NL1041346B1 - Poultry Stable. - Google Patents

Poultry Stable. Download PDF

Info

Publication number
NL1041346B1
NL1041346B1 NL1041346A NL1041346A NL1041346B1 NL 1041346 B1 NL1041346 B1 NL 1041346B1 NL 1041346 A NL1041346 A NL 1041346A NL 1041346 A NL1041346 A NL 1041346A NL 1041346 B1 NL1041346 B1 NL 1041346B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
displacement
poultry
floor
poultry shed
shed according
Prior art date
Application number
NL1041346A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL1041346A (en
Inventor
Verbeek Albertus
Evert De Koning Willem
Original Assignee
Veko Ventilatie B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Veko Ventilatie B V filed Critical Veko Ventilatie B V
Priority to NL1041346A priority Critical patent/NL1041346B1/en
Priority to DE102016110663.1A priority patent/DE102016110663A1/en
Publication of NL1041346A publication Critical patent/NL1041346A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1041346B1 publication Critical patent/NL1041346B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K31/00Housing birds
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K15/00Devices for taming animals, e.g. nose-rings or hobbles; Devices for overturning animals in general; Training or exercising equipment; Covering boxes
    • A01K15/02Training or exercising equipment, e.g. mazes or labyrinths for animals ; Electric shock devices ; Toys specially adapted for animals
    • A01K15/027Exercising equipment, e.g. tread mills, carousels
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K31/00Housing birds
    • A01K31/002Poultry cages, e.g. transport boxes
    • A01K31/007Floors
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K31/00Housing birds
    • A01K31/22Poultry runs ; Poultry houses, including auxiliary features, e.g. feeding, watering, demanuring

Abstract

Pluimveestal voor leghennen, met een reeks legnesten voor de leghennen, en althans één, op afstand van de legnesten gelegen vloergedeelte dat een loopvloer of zogenoemde strooiselruimte of scharrelruimte vormt voor de leghennen, waarbij de pluimveestal voorts is voorzien van tenminste één verdringingsinrichting met tenminste één verdringingsdeel, in het bijzonder stijf verdringingsdeel, en een geleiding daarvoor, en met een aandrijving voor het verplaatsen van het verdringingsdeel langs de geleiding volgens een vaste baan gelegen binnen het standprofiel van de leghennen op het vloergedeelte.Poultry shed for laying hens, with a series of laying nests for the laying hens, and at least one floor part located at a distance from the laying nests that forms a walking floor or so-called litter space or free-range space for the laying hens, the poultry shed further being provided with at least one displacing device with at least one displacing part , in particular rigid displacement part, and a guide therefor, and with a drive for displacing the displacement part along the guide along a fixed path located within the position profile of the laying hens on the floor section.

Description

PluimveestalPoultry house

ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION

De uitvinding heeft betrekking op een pluimveestal voor leghennen. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het in bedrijf houden van een dergelijke pluimveestal.The invention relates to a poultry house for laying hens. The invention further relates to a method for keeping such a poultry house in operation.

Pluimveestallen voor leghennen kunnen beschikken over een ruimte waar de leghennen, wanneer zij zich niet in een legnest bevinden, kunnen lopen. Daarvoor zijn zogenoemde strooiselruimtes ingericht in de pluimveestal. Dat kan het geval zijn in volièrestallen en in scharrelstallen. Portalen, étagesystemen of ophangconstructies steunen legnesten, zit/looproosters, loopgangen en aanvoersystemen (waterleidingen, voerhanden) en afvoersystemen (mestbanden) op afstand van de vloer, zie bijvoorbeeld NL octrooi 1008719 en NL octrooi 1019195. De strooiselruimte omvat daardoor vele gebieden die overdekt zijn en daardoor relatief donker kunnen zijn.Poultry houses for laying hens can have a space where the laying hens can walk when they are not in a laying nest. So-called litter areas have been set up in the poultry house for this. This can be the case in aviary stalls and free-range stables. Portals, floor systems or suspension constructions support laying nests, sitting / walkways, walkways and supply systems (water pipes, feeding hands) and drainage systems (manure belts) at a distance from the floor, see for example NL patent 1008719 and NL patent 1019195. The litter space therefore covers many areas that are covered and can therefore be relatively dark.

Een probleem van strooiselruimtes is dat de leghennen minder verlichte plekken van die ruimte kunnen kiezen voor het leggen van eieren. Deze eieren, ook wel buitennesteieren genoemd, liggen dan op de bestrooide vloer, op een tamelijk willekeurige plaats, buiten bereik van het afvoersysteem van eieren uit de legnesten. Relatief minder lichte gebieden of schaduwplekken blijken hiervoor erg gewild door leghennen.A problem with litter areas is that the laying hens can choose less illuminated areas of that area for laying eggs. These eggs, also called outside eggs, then lie on the sprinkled floor, at a fairly random location, out of reach of the drainage system of eggs from the laying nests. Relatively less light areas or shadow spots appear to be highly sought after by laying hens.

Deze eieren moeten worden verwijderd van de strooiselruimte, bij voorkeur vrij gauw, omdat een door een leghen gelegd buitennestei een uitnodiging kan vormen voor andere leghennen om ook een ei te leggen in dat gebied. Het rapen van buitennesteieren vergt een aanzienlijke inspanning van personeel, vooral in voornoemde overdekte gebieden, en vormt een hoge kostenpost.These eggs must be removed from the litter space, preferably fairly soon, because an outdoor nest laid by a laying hen can be an invitation for other laying hens to also lay an egg in that area. Collecting outside eggs requires a considerable effort from staff, especially in the aforementioned covered areas, and is a high cost item.

Er zijn in het verleden verscheidene mogelijke oplossingen voor dit probleem aangedragen. Zo is voorgesteld om de legnesten zelf aantrekkelijker te maken, door deze voldoende donker en tochtvrij te houden en de afstand tot de strooiselruimte te verkleinen. Een andere oplossing is het alleen bij de legnesten aanbieden van water en voer.Several possible solutions to this problem have been suggested in the past. It has been proposed, for example, to make laying nests themselves more attractive by keeping them sufficiently dark and draft-free and reducing the distance to the litter space. Another solution is to only offer water and feed to the laying nests.

Voorts is het bekend om extra verlichting aan te brengen om de vorming van schaduwplekken op de strooiselruimte tegen te gaan. Een nadeel is echter dat er gewenning kan optreden. Pikgedrag kan toenemen.Furthermore, it is known to provide additional lighting to prevent the formation of shadow spots on the litter space. However, a disadvantage is that habituation can occur. Pecking behavior can increase.

Voorts is bekend om dichte zijoppervlakken, zoals van een buitenmuur, wit te verven. Hoewel deze oplossing het voordeel van eenvoud heeft kan ook in dit geval bij de leghennen gewenning optreden.Furthermore, it is known to paint dense side surfaces, such as of an outer wall, white. Although this solution has the advantage of simplicity, habituation to laying hens can also occur in this case.

Een andere oplossing was het plaatsen van stroomdraden op plekken waar anders veel buitennesteieren worden gelegd, doch deze aanpak is niet meer toegestaan.Another solution was to place power wires in places where many other outdoor eggs are laid, but this approach is no longer permitted.

Recent is een systeem bedacht met blaaskasten en daarop aangesloten lengtes luchtslangen, die op ingestelde tijden worden voorzien van een luchtstroom om enigszins te bewegen en een sissend geluid te maken om de leghennen te laten schrikken. Na enige tijd kan ook hier gewenning optreden.Recently a system has been devised with blow boxes and air hose lengths connected thereto, which at set times are provided with an air flow to move somewhat and to make a hissing sound to scare the laying hens. After a while, habituation can also occur here.

