NL1041451B1

NL1041451B1 - Inrichting en werkwijze voor het verbrijzelen van glaswerk.

Info

Publication number: NL1041451B1
Application number: NL1041451A
Authority: NL
Inventors: Alexander Van Melle Maurits; Marcus Cornelissen Gerardus
Original assignee: Glasknak B V
Priority date: 2015-08-30
Filing date: 2015-08-30
Publication date: 2017-03-13

Abstract

De uitvinding verschaft een inrichting voor het verbrijzelen van glaswerk, omvattende: een eerste deel omvattende: een koker voorzien van een invoeropening geschikt voor het invoeren van te verbrijzelen glaswerk en een uitvoeropening geschikt voor het uitvoeren van verbrijzeld glaswerk; en een eerste breekorgaan; en een tweede deel omvattende een in de koker beweegbaar tweede breekorgaan, waarbij het eerste breekorgaan en het tweede breekorgaan zijn ingericht en geschikt voor het in onderlinge samenwerking binnen de koker verbrijzelen van ingevoerd glaswerk. De uitvinding verschaft tevens een werkwijze voor het verbrijzelen van glaswerk middels zo een inrichting. Zo kan glaswerk, in het bijzonder lege flessen van glas, eenvoudig en veilig worden verbrijzeld. Bij voorkeur omvat het eerste breekorgaan een rooster, bij nadere voorkeur voorzien van scherpe randen. Een dergelijk rooster fungeert als breekorgaan en tevens als doorlaat van gebroken materiaal, waarbij de scherpe randen het breken vergemakkelijken en tevens aanwezig ander materiaal, zoals etiketten en capsules, versnijden waarmee verstopping wordt voorkomen. Bij voorkeur omvat het eerste breekorgaan een zich naar het tweede breekorgaan uitstrekkende pin voor het breken van een dikkere en sterkere flesbodem waarna het overige deel van de fles met veel minder moeite verder verbrijzeld kan worden, in het bijzonder indien de fles met de bodem naar de pin is gericht. Daarbij is het tweede breekorgaan bij voorkeur voorzien van een opneemruimte geschikt voor het ten minste deels opnemen van de pin. Zo kan het eerste breekorgaan het tweede breekorgaan verder naderen.

Description

Inrichting en werkwijze voor het verbrijzelen van glaswerk

Terrein van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verbrijzelen van glaswerk. De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het verbrijzelen van glaswerk middels zo een inrichting. Het gaat dan in het bijzonder om lege houders van glas, meer in het bijzonder om lege flessen van glas.

Achtergrond van de uitvinding

Lege flessen van glas kunnen worden hergebruikt door ze te verbrijzelen en het verbrijzelde materiaal te gebruiken als grondstof bij de productie van nieuw glaswerk. Daartoe worden de lege flessen verzameld, meestal in containers, en vervolgens opgehaald en vervoerd naar een locatie voor verdere verwerking. De verzamelde lege flessen nemen tijdens opslag en transport relatief veel ruimte in beslag. Daarom is voorgesteld ze direct ter plaatse door de eindgebruiker te laten verkleinen door ze te verbrijzelen, zie bijvoorbeeld DE10130006C1, DE202004017402U1, US2137191A, AU2011100266A4, US2012292414A1, CH705133A2, GB2495299A en US2014196616A1. Bekende inrichtingen en werkwijzen echter, zijn voor veel eindgebruikers te complex en/of te duur en/of niet praktisch in gebruik en/of ze nemen zelf relatief veel ruimte in. De onderhavige uitvinding nu, verschaft een oplossing die genoemde nadelen niet, althans in mindere mate, kent.

Samenvatting van de uitvinding

De uitvinding verschaft een inrichting voor het verbrijzelen van glaswerk volgens conclusie 1 en een werkwijze volgens conclusie 17. De term ‘koker’ wordt in het kader van de uitvinding in zijn ruimste betekenis gebruikt en duidt op een voorwerp met een buisvorm met een willekeurige, niet perse constante, doorsnede. Met termen als ‘evenwijdig’ en ‘loodrecht’ wordt in het kader van de uitvinding steeds bedoeld ‘ten minste in hoofdzaak evenwijdig’ respectievelijk ‘ten minste in hoofdzaak loodrecht’. Zo kan glaswerk, in het bijzonder lege flessen van glas, eenvoudig en veilig worden verbrijzeld.

Bij voorkeur is het tweede breekorgaan evenwijdig aan de aslijn van de koker beweegbaar en strekt een eindvlak van het tweede breekorgaan zich tijdens gebruik van de inrichting loodrecht op de aslijn van de koker uit en is daarbij gericht naar het eerste breekorgaan. Dat blijkt in de praktijk een geschikte configuratie. Bij nadere voorkeur omvat het tweede deel een handgreep die zodanig is verbonden met het tweede breekorgaan dat het tweede breekorgaan tijdens gebruik van de inrichting in de koker kan worden bewogen. Zo vormt het tweede deel een handzame ‘stamper’. In een uitvoeringsvorm is het tweede breekorgaan uit de koker uitneembaar. Zo kan een open uiteinde van de koker als invoeropening dienen. In een andere uitvoeringsvorm kan de invoeropening worden gevormd door een daartoe in de wand van de koker voorziene opening.

