NL1040707A - Buffertransporteur voor het transporteren en bufferen van losse en staafvormige producten - Google Patents

Description

BUFFERTRANSPORTEUR VOOR HET TRANSPORTEREN EN BUFFEREN VAN LOSSE EN STAAFVORMIGE PRODUCTEN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een buffertransporteur voor het transporteren en bufferen van producten volgens de kop van conclusie 1.

Buffertransporteurs volgens de stand van de techniek zijn in vele uitvoeringen bekend. US 5,413,213 toont twee typen buffertransporteurs. Het eerste type is weergegeven in de figuren 1-4 en 7,8. Deze buffertransporteur omvat een enkele transportband die vanaf de onderzijde en vanaf de bovenzijde in dubbele schroeflijnvormige trajecten is gewikkeld, waarbij de trajecten vanaf de onderzijde de eerste en tweede transporteur vormen. De trajecten vanaf de bovenzijde vormen een onwerkzaam gedeelte van de buffertransporteur. De eerste transporteur gaat aan het bovenste uiteinde over in de tweede transporteur doordat de transportband uit zijn geleiding wordt gelicht en via de overzetter bij de tweede transporteur weer in de geleiding van de eerste transporteur terugkomt. De plaats waar de transportband uit zijn geleiding wordt gelicht kan over de lengte van de eerste (en daarmee ook tweede) transporteur worden gevarieerd, waardoor de bufferlengte wordt gevarieerd, hetgeen in het onwerkzame gedeelte van de transportband (een compensatielus) wordt opgevangen. Nadeel van deze constructie is dat de constructie met het in en uit de geleiding halen van de onder trekkracht staande transportband die bovendien in twee richtingen belast wordt ingewikkeld is mede vanwege de noodzakelijke compensatielus, terwijl het aandrijftechnisch ook niet gunstig is om één hele lange transport band aan te drijven.

Deze nadelen zijn opgeheven in het tweede type buffertransporteur volgens de figuren 5 en 6 van US 5,413,213. Bij dit type buffertransporteur zijn twee schroeflijnvormig gewikkelde transportbanden in elkaar genest waardoor de windingen van de eerste en tweede transporteur evenwijdig onder elkaar verlopen. De overzetter is aan een kolom opgehangen en omvat twee overzetorganen in de vorm van transporteurs, één voor het afnemen van producten van de eerste transporteur en één voor het overbrengen van producten naar de tweede transporteur. De overgang van de ene naar de andere transporteur vindt plaats via een valgoot en het zal duidelijk zijn dat een dergelijke overzetter alleen bruikbaar is voor bepaalde producten, die over de buffertransporteur uitsteken in dit geval sigaretten. Verder is de aansluiting van de overzet organen aan de binnenradius problematisch omdat deze over de buffertransporteur heen moet en derhalve een hoogte verschil moet overbruggen. US 6,152,291 toont weer een ander type transporteur. Hierbij zijn twee transportbanden benut voor het vormen van de eerste en tweede transporteur die in het schroeflijnvormige traject evenwijdig naast elkaar verlopen. De overzetter is in de ruimte tussen de eerste en tweede transporteur geleid voor het overbrengen van de producten van de eerste naar de tweede transporteur en voor het bewegen langs de eerste en tweede transporteur voor het aanpassen van de bufferlengte. Deze buffertransporteur heeft het nadeel dat de producten in de overzetter geklemd worden waardoor deze kunnen beschadigen. Ook langere producten en producten in een zogenaamde horizontaal gestapelde massflow zijn met de overzetter niet over te zetten.

Nog een ander type buffer wordt getoond in US 5,833,045.