Een ander probleem dat zich kan voordoen op strooiselruimtes is het fenomeen van troepvorming, waarbij op een moment tientallen kippen samendringen en boven op elkaar klimmen. De troep kan relatief lang in stand gehouden worden, voor een periode van in de orde van lengte van een half uur. De leghennen die zich onder in de ophoping bevinden kunnen daarbij stikken.Another problem that can occur on litter areas is the phenomenon of troop formation, where dozens of chickens are squeezing and climbing on top of each other at a time. The junk can be maintained for a relatively long time, for a period of the order of half an hour. The laying hens that are at the bottom of the accumulation can suffocate.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

Een doel van de uitvinding is een pluimveestal te verschaffen met een eenvoudig systeem voor het tegengaan van het door leghennen leggen van buitennesteieren.It is an object of the invention to provide a poultry house with a simple system for counteracting the laying of outside eggs by laying hens.

Een doel van de uitvinding is een pluimveestal te verschaffen met een efficiënt systeem voor het tegengaan van het door leghennen leggen van buitennesteieren.It is an object of the invention to provide a poultry house with an efficient system for preventing laying of outdoor eggs by laying hens.

Een doel van de uitvinding is een pluimveestal te verschaffen met een betrouwbaar systeem voor het tegengaan van het door leghennen leggen van buitennesteieren.It is an object of the invention to provide a poultry house with a reliable system for preventing laying of outside eggs by laying hens.

Een doel van de uitvinding is een pluimveestal te verschaffen met een systeem voor het tegengaan van troepvorming in strooiselruimtes.It is an object of the invention to provide a poultry house with a system for preventing the formation of troops in litter spaces.

Voor het bereiken van althans één van deze doelen voorziet de uitvinding, vanuit één aspect, in een pluimveestal voor leghennen, met legnesten voor de leghennen, en althans één, op afstand van de legnesten gelegen vloergedeelte dat een loopvloer of zogenoemde strooiselruimte of scharrelruimte vormt voor de leghennen, waarbij de pluimveestal voorts is voorzien van een verdringingsinrichting met tenminste één verdringingsdeel en met een aandrijving voor het verplaatsen van het verdringingsdeel volgens een vaste baan gelegen binnen het standprofiel van de leghennen op het vloergedeelte.To achieve at least one of these objects, the invention provides, from one aspect, a poultry house for laying hens, with laying nests for the laying hens, and at least one floor part remote from the laying nests that forms a walking floor or so-called litter space or free-range space for the laying hens, wherein the poultry house is furthermore provided with a displacing device with at least one displacing part and with a drive for displacing the displacing part along a fixed path located within the position profile of the laying hens on the floor part.

Het verdringingsdeel stoot bij verplaatsing daarvan aan tegen leghennen die zich in de baan van het verdringingsdeel bevinden. Deze leghennen worden daardoor verstoord en verdrongen. De leghennen zullen daardoor niet de rust ervaren die bevorderlijk is voor het innemen van een leghouding en het leggen van eieren. Hiermee kan op eenvoudige en betrouwbare wijze het leggen van buitennesteieren op het genoemde vloergedeelte worden tegengegaan. Het verdringingsdeel vormt een zich verplaatsend obstakel, een middel dat over een door de bewegingsbaan bestreken gebied contacthinder voor de hennen veroorzaakt.During displacement thereof, the displacement part abuts against laying hens which are in the path of the displacement part. These laying hens are therefore disturbed and displaced. The laying hens will therefore not experience the peace that is conducive to taking a laying position and laying eggs. With this, the laying of outside eggs on said floor section can be prevented in a simple and reliable manner. The displacement part forms a moving obstacle, a means that causes contact hurdles for the hens over an area covered by the path of movement.

Bij voorkeur omvat het verdringingsdeel tenminste één verdringingselement dat op afstand van het vloergedeelte gelegen is, zodat tussen vloergedeelte en verdringingselement een vrije ruimte aanwezig is. Bij het verplaatsen van het verdringingsdeel zal het verdringingselement op het vloergedeelte liggend strooisel laten liggen. Het verdringingselement kan op een vaste hoogte op het verdringingsdeel gehouden zijn.The displacement part preferably comprises at least one displacement element which is situated at a distance from the floor section, so that a free space is present between floor section and displacement element. When displacing the displacement part, the displacement element will leave litter lying on the floor section. The displacement element can be held on the displacement part at a fixed height.

Bij voorkeur is het verdringingsdeel uitgevoerd voor gelijke werking in twee tegengestelde richtingen.The displacement part is preferably designed for the same operation in two opposite directions.

In een uitvoering is het verdringingselement langwerpig, bij voorkeur met een langsrichting die in hoofdzaak horizontaal is. De aandrijving kan ingericht zijn voor het volgens een lineaire baan, in een richting met een richtingscomponent dwars op de langsrichting van het verdringingselement, verplaatsen van het verdringingsdeel, bij voorkeur in een richting dwars op de langsrichting van het verdringingselement, verplaatsen van het verdringingsdeel. Het verdringingselement neemt dan in baanrichting weinig ruimte in. Daarbij wordt het mogelijk gemaakt om het verdringingselement over de gehele werkzame lengte daarvan tot dicht bij een eindwand van de baan te brengen, zodat overblijvende dode hoeken waar een hen buiten bereik kan blijven van het verdringingsdeel worden voorkomen.In one embodiment the displacement element is elongated, preferably with a longitudinal direction that is substantially horizontal. The drive can be arranged for displacing the displacement part, preferably in a direction transverse to the longitudinal direction of the displacement element, in a direction with a directional component transverse to the longitudinal direction of the displacement element, preferably in a direction transverse to the longitudinal direction of the displacement element. The displacement element then takes up little space in the path direction. It is thereby made possible to bring the displacement element over its entire effective length to close to an end wall of the web, so that remaining dead corners where a hen can remain out of reach of the displacement part are prevented.

Het verdringingselement kan althans één gedeelte hebben dat vrij zijwaarts uitsteekt, waarbij het verdringingsdeel bij voorkeur althans twee naar weerszijden uitstekende gedeelten van verdringingselementen omvat. Het uitstekende gedeelte van het verdringingselement kan enigszins elastisch zijn of via een elastische verbinding bevestigd zijn op de verdringingsinrichting, zodat het enigermate meegeeft bij contact, doch wel blijft uitsteken. Door de uitstekende elastische eindgedeelten wordt beschadiging/verwonding van de hennen voorkomen, bijvoorbeeld indien een hen opgesloten zou dreigen te worden tussen verdringingsdeel en vaste constructie. Ook wordt hiermee een vastraken van het verdringingsdeel bij vaste constructiedelen tegengegaan.The displacement element can have at least one portion that projects freely sideways, the displacement part preferably comprising at least two portions of displacement elements protruding on either side. The protruding part of the displacement element can be somewhat elastic or be attached to the displacement device via an elastic connection, so that it yields to some extent on contact, but still protrudes. Due to the protruding elastic end portions, damage / injury to the hens is prevented, for example if a hen is likely to be trapped between displacement part and fixed construction. This also prevents jamming of the displacement part with fixed construction parts.

In een uitvoering heeft het verdringingselement een stijf gedeelte, dat vormvast is.In one embodiment, the displacement element has a rigid portion that is dimensionally stable.

Het verdringingsdeel kan twee of meer verdringingselementen omvatten, die in verplaatsingsrichting op afstand van elkaar geplaatst zijn. Hierdoor kan de stabiliteit worden bevorderd.The displacement part can comprise two or more displacement elements, which are spaced apart in the direction of movement. This allows stability to be promoted.