Bij voorkeur omvat het eerste breekorgaan een rooster, bij nadere voorkeur voorzien van scherpe randen welke tijdens gebruik van de inrichting gericht zijn naar het tweede breekorgaan. De term ‘rooster’ wordt in het kader van de uitvinding in zijn ruimste betekenis gebruikt en duidt op een voorwerp voorzien van doorgaande openingen geschikt voor het doorlaten van materiaal. Een dergelijk rooster fungeert als breekorgaan en tevens als doorlaat van gebroken materiaal, waarbij de scherpe randen het breken vergemakkelijken en tevens aanwezig ander materiaal, zoals etiketten en capsules, versnijden waarmee verstopping wordt voorkomen.

Bij voorkeur omvat het eerste breekorgaan een zich tijdens gebruik van de inrichting naar het tweede breekorgaan uitstrekkende pin. De term ‘pin’ wordt in het kader van de uitvinding in zijn ruimste betekenis gebruikt en duidt op een voorwerp met een min of meer langgerekte vorm zoals een pen of staaf. Een dergelijke pin blijkt zeer geschikt voor het breken van een dikkere en sterkere flesbodem waarna het overige deel van de fles met veel minder moeite verder verbrijzeld kan worden, in het bijzonder indien de fles met de bodem naar de pin is gericht. Daarbij is het tweede breekorgaan bij voorkeur voorzien van een opneemruimte geschikt voor het ten minste deels opnemen van de pin. Zo kan het tweede breekorgaan tijdens gebruik van de inrichting het eerste breekorgaan verder naderen.

Meer uitvoeringsvormen en voordelen daarvan worden besproken in de navolgende beschrijving van een voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvinding.

Korte beschrijving van de tekeningen

De uitvinding wordt in het navolgende nader toegelicht aan de hand van een voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvinding. In de tekeningen tonen: figuur 1 een perspectivisch aanzicht van de inrichting in gebruikstoestand; - figuur 1 een perspectivisch aanzicht van de inrichting in rusttoestand; - figuur 3 een perspectivisch aanzicht van een eerste deel van de inrichting; figuur 4 een doorsnede van het eerste deel; - figuur 5 een opengewerkt gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van het eerste deel; en - figuur 6 een perspectivisch aanzicht van een tweede deel van de inrichting.

Voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvinding

De in de figuren weergegeven inrichting (1) omvat een eerste deel (2) en een tweede deel (7). Het eerste deel (2) omvat een koker (3) voorzien van een invoeropening voor het invoeren van te verbrijzelen glaswerk en een uitvoeropening voor het doorlaten van verbrijzeld glaswerk. De invoeropening wordt hier gevormd door een naar boven gericht eerste open uiteinde (4) van de koker (3), en de uitvoeropening door een naar beneden gericht tweede open uiteinde (5) van de koker (3). Het eerste deel (2) omvat tevens een eerste breekorgaan (6) in de vorm van een rooster (12) voorzien van scherpe randen (13) en een pin (14). Het tweede deel (7) omvat een in de koker evenwijdig aan de aslijn (9) daarvan beweegbaar tweede breekorgaan (8) en een handgreep (11), en heeft hier de vorm van een ‘stamper’. Het tweede breekorgaan (8) is voorzien van een opneemruimte (21) geschikt voor het opnemen van de pin (14). Zo kan het eerste breekorgaan (6) het tweede breekorgaan (8) verder naderen, in het gegeven uitvoeringsvoorbeeld kan een naar het eerste breekorgaan (6) gericht eindvlak (10) van het tweede breekorgaan (8) tot aan het rooster (12) bewegen. De inrichting omvat tevens een verzamelbak (15) voor het verzamelen daarin van verbrijzeld glaswerk.

De inrichting (1) omvat tevens eerste afsluitmiddelen (16), hier in de vorm van een rubberen schijf, voor het tijdens gebruik van de inrichting (1) afsluiten van de invoeropening (4), zodat tijdens het verbrijzelen van glaswerk geen glasdelen of glassplinters de inrichting (1) c.q. de koker (3) via de invoeropening (4) kunnen verlaten. Tevens omvat de inrichting (1) tweede afsluitmiddelen (17), hier in de vorm van een scharnierend deksel, voor het tijdens niet-gebruik van de inrichting (1) afsluiten van de invoeropening. De inrichting omvat tevens een gestel (20) voorzien van wielen (18) die het verrijden van het geheel mogelijk maken. Daarbij omvat de inrichting (1) tevens afsteunmiddelen (19) voor het daarop afsteunen van het tweede deel (7) tijdens niet-gebruik van de inrichting (1).