Deze buffertransporteur omvat ook een enkele transportband zoals in US 5,413,213. Deze wordt vanuit het midden, gezien haaks op de middellijn, richting de onderzijde en richting de bovenzijde in dubbele schroeflijnvormige trajecten gewikkeld, waarbij de trajecten vanuit het midden de eerste en tweede transporteur vormen. De onwerkzame trajecten van de buffertransporteur bevinden zich zowel aan de onderzijde als de bovenzijde van het midden. De eerste transporteur gaat in het midden over in de tweede transporteur. Het is bijzonder ongunstig dat de transportbanden van het aanvoer en afvoer station de producten onder een variabele hoek en afstand van het draaipunt van aansluitposities op de buffertransporteur moeten aansluiten. Daarnaast moeten de producten van de buffertransporteur gelift worden waarbij de transportbanden over de bufferband heen moeten waarbij het aansluiten op de binnen radius van de transportband bijzonder ongunstig is. Verder is het ongunstig om één lange transporteur aan te drijven en in twee richtingen te belasten. De product overgang moet symmetrisch zijn om verdraaiing en beschadiging van het product te voorkomen.

Een verdere buffertransporteur wordt getoond in US 2011/0315513. Deze buffertransporteur omvat twee of meer cirkelboogvormige bufferbanen waarbij de eerste beweegbaar is en aangesloten is op de aanvoer, en de tweede stationair is en aangesloten is op de afvoer. Door rotatie van de eerste bufferbaan kan de bufferlengte vergroot dan wel verkleind worden. Een nadeel van de getoonde uitvoering is is dat de producten bij de overgang van de eerste naar de tweede bufferbaan een U-vormig valtraject moeten doorlopen waarbij het product niet aan de onderzijde geleid wordt. Bij meerdere in serie geschakelde bufferbanen neemt de kans op verstoring of beschadiging door de toename van de valtrajecten toe. Het is verder nadelig dat de producten onder het afvoereinde van de eerste bufferbaan heen gevoerd moeten worden waardoor de valhoogte en afstand tussen de eerste en tweede bufferbaan vergroot wordt.

De uitvinding heeft nu ten doel de nadelen van de bekende buffertransporteurs te vermijden en een nieuwe buffertransporteur te verschaffen.

Hiertoe bezit de buffertransporteur volgens de uitvinding de kenmerkende maatregelen van conclusie 1.

De buffertransporteur volgens de uitvinding verenigt alle voordelen van de verschillende typen buffertransporteurs volgens de uitvinding in zich, zonder de nadelen daarvan. Doordat de producten niet van de baan behoeven te worden gelicht en kops kunnen overgaan wordt een eenvoudige overgang van en naar de bufferbanen mogelijk. Het product behoeft tevens niet zijwaarts te worden afgeschoven of te worden geklemd waardoor product beschadigingen, verdraaiing en positie verandering ten opzichte van elkaar van het product worden voorkomen. Het zijwaarts afschuiven van producten is in veel gevallen niet wenselijk omdat met name lage of zachte producten zich eenvoudig kunnen verklemmen tussen de afschuifgeleider en de transporteur. Verder zal de uitlijning van producten als sigaretten tijdens het zijwaarts afschuiven verstoord worden. Flexibele folie verpakkingen kunnen zich eenvoudig verklemmen bij het zijwaarts afschuiven. Door het roteren en verplaatsen van de ' eerste bufferbaan ten opzichte van de tweede bufferbaan is geen separaat beweegbaar overzetorgaan of brugelement noodzakelijk. Producten met een ongunstige lengte - breedte verhouding zoals bijvoorbeeld een slof sigaretten of pakjes koek worden, indien deze zijwaarts afgeschoven moeten worden met de smalle zijde leidend gebufferd om verklemmen en verdraaien te voorkomen. Het is bijzonder gunstig dat door de kopse overgang producten met de brede zijde leidend gebufferd kunnen worden waardoor een veel compactere en goedkopere bufferinrichting verkregen wordt. Door de kopse overgang is deze buffer met name geschikt voor staafvormige producten als sigaretten en sigaren maar ook voor zeer veel "losse" food en non food producten. De kopse overgang maakt het toepassen van zijgeleiders aan beide zijden van de bufferbanen mogelijk, waardoor product niet meer van de bufferbanen kan vallen. Tevens kan het product bij de overgang van de eerste naar de tweede bufferbaan aan de onderzijde geleid worden zodat een vrije val vermeden wordt. Door het toepassen van schroeflijnvormige of cirkelvormige trajecten wordt een compacte opstelling verkregen. De eerste en tweede bufferbanen bestaan uit afzonderlijke transportorganen die optimaal aan de omstandigheden kunnen worden aangepast. De aansluitpositie en product overgang van de eerste bufferbaan kan ook parallel en op ongeveer gelijke hoogte op de tweede bufferbaan zijn. Het spreekt voor zich dat de buffertransporteur ook voor andere producten toegepast kan worden.