De verdringingsinrichting kan een besturing voor de aandrijving omvatten voor het in baanrichting heen en weer bewegen van het verdringingsdeel, waardoor meerdere wijzen van verdringing gerealiseerd worden, namelijk de ene keer vanuit de ene richting, en de andere keer vanuit een andere, tegengestelde richting.The displacement device may comprise a control for the drive for moving the displacement part back and forth in the path direction, whereby multiple displacements are realized, namely one time from one direction and the other time from another, opposite direction.

In een verdere ontwikkeling omvat de verdringingsinrichting een besturing voor de aandrijving voor het op een gekozen snelheid en/of tijdstip laten verplaatsen van het verdringingsdeel. Aldus kan afstemming plaatsvinden op de locale situatie, eventueel na testen. Ook kan afgestemd worden op het gewenste gedragseffect: zo kan gekozen worden voor een wat hogere verplaatsingssnelheid in de ochtend, wanneer 95% van de buitennesteieren gelegd worden, en een wat lagere snelheid in de middag, wanneer het gevaar van troepvorming het grootst is. De besturing kan ook bijvoorbeeld zodanig zijn dat bij nadering van een dwarswand aan het eind van het verplaatsingstraject de snelheid wordt verlaagd om hennen de gelegenheid te geven zich te verwijderen.In a further development, the displacement device comprises a control for the drive for displacing the displacement part at a selected speed and / or time. Thus, coordination can take place with regard to the local situation, possibly after testing. The desired behavioral effect can also be attuned: for example, a somewhat higher movement speed in the morning when 95% of the outer eggs are laid, and a somewhat lower speed in the afternoon when the danger of troop formation is greatest. The control can also be, for example, such that upon approaching a transverse wall at the end of the displacement trajectory, the speed is reduced to give hens the opportunity to move away.

Voor de aandrijving van het verdringingsdeel kan een met het verdringingsdeel verbonden langwerpig en flexibel aandrijfelement, zoals een ketting, kabel of riem, en een aandrijfmotor daarvoor ingezet worden. De flexibiliteit maakt het mogelijk om het aandrijfelement om te leggen om een hoek, bijvoorbeeld via een poelie, zodat meerdere vloergedeelten bediend kunnen worden, met even zovele, daarin werkzame verdringingsdelen.For driving the displacement part, an elongate and flexible drive element, such as a chain, cable or belt, and a drive motor therefor, which are connected to the displacement part, can be used. The flexibility makes it possible to divert the drive element around an angle, for example via a pulley, so that several floor sections can be operated, with just as many displacement parts active therein.

Het verdringingsdeel kan tijdens de verplaatsing volgens de baan ondersteund zijn op de stalvloer.The displacement part can be supported on the stable floor during the displacement along the path.

De verdringingsinrichting kan meerdere verdringingsdelen omvatten welke in verplaatsingsrichting op afstand van elkaar gelegen zijn en verbonden zijn met een gemeenschappelijk langwerpig en flexibel aandrijfelement. Elk verdringingsdeel kan een eigen werkgebied hebben, op elkaar aansluitend in verplaatsingsrichting.The displacement device can comprise a plurality of displacement parts which are spaced apart in the direction of movement and are connected to a common elongate and flexible drive element. Each displacement part can have its own working area, contiguous with each other in the direction of movement.

In een uitvoering waarin vrijwel zeker alle leghennen in het vloergedeelte worden getroffen is de baan van verplaatsing van het verdringingselement gelegen in het profiel van de poten van de leghennen.In an embodiment in which almost certainly all laying hens in the floor section are hit, the path of displacement of the displacing element is located in the profile of the legs of the laying hens.

Mogelijke stress voor de leghennen kan daarbij beperkt blijven indien het verdringingselement beneden het niveau van het pootgewricht van de leghennen gelegen is, zodat de leghennen eventueel over het verdringingselement kunnen springen en niet het gevoel kunnen krijgen ingesloten te raken. Indien het verdringingselement ter hoogte van het kniegewricht van de leghennen gelegen is (ongeveer op 4 a 5 cm boven steunoppervlak poten) wordt voorkomen dat het verdringingselement over een liggende hen heen gaat en tevens voorkomen dat strooisel wordt meegesleurd.Possible stress for the laying hens can thereby be limited if the displacement element is situated below the level of the leg joint of the laying hens, so that the laying hens can possibly jump over the displacement element and not get the feeling of being trapped. If the displacement element is located at the height of the knee joint of the laying hens (approximately 4 to 5 cm above the supporting surface of the legs), it is prevented that the displacement element passes over a lying hen and also prevents litter from being dragged along.

Het door het verdringingsdeel bestreken vloergedeelte kan onder een etageconstructie gelegen zijnen een functie vervullen als gangvormige verblijfsruimte van de leghennen of als transportgang, zoals in een volièreopstelling. De strooiselruimte is aldaar vrij laag, bijvoorbeeld 0,5 meter, waardoor schaduwplekken ontstaan waar de kans op buitennesteieren groot is.The floor part covered by the displacement part can be located underneath a storey construction and fulfill a function as a corridor-like accommodation of the laying hens or as a transport corridor, such as in an aviary arrangement. The litter space there is rather low, for example 0.5 meters, creating shadow spots where the risk of outside eggs is high.

Het door het verdringingsdeel bestreken vloergedeelte kan een zich naast en langs een steunconstructie voor legnesten en roosters gelegen gang vormen. Deze gang, die zich in volièresystemen tussen de etageconstructies uitstrekt en bij scharrelsystemen voorlangs de op de legnesten aansluitende roosters loopt (bijvoorbeeld lang een buitenmuur) is hoog genoeg voor lopend personeel. Ook daar bestaat echter een kans op buitennesteieren en op troepvorming.The floor part covered by the displacement part can form a corridor located next to and along a support structure for laying nests and gratings. This corridor, which extends between the storey structures in aviary systems and, in the case of free-range systems, runs along the gratings connecting to the laying nests (for example, an outer wall for a long time) is high enough for walking staff. There too, however, there is a risk of outside eggs and troop formation.

De breedte van het verdringingsdeel, in het bijzonder van het verdringingselement, zal een weinig kleiner zijn dan de breedte van het gangvormige vloergedeelte, zodanig dat althans nagenoeg het gehele oppervlak van het vloergedeelte effectief wordt bereikt. Maar voornoemd verwondingsrisico van de hennen wordt beperkt en aankomst van het verdringingsdeel tegen staanders, bij kleine afwijkingen in positie, wordt voorkomen. Een gebruikelijke maat voor voornoemde gangvormige verblijfsruimtes onder de volières is 1,4 a 2,6 m. De breedte van het verdringingsdeel/verdringingselement zal dan ongeveer 1,3 a 2,5 m zijn, om aan beide langsranden ongeveer 3 a 5 cm vrij te laten.The width of the displacement part, in particular of the displacement element, will be a little smaller than the width of the corridor-shaped floor section, such that at least substantially the entire surface of the floor section is effectively achieved. But the aforementioned risk of injury to the hens is limited and arrival of the displacement part against uprights, with minor deviations in position, is prevented. A customary measure for the aforementioned corridor-like spaces under the aviaries is 1.4 to 2.6 m. The width of the displacement part / displacement element will then be approximately 1.3 to 2.5 m, so that about 3 to 5 cm are free on both longitudinal edges to leave.

