NL1043359B1 - Langwerpig, door middel van een slot vergrendelbaar verbindingsorgaan - Google Patents

Abstract

Door een slot vergrendelbaar verbindingsorgaan, omvattende een sloteenheid (1) met een grendelgebied (2) en een door een sleutel (3) bedienbare grendelschoot (4), alsmede een slotframe (5) dat is voorzien van een koppelelement (6) en een langwerpig geleidingsframe (7), voor het geleiden van een verschuifbaar verbindingselement (8). Het verbindingselement is voorzien van een met de grendelschoot samenwer- kende schootplaat (9) om, in afhankelijkheid van de stand van de grendelschoot, het verbindingselement in zijn verschuifbaarheid te blokkeren resp. vrij te geven. Verder is het verbindingselement voorzien van een eerste sluitelement (11), ingericht om samen te werken met een tweede sluitele- ment (12), waarmee een bevestigingselement (15) van bijvoorbeeld een boot kan worden vast- en losgekoppeld. Het aldus gevormde vergrendelbare verbindingsorgaan is bij uitstek geschikt is om bijvoorbeeld gebruikt te worden om een zeil- of motorboot vergrendelbaar met bijvoorbeeld een steiger te kunnen verbinden.

Description

Korte aanduldirg: Langwerpig, door middel van een slot vergrendelbaar verbindingsorgaan

BESCHRIJVING De uitvinding heeft betrekking op een inrichting, bedoeld en ingericht als langwerpig, door middel van een slot ver- grendelbaar verbindingsorgaan. De onderhavige uitvinding beoogt te voorzien in een ver- i5 grendelbaar verbindingsorgaan dat bijvoorbeeld gebruikt kan worden om een zeil- of motorboot, Ler voorkoming van dief- stal, vergrendelbaar met bijvoorbeeld een steiger te kunnen verbinden, wat tot dusverre niet zo eenvoudig is: men heeft dan bijvoorbeeid nodig een slot, een ketting of kabel en “2 mn 1 - - rym gs Í 5 + een sleutel en moet dan vanaf de steiger over het water hangen om de ketting of kabel door het cog van de boot te doen en dit slot vervolgens aan de steiger te verankeren, Een plek die moeilijk te bereiken is omdat het oog meestal niet op werkhoogte zit (bij kleine boten meestal lager dan de steiger). Vaak kan men maar moeilijk de afstand tussen de steiger en de boot overbruggen, met als gevolg dat slot, sleutel, kerting of de persoon zelf in het water valt. De uitvinding van de klant voorziet in een oplossing voor dit probleem. De ketting en het slot zijn nu in één zoge- noemd stokslot geïntegreerd, dat langwerpig 1s, waardoor men vrij eenvoudig de afstand tussen de steiger en boot kan overbruggen en met een eenvoudige handeling de boot op slot kan doen. Ter bereiking van het beoogde doel stelt de onderhavige uitvinding voor sen inrichting, bedoeld en ingericht als langwerpig, door middel van een slot vergrendelbaar verbin- dingsorgaan, omvatteride - een sioteenheid met een grendelholte en een, door middel van een heen en weer roteerbare sleutel naar binnen resp.

naar buiten het grendelgebied van de grendelholte bedien- bare grendelschoot; ~ een behuizing of frame, hierna slotframe gencend, inge- richt voor het herbergen en/of opvangen van de sloteenheid, welk slotframe is voorzien van een koppelelement, bijvoor- IS beeld bevestigingsoog, alsmede van een langwerpig, zich in hoofdzaak vanuit het gebied van de grendelholte naar buiten toe uitstrekkend geleidingsframe, bijvoorbeeld geleidings" buis, ingericht. voor het geleiden van een naar binnen. en buiten toe verschuifbaar verbindingselement, welk verbindingselement aan zijn naar de grendelholte toe gericht uiteinde is voorzien van seen met de grendelschoot samenwerkend deel of element, hierna schootplaat genoemd, ingericht om, in afhankelijkheid van de stand van de gren- delschoot van de sloteenheid, het verschuifbare verbin- dingselement in zijn verschuifbaarheid van binnen naar bui- ten te blokkeren resp, vrij Le geven, welk verbindingselement aan zijn van de grendelholte af ge- richte zijde is voorzien van een gerste sluitelement, inge- richt om samen te werken met een tweede sluitelement dat verbonden is met het eerdergenoemde geleidingsframe.

