NL1040044C2 - Modulaire zelfdragende snelbouwtrap. - Google Patents

Modulaire zelfdragende snelbouwtrap. Download PDF

Info

Publication number
NL1040044C2
NL1040044C2 NL1040044A NL1040044A NL1040044C2 NL 1040044 C2 NL1040044 C2 NL 1040044C2 NL 1040044 A NL1040044 A NL 1040044A NL 1040044 A NL1040044 A NL 1040044A NL 1040044 C2 NL1040044 C2 NL 1040044C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
handrail
elements
staircase
upright
staircase according
Prior art date
Application number
NL1040044A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelis Willem Martinus Graaf
Original Assignee
Graaf Metaalwerken B V De
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Graaf Metaalwerken B V De filed Critical Graaf Metaalwerken B V De
Priority to NL1040044A priority Critical patent/NL1040044C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1040044C2 publication Critical patent/NL1040044C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F11/00Stairways, ramps, or like structures; Balustrades; Handrails
    • E04F11/02Stairways; Layouts thereof
    • E04F11/022Stairways; Layouts thereof characterised by the supporting structure
    • E04F11/035Stairways consisting of a plurality of assembled modular parts without further support
    • E04F11/038Stairways consisting of a plurality of assembled modular parts without further support each modular part having a load-bearing balustrade part

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Steps, Ramps, And Handrails (AREA)