Volgens een werkwijze volgens de uitvinding wordt te verbrijzelen glaswerk via de invoeropening (4) ingevoerd in de koker (3), in het geval van een fles bij voorkeur met de flesbodem naar beneden gericht. Vervolgens wordt het tweede breekorgaan (8) via de invoeropening (4) in de koker (3) ingebracht en het ingevoerde glaswerk verbrijzeld tussen het eerste breekorgaan (6) en het tweede breekorgaan (8) c.q. tussen het rooster (12) en de pin (14) en het naar het eerste breekorgaan (6) gerichte eindvlak (10) van het tweede breekorgaan (8). Via het rooster (12) en de uitvoeropening (5) valt het verbrijzelde glaswerk dan in de verzamelbak (15).

De uitvinding is met voordeel toe te passen bij met name horecagelegenheden, maar bijvoorbeeld ook in particuliere huishoudens en eventueel ook bij campings, recreatie- en bungalowparken en bij instellingen als ziekenhuizen en verzorgingstehuizen. Daarbij kan het, naast lege flessen van glas, bijvoorbeeld ook gaan om andere houders van glas zoals glazen potten.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de gegeven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de uitvinding allerlei voor een deskundige voor de hand liggende varianten mogelijk zijn.

Claims

1. Inrichting (1) voor het verbrijzelen van glaswerk, omvattende: - een eerste deel (2) omvattende: - een koker (3) voorzien van een invoeropening (4) geschikt voor het invoeren van te verbrijzelen glaswerk en een uitvoeropening (5) geschikt voor het uitvoeren van verbrijzeld glaswerk; en - een eerste breekorgaan (6); en - een tweede deel (7) omvattende een in de koker beweegbaar tweede breekorgaan (8), waarbij het eerste breekorgaan en het tweede breekorgaan zijn ingericht en geschikt voor het in onderlinge samenwerking binnen de koker verbrijzelen van ingevoerd glaswerk.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het tweede breekorgaan evenwijdig aan de aslijn (9) van de koker beweegbaar is en een eindvlak (10) van het tweede breekorgaan zich tijdens gebruik van de inrichting loodrecht op de aslijn van de koker uitstrekt en gericht is naar het eerste breekorgaan.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het tweede deel een handgreep (11) omvat die zodanig is verbonden met het tweede breekorgaan dat het tweede breekorgaan tijdens gebruik van de inrichting in de koker kan worden bewogen.

4. Inrichting volgens een der conclusies 1-3, waarbij het tweede breekorgaan uit de koker uitneembaar is.

5. Inrichting volgens een der conclusies 1-4, waarbij het eerste breekorgaan een rooster (12) omvat.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij het rooster is voorzien van scherpe randen (13) welke tijdens gebruik van de inrichting gericht zijn naar het tweede breekorgaan.

7. Inrichting volgens een der conclusies 1-6, waarbij het eerste breekorgaan een zich tijdens gebruik van de inrichting naar het tweede breekorgaan uitstrekkende pin (14) omvat.

8. Inrichting volgens conclusies 7, waarbij het tweede breekorgaan is voorzien van een opneemruimte (21) geschikt voor het tijdens gebruik van de inrichting ten minste deels opnemen van de pin.

9. Inrichting volgens een der conclusies 1-8, waarbij de inrichting een verzamelbak (15) omvat geschikt voor het verzamelen daarin van verbrijzeld glaswerk.

10. Inrichting volgens een der conclusies 1-9, waarbij de inrichting eerste afsluitmiddelen (16) omvat geschikt voor het tijdens gebruik van de inrichting afsluiten van de invoeropening.

11. Inrichting volgens een der conclusies 1-10, waarbij de inrichting tweede afsluitmiddelen (17) omvat geschikt voor het tijdens niet-gebruik van de inrichting afsluiten van de invoeropening.

12. Inrichting volgens een der conclusies 1-11, waarbij de inrichting is voorzien van wielen (18) voor het verrijden van de inrichting.

13. Inrichting volgens een der conclusies 1-12, waarbij de inrichting afsteunmiddelen (19) omvat geschikt voor het daarop afsteunen van het tweede deel tijdens niet-gebruik van de inrichting.

14. Inrichting volgens een der conclusies 1-13, waarbij de invoeropening wordt gevormd door een, bij voorkeur tijdens gebruik van de inrichting naar boven gericht, eerste open uiteinde van de koker.

15. Inrichting volgens een der conclusies 1-14, waarbij de invoeropening wordt gevormd door een daartoe in de wand van de koker voorziene opening.

16. Inrichting volgens een der conclusies 1-15, waarbij de uitvoeropening wordt gevormd door een, bij voorkeur tijdens gebruik van de inrichting naar beneden gericht, tweede open uiteinde van de koker.

17. Werkwijze voor het voor het verbrijzelen van glaswerk middels een inrichting volgens een der conclusies 1-16, de werkwijze omvattende: - het in de invoeropening invoeren van te verbrijzelen glaswerk; - het bewegen van het tweede breekorgaan in de koker zodanig dat het ingevoerde glaswerk middels het eerste breekorgaan en het tweede breekorgaan in onderlinge samenwerking binnen de koker wordt verbrijzeld; en - het via de uitvoeropening doorlaten van verbrijzeld glaswerk.