NL1042031B1 - Inrichting voor het reinigen van plantpotten - Google Patents

Abstract

Inrichting voor het reinigen van het buitenoppervlak van de omtrekswand van plantpotten, omvattend: -een gestel; -een op het gestel aangebrachte pottenbaan, die zich uitstrekt van een invoereind naar een uitvoereind en een steunvlak voor de plantpotten vormt; -verplaatsingsmiddelen voor het verplaatsen van de plantpotten van het invoereind naar het uitvoereind; -draaimiddelen voor het verdraaien van de plantpotten om hun potas; -een borstel voor het borstelen van het buitenoppervlak van de omtrekswand van de plantpotten tijdens genoemde verplaatsing; -eerste borstelaandrijfmiddelen voor het om een liggende as roteren van de borstel; en -tweede borstelaandrijfmiddelen voor het op en neer bewegen van de borstel, onder aangrijping met de potomtrekswand, tussen een eerste stand en een tweede stand, waarbij de eerste stand op een lager niveau gelegen is dan de tweede stand.

Description

Nr. P507NL

Inrichting voor het reinigen van plantpotten

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en op een werkwijze voor het reinigen van plantpotten.

Plantpotten raken tijdens de periode van kweek bevuild met grond en/of modder. De soms smerige aanblik kan een succesvolle verkoop bemoeilijken. Het is daarom gebruikelijk plantpotten voordat zij voor koop worden aangeboden aan de consument te reinigen. Dat kan met een handborstel en water, hetgeen echter veel inspanning vergt en een lage capaciteit biedt. Voor het reinigen van grote aantallen plantpotten zijn machines beschikbaar of bedacht, waarin de te wassen planpotten op een transportband langs één of meer roterende borstels worden gevoerd.

Een voorbeeld van zo’n machine is beschreven in EP 1.922.917, welke machine een transportband omvat, met aan weerszijden daarvan een om een liggende, in het bijzonder horizontale as roterende, langwerpige borstel, waaraan water wordt afgegeven, en een snaar, die de potwand aangrijpt en wordt aangedreven op een snelheid hoger dan die van de transportband om de potten om hun potas te laten roteren. De afstand van de snaar tot de borstel is instelbaar, en daarmee de borsteldruk op de potten. Teneinde te bereiken dat de omtrekswand van de potten over de gehele hoogte door de borstel wordt bereikt stelt men de transportband in op een oplopende helling. De grootte van de hellinghoek is instelbaar, voor afstemming op de hoogte van de te wassen potten. Bij het wassen van plantpotten met deze machine worden oppervlakken van de omtrekswand slechts voor een beperkte duur aangegrepen door de borstel. De bovenste oppervlakken slechts in een eerste traject en de onderste oppervlakken slechts in een eindtraject. Bij afgeknot-kegelvormige potwanden neemt voorts de aandrukkracht van de snaar af naarmate de potten tijdens het transport hoger komen te liggen, vanwege de helling.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Een doel van de uitvinding is een inrichting en werkwijze voor het reinigen van plantpotten te verschaffen waarmee de potwanden op een betrouwbare wijze gereinigd kunnen worden.

Een doel van de uitvinding is een inrichting en werkwijze voor het reinigen van plantpotten te verschaffen waarmee de potwanden op een efficiënte wijze gereinigd kunnen worden.

Een doel van de uitvinding is een inrichting en werkwijze voor het reinigen van plantpotten te verschaffen waarmee de potwanden op een grondige wijze gereinigd kunnen worden.

Voor het bereiken van althans één van deze doelen voorziet de uitvinding, vanuit één aspect, in een inrichting voor het reinigen van het buitenoppervlak van de omtrekswand van plantpotten, omvattend: -een gestel; -een op het gestel aangebrachte pottenbaan, die zich uitstrekt van een invoereind naar een uitvoereind en een steunvlak voor de plantpotten vormt; -verplaatsingsmiddelen voor het verplaatsen van de plantpotten van het invoereind naar het uitvoereind; -draaimiddelen voor het verdraaien van de plantpotten om hun potas tijdens genoemde verplaatsing; -een borstel voor het borstelen van het buitenoppervlak van de omtrekswand van de plantpotten tijdens genoemde verplaatsing; -eerste borstelaandrijfmiddelen voor het om een liggende as roteren van de borstel; en -tweede borstelaandrijfmiddelen voor het op en neer bewegen van de roterend aangedreven borstel onder aangrijping met het buitenoppervlak van de potomtrekswand, tussen een eerste stand en een tweede stand, waarbij de eerste stand op een lager niveau gelegen is dan de tweede stand.