Het vloergedeelte kan langwerpig zijn in de richting van de verplaatsingsbaan van het verdringingsdeel, zodat, in een uitvoering, met een enkel verdringingsdeel het gehele langwerpige vloergedeelte zou kunnen worden bestreken.The floor section can be elongated in the direction of the displacement path of the displacement part, so that, in one embodiment, the entire elongate floor section could be covered with a single displacement part.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het beïnvloeden van het gedrag van leghennen aanwezig in een strooiselruimte, waarbij een voorwerp, bij voorkeur een in hoofdzaak stijf voorwerp, volgens een vaste baan wordt bewogen en daarmee de leghennen worden aangeraakt en daardoor worden verdrongen zodat de leghennen hun plek verlaten.From a further aspect the invention provides a method for influencing the behavior of laying hens present in a litter space, wherein an object, preferably a substantially rigid object, is moved along a fixed path and the touched hens are touched and thereby touched repressed so that the laying hens leave their place.

In een uitvoering wordt het voorwerp bewogen volgens een verplaatsingsbaan die binnen het standprofiel van de leghennen op de strooiselruimte gelegen is, bij voorkeur heen en weer wordt bewogen.In one embodiment, the object is moved according to a displacement path which is located within the position profile of the laying hens on the litter space, preferably is moved back and forth.

In een uitvoering wordt het voorwerp bewogen in de ochtend, voornamelijk ter voorkoming van buitennesteieren.In one embodiment, the object is moved in the morning, primarily to prevent outside eggs.

In een uitvoering wordt het voorwerp bewogen in de middag, voornamelijk ter voorkoming van troepvorming.In one version the object is moved in the afternoon, mainly to prevent the formation of troops.

Zoals beschreven kan het voorwerp langwerpig zijn, zoals een staaf, en in een richting dwars daarop wordt bewogen, op afstand van de vloer van de strooiselruimte. Het voorwerp kan daarbij tijdens de beweging op een hoogte worden gehouden die beneden de hoogte van de pootgewrichten gelegen is.As described, the object can be elongated, such as a rod, and is moved transversely thereto, away from the floor of the litter space. During the movement, the object can be held at a height that is below the height of the leg joints.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.The aspects and measures described in this description and claims of the application and / or shown in the drawings of this application can, where possible, also be applied separately from each other. These individual aspects can be the subject of split-off patent applications that are aimed at this. This applies in particular to the measures and aspects that are described per se in the subclaims.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENBRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:The invention will be elucidated on the basis of a number of exemplary embodiments shown in the accompanying drawings. Shown is:

Figuren 1A-C respectievelijk een zijaanzicht, een bovenaanzicht en een vooraanzicht op een voorbeeld uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding;Figures 1A-C show a side view, a top view and a front view, respectively, of an exemplary embodiment of a device according to the invention;

Figuren 2A-C respectievelijk, in schematische weergave, een dwarsdoorsnede, een plattegrond en aan langsdoorsnede door een leghennenstal voorzien van een aantal inrichtingen van figuren 1A-C;Figures 2A-C show, respectively, in schematic representation, a cross-section, a plan and a longitudinal section through a laying hen house provided with a number of devices of figures 1A-C;

Figuur 3 een afbeelding van een ontmoeting van een inrichting volgens de figuren 1A-C met een leghen;Figure 3 shows a meeting of a device according to figures 1A-C with a laying hen;

Figuren 4A en 4B respectievelijk een bovenaanzicht en een zijaanzicht van een samenstel van een inrichting volgens de figuren 1A-C en een strooiselschuif.; enFigures 4A and 4B show a top view and a side view, respectively, of an assembly of a device according to figures 1A-C and a litter slide; and

Figuren 4C en 4D op schematische wijze een serie inrichtingen volgens figuren 4A en 4B in twee gebruiksstadia.Figures 4C and 4D schematically show a series of devices according to Figures 4A and 4B in two stages of use.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENDETAILED DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

De inrichting 1 van de figuren 1A-C vormt een verdringingsdeel en is eenvoudig van opbouw. Het verdringingsdeel 1 omvat twee steunplaten 2 die een onderrand 2a hebben waarmee de inrichting 1 over een stalvloer verschoven kan worden. De steunplaten zijn voorzien van twee gaten 8, waarin twee verdringingselementen 3 bevestigd zijn. De verdringingselementen 3 omvatten elk een relatief dik, stijf gedeelte 4 en verjongde eindgedeelten 5, die elastisch vervormbaar zijn. De stijve gedeelten 4 reiken door de gaten 8 heen.The device 1 of figures 1A-C forms a displacement part and is simple in construction. The displacement part 1 comprises two supporting plates 2 which have a lower edge 2a with which the device 1 can be moved over a stable floor. The support plates are provided with two holes 8, in which two displacement elements 3 are mounted. The displacement elements 3 each comprise a relatively thick, rigid section 4 and tapered end sections 5, which are elastically deformable. The rigid portions 4 extend through the holes 8.

De steunplaten 2 kunnen vervaardigd zijn van metaal of van een stijve kunststof. De staafgedeelten 4 kunnen vervaardigd zijn van metaal of van kunststof. De eindgedeelten 5 kunnen vervaardigd zijn van een metaal of van een kunststof.The supporting plates 2 can be made of metal or of a rigid plastic. The bar portions 4 can be made of metal or plastic. The end portions 5 can be made of a metal or a plastic.

De verdringingselementen 3 zijn op een hoogte h van de onderrand 2a gelegen, die kleiner is dan de hoogte van de pootgewrichten van staande leghennen in de leghennenstal waarin de verdringingsinrichting volgens de uitvinding geïnstalleerd zal zijn. De verdringingselementen 3 zullen daarbij ongeveer ter hoogte van de knieën van de staande leghennen gelegen zijn, bijvoorbeeld op 4 a 5 cm vanaf het vloeroppervlak.The displacement elements 3 are located at a height h of the lower edge 2a, which is smaller than the height of the leg joints of standing laying hens in the laying hen house in which the displacement device according to the invention will be installed. The displacement elements 3 will thereby be located approximately at the level of the knees of the standing laying hens, for example 4 to 5 cm from the floor surface.

De verdringingselementen 3 liggen op een afstand van de dichtstbijzijnde opstaande eindrand (voorrand) van de steunplaten 2 van een paar cm, bijvoorbeeld ongeveer 2-5 cm, zodat wanneer de steunplaten 2 met hun in transportrichting voorste randen tegen een dwarsmuur aankomen geen voldoende ruimte aanwezig is voor een leghen om te blijven tussen het verdringingselement en die muur.The displacement elements 3 are situated at a distance from the nearest upright end edge (front edge) of the supporting plates 2 of a few cm, for example approximately 2-5 cm, so that when the supporting plates 2 come against a transverse wall with their front edges leading in the direction of transport, is for a laying hen to stay between the displacement element and that wall.

De breedte b van het verdringingsdeel 1, bepaald door de lengte van de elementen 3, wordt afgestemd op de breedte van de ruimte waar de inrichting 1 werkzaam zal zijn, zie hierna. Het verdringingsdeel 1 is symmetrisch, zie vlakken Mx, My en Mz, en gelijkwerkend in beide richtingen A1, A2.The width b of the displacement part 1, determined by the length of the elements 3, is adjusted to the width of the space where the device 1 will operate, see below. The displacement part 1 is symmetrical, see planes Mx, My and Mz, and acting in both directions A1, A2.