Ofwel heb eerste sluitelement ofwel het tweede sluitelement kan in hoofdzaak de vorm en/of functie hebben van een gren- delhaak, terwijl dan bij voorkeur het tweede sluitelement resp. het eerste sluitelement in hoofdzaak de vorm en/of functie heeft van een grendeloog, ingericht om samen te werken met de grendelhaak. Het eerste en tweede sluitele- ment zijn bij voorkeur ingericht om een in hoofdzaak vorm- sluitende of vormgesloten verbinding met elkaar te kunnen vormen.

14 De sloteenheid kan een hangslot, bij voorkeur van het type discusslot, omvatten. Eet sliotframe en de sloteenheid kun- nen onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, waarbij het slotframe bijvoorbeeld een geïntegreerd geheel vormt met IS een behuizing van de sloteenheid. Het slotframe en de slot- eenheid kunnen, althans in niet-vergrendelde toestand van de sloreenheid, in principe ook losmakelijk met elkaar zijn verbonden, waarbij het slotframe dan geen geïntegreerd ge- heel vormt met een behuizing van de sioteenheid.

De uitvinding zal thans nader worden besproken aan de hand van onderstaande figuurbeschrijving., Figuur 1 toont schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding, getekend in drie werkstanden.

Figuur 1 toont schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van esn inrichting volgens de uitvinding, bedoeld en ingericht als langwerpig, door middel van een slot vergrendelbaar verbin- dingsorgaan, getekend in drie werkstanden (figuur La-c),

De getoonde inrichting omvat een sloteenheid 1 met een grendelholte 2 en een, door middel van een heen en weer ro- teerbare sleutel 3 naar binnen resp. naar buiten het gren- deigebied van de grendelholte 2 bedienbare grendelschoot 4.

De inrichting omvat verder een behuizing of frame, hierna siotframe 5 genoemd, dat 1s ingericht voor het herbergen en/of opvangen van de sloteenheid 1, welk slotframe 5 is voorzien van een koppelelement 6, bijvoorbeeld bevesti- gingsoog, alsmede van een langwerpig, zich in hoofdzaak vanuit het gebied van de grendelholte 2 naar buiten toe (naar rechts in de tekeningen) uitstrekkend gsleidingsframe 7, bijvoorbeeld geleidingsbuis, ingericht voor het geleiden van een naar binnen en buiten toe verschuifbaar verbin=- dingselement 8.

Het verbindingselement 8 is aan zijn naar de grendelholte 2 toe gericht uiteinde voorzien van een met de grendelschoot 4 samenwerkend (koppelbaar) deel of element, hierna schoot- plaat 9 genoemd, ingericht om, in afhankelijkheid van de actuele stand van de grendelschoot 4 van de sloteenheid 1, het verschuifbare verbindingselement 8 in zijn verschuif- baarheid van binnen naar buiten te blokkeren resp. vrij te geven. Het verbindingselement & wordt in de getoonde uit- voering geblokkeerd om naar buiten (naar rechts in de teke- ningen) geschoven te kunnen worden wanneer de grendelschoot: 4 in een holte 10 in de schootplaat 9 wordt gedraald door middel van draaiing van de sleutel 3.

Het verbindingselement 8 is aan zijn van de grendelholte 2 af gerichte zijde voorzien van een eerste sluitelement 11, dat is ingericht om samen Le werken met seen tweede sluit- element 12 dat verbonden is met het geleidingsframe 7.

Het eerste sluitelement 11 heeft in hoofdzaak de vorm en functie van een grendelhaak, terwijl het tweede sluitele- ment 12 in Hoofdzaak de vorm en functie heeft van een gren- 5 deloog 12, ingericht om vormsluitende of vormgesloten samen te werken met de grendelhaak 11. Uiteraard zal de werking functioneel in hoofdzaak hetzelfde zijn indien; net an- dersom, het eerste sluitelement de vorm en functie van een grendeloog zou hebben en het tweede sinitelement de vorm en li functie van een grendelhaak, eveneens bij voorkeur inge- richt om vormsluitende of vormgesloten met elkaar samen te werker.

