NL1040678C2

NL1040678C2 - System for providing at least a part of a fluid connection between a supply pipeline positioned in the ground and a branched-off pipeline part and use of such a system.

Info

Publication number: NL1040678C2
Application number: NL1040678A
Authority: NL
Inventors: Marrie Lamberts
Original assignee: Wavin Bv
Priority date: 2014-02-19
Filing date: 2014-02-19
Publication date: 2015-08-25

Claims

1 Systeem voor het verschaffen van ten minste een deel van een fluïdumverbinding tussen een toevoerpijplijn die is gepositioneerd in de grond en een afgetakt pijplijndeel dat stroomafwaarts van de toevoerpijplijn is gelegen en dat een vaste positie heeft, waarbij het systeem is voorzien van een flexibele pijplijn die ten minste gedeeltelijk in de vorm van een spiraal is voor plaatsing als deel van de fluïdumverbinding tussen de toevoerpijplijn en het afgetakte pijplijndeel.

2 Systeem volgens conclusie 1, waarbij de flexibele pijplijn zich in een voor-getordeerde toestand bevindt die ten minste gedeeltelijk ongedaan zal worden gemaakt bij uitzetting van de spiraal in een axiale richting daarvan.

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de flexibele pijp in de vorm van een spiraal wordt gehouden door één of meer houders die hun greep zullen verliezen bij het overstijgen van een vooraf bepaalde uitzettingskracht van de spiraal in een axiale richting daarvan.

4 Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de flexibele pijplijn ten minste gedeeltelijk in de vorm van een spiraal wordt gehouden door materiaaleigenschappen van de flexibele pijplijn.

5 Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het systeem is voorzien van een steun voor het vasthouden van de flexibele pijplijn en het bevestigen van de flexibele pijplijn in een vooraf bepaalde positie.

6 Systeem volgens conclusie 5, waarbij de vooraf bepaalde positie zodanig is dat de as van de spiraal in een verticale richting is georiënteerd.

7 Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de uiteinden van de flexibele pijplijn is georiënteerd in een richting die dwars staat op de axiale richting van de spiraal.

8 Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de uiteinden van de flexibele pijplijn is georiënteerd in een richting die parallel is aan de axiale richting van de spiraal.

9 Systeem volgens één der conclusies 1-7, waarbij de uiteinden van de flexibele pijplijn tangentiaal zijn georiënteerd ten opzichte van de spiraal.

10 Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de uiteinden van de flexibele pijplijn zijn georiënteerd in richtingen die parallel zijn ten opzichte van elkaar.

11 Systeem volgens conclusie 10, waarbij de uiteinden van de flexibele pijplijn op dezelfde omtrekpositie afwijken van de spiraal in een tangentiale richting.

12 Systeem volgens conclusie 10, waarbij de uiteinden van de flexibele pijplijn op de tegenovergelegen omtrekposities afwijken van de spiraal in een tangentiale richting.

13 Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één uiteinde van de flexibele pijplijn is voorzien van een koppelingselement.

14 Systeem volgens conclusie 13, waarbij het koppelingselement de koppeling vaster maakt bij het aantrekken.

15 Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de spiraal ten minste één wikkeling heeft, bij voorkeur 2, waarbij 3 of 4 nog meer de voorkeur hebben.

16 Gebruik van een systeem volgens één der voorgaande conclusies, als ten minste een deel van een fluidumverbinding tussen een toevoerpijplijn die is gepositioneerd in de grond en een stroomafwaarts van de toevoerpijplijn gelegen afgetakt pijplijndeel dat een vaste positie heeft.