NL1040828B1

NL1040828B1 - A spiral turbine casing of a turbocharger.

Info

Publication number: NL1040828B1
Application number: NL1040828A
Authority: NL
Inventors: Rankenberg Mark; Kramer Koen; Jonkers Berend; Lammers Rogier
Original assignee: Mitsubishi Turbocharger And Engine Europe B V
Priority date: 2014-06-02
Filing date: 2014-06-02
Publication date: 2016-05-12
Also published as: DE112015002597T5; WO2015185408A1

Claims

1. Spiraalvormig turbine omhulsel omvattende een spiraalvormige omhulselwand en een basiswand, waarbij de basiswand en de spiraalvormige omhulselwand een verbinding hebben die zich volledig uitstrekt rond een centrale as, waarbij een deel van de basiswand een deel van een binnenoppervlak van het spiraalvormige omhulsel is, welk deel van de basiswand een kromming heeft.

2. Spiraalvormig omhulsel volgens conclusie 1, waarbij de basiswand een plaat is die een constante dikte heeft, bijvoorbeeld een dikte van bij benadering 1,5 mm, waarbij de kromming is verschaft door het buigen van de plaat.

3. Spiraalvormig omhulsel volgens conclusie 1, waarbij de kromming is verschaft door het variéren van de dikte van de basiswand.

4. Spiraalvormig omhulsel volgens één der conclusies 1-3, waarbij de basiswand en/of de spiraalvormige omhulselwand zijn vervaardigd van plaatmetaal.

5. Spiraalvormig omhulsel volgens één der conclusies 1-4, waarbij binnen het spiraalvormige omhulsel een binnenoppervlakdeel van de basiswand en een binnenoppervlakdeel van de spiraalvormige omhulselwand V-gevormd zijn naar de verbinding toe, waarbij bij voorkeur de kromming de vorm van het binnenoppervlakdeel van de basiswand verschaft.

6. Spiraalvormig omhulsel volgens één der conclusies 1-5, waarbij de kromming een variabele krommingsradius heeft rond de centrale as.

7. Spiraalvormig omhulsel volgens één der conclusies 1-6, waarbij de basiswand zich volledig uitstrekt rond een centrale as, welke basiswand een eerste oppervlak, een tegenovergelegen tweede oppervlak dat dichter bij de centrale as is gelegen dan het eerste oppervlak en twee zij-oppervlakken heeft welke zij-oppervlakken zich uitstrekken tussen het eerste oppervlak en het tweede oppervlak, waarbij één van de twee zij-oppervlakken een buitenzijde-oppervlak is en een deel van het andere zij-oppervlak van de basiswand dat zich uitstrekt tussen de verbinding en het tweede oppervlak is deel van het binnenzijde-oppervlak van het spiraalvormige omhulsel.

8. Spiraalvormig omhulsel volgens conclusie 7, waarbij het deel van het binnenzijde-oppervlak van het spiraalvormige omhulsel verder is voorzien van het tweede oppervlak van de basiswand.

9. Spiraalvormig omhulsel volgens conclusie 7, waarbij het tweede oppervlak van de basiswand is gepositioneerd tegen een turbine element.

10. Spiraalvormig omhulsel volgens één der conclusies 7-9, waarbij het buitenzijde-oppervlak van de basiswand vlak of in hoofdzaak vlak is.

11. Spiraalvormig omhulsel volgens één der conclusies 7-10, waarbij de basiswand een rand heeft tussen het tweede oppervlak en een deel van het andere zij-oppervlak van de basiswand, waarbij een eerste virtueel vlak zich uitstrekt tussen de centrale as en de rand, waarbij het eerste virtuele vlak verder van het midden van het spiraalvormige omhulsel binnen het spiraalvormige omhulsel is gelegen dan een tweede virtueel vlak tussen de verbinding en de centrale as, waarbij bij voorkeur de horizontale afstand tussen het eerste virtuele vlak en het tweede virtuele vlak twee keer kleiner is dan de horizontale afstand tussen het tweede virtuele vlak en het midden van het spiraalvormige omhulsel.

12. Spiraalvormig omhulsel volgens één der conclusies 1-11, waarbij de verbinding is voorzien van parallel zich uitstrekkende verbonden delen van de spiraalvormige omhulselwand en de basiswand.

13. Spiraalvormig omhulsel volgens conclusie 12, waarbij de verbonden delen van de spiraalvormige omhulselwand en de basiswand zich dwars op de centrale as uitstrekken.

14. Spiraalvormig omhulsel volgens één der conclusies 1-13, waarbij het spiraalvormige omhulsel een spiraalvormig omhulsel met enkele stroming is.

15. Turbolader turbine samenstel omvattende een spiraalvormig omhulsel volgens één der conclusies 1-14.

16. Turbolader turbine samenstel volgens conclusie 15, waarbij het turbolader turbine samenstel is voorzien van een uitlaatgasregelinrichting om een uitlaatgasstroming te regelen tussen het spiraalvormige omhulsel en een turbinewiel.

17. Turbolader turbine samenstel volgens conclusie 16, waarbij de uitlaatgasregelinrichting is voorzien van een mondstukdoorgang die is gedefinieerd tussen een mondstukbevestiging en een mondstukplaat, waarbij de dimensies van de mondstukdoorgang kunnen worden gevarieerd door middel van bladen om een uitlaatgasstroming te regelen tussen het spiraalvormig omhulsel en een turbinewiel.

18. Turbolader turbine samenstel volgens conclusie 16 of 17, waarbij het deel van de basiswand de mondstukbevestiging contacteert zonder daarmee te zijn verbonden.

19. Turbolader omvattende een turbolader turbine samenstel volgens één der conclusies 15-18.

20. Turbolader volgens conclusie 19, waarbij de turbolader een lagerbehuizing heeft, waarbij de lagerbehuizing is verbonden met de turbolader turbine door middel van een klemmechanisme.

21. Turbolader volgens conclusie 20 en omvattende een turbolader turbine samenstel volgens conclusie 16, waarbij door middel van het klemmechanisme de uitlaatgas regelinrichting is geklemd tussen de basiswand en de lagerbehui z ing.

22. Turbolader volgens conclusie 20 of 21, waarbij het klemmechanisme is voorzien van: een verbindingselement, bij voorkeur strekt het verbindingselement zich volledig rond de centrale as uit; een klemelement voor het klemmen van het verbindingselement met de lagerbehuizing, bij voorkeur strekt het klemelement zich volledig rond de centrale as uit.

23. Turbolader volgens conclusie 22, waarbij het verbindingselement is voorzien van: een eerste einddeel om te worden geklemd door het klemelement met de lagerbehuizing; een middendeel en; een tweede einddeel dat is verbonden of geklemd met de basiswand.

24. Turbolader volgens conclusie 22 of 23, waarbij het verbindingselement is vervaardigd van plaatmetaal en/of het klemelement is vervaardigd van plaatmetaal.

25. Gebruik van een turbolader volgens één der conclusies 19-24 .

26. Werkwijze voor het vervaardigen van de spiraalvormige turbine behuizing volgens één der conclusies 1-14, waarbij de verbinding is voorzien van wolfraam inert gas (Tungsten Inert Gas (TIG)) lassen en/of laser bundel lassen (Laser Beam Welding (LBW)).