De tussenafstand t van de twee verdringingselementen 3 is bijvoorbeeld 20 cm.. De staafgedeelten 4 zijn in het midden bevestigd aan een verbindingsplaat 6, voor bevestiging van een kabel 7, welke deel uitmaakt van de aandrijving van het verdringingsdeel 1. De plaat 6 is daartoe voorzien van een sleuf 6a, waarin de kabel 7 opgenomen is. De kabel 7 is tegen uitliften uit de sleuf 6a geborgd door bout 6b. Voor het in kabelrichting vastleggen van het verdringingsdeel 1 zijn twee aan beide langseinden van de plaat 6 op de kabel geklemde aanslagen 9 gebruikt. Doordat het verdringingsdeel 1 ook symmetrisch is in vlak Mz, figuur 1C, kan deze ook in omgekeerde toestand worden gebruikt. Op de kabel 7 zijn meerdere van deze verdringingsdelen 1 bevestigd, op regelmatige tussenafstanden, op losmaakbare wijze.The distance t between the two displacement elements 3 is, for example, 20 cm. The rod sections 4 are fixed in the middle to a connecting plate 6, for fixing a cable 7, which forms part of the drive of the displacement part 1. The plate 6 is for this purpose provided with a slot 6a, in which the cable 7 is received. The cable 7 is secured against lifting out of the slot 6a by bolt 6b. For fixing the displacement part 1 in the cable direction, two stops 9 clamped onto the cable at both longitudinal ends of the plate 6 are used. Because the displacement part 1 is also symmetrical in plane Mz, figure 1C, it can also be used in the reverse state. Several of these displacement parts 1 are attached to the cable 7, at regular intervals, in a detachable manner.

Dit is schematisch weergegeven in de figuren 2A-C, waar een leghennenstal 10 is afgebeeld, met een binnenruimte 11 waarin twee volières 12 zijn opgesteld, met tussen zich een gang 15. De onderste etages 13 dragen reeksen legnesten 19. Tussen de etages 13 en stalvloergedeelte 16a zijn zich in langsrichting van de volière 12, parallel aan de gang 15, scharrelruimtes 14 vrijgelaten. Het vloergedeelte 16a van deze scharrelruimtes wordt voorzien van strooisel.This is schematically shown in figures 2A-C, where a laying hen house 10 is shown, with an interior space 11 in which two aviaries 12 are arranged, with a corridor 15 between them. The lower floors 13 carry rows of laying nests 19. Between the floors 13 and stable floor section 16a are left free in the longitudinal direction of the aviary 12, parallel to the corridor 15, free-range spaces 14. The floor part 16a of these free-range spaces is provided with litter.

Binnen de ruimtes 14 zijn twee reeksen verdringingsdelen 1 ondergebracht, met elkaar verbonden door de kabel 7. Zoals te zien in figuur 2B loopt de kabel 7 om volgens een rechthoekige baan, op de hoeken geleid door poelies 18 en aangedreven door een op de kabel 7 aangrijpende aandrijving 19 met motor, die wordt aangestuurd door een programmeerbare besturingseenheid 30.Within the spaces 14 two sets of displacement parts 1 are accommodated, connected to each other by the cable 7. As can be seen in figure 2B, the cable 7 runs around a rectangular path, guided at the corners by pulleys 18 and driven by a cable 7 on the cable 7. engaging motor drive 19, which is controlled by a programmable control unit 30.

Om tegen te gaan dat leghennen eieren gaan leggen op de vloergedeelten 16a wordt de aandrijving 19 aangestuurd om de reeks verdringingsdelen 1, met de onderranden 2a over de vloer schuivend, te verplaatsen in richting A1, in de ruimte 14 van de ene volière, en in tegengestelde richting A2 in de andere ruimte 14. Dit vindt plaats totdat het voorste verdringingsdeel 1 is aangekomen bij het eind van de scharrelruimte 14. De besturingseenheid 30 is daarop geprogrammeerd door middel van omwentelingen van de aandrijving en de verplaatste lengte kabel 7. De aandrijfrichting wordt dan omgekeerd naar respectievelijk A2 en A1, totdat het dan voorste verdringingsdeel 1 bij het andere eind van de scharrelruimte 14 is aangekomen. De verdringingsdelen zijn op zich gelijkwerkend in beide richtingen. De tussenafstanden tussen de verdringingsdelen 1 zijn zodanig dat in zo’n heen en weer beweging van de kabel 7 de scharrelruimte 14 over de gehele lengte bereikt is door de verdringingsdelen 1. Deze heen en weer beweging wordt uitgevoerd voor een periode overeenkomstig de periode waarin buitennesteieren gelegd kunnen worden en/of troepvorming plaats kan vinden.In order to prevent laying hens from laying eggs on the floor sections 16a, the drive 19 is driven to move the series of displacement parts 1, with the lower edges 2a sliding over the floor, in direction A1, in the space 14 of the one aviary, and in opposite direction A2 in the other space 14. This takes place until the front displacement part 1 has arrived at the end of the free-range space 14. The control unit 30 is programmed thereon by means of revolutions of the drive and the displaced length of cable 7. The drive direction is then inversely to A2 and A1, respectively, until the then front displacement part 1 has arrived at the other end of the free-range space 14. The displacement parts are per se acting in both directions. The intermediate distances between the displacement parts 1 are such that in such a reciprocating movement of the cable 7 the free-range space 14 is reached over the entire length by the displacement parts 1. This reciprocating movement is carried out for a period corresponding to the period in which outside eggs can be laid and / or troop formation can take place.

Tijdens de verplaatsing schuiven de steunplaten 2 met hun onderranden 2a over het vloeroppervlak. Strooisel, zoals zaagsel, dat in een dunne laag op het vloeroppervlak ligt, vormt daarbij niet of nauwelijks een belemmering. Doordat de verdringingselementen, de staven 3,-5, zich op afstand van het vloeroppervlak bevinden, wordt de strooisellaag verder niet verstoord.During the displacement, the support plates 2 slide with their lower edges 2a over the floor surface. Litter, such as sawdust, that lies on the floor surface in a thin layer, is hardly or not at all a hindrance. Because the displacement elements, the bars 3, 5 are spaced from the floor surface, the litter layer is not further disturbed.

Zoals te zien in figuur 3, waarin een staande leghen is afgebeeld, zal een leghen H getroffen worden door het voorste verdringingselement 3, ter hoogte van de knie. De leghen wordt hierdoor gestoord, zal uitwijken naar opzij of zal opvliegen in richting O, en zal bij herhaaldelijk treffen, met tussenpozen, niet de rust vinden om een ei te gaan leggen.As can be seen in figure 3, in which a standing laying hen is shown, a laying hen H will be hit by the front displacement element 3, at the level of the knee. The laying hen is disturbed by this, will move sideways or will fly up towards O, and will not find the rest to lay an egg at repeated intervals, intermittently.

De breedte b van de verdringingsdelen 1 is iets (enkele cm) kleiner dan de binnenbreedte B van de schakelruimtes, zodat het verdringingsdeel 1 zonder treffen van constructiedelen kan worden voortbewogen. De breedte B ligt doorgaans in het bereik van 1,4 a 2,6 m.The width b of the displacement parts 1 is slightly (a few cm) smaller than the inside width B of the switching spaces, so that the displacement part 1 can be moved without encountering construction parts. The width B is generally in the range of 1.4 to 2.6 m.

Bij het treffen van de poten van een staande leghen met de eindgedeelten 5 zullen deze eindgedeelten deze enigszins kunnen meegeven, op elastische wijze, om verwonding van een leghen die vanwege bijvoorbeeld een staander of de aanwezigheid van een groep leghennen bekneld zou kunnen komen te zitten, te voorkomen.When the legs of an upright laying hen are hit with the end portions 5, these end portions will be able to yield them to some extent, in an elastic manner, in order to injure a laying hen that could be trapped due to, for example, an upright or the presence of a group of laying hens, to prevent.

Zoals eerder opgemerkt kan de inrichting ook ingezet worden om troepvorming tegen te gaan.As noted earlier, the device can also be used to prevent the formation of troops.

De besturingseenheid 30 is programmeerbaar voor een geschikte opeenvolging van verplaatsingen en tijden en snelheden van de verdringingsdelen, zoals hiervoor reeds opgemerkt.The control unit 30 is programmable for a suitable sequence of displacements and times and speeds of the displacement parts, as already noted above.