De algemene uitvindinggedachte kan op verschillende manieren worden uitgewerkt.

De buffertransporteur bestaat uit ten minste twee bufferbanen die ten minste gedeeltelijk schroeflijnvormige trajecten bezitten welke met een gelijke diameter om een gemeenschappelijke verticale as verlopen. Bij voorkeur een van de bufferbanen kan zich door te roteren om de as die samenvalt met de hartlijn van de schroeflijnvormige trajecten van de bufferbanen in hoogte en positie verplaatsen ten opzichte van de tweede bufferbaan. De aanvoerpositie van de producten op de eerste bufferbaan is derhalve variabel, terwijl de transporteur van de aanvoerende machine een vaste positie heeft.

In een verdere uitvoering kunnen de eerste en tweede bufferbaan in het genoemde traject om een gemeenschappelijke verticale as met een verschillende diameters evenwijdig naast elkaar verlopen.

De uitvoerpositie van de eerste bufferbaan zal optimaal aan het product en de omstandigheden aangepast worden. De vorm van de bufferbaan nabij zijn uitvoerpositie kan zo vormgegeven worden dat het product een tenminste S-vormig traject doorloopt en in de gelijke transportrichting van de eerste naar de tweede bufferbaan overgaat.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een buffertransporteur voor het transporteren en bufferen van producten, voorzien van ten minste een eerste langgerekte bufferbaan in een eerste cirkelboogvormig traject en een variabele toevoer positie, een tweede langgerekte bufferbaan welke in een tweede cirkelboogvormig traject met dezelfde middellijn voorzien van een afvoereinde. De in hoofdzaak cirkelvormige transporteur kan hierbij zijn uitgevoerd als een, althans in hoofdzaak, vlak uitgevoerde roterende transportband.

Ten minste een van de bufferbanen kan zich door te roteren om de as die samenvalt met de hartlijn van de cirkelboogvormige trajecten van de bufferbanen ongeveer evenwijdig verplaatsen ten opzichte van de tweede bufferbaan. De aanvoerpositie van de producten op de eerste bufferbaan is derhalve variabel. De vorm van de eerste bufferbaan, nabij zijn uitvoerpositie, is zo vormgegeven dat het product in de gelijke transportrichting van de eerste naar de tweede bufferbaan overgaat. Het product zal derhalve aan het uitvoereinde van de eerste bufferbaan een tenminste S-vormig traject doorlopen. Om de buffercapaciteit te laten toenemen kunnen twee of meer cirkelboogvormige trajecten in serie boven elkaar geplaatst worden.

In een uitvoeringsvariant kunnen twee of meerdere buffertransporteurs parallel geschakeld worden. De massflow wordt bijvoorbeeld in een valtrechter in twee of meer stromen verdeeld. Op deze wijze wordt op een eenvoudige manier een dynamische FiFo bypass functie verkregen.

De verstelling van de eerste transporteurs zal zowel bij de cirkelboogvormige als de schroeflijnvormige trajecten bij voorkeur plaatsvinden in afhankelijkheid van de snelheden van producten aan de in- of toevoerzijde en aan de uit- of afvoerzijde van de buffertransporteur.