Description

Modulaire zelfdragende snelbouwtrap
De onderhavige uitvinding betreft een modulaire trap welke eenvoudig te vervoeren en aan elkaar te koppelen modules omvat, waardoor de trap volgens de uitvinding snel kan worden opgesteld.
Er zijn reeds vele soorten modulair opgebouwde trappen bekend. Een voorbeeld van een dergelijke trap volgens de stand van de techniek is beschreven in het Amerikaanse octrooi US 4,881,351.
De trap volgens dat octrooi omvat in een U-vorm gebogen buizen waarbij draagconstructies voor de traptreden om de buizen worden geklemd. De naar boven gekeerde open uiteinden van de U-vormige buisdelen worden door middel van leuningdelen met een aangrenzende U-vormige buis verbonden. Eén van de nadelen van de trap volgens dit Amerikaanse octrooi is het feit dat het opstellen van een dergelijke trap relatief veel montagewerk, met name het vastdraaien van bouten en moeren, met zich meebrengt. Een ander nadeel betreft het feit dat de onderlinge verbinding van de diverse delen van deze trap in de zwaarst belaste richtingen een klemverbinding omvat waarvan de sterkte afhankelijk is van de kracht waarmee bouten en/of moeren zijn vastgedraaid. Dit leidt tot onzekerheid over de stabiliteit van een opgestelde trap van dit type.
Voorts zijn er diverse modulaire trappen volgens de stand van de techniek welke onder meer lange, en daarom, zonder een speciaal vervoersmiddel, lastig te vervoeren trapbomen hebben.
De modulaire zelfdragende trap volgens de uitvinding omvat een in essentie uit vakwerk modules en treden op te bouwen trap waarbij de sterkte van de verbindingen tussen de verschillende delen van de trap in de richting waarin de hoogste belasting optreedt niet afhankelijk is van de kracht die de persoon die de trap opbouwt, kan opbrengen voor het bij voorbeeld tot stand brengen van een klemverbinding of van de aandacht die deze persoon aan het tot stand brengen van de verbinding schenkt.
De modulaire trap volgens de uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een aantal figuren. Daarbij toont: - fig. 1 een schematisch uitvoeringsvoorbeeld van een modulaire zelfdragende trap volgens de uitvinding; - fig. 2 een schematische weergave van de afzonderlijke elementen waaruit het in fig. 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld van een modulaire trap volgens de uitvinding is opgebouwd; fig. 3 een schematisch uitvoeringsvoorbeeld van een lange modulaire zelfdragende trap volgens de uitvinding:
Fig. 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een modulaire trap volgens de uitvinding, waarbij de trap in dit uitvoeringsvoorbeeld vijf treden omvat. De dragende constructie annex leuning van de trap volgens de uitvinding omvat een vakwerkconstructie welke in hoofdzaak uit versprongen ten opzichte van elkaar geplaatste leuningelementen, in de vorm van rechthoekige vakwerkelementen, bestaat. De leuningelementen kunnen in het vervolg van deze beschrijving en in de conclusies ook wel worden aangeduid als vakwerkelementen.
Fig. 2 toont een schematische weergave van de afzonderlijke elementen waaruit het in fig. 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld van een modulaire trap volgens de uitvinding is opgebouwd.
Het eerste element betreft een, in een voorkeursuitvoering uit kokermateriaal met een rechthoekige doorsnede vervaardigde, ligger 1 waaraan aan elk uiteinde een, in deze figuur verticaal staand, aangrijpingselement, respectievelijk la en lb. onlosmakelijk is bevestigd. Deze aangrijpingselementen la en lb bestaan in een voorkeursuitvoering eveneens uit een kokerprofiel. In een uitvoeringsvorm hebben de beide aangrijpingselementen een lengte van circa 100 tot 150 mm.
Een tweede element van de trap volgens de uitvinding betreft de zelfdragende trede 2 van de trap welke in de in fig. 2 schematisch weergegeven uitvoeringsvorm bordesrooster omvat.
De trede is aan elk kopse uiteinde voorzien van een steunplaat 3 welke steunplaat in dit uitvoeringsvoorbeeld aan de onderzijde twee pennen 3a omvat.
De trap volgens de uitvinding omvat in een voorkeursuitvoering slechts twee verschillende typen leuningelementen, welke beiden zijn weergegeven in fig. 2. Het eerste type vakwerkelement omvat een eerste ligger 4 welke aan de beide uiteinden, bij voorkleur onlosmakelijk en star, verbonden is met respectievelijk een eerste staander 5 en een tweede staander 6. Voorts omvat dit eerste type vakwerkelement een tweede ligger 4a, welke bevestigd is aan de onderste uiteinden van de staanders 5 en 6. Het aldus gevormde raamwerk omvat verder twee tussen de staanders 5 en 6 aangebrachte liggers, omvattende respectievelijk een derde ligger 4b en een vierde ligger 4c. In de verdere beschrijving en in de conclusies verwijst de term rechthoekig vakwerkelement naar een rechthoekig raamwerk, omvattende twee staanders en twee liggers, waarin ten minste een derde ligger is aangebracht.
In een voorkeursuitvoering van de trap volgens de vinding is de ligger 4b op een zodanige afstand boven de ligger 4a aangebracht, dat bij het op de bodem rusten van de ligger 4a en het op de bovenzijde van de ligger 4b rusten van de steunplaat 3 van de trede 2 de optrede van de eerste trede circa 200 mm bedraagt.
De ligger 4b omvat gaten voor het kunnen opnemen van de aan de onderzijde van de steunplaat 3 van de treden bevestigde pennen 3 a. De uitvinding voorziet erin dat deze zowel met als zonder borgmiddelen kunnen worden uitgevoerd.