De beide steunen 2 verschaffen het verdringingsdeel 1 stabiliteit tegen kantelen in een verticaal vlak dwars op de kabel 7. Door de twee staven 4 wordt vormstabiliteit verschaft aan het verdringingsdeel 1, beschouwd in het horizontale vlak. Voorts wordt door de stijve verbinding tussen staven 4 en steunplaten 2 koersstabiliteit van het verdringingsdeel tijdens de verplaatsing in zijn baan bevorderd.The two supports 2 provide the displacement part 1 with stability against tilting in a vertical plane transversely of the cable 7. Form stability is provided to the displacement part 1 by the two rods 4, viewed in the horizontal plane. Furthermore, the rigid connection between bars 4 and support plates 2 promotes course stability of the displacement part during its displacement in its path.

Met het aanwezig zijn van de kabel 7 kan deze op gunstige wijze benut worden voor een verdere functie, namelijk door de kabel tevens te gebruiken voor verplaatsing van schuiven voor verplaatsing van het strooisel naar een in een kelder opgestelde afvoerband 17, zie figuur 2C. Een voorbeeld daarvan is getoond in figuren 4A en 4B, waarbij op korte afstand van het verdringingsdeel 1 een strooiselschuif 20 is bevestigd op de kabel 7. De strooiselschuif 20 heeft een lichaam 21, dat over de vloer verschoven kan worden, en een via scharnieren 23 op het lichaam bevestigde opklapbare schuif 22. De schuif 22, die een beperkte breedte heeft van ongeveer 30 a 50 cm , is alleen werkzaam bij verplaatsing in de richting C, om strooisel op te schuiven naar het werkgebied van het volgende verdringingsdeel met schuif. Bij de teruggaande verplaatsing klapt de schuif omhoog, zodat het strooisel steeds één richting opgeschoven wordt, in stapjes, om uiteindelijk op de afvoerband 17 in de kelder te geraken, richting B. Strooiselschuiven is maar één keer per aantal dagen nodig. Het is dan ongewenst om met het bedienen van de verdringingsinrichting ook de strooiselschuiven actief te laten zijn. Daartoe is een centrale bediening voorzien, zie figuren 4C en 4D. Een kabel 24 is aan één eind via een trekveer 26 bevestigd aan een opstaande staaf 25 die bevestigd is op strooiselschuif 20. Het veereind is op en neer verschuifbaar binnen een verticale sleuf in die staaf 25. De kabel 24 loopt vrij door een oog 27 op een eind van een lip 29 die één om scharnier 22 draaibare eenheid vormt met schuif 22. aan de voorzijde van het oog 27 is de kabel 24 voorzien van een daarop geklemde aanslag 28. Dit geldt voor alle zich in richting A1 daarvóór bevindende strooiselschuiven 20. De voorste strooiselschuif 20 is voorzien van een hendel 30, die vast is met kabel 24, die nog door oog 27 van lip 29 reikt, en eindigt in aanslag 28. De hendel is in twee standen te zetten, zie figuren 4C en 4D. In de stand van figuur 4C is de hendel naar voren, D2, gezet, en is de veer 26 uitgerekt. De lippen 29 zijn naar voren gedraaid en de schuiven 22 kunnen actief zijn in de richting A1. Wanneer de kabel 7 in tegengestelde richting gaat kunnen de schuiven 22 met lippen 29 terugkantelen, zoals eerder besproken.With the cable 7 present, it can advantageously be used for a further function, namely by also using the cable for displacing slides for displacing the litter to a discharge belt 17 arranged in a basement, see figure 2C. An example thereof is shown in Figs. 4A and 4B, wherein a stray slider 20 is attached to the cable 7 at a short distance from the displacement part 1. The stray slider 20 has a body 21 which can be slid over the floor and a via hinges 23 body slide foldable slide 22. The slide 22, which has a limited width of about 30 to 50 cm, is only effective when moved in the direction C, to shift litter to the working area of the next displacement part with slide. During the return movement, the gate folds up, so that the litter is always shifted in one direction, in steps, to eventually end up on the conveyor belt 17 in the basement, direction B. Litter gates is only needed once per number of days. It is then undesirable to have the litter slides active with the operation of the displacement device. A central control is provided for this purpose, see figures 4C and 4D. A cable 24 is attached at one end via a tension spring 26 to an upright bar 25 which is mounted on litter slide 20. The spring end is slidable up and down within a vertical slot in said bar 25. The cable 24 runs freely through an eye 27 on at one end of a lip 29 forming a unit rotatable about hinge 22 with slider 22. at the front of the eye 27, the cable 24 is provided with a stop 28 clamped thereon. This applies to all litter slides 20 located in front of them in direction A1. The front litter slide 20 is provided with a handle 30, which is fixed with cable 24, which still extends through eye 27 of lip 29, and ends in stop 28. The handle can be set in two positions, see figures 4C and 4D. In the position of Figure 4C, the handle D2 is set forward and the spring 26 is stretched. The lips 29 are rotated forward and the sliders 22 can be active in the direction A1. When the cable 7 goes in the opposite direction, the sliders 22 with lips 29 can tilt back, as discussed earlier.

Indien bij verplaatsing in de richting A1 de strooiselschuiven 20 inactief moeten zijn, zet men de hendel 30 in de andere stand, figuur 4D. De kabel 24 verplaatst zich dan onder invloed van de veer 26 in richting A2, waarbij de aanslagen 28 ter plaatse van de ogen 27 de lippen 29 aangrijpen en laten terugkantelen, naar de stand van figuur 4D, waarin de schuiven 22 op afstand van de vloer 16a blijven. Het eind van veer 26 kan hierbij neerwaarts verplaatsen in de sleuf in staaf 25. De schuiven 22 kunnen in deze stand gehouden worden gedurende de relatief lange periode dat het strooisel niet verschoven hoeft te worden.If the litter sliders 20 have to be inactive when moving in the direction A1, the handle 30 is set to the other position, figure 4D. The cable 24 then moves under the influence of the spring 26 in the direction A2, the stops 28 at the location of the eyes 27 engaging the lips 29 and allowing them to tilt back, to the position of figure 4D, in which the sliders 22 are spaced from the floor 16a remain. The end of spring 26 can hereby move downwards in the slot in rod 25. The sliders 22 can be held in this position during the relatively long period that the litter does not have to be shifted.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties duidelijk zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.The above description is included to illustrate the operation of preferred embodiments of the invention, and not to limit the scope of the invention. Starting from the above explanation, many variations will be apparent to those skilled in the art that fall within the spirit and scope of the present invention.