Verdere kenmerken en voordelen van de buffertransporteur volgens de uitvinding blijken uit de hierna volgende beschrijving aan de hand van de tekeningen, die uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zeer schematisch weergeven.

Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de buffertransporteur volgens de uitvinding.

Figuur IA is een aanzicht volgens figuur 1 waarbij een mogelijke besturing van de bufferinrichting getoond wordt.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van de in figuur 1 getoonde bufferinrichting.

Figuur 3 toont een boven aanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de buffertransporteur.

Figuur 4 is een aanzicht volgens doorsnede IX

Figuur 4A toont een detail van de overgang van de eerste naar de tweede bufferbaan van de in figuur 1 getoonde bufferinrichting.

Figuur 5 is een aanzicht volgens doorsnede X

Figuur 6 is een bovenaanzicht waarbij de beide buffertransporteurs een verschillende diameter hebben en hoofdzakelijk parallel aan elkaar verlopen. De afvoerpositie van de eerste buffertransporteur is verlegd richting de tweede buffertransporteur.

Figuur 7 toont een aanzicht volgens doorsnede XI

Figuur 8 toont een variant op de in figuur 6 getoonde uitvoering waarbij de eerste en tweede bufferbaan zijwaarts op elkaar aansluiten.

Figuur 9 toont een variant van de bufferinrichting waarbij twee parallel geplaatste eerste en tweede bufferbanen hoofdzakelijk cirkelvormige trajecten doorlopen, en waarbij de eerste bufferbanen S-vormige trajecten doorlopen.

Figuur 10 toont een detail van de verbinding tussen de eerste en tweede buffertransporteur.

De tekeningen tonen een buffertransporteur voor het transporteren en bufferen van producten. Buffersystemen worden toegepast in productie lijnen waarin diverse machines en systemen het product diverse bewerkingen laat ondergaan. Bufferen wordt toegepast tussen de verschillende machines waarbij tijdelijke snelheidsverschillen tussen de individuele machines moeten worden opgevangen. De producten kunnen bijvoorbeeld bestaan uit sigaretten, sigaren, koekjes, snacks, zoetwaren en dergelijke. Vele andere producten zijn mogelijk. Een voorbeeld van een toepassing is een productielijn voor sigaretten. Hierbij kan de bufferinrichting geplaatst worden tussen de machine welke de sigaretten produceert en de machine welke deze sigaretten vervolgens in een doosje verpakt. De buffertransporteur kan bijvoorbeeld zijn aangebracht tussen een oven voor snacks en. een meerkops weeginstallatie of een oven voor biscuits en de verpakkingsmachine waarbij een regelmatige, constante en correct gepositioneerde toevoer van product van belang is. Andere toepassingen zijn natuurlijk mogelijk.

De in figuur 1 weergegeven buffertransporteur 1 is voorzien van een extern frame 2 en twee bufferbanen 3 en 4 welke zich binnen het frame bevinden. Voor de duidelijkheid is het getoonde frame in figuur 1 slechts voorzien van twee verticale staanders dit kunnen er meer zijn. De tweede bufferbaan is aan het frame 2 bevestigd. De eerste bufferbaan is beweegbaar binnen het frame 2 geplaatst en bevestigd aan een kolom 6 die zich vertikaal kan verplaatsen langs de centrale kolom 5 van de schroeflijnvormige trajecten. In de getoonde buffertransporteur is de tweede transporteur aan het frame 2 bevestigd en is de eerste aan de kolom 5 bevestigd. Het spreekt voor zich dat een constructie waarbij bufferbaan 4 beweegbaar is en bufferbaan 3 aan frame 2 bevestigd is ook mogelijk is. Andere soorten van frameconstructies zijn denkbaar.

