengen aan beide zijden van het kunststofvel tijdens het rekken in de eerste richting in de verbindingen doordringt, en het vel vervolgens gerekt wordt in een tweede richting evenwijdig aan de rijen onder vorming van georiënteerde, door verbindingen met elkaar gekoppelde dwarsstrengen, waarbij elke verbinding vertakkin-55 gen met randzones omvat, die tijdens het rekken in de tweede richting worden georiënteerd tot georiënteerde randzones die aansluiten op de in de verbinding met elkaar gekoppelde langs- en dwarsstrengen en ------u:: HAnrHrinnf maf Kat l/anmarU Hat Ha ma?onctniptiπir 17 190319 vervaardigd wordt door rekken van een kunststofvel (11) met een dikte van ten minste 1,5 mm, zodanig dat gemeten op de as van elk der strengen (17, 25) die overgaan in de verbinding (26), geen zone (28, 28') in de verbinding (26) wordt gevormd met een dikte van minder dan 75% van de dikte van het midden van elk der strengen (17, 25) die in de verbinding (26) overgaan, en de maximumdikte van de verbinding groter is 5 dan de dikte van het midden van elk der strengen (17, 25) die in de verbinding (26) overgaan.1. A method of manufacturing a mesh structure from a flat or substantially flat plastic sheet, which is provided with a pattern of recesses, the centers of which lie at the intersections of an imaginary 50 rectangular grid of rows and columns, which sheet is first stretched in a first direction parallel to the columns to form longitudinal strands, the orientation of the longitudinal strands on both sides of the plastic sheet penetrating in the joints in the first direction during stretching, and the sheet then being stretched in a second direction parallel to the rows to form of oriented, interconnected transverse strands, each interconnection comprising branches with edge zones, which are oriented in the second direction during stretching into oriented edge zones which connect to the longitudinal and transverse strands coupled together in the connection and - ----- u :: HAnrHrinnf maf Kat l / anmarU Hat Ha ma? onctniptiπi r 17 190319 is manufactured by stretching a plastic sheet (11) with a thickness of at least 1.5 mm, such that measured on the axis of each of the strands (17, 25) merging into the joint (26), no zone (28, 28 ') in the joint (26) is formed with a thickness less than 75% of the thickness of the center of each of the strands (17, 25) merging into the joint (26), and the maximum thickness of the joint is greater than the thickness of the center of each of the strands (17, 25) merging into the joint (26). 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de structuur wordt vrijgelaten om in de eerste richting te verkorten tijdens de tweede rekbewerking.A method according to claim 1, characterized in that the structure is released to shorten in the first direction during the second stretching operation. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat zodanig wordt gerekt dat geen zone in elke verbinding (26), gemeten op de as van elk der strengen (17, 25) welke in de verbinding overgaan, wordt 10 gevormd met een dikte minder dan 100% van de dikte van het midden van de strengen (17, 25) die in de verbinding overgaan.Method according to claim 1 or 2, characterized in that it is stretched such that no zone in each connection (26), measured on the axis of each of the strands (17, 25) which merge into the connection, is formed with a thickness less than 100% of the thickness of the center of the strands (17, 25) that merge into the joint. 4. Werkwijze voor het vasthouden of stabiliseren van deeltjesvormig materiaal zoals grond waarbij men in het deeltjesvormige materiaal een mazenstructuur van kunststofmateriaal begraaft, met het kenmerk, dat men een mazenstructuur toepast verkregen onder toepassing van de werkwijze volgens een of meer der 15 voorgaande conclusies 1-3. Hierbij 3 bladen tekening4. Method for holding or stabilizing particulate material such as soil, in which a mesh structure of plastic material is buried in the particulate material, characterized in that a mesh structure is obtained obtained using the method according to one or more of the preceding claims 1- 3. Hereby 3 sheets drawing
NL9200761A 1978-10-16 1992-04-27 A method for manufacturing a mesh structure from flat or substantially flat plastic material by biaxial stretching, and using a mesh structure manufactured in this way for stabilizing soil. NL190319C (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9200761A NL190319C (en) 1978-10-16 1992-04-27 A method for manufacturing a mesh structure from flat or substantially flat plastic material by biaxial stretching, and using a mesh structure manufactured in this way for stabilizing soil.

Applications Claiming Priority (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB7840641 1978-10-16
GB7840641 1978-10-16
GB7918291 1979-05-25
GB7918291 1979-05-25
NL7907475A NL189009C (en) 1978-10-16 1979-10-09 A method of stabilizing a mass of particulate material, such as soil.
NL7907475 1979-10-09
NL9200761 1992-04-27
NL9200761A NL190319C (en) 1978-10-16 1992-04-27 A method for manufacturing a mesh structure from flat or substantially flat plastic material by biaxial stretching, and using a mesh structure manufactured in this way for stabilizing soil.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9200761A NL9200761A (en) 1992-08-03
NL190319B NL190319B (en) 1993-08-16
NL190319C true NL190319C (en) 1998-10-09

Family

ID=27260602

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9200761A NL190319C (en) 1978-10-16 1992-04-27 A method for manufacturing a mesh structure from flat or substantially flat plastic material by biaxial stretching, and using a mesh structure manufactured in this way for stabilizing soil.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL190319C (en)

Also Published As

Publication number Publication date
NL190319B (en) 1993-08-16
NL9200761A (en) 1992-08-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4756946A (en) Plastic material mesh structure
EP0062462B1 (en) Plastics material mesh structure
US5156495A (en) Plastic material mesh structure
NL7907471A (en) MESH STRUCTURE OF PLASTIC MATERIAL.
GB2073090A (en) Plastics Material Mesh Structure
US3454455A (en) Apertured cross-laminates of uniaxially oriented poly-alpha-olefin sheets and their manufacture
DE60313978T2 (en) EARTH DUCT OR GRATED CONSTRUCTION
JPH0470137B2 (en)
US5267816A (en) Geogrids
JP3193367B2 (en) Geogrid and manufacturing method thereof
JPS6218249A (en) Network structure of plastic material and manufacture thereof
JP6054978B2 (en) Mesh structure, its manufacture and use
NL190319C (en) A method for manufacturing a mesh structure from flat or substantially flat plastic material by biaxial stretching, and using a mesh structure manufactured in this way for stabilizing soil.
GB2034240A (en) Plastics Material Mesh Structure
ITMI940682A1 (en) STRUCTURE OF NETWORK STRETCHED PARTICULARLY FOR GEOTECHNICAL USE
KR100270181B1 (en) Method marking plastics and metal for reinforment

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
R1B Notice of opposition during period of laying open
NP1G Not automatically granted patents, but text of patent specification modified with respect to the text of examined patent application
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19990501