Claims (41)

1. Pluimveestal voor leghennen, met een reeks legnesten voor de leghennen, en althans één, op afstand van de legnesten gelegen vloergedeelte dat een loopvloer of zogenoemde strooiselruimte of scharrelruimte vormt voor de leghennen, waarbij de pluimveestal voorts is voorzien van tenminste één verdringingsinrichting met tenminste één verdringingsdeel met een aandrijving voor het verplaatsen van het verdringingsdeel volgens een vaste baan gelegen binnen het standprofiel van de leghennen op het vloergedeelte.A poultry house for laying hens, with a series of laying nests for the laying hens, and at least one floor part located at a distance from the laying nests which forms a walking floor or so-called litter space or free-range space for the laying hens, wherein the poultry house is furthermore provided with at least one displacing device with at least one displacing device one displacement part with a drive for displacing the displacement part along a fixed path located within the position profile of the laying hens on the floor part. 2. Pluimvee stal volgens conclusie 1, waarbij het verdringingsdeel tenminste één verdringingselement omvat dat op afstand, bij voorkeur op vaste afstand, van het vloergedeelte gelegen is, zodat tussen vloergedeelte en verdringingselement een vrije ruimte aanwezig is.Poultry shed according to claim 1, wherein the displacement part comprises at least one displacement element which is situated at a distance, preferably at a fixed distance, from the floor section, so that a free space is present between floor section and displacement element. 3. Pluimveestal volgens conclusie 1 of 2, waarbij het verdringingsdeel is uitgevoerd voor gelijke werking in twee tegengestelde richtingen.Poultry shed according to claim 1 or 2, wherein the displacement part is designed for the same operation in two opposite directions. 4. Pluimveestal volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het verdringingsdeel een langwerpig verdringingselement omvat, bij voorkeur met een langsrichting die in hoofdzaak horizontaal is.Poultry shed according to claim 1, 2 or 3, wherein the displacement part comprises an elongated displacement element, preferably with a longitudinal direction that is substantially horizontal. 5. Pluimveestal volgens conclusie 4, waarbij de aandrijving is ingericht voor het volgens een lineaire baan, in een richting met een richtingscomponent dwars op de langsrichting van het verdringingselement, verplaatsen van het verdringingsdeel.Poultry shed according to claim 4, wherein the drive is adapted to move the displacement part along a linear path in a direction with a directional component transverse to the longitudinal direction of the displacement element. 6. Pluimveestal volgens conclusie 5, waarbij de aandrijving is ingericht voor het volgens een lineaire baan, in een richting dwars op de langsrichting van het verdringingselement, verplaatsen van het verdringingsdeel.Poultry shed according to claim 5, wherein the drive is adapted to move the displacement part along a linear path, in a direction transverse to the longitudinal direction of the displacement element. 7. Pluimveestal volgens conclusie 4, 5 of 6, waarbij het verdringingselement althans een gedeelte heeft dat vrij zijwaarts uitsteekt, waarbij het verdringingsdeel bij voorkeur althans twee naar weerszijden uitstekende gedeelten van verdringingselementen omvat.Poultry shed according to claim 4, 5 or 6, wherein the displacement element has at least a part that projects freely sideways, the displacement part preferably comprising at least two parts of displacement elements protruding on either side. 8. Pluimveestal volgens conclusie 7, waarbij het uitstekende gedeelte van het verdringingselement enigszins elastisch is of via een elastische verbinding bevestigd is op de verdringingsinrichting, zodat het enigermate meegeeft bij contact, doch wel blijft uitsteken.Poultry shed according to claim 7, wherein the protruding part of the displacement element is somewhat elastic or is attached to the displacement device via an elastic connection, so that it yields to some extent on contact, but remains protruding. 9. Pluimveestal volgens conclusie 7 of 8, waarbij het verdringingselement een stijf gedeelte heeft.The poultry shed according to claim 7 or 8, wherein the displacement element has a rigid portion. 10. Pluimveestal volgens één der conclusies 2-9, waarbij het verdingingsdeel twee of meer verdringingselementen omvat, die in verplaatsingsrichting op afstand van elkaar geplaatst zijn, bij voorkeur kleiner dan de romp van een leghen.10. Poultry shed according to any one of claims 2-9, wherein the rearing part comprises two or more displacing elements, which are placed at a distance from each other in the direction of movement, preferably smaller than the hull of a laying hen. 11. Pluimveestal volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de verdringingsinrichting een besturing omvat voor het in baanrichting heen en weer bewegen van het verdringingsdeel.Poultry shed according to any one of the preceding claims, wherein the displacement device comprises a control for moving the displacement part back and forth in the path direction. 12. Pluimveestal volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de verdringingsinrichting een besturing voor de aandrijving omvat voor het op een gekozen snelheid en/of tijdstip laten verplaatsen van het verdringingsdeel.Poultry shed according to any one of the preceding claims, wherein the displacement device comprises a control for the drive for displacing the displacement part at a selected speed and / or time. 13. Pluimveestal volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het verdringingsdeel tijdens de verplaatsing volgens de baan ondersteund is op de stalvloer.Poultry shed according to one of the preceding claims, wherein the displacement part is supported on the shed floor during the movement along the path. 14. Pluimveestal volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de aandrijving een met het verdringingsdeel verbonden langwerpig en flexibel aandrijfelement, zoals een ketting, kabel of riem, en een aandrijfmotor daarvoor omvat.Poultry shed according to any one of the preceding claims, wherein the drive comprises an elongate and flexible drive element connected to the displacement part, such as a chain, cable or belt, and a drive motor therefor. 15. Pluimveestal volgens conclusie 14, waarbij de verdringingsinrichting meerdere verdringingsdelen omvat welke in verplaatsingsrichting op afstand van elkaar gelegen zijn en verbonden zijn met een gemeenschappelijk langwerpig en flexibel aandrijfelement.Poultry shed according to claim 14, wherein the displacement device comprises a plurality of displacement parts which are spaced apart in the direction of movement and are connected to a common elongated and flexible drive element. 16. Pluimveestal volgens conclusie 15, waarbij elk verdringingsdeel een eigen werkgebied heeft.The poultry house of claim 15, wherein each displacement part has its own working area. 17. Pluimveestal volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de baan van verplaatsing van het verdringingselement gelegen is in het profiel van de poten van de leghennen.A poultry shed according to any one of the preceding claims, wherein the path of displacement of the displacing element is located in the profile of the legs of the laying hens. 18. Pluimveestal volgens conclusie 17, waarbij het verdringingselement beneden het niveau van het pootgewricht van de leghennen gelegen is.A poultry shed according to claim 17, wherein the displacement element is situated below the level of the leg joint of the laying hens. 19. Pluimveestal volgens conclusie 18, waarbij het verdringingselement op ongeveer het niveau van het kniegewricht van de leghennen gelegen is, bij voorkeur op ongeveer 4-5 cm hoogte vanaf het vloeroppervlak.A poultry shed according to claim 18, wherein the displacement element is located at approximately the level of the knee joint of the laying hens, preferably at a height of about 4-5 cm from the floor surface. 20. Pluimveestal volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het vloergedeelte onder een etageconstructie gelegen is, en een functie vervult als verblijfsruimte van de leghennen of als transportgang.A poultry shed according to any one of the preceding claims, wherein the floor part is located under a storey construction, and fulfills a function as a living space of the laying hens or as a transport corridor. 21. Pluimveestal volgens één der conclusies 1-19, waarbij het vloergedeelte een zich naast en langs een steunconstructie voor legnesten en roosters gelegen gang vormt.A poultry shed according to any one of claims 1-19, wherein the floor section forms a corridor located adjacent to and along a support structure for laying nests and gratings. 22. Pluimveestal volgens conclusie 20 of 21, waarbij de breedte van het verdringingsdeel, in het bijzonder van het verdringingselement, een weinig kleiner (bij voorkeur enkele cm) is dan de breedte van het gangvormige vloergedeelte.Poultry shed according to claim 20 or 21, wherein the width of the displacement part, in particular of the displacement element, is a little smaller (preferably a few cm) than the width of the corridor-shaped floor section. 23. Pluimveestal volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het vloergedeelte grenst aan een buitenmuur.Poultry shed according to any one of the preceding claims, wherein the floor part borders an outer wall. 24. Pluimveestal volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het vloergedeelte langwerpig is in de richting van de verplaatsingsbaan van het verdringingsdeel.Poultry shed according to any one of the preceding claims, wherein the floor part is elongated in the direction of the displacement path of the displacement part. 25. Pluimveestal volgens conclusie 15 of een daarvan afhankelijke conclusie, waarbij de reeks verdringingsdelen aangevuld is met een reeks strooiselschuiven met schuifdelen.A poultry shed according to claim 15 or a claim dependent thereon, wherein the series of displacement parts is supplemented with a series of litter gates with sliding parts. 26. Pluimveestal volgens conclusie 25, waarbij bij elk verdringingsdeel een strooiselschuif aangebracht is.A poultry shed according to claim 25, wherein a litter slide is provided at each displacement part. 27. Pluimveestal volgens conclusie 25 of 26, voorzien van middelen voor het vastleggen van de schuifdelen in een inactieve stand op afstand van het vloeroppervlak.Poultry shed according to claim 25 or 26, provided with means for fixing the sliding parts in an inactive position at a distance from the floor surface. 28. Pluimveestal volgens conclusie 27, waarbij de vastlegmiddelen centraal, voor alle strooiselschuiven van de reeks strooiselschuiven tegelijk, bedienbaarzijn.Poultry shed according to claim 27, wherein the recording means can be operated centrally for all litter gates of the series of litter gates simultaneously. 29. Werkwijze voor het beïnvloeden van het gedrag van leghennen aanwezig in een strooiselruimte, waarbij een voorwerp, bij voorkeur een stijf voorwerp, wordt bewogen volgens een vaste baan en daarmee de leghennen worden aangeraakt en daardoor verdrongen zodat de leghennen hun plek verlaten.A method for influencing the behavior of laying hens present in a litter space, wherein an object, preferably a rigid object, is moved along a fixed path and thereby touched and thereby displaced the laying hens so that the laying hens leave their place. 30. Werkwijze volgens conclusie 29, waarbij het voorwerp heen en weer wordt bewogen met in beide verplaatsingsrichtingen op dezelfde wijze werkzame raakoppervlakken op het voorwerp, welke raakoppervlakken bij voorkeur op vrije afstand van de vloer van de strooiselruimte reiken.A method according to claim 29, wherein the object is moved back and forth with tangent surfaces on the object operating in the same manner in both directions of displacement, which tangent surfaces preferably extend at a free distance from the floor of the litter space. 31. Werkwijze volgens conclusie 29 of 30, waarbij het voorwerp wordt bewogen volgens een vaste verplaatsingsbaan die binnen het standprofiel van de leghennen op de strooiselruimte gelegen is.A method according to claim 29 or 30, wherein the object is moved according to a fixed displacement path which is located within the position profile of the laying hens on the litter space. 32. Werkwijze volgens conclusie 29, 30 of 31, waarbij het voorwerp wordt bewogen in de ochtend.The method of claim 29, 30 or 31, wherein the object is moved in the morning. 33. Werkwijze volgens conclusie 29, 30 of 31, waarbij het voorwerp wordt bewogen in de middag.The method of claim 29, 30 or 31, wherein the object is moved in the afternoon. 34. Werkwijze volgens één der conclusies 29-33, waarbij het voorwerp gedurende een periode van minimaal enige uren heen en weer wordt bewogen volgens de vaste baan.The method of any one of claims 29-33, wherein the article is moved back and forth according to the fixed path for a period of at least a few hours. 35. Werkwijze volgens één der conclusies 29-34, waarbij het voorwerp langwerpig is, zoals een staaf, en in een richting dwars daarop wordt bewogen, op vrije afstand van de vloer van de strooiselruimte.A method according to any of claims 29-34, wherein the object is elongated, such as a rod, and is moved transversely thereto, at a free distance from the floor of the litter space. 36. Werkwijze volgens conclusie 35, waarbij het voorwerp tijdens de beweging op een hoogte wordt gehouden die beneden de hoogte van de pootgewrichten gelegen is.A method according to claim 35, wherein during the movement the object is held at a height that is below the height of the leg joints. 37. Werkwijze volgens één der conclusies 29-36, waarbij het voorwerp deel uitmaakt van het verdringingsdeel volgens één der conclusies 1-28, in het bijzonder het daarin genoemde verdringingselement vormt.A method according to any one of claims 29-36, wherein the object forms part of the displacement part according to any one of claims 1-28, in particular forming the displacement element mentioned therein. 38. Verdringingsinrichting kennelijk geschikt en bestemd voor een pluimveestal volgens één der conclusies 1-28.38. Displacement device apparently suitable and intended for a poultry house according to any one of claims 1-28. 39. Verdringingsdeel kennelijk geschikt en bestemd voor een verdringingsinrichting volgens conclusie 38.39. Displacement part apparently suitable and intended for a displacement device according to claim 38. 40. Pluimveestal voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.40. Poultry shed provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings. 41. Werkwijze voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.41. Method provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings.
NL1041346A 2015-06-09 2015-06-09 Poultry Stable. NL1041346B1 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1041346A NL1041346B1 (en) 2015-06-09 2015-06-09 Poultry Stable.
DE102016110663.1A DE102016110663A1 (en) 2015-06-09 2016-06-09 poultry house