Normaliter omvat een trap volgens de uitvinding slechts twee congruente exemplaren van het in het voorgaande besproken eerste type vakwerkelement. Dit zijn de elementen die zich aan weerszijden van de eerste trede aan de voet van de trap bevinden. Zoals in fig. 2 is waar te nemen loopt de eerste staander 5 van dit eerste type vakwerkelement aan de onderzijde niet door tot de onderzijde van de ligger 4a, maar eindigt deze bij de bovenkant van de ligger 4a. Dit maakt het mogelijk, ervan uitgaande dat de aangrijpelementen la en lb van de ligger 1 dusdanige uitwendige afmetingen hebben dat deze in de koker van de staander 5 kunnen worden geschoven, aan elk uiteinde van de ligger 1 een vakwerkelement van het eerste type, door de staander 5 over het aangrijpingselement (respectievelijk la en lb) te schuiven, losmakelijk met de ligger 1 te verbinden en derhalve in de getoonde positie van de ligger, vertikaal op te stellen.
De aangrijpingselementen la en lb kunnen worden voorzien van gaten evenals de staander 5 zodat de verbinding tussen de ligger 1 en de voorste staander van het vakwerkelement kan worden geborgd.
Vervolgens kan een trede tussen de twee vertikaal opgestelde vakwerkelementen van het eerste type worden aangebracht door deze met de steunplaat aan weerszijden te laten rusten op de ligger 4b van de beide vakwerkelementen van het eerste type.
De overige vakwerkelementen van de trap omvatten onderling congruente vakwerkelementen van het tweede type. Evenals het vakwerkelement van het eerste type omvat het vakwerkelement van het tweede type in dit uitvoeringsvoorbeeld een eerste ligger 7, een tweede ligger 7a, een derde ligger 7b en een vierde ligger 7c welke, bij voorkeur onlosmakelijk zijn aangebracht tussen twee staanders, hier verder aan te duiden als een voorste en een achterste staander, waarbij de voorste staander de staander is welke zich het dichtste bij de voet van de trap bevindt.
In tegenstelling tot het vakwerkelement van het eerste type omvat het vakwerkelement van het tweede type drie aangrijpingselementen 8 welke aan de voorste staander zijn aangebracht en waarvan de lengteas in hoofdzaak haaks staat op de lengterichting van de staanders. Ten behoeve van de overzichtelijkheid van de figuur is slechts het bovenste aangrijpingselement voorzien van het aangrijpingselement 8. Het gebruik van de aanduiding aangrijpingselement 8 kan echter verwijzen naar elk van de drie aangrijpingselementen afzonderlijk of elke combinatie van twee of meer van deze aangrijpingselementen
De aangrijpingselementen 8 hebben zodanige afmetingen en zijn op zodanige posities op de staander van het vakwerkelement van het tweede type aangebracht dat het onderste van de drie aangrijpingselementen 8 aan het achterste uiteinde van de ligger 4b in de uit kokerprofiel bestaande ligger 4b kan worden geschoven, het bovenste aangrijpingselement 8 in de ligger 4 en het tussenliggende aangrijpingselement 8 in de ligger 4c kan worden geschoven tot de achterzijde van de staander 6 aanligt tegen de voorzijde van de voorste staander van het vakwerkelement van het tweede type. De genoemde liggers van de vakwerkelementen fungeren derhalve tevens als opnameruimten voor de aangrijpingselementen 8. De liggers 4, 4b en 4c en de aangrijpingselementen 8 zijn voorzien van in deze positie op elkaar afgestemde gaten voor het aanbrengen van borgmiddelen voor het in deze positie borgen van de vakwerkelementen. Nadat aan het tweede vakwerkelement van het eerste type dat zich aan het tweede uiteinde van de eerste trede bevindt ook een vakwerkelement van het tweede type is bevestigd, kan een tweede trede op de liggers 7b van de beide vakwerkelementen van het tweede type worden aangebracht.
Op deze wijze kan de trap op zeer snelle en eenvoudige wijze worden opgebouwd tot de gewenste/vereiste hoogte. De vinding voorziet erin dat de trap aan de bovenzijde met behulp van beugels 9 wordt bevestigd aan een muur, ligger, kolom of elke andere dragende constructie welke aanwezig is. De beugels omvatten in het in fig. 2 getoonde uitvoeringsvoorbeeld elk twee aangrijpingselementen welke in de liggers 7a en 7b kunnen worden geschoven en geborgd. Uiteraard voorziet de uitvinding erin dat de aangrijpingselementen ook op een andere wijze en op een andere plaats het bovenste vakwerkelement kunnen aangrijpen voor het bevestigen van de trap.
In een van de vele voorkeursuitvoeringen van de trap volgens de uitvinding zijn de voorste staanders van de vakwerkelementen van het eerste type vervaardigd van kokermateriaal van 40x40x2 mm en de achterste staanders van de vakwerkelementen van het eerste type en de beide staanders van de vakwerkelementen van het tweede type van koker 40x20x2 mm. Dit zorgt ervoor dat de constructie niet onnodig zwaar wordt en dat op de plaatsen waar de achterste staander van een vakwerkelement aanligt tegen de voorste staander van het volgende vakwerkelement een gecombineerde dikte van 40 mm ontstaat, hetgeen vanuit esthetisch oogpunt de voorkeur geniet boven 60 mm. Voor de volledigheid dient te worden vermeld dat het in fig. 2 getoonde uitvoeringsvoorbeeld van een vakwerkelement van het tweede type een voorste staander omvat welke qua afmetingen van het kokerprofiel afwijkt van de voomoemde voorkeursuitvoering.
De uitvinding voorziet erin dat de speling tussen de aangrijpingselementen 8 en de opnameruimte in de liggers waarin de aangrijpingselementen worden geschoven voor het onderling verbinden van de vakwerkelementen voldoende klein is om een althans nagenoeg starre verbinding tussen de vakwerkelementen onderling tot stand te brengen.
De uitvinding voorziet er voorts in dat de trap volgens de uitvinding kan worden voorzien van bij voorbeeld een snel aan te koppelen, in delen op te bouwen, rijgoot welke het mogelijk maakt bij voorbeeld een fiets of een kruiwagen via de trap naar boven te brengen.
De in deze beschrijving besproken en in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden van de trap volgens de uitvinding en onderdelen daarvan zijn slechts enkele van de vele binnen het kader van de uitvinding mogelijke uitvoeringsvormen en dienen derhalve als niet-limitatief te worden beschouwd.