Door de op en neer verplaatsing van de roterende borstel langs het buitenoppervlak van de potwand, tijdens het door de draaiende pot doorlopen van het traject langs de borstel, wordt op eenvoudige wijze een effectieve reiniging van de omtrekswand van de potten bewerkstelligd. De diameter van de borstel kan beperkt blijven.

Indien de eerste borstelaandrijfmiddelen ingericht zijn voor het zowel in de opgaande slag als in de neergaande slag van de borstel in dezelfde richting laten roteren van de borstel zal de relatieve snelheid van de borstelharen ten opzichte van de potwand in de opgaande slag verschillen van die in de neerwaartse slag, hetgeen de effectiviteit van het borstelen kan verhogen.

Indien water aan de borstel en/of de potwand wordt toegevoerd kan sprake zijn van een voorweek-effect van het op de potwand afgezette vuil dat niet in een eerste borstelpassage verwijderd is.

Indien de borstel zowel in de opgaande slag als in de neergaande slag van de borstel met een verticale neerwaartse richtingscomponent ter plaatse van het contact met de plantpotten geroteerd wordt, wordt de stabiliteit van de potten bevorderd en wordt verspreiding van losgeborsteld vuil beperkt.

De opstelling met op- en neergaande borstel maakt het eenvoudig mogelijk om de reiniging te intensiveren, waarbij de tweede bostelaandrijfmiddelen ingericht zijn voor het meermalen op en neer bewegen van de borstel in de periode waarin een plantpot door de verplaatsingsmiddelen van het invoereind naar het uitvoereind wordt verplaatst.

Voor eenvoudige afstemming op de hoogte van de reinigen potten kan de snelheid, de grootte en/of het niveau ten opzichte van de pottenbaan van de op en neer slag van de borstel instelbaar zijn. Ook de hoogte van de pottenbaan kan instelbaar zijn.

In een uitvoering zijn de draaimiddelen ingericht voor doorlopende verdraaiing van de plantpotten om hun potas tijdens hun verplaatsing van het invoereind naar het uitvoereind. In een uitvoering zijn de draaimiddelen ingericht voor intermitterende verdraaiing van de plantpotten om hun potas tijdens hun verplaatsing van het invoereind naar het uitvoereind.

De draaimiddelen kunnen een omlopend langwerpig element, zoals een band, koord, ketting of snaar, omvatten dat in een aangrijptraject aangrijpt op de omtrekswand van de plantpotten, en een aandrijving omvatten voor het in dat aangrijptraject aandrijven van het langwerpig element. De aandrijfrichting van het langwerpig element op de potten kan gelijk zijn aan die van verplaatsingsrichting van de potten.

De verplaatsingsmiddelen kunnen een aangedreven bandtransporteur, omvatten, welke het steunvlak voor de plantpotten vormt, zoals een vlakke-bandtransporteur, een schakelbandtransporteur, snarenbandttransporteur.

De borstel kan langwerpig zijn en een lengte bezitten van althans nagenoeg de afstand tussen het invoereind en het uitvoereind. De liggende as van de borstel kan parallel zijn aan het pottensteunvlak van de pottenbaan, in het bijzonder parallel zijn aan de verplaatsingsrichting van de potten op de pottenbaan. De liggende as kan een kleine hoek, bijvoorbeeld van een paar graden, insluiten met de horizontaal. In een uitvoering is de liggende as parallel aan de horizontaal. De liggende as kan een kleine hoek, bijvoorbeeld een paar graden, insluiten met de verplaatsingsrichting van de plantpotten, beschouwd in een horizontaal vlak van projectie.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het reinigen van het buitenoppervlak van de omtrekswand van plantpotten, omvattend de volgende stappen: -het in serie op een pottenbaan verplaatsen van de plantpotten; -het met een roterende borstel borstelen van het buitenoppervlak van de omtrekswand van de plantpotten tijdens hun verplaatsing op de pottenbaan; -het tijdens hun voornoemde verplaatsing om hun potas draaien van de plantpotten om de borstel rondom het buitenoppervlak van de omtrekswand werkzaam te laten zijn; en -het tijdens het borstelen op en neer bewegen van de borstel.