De in het voorbeeld getoonde bufferbanen 3, 4 bestaan uit geleidingsgoten 20, 21 en een of meer eindloze transporteurs 11, 12. Verder zijn bufferbanen 3, 4 elk voorzien van een motor 7, 8 en een keerrol 14, 15. Het retourgedeelte van de transporteurs 11, 12 kan aan de onderzijde van de geleidingsgoten 20, 21 plaatsvinden. In een uitvoeringsvariant kan het retourgedeelte van de transporteurs 11, 12 in verticale kanalen plaatsvinden.

De geleidingsgoten 20, 21 kunnen ook meerdere naast elkaar geplaatste transporteurs 11, 12 bevatten.

De eerste en tweede transporteurs 11, 12 kunnen op diverse manieren en materialen uitgevoerd worden. Voorbeelden hiervan zijn lamellen banden, modulaire banden, transport kettingen, schakelkettingen, geweven en rubber banden. Veel gebruikte materialen zijn polypropyleen, polyacetaal en roestwerend staal.

De buffertransporteur volgens Fig. 1 en Fig. IA tonen de bufferbanen 3, 4 voorzien van 3 windingen. Het is mogelijk om het aantal windingen te vergroten of verkleinen. Beide bufferbanen bezitten elk hun eigen aandrijfmotor 7, 8 welke motoren daarbij in dit geval nabij het uiteinde zijn aangebracht en de bijbehorende transporteur 11, 12 separaat kunnen aandrijven. Het is overigens ook mogelijk dat de beide transporteurs zijn gekoppeld aan aanvoerende of afvoerende transportinrichtingen en dan dus worden aangedreven en/of aangestuurd door deze transportinrichtingen. Verder kan de bufferbaan indien gewenst uit meer dan één transporteur bestaan. Eén van de bufferbanen, in het getoonde voorbeeld, de eerste en onderste 3, kan zich in zijn geheel verplaatsen langs het schroeflijnvormige traject van de, in dit geval, tweede en bovenste bufferbaan 4. De transportrichting van de beide transporteurs 11, 12 wordt aangegeven door pijl 17, 18. De uitvoerpositie 23 van de tweede bufferbaan is vast, terwijl de toevoerpositie 22 van de producten op de eerste bufferbaan 3 variabel kan zijn. De uitvoerpositie 24 van de eerste bufferbaan verplaatst zich langs de trajecten van de tweede bufferbaan 4. De eerste bufferbaan zal zich verplaatsen indien de omstandigheden daarom vragen.

De bufferinrichting is daarom voorzien van een centrale regeleenheid 41 welke verbonden is met de machine 39 welke de producten naar de bufferinrichting aanvoert, en machine 40 welke aan de uitvoerzijde van de bufferinrichting de producten opneemt. De uitvoersnelheid VI van machine 39 wordt middels een signaal 42 doorgegeven aan regeleenheid 41 welke vervolgens ervoor zorgt dat motor 7 middels signaal 44 in althans ongeveer gelijke snelheid VI de eerste transporteur 11 aandrijft. De invoersnelheid V2 van machine 40 wordt door signaal 43 doorgegeven aan regeleenheid 41 welke vervolgens middels signaal 45 ervoor zorgt dat motor 8 in althans ongeveer gelijke snelheid V2 de tweede transporteur 12 aandrijft. In het geval dat regeleenheid 41 een verschil in snelheid VI en V2 meet, dan zal deze middels signaal 46 motor 9 aansturen. In afhankelijkheid van het snelheidsverschil zal motor 9 de eerste bufferbaan laten roteren. Door middel van een verbinding tussen de eerste en tweede bufferbaan (fig. 10) zal de eerste bufferbaan de trajecten van de tweede bufferbaan volgen. Als de eerste transporteur linksom roteert dan zal de transport afstand tussen de toevoerpositie 22 en afvoerpositie 24 alsmede de uitvoerpositie 23 toenemen er wordt product gebufferd. Als de eerste transporteur rechtsom roteert dan zal de transport afstand tussen de toevoerpositie 22 en de afvoerpositie 24 alsmede de uitvoerpositie 23 afnemen er wordt product ont-buffert.