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1041346A NL1041346B1 (en) 2015-06-09 2015-06-09 Poultry Stable.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1041346A NL1041346A (en) 2016-12-12
NL1041346B1 true NL1041346B1 (en) 2017-01-26

Family

ID=54844018

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1041346A NL1041346B1 (en) 2015-06-09 2015-06-09 Poultry Stable.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE102016110663A1 (en)
NL (1) NL1041346B1 (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN112205315A (en) * 2020-09-17 2021-01-12 苏宏练 Dodge chicken trainer

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4167153A (en) * 1977-01-10 1979-09-11 Markum Donnie D Method and apparatus for improving poultry feed conversion
US5076212A (en) * 1990-10-02 1991-12-31 Thompson I Stephen Poultry agitation system
US6487988B1 (en) * 2001-05-21 2002-12-03 J. Stephen Good Agitator apparatus for housed poultry
US8656864B2 (en) * 2010-02-05 2014-02-25 Delaval Holding Ab Safety device for a dung scraping device

Also Published As

Publication number Publication date
NL1041346A (en) 2016-12-12
DE102016110663A1 (en) 2016-12-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN107439415B (en) Poultry feeding system and method for transporting eggs in a poultry feeding system
NL2000735C2 (en) Floor element for a space designed for laying eggs by poultry.
US10130078B2 (en) Aviary cage with egg and manure removal system and method for constructing same
US9504234B2 (en) Egg saving perch and method
US10779513B2 (en) Aviary building construction system and method
US10412936B2 (en) Resilient platform
US20080173250A1 (en) Cage free nest
NL1041346B1 (en) Poultry Stable.
EP1570732B1 (en) Aviary for rearing poultry
KR20190029391A (en) The Module type Cage structure for flock
EP3720277B1 (en) Barn-type poultry farming system
NL1009455C2 (en) Device for keeping poultry.
CN104782529A (en) Roost type laying hen cultivation frame
RU2431250C1 (en) Barn for pigs keeping
NL1008719C2 (en) Poultry house tier unit having three tier supported by uprights
RU168708U1 (en) Automatic mini farm
NL1034528C1 (en) Maternity for a sow with piglets.
DE10027124C1 (en) Battery cage, for egg-laying hens, has inside chamber divided through vertical centrally aligned partition with two widely spaced holes at bottom for hen movement
CN220097481U (en) Poultry egg conveying line
US6647926B2 (en) Apparatus for screening poultry at least at night from crawling vermin such as for instance poultry lice
EP3603387B1 (en) Lift device for multilevel aviaries
NL8403730A (en) ANIMAL HOUSING DEVICE.
WO2015178871A2 (en) Battery of cages for broiler farming
NL1004441C1 (en) Feeding assembly for hen house
NL1007134C2 (en) Poultry house tier unit having three tier supported by uprights

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180701