De op en neer slag kan zich uitstrekken over de hoogte van omtrekswand van de te reinigen pot, tussen onderrand en bovenrand van de pot. Indien de potwand hoofdzakelijk in een bovenste of een onderste gedeelte gereinigd moet worden kan de slag daarop afgestemd zijn. Doorgaans zal het onderste gedeelte het vuilst zijn.

In een uitvoering wordt de borstel op en neer bewogen tussen een eerste stand waarin de hartlijn van de borstel althans nagenoeg op de zelfde hoogte ligt als de onderrand van de potwand en een tweede stand waarin de hartlijn van de borstel op een hoger niveau is gelegen en de potwand aangrijpt op afstand van de onderrand. In een uitvoering ligt de borstelhartlijn in de tweede stand althans nagenoeg op de zelfde hoogte als de bovenrand van de potwand.

De borstel kan tijdens de verplaatsing van een plantpot over de pottenbaan meerdere malen op en een bewogen wordt ten opzichte van die plantpot.

De borstel kan geroteerd worden in een bij de borstelaangrijping van de plantpotten neerwaartse rotatierichting. Indien de omtreksnelheid van de borstel waar deze het buitenoppervlak van de potomtrekswand aangrijpt groter is dan de grootste snelheid waarmee de borstel opwaarts wordt bewogen zullen de borstelharen steeds een neerwaartse kracht uitoefenen op de plantpot.

De plantpotten kunnen tijdens de verplaatsing over de pottenbaan doorlopend om hun potas geroteerd worden. In een andere uitvoering worden de plantpotten tijdens de verplaatsing over de pottenbaan intermitterend om hun potas geroteerd.

In een uitvoering wordt water afgegeven aan de borstel en/of de plantpotten voor het wassen van het buitenoppervlak van de omtrekswand van plantpotten.

De borstel kan recht-cirkelcilindrisch zijn. In een andere uitvoering kan de borstel licht afgeknot-kegelvormig met cirkelvormige doorsnede zijn.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoering. Getoond wordt in:

Figuur 1 een isometrisch aanzicht op een voorbeelduitvoering van een plantpottenreiniger volgens de uitvinding;

Figuren 2A en 2B respectievelijk een bovenaanzicht en een eindaanzicht op de inrichting van figuur 1; en

Figuren 3A-C respectievelijk een bovenaanzicht, en twee eindaanzichten op de inrichting van figuur 1, tijdens gebruik.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De inrichting 1 in figuur 1 omvat een op een vloer op te stellen gestel 100, waarop ondersteund zijn een bandtransporteur 2, een pottendraaiinrichting 5 en een borstelinrichting 9.

De bandtransporteur 2 omvat een band 3 voor ondersteuning van potten, die zich horizontaal uitstrekt en een pottenbaan vormt tussen een invoereind 101a en een uitvoereind 101b en die wordt aangedreven door een electromotor 4, in de richting B.

De pottendraaiinrichting 5 is naast, schuin boven de band 3 opgesteld en omvat een snaar 6 die door een electromotor 7 wordt aangedreven in de richting C. De pottendraaiinrichting 5 wordt op het gestel 100 ondersteund via kolommen 101 en kokers 102. De kokers 102 zijn verschuifbaar op dwarskokers 103 van gestel 100 en op de gewenste plaats vast te zetten om de horizontale afstand van de snaar 6 tot de band 3 in te stellen, richting G, afhankelijk van de potmaat. Een spatscherm 8 schermt de motor 7 af van het water en het vuil dat vrijkomt tijdens de reiniging van potten.

De borstelinrichting 9 omvat een borsteleenheid 10 met een rechtcirkelcilindervormige borstel 14 met borstelharen 18, die bevestigd is op een as 16 met een horizontale, zich parallel aan het pottensteunvlak van de band 3 uitstrekkende borstelhartlijn S. De as 16 en daarmee de borstel 14 is door een electromotor 15 op een snelheid Vb roteerbaar in de richting E. De borsteleenheid 10 omvat voorts een spatscherm 17.

De borstelinrichting 9 omvat voorts een houder 11 voor de borsteleenheid 10. Deze houder 11 omvat een staand gestel 12a en een voet 12b die bevestigd is op het gestel 100. Het staand gestel 12a omvat een verticale geleider 13, waarover een huls 19 op en neer verschuifbaar is in richtingen D. Op de huls 19 is een ring 20 bevestigd, waarop een gestel 21 bevestigd is. Het gestel 21 omvat een kolom 21a en twee schoren 21b,c. Op het gestel 21 is de borsteleenheid 10 bevestigd. De huls 19 is via een scharnier 22 en een pendelstaaf 23 bij scharnier 24 verbonden met een krukarm 26. De krukarm 26 is bevestigd op een aandrijfas 25 die onder tussenkomst van overbrenging 27 in richting F wordt aangedreven door electromotor 28. Rotatie van de krukarm 26 resulteert aldus in een op en neer beweging D van de borsteleenheid 10.