Andere aandrijfvarianten zijn denkbaar. Zo zou de centrale kolom 6 in afhankelijkheid van de rotatie ook door middel van een aandrijfmotor vertikaal versteld kunnen worden.

Een combinatie van een motor welke de eerste bufferbaan in hoogte versteld met een motor welke de eerste bufferbaan laat roteren is mogelijk. Verder kan één aandrijfmotor met een daartoe geschikte transmissie zowel de hoogteverstelling als de rotatie van de eerste bufferbaan verzorgen. Andere vormen van hoogte verstelling zoals hydraulisch of pneumatisch zijn mogelijk.

Om de benodigde aandrijfkrachten om de eerste transporteur te verstellen te beperken kan de eerste bufferbaan van bijvoorbeeld een contragewicht voorzien worden.

Met name in het geval van een massastroom van producten kan het wenselijk zijn bijvoorbeeld in geval van een ongelijkmatige toevoer van product dat de rotatiesnelheid licht afwijkt van het exacte snelheidsverschil tussen VI en V2. Daarom wordt de rotatie in een voorkeursuitvoering mechatronisch geregeld, hoewel een alternatieve mechanische koppeling mogelijk is.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van de in figuur 1 getoonde bufferinrichting. De eerste bufferbaan 3 is bevestigd aan kolom 6. Bij rotatie van kolom 5 "schroeft" de eerste bufferbaan zich in de trajecten van de tweede bufferbaan 4. Tussen de kolommen 5, 6 bevinden zich rollen 10 welke zorg dragen voor geleiding en tevens de rotatie van kolom 5 op kolom 6 overbrengen.

Figuur 3 toont een bovenaanzicht van de in figuur 1 getoonde bufferinrichting. De producten 28 worden met transporteur 27 vanuit machine 39 naar toevoerpositie 22 boven transporteur 11 van de eerste bufferbaan gevoerd. De producten worden via uitvoerpositie 24 van de eerste bufferbaan op transporteur 12 gevoerd van de tweede bufferbaan. Transporteur 12 voert de producten via de uitvoer positie 23 naar machine 40. In een uitvoeringsvariant kan transporteur 27 ook op gelijke hoogte aansluiten op transporteur 11 van de eerste bufferbaan 3.

Figuur 4 is een aanzicht volgens pijl XI in figuur 3 en toont transporteur 27 en de toevoerpositie 22 van producten 28 boven transporteur 11 van de eerste bufferbaan 3.

Figuur 4A toont de productovergang van de eerste bufferbaan 3 naar de tweede bufferbaan 4 waarbij de producten 28 via een ongeveer U-vormige valgoot 29 op transporteur 12 van de tweede bufferbaan geleid worden. Transporteur 12 transporteert de producten naar uitvoereinde 23 van de tweede bufferbaan.

Figuur 5 is een aanzicht volgens pijl X in figuur 3 en toont de tweede bufferbaan 4 met uitvoerpositie 23 waarbij de producten 28 op de afvoer transporteur 30 geleid worden. Transporteur 30 transporteert de producten naar machine 40.

Figuur 6 toont een uitvoeringsvoorbeeld waarbij de beide bufferbanen niet onder elkaar liggen maar naast elkaar in schroeflijnvormige trajecten verlopen. Transporteur 11 van de eerste bufferbaan doorloopt naast het hoofdzakelijk schroeflijnvormige traject richting uitvoerpositie 24 ook een ongeveer S-vormig traject waardoor de uitvoerpositie 24 van de eerste bufferbaan ongeveer een halve winding verder op transporteur 12 aansluit.

Figuur 7 toont een aanzicht volgens pijl XI in figuur 6 waarbij transporteur 11 van de eerste bufferbaan welke in de transportrichting van transporteur 12 van de tweede bufferbaan aansluit.