Claims (8)

1. Een trap welke onderling verbonden leuningelementen en treden omvat, met het kenmerk, dat elk leuningelement een in hoofdzaak rechthoekig vakwerk omvattende staanders en liggers omvat waarvan ten minste twee liggers een opnameruimte voor het opnemen van aangrijpingselementen (8) van een aankoppelbaar volgende leuningelement omvatten.
2. Trap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lengteas van de aangrijpingsmiddelen (8) in hoofdzaak haaks staat op een staander van een leuningelement.
3. Trap volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het in hoofdzaak rechthoekige leuningelement ten minste vier liggers (4,4a,4b,4c,7,7a,7b,7c) omvat.
4. Trap volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat met uitzondering van de voorste twee leuningelementen welke zich aan weerszijden van de eerste trede van de trap bevinden alle leuningelementen congruent zijn.
5. Trap volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de leuningelementen in verticale richting versprongen met elkaar verbonden zijn.
6. Trap volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een aan een eerste leuningelement gekoppeld tweede leuningelement met de voorzijde van de voorste staander over een gedeelte van de lengte van deze staander in hoofdzaak aanligt tegen de achterzijde van de achterste staander van het eerste leuningelement.
7. Trap volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een trede van de trap aan elk kopse uiteinde een steunplaat (3) omvat waarbij elke steunplaat rust op een ligger (4b,7b) van een leuningelement aan weerszijden van de trap.
8. Trap volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de leuningelementen een kokerprofiel omvatten.
NL1040044A 2013-02-07 2013-02-07 Modulaire zelfdragende snelbouwtrap. NL1040044C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1040044A NL1040044C2 (nl) 2013-02-07 2013-02-07 Modulaire zelfdragende snelbouwtrap.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1040044 2013-02-07
NL1040044A NL1040044C2 (nl) 2013-02-07 2013-02-07 Modulaire zelfdragende snelbouwtrap.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1040044C2 true NL1040044C2 (nl) 2014-08-11

Family

ID=51862670

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1040044A NL1040044C2 (nl) 2013-02-07 2013-02-07 Modulaire zelfdragende snelbouwtrap.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1040044C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2023193986A1 (de) * 2022-04-07 2023-10-12 Peri Se Ausgleichselement zur erweiterung einer modular aufgebauten treppe, modular aufgebaute treppe sowie verfahren zur erweiterung einer modular aufgebauten treppe

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2023193986A1 (de) * 2022-04-07 2023-10-12 Peri Se Ausgleichselement zur erweiterung einer modular aufgebauten treppe, modular aufgebaute treppe sowie verfahren zur erweiterung einer modular aufgebauten treppe

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10435895B2 (en) Adjustable platform extension bracket for work platform systems and related methods
US20200224427A1 (en) Platform system
JP2009541612A (ja) 建設現場用階段
KR101289048B1 (ko) 가설벤트를 이용한 조립식 고하중 안전계단
KR102128100B1 (ko) 가변식 탈형 보 데크
NL1040044C2 (nl) Modulaire zelfdragende snelbouwtrap.
AU2014377971B2 (en) Scaffold bar
US20060076191A1 (en) Walk-through scaffold and hoist frame
NL193593C (nl) Draagconstructie voor tribunes.
US20230323680A1 (en) Sidewalk shed
JP5492293B2 (ja) 構成単位を有する足場システムとその組立方法
JP6590512B2 (ja) 階段仮設足場
WO2012064204A2 (en) A scaffold and method for construction of same
JPH0547704B2 (nl)
KR102128101B1 (ko) 가변식 탈형 보 데크용 가변식 서포트
JP6941447B2 (ja) 建物構造
NL1040400C2 (nl) Modulaire zelfdragende snelbouwtrap.
JP4257153B2 (ja) 屋外階段及び屋外階段の構築方法
JP6200632B2 (ja) テントの骨組構造
NL2019510B1 (nl) Buisconstructie
US11591802B1 (en) Modular access system
JP6276073B2 (ja) 拡幅・狭幅用足場部材及びこの足場部材を組み込んでなる仮設足場
EP2141306A1 (en) A scaffolding system
CN218292706U (zh) 一种楼梯间操作平台
NL1015707C1 (nl) Ruwbouwtrap.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160301