De borstelinrichting 9 is voorts voorzien van een zich langs de borstel uitstrekkende watertoevoerbuis 29, die voorzien is van een reeks gaten 30 voor het afgeven van water aan de bovenzijde van de borstel 14, over de lengte daarvan verspreid.

In bedrijf worden te reinigen plantpotten P aangevoerd over een niet weergegeven aanvoertransporteur in de richting A, en worden deze overgedragen aan het invoereind 101a van de bandtransporteur 2.

Aan de ene zijde wordt het buitenoppervlak van de omtrekswand (de zijwand) van de plantpotten P aangegrepen door de borstel 14, aan de andere zijde door de snaar 6. Omdat de snaar 6 in de richting C een snelheid heeft die afwijkt van die van de band 3 in de richting B, bijvoorbeeld groter is, waarbij bijvoorbeeld de snaar een snelheid kan hebben van 15 m/min en de band een snelheid van 10 m/min, worden de potten P tijdens het transport in de richting B één of meerdere malen geroteerd om hun (verticale) potas T, richting H. De potas staat dwars op de potbodem.

Tijdens het transport, figuren 3A-C, van de plantpotten P (in figuur 3A zijn de planten weggelaten), van het invoereind 101a naar het uitvoereind 101b wordt de borstel 14 geroteerd in de richting E en wordt bovendien de borsteleenheid 10 op en neer bewogen, richtingen D, tussen een lage stand (figuur 3B) waarin borstelhartlijn S op gelijke hoogte ligt met de onderrand Po van de potwand en een hoge stand (figuur 3C) waarin borstelhartlijn S op gelijke hoogte ligt met de bovenrand Pb van de potwand. De potten hebben bijvoorbeeld een diameter van 14 cm en een hoogte van 14 cm. De borstel wordt bijvoorbeeld met een omtrekssnelheid Vb van 30m/min geroteerd (gemeten aan het normale buitenoppervlak van de borstel). Dit proces gebeurt met een snelheid Vz (verticale snelheid door het midden of nulpunt van de op en neer beweging heen), van bijvoorbeeld 20m/min, die zodanig is gekozen dat de borstel 14 in de tijd waarin een pot P van invoereind 101a naar uitvoereind 101b verplaatst wordt meerdere malen op en neer bewogen is langs het buitenoppervlak van de omtrekswand van de potten. De borstelharen 18 worden in de rotatie van de borstel neerwaarts langs het buitenoppervlak van de potten P bewogen. De borstelomtrekssnelheid Vb, in het bijzonder de (neerwaartse) snelheid van de borstel waar de borstelharen het buitenoppervlak van de potomtrekswand raken, is groter dan Vz zodat de borstel steeds een neerwaartse kracht uitoefent op het buitenoppervlak van de omtrekswanden van de potten.

Aldus wordt elke plek op het buitenoppervlak van de omtrekswand van elke pot P één of meerdere malen, met tussenpozen, geborsteld, en effectief gereinigd, in het bijzonder wanneer daarbij water wordt toegevoerd aan borstel en/of potten.

Het vuile water stroomt langs scherm 17 af in richting J, waarbij het scherm 17 zover neerwaarts reikt dat ook in de bovenste stand van de borsteleenheid 10 de onderrand van scherm 17 onder de band 3 ligt.

De snelheid van de band 3, de snaar 6, de rotatiesnelheid van de borstel 14, de op en neer slag van de borstel 14 en de snelheid van de op en neer beweging kan worden ingesteld, voor afstemming op de potmaten en de mate van vuilheid van de potten. Bij wijze van voorbeeld is de krukarm 26 voorzien van een tweede gat 25a voor de aandrijfas 25 indien de op en neer slag kleiner moet zijn. Ook de hoogte van de band 3kan worden ingesteld, richtingen K.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties duidelijk zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims (15)