In de in figuur 1 getoonde uitvoering omvat de sloteenheid 1 een hangslot van het type discusslot (zie bijvoorbeeld ook www.abus.com/niHulebeveiliging/fangsloten/Diskus 1). Het slotframe 5 en de sloteenheid 1 zijn bij voorkeur (min of meer} onlosmakelijk met elkaar verbonden, Eventueel kan het slotframe een geïntegreerd geheel vormen met een behui- zing van de sloteenheid 1. Dssgewenst kunnen het slotframe 4 en de sloteenheid 1, althans in niet-vergrendelde toe- stand van de sioteenheid 1, (min of meer) losmakelijk met elkaar zijn verbonden (bijvoorbeeld door middel van bout- 253 verbindingen), waarbij het slotframe 4 dan geen geïnte- greerd geheel vormt mel de (eigen) behuizing van de slot- eenheid 1. Om het langwerpige verbindingselement § in het (in figuur 1 buisvormig uitgevoerde) geleidingsframe 7 te kunnen ver- schuiven is het verbindingselement 8 voorzien van sen be- dieningshendel 13 die via een sleuf 14 in het geleidings- frame 8 naar buiten toe (bijvoorbeeld enigszins naar voren toe) uitsteekt. Door middel van die bedieningshendel 13 kan het verbindingselement 8 naar buiten {naar rechts in de te- keningen) worden geschoven, waarbij het haakvormige sluiL- element 11 om bijvoorbeeld een bevestigingselement 15, bij- voorbeeld bevestigingsstang of ~ooy, van bijvoorbeeld een boot (zie boven) kan worden aangebracht {zie figuur la). Vervolgens wordt de bedieningshendel 13 naar binnen {links in de rekeningen} geschoven, waardoor de sluitelementen 11 en 12 zich rond het bevestigingselement 15 sluiten (zie fi- guur lb}.

Ten slotte wordt door verdraaling van de sleutel 3 de gren- delschoot 4 door de opening 10 van de schootplaat 9 ge- draaid, waardoor het verbindingselement 8 wordt vergrendeld en het de sluitelementen 11 en 12 ten opzichte van vergren- deld zijn in hun (vorm}gesloten toestand (zie figuur lc), waardoor een vergrendelde verbinding tot stand is gekomen tussen het koppelelement © (links in de tekeningen) en het bevestigingselement 15 van het vast te leggen object (zoals een boot).

Aldus wordt door de onderhavige uitvinding voorzien in een vergrendelbaar verbindingsorgaan dat bij uitstek geschikt is om bijvoorbeeld gebruikt te worden om een zeil- of mo- torboot, ter voorkoming van diefstal, vergrendelbaar met bijvoorbeeld een steiger te kunnen verbinden,

Claims (1)

1. CONCLUSIES 1, Inrichting, bedoeld en ingericht als langwerpig, door middel van een slot vergrendelbaar verbindingsorgaan, omvattende - een sloteertheid (1) met een grendelgebied {2} en een, door middel van een sleutel (3) naar binnen resp. naar buiten het grendelgebied bedienbare grendelschoot (4); - een behuizing of frame, hierna slotframe (5) genoemd, ingericht voor het herbergen en/of opvangen van de sioteenheid, welk slotframe is voorzien van een koppel- element (6) en een langwerpig, zich in hoofdzaak vanuit de nabijheid van de grendelgebied naar buiten toe uit- strekkend geleidingsframe {7), ingericht voor het ge-

   ieider van een naar binnen en buiten toe verschuifbaar verbindingselement {8},

   welk verbindingselement aan zijn naar de grendelgebied toe gericht uiteinde is voorzien van een met de gren- delschoot samenwerkend deel of element, hierna schoot-

   plaat (8) genoemd, ingericht om, in afhankelijkheid van de stand van de grendelschoot van de sloteenheid, het verschuifbare verbindingselement in zijn ver-r schuifbaarheid van binnen naar buiten te blokkeren resp. vrij te geven,

   welk verbindingselement aan zijn van de grendelgebied af gerichte zijde is voorzien van een eerste sluitele- ment (11), ingericht om samen te werken met een tweede sluitelement (12) dat verbonden is met het eerderge- noemde geleidingsframe,

   2, Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het eerste sluitelement of het tweede sluitelement in hoofdzaak de vorm en/of functie heeft van een grendelhaak.

   3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij het tweede sluitelement resp. het eerste slultelemsnt in hoofdzaak de vorm en/of functie heeft van een grendeloog.

   4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste en tweede sluitelement zijn ince" richt om een in hoofdzaak vormsluitende of vormgesloten verbinding met elkaar Le kunnen vormen.

   19

   4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de sloteenheid een hangslot, bij voorkeur van het type discusslot (1-4), omvat,

   5. Inrichting volgens sen van de conclusies 1-5, waarbij het slotframe en de sloteenheid onlosmakelijk met el- kaar zijn verbonden ofwel waarbij het slorframe een qe- heel vorm: met een behuizing van de sloteenheid.

   29 7. Inrichting volgens een van de conclusies Ìl-5, waarbij net slotframe en de sloteenheid, althans in niet-ver~ grendeide toestand van de sloteenheld, losmakelijk met elkaar zijn verbonder.