Figuur 8 toont een bovenaanzicht van uitvoeringsvariant van hetgeen getoond in figuur 6 waarbij transporteur 11 van de eerste bufferbaan 3 zijwaarts op ongeveer gelijke hoogte aansluit op transporteur 12 van de tweede bufferbaan 4. Het product zal door middel van geleiders 31 van de eerste bufferbaan 3 naar de tweede bufferbaan 4 geleid worden.

Figuur 9 toont een alternatieve uitvoering waarbij de beide bufferbanen niet in schroeflijnvormige trajecten verlopen, doch een hoofdzakelijk cirkelboogvormig traject doorlopen, en waarbij de aansluitposities van de eerste bufferbanen op de tweede bufferbanen ongeveer 180 graden versprongen zijn. Hierbij blijven de producten op de aansluitpositie van de eerste op de tweede bufferbaan in dezelfde transportrichting lopen. Een valgoot is niet noodzakelijk maar een overbruggingsplaat of snaartransport kan de producten aan de onderzijde geleiden waardoor het product niet valt en waarbij de hoogte van de massastroom de valhoogte niet beïnvloed. Tevens kan de pitch tussen de bufferbanen geringer zijn omdat het product niet onder de eerste bufferbaan gevoerd behoeft te worden.

De gestapelde eerste en tweede bufferbanen zijn in dit getoonde voorbeeld parallel aan elkaar geschakeld. Hiertoe wordt de massastroom in twee of meer stromen verdeeld.

Het verdelen van de massastroom sigaretten in meerdere stromen wordt algemeen toegepast in een valtrechter met name boven de verpakkingsmachine.

Door het verdelen in meerdere stromen over meerdere separaat aangedreven eerste en tweede bufferbanen wordt bij gelijke buffer capaciteit de lengte van de transporteurs beperkt waardoor er minder wrijving en trekkrachten ontstaan. Daarnaast wordt tegelijkertijd een dynamische FiFo bypass functie gecreëerd omdat elk paar eerste en tweede bufferbanen 3, 4 en 3', 4' separaat aangedreven kunnen worden.

Het is mogelijk de eerste en tweede bufferbanen niet te stapelen maar achter elkaar te plaatsen. Verder is het mogelijk meerdere eerste en tweede bufferbanen boven elkaar te plaatsen en deze in serie te schakelen.

Verder is het mogelijk om buffertransporteurs parallel en tegelijkertijd in serie te plaatsen om een dynamische bypass functie te creëren en tegelijkertijd de buffercapaciteit te vergroten.

Figuur 10 toont geleidegoot 4 welke aan de binnenzijde voorzien is van een geleide profiel 25. Binnen dit profiel lopen geleide rollen 26 welke middels een verbindingsstrip 29 aan geleidegoot 3 vast verbonden zijn. Geleidegoot 3 zal voor een optimale geleiding van meerdere verbindingsstrippen met geleiderollen voorzien kunnen worden. Bij rotatie van de eerste bufferbaan binnen de tweede transporteur zullen de geleide rollen 26 ervoor zorgen dat geleidegoot 3 het schroeflijnvormige traject van geleidegoot 4 zal volgen.

Het spreekt voor zich dat de getoonde productstroom van boven naar beneden ook in omgekeerde richting kan plaatsvinden.

De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekeningen weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden die op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd.

Claims (16)

1. Buffertransporteur voor het transporteren en bufferen van losse en staafvormige producten, voorzien van: ten minste een eerste langgerekte bufferbaan welke van een aandrijfbare transporteur voorzien is en een variabele aanvoerpositie en een afvoereinde heeft, een tweede langgerekte bufferbaan welke van een aandrijfbare transporteur voorzien is en een variabele aanvoerpositie en een afvoereinde heeft, waarbij de eerste en tweede bufferbaan ten minste gedeeltelijk in schroeflijnvormige trajecten om een gemeenschappelijke verticale as althans ongeveer evenwijdig aan elkaar verlopen, waarbij de eerste bufferbaan zich langs de schroeflijnvormige trajecten van de tweede bufferbaan kan verplaatsen, bij voorkeur in afhankelijkheid van de snelheden van de snelheden van de aanvoermachine en de afvoermachine met het kenmerk, dat tenminste een van de bufferbanen zich kan verplaatsen langs de schroeflijnvormige trajecten van de andere bufferbaan en hierop direct aansluit.