1. Inrichting voor het reinigen van het buitenoppervlak van de omtrekswand van plantpotten, omvattend: -een gestel; -een op het gestel aangebrachte pottenbaan, die zich uitstrekt van een invoereind naar een uitvoereind en een steunvlak voor de plantpotten vormt; -verplaatsingsmiddelen voor het verplaatsen van de plantpotten van het invoereind naar het uitvoereind; -draaimiddelen voor het verdraaien van de plantpotten om hun potas; -een borstel voor het borstelen van het buitenoppervlak van de omtrekswand van de plantpotten tijdens genoemde verplaatsing; -eerste borstelaandrijfmiddelen voor het om een liggende as roteren van de borstel; en -tweede borstelaandrijfmiddelen voor het op en neer bewegen van de roterend aangedreven borstel, onder aangrijping met het buitenoppervlak van de potomtrekswand, tussen een eerste stand en een tweede stand, waarbij de eerste stand op een lager niveau gelegen is dan de tweede stand.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de eerste en de tweede borstelaandrijfmiddelen bedienbaar zijn voor gelijktijdige werking.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de eerste borstelaandrijfmiddelen ingericht zijn voor het zowel in de opgaande slag als in de neergaande slag van de borstel laten roteren van de borstel met een verticale neerwaartse richtingscomponent ter plaatse van het contact met de plantpotten.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de tweede bostelaandrijfmiddelen ingericht zijn voor het meermalen op en neer bewegen van de borstel in de periode waarin een plantpot dor de verplaatsingsmiddelen van het invoereind naar het uitvoereind wordt verplaatst.

5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de snelheid, de grootte en/of het niveau ten opzichte van de pottenbaan van de op en neer slag van de borstel instelbaar is.

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de draaimiddelen ingericht zijn voor doorlopende omwenteling van de plantpotten tijdens hun verplaatsing van het invoereind naar het uitvoereind, waarbij, bij voorkeur, de draaimiddelen een omlopend langwerpig element, zoals een band, koord, ketting of snaar, omvatten dat in een aangrijptraject aangrijpt op de omtrekswand van de plantpotten, en een aandrijving omvatten voor het in dat aangrijptraject in een richting gelijk aan de verplaatsingsrichting van de plantpotten aandrijven van het langwerpig element.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusie, waarbij de verplaatsingsmiddelen een aangedreven bandtransporteur omvatten, welke het steunvlak voor de plantpotten vormt.

8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, voorts omvattend een waterafgever voor het verschaffen van water voor het borstelproces.

9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de borstel langwerpig is en een lengte heeft van althans nagenoeg de afstand tussen het invoereind en het uitvoereind.

10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de liggende as van de borstel parallel is aan het pottensteunvlak van de pottenbaan, in het bijzonder parallel is aan de verplaatsingsrichting van de potten op de pottenbaan.

11. Werkwijze voor het reinigen van het buitenoppervlak van de omtrekswand van plantpotten, omvattend de volgende stappen: -het in serie op een pottenbaan verplaatsen van de plantpotten; -het met een roterende borstel borstelen van het buitenoppervlak van de omtrekswand van de plantpotten tijdens hun verplaatsing op de pottenbaan; -het draaien van de plantpotten om hun potas, bij voorkeur het tijdens hun verplaatsing over de pottenbaan doorlopend om hun potas draaien van de plantpotten, om de borstel rondom het buitenoppervlak van de omtrekswand werkzaam te laten zijn; en -het tijdens het borstelen op en neer bewegen van de borstel.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij de borstel op en neer bewogen wordt tussen een eerste stand waarin de hartlijn van de borstel althans nagenoeg op de zelfde hoogte ligt als de onderrand van de potwand en een tweede stand waarin de hartlijn van de borstel op een hoger niveau is gelegen en de potwand aangrijpt op afstand van de onderrand, waarbij, bij voorkeur, de tweede stand althans nagenoeg op de zelfde hoogte ligt als de bovenrand van de potwand.

13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, waarbij de borstel tijdens de verplaatsing van een plantpot over de pottenbaan meerdere malen op en neer bewogen wordt ten opzichte van die plantpot.

14. Werkwijze volgens één der conclusies 11-13, waarbij de borstel geroteerd wordt in een bij de borstelaangrijping van de plantpotten neerwaartse rotatierichting, waarbij, bij voorkeur, de omtrekssnelheid aan de omtrek van de borstel waar deze het buitenoppervlak van de potomtrekswand aangrijpt groter is dan de grootste snelheid waarmee de borstel opwaarts wordt bewogen.

15. Werkwijze volgens één der conclusies 11-14, waarbij water wordt afgegeven aan de borstel en/of de plantpotten voor het wassen van het buitenoppervlak van de omtrekswand van plantpotten.