2. Buffertransporteur volgens conclusie 1, waarbij de transport richting van de eerste en tweede bufferbaan bij de aansluitpositie van de eerste op de tweede transporteur in dezelfde richting verloopt.

3. Buffertransporteur volgens conclusie 1 , waarbij de transport richting van de eerste en tweede bufferbaan bij de aansluitpositie van de eerste naar de tweede transporteur in tegengestelde richting verloopt.

4. Buffertransporteur volgens conclusie 1, waarbij de eerste transporteur nabij het uitvoereinde een tenminste S-vormig traject doorloopt.

5. Buffertransporteur volgens conclusie 1 , waarbij de eerste bufferbaan bovenwaarts aansluit op de tweede bufferbaan.

6. Buffertransporteur volgens conclusie 1, waarbij de product overgang van de eerste naar de tweede bufferbaan aan het einde van de eerste bufferbaan kops plaatsvindt.

7. Buffertransporteur volgens conclusie 1 , waarbij de product overgang van de eerste naar de tweede bufferbaan een zijwaartse overgang is.

8. Buffertransporteur volgens conclusie 1 waarbij de toevoerpositie van product op de eerste bufferbaan, vanuit een vaste aanvoerpositie, door verplaatsing van de eerste bufferbaan variabel is.

9. Buffertransporteur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de uitvoerpositie van de eerste bufferbaan zich verplaatst langs de trajecten van de tweede bufferbaan.

10. Buffertransporteur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en tweede transporteur in het genoemde traject evenwijdig naast elkaar verlopen, waarbij de windingen van de eerste en tweede transporteur een hoogteverschil ten opzichte van elkaar kunnen bezitten.

11. Buffertransporteur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en tweede transporteur in het genoemde traject evenwijdig onder elkaar verlopen.

12. Buffertransporteur voor het transporteren en bufferen van producten, voorzien van: ten minste een eerste langgerekte bufferbaan welke van een aandrijfbare transporteur voorzien is en een variabele aanvoerpositie en een afvoereinde heeft een tweede langgerekte bufferbaan welke van een aandrijfbare transporteur is voorzien en een variabele aanvoerpositie heeft, waarbij de eerste en tweede bufferbaan ten minste gedeeltelijk in cirkelboogvormige trajecten om een gemeenschappelijke verticale as althans ongeveer evenwijdig aan elkaar verlopen bij voorkeur in afhankelijkheid van de snelheden van de aanvoer machine en de afvoermachine. met het kenmerk, dat ten minste één van de bufferbanen langs de cirkelboogvormige trajecten verstelbaar is en één van de bufferbanen aan het afvoereinde een tenminste S-vormig traject doorloopt.

13. Buffertransporteur volgens conclusie 12 waarbij de toevoerpositie op de eerste bufferbaan en de toevoerpositie op de tweede bufferbaan in bovenaanzicht gezien over meer dan 90°, en bij voorkeur circa 180° ten opzichte van elkaar versprongen zijn.

14. Buffertransporteur waarbij twee of meer parallel geschakelde buffertransporteurs onafhankelijk van elkaar de massastroom kunnen verwerken en tegelijkertijd als elkanders bypass kunnen fungeren.

15. Buffertransporteur waarbij de toegevoerde massastroom producten over twee of meer in serie geplaatste eerste en tweede bufferbanen geleid wordt.

16. Buffertransporteur waarbij parallel en serie geschakelde buffertransporteurs gecombineerd worden.